INSTRUCTIES ONDERDELENLIJST Rev. ZAA. *Geldt alleen voor pompen met

Transcriptie

1 INSTRUCTIS ONDRDLNLIJST GLIDND OLYROYLN, OLYROYLN N VDF VRDR VA 50 Luchtgedreven membraanpompen Rev. ZAA Voor het verplaatsen van vloeistoffen. Alleen voor professioneel gebruik. Maximale vloeistofwerkdruk: 8, bar Maximale inkomende luchtdruk: 8, bar Belangrijke veiligheidsinstructies Lees alle waarschuwingen en instructies in deze handleiding. Bewaar deze instructies. *OMRKING: raadpleeg de lijst met pompmodellen op pagina om het modelnummer van uw pomp te vinden. atentnr. CN ZL FR JA US 5,68,45 * *Geldt alleen voor pompen met geleidende polypropyleen vloeistofgedeeltes. 046B

2 Inhoudsopgave Veiligheidswaarschuwingen Installatie Toepassing Onderhoud roblemen oplossen Onderhoud Het luchtventiel repareren Terugslagkleppen repareren Het membraan repareren De lagers en luchtpakkingen verwijderen ompuitvoeringen Reparatiesets Onderdelen Aandraaivolgorde Afmetingen Technische gegevens en prestatiegrafiek Klantenservice/Garantie Symbolen Waarschuwingssymbool Waarschuwing Dit symbool waarschuwt u voor de mogelijkheid op ernstig letsel of de dood als u de instructies niet volgt. Voorzichtigheidssymbool Voorzichtig Dit symbool waarschuwt u voor mogelijke beschadiging of vernietiging van apparatuur als u de instructies niet volgt. Waarschuwing GVARN BIJ VRKRD GBRUIK VAN D AARATUUR INSTRUCTIS Door verkeerd gebruik kan de apparatuur scheuren of defect raken, wat kan leiden tot ernstig letsel. Deze apparatuur is uitsluitend bedoeld voor professioneel gebruik. Lees alle bedieningsvoorschriften, typeplaatjes en labels, voordat u de apparatuur in gebruik neemt. Gebruik de apparatuur uitsluitend waarvoor die bedoeld is. Als u twijfelt, bel dan de dienst na verkoop van VRDR. Breng geen wijzigingen of modificaties aan de apparatuur aan. Controleer de apparatuur dagelijks. Repareer of vervang versleten of beschadigde onderdelen direct. Overschrijd nooit de maximale werkdruk van het zwakste onderdeel in uw systeem. Deze apparatuur heeft een maximale werkdruk van 8, bar bij een maximale inkomende luchtdruk van 8, bar. Gebruik vloeistoffen en oplosmiddelen die compatibel zijn met de bevochtigde onderdelen in het toestel. Lees de rubriek Technische Gegevens van alle apparatuurhandleidingen. Lees de waarschuwingen van de fabrikant van de gebruikte vloeistoffen en oplosmiddelen. Niet aan de slangen trekken om het toestel te verplaatsen. Houd slangen uit de buurt van plaatsen waar gereden wordt, scherpe randen, bewegende onderdelen en hete oppervlakken. VRDR slangen niet blootstellen aan temperaturen boven 8C of -40C. Til apparatuur die onder druk staat niet op. Draag gehoorbescherming als u deze apparatuur bedient. Volg alle toepasselijke lokale en nationale voorschriften voor brandbestrijding, elektrische installaties en veiligheid

3 GVAAR VAN GIFTIG VLOISTOFFN Waarschuwing Gevaarlijke spuitmaterialen of giftige dampen kunnen ernstig letsel of zelfs de dood veroorzaken als deze in de ogen of op de huid spatten, worden ingeademd of ingeslikt. Zorg dat u op de hoogte bent van de specifieke gevaren van de vloeistoffen die dat u gebruikt. Bewaar gevaarlijke vloeistof in een goedgekeurd vat. Voer gevaarlijke materialen af conform alle geldende voorschriften en richtlijnen. Draag altijd een veiligheidsbril, handschoenen, beschermende kleding en een ademhalingsfilter, zoals aanbevolen door de fabrikant van de gebruikte materialen en oplosmiddelen. Zorg dat de uitstromende lucht op een veilige manier wordt afgevoerd, ver van mensen, dieren, en plaatsen waar voedsel is opgeslagen of wordt bereid. Als het membraan kapot is, kan er vloeistof meekomen in de uitstromende lucht. Zie Luchtuitlaatventilatie op pagina 0. BRAND N XLOSIGVAAR Verkeerde aarding, slechte ventilatie, open vuur of vonken kunnen een gevaarlijke situatie veroorzaken en leiden tot brand of explosies en ernstig letsel. Zorg dat de apparatuur geaard is. Raadpleeg de rubriek Aarding op pagina 4. Gebruik nooit een polypropyleen pomp met niet-geleidende brandbare vloeistoffen, zoals opgegeven door uw plaatselijke brandbestrijdingsvoorschriften. Lees de rubriek over Aarding op pagina 4 voor meer informatie. Raadpleeg de leverancier van de vloeistof om de geleidbaarheid of de soortelijke weerstand te bepalen van de vloeistof die u gebruikt. Als u merkt dat er sprake is van enige vonkoverslag door statische elektriciteit of als u een lichte schok voelt tijdens het gebruik van deze apparatuur, stop dan onmiddellijk met pompen. Gebruik het apparaat niet meer, totdat de oorzaak is vastgesteld en verholpen. Zorg voor ventilatie met verse lucht, om te voorkomen dat brandbare dampen uit oplosmiddelen of uit het gespoten, afgegeven of verpompt materiaal kunnen blijven hangen. Leid de uitstromende lucht op een veilige manier weg, ver van alle ontstekingsbronnen. Als het membraan kapot is, kan er vloeistof meekomen in de uitstromende lucht. Zie Luchtuitlaatventilatie op pagina0. Houd de werkruimte vrij van afval, waaronder oplosmiddelen, poetslappen en benzine. Maak alle elektrische apparatuur in de werkruimte los van het elektriciteitsnet. Doof alle open vuur en waakvlammen in de werkruimte. Niet roken in de werkruimte. Schakel geen licht aan of uit in de werkruimte terwijl gewerkt wordt, of terwijl nog dampen aanwezig zijn. Gebruik in de werkruimte geen benzinemotor

4 Installatie Algemene informatie. De voorbeeldopstelling in Fig. is slechts bedoeld als voorbeeld voor het kiezen en installeren van de componenten voor uw systeem. Neem contact op met de VRDR klantenservice voor hulp bij het samenstellen van een systeem dat aan uw behoeften voldoet. Schroeven vastdraaien vóór het eerste gebruik Voordat de pomp voor het eerst gebruikt wordt, moeten alle externe bevestigingsmiddelen worden gecontroleerd en opnieuw worden aangedraaid. Zie Aandraaivolgorde op pagina 8. Draai de bevestigingsmiddelen na de eerste bedrijfsdag opnieuw aan. Hoewel het gebruik van de pomp varieert, is het een algemene richtlijn dat men de bevestigingen elke twee maanden moet aandraaien.. Gebruik altijd originele VRDR onderdelen en toebehoren. Zorg ervoor dat alle toebehoren de juiste maten hebben en dat ze voldoen aan de drukniveaus en de eisen van het systeem.. Referentienummers en letters tussen haakjes in de tekst komen overeen met de aanduidingen in de afbeeldingen en de onderdelentekeningen op pagina s 6 7. Aarding Waarschuwing BRAND N XLOSIGVAAR Deze pomp moet geaard worden. De pomp moet voor gebruik eerst geaard worden. Lees ook de rubriek BRAND N XLOSIGVAAR op pagina. 4. Kleurvariaties bij de kunststof componenten van deze pomp zijn normaal. De kleurvariatie heeft geen invloed op de prestaties van de pomp. Waarschuwing GVARN VAN GIFTIG VLOISTOFFN Gevaarlijke spuitmaterialen of giftige dampen kunnen ernstig letsel of zelfs de dood veroorzaken als deze in de ogen of op de huid spatten, worden ingeademd of ingeslikt.. Lees GVAAR VAN GIFTIG VLOISTOFFN op pagina.. Gebruik vloeistoffen en oplosmiddelen die compatibel zijn met de bevochtigde onderdelen in het toestel. Lees de rubriek Technische Gegevens van alle apparatuurhandleidingen. Lees de waarschuwingen van de fabrikant van de gebruikte vloeistoffen en oplosmiddelen. ompen van niet geleidend polypropyleen en VDF zijn niet geleidend. Door de aarddraad op de aardingsstrip aan te sluiten, wordt alleen de luchtmotor geaard. Bij het pompen van geleidende brandbare materialen moet het vloeistofsysteem altijd geaard zijn, door ervoor te zorgen dat het een doorlopende elektrische verbinding heeft met een goed aardingspunt. Zie Fig.. Gebruik nooit een polypropyleen pomp met niet-geleidende brandbare vloeistoffen, zoals opgegeven door uw plaatselijke brandbestrijdingsvoorschriften. Het in de Verenigde Staten geldende voorschrift NFA 77 Static lectricity beveelt een geleidbaarheid aan van meer dan 50 x 0 Siemens/meter (ohm/meter) over het hele bereik van de werktemperatuur, ter vermindering van het brandgevaar. Raadpleeg de leverancier van de vloeistof om de geleidbaarheid of de soortelijke weerstand te bepalen van de vloeistof die u gebruikt. De soortelijke weerstand moet minder zijn dan x 0 ohm-centimeter

