Notitie Afrika en Handel juni Inhoudsopgave

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Notitie Afrika en Handel juni 2004. Inhoudsopgave"

Transcriptie

1 Inhoudsopgave Inhoudsopgave...i Samenvatting...ii 1. Inleiding Omvang handel, ontwikkelingen en perspectief Omvang en ontwikkeling van de handel Veiligheid, politieke en macro-economische stabiliteit Kansrijke sectoren en regio s in Afrika Oostelijk Afrika Zuidelijk Afrika West Afrika Kansrijke sectoren en regio s voor Nederland Belemmeringen voor handel en investeringen in Afrika Externe factoren Interne factoren Nederlandse inzet Inzet ten aanzien van externe belemmeringen en bevordering van de handel Inzet ten aanzien van interne belemmeringen...15 Bijlage Bijlage Bijlage i

2 Samenvatting Meer handel van Afrikaanse landen, door betere toegang tot buitenlandse markten en liberalisering van de eigen markten kan leiden tot hogere economische groei, meer duurzame groei en armoedevermindering. Meer markttoegang alleen is niet genoeg. Naast veiligheid en politieke en macro-economische stabiliteit, zullen Afrikaanse landen gerichte maatregelen moeten treffen om beperkingen aan de aanbodszijde de zogenaamde supply side constraints op te heffen. De ontwikkeling van de handel in Sub-Sahara Afrika is de laatste decennia echter sterk achtergebleven bij die van de rest van de wereld. Het aandeel van Afrika in de wereldhandel daalde in 25 jaar van vier naar anderhalf procent. Ook in verhouding tot andere ontwikkelingslanden doet Afrika het slechter. Het aandeel van de Afrikaanse export in de totale export van ontwikkelingslanden is gedaald van 20,3% in 1980 tot slechts 7,9% in De export is weinig gediversifieerd, zowel qua producten als qua bestemmingen. Olie, diamanten en andere delfstoffen maken meer dan de helft van de exportwaarde uit. Er is de laatste tijd sprake van grotere diversificatie, door de groei van niet-traditionele exporten van industrie- en tuinbouwproducten, de ontwikkeling van de lokale en regionale markt in ICT en toerisme, en verhoogde exporten naar niettraditionele exportmarkten in Azië. De helft van de Afrikaanse handel is met West-Europa. Minder dan 10% met Noord-Amerika. De handel tussen de SSA landen beslaat slechts 9%. Hoge onderlinge tarieven, een gebrekkige infrastructuur, geringe koopkracht en een lage bevolkingsdichtheid beperken de intra-afrikaanse handel. Niettegenstaande de relatieve en soms zelfs absolute achteruitgang van de economische ontwikkeling in Sub Sahara Afrika, is in een aantal landen vanaf midden jaren negentig een kentering waarneembaar. Dat gebeurde vooral in de landen die voldoen aan de essentiële voorwaarden voor een goed investeringsklimaat: veiligheid en politieke en macro-economische stabiliteit. In Oostelijk Afrika zijn dat vooral Kenia, Tanzania en Oeganda. Daar bieden naast de groei van de traditionele export van landbouwgrondstoffen, zoals koffie en thee, en van mijnbouwproducten, niettraditionele exportproducten als tuinbouwproducten, visproducten en halffabrikaten nieuwe mogelijkheden. Vooral de bloementeelt en de dienstensector (toerisme, ICT en transport) nemen in belang toe. In Zuidelijk Afrika bevindt zich een groep landen die beschikt over belangrijke natuurlijke hulpbronnen, een politiek en economisch stabiel klimaat, een goed ontwikkelde infrastructuur en een relatief goed opgeleide beroepsbevolking. De economische motor van de regio is Zuid-Afrika. Zuid-Afrika en in tweede instantie haar directe buurlanden behoren tot de meest favoriete vestigingslocaties op het continent voor Nederlandse investeerders. In Westelijk Afrika fungeert Nigeria onvoldoende als economische motor voor de regio. Alhoewel er wel buitenlandse investeringen in de oliesector plaats vinden vertalen deze zich onvoldoende in brede economische groei, voornamelijk vanwege binnenlandse onrust en corruptie. Ivoorkust kent nog geen politiek stabiele situatie en Sierra Leone