INHOUD OVERZICHT LEC

Transcriptie

1 TS490 Draadloos 38 zones Alarmcentrale Installatie en programmering

2 INHOUD OVERZICHT Introductie Alarmcentrale Storingsdetectie Draadloze detectors Code-/ afstandbedieningspanelen Uitbreidingsmodule TS700 LEC Specificaties Systeemopbouw Kabels Codepaneel netwerk Centrale installeren Centrale (Behuizing) Print lay-out Codepanelen Codepanelen installatie procedure TS700 LEC installatie Netspanning aansluiting Bedrading van de zones Bedrading sirene / flitser Voorbeeld bedrading zelfactiverende sirene Extra sabotagelus AUX TAMP Externe luidspeaker Printer aansluiten Accu aansluiten Programmeerbare uitgangen Controle!!Belangrijk!! Opstarten (Tevens resetten) Extra controles PIR DETECTOR (Draadloos) Locatie van de PIR Lenzen en bereiken Installatie Lens wisselen Montage behuizing Muur anti-sabotage Muur hoek anti-sabotage Werking PIR (BELANGRIJK!) PIR detector inlezen op centrale Handzender Batterij vervangen Magneetkontakt / universele zender Montage Doen Monteer niet! Intern magneetkontakt gebruiken CON Aansluiten externe (N/C) magneetkontakten Draadloze sleutelschakelaar maken

3 INHOUD INSTALLATEURS MENU Uitgangen programmeren Programmeerbare uitgang types Programmeer zones Zone toevoeging Zone menu Systeem timers Systeem timers menu Manier van inschakelen (BELANGRIJK!) Systeem configuratie programmeren Systeem configuratie menu Ga naar gebruikers menu Toevoegen / verwijderen draadloze detectors (& handzenders) Omnummeren bedrade zones INSTALLATEURS MENU Status zones bekijken klok instellen Datum instellen Installateurscode wijzigen Geluidssignaal op zone programmeren Afdrukken loggeheugen Configureer deelschakelingen Loggeheugen bekijken (menu) Loggeheugen meldingen Reset gebruikerscode Zone teksten programmeren Tekst toetsenbord Sleutelschakelaar (bedraad) Installateurscode resetten (Naar fabrieksstand) Copyright Punt Security: Alle rechten zijn voorbehouden. Geen enkel deel van de hierin opgenomen informatie mag gereproduceerd of gekopieerd worden zonder vooraf gegeven schriftelijke toestemming door Punt Security. 2

4 INTRODUCTIE De TS490 draadloze alarmcentrales is ontworpen om gebruikt te worden in kleine en middelgrote installaties. De alarmcentrale biedt de mogelijkheid voor 30 draadloze zones en 8 bedrade zones via de 4 aan te koppelen codepanelen of LEC uitbreidingsmodules. (Elk codepaneel of LEC verschaft nl. 2 extra bedrade zones en 1 programmeerbare uitgang). Programmering geschiedt via een duidelijk LCDisplay. Het systeem werkt op 433 Mhz, en is goedgekeurd voor de Nederlandse markt. De Standaard (Fabrieks) installateurs code is 1234, de standaard gebruikerscode is 5678 ALARMCENTRALE De alarmcentrale is het middelpunt van het systeem, en heeft van zichzelf de volgende faciliteiten: Ingebouwd codepaneel 30 vrij programmeerbare draadloze zones Sirene (Bell) en Flitser(Strobe) uitgangen 8 karakter LCdisplay 3 vrij programmeerbare uitgangen Uitgang voor extra luidspeaker Alle systeemgegevens inclusief het 150 gebeurtenissen zijn opgeslagen in een niet uitwisbaar geheugen. Seriële printer uitgang 10 gebruikerscodes + aparte installateurscode STORING DETECTIE De TS490 heeft een speciale storingsdetectie optie, welke d.m.v. programmering aan of uitgezet kan worden. Wanneer deze detectie is ingeschakeld zal het systeem controleren of er een signaal actief is op dezelfde frequentie als de detectors. Indien de centrale een continu storingssignaal detecteert van meer dan 30 seconden, zal de centrale wanneer deze gedeeltelijk of geheel ingeschakeld staat volledig in alarm gaan. Wanneer de centrale in ruststand verkeert zal de interne speaker(s) elke minuut een piepsignaal geven en zal JAMMED op het display verschijnen. DRAADLOZE DETECTORS Op de TS490 kunnen de volgende draadloze detectoren geïnstalleerd worden: TS490.PIR (Passief infrarood detector) De TS490PIR is een draadloze infrarood detector met een bereik van 10 meter. TS490.MAGN (Magneetkontakt tevens universele zender) De TS490MAGN draadloos magneetkontakt met bijbehorende magneet, maar heeft ook een extra externe aansluiting (Zone + anti-sabotage) voor bijv. een extra (Inbouw) magneetkontakt of ander type detector. De TS490MAGN verstuurd een signaal naar de alarmcentrale wanneer het interne magneetkontakt of de externe aansluiting wordt geactiveerd en verstuurd een herstelsignaal wanneer deze gedéactiveerd wordt. TS490.ROOK (Rookdetector) De TS490ROOK is een draadloze rookdetector. TS490.ZEND (Handzender voor in-& uitschakelen en Overval) De TS490.ZEND kan men gebruiken om het systeem gedeeltelijk of volledig in te schakelen. Wanneer men de 2 buitenste knoppen gelijktijdig indrukt zal dit op het systeem een paniek/overval alarm veroorzaken. CODE- / AFSTANDSBEDIENGSPANELEN Er kunnen op de TS490 maximaal 4 code /afstandbedieningspanelen aangesloten worden. 8 karakter LCD (TS790.REM) Het TS790.REM (STAR) codepaneel heeft een (Verlicht) 8 karakter LC Display (Starburst), een vrij programmeerbare LED en een rubber (Verlicht) toetsenbord. 2 LED s (TS700.ARM) Het TS700.ARM codepaneel heeft 2 LED s en een rubber (Verlicht) toetsenbord, en kan alleen gebruikt worden voor inschakelen (Ook deelschakelingen) en uitschakelen. De Function LED is vrij programmeerbaar. UITBREIDINGSMODULE TS700 LEC De TS700.LEC uitbreidingsmodule verschaft 2 extra zones en 1 programmeerbare uitgang. 3