5 Installatie Aarding (vervolg) Om het gevaar te verminderen van vonken door statische elektriciteit, moet u de pomp en alle andere apparatuur die gebruikt wordt, of zich in de nabijheid bevindt, aarden. Volg de aardingsvoorschriften van de elektriciteitsmaatschappij op, die voor deze soort apparatuur en deze omstandigheden gelden. De volgende onderdelen moeten allemaal geaard zijn: Luchtcompressor: volg de aanbevelingen van de fabrikant. Alle vaten voor oplosmiddel die worden gebruikt bij het spoelen conform de ter plekke geldende voorschriften. Gebruik alleen metalen vaten, die zijn geleidend. Zet het vat niet op een niet geleidende ondergrond zoals papier of karton, dit onderbreekt de continuïteit van de aarding. Vloeistoftoevoerhouder: volg de plaatselijk geldende voorschriften. Luchtmotor: Verbind een aarddraad en aardklem zoals te zien Fig.. Draai de borgmoer (W) los. Steek een uiteinde van een aarddraad (Y) van minimaal,5 mm achter de borgmoer en draai de moer goed vast. Sluit het klemuiteinde van de aarddraad aan op een echt aardingspunt. U kunt een aarddraad en aardklem bestellen met bestelnummer OMRKING: Bij het verpompen van geleidende brandbare materialen met een niet polypropyleen of een VDF pomp moet altijd het volledige vloeistofsysteem geaard worden. Zie de Waarschuwing op pagina 4. Y Lucht en vloeistofslangen: Gebruik uitsluitend elektrisch geleidende slangen. Fig. W 0646B

6 Installatie Luchtleiding Waarschuwing en zelfontlastende hoofdluchtkraan (B) moet in de installatie aanwezig zijn, om lucht te laten ontsnappen die opgesloten is blijven zitten tussen deze kraan en de pomp. Opgesloten lucht kan de pomp onverwachts aan het lopen brengen, wat kan resulteren in ernstige verwondingen, zoals door vloeistof die in de ogen of op de huid spat, verwondingen door bewegende delen, of verontreiniging door gevaarlijke vloeistoffen. Zie Fig... Installeer de luchtleidingstoebehoren zoals aangegeven in Fig.. Monteer deze accessoires aan de muur of aan een muurbeugel. Controleer of de luchtleiding die de accessoires voedt elektrisch geleidend is. a. Installeer een luchtregelaar (C) met manometer om de vloeistofdruk te regelen. De vloeistofdruk aan de uitlaat is hetzelfde als de ingestelde luchtdruk aan de luchtregelaar. b. laats de ene zelfontlastende hoofdluchtkraan (B) dicht bij de pomp en gebruik hem om opgesloten lucht te laten ontsnappen. Zie de Waarschuwing aan de linkerkant. Voorzie eveneens een zelfontlastende hoofdluchtkraan () stroomopwaarts van alle luchtleidingsaccessoires en gebruik die om de accessoires af te sluiten tijdens werkzaamheden voor schoonmaak en reparatie. c. Het luchtleidingsfilter (F) verwijdert schadelijk vuil en vocht uit de aangevoerde perslucht.. Monteer een elektrische geleidende, buigbare luchtslang (A) tussen de toebehoren en de / npt(f) luchtinlaat (N) van de pomp. Zie Fig.. Gebruik een luchtslang met een binnendiameter van minstens mm.. Monteer een snelkoppeling (D) voor luchtslangen op het eind van de luchtslang (A); zorg dat de doorvoeropening van de koppeling groot genoeg is om de luchtdoorvoer niet te blokkeren, wat een negatieve invloed heeft op de pompprestaties. Schroef de bijpassende nippel goed in de luchtinlaat van de pomp. laats de koppeling (D) nog niet op nippel, totdat u klaar bent om de pomp te gaan gebruiken. VOORBLDOSTLLING MT O D BODM BVSTIGD OM VRKLARING VOOR FIG. A lektrisch geleidende luchttoevoerslang B Zelfontlastende hoofdluchtkraan (vereist voor pomp) C Luchtregelaar D Snelkoppeling voor de luchtleiding Hoofdluchtkraan (voor accessoires) F Luchtleidingfilter G Vloeistofaanzuigslang H Vloeistoftoevoer J Vloeistofafvoerventiel (vereist) K Vloeistofafsluitventiel L Vloeistofslang N / npt(f) luchtinlaatpoort R inch vloeistofinlaatpoort S inch vloeistofuitlaatpoort Y Aarddraad (vereist; zie pagina 5 voor installatie instructies) A D B S C F K L N Y R J G H Fig. 0464B

7 Installatie Bevestigingen Voorzichtig De lucht die uit de pomp stroomt, kan verontreinigende stoffen bevatten. Ventileer naar een afgelegen plaats indien verontreiniging de vloeistoftoevoer kan beïnvloeden. Zie Luchtuitlaatventilatie op pagina 0.. Zorg ervoor dat het oppervlak waarop de pomp wordt gemonteerd stevig genoeg is om het gewicht van de pomp, slangen en accessoires te dragen, alsook de mechanische belasting die tijdens het gebruik van de pomp ontstaat.. Bij elk soort bevestiging moet de pomp rechtstreeks met bouten zijn vastgezet op het bevestigingsoppervlak.. Bevestig de pomp zodanig dat het luchtklepdeksel, de luchtinlaat en de materiaal in en uitlaatpoorten goed bereikbaar zijn, zodat gebruik en onderhoud eenvoudig zijn. 4. en rubber trillingdempersset 89.4 is verkrijgbaar voor minder lawaai en trillingen bij het gebruik. Vloeistofaanzuigleiding. De vloeistofinlaat van de pomp (R) is een inch lange opstaande flens. Zie Flensverbindingen op pagina 8.. Als de vloeistofinlaatdruk naar de pomp meer dan 5 procent van de uitgaande werkdruk bedraagt, komen de terugslagkleppen niet snel genoeg op de zittingen, wat een inefficiënte werking van de pomp tot gevolg heeft.. en inlaatdruk van de vloeistof van meer dan,05 bar verkort de levensduur van de membranen. 4. Zie de Technische Gegevens op pagina 0 voor de maximale aanzuighoogte (nat en droog). Vloeistofuitlaatleiding Waarschuwing r moet een vloeistofafvoerventiel (J) in uw systeem zijn aangebracht om de druk te ontlasten als de slang dicht zit. Het afvoerventiel vermindert het risico op ernstige verwonding, zoals door vloeistofspatten in de ogen of op de huid, of verontreiniging met gevaarlijke vloeistof bij het ontlasten van de druk. laats het ventiel dicht bij de vloeistofuitlaat van de pomp. Zie Fig... De vloeistofuitlaat van de pomp (S) is een inch lange opstaande flens. Zie Flensverbindingen op pagina 8.. Installeer een vloeistofafvoerventiel (J) bij de vloeistofuitlaat. Zie de Waarschuwing hierboven.. Installeer een afsluitventiel (K) in de vloeistofuitlaatleiding

