ARREST VAN HET HOF 26 september 2000 *

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "ARREST VAN HET HOF 26 september 2000 *"

Transcriptie

1 ARREST VAN HET HOF 26 september 2000 * In zaak C-175/99, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 234 EG van de Conseil de prud'hommes de Metz (Frankrijk), in het aldaar aanhangig geding tussen D. Mayeur en Association Promotion de l'information messine (AHM), om een prejudiciële beslissing over de uitlegging van artikel 1, lid 1, van richtlijn 77/187/EEG van de Raad van 14 februari 1977 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten betreffende het behoud van de rechten van de werknemers bij overgang van ondernemingen, vestigingen of onderdelen daarvan (PB L 61, blz. 26), * Procestaal: Frans. I

2 MAYEUR wijst HET HOF VAN JUSTITIE, samengesteld als volgt: G. C. Rodríguez Iglesias, president, J. C. Moitinho de Almeida (rapporteur), D. A. O. Edward, L. Sevón en R. Schintgen, kamerpresidenten, P. J. G. Kapteyn, C. Gulmann, A. La Pergola, J.-P. Puissochet, P. Jann, H. Ragnemalm, M. Wathelet en V. Skouris, rechters, advocaat-generaal: P. Léger griffier: L. Hewlett, administrateur gelet op de schriftelijke opmerkingen ingediend door: D. Mayeur, vertegenwoordigd door L. Pate, advocaat te Metz, de Association Promotion de l'information messine (APIM), vertegenwoordigd door M. Hellenbrand, advocaat te Metz, de Franse regering, vertegenwoordigd door K. Rispal-Bellanger, onderdirecteur bij de directie juridische zaken van het Ministerie van Buitenlandse zaken, en C. Bergeot, chargé de mission bij die directie, als gemachtigden, de Commissie van de Europese Gemeenschappen, vertegenwoordigd door D. Gouloussis, juridisch adviseur, als gemachtigde, gezien het rapport ter terechtzitting, gehoord de mondelinge opmerkingen van D. Mayeur, vertegenwoordigd door L. Pate; de Association Promotion de l'information messine (APIM), vertegen- I

3 woordigd door M. Hellenbrand; de Franse regering, vertegenwoordigd door C. Bergeot, en de Commissie, vertegenwoordigd door J. Sack, juridisch adviseur, als gemachtigde, ter terechtzitting van 8 februari 2000, gehoord de conclusie van de advocaat-generaal ter terechtzitting van 13 juni 2000, het navolgende Arrest 1 Bij vonnis van 14 april 1999, binnengekomen bij het Hof op 11 mei daaraanvolgend, heeft de Conseil de prud'hommes de Metz krachtens artikel 234 EG twee prejudiciële vragen gesteld over de uitlegging van artikel 1, lid 1, van richtlijn 77/187/EEG van de Raad van 14 februari 1977 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten betreffende het behoud van de rechten van de werknemers bij overgang van ondernemingen, vestigingen of onderdelen daarvan (PB L 61, blz. 26). 2 Die vragen zijn gerezen in een geding tussen D. Mayeur en de Association pour la Promotion de l'information messine (hierna: APIM") wegens het ontslag van eerstgenoemde. I

4 MAYEUR Het gemeenschapsrecht 3 Artikel 1, lid 1, van richtlijn 77/187 luidt: Deze richtlijn is van toepassing op de overgang van ondernemingen, vestigingen of onderdelen daarvan op een andere ondernemer ten gevolge van een overdracht krachtens overeenkomst, of een fusie." 4 Artikel 2 van deze richtlijn luidt: In deze richtlijn wordt verstaan onder: (...) b) verkrijger, iedere natuurlijke of rechtspersoon die door een overgang in de zin van artikel 1, lid 1, de hoedanigheid van ondernemer ten aanzien van de onderneming, de vestiging of het onderdeel daarvan verkrijgt; (...)" I

5 5 Artikel 3, lid 1, eerste alinea, van richtlijn 77/187 bepaalt, dat de rechten en verplichtingen die voor de vervreemder voortvloeien uit een op het tijdstip van de overgang bestaande arbeidsovereenkomst of arbeidsverhouding, op de verkrijger overgaan. 6 Artikel 4 van richtlijn 77/187 bepaalt: 1. De overgang van een onderneming, vestiging of onderdeel daarvan vormt op zichzelf voor de vervreemder of de verkrijger geen reden tot ontslag (...) (...) 2. Indien de arbeidsovereenkomst of de arbeidsverhouding wordt verbroken omdat de overgang in de zin van artikel 1, lid 1, een aanmerkelijke wijziging van de arbeidsvoorwaarden ten nadele van de werknemer ten gevolge heeft, wordt de arbeidsovereenkomst of de arbeidsverhouding geacht te zijn verbroken door toedoen van de werkgever." 7 Bij richtlijn 98/50/EG van de Raad van 29 juni 1998 tot wijziging van richtlijn 77/187 (PB L 201, blz. 88), waarvan de omzettingstermijn afloopt op 17 juli 2001, is artikel 1, lid 1, van de huidige richtlijn vervangen door de volgende tekst:,,a) Deze richtlijn is van toepassing op de overgang van ondernemingen, vestigingen of onderdelen van ondernemingen of vestigingen op een andere ondernemer ten gevolge van een overdracht krachtens overeenkomst of een fusie. I

6 MAYEUR b) Onder voorbehoud van het bepaalde sub a en van de hiernavolgende bepalingen van dit artikel wordt in deze richtlijn als overgang beschouwd de overgang, met het oog op voortzetting van een al dan niet hoofdzakelijk economische activiteit, van een economische eenheid die haar identiteit behoudt, waaronder een geheel van georganiseerde middelen wordt verstaan. c) Deze richtlijn is van toepassing op openbare en particuliere ondernemingen die een economische activiteit uitoefenen, al dan niet met winstoogmerk. Een administratieve reorganisatie van overheidsdiensten of de overgang van administratieve functies tussen overheidsdiensten is geen overgang in de zin van deze richtlijn." Het nationale recht 8 Artikel L van de Code du travail bepaalt: Behoudens overmacht is de werkgever bij bedrijfsbeëindiging niet bevrijd van zijn verplichting om de ontslagtermijn in acht te nemen en eventueel de vergoeding bedoeld in artikel L uit te betalen. In geval van wijziging in de rechtstoestand van de werkgever, bijvoorbeeld door erfopvolging, verkoop, fusie, omzetting van het kapitaal, omzetting in vennootschap, blijven alle ten tijde van de wijziging bestaande arbeidsovereenkomsten voortbestaan tussen de nieuwe werkgever en het personeel van de onderneming." I