en Liberia zijn falende staten. Maar landen als Kaapverdië, Senegal, Benin, Burkina Faso, Ghana en Mali vertonen ondanks hun beperkte natuurlijke hulpbronnen sinds de jaren negentig een behoorlijke economische groei die boven de bevolkingsgroei uitstijgt. De regio heeft echter nog weinig exporten buiten de traditionele exportproducten zoals katoen, cacao, hardhout, olie en gas. Nederlandse bedrijven zien op dit moment de meeste kansen in Zuidelijk Afrika. Het agentschap EVD van het Ministerie van Economische Zaken ziet echter naast Zuid-Afrika de laatste jaren ook een toenemende interesse van het Nederlandse bedrijfsleven in Nigeria, Ghana, Angola, Zambia, Kenia, Tanzania en Oeganda. Het Nederlandse bedrijfsleven is vooral actief in de olie- en de agrarische sector. Nederlandse boeren en groenten- en fruithandelaren zijn zeer actief in de land- en tuinbouwsector, maar ook in de dienstverlening voor tuinbouw liggen veel kansen voor Nederland. Hierbij gaat het om kennisoverdracht ten aanzien van veredeling en resistentie van gewassen, biotechnologie, verbetering van de agro-logistieke keten en procesmanagement. Verder wordt er door Nederlandse bedrijven gehandeld in goederen, zoals machines en transportmiddelen en in diensten. Kansen voor het Nederlands bedrijfsleven bij grote aanbestedingen, kunnen nog beter worden benut. ii

3 Ondanks het feit dat in een aantal landen de vooruitzichten zijn verbeterd, is het tot op heden nog onvoldoende gelukt handel als motor voor groei aan te wenden. Afrika ondervindt talrijke belemmeringen op het gebied van internationale handel. Hoge tarieven, handelsverstorende steun voor een aantal producten die voor hen van belang zijn, en tariefescalatie zijn hiervan de belangrijkste. De meeste landen in Afrika maken bovendien weinig gebruik van preferenties van bijv. EBA en preferenties onder het verdrag van Cotonou. Maar terwijl tarifaire belemmeringen en binnenlandse handelsverstorende steun in OESO-landen afnemen, nemen non-tarifaire belemmeringen zoals technische handelsbarrières en sanitaire en fytosanitaire maatregelen sterk in belang toe, vooral voor niet-traditionele exporten zoals bloemen, groenten en fruit. In Sub-Sahara Afrika zorgen beperkingen aan de aanbodszijde ertoe dat het aanbod achterblijft bij de grotere handelsmogelijkheden die verbeterde markttoegang (tariefafbouw, preferenties) biedt. Een slecht ondernemingsklimaat is hiervan de hoofdoorzaak, maar ook op bedrijfsniveau zijn er knelpunten op het gebied van technologie, bedrijfsvoering, kennis en dergelijke. Gerichte inzet op het wegnemen van de beperkingen aan aanbodszijde (supply side constraints) is nodig om economische groei en handel in positieve zin te beïnvloeden. Het Nederlands beleid is gericht op het wegnemen van zowel internationale handelsbelemmeringen als nationale supply side constraints die Sub-Sahara Afrika verhinderen haar potentieel waar te maken en aansluiting te vinden bij de wereldmarkt. Op internationaal niveau bepleit Nederland substantiële vermindering van tarieven en handelsverstorende subsidies voor producten van belang voor ontwikkelingslanden. Voor Afrika zijn dit vooral landbouwproducten, waarbij katoen een belangrijke testcase is. Nederland streeft door vereenvoudiging van procedures en oorsprongsregels naar meer gebruik van de bestaande preferenties door ontwikkelingslanden. Tevens geeft Nederland Technische Assistentie aan bedrijven ten behoeve van de ingewikkelde administratieve afhandeling van importeisen. Op nationaal niveau ondersteunt Nederland activiteiten ter versterking van goed bestuur en macroeconomische stabiliteit, die voorwaarden scheppen voor een goed ondernemingsklimaat. Hierbij moet gedacht worden aan macrosteun in het kader van aanpassingsprogramma s, versterking van overheidsinstanties zoals kadasters en douane, verbetering van de dienstverlening en mededinging in de financiële sector en verbetering van