8 Installatie Flensverbindingen De vloeistofinlaat en de vloeistofuitlaat van de pomp zijn inch lange opstaande flenzen, van de standaard 50 lb (pound) klasse. Sluit de inch geflensde kunststof buis als volgt op de pomp aan. Dit heeft u nodig: momentsleutel verstelbare sleutel een,8 mm dikke TF pakking met een diameter van 5,4 (6 inch) met vier gaten met een diameter van 5,9 cm (,0 inch) op een boutcirkel met een diameter van 98,5 mm (,88 ) en een middelpunt met een diameter van,07 cm (4,75 inch) vier bouten van 5,87 mm x 76, mm vier verende borgringen van 5,87 mm acht vlakke sluitringen van 5,87 mm vier moeren van 6,87 mm.. Breng een vlakke sluitring () aan op elke bout (C). Zie Fig... Lijn de gaten in de pakking (B) en de buisflens (A) uit met de gaten in de pompuitlaatflens (S).. Smeer de schroefdraad van de vier bouten. Breng de bouten aan door de gaten en zet ze vast met de sluitringen (), de borgringen (D) en de moeren (F). 4. Houd de moeren vast met een sleutel. Raadpleeg de aandraaivolgorde in Fig. en draai de bouten aan met een koppel van 7 4 Nm. Span niet te strak aan. 5. Doe hetzelfde voor de pompinlaatflens (R). AANDRAAIVOLGORD VAN D BOUTN F D S 4 B A C R VRKLARING VOOR FIG. A Geflensde kunststof buis B TF pakking C Bout D Borgring Vlakke sluitring F Moer R inch vloeistofinlaatpoort S inch vloeistofuitlaatpoort Vet de schroefdraad in. Draai aan tot 7 4 Nm. Span niet te strak aan. Fig. 0465B

9 Installatie De richting van de vloeistofinlaat en uitlaatpoorten veranderen De pomp wordt geleverd met de vloeistofinlaat (R) en uitlaatpoorten (S) in dezelfde richting. Zie Fig.4. Het veranderen van de richting gaat als volgt:. Verwijder de schroeven en sluitringen (06,, en 4) waarmee het inlaatspruitstuk (0) en/of het uitlaatspruitstuk (0) op de deksels (0) vast zit.. Draai het spruitstuk om en bevestiging het weer. Installeer de schroeven en draai ze aan tot 7 8 Nm. Zie Aandraaivolgorde op pagina 8. VRKLARING N / npt(f) luchtinlaatpoort Geluiddemper; luchtuitlaat heeft de maat /4 npt(f) R inch vloeistofinlaatpoort S inch vloeistofuitlaatpoort 0 Vloeistofdeksels 0 Vloeistofinlaatspruitstuk 0 Vloeistofuitlaatspruitstuk Draai aan tot 7 8 Nm. Zie Aandraaivolgorde, pagina Schroeven van het vloeistofuitlaatspruitstuk (bovenste) Schroeven van het vloeistofinlaatspruitstuk (onderste) Sluitringen van het vloeistofuitlaatspruitstuk 4 Sluitringen van het vloeistofinlaatspruitstuk 0 06 S Vloeistofdrukontlastingsventiel Voorzichtig In bepaalde systemen is een drukontlastingskraan nodig op de uitlaat van de pomp, om te voorkomen dat de pomp of de slang zou kunnen scheuren door te hoge druk. Zie Fig. 5. Te hoge druk kan ontstaan door uitzetting van materiaal bij hogere temperatuur. Dit kan gebeuren als lange vloeistofleidingen in de zon liggen, of door een hoge omgevingstemperatuur, of als van een koele naar een warme ruimte gepompt wordt (bijvoorbeeld vanuit een ondergrondse tank). Te hoge druk kan ook optreden als de VRDRAIR pomp gebruikt wordt om een plunjerpomp te voeden en de inlaatklep van de plunjerpomp niet goed sluit, waardoor vloeistof zich ophoopt in de uitlaatleiding. VRKLARING R inch vloeistofinlaatpoort S inch vloeistofuitlaatpoort V Drukontlastingsventiel Onderdeelnr (Roestvast staal) laats ventiel tussen de vloeistofinlaat en uitlaatpoorten. Sluit hier de vloeistofinlaatleiding aan. Sluit de vloeistofuitlaatleiding hier aan. N S 0 R V Fig B Fig. 5 R 0466B

10 Installatie Luchtuitlaatventilatie Waarschuwing BRAND N XLOSIGVAAR Lees vooral het gedeelte BRAND N XLOSIGVAAR en GVARN VAN GIFTIG VLOISTOFFN op pagina, voordat u de pomp gaat gebruiken. Zorg ervoor dat het systeem voldoende ventilatie krijgt, passend bij de soort opstelling. De afvoerlucht moet naar een veilige plaats kunnen uitstromen, ver van mensen, dieren of plaatsen waar voedsel is opgeslagen of wordt bereid, wanneer brandbare of gevaarlijke vloeistof wordt gepompt. Als het membraan scheurt, dan wordt de vloeistof met de lucht mee naar buiten gepompt. laats een opvangbak aan het uiteinde van de luchtuitlaatleiding om de vloeistof op te vangen, mocht het membraan scheuren. Zie Fig. 6. De luchtuitlaatpoort is /4 npt(f). Belemmer de luchtuitlaatpoort niet. Door overmatige belemmering van de uitlaat kan de pomp van slag raken. Als de geluiddemper () rechtstreeks op de luchtuitlaatpoort wordt gemonteerd, breng dan vóór de montage tape voor TF schroefdraad aan op de schroefdraad van de geluiddemper of smeermiddel dat vastzitten voorkomt. De luchtuitlaat kan op grotere afstand gebracht worden:. Haal de geluiddemper () van de luchtuitlaatpoort van de pomp.. Sluit een geaarde luchtuitlaatslang (T) aan en sluit de demper () aan op het andere uiteinde van de slang. De minimale grootte van de luchtuitlaatslang is een binnendiameter van 9 mm. Als er een langere slang nodig is dan 4,57 m, gebruik dan een slang met een grotere diameter. Vermijd scherpe bochten of het knikken van de slang. Zie Fig. 6.. laats een vat (U) aan het eind van de luchtuitlaatleiding, zodat in geval van eventueel scheuren van het membraan het materiaal opgevangen wordt. UITLAATLUCHT ONTLUCHTN VRKLARING F C B A B C D F T U Luchttoevoerleiding Zelfontlastende hoofdluchtkraan (vereist voor pomp) Luchtregelaar Snelkoppeling voor de luchtleiding Hoofdluchtkraan (voor accessoires) Luchtleidingfilter Geluiddemper lektrisch geleidende luchtuitlaatslang Opvangvat voor luchtuitlaat op grotere afstand A D T U Fig