7 9 Met vergoeding wordt in artikel L van de Code du travail de ontslagvergoeding bedoeld. Het hoofdgeding en de prejudiciële vragen 10 Mayeur trad per 1 september 1989 op basis van een contract voor onbepaalde tijd in dienst bij de APIM. 11 De APIM, een vereniging zonder winstoogmerk, had volgens artikel 3 van haar statuten tot doel, met alle middelen de door de stad Metz en haar onmiddellijke omgeving geboden mogelijkheden op allerlei gebied onder de aandacht van het publiek te brengen en daarmee de ontwikkeling, de uitvoering en de planning van uiteenlopende activiteiten mogelijk te maken en aan te moedigen. Te dien einde liet zij brochures, tijdschriften en folders drukken en verspreiden en verzorgde zij de uitgave van het blad Vivre à Metz. 12 Als reclamemedewerker bij de APIM had Mayeur tot taak om, ter verwerving van inkomsten, de handelaren in de stad en adverteerders ertoe te bewegen tegen betaling advertenties te plaatsen in het blad Vivre à Metz, contracten en facturen op te maken en een maandelijks overzicht op te stellen van de aangegane verplichtingen. 13 Nadat de APIM was ontbonden en de door haar verrichte activiteiten waren overgenomen door de stad Metz, werd Mayeur op 16 september 1997 op de hoogte gesteld van zijn ontslag met als economische grond: de bedrijfsbeëindiging van de APIM. I

8 MAYEUR 14 Op 10 februari 1998 vorderde Mayeur voor de Conseil de prud'hommes de Metz van de APIM betaling van FRF als schadevergoeding wegens onrechtmatig ontslag, te verhogen met de wettelijke rente vanaf de datum van de dagvaarding. 15 Tot staving van zijn vordering stelt hij, dat hij de enige werknemer is die als gevolg van de ontbinding van de APIM en de overname van haar activiteiten door de stad Metz zijn betrekking heeft verloren. 16 Verzoeker verwijst naar de rechtspraak van de Cour de cassation (Frankrijk), volgens welke het bepaalde in artikel L van de Code du travail weliswaar niet van toepassing is wanneer de door een privaatrechtelijke rechtspersoon verrichte activiteit overgaat op een établissement public administratif" (administratieve overheidsinstelling), een publiekrechtelijke rechtspersoon die onder het publiekrecht valt, maar daarentegen wel indien diezelfde, door een privaatrechtelijke rechtspersoon verrichte activiteit overgaat op een publiekrechtelijke rechtspersoon die onder het privaatrecht valt en als een établissement public industriel et commercial" (industriële en commerciële overheidsinstelling) in de zin van het Franse recht is te beschouwen. 17 Mayeur noemt deze rechtspraak in strijd met zowel de letter als het doel van richtlijn 77/187 en hij verlangt dat de bepalingen van die richtlijn op hem worden toegepast. 18 De verwijzende rechter overweegt, dat artikel L van de Code du travail wel verschillende gevallen regelt van overgang van een arbeidsovereenkomst van een particuliere eenheid naar een andere, maar niet het geval van overgang van een particuliere eenheid naar een overheidsinstelling. I

9 19 De Conseil de prud'hommes constateert, dat volgens de rechtspraak van de Cour de cassation alleen werknemers van een onderneming die aan een industriële en commerciële overheidsinstelling is overgedragen, onder de bepalingen van richtlijn 77/187 vallen. Hij vraagt zich af of de werkingssfeer van artikel 1 van de richtlijn door deze uitlegging niet wordt beperkt, ofschoon de richtlijn van algemene strekking is en niet in een dergelijke uitsluiting voorziet. Hij herinnert er in dit verband aan, dat het Hof een extensieve uitlegging aan richtlijn 77/187 heeft gegeven, door de arbeidsovereenkomst ook te laten voortduren in omstandigheden waarin de overgang niet uit een fusie of een overeenkomst voortvloeit. Het gemeenschapsrecht biedt de werknemers zelfs bescherming wanneer er geen enkele juridische band tussen de opeenvolgende exploitanten van het bedrijf bestaat. 20 Naar de verwijzende rechter overweegt, vormden de door Mayeur verrichte werkzaamheden een commerciële en op winst gerichte activiteit die rechtstreeks aan de financiering van het blad Vivre à Metz heeft bijgedragen. Voorts is onweersproken dat de activiteit van de APIM geheel is overgenomen en wordt voortgezet door de stad Metz, die dat blad nog steeds in dezelfde vorm uitgeeft en verspreidt. 21 De Conseil de prud'hommes de Metz, die voor een beslissing in het geding een verduidelijking van het begrip overgang van ondernemingen" in artikel 1, lid 1, van richtlijn 77/187 noodzakelijk acht, heeft besloten de behandeling van de zaak te schorsen en het Hof de volgende twee prejudiciële vragen te stellen: 1) Is richtlijn 77/187/EEG van 14 februari 1977 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten betreffende het behoud van de rechten van de werknemers bij overgang van ondernemingen, vestigingen of onderdelen daarvan, van toepassing in het geval dat de bedrijfsactiviteit van een privaatrechtelijke rechtspersoon overgaat naar een publiekrechtelijke rechtspersoon? I

10 MAYEUR 2) Moet de toepassing van richtlijn 77/187/EEG van 14 februari 1977 worden uitgesloten in het geval dat die activiteit overgaat naar een administratieve overheidsdienst? " 22 Het begrip service public administratif" (administratieve overheidsdienst) is een begrip uit het Franse administratieve recht; in het kader van een uitspraak ex artikel 234 EG is het Hof tot uitlegging hiervan niet bevoegd. Het Hof kan de nationale rechter slechts de gegevens voor uitlegging van het gemeenschapsrecht aanreiken die nuttig kunnen zijn voor de oplossing van het geschil in het hoofdgeding. 23 Daarom moet worden aangenomen, dat de verwijzende rechter met zijn tezamen te behandelen vragen wenst te vernemen, of en onder welke omstandigheden richtlijn 77/187 van toepassing is, wanneer een gemeente, dat wil zeggen een publiekrechtelijke rechtspersoon die handelt binnen het kader van specifieke regels van administratief recht, een activiteit overneemt, bestaande in het reclame maken voor en informatie verstrekken over de door haar aan het publiek aangeboden diensten, welke activiteit tot dusver in het belang van die gemeente werd verricht door een vereniging zonder winstoogmerk, dat wil zeggen een privaatrechtelijke rechtspersoon. 24 De Franse regering stelt om te beginnen dat de APIM, hoewel een aan de regels van het privaatrecht onderworpen vereniging, in werkelijkheid een overheidsdienst was, belast met een taak van algemeen belang, zodat de overname van haar activiteit door de stad Metz te beschouwen is als een reorganisatie van de structuur van een openbaar lichaam, die niet binnen de werkingssfeer valt van richtlijn 77/187, zoals het Hof heeft geoordeeld in punt 14 van het arrest van 15 oktober 1996, Henke (C-298/94, Jurispr. blz. I-4989). 25 Tot staving van deze zienswijze voert de Franse regering verschillende argumenten aan. 26 De APIM is ontegenzeglijk nauw met de stad Metz verbonden, nu deze vereniging op initiatief van de burgemeester van die stad is opgericht, door gemeente- I

