ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 26 mei 2005 *

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 26 mei 2005 *"

Transcriptie

1 ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 26 mei 2005 * In zaak C-478/03, betreffende een verzoek om een prejudiciële beslissing krachtens artikel 234 EG, ingediend door het House of Lords (Verenigd Koninkrijk) bij beslissing van 10 november 2003, ingekomen bij het Hof op 17 november 2003, in de procedure Celtec Ltd tegen John Astley e.a., wijst HET HOF VAN JUSTITIE (Eerste kamer), samengesteld als volgt: P. Jann, kamerpresident, K. Lenaerts (rapporteur), N. Colneric, E. Juhász en E. Levits, rechters, * Procestaal: Engels. I

2 CELTEC advocaat-generaal: M. Poiares Maduro, griffier: L. Hewlett, hoofdadministrateur, gezien de stukken en na de terechtzitting op 2 december 2004, gelet op de schriftelijke opmerkingen ingediend door: Celtec Ltd, vertegenwoordigd door J. Bowers, QC, P. Watson en A. Sendall, barristers, en J. Lewis, solicitor, J. Astley e.a., vertegenwoordigd door G. Millar, QC, en T. Linden, barrister, de Commissie van de Europese Gemeenschappen, vertegenwoordigd door G. Rozet en N. Yerrell als gemachtigden, gehoord de conclusie van de advocaat-generaal ter terechtzitting van 27 januari 2005, het navolgende Arrest 1 Het verzoek om een prejudiciële beslissing betreft de uitlegging van artikel 3, lid 1, van richtlijn 77/187/EEG van de Raad van 14 februari 1977 inzake de onderlinge I

3 aanpassing van de wetgevingen der lidstaten betreffende het behoud van de rechten van de werknemers bij overgang van ondernemingen, vestigingen of onderdelen daarvan (PB L 61, blz. 26). 2 Dit verzoek is ingediend in het kader van een geding tussen de vennootschap Celtec Ltd (hierna: Celtec") en J. Astley, J. Owens en D. L. Hawkes, tot vaststelling van de duur van het tijdvak van ononderbroken arbeid dat laatstgenoemden kunnen doen gelden in hun hoedanigheid van voormalige ambtenaren die de gevolgen ondergaan van de privatisering van de beroepsopleidingsprogramma's in het Verenigd Koninkrijk. Toepasselijke bepalingen Bepalingen van gemeenschapsrecht 3 Richtlijn 77/187 is ingevolge artikel 1, lid 1, ervan, van toepassing op de overgang van ondernemingen, vestigingen of onderdelen daarvan op een andere ondernemer ten gevolge van een overdracht krachtens overeenkomst of fusie. 4 Volgens artikel 2 van richtlijn 77/187 moet in die richtlijn worden verstaan onder vervreemder iedere natuurlijke of rechtspersoon die door een overgang in de zin van artikel 1, lid 1, de hoedanigheid van ondernemer ten aanzien van de onderneming, de vestiging of het onderdeel daarvan verliest", en onder verkrijger iedere natuurlijke of rechtspersoon die door een overgang in de zin van artikel 1, lid 1, de hoedanigheid van ondernemer ten aanzien van de onderneming, de vestiging of het onderdeel daarvan verkrijgt". I

4 CELTEC 5 Artikel 3, lid 1, van richtlijn 77/187 bepaalt: De rechten en verplichtingen welke voor de vervreemder voortvloeien uit de op het tijdstip van de overgang in de zin van artikel 1, lid 1, bestaande arbeidsovereenkomst of arbeidsverhouding, gaan door deze overgang op de verkrijger over. De lidstaten mogen bepalen dat de vervreemder ook na het tijdstip van de overgang in de zin van artikel 1, lid 1, en naast de verkrijger aansprakelijk is voor de verplichtingen welke voortvloeien uit een arbeidsovereenkomst of een arbeidsverhouding." Bepalingen van nationaal recht 6 Richtlijn 77/187 is in Brits recht omgezet bij de Transfer of Undertakings (Protection of Employment) Regulations 1981 (regeling van 1981 inzake de bescherming van de werknemers bij overgang van ondernemingen). 7 Op grond van artikel 155 van de Employment Rights Act 1996 (wet van 1996 betreffende de rechten van werknemers) kan een werknemer bij ontslag wegens economische redenen slechts aanspraak maken op een vergoeding indien hij op de relevante datum sinds ten minste twee jaar ononderbroken in dienst was. Overeenkomstig artikel 162 van die wet hangt het bedrag van de vergoeding af van het aantal jaren van ononderbroken arbeid, evenwel met een maximum van 20 jaren

5 8 Ingevolge artikel 218, lid 1, van vorengenoemde wet wordt met ononderbroken arbeid bedoeld de arbeid in dienst van éénzelfde werkgever. Lid 2 van dat artikel voorziet evenwel in een specifieke bepaling voor het geval van overgang van de onderneming, waarin is bepaald dat bij overgang op een andere persoon van een (al dan niet bij of krachtens een wet opgericht) bedrijfsonderdeel, handelszaak, of onderneming [...] het tijdvak van arbeid van een werknemer bij het bedrijfsonderdeel, de handelszaak, of de onderneming ten tijde van de overgang wordt aangemerkt als tijdvak van arbeid in dienst van de verkrijger, zonder dat dit tijdvak door de overgang wordt onderbroken". Feiten en prejudiciële vragen De hervorming van het beroepsopleidingsbeleid in het Verenigd Koninkrijk 9 Tot 1989 beheerde het Department of Employment (ministerie van Arbeid van het Verenigd Koninkrijk; hierna: ministerie") via een zestigtal plaatselijke kantoren opleidingsprogramma's voor jongeren en werklozen in Engeland en Wales. 10 In 1989 besloot de regering van het Verenigd Koninkrijk een gedeelte van haar activiteiten op het vlak van de beroepsopleiding over te dragen aan door de werkgevers beheerde particuliere entiteiten, de Training and Enterprise Councils (opleidings- en bedrijfscentra; hierna: TEC's"). Dienovereenkomstig zijn 82 TEC's door verschillende groepen werkgevers opgericht. Deze TEC's hebben de activiteiten van de plaatselijke kantoren van het ministerie, en de daaraan toegewezen middelen, overgenomen. In november 1991 waren alle TEC's met hun activiteiten begonnen. I