11 Toepassing Drukontlastingsprocedure GVAAR VAN AARATUUR ONDR DRUK Het systeem blijft onder druk staan, totdat deze handmatig wordt ontlast. Om het risico van ernstig letsel als gevolg van materiaal onder druk of per ongeluk spuiten van het pistool of spatten van vloeistof te verminderen, moet u altijd de Drukontlastingsprocedure volgen als u: de instructie krijgt om de druk te ontlasten, ophoudt met pompen, Waarschuwing apparatuur controleert, schoonmaakt of onderhoudt, vloeistoftuiten installeert of reinigt.. Sluit de luchttoevoer naar de pomp af.. Open het doseerventiel, indien gebruikt.. Open het vloeistofafvoerventiel om alle vloeistofdruk te ontlasten, waarbij u een opvangvat klaar houdt om het uitstromend materiaal in op te vangen. De pomp spoelen vóór het eerste gebruik De pomp werd getest met lichtgewicht olie. Deze olie blijft in de pomp achter, ter bescherming van de onderdelen. Om te voorkomen dat uw vloeistof met olie wordt vervuild, moet de apparatuur voor het eerste gebruik worden gespoeld met een geschikt oplosmiddel. Voer de stappen uit zoals vermeld onder De pomp starten en instellen. De pomp starten en instellen Waarschuwing GVARN VAN GIFTIG VLOISTOFFN Gevaarlijke spuitmaterialen of giftige dampen kunnen ernstig letsel of zelfs de dood veroorzaken als deze in de ogen of op de huid spatten, worden ingeademd of ingeslikt. Til geen apparaten op die onder druk staan. Als u een apparaat onder druk laat vallen, kan het vloeistofgedeelte scheuren. Volg altijd de bovenbeschreven Drukontlastingsprocedure voor het optillen van de pomp.. Zorg ervoor dat de pomp goed geaard is. Raadpleeg de rubriek Aarding op pagina 4.. Controleer alle aansluitingen om zeker te zijn dat ze goed vastzitten. Gebruik een geschikte vloeibare schroefdraaddichting voor alle mannelijke schroefdraad. Zorg dat de vloeistofinlaat en uitlaatfittingen stevig vastzitten.. laats de aanzuigbuis (indien gebruikt) in de te pompen vloeistof. OMRKING: Als de inlaatdruk naar de pomp meer dan 5 procent van de uitgaande werkdruk is, komen de kogels niet snel genoeg op de zittingen, wat een inefficiënte werking van de pomp tot gevolg heeft. 4. laats het uiteinde van de vloeistofslang (L) in een geschikte opvangbak. 5. Sluit het vloeistofafvoerventiel (J). Zie Fig.. 6. Open alle zelfontlastende hoofdluchtkranen (B, ), terwijl de luchtregelaar (C) van de pomp gesloten is. 7. Als de afvoerslang een aftapvoorziening heeft, houd die dan open en ga verder met de volgende stap. 8. Draai de luchtregelaar (C) langzaam open tot de pomp begint te draaien. Laat de pomp langzaam lopen totdat alle lucht uit de leidingen geperst is en de pomp gevuld is. Als u spoelt, laat de pomp dan lang genoeg draaien om de pomp en de slangen grondig te reinigen Sluit de luchtregelaar. Haal de aanzuigslang uit het oplosmiddel en plaats hem in de te pompen vloeistof. Stilzetten van de pomp Waarschuwing Om het risico van ernstig letsel te verminderen, moet u telkens als u de instructie krijgt om de druk te ontlasten de Drukontlastingsprocedure links volgen. Ontlast de druk aan het eind van de werktijd

12 Onderhoud Smering Het luchtventiel is ontworpen om zonder smering te werken. Als smering gewenst is, haal dan iedere 500 gebruiksuren (of maandelijks) de slang van de luchtinlaat van de pomp en laat twee druppels machineolie in de luchtinlaat lopen. Voorzichtig Smeer de pomp niet te veel. r kan dan olie uit de geluiddemper komen, wat de vloeistoftoevoer of andere installaties kan vervuilen. Te veel smering kan ook de werking van de pomp verstoren. Doorspoelen en opslag Waarschuwing Om het risico van ernstig letsel te verminderen, moet u telkens als u de instructie krijgt om de druk te ontlasten de Drukontlastingsprocedure op pagina te volgen. De schroefdraadverbindingen aandraaien Controleer voor gebruik steeds alle slangen op tekenen van slijtage of beschadigingen en vervang ze, indien nodig. Controleer ook of alle slangen goed vast zitten en er geen lekkages zijn. Kijk het bevestigingsmateriaal na. Waar nodig, vastdraaien of opnieuw op het juiste aanhaalmoment draaien. Hoewel het gebruik van de pomp varieert, is het een algemene richtlijn dat men de bevestigingen elke twee maanden moet aandraaien. Zie Aandraaivolgorde op pagina 8. Schema voor preventief onderhoud Stel een preventief onderhoudsschema op gebaseerd op het onderhoudsverleden van de pomp. Dit is vooral belangrijk ter voorkoming van morsen of lekkage van vloeistof als gevolg van een kapot membraan. Spoel de pomp vaak genoeg door om te voorkomen dat de vloeistof die u pompt, in de pomp opdroogt of bevriest en zo schade veroorzaakt. Spoel door met een vloeistof die compatibel is met de door u gepompte vloeistof en met de bevochtigde delen in uw systeem. Informeer bij de fabrikant of leverancier van de vloeistof welke spoelvloeistoffen aanbevolen zijn en hoe vaak moet worden gespoeld. Spoel de pomp altijd door en ontlast de druk, voordat de pomp voor enige tijd wordt opgeslagen

13 roblemen oplossen Waarschuwing Om het risico van ernstig letsel te verminderen, moet u telkens als u de instructie krijgt om de druk te ontlasten de Drukontlastingsprocedure op pagina te volgen.. Ontlast de druk, voordat u enig onderdeel van het systeem nakijkt of er onderhoud aan pleegt.. Controleer eerst alle mogelijke oorzaken en problemen, voordat u de pomp demonteert. ROBLM OORZAAK OLOSSING omp slaat af, hapert of houdt de druk niet vast. De pomp wil niet lopen of maakt één slag en stopt dan weer. Versleten terugslagkleppen (0), zittingen (0) of O ringen (0). Het luchtventiel zit vast of is vuil. Veiligheidskogelklep (0) is erg versleten en is in zitting (0) of spruitstuk (0 of 0) gedrongen. Terugslagklep (0) is in de zitting (0) gedrongen als gevolg van overdruk. Doseerventiel is verstopt. Vervangen. Zie pagina 6. Haal het luchtventiel uit elkaar en maak deze schoon. Zie pagina s 4 5. Gebruik gefilterde lucht. Vervang kogel en zitting. Zie pagina 6. laats het drukontlastingsventiel (zie pagina 9). Ontlast de druk en maak het ventiel schoon. De pomp werkt onregelmatig. Verstopte aanzuigleiding. Controleren en vrijmaken. Klevende of lekkende terugslagkleppen (0). Reinigen of vervangen. Zie pagina 6. Membraan is gescheurd. Vervangen. Zie pagina s 7 9. De uitlaat is geblokkeerd. Maak de uitlaat vrij. r zitten luchtbellen in de vloeistof. De aanzuigleiding is los. Vastdraaien. Membraan is gescheurd. Vervangen. Zie pagina s 7 9. Los inlaatspruitstuk (0), beschadigde afdichting tussen spruitstuk en zitting (0) of beschadigde O ringen (0). Losse membraanplaat vloeistofzijde (05). Draai de bouten () van het spruitstuk vast of vervang zittingen (0) of de O ringen (0). Zie pagina 6. Draai aan of vervang deze. Zie pagina s 7 9. Vloeistof in uitlaatlucht. Membraan is gescheurd. Vervangen. Zie pagina s 7 9. Als de pomp afslaat, komt er veel uitlaatlucht uit de pomp. Aan de buitenkant van de pomp komt lucht vrij. omp lekt aan de buitenkant vloeistof uit de terugslagkleppen. Losse membraanplaat vloeistofzijde (05). Versleten luchtventielblok (7), Oring (6), plaat -(8), stuurblok (8), U vormige bekers (0) of O ringen regelpen (7). Draai aan of vervang deze. Zie pagina s 7 9. Nakijken; vervangen. Zie pagina s 4 5. Versleten asafdichtingen (40). Vervangen. Zie pagina s 7 9. Luchtventieldeksel () of schroeven () van het luchtventieldeksel zitten los. Luchtventielpakking (4) of luchtdekselpakking () is beschadigd. Schroeven van het luchtdeksel (5) zitten los. Losse spruitstukken (0, 0), beschadigde zitting tussen spruitstuk en zitting (0) of beschadigde O ringen (0). Draai schroeven aan. Zie pagina 5. Nakijken; vervangen. Zie pagina s 4 5, 0. Draai schroeven aan. Zie pagina s 0. Draai spruitstukbouten (06 en ) aan of vervang zittingen (0) of vervang de O ringen (0). Zie pagina