11 raadsleden of ambtenaren van die stad werd bestuurd en voor haar inkomsten voornamelijk was aangewezen op gemeentelijke subsidies en niet zozeer op de ontvangsten uit de door haar geleverde diensten. 27 Bovendien heeft de APIM haar wezenlijke activiteit, het promoten van de stad Metz en het daarheen aantrekken van economische activiteiten, voor rekening van die stad en ten behoeve van het algemeen belang verricht. 28 Er zij aan herinnerd, dat het Hof in punt 14 van het arrest Henke, reeds aangehaald, verklaarde dat de reorganisatie van de structuur van openbare lichamen of de overgang van bestuurstaken tussen openbare lichamen geen overgang van ondernemingen" vormt in de zin van richtlijn 77/187. In de punten 17 en 18 van dat arrest leidde het Hof hieruit af, dat het begrip overgang van ondernemingen, vestigingen of onderdelen daarvan" niet van toepassing is op de overdracht van tot de uitoefening van het openbaar gezag behorende bestuurstaken van een gemeente aan een gemeenschappelijk bestuursorgaan. 29 Daarentegen valt de overgang van een economische activiteit van een privaatrechtelijke rechtspersoon naar een publiekrechtelijke rechtspersoon in beginsel wel binnen de werkingssfeer van richtlijn 77/ Deze richtlijn is immers ingevolge artikel 1, lid 1, van toepassing op de overgang van ondernemingen, vestigingen of onderdelen van ondernemingen of vestigingen op een andere ondernemer ten gevolge van een overdracht krachtens overeenkomst of een fusie. 31 Anderzijds wordt in artikel 2 van richtlijn 77/187 de verkrijger omschreven als iedere natuurlijke of rechtspersoon die door een overgang in de zin van artikel 1, I

12 MAYEUR lid 1, de hoedanigheid van ondernemer ten aanzien van de onderneming, de vestiging of het onderdeel daarvan verkrijgt". 32 Volgens vaste rechtspraak omvat het begrip onderneming in de zin van artikel 1, lid 1, van richtlijn 77/187 elke duurzaam georganiseerde economische eenheid, dat wil zeggen een georganiseerd geheel van personen en elementen, waarmee een economische activiteit met een eigen doelstelling kan worden uitgeoefend (zie, laatstelijk, arrest van 2 december 1999, Allen e.a., C-234/98, Jurispr. blz. I-8643, punt 24). Dit begrip staat los van de rechtsvorm van deze eenheid en de wijze van financiering. 33 De artikelen 1, lid 1, en 2, sub b, van richtlijn 77/187 laten dus niet toe, dat de overgang van een economische activiteit van een privaatrechtelijke naar een publiekrechtelijke rechtspersoon van de werkingssfeer van de richtlijn wordt uitgesloten op grond van het enkele feit, dat de verkrijger van de activiteit een publiekrechtelijke instelling is. Alleen de reorganisatie van de structuur van een openbaar lichaam of de overgang van bestuurstaken tussen openbare lichamen is overeenkomstig het arrest Henke, reeds aangehaald, daarvan uitgesloten. 34 Deze uitlegging overeenkomstig de doelstelling van de richtlijn, namelijk om ook bij verandering van eigenaar de continuïteit van de in het kader van een economische eenheid bestaande arbeidsverhoudingen te waarborgen, wordt bovendien bevestigd door artikel 1, lid 1, sub c, van richtlijn 77/187 in de op onderhavige casus niet toepasselijke versie van richtlijn 98/50. Daarin is immers bepaald, dat richtlijn 77/187 van toepassing is op openbare ondernemingen die een economische activiteit uitoefenen, maar dat een administratieve reorganisatie van overheidsdiensten of de overgang van administratieve functies tussen overheidsdiensten geen overgang is in de zin van de richtlijn. 35 In casu moet worden geconstateerd, dat de overgang van de betrokken activiteiten, anders dan de Franse regering beweert, geen reorganisatie van de I

13 structuur van een openbaar lichaam of de overgang van administratieve functies tussen overheidsdiensten behelst als bedoeld in het arrest Henke, reeds aangehaald. 36 Naar immers uit het verwijzingsvonnis blijkt, gaat het in het hoofdgeding om de overgang van een economische activiteit tussen twee onderscheiden eenheden. 37 In de eerste plaats was de APIM, zo blijkt uit het verwijzingsvonnis, een particuliere vereniging zonder winstoogmerk, met eigen rechtspersoonlijkheid en dus onderscheiden van de stad Metz. De omstandigheid dat de APIM op initiatief van de burgemeester van Metz was opgericht, dat de bestuursleden gemeenteraadsleden waren en de belangrijkste inkomstenbron uit gemeentelijke subsidies bestond, doet niet af aan het feit dat de APIM een afzonderlijke eenheid vormde ten opzichte van de eenheid die haar activiteiten heeft overgenomen (zie, in deze zin, arrest Allen, reeds aangehaald, punt 17). 38 In de tweede plaats blijkt eveneens uit het verwijzingsvonnis, dat APIM voor rekening van de stad Metz het reclame maken voor en informatie over de door die stad aan het publiek geboden diensten verzorgde. 39 Zulke diensten hebben een economisch karakter en kunnen niet worden geacht tot de uitoefening van het openbaar gezag te behoren. 40 De overgang van een economische activiteit zoals de APIM uitoefende, kan niet van de werkingssfeer van richtlijn 77/187 worden uitgesloten op de enkele grond dat die activiteit zonder winstoogmerk of in het openbaar belang wordt uitgeoefend. Het Hof heeft de richtlijn immers ook van toepassing verklaard op de overgang van een activiteit op het vlak van hulpverlening aan verslaafden, uitgeoefend door een stichting, een privaatrechtelijke rechtspersoon zonder winstoogmerk (arrest van 19 mei 1992, Redmond Stichting, C-29/91, Jurispr. I

14 MAYEUR blz. I-3189), en op de overgang van een activiteit op het gebied van thuishulp aan hulpbehoevenden, die door een publiekrechtelijke instelling aan een privaatrechtelijke rechtspersoon werd gegund (arrest van 10 december 1998, Hidalgo e.a., C-173/96 en C-247/96, Jurispr. blz. I-8237). 41 In dit verband zij eraan herinnerd, dat artikel 1, lid 1, sub c, eerste volzin, van richtlijn 77/187, zoals gewijzigd bij richtlijn 98/50, uitdrukkelijk bevestigt dat de richtlijn van toepassing is op ondernemingen die een economische activiteit uitoefenen, al dan niet met winstoogmerk. 42 In de derde plaats blijkt uit het verwijzingsvonnis dat de activiteit van de APIM integraal is overgenomen en wordt voortgezet door de stad Metz. 43 De nationale rechter vermeldt echter niet, op grond van welke handeling de stad Metz de activiteit van de APIM heeft overgenomen. 44 Richtlijn 77/187 heeft tot doel, ook bij verandering van eigenaar de continuïteit van de in het kader van een economische eenheid bestaande arbeidsverhoudingen te waarborgen. Voor de vraag of er sprake is van een overgang in de zin van richtlijn 77/187, is derhalve beslissend, of de identiteit van de betrokken eenheid bewaard blijft, wat met name hieruit blijkt, dat de exploitatie ervan daadwerkelijk wordt voortgezet of wordt hervat (arrest van 18 maart 1986, Spijkers, 24/85, Jurispr. blz. 1119, punt 11 en, laatstelijk, arrest Allen e.a., reeds aangehaald, punt 23). 45 Dat er geen contractuele band bestaat tussen de vervreemder en de verkrijger kan, zo dit al een aanwijzing kan vormen dat er geen overgang in de zin van de richtlijn heeft plaatsgevonden, hierbij niet van doorslaggevend belang zijn (zie, in deze zin, arrest van 11 maart 1997, Süzen, C-13/95, Jurispr. blz. I-1259, punt 11, en arrest Hidalgo e.a., reeds aangehaald, punt 22). I