5 SPECIFICATIES Zones: Draadloos: 30 Uitbreiding: TS700.LEC 2 bedrade zones Bedraad: 8 (met 4 codepanelen of LEC's) Uitgangen: (via codepaneel of LEC) Codepanelen: 8 karakter Starburst LCD 2 LED s Netspanning: 230V ±10% 50Hz ± 5% Voeding: 750 mah Accu: 12 Volt 2 Ah Stroomverbruik: Centrale 120 ma (Normaal) 300 ma (In alarm) STAR LCD codepaneel: 50 ma (Normaal) 60 ma (In alarm) ARM codepaneel 30 ma (Normaal) 40 ma (In alarm) LEC 30 ma (Normaal) 30 ma (In alarm) Afmetingen: Centrale 205 (B) x 205(H) x 64 (D) mm. Codepaneel 150 (B) x 104(H) x 30 (D) mm. TS700.LEC 142 (B) x 82 (H) x 36 (D) mm. Omgevingstemperatuur: 0 tot 50 C SYSTEEM OPBOUW 4

6 KABELS Wanneer men kabels trekt, let dan op het volgende: - Gebruik zo veel mogelijk afgeschermde kabel. - Zorg ervoor dat de kabel van de detectoren en codepanelen zo min mogelijk parallel lopen met andere kabel (Kabels voor: Netspanning, telefoon, coax en computer e.d.). - Zorg ervoor dat de stroomvoorziening van de centrale op een zone komt in de meterkast, die niet per ongeluk uitgeschakeld kan worden. Voer de draad door het daarvoor bestemde invoergat in de behuizing. - In zeer grote installaties wordt aanbevolen, dat men, indien men met de draden grote afstanden moet overbruggen, een externe voeding gebruikt, om te voorkomen dat door de lengte van de draad een te groot spanningsverlies ontstaat (Gebruik de 519XB externe voeding). CODEPANEEL NETWERK Voor het aansluiten van het codepaneel netwerk gebruikt men kabels met minimaal 6 aders. Men kan de codepanelen in een ketting of in een ster aansluiten. De totale kabellengte tussen de centrale en het laatste codepaneel mag de 100 meter niet overschrijden. De voeding voor de detectoren wordt voorzien door de A & B aansluitingen. CENTRALE INSTALLEREN Enkele wenken: 1. Monteer de centrale NIET in een metalen kast (Geen radio signaal mogelijk) 2. Vermijd dat de net spanningskabels langs of door de dezelfde opening lopen als de andere kabels. 3. Behandel de interne componenten met grote voorzichtigheid. 4. Monteer altijd zonder dat er spanning op de componenten staat. 5. Monteer de centrale in beveiligd gebied. 6. Zorg ervoor dat de centrale vrij hangt, voor een zo goed mogelijk ontvangst. 7. Houdt de centrale zo ver mogelijk uit de buurt van metalen leidingen. CENTRALE ❶ Netspanning kabeldoorvoer ❷ Print (PCB) van de centrale ❸ LCDisplay ❹ Luidspeaker ❺ Receiver (Ontvanger) module. VERANDER NOOIT IETS AAN DEZE MODULE!!!!!! ❻ Antenne ❼ Accu (2 Ah) ❽ Transformator ❾ Netspanning aansluiting met 200 ma zekering 5

7 1. ZEKERING 1 Deze 1Amp zekering beveiligt de voeding van het codepaneel netwerk en de voeding (Aux 12V) van de randapparatuur. 2. JP1 PRINTER Deze 6-pins connector is bestemd voor aansluiten van de printer-interface, met de mogelijkheid een RS232 printer aan te sturen. 3. DISPLAY 8 karakter LCDisplay 4. INLEES-SENSOR Wanneer men een detector aan het systeem wil toevoegen hoeft men alleen deze met de knipperende led bij deze sensor te houden, waarna de centrale hem zal herkennen en zal toevoegen op het systeem. 5. FACTORY RESET Wanneer deze pinnetjes tijdens het aankoppelen van de netspanning worden kortgesloten, zullen alle gegevens in de centrale naar fabrieksinstelling gereset worden. Wanneer men de installateurscode is vergeten kan deze naar 1234 gereset worden door met de spanning aangekoppeld de 2 pinnetjes even kort te sluiten. PRINT LAYOUT 6. SABOTAGE SCHAKELAAR Deze schakelaar beveiligd de centrale tegen ongeoorloofd openen. 7. NVM Dit is het geheugen waar de systeeminstellingen en het loggeheugen zijn opgeslagen 8. TOETSENBORD Dit verlichte toetsenbord gebruikt men voor het programmeren en bedienen van het systeem 9. ANTENNE Dit is de ontvangst antenne. LET OP: Laat de antenne altijd voor de accu langslopen!! 10. ONTVANGER MODULE Receiver (Ontvanger) module. VERANDER NOOIT IETS AAN DEZE MODULE!!!!!! 11. SPEAKER VOLUME (VR1) Met de potmeter is het mogelijk om het volume, van een aangesloten externe speaker, te regelen. Alarm signalen worden ten alle tijden weergegeven in vol volume. 12. SIRENE/FLITSER ZEKERING 2 Zekering staat in lijn met H/O+ aansluiting van de sirene/flitser uitgang af. 13. WISSELSPANNING DRADEN Deze draden lopen naar de transformator die de spanning vanaf de netspanning omvormt. 14. SIRENE/FLITSER AANSLUITING 15. EXTERNE SPEAKER AANSLUITING Deze aansluiting voorziet in de mogelijkheid om samen met de H/O- een extra externe 16 Ω speaker aan te sluiten 16. EXTRA SABOTAGELUS Gebruik deze aansluiting om eventuele randapparatuur (Bijv. een Spraakkiezer SD-1 PV+) te beveiligen tegen sabotage. INDIEN MEN DE AANSLUITING NIET GEBRUIKT, DIENT DEZE OVERBRUGT TE WORDEN!!! 17. PROGRAMMEERBARE UITGANGEN Deze uitgangen schakelen naar 0V, met maximum stroomsterke van 100 ma. De uitgangen zijn vrij programmeerbaar en kunnen gebruikt worden voor bijv. het aansturen van een (Meldkamer) alamkiezer. 18. CODEPANEEL (NETWERK) AANSLUITING Sluit hier tot maximaal 4 codepanelen op aan. LET OP: elke codepaneel moet op een eigen adres gezet worden (Zet de jumper op 1,2 3 of 4!!!!) 6