14 Onderhoud Het luchtventiel repareren Benodigd gereedschap Momentsleutel 4 Inbussleutel van 7 mm of Torx (T0) schroevendraaier Langbektang O ring haakgereedschap Vet op lithiumbasis OMRKING: r zijn luchtventielreparatiesets (modellen met aluminium middenbehuizing) en (modellen met roestvrij stalen middenbehuizing) beschikbaar. Zie pagina 6. Onderdelen die voorkomen in de set zijn aangeduid met een symbool, bijvoorbeeld (4). Gebruik alle onderdelen uit de set voor de beste resultaten. Demontage Waarschuwing Om het risico van ernstig letsel te verminderen, moet u telkens als u de instructie krijgt om de druk te ontlasten de Drukontlastingsprocedure op pagina te volgen. Fig. 7 Draai aan tot 5,6 6,8 Nm. 0468B. Ontlast de druk.. Verwijder met een inbussleutel van 7 mm of met een Torx (T0) schroevendraaier de zes schroeven (), het luchtventieldeksel () en de pakking (4). Zie Fig.7.. Schuif de ventielhouder (5) in de middenpositie en trek die uit de holte. Verwijder de ventielblok (7) en O ring (6) uit de houder. Trek met behulp van een langbektang het stuurblok (8) recht omhoog uit de holte. Zie Fig. 8. Zie de detailtekening rechts. Smeren. Onderzijde invetten Trek de twee aandrijvingszuigers () uit de lagers. Verwijder de U vormige pakkingen (0) van de zuigers. Trek de regelpennen (6) uit de lagers (5). Verwijder de O ringen (7) van de regelpennen. Zie Fig Inspecteer de ventielplaat () zonder die te verwijderen. Indien de plaat beschadigd is, gebruikt u een Torx (T0) schroevendraaier of inbussleutel van 7 mm om de drie schroeven () te verwijderen. Verwijder de ventielplaat (8) en, bij modellen met een aluminium middenbehuizing, de dichting (9). Zie Fig Inspecteer de lagers (, 5) zonder ze te verwijderen. Zie Fig.9. De lagers zijn conisch, en moeten, indien beschadigd, vanaf de buitenzijde worden verwijderd. Hiervoor is het nodig het vloeistofgedeelte uit elkaar te halen. Zie pagina Reinig alle onderdelen en controleer ze op slijtage of beschadiging. Vervang indien nodig. Zet alles weer in elkaar zoals uitgelegd op pagina Fig B

15 Onderhoud Smalle uiteinde eerst insteken. Smeren. Breng aan met lippen gericht naar smalle uiteinde van zuiger (). 4 Brede uiteinde eerste insteken. Opnieuw in elkaar steken. Als de lagers (, 5) verwijderd waren, monteer dan nu nieuwe zoals toegelicht op pagina 0. Zet het vloeistofgedeelte weer in elkaar.. laats bij modellen met aluminium middenbehuizing de afdichting (9) van de ventielplaat in de uitsparing onderin de klepholte. De afgeronde kant van de afdichting moet naar beneden in de groef zijn gericht. Zie Fig laats de ventielplaat (8) in de holte. De plaat bij modellen met aluminium middenbehuizing is omkeerbaar, dus het maakt niet uit welke kant omhoog ligt. Zet de drie schroeven () vast met behulp van een Torx (T0) schroevendraaier of een inbussleutel van 7 mm. Draai ze aan tot ze onder de behuizing uitsteken. Zie Fig Breng een O ring aan (7) op elk van de regelpennen (6). Vet de pennen en O ringen in. Steek de pennen in de lagers (5), met het smalle eind eerst. Zie Fig Breng een U vormige pakking (0) aan op elke aandrijvingszuiger (), zodanig dat de lippen van de pakkingen naar het smalle einde van de zuiger gericht zijn. Zie Fig. 9. Fig De afgeronde zijde moet omlaag gericht zijn. Draai schroeven aan tot ze onder uit de behuizing steken B 6. Smeer de U vormige pakkingen (0) en aandrijvingsstangen (). Steek de aandrijvingszuiger in de lagers (), met de brede kant eerst. Laat het smalle einde van de zuigers uitsteken bloot. Zie Fig Vet de onderzijde van het stuurblok (8) in en plaats dat zo dat de nokken in de groeven aan de uiteinden van de stuurpennen (6) vallen. Zie Fig Smeer de O ring (6) in en plaats die in het ventielblok (7). Duw de blok op de ventielhouder (5). Vet de onderzijde van het ventielblok in. Zie Fig laat de ventielhouder (5) zodat de uitstulpingen in de groeven in de uiteinden van de drijfstangen () klikken. Zie Fig laats de ventielpakking (4) en het deksel () met de zes gaten in de middenbehuizing (). Zet ze met zes schroeven () vast met behulp van een Torx (T0) schroevendraaier of een inbussleutel van 7 mm. Draai aan tot 5,6 6,8 Nm. Zie Fig. 7. Fig

16 Onderhoud Terugslagkleppen repareren Benodigd gereedschap Momentsleutel Inbussleutel van 0 mm Draai aan tot 7 8 Nm. Zie Aandraaivolgorde, pagina 8. De pijl (A) moet naar uitlaatspruitstuk (0) wijzen. Niet gebruikt bij sommige uitvoeringen. 06 O ring haakgereedschap Demontage OMRKING: r is een vloeistofgedeeltereparatieset beschikbaar. Zie pagina om de correcte set voor uw pomp te bestellen. Onderdelen inbegrepen in de set zijn gemarkeerd met een sterretje, bijvoorbeeld (0*). Gebruik alle onderdelen uit de set voor de beste resultaten. 0* 0 OMRKING: Om te verzekeren dat de kogels (0) altijd goed op de zittingen aansluiten, is het aan te bevelen om altijd de zittingen (0) ook te vervangen zodra de kogels vernieuwd worden. Waarschuwing Om het risico van ernstig letsel te verminderen, moet u telkens als u de instructie krijgt om de druk te ontlasten de Drukontlastingsprocedure op pagina te volgen. 0* 0* 0 A. Ontlast de druk. Maak alle slangen los.. Haal de pomp los van de bevestiging.. Haal de vier bouten (06) los met een inbussleutel van 0 mm, en houd daarbij het spruitstuk (0) op de vloeistofdeksels (0) gedrukt. Zie Fig.. 4. Verwijder de zittingen (0), kogels (0) en de O ringen (0) van het spruitstuk. OMRKING:Sommige modellen hebben geen O ringen (0). 0* 0* 0* 5. Keer de pomp om en verwijder de bouten (), sluitringen (4) en het inlaatspruitstuk (0). Verwijder de zittingen (0), de kogels (0) en de O ringen (0) van de vloeistofdeksels (0). Opnieuw in elkaar steken 0. Reinig alle onderdelen en controleer ze op slijtage of beschadiging. Vervang zo nodig onderdelen.. Steek alles terug in elkaar in omgekeerde volgorde, waarbij u alle opmerkingen in Fig. opvolgt. Zorg ervoor dat de kogelkleppen exact gemonteerd worden zoals afgebeeld. De pijlen (A) op de vloeistofdeksels (0) moeten naar het uitlaatspruitstuk (0) wijzen. Fig C