infrastructuur. Verbetering van marktwerking en marktinstituties geschiedt veelal via publiek-private partnerschappen. Voorbeelden hiervan zijn de partnerschappen op het gebied van capaciteitsversterking om te kunnen voldoen aan de moderne door de markt gestelde voedselveiligheidseisen (Kenia, Tanzania, Oeganda) in samenwerking met LNV en de Nederlandse agribusiness, en de versterking van ketens in West-Afrika voor katoen en vers fruit. In dit kader is het werk van de Commissie Doornbos, die de mogelijkheden onderzoekt van versterking van boerenorganisaties in ontwikkelingslanden, van belang. Problemen op bedrijfsniveau met betrekking tot marktkennis, technologieontwikkeling en management worden vooral aangepakt via privaat-private samenwerking. Het Programma Samenwerking Opkomende Markten (PSOM) is hierbij belangrijk voor Afrika. Ook het PUM programma en het CBI spelen een rol bij de versterking van de concurrentiepositie van bedrijven uit ontwikkelingslanden op de EU markt. Conclusie Sub-Sahara Afrika lijkt de laatste twee decennia de aansluiting bij de rest van de wereld te hebben gemist. Maar in een aantal regio s en landen is de laatste jaren een kentering waarneembaar. Vooral de landen met een stabiel politiek en macro-economisch klimaat vertonen de laatste jaren een stijging van economische groei en handel. Naast vergrote afzetmogelijkheden op buitenlandse markten kan gerichte inzet van middelen om de supply side constraints op nationaal en bedrijfsniveau op te lossen ertoe bijdragen dat deze groei zich consolideert en versterkt. Op het terrein van agri-business liggen voor zowel Nederland als Afrika op dit moment de beste kansen. Het bestaande beleid en het onlangs verbeterde instrumentarium sluiten voor een groot deel goed aan op de geconstateerde knelpunten in het lokale ondernemingsklimaat. iii

4 1. Inleiding Tijdens het Algemeen Overleg over de Afrika notitie Sterke Mensen, Zwakke Staten en de twee regionale notities over de Hoorn en de Grote Meren begin maart 2004, zegde Minister van Ardenne naar aanleiding van vragen van het VVD-kamerlid Szabo over economisch kansrijke landen en regio s een notitie toe over Handel en Afrika. Het doel van deze notitie is de Kamer inzicht te verschaffen in de ontwikkeling van de handel in Afrika en in de factoren die daarbij een rol spelen. Handel kan voor Sub-Sahara Afrika een belangrijke motor voor groei en vermindering van armoede zijn. Maar de relatie tussen handel en ontwikkeling is complex en niet vanzelfsprekend. Handel als instrument voor ontwikkeling vereist onder meer veel aandacht voor een goede marktwerking, opbouw van handelscapaciteit, een goed werkende financiële sector en een goede infrastructuur en aandacht voor ontwikkeling van ondernemerschap. Daarnaast moet Afrika de kans krijgen om gebruik te maken van zijn comparatieve voordelen op de internationale markt. Opzet van de notitie Na een analyse van de ontwikkeling van de handel in SSA over de afgelopen 20 jaar wordt gekeken naar de kansrijke sectoren en regio s in Afrika en tegelijkertijd naar sectoren en regio s die voor Nederland van belang zijn. Daarna wordt ingegaan op de knelpunten die handel en investeringen belemmeren, waarbij gekeken wordt naar zowel interne als externe factoren. De notitie eindigt met voorbeelden van wat Nederland zowel bilateraal als multilateraal doet om zowel knelpunten op het gebied van internationale handel als beperkingen aan de aanbodszijde weg te nemen. 1