8 CODEPANELEN Men kan 2 type codepanelen (In elke willekeurige combinatie) op het systeem aansluiten. TS790 STAR LCD TS700.ARM CODEPANEEL PRINT-LAYOUTS EN AANSLUITINGEN ❶ ❷ ❸ ❹ ❺ ❻ ❼ ❽ ❾ Alarmzones Elk codepaneel biedt 2 programmeerbare zones Niet weergegeven LED activering (LED MIMIC) Wanneer deze jumper op Enabled staat zal de rode LED op het codepaneel oplichten wanneer de uitgang op het betreffende codepaneel (O/P) geactiveerd wordt. Adressering jumper (REMOTE ID) Met deze jumper bepaalt men de plaats (Adres) van het codepaneel in het systeem. (Dus ook de nummers van de 2 zones op dit codepaneel) Geluidscontrole (WARD SOUNDER CONTROL) Wanneer deze jumper op Disabled staat zal de speaker van het codepaneel op het zelfde moment signaal geven als de speakeruitgang van de centrale. Indien de jumper op Enabled staat zal de speaker van het codepaneel alleen signaal geven wanneer de speaker uitgang op de centrale en de uitgang op het betreffende codepaneel gelijktijdig actief zijn. Niet weergegeven Netwerk aansluitingen & O/P Deze aansluitstrip is bestemd voor de aankoppeling van het codepaneel op de alarmcentrale. Het aansluit punt O/P is de programmeerbare uitgang van het codepaneel. Sabotage schakelaar Blokkering ENT druktoets Met behulp van het verplaatsen van de jumper kan men de ENT toets blokkeren ( Disabled ), om zo te voorkomen dat men in de programmeer menu s kan komen (Standaard staat deze toets op Enabled =aan) 7

9 CODEPANELEN INSTALLATIEPROCEDURE Zorg ervoor dat alle stroom (Netspanning en accu) is verwijderd voordat u met het aansluiten van de componenten begint. 1. Open de behuizing van het codepaneel met behulp van een schroevendraaier. Druk de 2 clips (Onder of boven) naar binnen, en trek de 2 delen uit elkaar. 2. Houdt de Achterkant van het codepaneel tegen de muur en teken de boorgaten af. (Boor, indien nodig, de benodigde gaten) Voer de kabel door de daarvoor bestemde openingen, en schroef de behuizing tegen de muur. 3. Sluit de draden aan op de juiste aansluitpunten (Op de centrale REMOTE NETWORK"). 3. Plaats de I/D Selector (Adressering) jumper op de juiste positie. Geen enkel codepaneel mag op dezelfde adressering staan. TS490 I/D selectie Circuit (Zone) A Circuit(Zone) B Uitgang ENG Geen Geen Geen 5. Indien het codepaneel een ENT KEY (Enabled/disabled) heeft, kan men de extra functies op het betreffende codepaneel blokkeren. Wanneer de ENT toets is geblokkeerd (Disabled), kan men het systeem in- en uitschakelen, maar heeft men geen toegang tot de gebruikers (Programmeer) menu s. 6. Indien het codepaneel een Ward Sounder control jumper heeft. Kan dit gebruikt worden om de interne speaker van het codepaneel te laten reageren op het moment dat de programmeerbare uitgang actief is. Wanneer de jumper op de disabled positie staat, zal de interne speaker normaal reageren. Wanneer de jumper op de enabled positie staat zal de interne speaker alleen signaal geven wanneer de uitgang (O/P) actief is. Bijvoorbeeld: om te zorgen dat een bepaalde deelschakeling alleen uitgangssignaal geeft in het gebied, wat in deel ingeschakeld wordt (de andere gedeelten die niet ingeschakeld worden, ondervinden geen hinder van het signaal van de inschakelingen van andere gedeelten). Bijvoorbeeld: programmeer de uitgang als uitgangssignaal A = type 064 en plaats de jumper in de enabled positie, om te zorgen dat het codepaneel een signaal geeft indien deel A wordt ingeschakeld. 6. Let er bij het plaatsen van het codepaneel-frontplaat op, dat er geen draden verstrikt zitten in de veer van de Sabotage schakelaar. 8

10 TS700 LEC installatie De TS700 LEC is een 2 zones uitbreidingsmodule met 1 vrij programmeerbare uitgang. Er kunnen op het systeem maximaal 3 LEC s op het REMOTE NETWORK gemonteerd worden, daar het systeem altijd minimaal 1 codepaneel nodig heeft. Zorg ervoor dat alle stroom (Netspanning en accu) is verwijderd voordat u met het aansluiten van de componenten begint. 1. Open de behuizing van de LEC door de clips (Boven/zijkant) naar binnen te drukken. Til daarna de deksel op. 2. Indien men de LEC in de centrale kast wil monteren kan men de print uit de behuizing halen, en deze met speciale isolerende plak (montage) voetjes in de centrale plaatsen. De sabotage schakelaar kan geblokkeerd worden door een jumper over de JP2 te plaatsen. 3. Voor montage van de LEC module gebruikt men de daarvoor bestemde schroefgaten. De draden kunnen op 2 plaatsen naar binnen gevoerd worden. 4. Verbind de LEC aansluiting(en) met de REMOTE NETWORK aansluiting op de centrale. 5. Plaats de I/D Selector (Adressering) jumper op de juiste positie. Geen enkele LEC mag op dezelfde adressering staan. Zet de I/D jumper nooit op NULL. TS490 I/D selectie Circuit (Zone) A Circuit(Zone) B Uitgang ENG Geen Geen Geen NETSPANNING AANSLUITING De Netspanning moet aangesloten worden op het 3-polige aansluitblok, welke is gezekerd met een 315mA zekering. Zorg ervoor dat de centrale (indien mogelijk) op een eigen stroomgroep wordt aangesloten. 9