17 Onderhoud Het membraan repareren Benodigd gereedschap Momentsleutel Inbussleutel van mm Waarschuwing Om het risico van ernstig letsel te verminderen, moet u telkens als u de instructie krijgt om de druk te ontlasten de Drukontlastingsprocedure op pagina te volgen. Verstelbare sleutel Steeksleutel van 9 mm O ring haakgereedschap Vet op lithiumbasis. Ontlast de druk. Demontage OMRKING:r is een vloeistofgedeeltereparatieset beschikbaar. Zie pagina om de correcte set voor uw pomp te bestellen. Onderdelen inbegrepen in de set zijn gemarkeerd met een sterretje, bijvoorbeeld (40*). Gebruik alle onderdelen uit de set voor de beste resultaten.. Verwijder de spruitstukken en haal de terugslagkleppen uit elkaar zoals uiteengezet op pagina 6.. Draai met een inbussleutel van mm de schroeven (07 en 08) die de vloeistofdeksels (0) op de luchtdeksels () vasthouden los. Trek de vloeistofdeksels (0) van de pomp. Zie Fig.. Draai eerst de acht lange schroeven (08) aan en vervolgens de korte schroeven (07). Draai aan tot 5 Nm. Zie Aandraaivolgorde, pagina 8. ijl (A) moet naar het luchtventiel wijzen (B). B 0 A Fig. 0460B

18 Onderhoud 4. Schroef één buitenplaat (05) los van de membraanas (4). Verwijder één membraan (40) en de binnenplaat (04). Zie Fig.. OMRKING: Sommige modellen hebben een TF membraan (40) naast het reserve membraan (40). 5. Trek het andere membraangedeelte en de membraanas (4) uit de pompbehuizing (). Houd de afgeplatte as vast met een 9 mm steeksleutel en draai de buitenplaat (05) van de as. Haal de rest van het membraangedeelte uit elkaar. 6. Inspecteer de membraanas (4) op slijtage of krassen. Als de as beschadigd is, bekijk dan ook de lagers (9), zonder ze te verwijderen. Als de lagers beschadigd zijn, raadpleeg dan pagina Steek O ring haakgereedschap in de middenbehuizing (), haak de U vormige pakkingen (40) aan en trek ze uit de behuizing. Dit is mogelijk zonder de lagers (9) te verwijderen. 8. Reinig alle onderdelen en controleer ze op slijtage of beschadiging. Vervang zo nodig onderdelen. Opnieuw in elkaar steken. Vet de U vormige pakkingen van de as (40*) in en plaats de U vormige pakkingen (40*) van de as zo dat de lippen uit de behuizing () wijzen. Zie Fig... Vet de gehele membraanas (4) en ook de uiteinden in en schuif de as door de behuizing ().. Monteer de binnenste membraanplaten (04), de membranen (40*), de TF membranen (40*, indien aanwezig) en de buitenste membraanplaten (05) exact zoals geïllustreerd in Fig.. Deze onderdelen moeten correct in elkaar gezet worden. 4. Breng middelsterk (blauw) Loctite of een gelijksoortig middel aan op de schroefdraad van de platen aan de vloeistofzijde (05). Houd een van de buitenplaten (05) vast met een sleutel en draai de andere buitenplaat aan tot 7 tot 4 Nm tot maximum 00 toeren per minuut. Span niet te strak aan. 5. Draai de vloeistofdeksels (0) en de middenbehuizing () zo, dat de pijlen (A) op de deksels wijzen naar de kant waar het luchtventiel (B) zit. Draai de deksels handvast met de schroeven (06 en ). De langste schroeven (08) moeten in de bovenste en de onderste gaten van de deksels vallen. Zie Fig.. 6. Draai eerst met een inbussleutel van mm de langere schroeven (08) kruiselings en gelijkmatig aan tot 5 Nm. Draai dan de kortere schroeven (07) aan. Zie Aandraaivolgorde op pagina Zet de terugslagkleppen en spruitstukken weer in elkaar zoals staat beschreven op pagina

19 Onderhoud * * 40* 4 Opengewerkte tekening, met aangebracht membraan Opengewerkte tekening, met verwijderd membraan * 40* Lippen vanuit de behuizing () naar buiten gericht. De zijde met Air Side naar de behuizing toe gedraaid (). Smeren. 4 Alleen voor modellen met TF membranen. 5 Breng middelsterk (blauw) Loctite of een gelijkwaardig middel aan. Draai aan met een koppel van 7 tot 4 Nm aan maximum 00 toeren per minuut. Fig. 046B

20 Onderhoud De lagers en luchtpakkingen verwijderen Benodigd gereedschap Momentsleutel 7. Gebruik een lagertrekker om de lagers van de membraanas (9), de luchtventiellagers () of de regelpenlagers (5) te verwijderen. Verwijder geen lagers die niet beschadigd zijn. Inbussleutel van 0 mm Lagertrekker O ring haakgereedschap ers of blok en hamer 8. Als u een membraanaslager (9) heeft verwijderd, steek dan O ring haakgereedschap in de middenbehuizing (), haak de U vormige pakkingen (40) daaraan en trek ze uit de behuizing. Inspecteer de pakkingen. Zie Fig.. Opnieuw in elkaar steken Demontage OMRKING: Verwijder geen lagers die niet beschadigd zijn. Waarschuwing Om het risico van ernstig letsel te verminderen, moet u telkens als u de instructie krijgt om de druk te ontlasten de Drukontlastingsprocedure op pagina te volgen.. Ontlast de druk.. Verwijder de spruitstukken en haal de terugslagkleppen uit elkaar zoals uiteengezet op pagina 6.. Verwijder de vloeistofdeksels en de membranen zoals toegelicht op pagina 7. OMRKING: Als u alleen de lager (9) van de membraanas gaat verwijderen, kunt u stap 4 overslaan. 4. Haal het luchtventiel uit elkaar zoals beschreven op pagina Draai de schroeven (5), die de luchtdeksels () aan de middenbehuizing () vasthouden, los met een inbussleutel van 0 mm. Zie Fig Haal de pakkingen van het luchtdeksel () weg. Vervang de pakkingen altijd door nieuwe.. Installeer de U vormige pakkingen (40*) van de as (indien verwijderd) zodanig dat de lippen naar buiten uit de behuizing () wijzen.. De lagers (9, en 5) zijn conisch en kunnen maar op één manier worden aangebracht. laats de lagers in de middenbehuizing (), met het afgeschuinde einde eerst. Duw de lager naar binnen met een pers of met een blok en rubberen hamer, zodat het gelijk komt met het vlak van de middenbehuizing.. Zet het luchtventiel in elkaar zoals beschreven op pagina Lijn de luchtdekselpakking () zo, dat de regelpen (6) die uit de behuizing () steekt door het juiste gat (H) in de pakking past. 5. Richt het luchtdeksel () zo, dat de regelpen (6) in het middelste gat (M) past van de drie kleine gaten bij het midden van het deksel. Breng de schroeven (5) handvast aan. Zie Fig. 4. Draai met een inbussleutel van 0 mm de bouten kruiselings en gelijkmatig aan tot 5 7 Nm. 6. Breng de membraanconstructies en de vloeistofdeksels aan zoals beschreven op pagina Zet de terugslagkleppen en spruitstukken weer in elkaar zoals staat beschreven op pagina

21 Onderhoud laats lagers met afgeschuinde kant eerst. Druk de lagers aan tot ze gelijk met de middenbehuizing () komen. Draai aan tot 5 7 Nm. 5 6 H M Detail van lagers van luchtventiel B Fig