6 CELTEC 11 In het kader van deze privatisering werd de ambtenaren van de plaatselijke kantoren van het ministerie gevraagd zich vrijwillig aan te melden voor een tijdelijke detachering van drie jaar bij een TEC. Tijdens hun detachering behielden de betrokkenen het statuut van ambtenaar. 12 In december 1991 verzocht de regering van het Verenigd Koninkrijk de TEC's om uiterlijk vóór het einde van hun vijfde werkjaar ten aanzien van al hun personeelsleden de hoedanigheid van werkgever aan te nemen. 13 Wegens de bezorgdheid die de TEC's hadden uitgesproken, is in 1992 tussen het ministerie en de TEC's een overeenkomst gesloten over hun onderlinge verplichtingen ingeval een gedetacheerd ambtenaar definitief bij een TEC in dienst zou treden. In deze overeenkomst was met name een regeling betreffende de verkregen rechten van gedetacheerde ambtenaren opgenomen, waarbij de regering van het Verenigd Koninkrijk zich ertoe verbond de TEC's financieel bij te staan indien een rechterlijke instantie naderhand inzake het ontslag van een voormalig ambtenaar zou beslissen, dat de tijdvakken van arbeid die hij achtereenvolgens in overheidsdienst en in dienst van een TEC had volbracht, voor de berekening van zijn rechten als ononderbroken tijdvakken moesten worden beschouwd. De situatie van de verweerders in het hoofdgeding 1 4 In Wales zijn de activiteiten van het plaatselijke kantoor te Wrexham, alsmede zijn kantoorruimte, informatiesystemen en databanken door North East Wales TEC (TEC van het noordoosten van Wales; hierna Newtec") overgenomen. Newtec is in september 1990 met haar activiteiten begonnen. Een andere TEC, Targed, heeft de activiteiten en kantoorruimte van het plaatselijk kantoor te Bangor overgenomen. Op 1 april 1997 ontstond Celtec uit de fusie van Newtec en Targed. I

7 15 Ten tijde van de oprichting van Newtec hebben de plaatselijke kantoren te Wrexham en Bangor 43 ambtenaren voor een periode van drie jaar bij die TEC's gedetacheerd. Bij het einde van hun detachering hebben 18 van hen ontslag uit overheidsdienst genomen om als werknemer bij Newtec in dienst te treden. 16 Astley, Hawkes en Owens, verweerders in het hoofdgeding, zijn respectievelijk op 31 augustus 1973, 4 november 1985 en 21 april 1986 in overheidsdienst getreden. Daar zij belast waren met het beroepsopleidingsbeleid in Noord-Wales, zijn zij bij Newtec gedetacheerd. Tegen het einde van hun drie jaar durende detachering besloten zij ontslag te nemen als ambtenaar en bij Newtec in dienst te treden. De dag van hun ontslag viel samen met die van hun indiensttreding bij Newtec. De arbeidsovereenkomst van Hawkes en Owens ging in op 1 juli 1993, en die van Astley op 1 september In 1998 is Hawkes ontslagen door Celtec, die weigerde te erkennen dat zijn arbeid sinds zijn aanstelling in overheidsdienst ononderbroken was. De twee andere verweerders in het hoofdgeding vrezen binnenkort te worden ontslagen. Dientengevolge hebben zij alledrie voor het Employment Tribunal Abergele beroep ingesteld tot vaststelling van de duur van het tijdvak van ononderbroken arbeid dat zij kunnen doen gelden, daarbij stellende dat die duur zowel de periode in overheidsdienst als die in dienst van Newtec en Celtec dient te omvatten. De rechtszaak in het Verenigd Koninkrijk 18 Bij vonnis van 22 december 1999 heeft het Employment Tribunal Abergele geoordeeld dat het geschil tussen Celtec en verweerders in het hoofdgeding wordt gekenmerkt door een overgang van onderneming in de zin van richtlijn 77/187. Volgens punt 11 van de motivering van het vonnis hield de overgedragen onderneming zich bezig met het beheer van de door de regering gefinancierde beroepsopleidingsactiviteiten en bedrijfsactiviteiten voor jongeren van meer dan I

8 CELTEC 16 jaar in Engeland en Wales, samen met de informatiesystemen en databanken, de personeelsleden en sommige kantoorruimten". De nadruk leggend op het belang van het personeel in de activiteiten van de betrokken onderneming, heeft het Tribunal geoordeeld dat de detachering van de ambtenaren van het ministerie naar de TEC's in die context een belangrijk onderdeel was van de onderneming en van de overgang ervan. 19 Het Employment Tribunal Abergele heeft geoordeeld dat verweerders in het hoofdgeding zich in die omstandigheden konden beroepen op een sinds hun aanstelling in overheidsdienst ononderbroken tijdvak van arbeid. 20 Bij arrest van 5 oktober 2001 heeft het Employment Appeal Tribunal het beroep van Celtec tegen de beslissing van het Employment Tribunal Abergele toegewezen. Het heeft geoordeeld dat de overgang van de betrokken onderneming in september 1990 was voltooid, dus ruim voordat verweerders in het hoofdgeding in dienst van Newtec traden. 21 Dit arrest is bij arrest van de Court of Appeal (England & Wales) van 19 juli 2002 vernietigd. De Court of Appeal heeft enerzijds geoordeeld dat artikel 3, lid 1, van richtlijn 77/187 ook van toepassing was op een overgang van onderneming die over een periode van meerdere jaren plaatsvindt, en anderzijds, dat het Employment Tribunal Abergele op goede gronden kon oordelen dat de beroepsbekwaamheden van de door het ministerie bij de TEC's gedetacheerde ambtenaren een onderdeel vormden van de overgedragen onderneming. 22 Celtec heeft tegen laatstgenoemd arrest hogere voorziening ingesteld bij het House of Lords, dat het noodzakelijk heeft geacht de behandeling van de zaak te schorsen en het Hof om een prejudiciële beslissing te verzoeken over de volgende vragen: 1) Moet de uitdrukking,de rechten en verplichtingen welke voor de vervreemder voortvloeien uit de op het tijdstip van de overgang [...] bestaande arbeidsover- I

9 eenkomst of arbeidsverhouding' in artikel 3, lid 1, van richtlijn 77/187 [...] aldus worden uitgelegd dat er een specifiek tijdstip is waarop de overgang van een onderneming of een onderdeel daarvan wordt geacht te zijn voltooid en waarop de overgang van de rechten en verplichtingen overeenkomstig artikel 3, lid 1, plaatsvindt? 2) Indien de eerste vraag bevestigend wordt beantwoord, hoe moet dat specifieke tijdstip dan worden bepaald? 3) Indien de eerste vraag ontkennend wordt beantwoord, hoe moeten de woorden,op het tijdstip van de overgang' in artikel 3, lid 1, worden uitgelegd?" De prejudiciële vragen 23 Om te beginnen zij opgemerkt dat de verwijzingsbeslissing steunt op de vaststelling in het vonnis van het Employment Tribunal Abergele van 22 december 1999, dat de in het hoofdgeding aan de orde zijnde overgang tussen het ministerie en Newtec binnen de werkingssfeer van richtlijn 77/187 valt. 24 Gelet op deze precisering, moeten de eerste twee vragen tezamen worden onderzocht, vragen waarmee de verwijzende rechter in wezen wenst te vernemen of er, gelet op artikel 3, lid 1, van richtlijn 77/187, een specifiek tijdstip bestaat waarop de overgang van de betrokken onderneming en die van de rechten en verplichtingen welke voor de vervreemder voortvloeien uit de arbeidsverhoudingen met zijn werknemers, wordt geacht plaats te vinden, en zo ja, hoe dat specifieke tijdstip kan worden bepaald. I