11 BEDRADING VAN DE ZONES Alle bedrade zones kunnen dubbelpolig (Double Pole) of eindweerstand (End of Line) bedraad worden. Beide kunnen gelijktijdig in een systeem toegepast worden. DUBBELPOLIG Alarmcontact en sabotage(tamper)contact zijn in 2 aparte lussen aangesloten. De weerstand over een gehele lus (Alarm of sabotage) moet minder zijn dan 100 OHM. Het maximum aantal detectoren per zone is 10. N/O (Normaal open) apparatuur wordt aangesloten tussen de (kortgesloten) alarm lus en (kortgesloten) sabotagelus (Tamper). Wanneer een zone niet gebruikt wordt, kan men deze overbruggen (Z & T beide apart overbruggen) of programmeren als Not Used (Niet gebruikt). EINDWEERSTAND Over het alarmcontact moet een 4K7 weerstand geplaatst worden Een 2K2 weerstand moet gemonteerd worden, op een punt in de draad van de zone die het verst van de centrale verwijderd is. De weerstand over de gehele lus, met de eindweerstand (2K2) kortgesloten, moet minder zijn dan 100 OHM. Het maximum aantal detectoren per zone is 10. N/O (Normaal open) apparatuur wordt aangesloten op de buitenste aansluitingen van de zone. Wanneer een zone niet gebruikt wordt kan deze overbrugd worden(z & T beide apart overbruggen) of programmeren als Not Used (Niet gebruikt) Dubbelpolige aansluiting Eindweerstand aansluiting (End of Line) BEDRADING SIRENE/FLITSER De volgende aansluitpunten zijn bestemd voor het aansluiten van een (Zelfactiverende) Sirene / flitser. H/O- H/O+ TR- STB- TRG- Dit aansluitpunt is de constante 0V voeding Dit aansluitpunt is de constante 12V voeding Dit aansluitpunt wordt gebruikt om samen met de H/O-, de sabotage lus te vormen voor de sirene. Indien men geen zelfactiverende sirene/flitser monteert, en dit aansluitpunt dus ongebruikt blijft, zal men een overbrugging moeten maken tussen H/O- & TR-. De centrale zal anders continu sabotagealarm geven. Dit aansluitpunt is een 0V geschakelde uitgang voor de flitser maximaal). Verbind de andere pool van de flitser (Indien niet zelfactiverend) met de H/O+. Dit aansluitpunt is een 0V geschakelde uitgang voor de sirene maximaal). Verbind de andere pool van de sirene (Indien niet zelfactiverend)met de H/O+. De TRG- kan op 2 manieren geprogrammeerd worden: SAB SCB In alarm schakelt de uitgang naar 0V. (Opkomende min) De uitgang verschaft een constante 0V, en valt weg in alarm (Afvallende min) 10

12 VOORBEELD BEDRADING ZELFACTIVERENDE SIRENE EXTRA SABOTAGELUS AUX TAMP Dit aansluitpunt verschaft een extra aparte sabotagelus voor bijv. sabotagebeveiliging op: externe speaker, externe telefoonkiezer etc. Wanneer dit aansluitpunt niet gebruikt wordt, zal deze overbrugd moeten worden. EXTRENE LUIDSPEAKER Men kan tot 2 externe luidspeakers aansluiten op het systeem (Op aansluitpunten SPK+ & H/O-). Het speakervolume is instelbaar met potmeter VR1 SPEAKER VOLUME. PRINTER AANSLUITEN Op de TS490 is het mogelijk om een RS232 printer aan te sluiten. Men heeft hiervoor een speciale adapter nodig die op de PRINTER (JP1) connector gestoken kan worden. De volgende instelling op de printer zijn nodig, om deze goed te laten werken: Baud Rate = 4800 Parity = None Start Bits = 1 Stop Bits = 2 Data Bits = 8 DTR = Normal ACCU AANSLUITEN Men moet op het systeem een 2 Ah accu aansluiten om zo een eventuele netspanning uitval op te kunnen vangen. Let goed op de polariteit! 11

13 PROGRAMMEERBARE UITGANGEN De TS490 heeft 3 programmeerbare uitgangen, die zeer veel verschillende dingen kunnen schakelen. De functie van elke uitgang is volledig vrij te programmeren. (Zie verder in deze handleiding) De centrale(zelf) heeft 3 vrij te programmeren uitgangen, welke alle drie naar min (0V) toe schakelen. Ook elk codepaneel of LEC-uitbreidingsmodule heeft een vrij te programmeren uitgang (In totaal ook 4): [1,2,3, & 5,6,7,8] Schakelt naar 0V 100 ma max. CONTROLE!! BELANGRIJK Indien men het systeem heeft gemonteerd, dient men voordat men de spanning op het systeem zet, zich ervan te gewissen dat: 1. Alle aansluitingen correct (Volgens deze handleiding) zijn gemaakt (Dus A op A en B op B etc.). 2. Ongelijksoortige kabel niet langs elkaar lopen (Bijv. geen 220 Volt kabel langs 12 volt kabels) 3. De totale kabellengte en kabel weerstand het maximaal (Zoals beschreven) niet overschrijd. 4. De netspanning niet per ongeluk uitgeschakeld kan worden, Waneer men de centrale voor de eerste keer opstart: OPSTARTEN (TEVENS RESETTEN) 1. Sluit met een kleine schroevendraaier de 2 pinnetjes, FACTORY RESTART, kort om ervoor te zorgen dat de centrale opstart met zijn standaard fabrieksinstellingen. 2. Schakel de netspanning in, houdt de pinnetjes nog ± 3 sec. gesloten, en verwijder de schroevendraaier. 3. Controleer of de centrale en codepaneel(en) in het display LID TAMP" weergeven. De interne codepaneel- en externe speakers zullen signaal geven. 4. Toets de standaard installateurscode (1234) in om het signaal te stoppen. 5. Sluit indien nodig de accu aan. Wanneer men klaar is met het opstarten van de centrale: EXTRA CONTROLES 1. Schakel de netspanning uit, en meet de voltage (DC) op elk codepaneel, controleer of de spanning hoger is dan 11 vol volt, wanneer het systeem alleen door de accu gevoed wordt. (De accu dient natuurlijk wel enigszins opgeladen te zijn) 2. Schakel de netspanning weer in en meet de voltage (DC) tussen de aarde (van de netspanning kabel) en de AUX +12V en tussen de aarde en de 0V. In beide gevallen mag de gemeten voltage niet hoger dan 1 volt zijn. Indien de voltage hoger is dan 1 Volt, zit er ergens een isolatiefout tussen de aarde en andere draden. 12