22 ompuitvoeringen VRDR VA 50 polypropyleen en VDF pompen, serie B Uw modelnr. staat aangegeven op het serieplaatje van de pomp. Hieronder staat een lijst van uitvoeringen VRDRAIR VA 50 pompen: Onderdeelnr. ÁÁÁÁ Lucht gedeelte ÁÁÁÁ Vloeistofgedeelte ÁÁÁÁ Zittingen ÁÁÁ Kogels Membranen ÁÁÁÁ ALUÁÁÁÁ ÁÁÁÁ KYN 6 ÁÁÁ TF ÁÁÁÁ ALUÁÁÁÁ ÁÁÁÁ KYN ÁÁÁ TF ÁÁÁÁ ALUÁÁÁÁ ÁÁÁÁ KYN ÁÁÁ VIT ÁÁÁÁ ALUÁÁÁÁ ÁÁÁÁ OL SAN ÁÁÁ SAN ÁÁÁÁ ALUÁÁÁÁ OL Á ÁÁÁ ÁÁÁ TF ALU OL OL Á ÁÁÁ HYT HYT ALU OL OL Á ÁÁÁ SAN SAN ALU OL OL VIT VIT Á ÁÁÁÁ ALU OL OL GO GO ÁÁÁÁ ÁÁ ÁÁÁÁ ALU KYN KYN TF TF ÁÁÁÁ ÁÁÁÁ ALU OL SST BUN BUN ÁÁÁÁ ÁÁÁÁ ALU OL BUN BUN BUN ÁÁÁÁ ÁÁÁ ÁÁÁÁ ALU ÁÁÁÁ OL VIT ÁÁÁ VIT VIT ÁÁÁÁ ALU ÁÁÁÁ KYN VIT ÁÁÁ VIT VIT 80.05ÁÁÁÁ SSTÁÁÁÁ OL SSTÁÁÁ BUN 80.06ÁÁÁÁ SSTÁÁÁÁ OL SSTÁÁÁ TF 80.07ÁÁÁÁ SSTÁÁÁÁ OL VITÁÁÁ VIT 80.00ÁÁÁÁ SSTÁÁÁÁ KYN SSTÁÁÁ TF ÁÁÁÁ ALUÁÁÁÁ C 6ÁÁÁ BUN ÁÁÁÁ ALU ÁÁÁÁ C 6 ÁÁÁ VIT VIT ÁÁÁÁ ALU ÁÁÁÁ C HYT ÁÁÁ HYT HYT ÁÁÁÁ ALUÁÁÁÁ C SANÁÁÁ SAN ÁÁÁÁ ALUÁÁÁÁ C BUNÁÁÁ BUN ÁÁÁÁ ALUÁÁÁÁ C VITÁÁÁ VIT ÁÁÁÁ ALUÁÁÁÁ C OLÁÁÁ TF ÁÁÁÁ ALUÁÁÁÁ C OLÁÁÁ HYT ÁÁÁÁ ALUÁÁÁÁ C OLÁÁÁ SAN ÁÁÁÁ ALUÁÁÁÁ C OLÁÁÁ VIT ÁÁÁÁ TF ALUÁÁÁÁ C OLÁÁÁ ÁÁÁÁ VIT C OLÁÁÁ ÁÁÁÁ GO ALUÁÁÁÁ C OLÁÁÁ SAN (externe) Á ÁÁÁÁ SST ÁÁÁÁ C 6 ÁÁÁ TF TF ÁÁÁÁ SSTÁÁÁÁ C 6ÁÁÁ BUN ÁÁÁÁ SSTÁÁÁÁ C VITÁÁÁ VIT ÁÁÁÁ SSTÁÁÁÁ C OLÁÁÁ TF Á AC = Acetaal HYT = T OL = olypropyleen TF = TF ALU= Aluminium SAN = Santopreen VIT = Fluoroelastomeer 440 = 440C rvs SST = Roestvast staal KYN = VDF 6 = 6 RVS GO=Geolast C= Geleidende polypropyleen Ombouwset roestvrijstalen luchtmotor Gebruik set voor het ombouwen van een aluminium luchtmotor naar een roestvrijstalen luchtmotor en zie instructiehandleiding (zit bij de set)

23 Reparatiesets Voor VRDR VA 50 polypropyleen en VDF pompen, serie B Reparatiesets kunnen enkel besteld worden als sets. Om het luchtventiel te repareren, bestelt u Onderdeelnr voor modellen met een aluminium behuizing of Onderdeelnr voor modellen met een roestvrij stalen middenbehuizing (zie pagina 6). Onderdelen die inbegrepen zijn in de luchtventielreparatieset zijn in de onderdelenlijst aangeduid met een symbool, bijvoorbeeld (4). Hieronder staat de lijst van verkrijgbare reparatiesets. Onderdeelnr. O-ringen ÁÁÁÁ Zittingen ÁÁÁÁ ÁÁÁÁ ÁÁÁÁ Kogels ÁÁÁÁ Membranen ÁÁÁÁ LAÁÁÁÁ ÁÁÁÁ NULÁÁÁÁ ÁÁÁÁ NUL HYT ÁÁÁÁ LAÁÁÁÁ ÁÁÁÁ NULÁÁÁÁ ÁÁÁÁ NUL VIT ÁÁÁÁ LAÁÁÁÁ HYTÁÁÁÁ AC HYT ÁÁÁÁ LA HYT HYT HYT ÁÁÁÁ LA SAN SAN NUL ÁÁÁ ÁÁÁÁ LA SAN SAN SAN ÁÁÁÁ ÁÁÁ ÁÁÁÁ LA OL TF NUL ÁÁÁÁ ÁÁÁ ÁÁÁÁ LA ÁÁÁÁ OL ÁÁÁÁ TF TF ÁÁÁÁ LAÁÁÁÁ OLÁÁÁÁ HYT NUL ÁÁÁÁ LAÁÁÁÁ OLÁÁÁÁ HYT ÁÁÁÁ LAÁÁÁÁ OLÁÁÁÁ HYT SAN ÁÁÁÁ LA ÁÁÁÁ OL ÁÁÁÁ SAN NUL 89.47ÁÁÁÁ LAÁÁÁÁ OLÁÁÁÁ VIT NUL ÁÁÁÁ LAÁÁÁÁ OLÁÁÁÁ VIT 89.47ÁÁÁÁ LAÁÁÁÁ KYNÁÁÁÁ TF NUL ÁÁÁÁ LAÁÁÁÁ 6ÁÁÁÁ TF ÁÁÁÁ ÁÁÁÁ LAÁÁÁÁ KYNÁÁÁÁ TF ÁÁÁÁ LAÁÁÁÁ KYNÁÁÁÁ VIT LA ÁÁÁÁ NUL ÁÁÁÁ NUL 89.45ÁÁÁÁ TF LA ÁÁÁÁ NUL ÁÁÁÁ NUL SAN ÁÁÁÁ LA ÁÁÁÁ 6 ÁÁÁÁ TF LA OL SAN SAN ÁÁÁÁ DMÁÁ Á NUL ÁÁÁÁ NUL NUL AC = Acetaal HYT = T OL = olypropyleen TF = TF SAN = Santopreen VIT = Fluoroelastomeer NUL = Nul LA = lastic 6 = 6 RVS KYN = VDF 440 = 440C rvs DM = thyleen propyleen diene monomeer

24 Onderdelen Onderdelenlijst luchtmotor Onderdelenlijst vloeistofgedeelte Ref. Nr. Onderdeelnr. Omschrijving Aantal BHUIZING, midden ; aluminium BHUIZING, midden ; roestvrij staal DKSL, luchtventiel; aluminium DKSL, luchtventiel; roestvrij staal 89.0 SCHROF, machine, zeskantkop; M5 x 0,8; mm AKKING, deksel; Santopreen HOUDR; aluminium O RING; nitril BLOK, luchtventiel; acetaal LAAT, luchtventiel; rvs AFDICHTING, klepplaat; Buna N AKKING, U vormig; nitril ZUIGR, aandrijvings ; acetaal LAGR, zuiger ; acetaal LAGR, pen, acetaal N, regel ; roestvrij staal O RING; buna N BLOK, stuur ; acetaal LAGR, as ; acetaal SCHROF, aardings AKKING, luchtdeksel; schuim DKSL, lucht ; aluminium DKSL, lucht ; roestvrij staal AS, membraan; rvs SCHROF; M8 x,5; 5 mm 9 O L Y R O Y L N Ref. Nr. Materiaal vloeistofgedeelte Onderdeelnr. Omschrijving Aantal DKSL, vloeistof; polypropyleen DKSL, vloeistof; geleidend polypropyleen SRUITSTUK, inlaat; polypropyleen SRUITSTUK, inlaat; geleidend polypropyleen SRUITSTUK, uitlaat; polypropyleen SRUITSTUK, uitlaat; geleidend polypropyleen LAAT, luchtzijde; aluminium LAAT, vloeistofzijde; polypropyleen SCHROF; M8 x,5; 70 mm; rvs SCHROF; M0 x.50; 60 mm; rvs SCHROF; M0 x.50; 0 mm; rvs LABL, waarschuwing GLUIDDMR SCHROF; M8 x,5; 40 mm; rvs SLUITRING; spruitstuk; uitlaat SLUITRING; spruitstuk; inlaat