15 46 Richtlijn 77/187 is immers van toepassing telkens wanneer in het kader van contractuele betrekkingen een wijziging plaatsvindt in de natuurlijke of rechtspersoon die verantwoordelijk is voor de exploitatie van de onderneming en dientengevolge als werkgever verplichtingen aangaat ten opzichte van de werknemers van de onderneming (arrest van 10 februari 1988, Tellerup, Daddy's Dance Hall", 324/86, Jurispr. blz. 739, punt 9, en arrest Süzen, reeds aangehaald, punt 12). 47 In casu heeft de stad Metz de activiteit van de APIM integraal overgenomen en de exploitatie ervan voortgezet, zodat zij de nieuwe rechtspersoon is die verantwoordelijk is voor de exploitatie van de onderneming. 48 In die omstandigheden moet worden nagegaan of, zoals in punt 44 van dit arrest in herinnering is gebracht, is voldaan aan het beslissende criterium om uit te maken of er sprake is van een overgang in de zin van richtlijn 77/187, namelijk of de identiteit van de betrokken eenheid na de overgang bewaard blijft. 49 In dit verband zij eraan herinnerd, dat het enkele, in het hoofdgeding overigens onweersproken, feit dat de oude en de nieuwe werkgever een gelijkaardige activiteit uitoefenen, niet volstaat om de overgang van een economische eenheid aan te nemen. Een entiteit kan namelijk niet worden gereduceerd tot de activiteit waarmee zij is belast. Die identiteit blijkt eveneens uit andere factoren, zoals de personeelssamenstelling, de leiding, de taakverdeling, de bedrijfsvoering of, in voorkomend geval, de beschikbare productiemiddelen (zie reeds aangehaalde arresten Süzen, punt 15, en Hidalgo e.a., punt 30). 50 De Franse regering en de APIM voeren aan, dat de overname van de activiteit van de APIM door de stad Metz in de vorm van een administratieve overheidsdienst een grote verandering heeft gebracht in de wijze van beheer en exploitatie en de wijze van functioneren van de overgedragen eenheid. Volgens het Franse publiekrecht immers zijn publiekrechtelijke rechtspersonen die als administratieve overheidsdienst een tot dusver door een privaatrechtelijke rechtspersoon beheerde activiteit overnemen, gebonden aan specifieke regels inzake beheer, I

16 MAYEUR exploitatie en werking. Bovendien kan een openbare dienst die een voorheen door een privaatrechtelijke rechtspersoon beheerde activiteit overneemt, de door die rechtspersoon aangegane arbeidsovereenkomsten niet voortzetten, omdat personeelsleden van openbare overheidsdiensten publiekrechtelijke functionarissen zijn die volgens bijzondere modaliteiten worden aangeworven en wier statuut door het administratieve recht wordt beheerst. 51 De Franse regering en de APIM verwijzen in dit verband naar de rechtspraak van de Cour de cassation, volgens welke de nationale bepalingen tot omzetting van richtlijn 77/187 niet van toepassing zijn wanneer, zoals in het hoofdgeding, de publiekrechtelijke rechtspersoon de door haar overgenomen activiteit in de vorm van een administratieve overheidsdienst en dus volgens de regels van het publiekrecht exploiteert. Volgens die rechtspraak brengt de overname van de activiteit in deze vorm de opheffing van de onderneming met zich. 52 Het staat aan de nationale rechter om, teneinde vast te stellen of aan de voorwaarden voor een overgang is voldaan, met name of de identiteit van de in geding zijnde eenheid na de overname door de stad Metz bewaard is gebleven, alle feitelijke aspecten te onderzoek die de betrokken transactie kenmerken, zoals het soort onderneming of instelling waarover het gaat, de vraag of ook de materiële activa zoals gebouwen en roerende zaken worden overgedragen, de waarde van de immateriële activa op het tijdstip van de overdracht, de vraag of alle of nagenoeg alle personeelsleden door de nieuwe ondernemer worden overgenomen, of de klantenkring mede wordt overgedragen, de mate van overeenkomst tussen de vóór en na de overdracht verrichte activiteiten en de duur van een eventuele onderbreking van die activiteiten. Al deze factoren zijn evenwel slechts deelaspecten van het te verrichten algemene onderzoek, en mogen daarom niet elk afzonderlijk worden beoordeeld (zie, met name, reeds aangehaalde arresten Spijkers, punt 13; Süzen, punt 14; Hidalgo e.a., punt 29, en Allen e.a., punt 26). 53 Zoals de advocaat-generaal in punt 102 van zijn conclusie opmerkt, valt niet uit te sluiten dat onder bepaalde omstandigheden factoren als de organisatie, de I

17 werking, de financiering, het beheer en de toepasselijke rechtsregels een economische eenheid zodanig kenmerken dat bij wijziging van zulke factoren als gevolg van de overgang van de eenheid ook de identiteit daarvan verandert. 54 Dat schijnt in casu echter niet het geval te zijn. Uit het verwijzingsvonnis blijkt immers enerzijds, dat de stad Metz de activiteit van de APIM geheel heeft overgenomen en voortgezet, waarbij zij het blad Vivre à Metz in ongewijzigde vorm is blijven uitgeven, en anderzijds, dat de APIM volgens de Franse regering in feite reeds als een overheidsdienst belast met een taak van algemeen belang functioneerde. 55 Het staat aan de verwijzende rechter om in het licht van een en ander uit te maken, of in het hoofdgeding sprake is van een overgang. 56 Een eventuele door het nationale recht opgelegde verplichting om bij overgang van de activiteit naar een publiekrechtelijke rechtspersoon de privaatrechtelijke arbeidsovereenkomsten op te zeggen, moet, gelet op artikel 4, lid 2, van richtlijn 77/187, worden aangemerkt als een aanmerkelijke wijziging van de arbeidsvoorwaarden ten nadele van de werknemer die rechtstreeks het gevolg is van de overgang, zodat die arbeidsovereenkomsten in dat geval moeten worden geacht te zijn verbroken door toedoen van de werkgever. 57 Op de gestelde vragen moet worden geantwoord, dat artikel 1, lid 1, van richtlijn 77/187 aldus moet worden uitgelegd, dat de richtlijn van toepassing is wanneer I

18 MAYEUR een gemeente, dat wil zeggen een publiekrechtelijke rechtspersoon die handelt binnen het kader van specifieke regels van administratief recht, een activiteit overneemt, bestaande in het reclame maken voor en informatie verstrekken over de door haar aan het publiek aangeboden diensten, welke activiteit tot dusver in het belang van die gemeente werd verricht door een vereniging zonder winstoogmerk, dat wil zeggen een privaatrechtelijke rechtspersoon, voor zover althans de identiteit van de overgedragen eenheid bewaard blijft. Kosten 58 De kosten door de Franse regering, alsmede door de Commissie van de Europese Gemeenschappen wegens indiening van hun opmerkingen bij het Hof gemaakt, kunnen niet voor vergoeding in aanmerking komen. Ten aanzien van de partijen in het hoofdgeding is de procedure als een aldaar gerezen incident te beschouwen, zodat de nationale rechterlijke instantie over de kosten heeft te beslissen. HET HOF VAN JUSTITIE, uitspraak doende op de door de Conseil de prud'hommes de Metz bij vonnis van 14 april 1999 gestelde vragen, verklaart voor recht: Artikel 1, lid 1, van richtlijn 77/187/EEG van de Raad van 14 februari 1977 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten betreffende het behoud van de rechten van de werknemers bij overgang van ondernemingen, I