14 P.I.R. DETECTOR De passief infrarood detector TS490.PIR is ontworpen voor binnen en dient gebruikt te worden met de TS490 alarmcentrale. De detector heeft een bereik van maximaal 15 meter. De TS490.PIR moet voorzien worden van 2x AA alkaline batterijen welke een levensduur hebben van ±14 maanden. De behuizing is beschermd tegen sabotage d.m.v. een anti-sabotageschakelaar. Men kan in de behuizing een gat maken in het gemarkeerde deel om zo de betreffende anti-sabotageschakelaar tevens te gebruiken als beveiliging voor het verwijderen van de detector van de muur. LOCATIE VAN DE PIR Men kan de PIR op een vlakke muur monteren, maar bij voorkeur plaatst men de detector in de hoek. Het bereik van de detector is weergegeven in de onderstaande tekeningen. Monteer de PIR tussen 1.8 en 2.4 meter hoogte. LENZEN EN BEREIKEN 13

15 P.I.R. DETECTOR (Vervolg) Monteer de detector NIET: Gericht op een vuur, boiler, cv of raam Boven een radiator Dicht bij de vloer Dichtbij of op een grote metalen constructie Dichter dan 1 meter bij netspanning kabels, waterleidingen en/of gasleidingen. In door metaal afgesloten gebied Direct in de buurt van computers, kopieermachines en andere radio apparatuur. Dichter dan 3 cm vanaf het plafond (Om ruimte te laten voor het openen van de behuizing in de toekomst) INSTALLATIE Open de behuizing van de detector door het flapje op de bovenkant van de behuizing naar boven te klappen, verwijder daarna de schroef. Plaats 2 "AA" alkaline batterijen (Niet meegeleverd). GEBRUIK GEEN OPLAADBARE BATTERIJEN!! (Voltage hiervan is nl 1,2 Volt i.p.v. 1,5 Volt) LENS WISSELEN 1. Verwijder het binnenste gedeelte van de detector door de 2 klemmetjes lichtjes opzij (Naar buiten) te duwen en het voorzichtig eruit te lichten. 2. Verwijder de lens uit het frontgedeelte en plaats de nieuwe lens. Zorg ervoor dat de gaatjes in de rand van de lens correct over de puntjes heen vallen, ter indicatie van onder en bovenkant. 3. Wanneer men dat wenst kan men de huisdier spiegel naar beneden draaien. Dit zorgt ervoor dat alle, behalve de bovenste rij zones worden uitgeschakeld. Wanneer men de huisdier spiegel gebruikt, moet de detector voor het juiste bereik op 2 meter hoogte gemonteerd worden. De detector heeft een immuniteit voor huisdieren tot een afstand 10 meter. Gebruik deze functie niet in kleine ruimtes (daar de PIR op 2 meter hoogte hangt) en niet in ruimtes langer dan 10 meter 4. Herplaats het binnenwerk door de onderkant in de behuizing te haken, en hem daarna erin te drukken 14

16 P.I.R. DETECTOR (Vervolg) MONTAGE BEHUIZING De behuizing van de TS490 PIR kan op 3 verschillende manier gemonteerd worden. (Zie onderstaande tekening) In de behuizing treft men diverse voorgemarkeerde plaatsen aan om schroeven door te voeren. Boor minimaal 2 gaatjes door voor montage op de juiste locatie. MUUR ANTI-SABOTAGE Wanneer men de detector wil beveiligen tegen het verwijderen van de muur, kan men een gat maken in het gemarkeerde deel. (Zie tekening) 1. Boor het gat uit, gemarkeerd als een cirkel (Zie tekening), Zorg ervoor dat het opening ruim genoeg is zodat de anti-sabotage schakelaar er gemakkelijk door heen steekt. 2. Markeer met de behuizing op de juiste locatie, de opening op de muur. 3. Boor een gat op de gemarkeerde plaats en draai een schroef hierin. ZORG ERVOOR DAT DE SCHROEF NIET MEER DAN 2,5 MM UIT DE MUUR STEEKT! (Dit kan de print van de PIR beschadigen) 4. Monteer de behuizing dusdanig dat de kop van de schroef door de achterkant van de behuizing heen steekt, En controleer of bij het plaatsen van het frontgedeelte de sabotageschakelaar door de schroef wordt ingedrukt. Draai de schroef indien deze de schakelaar niet indrukt, iets uit de muur. MUUR HOEK ANTI-SABOTAGE 15