5 2. Omvang handel, ontwikkelingen en perspectief 2.1 Omvang en ontwikkeling van de handel De ontwikkeling van de handel in Sub Sahara Afrika (SSA) blijft sterk achter bij die van de rest van de wereld. Het aandeel van Afrika in de wereldhandel daalde dan ook van bijna 4% in 1980 tot minder dan 1,5% in De sterkste daling vond plaats in de tachtiger jaren, toen de export in absolute omvang afnam. Vanaf begin negentiger jaren treedt er zekere mate van stabilisatie op. Ook in vergelijking met andere ontwikkelingslanden doet Afrika het slechter. Terwijl de goederenexport van de gehele wereld tussen 1993 en 2002 steeg met gemiddeld 6,3% per jaar, en die van alle ontwikkelingslanden zelfs met 7,1% per jaar, nam de export van Afrika slechts met 3,1% per jaar toe, en dan ook nog voornamelijk dankzij de export van olie en diamanten. Het aandeel van de Afrikaanse export in de totale export van ontwikkelingslanden is gedaald van 20,3% in 1980 tot slechts 7,9% in De geringe exportopbrengsten en hoge buitenlandse schulden beperken de hoeveelheid deviezen die beschikbaar zijn voor de import van machines, onderdelen en benodigde grondstoffen voor opkomende industrieën in een groot aantal landen in Afrika. Dit beïnvloedt op haar beurt weer de groei en investeringen in industrie en werkgelegenheid. De economische groei van SSA bedroeg tussen 1980 en 2000 gemiddeld slechts 2% per jaar. In de periode van 1980 tot 1990 was deze gemiddeld 1,7 % per jaar. In de negentiger jaren komt er een omslag en neemt de groei weer toe: van 1990 tot 2000 was de groei gemiddeld 2,4 % per jaar. Ter vergelijking, de lage- en middeninkomenslanden in Azië groeiden in die twintig jaar met gemiddeld 7% per jaar. Afrika exporteert 29% van zijn totale productie en dat is relatief hoog. Ter vergelijking, mondiaal is het gemiddelde 20%, China zit op 26%, en hoewel de OESO landen op gemiddeld 17,5% zitten, komen de VS maar tot 7%. Dat betekent dat de handel voor Afrika dus niet marginaal is en wel degelijk een bron voor ontwikkeling zou kunnen zijn. Fig. 1a Ontwikkeling totale SSA export en import Fig. 1b Aandeel SSA in wereldexport en -import Miljard US $ SSA export SSA Import Percentage 4 3,5 3 2,5 2 1,5 1 0, SSA Export tov wereldexport SSA Import tov wereldimport Bron: Handbook of statistics, WTO (2003) Bron: Economic Development in Africa, United Nations (2003) Dat de integratie van Afrika in de wereldeconomie nog gebrekkig en onevenwichtig is, blijkt uit haar handelsrelaties en de samenstelling van het import- en exportpakket. Naarmate de integratie vordert neemt de variatie in het import- en exportpakket toe en zijn wederzijdse handelsstromen gerelateerd aan de onderlinge afstand en de omvang van de economieën. Fig. 2 geeft de handelsrelaties van Afrika met de rest van de wereld weer en fig. 3 de samenstelling van de export. 2

6 Fig. 2 Export- en Importpartners SSA Afrika Azië Latijns-Amerika Centraal&Oost Europa export 2002 Import 2002 Rest van ontwikkelde landen Japan VS / Canada Europa Bron: Handbook of statistics, WTO (2003) Percentage van de totale export of import Het aantal handelspartners is beperkt. West-Europa (de EER) is met 49% veruit de grootste importeur van Afrikaanse goederen, gevolgd door Azië en Afrika zelf. Noord-Amerika (de VS en Canada) staat met 12% op de vierde plaats. Het grote verschil in omvang van de handel van Afrika met West-Europa en Noord-Amerika wordt voor een deel verklaard uit koloniale banden, waardoor Afrika in Europa beter bekend is. Maar ook afstand en de grotere complementariteit van de economieën spelen een rol. De handel tussen Afrikaanse landen lijkt met 17,5% van redelijke omvang te zijn, maar bijna de helft van deze handel betreft handel tussen Sub-Sahara Afrika en de vijf Noord-Afrikaanse Maghreblanden. De handel binnen SSA beslaat slechts 9%. Deze regionale handel neemt overigens wel toe. Het is vooralsnog onduidelijk in hoeverre preferenties invloed hebben op de omvang van de export naar Europa 1. Dit komt enerzijds omdat producten met een groot exportpotentieel (suiker, rijst, bananen, kleding) voorlopig zijn gequoteerd 2. Anderzijds dragen ingewikkelde procedures en complexe oorsprongsregels ertoe bij dat een groot deel van de exporten van de MOL s naar Europa om die reden geen gebruik van de preferenties onder Everything but Arms (EBA) maken, maar van de preferenties onder het Cotonou-verdrag. Voor zeventig procent