10 CELľĽC 25 Voor een nuttig antwoord op deze twee vragen moet rekening worden gehouden met het doel van richtlijn 77/187 en meer in het bijzonder met dat van artikel 3, lid 1, ervan. 26 Zoals het Hof herhaaldelijk heeft beslist (zie arresten van 25 juli 1991, D'Urso e.a., C-362/89, Jurispr. blz. I-4105, punt 9, en 12 november 1998, Europièces, C-399/96, Jurispr. blz. I-6965, punt 37), beoogt richtlijn 77/187 te verzekeren, dat de werknemers bij een verandering in de persoon van het hoofd van de onderneming hun rechten behouden, en op dezelfde voorwaarden als zij met de vervreemder waren overeengekomen, in dienst van de nieuwe werkgever kunnen blijven. De richtlijn heeft tot doel de ongewijzigde voortzetting van de arbeidsovereenkomsten of -verhoudingen met de verkrijger zoveel mogelijk te verzekeren, om te voorkomen dat de betrokken werknemers uitsluitend ten gevolge van de overgang in een minder gunstige positie komen te verkeren (zie arrest van 17 december 1987, Ny Mølle Kro, 287/86, Jurispr. blz. 5465, punt 25). 27 De regels die van toepassing zijn in het geval van overgang van een onderneming of vestiging op een andere ondernemer, beogen aldus de tot de overgedragen economische eenheid behorende bestaande arbeidsverhoudingen in het belang van de werknemers veilig te stellen (arrest van 16 december 1992, Katsikas e.a., C-132/91, C-138/91 en C-139/91, Jurispr. blz. I-6577, punt 21). 28 Te dien einde heeft artikel 3, lid 1, van richtlijn 77/187 mede betrekking op de rechten en verplichtingen die voor de vervreemder voortvloeien uit een op het tijdstip van de overgang bestaande arbeidsovereenkomst of -verhouding met werknemers die voor het vervullen van hun taak tewerk zijn gesteld bij de overgedragen onderneming of het overgedragen gedeelte van de onderneming of vestiging (zie arrest D'Urso e.a., reeds aangehaald, punt 10). 29 In die context strekt de verwijzing naar het begrip tijdstip van de overgang" in artikel 3, lid 1, van richtlijn 77/187 ertoe, te bepalen welke werknemers een beroep kunnen doen op de bij die bepaling verleende bescherming. Genieten aldus deze I

11 bescherming de werknemers van de overgedragen entiteit wier arbeidsovereenkomst of -verhouding op het tijdstip van de overgang" nog bestaat, dit in tegenstelling tot de werknemers die op dat tijdstip niet langer bij de vervreemder in dienst waren (zie arrest van 7 februari 1985, Wendelboe e.a., 19/83, Jurispr. blz. 457, punten 13 en 15), en zij die na vorenbedoeld tijdstip in dienst van de verkrijger zijn getreden (zie arrest Ny Mølle Kro, reeds aangehaald, punten 24-26). 30 Zowel de keuze van het woord tijdstip" als redenen van rechtszekerheid nopen tot de opvatting dat volgens de gemeenschapswetgever aan de hand van een specifiek tijdstip van de overgangsverrichting, en niet op basis van de min of meer lange periode waarover die plaatsvindt, moet worden bepaald welke werknemers in aanmerking komen voor de bescherming van artikel 3, lid 1, van richtlijn 77/ Gelijk reeds volgt uit de bewoordingen van artikel 3, lid 1, van richtlijn 77/187, dient het begrip overgang in de daarin gebezigde uitdrukking tijdstip van de overgang" te worden begrepen in de zin van artikel 1, lid 1, [van deze richtlijn]". 32 Blijkens laatstgenoemde bepaling is richtlijn 77/187 van toepassing op de overgang van ondernemingen, vestigingen of onderdelen daarvan op een andere ondernemer". Volgens de tweede overweging van de considerans ervan, beoogt de richtlijn de werknemers te beschermen bij verandering van ondernemer". In artikel 2 van bedoelde richtlijn worden de begrippen vervreemder" en verkrijger" omschreven onder verwijzing naar het verlies respectievelijk het verkrijgen van de hoedanigheid van ondernemer ten aanzien van de onderneming, de vestiging of het onderdeel daarvan". 33 Bovendien heeft het Hof meermaals geoordeeld dat richtlijn 77/187 van toepassing is zodra er wijziging optreedt in de natuurlijke of rechtspersoon die de onderneming exploiteert, waarbij irrelevant is of de eigendom van de onderneming is overgedragen (zie arrest Ny Mølle Kro, reeds aangehaald, punt 12; arresten van 10 februari 1988, Daddy's Dance Hall, 324/86, Jurispr. blz. 739, punt 9, en 5 mei 1988, Berg en Busschers, 144/87 en 145/87, Jurispr. blz. 2559, punt 17). I

12 CELTEC 34 Om vast te stellen of er sprake is van een overgang in de zin van richtlijn 77/187 moet worden beoordeeld of de identiteit van de betrokken entiteit bewaard blijft, wat met name hieruit kan blijken dat de exploitatie ervan in feite door de nieuwe ondernemer wordt voortgezet of hervat met dezelfde of soortgelijke bedrijfsactiviteiten (zie arresten van 18 maart 1986, Spijkers, 24/85, Jurispr. blz. 1119, punten 11, 12 en 15, en 19 september 1995, Rygaard, C-48/94, Jurispr. blz. I-2745, punten 15 en 16). 35 Voor het antwoord op de vraag, of er sprake is van een overgang in de zin van artikel 1, lid 1, van richtlijn 77/187, is het beslissende criterium dus, of de nieuwe ondernemer de exploitatie van de betrokken entiteit voortzet of hervat, en daarbij de identiteit ervan bewaart. 36 In die omstandigheden moet het begrip tijdstip van de overdracht" in artikel 3, lid 1, van richtlijn 77/187 aldus worden opgevat, dat het ziet op het tijdstip waarop de hoedanigheid van ondernemer die de betrokken entiteit exploiteert, van de vervreemder op de verkrijger overgaat. 37 Zoals het Hof reeds heeft geoordeeld, kan de werking van de door artikel 3, lid 1, van richtlijn 77/187 aan de werknemers toegekende rechten niet afhankelijk worden gesteld van de instemming van de vervreemder of de verkrijger, noch van die van de werknemersvertegenwoordigers of de werknemers zelf, behoudens in het geval dat deze laatsten, gebruik makend van de hun geboden mogelijkheid, uit vrije wil besluiten na de overgang de arbeidsverhouding met de nieuwe ondernemer niet voort te zetten (zie arrest van 11 juli 1985, Danmols Inventar, 105/84, Jurispr. blz. 2639, punt 16, en arrest D'Urso e.a., reeds aangehaald, punt 11). 38 Behoudens laatstbedoeld geval, volgt hieruit dat de arbeidsovereenkomsten en -verhoudingen die tussen de vervreemder en de werknemers van de overgedragen onderneming bestaan op het in artikel 3, lid 1, van richtlijn 77/187 bedoelde tijdstip I