17 P.I.R. DETECTOR (Vervolg) WERKING PIR!BELANGRIJK! Wanneer in een normale situatie de detector wordt geactiveerd, zal deze om zijn batterij te sparen na die activering, voor de tijdsduur van 3 minuten blokkeren. De detector geeft dus voor de tijdsduur van 3 minuten geen melding meer naar de centrale. Wanneer er binnen deze 3 minuten opnieuw een activering plaats vindt start de blokkeringstimer de 3 minuten opnieuw maar geeft zoals eerder vermeld op dat moment dus geen melding meer naar de centrale. Voor het testen van de detector in een normale situatie, dient men na een activering ± 4 minuten buiten de beveiligde ruimte te wachten, alvorens een volgende activering zal worden doorgemeld aan de centrale. LET OP:Wanneer men de behuizing opent en opnieuw sluit, of de batterijen voor het eerste plaatst, zal de detector voor de tijdsduur van 30 minuten een speciale testmode starten. In deze testmode blokkeert de detector slechts 2 seconden. Na dit half uur zal de detector weer in de normale batterijbesparende mode (3 minuten blokkering) terugkeren. Indien men dus op een éénvoudige snellere manier het systeem wil uitlopen, is het dus aan te raden de speciale testmode op de detector te starten door even de behuizing te openen en te sluiten (=Activering van de antisabotage schakelaar). PIR DETECTOR INLEZEN OP CENTRALE Wanneer men de batterijen (voor het eerst) in de detector plaats, of wanneer men de anti-sabotage schakelaar activeert, zal de LED op de detector gaan knipperen en een unieke code afgeven. Om de detector aan het systeem toe te voegen dient men, het juiste programmeermenu te kiezen, en de knipperende LED bij de "inlees sensor" van de centrale te houden. Op pagina 31 van deze handleiding wordt beschreven hoe men deze inleesprocedure moet volgen. HANDZENDER De TS490.ZEND is een handzender met de mogelijkheid voor: - Geheel in of uitschakelen - Gedeelte A in of uitschakelen (met handzender alleen deelschakeling A mogelijk) - Paniek /overval melding Om de handzender aan het systeem toe te voegen dient men, het juiste programmeermenu te kiezen, de LED bij de "inlees sensor" van de centrale te houden en één van de knoppen in te drukken op de handzender. BATTERIJ VERVANGEN De batterij die gebruikt wordt in de handzender is een Duracell DL 1/3N of CR 1/3N of K58L (Alkaline). Let bij het vervangen van de batterij op de JUISTE POLARITEIT (+/-) 16

18 MAGNEET KONTAKT / UNIVERSELE ZENDER De TS490.MAGN is een magneetkontakt tevens universele zender en is ontworpen voor gebruik in combinatie met TS490 draadloze alarmcentrale. De zender zendt een signaal naar de alarmcentrale wanneer men de magneet van de zender verwijdert, en zendt een herstelsignaal wanneer de magneet weer op zijn plaats terug is. De behuizing is beveiligd tegen sabotage door een interne en externe anti-sabotage schakelaar. Daar de 2 verschillende anti-sabotage schakelaars in serie met elkaar staan dient men bij het inlezen op de sensor van de centrale, beide schakelaar gelijktijdig te sluiten, en daarna één of beide schakelaars te openen, om de LED te activeren. MONTAGE Monteer de behuizing van de zender indien mogelijk bovenaan de deurpost of kozijn en de magneet aan de deur of het raam. Indien de deurpost of het kozijn niet voldoende montageruimte biedt kan men bijv. (precies andersom). de magneet op de deurpost of kozijn monteren en zender op deur of raam DOEN: -Zorg ervoor dat de ruimte tussen de magneet en de zender niet groter is dan 10mm, wanneer raam of deur gesloten is -Zorg ervoor dat de pijl op de magneet in lijn is met het merkteken aan de zijkant van de zender. MONTEER NIET: - Aan de scharnierzijde van deur of raam. - Vlak boven de grond. - Vlakbij of op grote metalen constructies. - Binnen 1 meter van een elektrische leiding, of metalen gas- en/of waterleidingen. - Vlakbij elektronische apparatuur, bijv. computers, copiers of elk soort ander draadloze apparatuur. 17

19 MAGNEET KONTAKT / UNIVERSELE ZENDER INTERN MAGNEETKONTAKT GEBRUIKEN Wanneer men van plan is het interne magneetkontakt van de TS490.MAGN te gebruiken zonder verdere externe aansluitingen MOET men de brug "CON2" open laten. Wanneer men later besluit alsnog (alleen) een externe aansluiting te maken moet men de jumper op de 2 pinnetjes plaatsen ("CON2" sluiten) CON2: Situatie Handeling - Men gebruikt alleen het interne reedkontakt... verwijder jumper op "CON2" - Men gebruikt alleen de externe aansluiting... plaats jumper op "CON2" - Men gebruikt het interne reedkontakt + externe aansluiting... verwijder jumper "CON2" AANSLUITEN EXTERNE (N/C) MAGNEETKONTAKTEN (E.D.) Het is mogelijk om op de TS490.MAGN extra externe N/C magneet kontakten aan te sluiten. Men kan diverse magneetkontakten in serie aansluiten op het externe aansluitblok van de TS490.MAGN, maar deze zullen wel als één zone door de TS490 centrale gezien worden. Gebruik voor een goede werking geen kabel langer dan 10 meter totale lengte vanaf de TS490.MAGN tot en met het laatste kontakt. Aansluiten 1. Verwijder de verbindingen op het aansluitblok. 2. Sluit N/C kontakten aan zoals getoond in de tekening 3. Controleer de Jumper CON2 voor de juiste instelling (zie boven aan deze pagina "CON2") Indien men in een later stadium de externe magneetkontakten verwijdert dient men de verbindingen van het aansluitblok te herstellen. NL DRAADLOZE SLEUTELSCHAKELAAR MAKEN Men kan met behulp van de TS490.MAGN een draadloze sleutelschakelaar maken. - Lees (programmeer) de detector d.m.v. van de LED in het systeem - Programmeer de betreffende zone als sleutelschakelaar (KEY PT) met de toevoeging: Mogelijke toevoegingen 2 punts sleutelschakelaar: Volledige inschakeling: F * * * * * * * Deelschakeling A: * A * * * * * * Deelschakeling B: * * B * * * * * Deelschakeling C: * * * C * * * * Wanneer men de "AL" lus sluit zal het systeem in rust verkeren, wanneer men de "AL" lus opent zal het systeem (afhankelijk van de programmering) geheel of gedeeltelijk inschakelen. 18

20 INSTALLATEURS MENU 1 (E/MENU 1) 1 Installateurs menu 1 is de eerste van de 2 menu s, die start na het intoetsen van de installateurscode. Men kan deze menu s verlaten door op ESC te drukken. Het systeem keert dan terug in de ruststand, maar de codepanelen zullen de melding Engineer-on-site geven. Deze melding verdwijnt wanneer er een geldige gebruikers code wordt ingetoetst, of wanneer men het installateursmenu verlaat via het gebruikers menu 1. Wanneer men het installateursmenu selecteert zullen alle sabotagelussen buiten werking zijn. De Standaard (Fabrieks) installateurs code is 1234, de standaard gebruikerscode is 5678 Toets Programmeeroptie Pagina Uitgangen programmeren Niet gebruikt... Niet gebruikt... Zones & toevoegingen programmeren Systeem timers programmeren Manier van inschakelen programmeren Niet gebruikt... Niet gebruikt... Systeem configuratie programmeren Ga naar "gebruikersmenu 1" Toevoegen/ verwijderen draadloze detector Omnummeren zones UITGANGEN PROGRAMMEREN Uitgangen 1-3 (4 wordt overgeslagen) op de centrale en 5-8 op de codepanelen kunnen volledig vrij geprogrammeerd worden volgens de tabel op pagina 20. Het is tevens mogelijk om de werking van de uitgangen om te keren (Afvallende min i.p.v. opkomende min), zie systeem configuratie programmeren op pagina