van de export van SSA naar Europa bestaan geen tarieven. Niet voor SSA, maar ook niet voor de rest van de wereld. Voor die producten bestaat dus ook geen preferentiële toegang. Het is derhalve moeilijk precies aan te geven in hoeverre preferenties door Afrikaanse landen worden benut en of preferenties de export significant vergroten. De handel van Afrika met de groeimarkten in Azië is bezig in rap tempo te veranderen. Zo steeg de export van SSA in de periode naar Japan drie keer zo hard en naar Oost-Azië (inclusief China) zelfs bijna vijf keer zo hard als de export naar de VS en de EU. 1 Om het effect van preferenties te meten moeten we weten hoeveel er onder preferentiële regelingen wordt geëxporteerd, hoeveel daarvan zou wegvallen zonder preferenties, en hoeveel minder andere ontwikkelingslanden (die geen of minder preferenties hebben) exporteren door de ongelijke toegang. Vooral de vraag of preferenties wel invloed hebben op de omvang van de export is van belang. Als de preferentiële marge niet bij de producent terecht komt, maar bij de overheid of de importeur, of opgaat aan extra administratieve kosten, zal er geen invloed zijn op de export. Als de marge wel bij de producent komt, is de vraag of die producent ook zonder die marge zou kunnen exporteren. Op dit moment wordt er veel onderzoek gedaan naar deze vragen. De EU heeft geen gegevens over het gebruik van preferenties; alleen over de aanvragen. 2 Onder EBA hebben de MOLs tot 2006 quota voor bananen, en tot 2009 oplopende quota voor suiker en rijst, daarna hebben ze volledig vrije toegang. De preferentiële export van rijst, suiker en bananen door niet-mols blijft gequoteerd. De quota voor kleding en textiel worden per 1/1/2005 ook voor de niet-mols afgeschaft (maar niet het tarief). 3

7 Fig. 3 Samenstelling van de SSA export per sector (percentage) Bron: Global Economic Perspectives, Wereldbank (2004) De grootste exportsector in Afrika is de energiesector, voornamelijk olie. Op de tweede plaats komen (on)bewerkte diamanten, edelstenen en andere mijnbouwproducten. Uit fig. 3 blijkt hoezeer Afrika afhankelijk is van de export van olie, diamanten en andere delfstoffen. Ze maken meer dan de helft van de waarde van de export uit. Opvallend is dat sinds 1999 de waarde van de export van industriële goederen die van landbouwproducten overtreft. Dat heeft enerzijds te maken met de dalende tendens van de prijs van primaire landbouwproducten en met een verschuiving in de economie van landbouw naar industrie die altijd optreedt naarmate een economie zich ontwikkelt Anderzijds is dit het resultaat van het feit dat de tarieven voor landbouwproducten in de wereld gemiddeld minstens twee keer zo hoog zijn als de tarieven voor industriële producten. Afrika importeert voornamelijk machinerie (transportmiddelen, landbouwmachines, etc.) en chemicaliën (waaronder kunstmest). De grote afhankelijkheid van de export van delfstoffen en agrarische grondstoffen duidt erop dat voor zover integratie in de wereldeconomie plaatsvindt, deze eenzijdig en weinig divers is. Dat de groei van de export plaatsvindt in sectoren die relatief weinig extra werkgelegenheid opleveren, hoeft op zichzelf geen probleem te zijn voor het effect op armoede. Als de verdiensten van de export worden besteed aan investeringen en inputs voor groei van de binnenlandse productie, kan de eenzijdige export toch indirect tot groei van werkgelegenheid en armoedevermindering leiden. Naarmate er meer arbeid bij produceren van exportproducten betrokken is, is de kans dat deze productie tot armoedevermindering leidt wel groter, omdat de relatie directer is. Daarom is het een goed teken dat de export van industriële producten, waaronder ook een aantal verwerkte landbouwproducten vallen, toeneemt. Interessant is ook om te kijken naar het aandeel van de handel per regio. Dat is nuttig, omdat het continent te groot en verschillend is om als één geheel te zien. Probleem hierbij is dat er vele regionale indelingen zijn en sommige landen deel uit maken van verschillende regionale blokken (zie ook bijlage 1). Hier is gebruik gemaakt van de bestaande economische blokken 3. 