13 van overgang, door het enkele feit van de overgang van de onderneming van rechtswege van de vervreemder op de verkrijger worden overgedragen (zie arrest D'Urso e.a., reeds aangehaald, punt 20, en arrest van 14 november 1996, Rotsart de Hertaing, C-305/94, Jurispr. blz. I-5927, punt 18). 39 Overigens overwoog het Hof in punt 26 van het reeds aangehaalde arrest Rotsart de Hertaing dat de overgang van arbeidsovereenkomsten en -verhoudingen als geregeld in artikel 3, lid 1, van richtlijn 77/187 noodzakelijkerwijs plaatsvindt op hetzelfde tijdstip als dat van de overgang van de onderneming en niet naar goeddunken van de vervreemder of de verkrijger naar later kan worden verschoven. 40 Tot staving van deze uitlegging heeft het Hof er om te beginnen op gewezen dat in artikel 3, lid 1, tweede alinea, van richtlijn 77/187 de lidstaten de bevoegdheid wordt toegekend om te bepalen dat de vervreemder na het tijdstip van de overgang van de onderneming naast de verkrijger aansprakelijk is voor de verplichtingen die voortvloeien uit een arbeidsovereenkomst of -verhouding, wat impliceert dat deze verplichtingen hoe dan ook op dat tijdstip op de verkrijger overgaan (arrest Rotsart de Hertaing, reeds aangehaald, punt 23). 41 Vervolgens heeft het Hof, onder verwijzing naar punt 14 van het reeds aangehaalde arrest Berg en Busschers, waarin artikel 3, lid 1, van richtlijn 77/187 aldus is uitgelegd, dat de vervreemder na het tijdstip van de overgang van de onderneming, op de enkele grond van die overgang, in beginsel bevrijd is van zijn aansprakelijkheid voor de uit de arbeidsovereenkomst of -verhouding voortvloeiende verplichtingen, vastgesteld dat, nu de richtlijn bedoeld is ter bescherming van de werknemers, dit doel slechts kan worden bereikt indien de betrokken verplichtingen op het tijdstip van de overgang op de verkrijger overgaan (arrest Rotsart de Hertaing, reeds aangehaald, punt 24). 42 Ten slotte stelde het Hof vast dat, wanneer de vervreemder of de verkrijger kon kiezen vanaf welk tijdstip de arbeidsovereenkomst of-verhouding overgaat, dit erop zou neerkomen dat de werkgevers, althans tijdelijk, van de bepalingen van I

14 CELTEC richtlijn 77/187 konden afwijken, hoewel deze een dwingend karakter hebben, zodat er niet van mag worden afgeweken in een voor de werknemers ongunstige zin (arrest Rotsart de Hertaing, reeds aangehaald, punten 17 en 25). 43 Om de in de punten 40 tot en met 42 van het onderhavige arrest reeds uiteengezette redenen, moet worden vastgesteld dat, voor de toepassing van artikel 3, lid 1, van richtlijn 77/187, de arbeidsovereenkomsten en -verhoudingen die lussen de vervreemder en de werknemers van de overgedragen onderneming bestaan op het in die bepaling bedoelde tijdstip van overgang, geacht worden op dat tijdstip van de vervreemder op de verkrijger over te gaan, ongeacht de in dat verband tussen de partijen bij de overgang overeengekomen regeling. 44 Gelet op een en ander, moeten de eerste twee prejudiciële vragen als volgt worden beantwoord: Artikel 3, lid 1, van richtlijn 77/187 moet aldus worden uitgelegd dat het tijdstip van de overgang in de zin van die bepaling samenvalt met het tijdstip waarop de hoedanigheid van ondernemer die de overgedragen entiteit exploiteert, van de vervreemder op de verkrijger overgaat. Hierbij gaat het om een precies tijdstip, dat niet naar goeddunken van de vervreemder of de verkrijger naar later kan worden verschoven. Voor de toepassing van vorengenoemde bepaling worden de arbeidsovereenkomsten en -verhoudingen die tussen de vervreemder en de werknemers van de overgedragen onderneming bestaan op het tijdstip van overgang, in de hierboven aangegeven zin, geacht op dat tijdstip van de vervreemder op de verkrijger over te gaan, ongeacht de in dat verband tussen laatstgenoemden overeengekomen regeling. I

15 45 Gelet op de antwoorden op de eerste twee vragen, behoeft de derde vraag niet te worden beantwoord. Kosten 46 Ten aanzien van de partijen in het hoofdgeding is de procedure als een aldaar gerezen incident te beschouwen, zodat de nationale rechterlijke instantie over de kosten heeft te beslissen. De door anderen wegens indiening van hun opmerkingen bij het Hof gemaakte kosten komen niet voor vergoeding in aanmerking. Het Hof van Justitie (Eerste kamer) verklaart voor recht: 1) Artikel 3, lid 1, van richtlijn 77/187/EEG van de Raad van 14 februari 1977 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten betreffende het behoud van de rechten van de werknemers bij overgang van ondernemingen, vestigingen of onderdelen daarvan, moet aldus worden uitgelegd dat het tijdstip van de overgang in de zin van die bepaling samenvalt met het tijdstip waarop de hoedanigheid van ondernemer die de overgedragen entiteit exploiteert, van de vervreemder op de verkrijger overgaat. Hierbij gaat het om een precies tijdstip, dat niet naar goeddunken van de vervreemder of de verkrijger naar later kan worden verschoven. 2) Voor de toepassing van vorengenoemde bepaling worden de arbeidsovereenkomsten en -verhoudingen die tussen de vervreemder en de werknemers van de overgedragen onderneming bestaan op het tijdstip van overgang, in de hierboven in punt 1 aangegeven zin, geacht op dat tijdstip van de vervreemder op de verkrijger over te gaan, ongeacht de in dat verband tussen laatstgenoemden overeengekomen regeling. ondertekeningen I

ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 10 februari 1988 *

ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 10 februari 1988 * TELLERUP / DADDY'S DANCE HALL ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 10 februari 1988 * In zaak 324/86, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van het Deense Højesteret, in het

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 7 juli 2005 *

ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 7 juli 2005 * NESTLÉ ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 7 juli 2005 * In zaak C-353/03, betreffende een verzoek om een prejudiciële beslissing krachtens artikel 234 EG, ingediend door de Court of Appeal (England and

Nadere informatie

ARKEST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 14 april 1994 *

ARKEST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 14 april 1994 * SCHMIDT ARKEST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 14 april 1994 * In zaak C-392/92, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van het Landesarbeitsgericht Schleswig-Holstein (Duitsland),

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF 19 september 1995 *'