19 vestigingen of onderdelen daarvan, moet aldus worden uitgelegd, dat de richtlijn van toepassing is wanneer een gemeente, dat wil zeggen een publiekrechtelijke rechtspersoon die handelt binnen het kader van specifieke regels van administratief recht, een activiteit overneemt, bestaande in het reclame maken voor en informatie verstrekken over de door haar aan het publiek aangeboden diensten, welke activiteit tot dusver in het belang van die gemeente werd verricht door een vereniging zonder winstoogmerk, dat wil zeggen een privaatrechtelijke rechtspersoon, voor zover althans de identiteit van de overgedragen eenheid bewaard blijft. Rodríguez Iglesias Moitinho de Almeida Edward Sevón Schintgen Kapteyn Gulmann La Pergola Puissochet Jann Ragnemalm Wathelet Skouris Uitgesproken ter openbare terechtzitting te Luxemburg op 26 september De griffier R. Grass De president G. C. Rodríguez Iglesias I

ARREST VAN HET HOF 19 september 1995 *'

ARREST VAN HET HOF 19 september 1995 *' ARREST VAN HET HOF 19 september 1995 *' In zaak C-48/94, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EG-Verdrag van het Sø- og Handelsret i København, in het aldaar aanhangig geding tussen

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF 11 maart 1997 *

ARREST VAN HET HOF 11 maart 1997 * ARREST VAN 11.3.1997 ZAAK C-13/95 ARREST VAN HET HOF 11 maart 1997 * In zaak C-13/95, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EG-Verdrag van het Arbeitsgericht Bonn in het aldaar aanhangig

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 18 december 1997 *

ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 18 december 1997 * ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 18 december 1997 * In zaak C-5/97, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel Í77 EG-Verdrag van de Belgische Raad van State, in het aldaar aanhangig geding

Nadere informatie

ARKEST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 14 april 1994 *

ARKEST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 14 april 1994 * SCHMIDT ARKEST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 14 april 1994 * In zaak C-392/92, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van het Landesarbeitsgericht Schleswig-Holstein (Duitsland),

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 14 april 1994 *

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 14 april 1994 * ARREST VAN 14. 4. 1994 ZAAK C-389/92 ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 14 april 1994 * In zaak C-389/92, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van de Belgische Raad van

Nadere informatie

Arrest van het Hof (Zesde Kamer) 13 november 1990 *

Arrest van het Hof (Zesde Kamer) 13 november 1990 * ARREST VAN 13. 11. 1990 ZAAK C-106/89 Arrest van het Hof (Zesde Kamer) 13 november 1990 * In zaak C-106/89, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van de Juzgado de Primera

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 10 februari 1988 *

ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 10 februari 1988 * TELLERUP / DADDY'S DANCE HALL ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 10 februari 1988 * In zaak 324/86, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van het Deense Højesteret, in het

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Zesde Kamer) 8 februari 1990*

ARREST VAN HET HOF (Zesde Kamer) 8 februari 1990* ARREST VAN 8. 2. 1990 ZAAK C-320/88 ARREST VAN HET HOF (Zesde Kamer) 8 februari 1990* In zaak C-320/88, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van de Hoge Raad der Nederlanden,

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 18 maart 1986

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 18 maart 1986 ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 18 maart 1986 In zaak 24/85, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van de Hoge Raad der Nederlanden, in het aldaar aanhangig geding tussen

Nadere informatie

BESCHIKKING VAN HET HOF (Eerste kamer) 12 juli 2001 *

BESCHIKKING VAN HET HOF (Eerste kamer) 12 juli 2001 * WELTHGROVE BESCHIKKING VAN HET HOF (Eerste kamer) 12 juli 2001 * In zaak C-102/00, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 234 EG van de Hoge Raad der Nederlanden, in het aldaar aanhangige

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 15 maart 2001 *

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 15 maart 2001 * SPI ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 15 maart 2001 * In zaak C-108/00, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 234 EG-Verdrag van de Conseil d'état (Frankrijk), in het aldaar aanhangig geding

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 12 november 1992 *

ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 12 november 1992 * WATSON RASK EN CHRISTENSEN ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 12 november 1992 * In zaak C-209/91, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van het Sø- og Handelsret te Kopenhagen

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 8 juli 1999 *

ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 8 juli 1999 * ARREST VAN 8. 7. 1999 ZAAK C-186/98 ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 8 juli 1999 * In zaak C- 186/98, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EG-Verdrag (thans artikel 234 EG) van het

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 25 mei 1993 *

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 25 mei 1993 * ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 25 mei 1993 * In zaak C-263/91, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van het Østre Landsret (Denemarken), in het aldaar aanhangig geding

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Vierde kamer) 15 juni 1989*

ARREST VAN HET HOF (Vierde kamer) 15 juni 1989* STICHTING UITVOERING FINANCIËLE ACTIES / STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN ARREST VAN HET HOF (Vierde kamer) 15 juni 1989* In zaak 348/87, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 8 maart 1988 *

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 8 maart 1988 * ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 8 maart 1988 * In zaak 165/86, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van de Hoge Raad der Nederlanden, in het aldaar aanhangig geding tussen

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF 14 mei 2002 *

ARREST VAN HET HOF 14 mei 2002 * ARREST VAN HET HOF 14 mei 2002 * In zaak C-2/00, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 234 EG van het Oberlandesgericht Düsseldorf (Duitsland), in het aldaar aanhangig geding tussen Michael

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 30 april 2002 *

ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 30 april 2002 * CLUB-TOUR ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 30 april 2002 * In zaak C-400/00, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 234 EG van het Tribunal Judicial da Comarca do Porto (Portugal), in het

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF. 29 juni 1999 (1)

ARREST VAN HET HOF. 29 juni 1999 (1) pagina 1 van 5 BELANGRIJKE JURIDISCHE KENNISGEVING Op de informatie op deze site is verklaring van afwijzing van aansprakelijkheid en een verklaring inzake het auteursrecht van toepassing. ARREST VAN HET

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 29 juni 1994 *

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 29 juni 1994 * ALDEWERELD ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 29 juni 1994 * In zaak C-60/93, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EE G-Verdrag van de Hoge Raad der Nederlanden, in het aldaar aanhangig

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 21 oktober 2010 *

ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 21 oktober 2010 * ARREST VAN 21. 10. 2010 ZAAK C-242/09 ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 21 oktober 2010 * In zaak C-242/09, betreffende een verzoek om een prejudiciële beslissing krachtens artikel 234 EG, ingediend door

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 25 mei 1993 *

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 25 mei 1993 * ARREST VAN 25. 5.1993 ZAAK C-193/91 ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 25 mei 1993 * In zaak C-193/91, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van het Bundesfinanzhof, in het

Nadere informatie

ARREST VAN ZAAK C-215/94. ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 29 februari 1996 *