3 COMESA (Common Market for Eastern and Southern Africa): Djibouti, Eritrea, Ethiopië, Soedan, Burundi, Rwanda, Comoren, Madagascar, Kenia, Tanzania en Oeganda. ECCAS (Economic Community of Central African States): Sao Tomé en Principe, Angola, Democratische Republiek Kongo, Kameroen, Centraal Afrikaanse Republiek, Gabon, Equatoriaal Guinee, Republiek Kongo, Tsjaad. ECOWAS (Economic Community of West African States): Kaapverdië, Gambia, Ghana, Benin, Burkina Faso, Ivoorkust, Guinee Bissau, Senegal, Mali, Niger, Togo, Liberia, Nigeria, Sierra Leone. 4

8 SADC (Southern African Development Community): Mauritius, Seychellen, Mozambique, Malawi, Zambia, Zimbabwe, Botswana, Lesotho, Zuid-Afrika, Namibië, Swaziland. 5

9 In geval van overlap is gekozen om landen slechts in een blok op te nemen 4. Fig. 4 Totale handel (export en import) per handelsblok, inclusief interregionale handel Mrd US $ SADC ECOWAS ECCAS COMESA Bron: Handbook of statistics, Unctad 2003 De SADC (zuidelijk Afrika) exporteert en importeert het meeste en daarna ECOWAS (westelijk Afrika). De omvang van de handel van COMESA (Oost/Zuidelijk Afrika) en ECCAS (Centraal Afrika) is duidelijk kleiner. Deze verschillen zijn gemakkelijk te verklaren wanneer wordt gekeken naar de landen in de diverse handelsblokken 5. In de SADC is Zuid-Afrika de grote motor. Dit land neemt ongeveer een derde van de handel van Sub-Sahara Afrika voor zijn rekening. In ECOWAS is Nigeria met een kwart van de totale handel in SSA de grote kracht. Deze twee landen nemen dus meer dan de helft van de handel van SSA voor hun rekening. Zuid-Afrika is meer ontwikkeld dan de rest van Afrika en Nigeria profiteert vooral van zijn olie en gas. Interessanter dan de omvang van de handel is de ontwikkeling ervan. Daar zien we echter weinig verschillen tussen de handelsblokken. Alle blokken maken ongeveer dezelfde geringe groei door, waarbij ECOWAS nog de meeste groei laat zien (zie verder hoofdstuk 3). 2.2 Veiligheid, politieke en macro-economische stabiliteit Voor economische groei en handel zijn veiligheid, politieke en macro-economische stabiliteit 6 essentiële voorwaarden 7. Van de 47 landen in Sub-Sahara Afrika voldoen 22 aan deze criteria (zie tabel 1 in de bijlage). Van de 15 partnerlanden van Nederland in Afrika maken er 13 deel uit van deze groep. Alleen Rwanda en Eritrea 8 voldoen niet aan de criteria 9. Daarbij moet opgemerkt worden dat Ethiopië, Oeganda en Kenia bij het rijtje van landen staan waar het relatief goed gaat, ondanks het conflict tussen Ethiopië en Eritrea, de onlusten in het noorden van Oeganda en het slechte economische beleid van Kenia in de negentiger jaren. De reden is dat de economische ontwikkeling van Ethiopië en de stabiliteit van het land weinig geleden hebben onder het grensconflict (in tegenstelling tot Eritrea). Datzelfde geldt voor de situatie in Oeganda ten aanzien van het conflict in het noorden. Kenia is een twijfelgeval, maar de huidige situatie geeft aanleiding tot optimisme. Sinds het vertrek van president Moi in 2002 is er veel verbeterd. 4 Zo is Tanzania vanwege het lidmaatschap van de East African Customs Union bij de COMESA gevoegd, net als Rwanda en Burundi. Mauritius en de Seychellen zijn bij de SADC ingedeeld en niet bij de COMESA, evenals Zambia, Zimbabwe, Malawi, Namibië en Swaziland. Bij Angola en de Democratische Republiek Kongo is gekozen voor ECCAS. Somalië is aan de COMESA toegevoegd, hoewel geen lid. Mauritanië, lid van de Arab Maghreb Union is niet ingedeeld. 5 Egypte is de grootste economie van de COMESA, maar omdat we in deze notitie alleen naar Sub-Sahara Afrika kijken is Egypte (met een handelsomvang die ongeveer even groot is als Nigeria) buiten beschouwing gelaten. 6 Criterium voor macro-economische stabiliteit is de bereidheid van IMF en de Wereldbank om geld te lenen. 7 Zie voor een vergelijkbare analyse Gunning J.W. (1997), Explaining African Economic Performance. 8 Rwanda vertoont de laatste jaren een redelijke stabiliteit en vrede en ook een toenemende groei. Het bilaterale programma met Eritrea is nog steeds bevroren. 9 Voor uitgebreide uitleg over de criteria voor selectie van partnerlanden zie Kamerstuk , 29234, nr. 20 Tweede Kamer 6