ARREST VAN HET HOF 19 september 1995 *' ARREST VAN HET HOF 19 september 1995 *' In zaak C-48/94, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EG-Verdrag van het Sø- og Handelsret i København, in het aldaar aanhangig geding tussen

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Zesde Kamer) 8 februari 1990*

ARREST VAN HET HOF (Zesde Kamer) 8 februari 1990* ARREST VAN 8. 2. 1990 ZAAK C-320/88 ARREST VAN HET HOF (Zesde Kamer) 8 februari 1990* In zaak C-320/88, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van de Hoge Raad der Nederlanden,

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 18 maart 1986

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 18 maart 1986 ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 18 maart 1986 In zaak 24/85, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van de Hoge Raad der Nederlanden, in het aldaar aanhangig geding tussen

Nadere informatie

BESCHIKKING VAN HET HOF (Eerste kamer) 12 juli 2001 *

BESCHIKKING VAN HET HOF (Eerste kamer) 12 juli 2001 * WELTHGROVE BESCHIKKING VAN HET HOF (Eerste kamer) 12 juli 2001 * In zaak C-102/00, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 234 EG van de Hoge Raad der Nederlanden, in het aldaar aanhangige

Nadere informatie

Arrest van het Hof (Zesde Kamer) 13 november 1990 *

Arrest van het Hof (Zesde Kamer) 13 november 1990 * ARREST VAN 13. 11. 1990 ZAAK C-106/89 Arrest van het Hof (Zesde Kamer) 13 november 1990 * In zaak C-106/89, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van de Juzgado de Primera

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 8 maart 1988 *

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 8 maart 1988 * ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 8 maart 1988 * In zaak 102/86, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van het House of Lords, in het aldaar aanhangig geding tussen Apple

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 9 november 2000 *

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 9 november 2000 * INGMAR ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 9 november 2000 * In zaak C-381/98, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EG-Verdrag (thans artikel 234 EG) van de Court of Appeal (England

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 8 juli 1999 *

ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 8 juli 1999 * ARREST VAN 8. 7. 1999 ZAAK C-186/98 ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 8 juli 1999 * In zaak C- 186/98, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EG-Verdrag (thans artikel 234 EG) van het

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 21 oktober 2010 *

ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 21 oktober 2010 * ARREST VAN 21. 10. 2010 ZAAK C-242/09 ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 21 oktober 2010 * In zaak C-242/09, betreffende een verzoek om een prejudiciële beslissing krachtens artikel 234 EG, ingediend door

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Vierde kamer) 15 juni 1989*

ARREST VAN HET HOF (Vierde kamer) 15 juni 1989* STICHTING UITVOERING FINANCIËLE ACTIES / STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN ARREST VAN HET HOF (Vierde kamer) 15 juni 1989* In zaak 348/87, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 9 februari 2006 *

ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 9 februari 2006 * ARREST VAN 9. 2. 2006 - ZAAK C-473/04 ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 9 februari 2006 * In zaak C-473/04, betreffende een verzoek om een prejudiciële beslissing krachtens de artikelen 68 EG en 234 EG,

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 18 december 1997 *

ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 18 december 1997 * ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 18 december 1997 * In zaak C-5/97, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel Í77 EG-Verdrag van de Belgische Raad van State, in het aldaar aanhangig geding

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 21 oktober 2010 (*)

ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 21 oktober 2010 (*) ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 21 oktober 2010 (*) Sociale politiek Overgang van ondernemingen Richtlijn 2001/23/EG Behoud van rechten van werknemers Concern waarvan werknemers in dienst zijn van werkgevervennootschap

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 14 april 1994 *

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 14 april 1994 * ARREST VAN 14. 4. 1994 ZAAK C-389/92 ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 14 april 1994 * In zaak C-389/92, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van de Belgische Raad van

Nadere informatie

ZVK. ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 23 november 2006*

ZVK. ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 23 november 2006* ZVK ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 23 november 2006* In zaak C-300/05, betreffende een verzoek om een prejudiciële beslissing krachtens artikel 234 EG, ingediend door het Bundesfinanzhof (Duitsland)

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 25 mei 1993 *

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 25 mei 1993 * ARREST VAN 25. 5.1993 ZAAK C-193/91 ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 25 mei 1993 * In zaak C-193/91, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van het Bundesfinanzhof, in het

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 12 mei 1989 *

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 12 mei 1989 * ARREST VAN 12.5, 1989 ZAAK 388/87 ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 12 mei 1989 * In zaak 388/87, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van de Centrale Raad van Beroep, te

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF 4 februari 1988 *

ARREST VAN HET HOF 4 februari 1988 * ARREST VAN 4. 2. 1988 ZAAK 157/86 ARREST VAN HET HOF 4 februari 1988 * In zaak 157/86, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van de Ierse High Court, in het aldaar aanhangig

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 4 juni 1987*

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 4 juni 1987* ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 4 juni 1987* In zaak 375/85, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van het Bundessozialgericht, in het aldaar aanhangig geding tussen A.

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 28 mei 1998 *

ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 28 mei 1998 * ARREST VAN 28. 5.1998 ZAAK C-3/97 ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 28 mei 1998 * In zaak C-3/97, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EG-Verdrag van de Court of Appeal Criminal Division,

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 8 maart 1988 *

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 8 maart 1988 * ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 8 maart 1988 * In zaak 165/86, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van de Hoge Raad der Nederlanden, in het aldaar aanhangig geding tussen

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF 14 mei 2002 *

ARREST VAN HET HOF 14 mei 2002 * ARREST VAN HET HOF 14 mei 2002 * In zaak C-2/00, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 234 EG van het Oberlandesgericht Düsseldorf (Duitsland), in het aldaar aanhangig geding tussen Michael

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 14 juli 1994 *

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 14 juli 1994 * ARREST VAN 14. 7. 1994 ZAAK C-32/93 ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 14 juli 1994 * In zaak C-32/93, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van het House of Lords, in het

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF 11 maart 1997 *

ARREST VAN HET HOF 11 maart 1997 * ARREST VAN 11.3.1997 ZAAK C-13/95 ARREST VAN HET HOF 11 maart 1997 * In zaak C-13/95, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EG-Verdrag van het Arbeitsgericht Bonn in het aldaar aanhangig

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 25 mei 1993 *

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 25 mei 1993 * ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 25 mei 1993 * In zaak C-263/91, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van het Østre Landsret (Denemarken), in het aldaar aanhangig geding

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 30 april 2002 *

ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 30 april 2002 * CLUB-TOUR ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 30 april 2002 * In zaak C-400/00, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 234 EG van het Tribunal Judicial da Comarca do Porto (Portugal), in het

Nadere informatie

JURISPRUDENTIE VAN HET HVJEG 1987 BLADZIJDEN 3611

JURISPRUDENTIE VAN HET HVJEG 1987 BLADZIJDEN 3611 JURISPRUDENTIE VAN HET HVJEG 1987 BLADZIJDEN 3611 ARREST VAN HET HOF (DERDE KAMER) VAN 24 SEPTEMBER 1987. BESTUUR VAN DE SOCIALE VERZEKERINGSBANK TEGEN J. A. DE RIJKE. VERZOEK OM EEN PREJUDICIELE BESLISSING,