21 NR. Type Omschrijving PROGRAMMEERBARE UITGANGEN TYPES 000 Sirene aan Activeert wanneer de sirene uitgang is geactiveerd, en deactiveert wanneer de alarmduur timer verloopt of wanneer het alarm door intoetsen van een code wordt gestopt. 001 Flitser aan Activeert wanneer de flitser uitgang is geactiveerd, en deactiveert wanneer het alarm door het intoetsen van een code wordt gestopt. 002 Geschakelde 12 Volt Activeert wanneer is ingeschakeld, en deactiveert wanneer er een alarm situatie ontstaat, of wanneer het systeem wordt uitgeschakeld. Deze uitgang wordt normaal gebruikt wordt geschakelde detectors. 003 Detector reset Normaal altijd actief, maar deactiveert voor de tijdsduur van 3 seconden wanneer een geldige code is ingetoetst, voorafgaand aan het inschakelen van het systeem. Deze uitgang wordt gebruikt voor detector die, om gereset te worden, even spanningsloos gemaakt moeten worden. (Bijvoorbeeld voor bepaalde rook detectors) 004 Looptest Activeert wanneer de loop test faciliteit is gekozen, en deactiveert wanneer men de faciliteit beëindigt. 005 Inbraak alarm Activeert wanneer er een inbraak alarm is, en deactiveert wanneer het alarm wordt gereset of afgebroken. 006 Paniek/overval Activeert wanneer er een paniek/overval alarm is, en deactiveert wanneer het alarm wordt gereset. 007 Brand Activeert wanneer er een brand alarm is, en deactiveert wanneer het alarm wordt gereset. 008 Systeem ingeschakeld Activeert wanneer het systeem geheel of gedeeltelijk wordt ingeschakeld, en deactiveert wanneer het systeem volledig is uitgeschakeld. 009 Code geaccepteerd Activeert voor de tijdsduur van 4 seconden indien een geldige code wordt ingetoetst uurs zone Activeert wanneer een 24 uurs zone alarm geeft, en deactiveert wanneer het systeem wordt gereset de alarm Activeert wanneer een andere detector (ook) alarm veroorzaakt, en blijft actief voor de tijdsduur geprogrammeerd in 2 de alarmtijdsduur in hoofstuk Systeem timers. Deze uitgang wordt gebruikt om een alarmbevestiging te geven. 012 Ingangs-licht Activeert tijdens ingang en tijdens het gebruik van een codepaneel. De tijdsduur van deze uitgang is programmeerbar via de timer Ingangs-licht tijd, in systeem timers. 013 Installateur ter plaatse Activeert wanneer de installateurscode wordt ingetoetst, en deactiveert wanneer een gebruikerscode wordt ingetoetst. 014 Zone uitgeschakeld Activeert wanneer een willekeurige individuele zone wordt uitgesloten, deactiveert wanneer alle zones weer meedoen in het systeem. 015 Technische zone Activeert wanneer een technische zone geactiveerd wordt, en deactiveert wanneer het alarm wordt gereset. 016 Deel C ingeschakeld Activeert wanneer deel C ingeschakeld wordt, en deactiveert wanneer het systeem wordt uitgeschakeld. 017 Deel B ingeschakeld Activeert wanneer deel B ingeschakeld wordt, en deactiveert wanneer het systeem wordt uitgeschakeld. 018 Deel A ingeschakeld Activeert wanneer deel A ingeschakeld wordt, en deactiveert wanneer het systeem wordt uitgeschakeld. 019 Volledig ingeschakeld Activeert wanneer het systeem volledig ingeschakeld wordt, en deactiveert wanneer het systeem wordt uitgeschakeld. 020 Sabotage fout Activeert wanneer er sabotage alarm is, en deactiveert wanneer het alarm wordt gereset. ««vervolg op volgende pagina»» 20