ARREST VAN ZAAK C-215/94. ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 29 februari 1996 * ARREST VAN 29.2. 1996 ZAAK C-215/94 ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 29 februari 1996 * In zaak C-215/94, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EG-Verdrag van het Bundesfinanzhof,

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 7 maart 1991 *

ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 7 maart 1991 * ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 7 maart 1991 * In zaak C-116/89, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van het Finanzgericht München, in het aldaar aanhangig geding tussen

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 29 juni 1988*

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 29 juni 1988* ARREST VAN 29. 6. 1988 ZAAK 240/87 ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 29 juni 1988* In zaak 240/87, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van het tribunal de grande instance

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 13 maart 1997 *

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 13 maart 1997 * ARREST VAN 13.3.1997 ZAAK C-131/95 ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 13 maart 1997 * In zaak C-131/95, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EG-Verdrag van de Nederlandse Raad van State,

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 24 januari 1991 *

ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 24 januari 1991 * ARREST VAN 24. 1. 1991 ZAAK C-339/89 ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 24 januari 1991 * In zaak C-339/89, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van het tribunal de commerce

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF 29 juni 1999 *

ARREST VAN HET HOF 29 juni 1999 * ARREST VAN 29. 6. 1999 ZAAK C-158/98 ARREST VAN HET HOF 29 juni 1999 * In zaak C-158/98, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EG-Verdrag (thans artikel 234 EG) van de Hoge Raad der

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 21 oktober 2010 (*)

ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 21 oktober 2010 (*) ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 21 oktober 2010 (*) Sociale politiek Overgang van ondernemingen Richtlijn 2001/23/EG Behoud van rechten van werknemers Concern waarvan werknemers in dienst zijn van werkgevervennootschap

Nadere informatie

BORK INTERNATIONAL / FORENINGEN AF ARBEJDSLEDERE I DANMARK. ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 15 juni 1988 *

BORK INTERNATIONAL / FORENINGEN AF ARBEJDSLEDERE I DANMARK. ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 15 juni 1988 * BORK INTERNATIONAL / FORENINGEN AF ARBEJDSLEDERE I DANMARK ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 15 juni 1988 * In zaak 101/87, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van het

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 13 juli 2000 *

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 13 juli 2000 * MONTE DEI PASCHI DI SIENA ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 13 juli 2000 * In zaak C-136/99, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EG-Verdrag (thans artikel 234 EG) van de Conseil d'état

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 21 februari 2002 *

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 21 februari 2002 * RYDERGÅRD ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 21 februari 2002 * In zaak C-215/00, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 234 EG van Regeringsrätten (Zweden), in het aldaar aanhangige geding

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 18 oktober 2007 *

ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 18 oktober 2007 * VAN DER STEEN ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 18 oktober 2007 * In zaak 0355/06, betreffende een verzoek om een prejudiciële beslissing krachtens artikel 234 EG, ingediend door het Gerechtshof te Amsterdam

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF 14 november 1995 *

ARREST VAN HET HOF 14 november 1995 * ARREST VAN HET HOF 14 november 1995 * In zaak C-484/93, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EG-Verdrag van de Luxemburgse Conseil d'état, in het aldaar aanhangig geding tussen P.

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 4 juni 1987*

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 4 juni 1987* ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 4 juni 1987* In zaak 375/85, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van het Bundessozialgericht, in het aldaar aanhangig geding tussen A.

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 9 november 2000 *

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 9 november 2000 * INGMAR ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 9 november 2000 * In zaak C-381/98, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EG-Verdrag (thans artikel 234 EG) van de Court of Appeal (England

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 7 juli 2005 *

ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 7 juli 2005 * NESTLÉ ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 7 juli 2005 * In zaak C-353/03, betreffende een verzoek om een prejudiciële beslissing krachtens artikel 234 EG, ingediend door de Court of Appeal (England and

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 2 augustus 1993 *

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 2 augustus 1993 * ACCIARDI ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 2 augustus 1993 * In zaak C-66/92, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van de Nederlandse Raad van State, in het aldaar aanhangig

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 2 mei 1996 *

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 2 mei 1996 * ARREST VAN 2.5.1996 ZAAK C-231/94 ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 2 mei 1996 * In zaak C-231/94, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EG-Verdrag van het Bundesfinanzhof, in het aldaar

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF 24 november 1993 *

ARREST VAN HET HOF 24 november 1993 * ARREST VAN 24.11.1993 GEVOEGDE ZAKEN C-267/91 EN C-268/91 ARREST VAN HET HOF 24 november 1993 * In de gevoegde zaken C-267/91 en C-268/91, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF 4 februari 1988 *

ARREST VAN HET HOF 4 februari 1988 * ARREST VAN 4. 2. 1988 ZAAK 157/86 ARREST VAN HET HOF 4 februari 1988 * In zaak 157/86, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van de Ierse High Court, in het aldaar aanhangig

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 13 oktober 1993 *

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 13 oktober 1993 * ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 13 oktober 1993 * In zaak C-93/92, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van het Landgericht Augsburg, in het aldaar aanhangig geding tussen

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 13 december 2001 *

ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 13 december 2001 * ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 13 december 2001 * In zaak C-206/00, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 234 EG van het Tribunal administratif de Châlons-en-Champagne (Frankrijk), in

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 13 juli 1989*

ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 13 juli 1989* SKATTEMINISTERIET / HENRIKSEN ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 13 juli 1989* In zaak 173/88, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van het Højesteret, in het aldaar aanhangig

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 3 maart 1994 *

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 3 maart 1994 * TOLSMA ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 3 maart 1994 * In zaak C-16/93, betreifende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van het Gerechtshof te Leeuwarden (Nederland), in het aldaar

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 28 mei 1998 *

ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 28 mei 1998 * ARREST VAN 28. 5.1998 ZAAK C-3/97 ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 28 mei 1998 * In zaak C-3/97, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EG-Verdrag van de Court of Appeal Criminal Division,

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 27 oktober 1993 *

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 27 oktober 1993 * ARKEST VAN 27.10.1993 ZAAK C-281/91 ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 27 oktober 1993 * In zaak C-281/91, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van de Hoge Raad der Nederlanden

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 12 mei 1989 *

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 12 mei 1989 * ARREST VAN 12.5, 1989 ZAAK 388/87 ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 12 mei 1989 * In zaak 388/87, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van de Centrale Raad van Beroep, te

Nadere informatie

BESCHIKKING VAN HET HOF (Zesde kamer) 5 april 2001 *

BESCHIKKING VAN HET HOF (Zesde kamer) 5 april 2001 * BESCHIKKING VAN HET HOF (Zesde kamer) 5 april 2001 * In zaak C-518/99, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens het Protocol van 3 juni 1971 betreffende de uitlegging door het Hof van Justitie van

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 8 maart 1988 *

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 8 maart 1988 * ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 8 maart 1988 * In zaak 102/86, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van het House of Lords, in het aldaar aanhangig geding tussen Apple

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 9 februari 2006 *

ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 9 februari 2006 * ARREST VAN 9. 2. 2006 - ZAAK C-473/04 ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 9 februari 2006 * In zaak C-473/04, betreffende een verzoek om een prejudiciële beslissing krachtens de artikelen 68 EG en 234 EG,