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 12 november 1992 *

ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 12 november 1992 * WATSON RASK EN CHRISTENSEN ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 12 november 1992 * In zaak C-209/91, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van het Sø- og Handelsret te Kopenhagen

Nadere informatie

Samenvatting van het arrest

Samenvatting van het arrest 1 van 7 20/11/2008 14:41 Zaak C 128/04 Strafzaak tegen Annic Andréa Raemdonck en Raemdonck-Janssens BVBA (verzoek van de Rechtbank van eerste aanleg te Dendermonde om een prejudiciële beslissing) Wegvervoer

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 18 oktober 2007 *

ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 18 oktober 2007 * VAN DER STEEN ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 18 oktober 2007 * In zaak 0355/06, betreffende een verzoek om een prejudiciële beslissing krachtens artikel 234 EG, ingediend door het Gerechtshof te Amsterdam

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 7 maart 1991 *

ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 7 maart 1991 * ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 7 maart 1991 * In zaak C-116/89, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van het Finanzgericht München, in het aldaar aanhangig geding tussen

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF. 30 juni 1998 *

ARREST VAN HET HOF. 30 juni 1998 * ARREST VAN 30. 6.1998 ZAAK C-394/96 ARREST VAN HET HOF 30 juni 1998 * In zaak C-394/96, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EG-Verdrag van het House of Lords (Verenigd Koninkrijk),

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 5 mei 1994 *

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 5 mei 1994 * ARREST VAN 5. 5. 1994 ZAAK C-38/93 ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 5 mei 1994 * In zaak C-38/93, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van het Finanzgericht Hamburg (Bondsrepubliek

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 10 mei 2001 *

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 10 mei 2001 * ARREST VAN 10. 5. 2001 ZAAK C-144/99 ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 10 mei 2001 * In zaak C-144/99, Commissie van de Europese Gemeenschappen, vertegenwoordigd door P. van Nuffel als gemachtigde, bijgestaan

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF 5 oktober 1988 *

ARREST VAN HET HOF 5 oktober 1988 * ARREST VAN 5. 10. 1988 ZAAK 238/87 ARREST VAN HET HOF 5 oktober 1988 * In zaak 238/87, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van de High Court of Justice, Chancery Division,

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF 30 juni 1998 (1)

ARREST VAN HET HOF 30 juni 1998 (1) BELANGRIJKE JURIDISCHE KENNISGEVING Op de informatie op deze site is verklaring van afwijzing van aansprakelijkheid en een verklaring inzake het auteursrecht van toepassing. ARREST VAN HET HOF 30 juni

Nadere informatie

(" ZIEKTEVERZEKERING VOOR BEJAARDEN "). (VERZOEK OM EEN PREJUDICIELE BESLISSING, INGEDIEND DOOR DE NATIONAL INSURANCE COMMISSIONER TE LONDEN).

( ZIEKTEVERZEKERING VOOR BEJAARDEN ). (VERZOEK OM EEN PREJUDICIELE BESLISSING, INGEDIEND DOOR DE NATIONAL INSURANCE COMMISSIONER TE LONDEN). ARREST VAN HET HOF (DERDE KAMER) VAN 24 APRIL 1980. UNA COONAN TEGEN INSURANCE OFFICER. (" ZIEKTEVERZEKERING VOOR BEJAARDEN "). (VERZOEK OM EEN PREJUDICIELE BESLISSING, INGEDIEND DOOR DE NATIONAL INSURANCE

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 3 maart 1994 *

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 3 maart 1994 * TOLSMA ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 3 maart 1994 * In zaak C-16/93, betreifende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van het Gerechtshof te Leeuwarden (Nederland), in het aldaar

Nadere informatie

ARREST VAN ZAAK C-124/05. ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 6 april 2006 *

ARREST VAN ZAAK C-124/05. ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 6 april 2006 * ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 6 april 2006 * In zaak C-124/05, betreffende een verzoek om een prejudiciële beslissing krachtens artikel 234 EG, ingediend door het Gerechtshof te s-gravenhage (Nederland)

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 6 juli 2006 *

ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 6 juli 2006 * ARREST VAN 6. 7. 2006 - ZAAK C-251/05 ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 6 juli 2006 * In zaak C-251/05, betreffende een verzoek om een prejudiciële beslissing krachtens artikel 234 EG, ingediend door de

Nadere informatie

betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van de Arbeidsrechtbank te Brussel, in het aldaar aanhangig geding tussen

betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van de Arbeidsrechtbank te Brussel, in het aldaar aanhangig geding tussen JURISPRUDENTIE VAN HET HVJEG 1991 BLADZIJDEN I-1401 ARREST VAN HET HOF (DERDE KAMER) VAN 20 MAART 1991. ERMINIA CASSAMALI TEGEN OFFICE NATIONAL DES PENSIONS. VERZOEK OM EEN PREJUDICIELE BESLISSING: TRIBUNAL

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 13 juli 1989*

ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 13 juli 1989* SKATTEMINISTERIET / HENRIKSEN ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 13 juli 1989* In zaak 173/88, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van het Højesteret, in het aldaar aanhangig

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 21 februari 2002 *

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 21 februari 2002 * RYDERGÅRD ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 21 februari 2002 * In zaak C-215/00, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 234 EG van Regeringsrätten (Zweden), in het aldaar aanhangige geding

Nadere informatie

BORK INTERNATIONAL / FORENINGEN AF ARBEJDSLEDERE I DANMARK. ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 15 juni 1988 *

BORK INTERNATIONAL / FORENINGEN AF ARBEJDSLEDERE I DANMARK. ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 15 juni 1988 * BORK INTERNATIONAL / FORENINGEN AF ARBEJDSLEDERE I DANMARK ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 15 juni 1988 * In zaak 101/87, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van het

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 7 september 2006 *

ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 7 september 2006 * ARREST VAN 7. 9. 2006 ZAAK C-108/05 ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 7 september 2006 * In zaak C-108/05, betreffende een verzoek om een prejudiciële beslissing krachtens artikel 234 EG, ingediend door

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 13 maart 1997 *

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 13 maart 1997 * ARREST VAN 13.3.1997 ZAAK C-131/95 ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 13 maart 1997 * In zaak C-131/95, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EG-Verdrag van de Nederlandse Raad van State,

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 22 februari 2001 *

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 22 februari 2001 * ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 22 februari 2001 * In zaak C-408/98, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EG-Verdrag (thans artikel 234 EG) van de High Court of Justice (England

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 27 juni 1989* betreffende verzoeken aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag,

ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 27 juni 1989* betreffende verzoeken aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag, ARREST VAN 27. 6. 1989 GEVOEGDE ZAKEN 48, 106 EN 107/88 ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 27 juni 1989* In de gevoegde zaken 48, 106 en 107/88, betreffende verzoeken aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag,