22 NR. Type Omschrijving PROGRAMMEERBARE UITGANGEN TYPES 021 Radio signaal gestoord Activeert wanneer de centrale een radio (storing) signaal detecteert voor de tijdsduur van 30 seconden op dezelfde frequentie gebruikt door de draadloze detectoren,en deactiveert wanneer het storingsignaal stopt. 022 Geen netspanning Activeert wanneer er geen netspanning is, en deactiveert wanneer de netspanning is hersteld. 023 Ingang / uitgang Activeert wanneer de centrale bezig is met de in- en uitloopprocedure. 024 Test mislukt (Fout) Activeert wanneer het ( op goede werking ) testen van (een in test staande) detector mislukt (= TEST FAIL ). 025 Eerste activering Activeert wanneer een 2x Activeren zone, geactiveerd is voor de eerste keer, en deactiveert wanneer de zone is geactiveerd voor de 2 de keer, of wanneer het systeem wordt gereset. 026 Alarm afgebroken Activeert voor de tijdsduur van 5 sec. wanneer een alarm wordt afgebroken door een gebruiker. De tijdsduur waarbinnen het alarm afgebroken mag worden, wordt geprogrammeerd in systeem timers op pagina 26 (alarm afbreek vertraging). 027 Gecontroleerde zone Activeert voor de tijdsduur van timer controle timer (zie - timer uitgang - systeem timers op pagina26) wanneer een gecontroleerde (Monitored) zone wordt geactiveerd. 028 Geluidsignaal op zone Activeert voor de tijdsduur van 2 seconden wanneer een zone, die voor geluidssignaal (CHIME) geprogrammeerd is wordt geactiveerd in de ruststand de ingangstimer Activeert wanneer de 2 de ingangstimer is gestart, en deactiveert wanneer de tijd is verlopen. 030 Inloop Activeert tijdens de inloopprocedure. 031 Uitloop Activeert tijdens de uitloopprocedure. 032 Dwang (Duress) Activeert wanneer een dwangcode wordt ingetoetst (Duress), en deactiveert wanneer het dwang-alarm wordt gereset. 033 Systeem gedeeltelijk ingesch. Activeert wanneer het systeem gedeeltelijk wordt ingeschakeld, en deactiveert wanneer het systeem volledig wordt in- of uitgeschakeld. 034 Accu (Battery) fout Activeert bij een accu fout (Battery Fault), en deactiveert wanneer dit is opgelost. 035 Inschakelen mislukt Activeert indien het niet is gelukt het systeem in te schakelen, en deactiveert wanneer deze conditie wordt gereset. 036 In- & uitgeschakeld Activeert wanneer het systeem in rust is, en deactiveert wanneer het systeem gedeeltelijk of geheel wordt ingeschakeld uurs zone uitgesloten Activeert wanneer 1 of meer 24 uurs zones worden uitgesloten. 038 Speaker geluid aansturing Normaal gebruikt als 0V aansturing voor een externe speaker, om er voor te zorgen dat alleen systeem alarm signalen worden gegenereerd. 039 Bel installateur Activeert wanneer een installateursreset gewenst is, en deactiveert wanneer het systeem is gereset door de installateur. 040 Algemene fout Activeert bij een algemene fout waaronder accu fout en inschakelfout, deactiveert wanneer alle fouten zijn hersteld. 041 Externe accu test Activeert elk uur, voor de tijdsduur van 1 min. Deze uitgang is bestemd voor het testen van de accu van een externe voedingsbron. Ingetoetst en de zones weer opnieuw geïnstalleerd worden. 042 Handzender actief Activeert wanneer de handzender wordt gebruikt 043 Systeem volledig Activeert wanneer alle delen van het systeem zijn ingeschakeld, en deactiveert ingeschakeld. wanneer een willekeurig deel wordt uitgeschakeld. ««vervolg op volgende pagina»» 21

23 NR. Type Omschrijving PROGRAMMEERBARE UITGANGEN TYPES Zone actief Activeert wanneer een zone activeert. (100 = zone 01 tot en met 137 = zone 38) Zone / zone alarm Activeert wanneer een zone alarm veroorzaakt. (200 = zone 01 tot en met = zone 38). 22

24 PROGRAMMEER ZONES De TS490 heeft de mogelijkheid voor in totaal 38 detectiezones. Om het systeem goed te laten functioneren is het noodzakelijk alle zones goed te programmeren. Het zone- type bepaalt hoe het systeem zal reageren indien deze zone geactiveerd wordt. Zone type 0 Not Used Niet gebruikt Zone geeft nooit alarm. Alle niet gebruikte zones moeten als Not Used (Niet gebruikt) geprogrammeerd worden. 1 Night Normaal Zone geeft vol alarm wanneer het systeem ingeschakeld staat. 2 24hr 24 uurs Zone staat altijd (24 uur per dag) op scherp, en zal, indien deze geactiveerd wordt in de ruststand alleen op de interne speakers een alarmsignaal geven, en wanneer het systeem ingeschakeld staat een volledig alarm geven. 3 PA Sil Stil paniek/overval Zone staat altijd (24 uur per dag) op scherp, en zal bij activering (Stil) de uitgang(en) geprogrammeerd als Paniek /overval(=006) activeren. 4 PA Aud Luid paniek/overval Zone staat altijd (24 uur per dag) op scherp, en zal bij activering de uitgang(en) geprogrammeerd als Paniek /overval (= 006) activeren, en een volledige alarmsituatie genereren. 5 Fire Brand Zone wordt normaal aangesloten op een rookdetector of handbrandmelder, en zal bij activering een brand signaal geven op de flitser(s) en sirene(s),wat verschilt van een normale alarm, doordat het signaal gepulseerd wordt (Signaal aan pauze signaal aan pauze). De uitgangen geprogrammeerd als Brand (=007) worden geactiveerd. 6 Aux Technische zone Zone staat altijd (24 uur, per dag) op scherp, en zal bij activering de uitgang(en) geprogrammeerd als Technische zone (=015) activeren. 7 F Exit Laatste uitgang Op deze zone moet het (eerste) deurcontact of detector aangesloten worden, welke als eerste geactiveerd wordt indien men het beveiligde gebied betreedt. Wanneer de Manier van inschakelen ingesteld staat op laatste uitgang inschakeling, zal activering en deactivering van deze zone tijdens de uitloopprocedure het systeem inschakelen. Wanneer het systeem is ingeschakeld zal bij activering van deze zone de inlooptimer starten. 8 Ex Term Uitgangsbegrenzer Op deze zone wordt normaal een drukknop, direct buiten het beveiligde gebied, aangesloten, om de uitloopprocedure te beëindigen en het systeem volledig of gedeeltelijk in te schakelen. 9 Key Pt Sleutelschakelaar Op deze zone kan een sleutelschakelaar aangesloten worden om zo het systeem volledig en/of gedeeltelijk in te schakelen. De sleutelschakelaar zone heeft 2 reeksen met toevoegingsmogelijkheden. De eerste reeks toevoegingen bepalen welke delen worden ingeschakeld wanneer de sleutelschakelaar schakelt tussen lus gesloten en lus open. De tweede reeks toevoegingen bepalen welke delen worden ingeschakeld wanneer de sleutelschakelaar schakelt tussen lus gesloten ) en Zone kortgesloten. Wanneer men de Sleutelschakelaar zone programmeert, zijn de standaard 8 zone toevoegingen (Op pagina 24) niet van toepassing, maar geldt het tabel op pagina 38. Wanneer er geen enkele toevoeging wordt toegekend aan de sleutelschakelaar wordt deze een Gecontroleerde zone, welke bij activering alleen de uitgangen geprogrammeerd 042 zal activeren en deze activering zal opslaan in het loggeheugen. Voor verdere uitleg over de sleutelschakelaar wordt men verwezen naar pagina