25 Onderdelenlijst vloeistofgedeelte (vervolg) O L Y V I N Y L I D N F L U O R I D V D F DKSL, vloeistof; VDF SRUITSTUK, inlaat; VDF SRUITSTUK, uitlaat; VDF LAAT, luchtzijde; aluminium LAAT, vloeistofzijde; VDF SCHROF; M8 x,5; 70 mm; rvs SCHROF; M0 x.50; 60 mm; rvs SCHROF; M0 x.50; 0 mm; rvs LABL, waarschuwing GLUIDDMR SCHROF; M8 x,5; 40 mm; rvs SLUITRING; spruitstuk; uitlaat SLUITRING; spruitstuk; inlaat

26 Onderdelen * 40* 05 0* 0* 0* * *0 08 *0 0* 0 Niet gebruikt bij sommige uitvoeringen. * Deze onderdelen zitten in de pompreparatieset, die alleen als complete set verkrijgbaar is. Zie de Reparatiesets op pagina om de juiste set voor uw pomptype te vinden D Deze onderdelen zitten in de reparatieset voor luchtventielen (modellen met een aluminium middenbehuizing), die alleen te verkrijgen is als complete set. Deze onderdelen zitten in de reparatieset voor luchtventielen (modellen met een roestvast stalen middenbehuizing), die alleen te verkrijgen is als complete set. xtra labels, plaatjes en kaarten, die waarschuwen voor gevaar, zijn gratis verkrijgbaar

27 Onderdelen Onderdelenlijst zittingen Onderdelenlijst kogel Materiaal van de zittingen 6 R V S 7 4 H R V S T S A N T O R N B U N A N FLUOR LASTO MR O L Y R O Y L N V D F Ref. Nr. Onderdeelnr. Omschrijving Aantal 0* ZITTING; 6 roestvast staal 0* O-ringen TF 0* ZITTING; 7 4 roestvast staal 0* O-ringen TF 0* ZITTING; T 0 Geen Niet gebruikt 0 0* ZITTING; Santopreen 0* O-ringen TF 0* ZITTING; Buna N 4 0* Geen NIT GBRUIKT 0 0 Geen Niet gebruikt 0 0* 89.4 ZITTING; olypropyleen 0* O-ringen TF 0* ZITTING; VDF 4 0* O-ringen Ref. Nr. 0* ZITTING; fluorelastomeer Onderdeelnr. Omschrijving Aantal 0* 89.4 KOGL; TF 4 0* 89.4 KOGL; acetaal 4 0* KOGL; 440C roestvast staal 4 0* KOGL; T 4 0* KOGL; Santopreen 4 0* KOGL; Buna N 4 0* KOGL; Fluorelastomeer 4 Onderdelenlijst membraan Materiaal van het membraan T F T S A N T O R N B U N A N FLUORLA STOMR Ref. Nr. Onderdeelnr. Omschrijving Aantal 40* wordt niet los verkocht MMBRAAN, reserve; polychloropreen (CR) 40* AKKING, U vormig; nitril 40* MMBRAAN; TF 40* MMBRAAN; T 40* AKKING, U vormig; nitril 40* MMBRAAN; Santopreen 40* AKKING, U vormig; nitril 40* MMBRAAN; Buna N 40* AKKING, U vormig; Buna N 40* 89.7 MMBRAAN; Fluorelastomeer 40* AKKING, U vormig; nitril * Deze onderdelen zitten ook in de pompreparatieset, die afzonderlijk verkrijgbaar is. Zie Reparatiesets op pagina om de juiste set voor uw pomptype te vinden

28 Aandraaivolgorde Volg altijd de aandraaivolgorde als u de instructie krijgt om bevestigingsmiddelen aan te draaien.. Linker /rechtervloeistofdeksels Draai bouten aan tot 5 Nm. Uitlaatspruitstuk Draai bouten aan tot 7 8 Nm ZIJAANZICHT 5 TO VIW 7. Inlaatspruitstuk Draai bouten aan tot 7 8 Nm BOTTOM VIW

29 Afmetingen VOORAANZICHT 0,5 mm 80,5 mm / npt(f) Luchtinlaat /4 npt(f) Luchtuitlaat (Geluid demper inbegrepen) 578 mm 654 mm 489 mm 50,5 mm 89 mm 5,5 mm 50,5 mm ZIJAANZICHT 744B 59 mm Diameter poort: 56 mm Diameter flens: 5,5 mm Acht sleuven van 9 mm Vier gaten met een diameter van 6 mm 5,5 mm 45 5,5 mm ATROON BVSTIGINGSGATN OM 5,5 mm mm 7,5 mm

30 Technische gegevens Maximale vloeistofwerkdruk: , bar Werkgebied luchtdruk ,4 8, bar Maximaal luchtverbruik ,9 N m /min Luchtverbruik bij 4,9 bar/7 l/min ,68 N m /min (zie grafiek) Maximale capaciteit vrije uitstroming l/min Maximale pompsnelheid toeren per minuut Liters per cyclus ,90 Maximale aanzuighoogte ,48 m nat of droog Maximale korrelgrootte pompbare vaste stoffen , mm * Geluidsdrukniveau bij 7 bar, 50 toeren per minuut dba * Geluidsvermogen bij 7 bar, 50 toeren per minuut dba * Geluidsdrukniveau bij 4,9 bar, 50 toeren per minuut dba Maximale bedrijfstemperatuur ,5C Afmetingen luchtinlaat / npt(f) Afmetingen vloeistofinlaat inch opstaande flens Afmetingen vloeistofuitlaat inch opstaande flens Bevochtigde delen..... Verschilt per uitvoering. Zie pagina s 4 7 Niet bevochtigde externe onderdelen aluminium 0, 6 roestvast staal, olyester (labels) Gewicht olypropyleen pompen met aluminium luchtgedeelte: kg VDF pompen met aluminium luchtgedeelte: kg olypropyleen pompen met roestvast stalen luchtgedeelte: kg VDF pompen met roestvast stalen luchtgedeelte: 4 kg Santopreen is een gedeponeerd handelsmerk van de Monsanto Co. * Geluidsdrukniveaus gemeten met de pomp bevestigd op de vloer, met gebruik van de rubber trillingdemperset Geluidsvermogen gemeten volgens de ISO norm 964. Voorbeeld voor het bepalen van het luchtverbruik en de luchtdruk van de pomp bij een specifieke vloeistofafgifte en ontlaadkop: Om een vloeistofstroom van 7 liter te produceren (horizontale schaal) bij een druk van de ontlaadkop van,8 (verticale schaal) is er ongeveer,68 N m /min luchtverbruik nodig bij een inlaatluchtdruk van 4,9 bar. meter bar 85, 7, 8,4 7,0 A B F A B C D INLAATLUCHTDRUK 8,4 lucht 7 bar lucht 4,9 bar lucht,8 bar lucht ONTLAADKO OM 6,0 48,8 6,6 4,4 5,6 4,,8 C D G H LUCHTVRBRUIK 0,70 N m /min F,40 N m /min G,0 N m /min H.80 N m /min,, TSTOMSTANDIGHDN omp is getest in water met TF membraan en de inlaat ondergedompeld. VLOISTOFSTROOM IN L/MIN VRKLARING VLOISTOFDRUK N STROOMSNLHID N M /min LUCHTVRBRUIK