Nadere informatie

1 van 5 20/11/2008 15:04 Beheerd door Avis het juridique Publicatiebureau important 61992J0313 ARREST VAN HET HOF (ZESDE KAMER) VAN 2 JUNI 1994. - STRAFZAAK TEGEN VAN SWIETEN BV. - VERZOEK OM EEN PREJUDICIELE

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 13 SEPTEMBER 2010 S.10.0002.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. S.10.0002.F C.Z., Mr. Antoine De Bruyn, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen 1. FRANS HOSPITAAL CÉSAR DE PAEPE, vereniging zonder

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 29 juni 1988*

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 29 juni 1988* ARREST VAN 29. 6. 1988 ZAAK 240/87 ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 29 juni 1988* In zaak 240/87, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van het tribunal de grande instance

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 2 augustus 1993 *

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 2 augustus 1993 * ACCIARDI ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 2 augustus 1993 * In zaak C-66/92, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van de Nederlandse Raad van State, in het aldaar aanhangig

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 9 maart 2006 *

ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 9 maart 2006 * WERHOF ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 9 maart 2006 * In zaak C-499/04, betreffende een verzoek om een prejudiciële beslissing krachtens artikel 234 EG, ingediend door het Landesarbeitsgericht Düsseldorf

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 13 december 1989 *

ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 13 december 1989 * ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 13 december 1989 * In zaak C-322/88, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van de Arbeidsrechtbank te Brussel, in het aldaar aanhangig

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 16 september 1997 *

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 16 september 1997 * ARREST VAN 16. 9.1997 ZAAK C-145/96 ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 16 september 1997 * In zaak C-145/96, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EG-Verdrag van het Finanzgericht Rheinland-Pfalz,

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 15 maart 2001 *

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 15 maart 2001 * SPI ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 15 maart 2001 * In zaak C-108/00, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 234 EG-Verdrag van de Conseil d'état (Frankrijk), in het aldaar aanhangig geding

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 6 april 1995 *

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 6 april 1995 * BLP GROUP ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 6 april 1995 * In zaak C-4/94, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van de High Court of Justice, Queen's Bench Division, in

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF 26 september 2000 *

ARREST VAN HET HOF 26 september 2000 * ARREST VAN HET HOF 26 september 2000 * In zaak C-175/99, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 234 EG van de Conseil de prud'hommes de Metz (Frankrijk), in het aldaar aanhangig geding tussen

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 14 mei 1985 *

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 14 mei 1985 * ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 14 mei 1985 * In zaak 139/84, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van de Hoge Raad der Nederlanden, in het aldaar aanhangig geding tussen

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 28 april 2005*

ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 28 april 2005* ST. PAUL DAIRY ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 28 april 2005* In zaak C-104/03, betreffende een verzoek om een prejudiciële beslissing krachtens het protocol van 3 juni 1971 betreffende de uitlegging

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 20 november 2003 *

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 20 november 2003 * ARREST VAN 20. 11. 2003 ZAAK C 340/01 ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 20 november 2003 * In zaak C-340/01, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 234 EG van het Oberste Gerichtshof (Oostenrijk),

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 12 juni 2003 *

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 12 juni 2003 * ARREST VAN 12. 6. 2003 ZAAK C-275/01 ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 12 juni 2003 * In zaak C-275/01, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 234 EG van het House of Lords (Verenigd Koninkrijk),

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 15 september 2011 *

ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 15 september 2011 * ARREST VAN 15. 9. 2011 ZAAK C-155/10 ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 15 september 2011 * In zaak C-155/10, betreffende een verzoek om een prejudiciële beslissing krachtens artikel 267 VWEU, ingediend

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Vierde kamer) 3 mei 2007*

ARREST VAN HET HOF (Vierde kamer) 3 mei 2007* COLOR DRACK ARREST VAN HET HOF (Vierde kamer) 3 mei 2007* In zaak 0386/05, betreffende een verzoek om een prejudiciële beslissing krachtens de artikelen 68 EG en 234 EG, ingediend door het Oberste Gerichtshof

Nadere informatie

BESCHIKKING VAN HET HOF (Grote kamer) 17 maart 2005 * betreffende een beroep tot nietigverklaring krachtens artikel 230 EG, ingesteld op 27 juli 2004,

BESCHIKKING VAN HET HOF (Grote kamer) 17 maart 2005 * betreffende een beroep tot nietigverklaring krachtens artikel 230 EG, ingesteld op 27 juli 2004, PARLEMENT / RAAD BESCHIKKING VAN HET HOF (Grote kamer) 17 maart 2005 * In zaak C-317/04, betreffende een beroep tot nietigverklaring krachtens artikel 230 EG, ingesteld op 27 juli 2004, Europees Parlement,

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 7 september 2006 *

ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 7 september 2006 * HEGER ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 7 september 2006 * In zaak C-166/05, betreffende een verzoek om een prejudiciële beslissing krachtens artikel 234 EG, ingediend door het Verwaltungsgerichtshof (Oostenrijk)

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 22 september 1988*

ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 22 september 1988* ARREST VAN 22. 9. 1988 ZAAK 236/87 ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 22 september 1988* In zaak 236/87, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van het Landessozialgericht

Nadere informatie

DETHIER ÉQUIPEMENT. ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 12 maart 1998 *

DETHIER ÉQUIPEMENT. ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 12 maart 1998 * ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 12 maart 1998 * In zaak C-319/94, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EG-Verdrag van het Arbeidshof te Luik (België), in het aldaar aanhangig geding

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 8 oktober 1987*

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 8 oktober 1987* ARREST VAN 8. 10. 1987 ZAAK 80/86 ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 8 oktober 1987* In zaak 80/86, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van de Arrondissementsrechtbank te

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 9 december 1997 *

ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 9 december 1997 * ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 9 december 1997 * In zaak C-143/96, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EG-Verdrag van het Bundesfinanzhof (Duitsland), in het aldaar aanhangig geding

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 13 juli 2000 *

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 13 juli 2000 * MONTE DEI PASCHI DI SIENA ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 13 juli 2000 * In zaak C-136/99, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EG-Verdrag (thans artikel 234 EG) van de Conseil d'état

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 7 februari 1991 *

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 7 februari 1991 * ARREST VAN 7. 2. 1991 ZAAK C-227/89 ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 7 februari 1991 * In zaak C-227/89, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van het Sozialgericht Stuttgart,

Nadere informatie

Jurisprudentie. BESCHIKKING VAN HET HOF (Zesde kamer) 14 juni 2017 *

Jurisprudentie. BESCHIKKING VAN HET HOF (Zesde kamer) 14 juni 2017 * Jurisprudentie BESCHIKKING VAN HET HOF (Zesde kamer) 14 juni 2017 * Prejudiciële verwijzing Artikel 99 van het Reglement voor de procesvoering van het Hof Justitiële samenwerking in burgerlijke zaken Verordening