Nadere informatie

JURISPRUDENTIE VAN HET HVJEG 1987 BLADZIJDEN 3611

JURISPRUDENTIE VAN HET HVJEG 1987 BLADZIJDEN 3611 JURISPRUDENTIE VAN HET HVJEG 1987 BLADZIJDEN 3611 ARREST VAN HET HOF (DERDE KAMER) VAN 24 SEPTEMBER 1987. BESTUUR VAN DE SOCIALE VERZEKERINGSBANK TEGEN J. A. DE RIJKE. VERZOEK OM EEN PREJUDICIELE BESLISSING,

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 10 mei 2001 *

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 10 mei 2001 * ARREST VAN 10. 5. 2001 ZAAK C-144/99 ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 10 mei 2001 * In zaak C-144/99, Commissie van de Europese Gemeenschappen, vertegenwoordigd door P. van Nuffel als gemachtigde, bijgestaan

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 1 juli 1999 *

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 1 juli 1999 * ARREST VAN 1. 7. 1999 ZAAK C-173/98 ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 1 juli 1999 * In zaak C-173/98, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EG-Verdrag (thans artikel 234 EG) van het

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 9 december 1997 *

ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 9 december 1997 * ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 9 december 1997 * In zaak C-143/96, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EG-Verdrag van het Bundesfinanzhof (Duitsland), in het aldaar aanhangig geding

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 6 februari 1997*

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 6 februari 1997* ARREST VAN 6. 2. 1997 ZAAK C-80/95 ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 6 februari 1997* In zaak C-80/95, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EG-Verdrag van de Hoge Raad der Nederlanden,

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 8 oktober 1987*

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 8 oktober 1987* ARREST VAN 8. 10. 1987 ZAAK 80/86 ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 8 oktober 1987* In zaak 80/86, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van de Arrondissementsrechtbank te

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 22 november 2001 *

ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 22 november 2001 * ARREST VAN 22. 11. 2001 ZAAK C-184/00 ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 22 november 2001 * In zaak C-184/00, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 234 EG van de Rechtbank van eerste aanleg

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF 26 maart 1987 *

ARREST VAN HET HOF 26 maart 1987 * ARREST VAN HET HOF 26 maart 1987 * In zaak 235/85, Commissie van de Europese Gemeenschappen, vertegenwoordigd door haar juridisch adviseur J. F. Buhl als gemachtigde, bijgestaan door M. Mees, advocaat

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 13 december 1989 *

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 13 december 1989 * ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 13 december 1989 * In zaak C-342/87, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van de Hoge Raad der Nederlanden, in het aldaar aanhangig geding

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 20 november 2003 *

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 20 november 2003 * ARREST VAN 20. 11. 2003 ZAAK C 340/01 ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 20 november 2003 * In zaak C-340/01, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 234 EG van het Oberste Gerichtshof (Oostenrijk),

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF 17 juni 1992*

ARREST VAN HET HOF 17 juni 1992* ARREST VAN HET HOF 17 juni 1992* In zaak C-26/91, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens het Protocol van 3 juni 1971 betreffende de uitlegging door het Hof van Justitie van het Verdrag van 27 september

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 7 december 2000 (1)

ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 7 december 2000 (1) BELANGRIJKE JURIDISCHE KENNISGEVING Op de informatie op deze site is verklaring van afwijzing van aansprakelijkheid en een verklaring inzake het auteursrecht van toepassing. ARREST VAN HET HOF (Derde kamer)

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF. 30 juni 1998 *

ARREST VAN HET HOF. 30 juni 1998 * ARREST VAN 30. 6.1998 ZAAK C-394/96 ARREST VAN HET HOF 30 juni 1998 * In zaak C-394/96, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EG-Verdrag van het House of Lords (Verenigd Koninkrijk),

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF 9 november 1995 *

ARREST VAN HET HOF 9 november 1995 * ARREST VAN 9. 11. 1995 ZAAK C-475/93 ARREST VAN HET HOF 9 november 1995 * In zaak C-475/93, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EG-Verdrag van het Sozialgericht Speyer (Duitsland),

Nadere informatie

DETHIER ÉQUIPEMENT. ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 12 maart 1998 *

DETHIER ÉQUIPEMENT. ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 12 maart 1998 * ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 12 maart 1998 * In zaak C-319/94, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EG-Verdrag van het Arbeidshof te Luik (België), in het aldaar aanhangig geding

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF 17 juli 1997 *

ARREST VAN HET HOF 17 juli 1997 * ARREST VAN 17. 7. 1997 ZAAK C-28/95 ARREST VAN HET HOF 17 juli 1997 * In zaak C-28/95, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EG-Verdrag van het Gerechtshof te Amsterdam, in het aldaar

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF 4 oktober 2001 *

ARREST VAN HET HOF 4 oktober 2001 * ARREST VAN HET HOF 4 oktober 2001 * In zaak C-517/99, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 234 EG van het Bundespatentgericht (Duitsland), in de procedure aldaar ingeleid door Merz & Krell

Nadere informatie

Publicatieblad Nr. L 082 van 22/03/2001 blz. 0016-0020

Publicatieblad Nr. L 082 van 22/03/2001 blz. 0016-0020 Richtlijn 2001/23/EG van de Raad van 12 maart 2001 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten betreffende het behoud van de rechten van de werknemers bij overgang van ondernemingen,

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 17 juli 1997 *

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 17 juli 1997 * ARO LEASE ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 17 juli 1997 * In zaak C-190/95, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EG-Verdrag van het Gerechtshof te Amsterdam, in het aldaar aanhangig

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 22 september 1988*

ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 22 september 1988* ARREST VAN 22. 9. 1988 ZAAK 236/87 ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 22 september 1988* In zaak 236/87, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van het Landessozialgericht

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 20 juni 1991 *

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 20 juni 1991 * ARREST VAN 20. 6. 1991 ZAAK C-60/90 ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 20 juni 1991 * In zaak C-60/90, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van het Gerechtshof te Arnhem,

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF 8 juli 1999 *

ARREST VAN HET HOF 8 juli 1999 * ARREST VAN HET HOF 8 juli 1999 * In zaak C-254/97, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EG-Verdrag (thans artikel 234 EG) van de Franse Conseil d'état, in de aldaar aanhangige gedingen

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 15 december 2005*

ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 15 december 2005* GÜNEY-GÜRRES EN DEMIR ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 15 december 2005* In de gevoegde zaken C-232/04 en C-233/04, betreffende verzoeken om een prejudiciële beslissing krachtens artikel 234 EG, ingediend

Nadere informatie

Samenvatting van het arrest

Samenvatting van het arrest 1 van 7 20/11/2008 14:41 Zaak C 128/04 Strafzaak tegen Annic Andréa Raemdonck en Raemdonck-Janssens BVBA (verzoek van de Rechtbank van eerste aanleg te Dendermonde om een prejudiciële beslissing) Wegvervoer

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 13 december 1989 *

ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 13 december 1989 * ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 13 december 1989 * In zaak C-322/88, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van de Arbeidsrechtbank te Brussel, in het aldaar aanhangig

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF 11 augustus 1995 *

ARREST VAN HET HOF 11 augustus 1995 * ARREST VAN 11. S. 1995 ZAAK C-80/94 ARREST VAN HET HOF 11 augustus 1995 * In zaak C-80/94, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EG-Verdrag van het Gerechtshof te 's-hertogenbosch,