10 De andere 25 landen kenden in de afgelopen 10 jaar een oorlog of burgeroorlog, een grote mate van politieke instabiliteit die concreet tot uiting kwam in de vorm van een staatsgreep of oproer, of dermate slecht economisch beleid dat het IMF niet bereid was geld te lenen. Illegale exploitatie en handel van vooral coltan en diamanten spelen een belangrijke rol in de financiering van conflicten. Uit bijlage 1 blijkt dat de 15 landen die in de negentiger jaren gemiddeld minder dan twee procent reële groei van het BBP per jaar hadden (op Zambia na), niet voldeden aan de criteria van veiligheid, politieke en macro-economische stabiliteit. Alle 22 stabiele landen, op Zambia na, hadden wel een reële groei van meer dan twee procent. Dertien van deze landen hadden zelfs een groei van meer dan vier procent. Sinds 2000 ligt de groei in Zambia inmiddels ook op gemiddeld 4%. Een dergelijk beeld tekent zich ook af als we kijken naar de groei van de handel. In alle 22 landen met een stabiel politiek en goed macro-economisch klimaat de groei van de export in de jaren negentig toegenomen 10. In negen landen lag de groei zelfs boven de vijf procent. Kijken we naar de combinatie van productie en handel dan wordt het beeld nog duidelijker. Negentien van de 27 landen die zowel een groei van meer dan 2% van de productie laten zien als een positieve groei van de handel, voldoen aan de criteria van veiligheid, politieke en macroeconomische stabiliteit 3. Kansrijke sectoren en regio s in Afrika In het algemeen laat Sub-Sahara Afrika nog een eenzijdig economisch patroon zien met een grote afhankelijkheid van export van enkele landbouw- en minerale grondstoffen. Als men de totale handel- en investeringsstroom ziet, blijkt bovendien dat het vooral om enkele landen gaat zoals Nigeria en Zuid-Afrika en om bepaalde sectoren zoals olie, gas en mijnbouw. Toch is de laatste tijd sprake van grotere diversificatie, o.a. door de groei van niet traditionele exporten (industrieproducten en tuinbouw), de ontwikkeling van de lokale en regionale markt voor bijv. ICT of toerisme, en een vergroting van de export naar niet-traditionele exportmarkten in Azië. Voor een indicatie van kansrijke regio s is Afrika ingedeeld in vier geografische regio s: Oostelijk Afrika, Zuidelijk Afrika, Centraal Afrika en Westelijk Afrika 11. In Oostelijk en Zuidelijk Afrika bevindt zich een relatief groot aantal landen met een stabiel politiek klimaat en een stabiel macroeconomisch beleid die al een meer gediversifieerde economie hebben. West-Afrika laat een meer gemengd beeld zien. Hier bevindt zich een aantal landen met een stabiel politiek en macroeconomisch klimaat, maar met beperkte economische mogelijkheden en een grote achterstand op het gebied van onderwijs en gezondheidszorg. De situatie in Centraal Afrika is beduidend slechter en biedt helaas weinig perspectief op ontwikkeling en handelskansen. Met name de talrijke conflicten hebben deze landen verhinderd gebruik te maken van hun potentieel. Sommige landen in deze regio zoals Tsjaad, de Democratische Republiek Kongo, de Centraal Afrikaanse Republiek, de Republiek Kongo en landen zoals Rwanda 12 en Burundi behoren tot de armste ter wereld waar nauwelijks sprake is van enige economische basis. Gezien de focus van deze notitie op kansrijke regio s en sectoren, wordt in deze notitie verder geen aandacht aan deze regio besteed. De notitie Ondernemen in Conflictgebieden 13 die u onlangs toeging, geeft het Nederlandse beleid inzake instabiele landen en regio s weer. 10 In Zambia is dat sinds Voor de landen per geografische regio zie bijlage Rwanda laat de laatste jaren een verbetering zien. 13 Ondernemen in conflictgebieden, Kamerstuk nr.1 Tweede Kamer, 05/03/2004 7