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 29 juni 1994 *

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 29 juni 1994 * ALDEWERELD ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 29 juni 1994 * In zaak C-60/93, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EE G-Verdrag van de Hoge Raad der Nederlanden, in het aldaar aanhangig

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 7 december 2000 (1)

ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 7 december 2000 (1) BELANGRIJKE JURIDISCHE KENNISGEVING Op de informatie op deze site is verklaring van afwijzing van aansprakelijkheid en een verklaring inzake het auteursrecht van toepassing. ARREST VAN HET HOF (Derde kamer)

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 13 oktober 1993 *

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 13 oktober 1993 * ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 13 oktober 1993 * In zaak C-93/92, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van het Landgericht Augsburg, in het aldaar aanhangig geding tussen

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 13 december 2001 *

ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 13 december 2001 * ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 13 december 2001 * In zaak C-206/00, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 234 EG van het Tribunal administratif de Châlons-en-Champagne (Frankrijk), in

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 25 oktober 2012 (*)

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 25 oktober 2012 (*) ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 25 oktober 2012 (*) Btw Richtlijn 2006/112/EG Artikelen 306-310 Bijzondere regeling voor reisbureaus Vervoerdienst die door reisbureau handelend in eigen naam wordt verricht

Nadere informatie

Jurisprudentie van het Hof van Justitie 1995 bladzijden I-3551

Jurisprudentie van het Hof van Justitie 1995 bladzijden I-3551 Jurisprudentie van het Hof van Justitie 1995 bladzijden I-3551 ARREST VAN HET HOF (VIJFDE KAMER) VAN 26 OKTOBER 1995. S. E. KLAUS TEGEN BESTUUR VAN DE NIEUWE ALGEMENE BEDRIJFSVERENIGING. VERZOEK OM EEN

Nadere informatie

samengesteld als volgt: A. Tizzano, kamerpresident, M. Safjan, M. Ilešič, E. Levits en J.-J. Kasel (rapporteur), rechters,

samengesteld als volgt: A. Tizzano, kamerpresident, M. Safjan, M. Ilešič, E. Levits en J.-J. Kasel (rapporteur), rechters, ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 19 juli 2012 (*) Zesde btw-richtlijn Artikelen 6, lid 2, eerste alinea, sub a en b, 11, A, lid 1, sub c, en 17, lid 2 Gedeelte van tot bedrijf behorend investeringsgoed

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 23 mei 1996 *

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 23 mei 1996 * O'FLYNN ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 23 mei 1996 * In zaak C-237/94, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EG-Verdrag van de Social Security Commissioner (Verenigd Koninkrijk),

Nadere informatie

(verzoek van het VAT and Duties Tribunal, Manchester, om een prejudiciële beslissing)

(verzoek van het VAT and Duties Tribunal, Manchester, om een prejudiciële beslissing) Downloaded via the EU tax law app / web Zaak C?40/09 Astra Zeneca UK Ltd tegen Commissioners for Her Majesty s Revenue and Customs (verzoek van het VAT and Duties Tribunal, Manchester, om een prejudiciële

Nadere informatie

Jurisprudentie. ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 17 oktober 2013 *

Jurisprudentie. ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 17 oktober 2013 * Jurisprudentie ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 17 oktober 2013 * Verordening (EG) nr. 44/2001 Artikel 15, lid 1, sub c Bevoegdheid voor door consumenten gesloten overeenkomsten Eventuele beperking van

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 2 mei 1996 *

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 2 mei 1996 * ARREST VAN 2.5.1996 ZAAK C-231/94 ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 2 mei 1996 * In zaak C-231/94, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EG-Verdrag van het Bundesfinanzhof, in het aldaar

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 8 juni 2000 *

ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 8 juni 2000 * ARREST VAN 8. 6. 2000 ZAAK C-98/98 ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 8 juni 2000 * In zaak C-98/98, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EG-Verdrag (thans artikel 234 EG) van de High

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 17 juli 1997 *

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 17 juli 1997 * ARO LEASE ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 17 juli 1997 * In zaak C-190/95, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EG-Verdrag van het Gerechtshof te Amsterdam, in het aldaar aanhangig

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 9 oktober 2001 *

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 9 oktober 2001 * ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 9 oktober 2001 * In zaak C-108/99, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EG-Verdrag (thans artikel 234 EG) van de High Court of Justice (England and

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 07/09/2015

Datum van inontvangstneming : 07/09/2015 Datum van inontvangstneming : 07/09/2015 Vertaling C-429/15-1 Zaak C-429/15 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 5 augustus 2015 Verwijzende rechter: Court of Appeal (Ierland) Datum

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF 4 oktober 2001 *

ARREST VAN HET HOF 4 oktober 2001 * ARREST VAN HET HOF 4 oktober 2001 * In zaak C-517/99, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 234 EG van het Bundespatentgericht (Duitsland), in de procedure aldaar ingeleid door Merz & Krell

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF 23 februari 1994 *

ARREST VAN HET HOF 23 februari 1994 * COMITATO DI COORDINAMENTO PER LA DIFESA DELLA CAVA E. A. ARREST VAN HET HOF 23 februari 1994 * In zaak C-236/92, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van de president van

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Vierde kamer) 8 februari 2007 *

ARREST VAN HET HOF (Vierde kamer) 8 februari 2007 * INVESTRAND ARREST VAN HET HOF (Vierde kamer) 8 februari 2007 * In zaak 0435/05, betreffende een verzoek om een prejudiciële beslissing krachtens artikel 234 EG, ingediend door de Hoge Raad der Nederlanden

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 27 oktober 1993 *

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 27 oktober 1993 * ARKEST VAN 27.10.1993 ZAAK C-281/91 ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 27 oktober 1993 * In zaak C-281/91, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van de Hoge Raad der Nederlanden

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF 9 november 1995 *

ARREST VAN HET HOF 9 november 1995 * ARREST VAN 9. 11. 1995 ZAAK C-475/93 ARREST VAN HET HOF 9 november 1995 * In zaak C-475/93, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EG-Verdrag van het Sozialgericht Speyer (Duitsland),

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 17 september 2002 *

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 17 september 2002 * ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 17 september 2002 * In zaak C-498/99, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 234 EG van het VAT and Duties Tribunal, Manchester (Verenigd Koninkrijk), in

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 24 januari 1991 *

ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 24 januari 1991 * ARREST VAN 24. 1. 1991 ZAAK C-339/89 ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 24 januari 1991 * In zaak C-339/89, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van het tribunal de commerce

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF 7 september 1999 *

ARREST VAN HET HOF 7 september 1999 * GREGG ARREST VAN HET HOF 7 september 1999 * In zaak C-216/97, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EG-Verdrag (thans artikel 234 EG) van het VAT and Duties Tribunal, Belfast (Verenigd

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 28 JANUARI 2013 S.11.0132.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. S.11.0132.N ASSOCIATED RETAIL nv, met zetel te 6220 Fleurus, Route de Gosselies 408, eiseres, vertegenwoordigd door mr. Willy van Eeckhoutte,

Nadere informatie