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF 15 mei 1997 *

ARREST VAN HET HOF 15 mei 1997 * ARREST VAN 15. 5.1997 ZAAK C-250/95 ARREST VAN HET HOF 15 mei 1997 * In zaak C-250/95, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EG-Verdrag van de Luxemburgse Conseil d'état, in het aldaar

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF 28 maart 1996*

ARREST VAN HET HOF 28 maart 1996* AGF BELGIUM ARREST VAN HET HOF 28 maart 1996* In zaak C-191/94, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EG-Verdrag van de Rechtbank van eerste aanleg te Brussel, in het aldaar aanhangig

Nadere informatie

ZVK. ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 23 november 2006*

ZVK. ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 23 november 2006* ZVK ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 23 november 2006* In zaak C-300/05, betreffende een verzoek om een prejudiciële beslissing krachtens artikel 234 EG, ingediend door het Bundesfinanzhof (Duitsland)

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF 7 juli 1992 *

ARREST VAN HET HOF 7 juli 1992 * ARREST VAN 7.7.1992 ZAAK C-369/90 ARREST VAN HET HOF 7 juli 1992 * In zaak C-369/90, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van het Tribunal Superior de Justicia de Cantabria

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 8 maart 2001»

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 8 maart 2001» BAKCSI ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 8 maart 2001» In zaak C-415/98, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EG-Verdrag (thans artikel 234 EG) van het Bundesfinanzhof (Duitsland),

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 27 juni 1989* betreffende verzoeken aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag,

ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 27 juni 1989* betreffende verzoeken aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag, ARREST VAN 27. 6. 1989 GEVOEGDE ZAKEN 48, 106 EN 107/88 ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 27 juni 1989* In de gevoegde zaken 48, 106 en 107/88, betreffende verzoeken aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag,

Nadere informatie

BESCHIKKING VAN HET HOF (Grote kamer) 17 maart 2005 * betreffende een beroep tot nietigverklaring krachtens artikel 230 EG, ingesteld op 27 juli 2004,

BESCHIKKING VAN HET HOF (Grote kamer) 17 maart 2005 * betreffende een beroep tot nietigverklaring krachtens artikel 230 EG, ingesteld op 27 juli 2004, PARLEMENT / RAAD BESCHIKKING VAN HET HOF (Grote kamer) 17 maart 2005 * In zaak C-317/04, betreffende een beroep tot nietigverklaring krachtens artikel 230 EG, ingesteld op 27 juli 2004, Europees Parlement,

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF 15 maart 1994 *

ARREST VAN HET HOF 15 maart 1994 * ARREST VAN 15.3.1994 ZAAK C-45/93 ARREST VAN HET HOF 15 maart 1994 * In zaak C-45/93, Commissie van de Europese Gemeenschappen, vertegenwoordigd door B. Rodríguez Galindo, lid van haar juridische dienst,

Nadere informatie

aanpassingen van de wetgevingen van de lidstaten inzake collectief ontslag ( 6 ) en de in de meeste lidstaten reeds geldende wetsbepalingen;

aanpassingen van de wetgevingen van de lidstaten inzake collectief ontslag ( 6 ) en de in de meeste lidstaten reeds geldende wetsbepalingen; L 201/88 NL Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen RICHTLIJN 98/50/EG VAN DE RAAD van 29 juni 1998 tot wijziging van Richtlijn 77/187/EEG inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 06/03/2017

Datum van inontvangstneming : 06/03/2017 Datum van inontvangstneming : 06/03/2017 Vertaling C-45/17-1 Zaak C-45/17 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 30 januari 2017 Verwijzende rechter: Conseil d État (Frankrijk) Datum

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF 16 mei 2000 *

ARREST VAN HET HOF 16 mei 2000 * ARREST VAN HET HOF 16 mei 2000 * In zaak C-87/99, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EG-Verdrag (thans artikel 234 EG) van het Tribunal administratif de Luxembourg, in het aldaar

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 16 september 1997 *

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 16 september 1997 * ARREST VAN 16. 9.1997 ZAAK C-145/96 ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 16 september 1997 * In zaak C-145/96, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EG-Verdrag van het Finanzgericht Rheinland-Pfalz,

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 7 juli 1994 *

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 7 juli 1994 * ARREST VAN 7. 7. 1994 ZAAK C-130/93 ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 7 juli 1994 * In zaak C-130/93, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van het Hof van Beroep te Brussel,

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 1 april 2004 *

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 1 april 2004 * ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 1 april 2004 * In zaak C-112/02, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 234 EG van het Oberverwaltungsgericht für das Land Nordrhein-Westfalen (Duitsland),

Nadere informatie

betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van de Arbeidsrechtbank te Brussel, in het aldaar aanhangig geding tussen

betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van de Arbeidsrechtbank te Brussel, in het aldaar aanhangig geding tussen JURISPRUDENTIE VAN HET HVJEG 1991 BLADZIJDEN I-1401 ARREST VAN HET HOF (DERDE KAMER) VAN 20 MAART 1991. ERMINIA CASSAMALI TEGEN OFFICE NATIONAL DES PENSIONS. VERZOEK OM EEN PREJUDICIELE BESLISSING: TRIBUNAL

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF 30 juni 1998 (1)

ARREST VAN HET HOF 30 juni 1998 (1) BELANGRIJKE JURIDISCHE KENNISGEVING Op de informatie op deze site is verklaring van afwijzing van aansprakelijkheid en een verklaring inzake het auteursrecht van toepassing. ARREST VAN HET HOF 30 juni

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 26 mei 2005 *

ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 26 mei 2005 * ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 26 mei 2005 * In zaak C-478/03, betreffende een verzoek om een prejudiciële beslissing krachtens artikel 234 EG, ingediend door het House of Lords (Verenigd Koninkrijk)

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 24 januari 2002 *

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 24 januari 2002 * ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 24 januari 2002 * In zaak C-51/00, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 234 EG van het Arbeidshof te Brussel (België), in het aldaar aanhangig geding tussen

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 15 maart 2001 *

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 15 maart 2001 * ARREST VAN 15. 3. 2001 ZAAK C-444/98 ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 15 maart 2001 * In zaak C-444/98, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EG-Verdrag (thans artikel 234 EG) van

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF 5 oktober 1988 *

ARREST VAN HET HOF 5 oktober 1988 * ARREST VAN 5. 10. 1988 ZAAK 238/87 ARREST VAN HET HOF 5 oktober 1988 * In zaak 238/87, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van de High Court of Justice, Chancery Division,

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 21 september 2000 *

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 21 september 2000 * VAN DER WOUDE ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 21 september 2000 * In zaak C-222/98, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EG-Verdrag (thans artikel 234 EG) van het Kantongerecht te

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 13 SEPTEMBER 2010 S.10.0002.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. S.10.0002.F C.Z., Mr. Antoine De Bruyn, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen 1. FRANS HOSPITAAL CÉSAR DE PAEPE, vereniging zonder

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF 28 september 1994 *

ARREST VAN HET HOF 28 september 1994 * ARREST VAN 28.9. 1994 ZAAK C-28/93 ARREST VAN HET HOF 28 september 1994 * In zaak C-28/93, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van het Kantongerecht te 's-gravenhage,

Nadere informatie