11 3.1 Oostelijk Afrika Oostelijk Afrika beschikt in het algemeen over stabiele regeringen die langs democratische weg zijn gekozen. Het macro-economische beleid is hier het laatste decennium sterk verbeterd en de inflatie wordt in de hand gehouden. Sinds de koloniale tijd hebben aanzienlijke investeringen in infrastructuur plaats gevonden, waardoor niet alleen Noord-Zuid maar vooral ook Oost-West verbindingen met de havens van Mombasa en Dar es Salaam goed zijn ontwikkeld. De regio mag zich verheugen in een rijkdom aan mineralen en landbouwgrondstoffen (koffie, thee, katoen, suiker), maar in bepaalde gebieden vooral ook in een combinatie van een gunstig klimaat, vruchtbare landbouwgrond, voldoende waterbronnen en behoorlijke bevolkingsdichtheid. Hierdoor is er geen schaarste aan de factor arbeid en bieden ook de lokale en regionale markt potentiële groeimogelijkheden. In het algemeen is de kwaliteit van de beroepsbevolking door een relatief redelijk beschikbare gezondheidszorg- en onderwijsvoorzieningen hoger dan in andere delen van Afrika. Economisch gezien doen zich diverse kansen voor. In eerste instantie betreft dit kansen voor verdere groei van de traditionele export van landbouwgrondstoffen zoals koffie en thee, en mijnbouwproducten, als gevolg van verbetering van de concurrentiepositie door grotere efficiëntie. Deze producten worden echter over het algemeen onverwerkt geëxporteerd, hebben vrije markttoegang tot de EU, zijn zeer gevoelig voor prijsschommelingen en kennen over een langere periode een afnemende ruilvoet, onder andere door een te groot aanbod op de wereldmarkt. Vooral Oeganda, Rwanda en Ethiopië zijn nog zeer afhankelijk van deze categorie. In tweede instantie gaat het om niet-traditionele exportproducten zoals tuinbouwproducten (bloemen, boontjes, verse groenten en fruit), visproducten, textiel en copra. Deze producten zijn concurrerend op de wereldmarkt of kunnen profiteren van bepaalde handelspreferenties. In Kenia nemen tuinbouwproducten een belangrijke plaats in bij de export. Met name de bloementeelt is de laatste jaren sterk gegroeid, waardoor Kenia sinds 2000 de grootste buitenlandse leverancier is van de Nederlandse bloemenveilingen. Buitenlandse Directe Investeringen (BDI) en in het bijzonder uit Nederland, hebben hierbij een prominente rol gespeeld. Dit geldt, hoewel in mindere mate, ook voor andere landen in de regio, met name Oeganda, Tanzania en Ethiopië. Een derde categorie betreft de dienstensector, waar met name groei plaatsvindt in de ICT, toerisme en transport. Deze activiteiten zijn gericht op de ontwikkeling van de lokale of regionale markt en worden onder meer gestimuleerd door recente marktontwikkelingen zoals de introductie van nieuwe technologieën. Ook in deze categorie spelen buitenlandse investeringen een belangrijke rol, waaronder die uit Zuid-Afrika en enkele Noord-Afrikaanse landen. De activiteiten concentreren zich vooral op Tanzania en Kenia, waar het potentieel en de markt groter zijn. Tenslotte is er een vierde categorie van (agro-)industriële eindproducten en bouwnijverheid die deels lokaal worden geproduceerd (voedselverwerking, bier, zeep, kunststof huishoudelijke producten) of regionaal worden geïmporteerd en verhandeld. Kenmerkend voor deze producten is dat zij gericht zijn op de lokale markt en uit simpele massaproducten bestaan met een hoge standaardkwaliteit en lage prijs. Op dit terrein zijn met name multinationale ondernemingen als Philips, South African Breweries (SAB), Coca Cola en Unilever actief. Lange tijd was Kenia het enige industriële land in de regio, maar sinds een aantal jaren groeit de industrie ook in Tanzania o.a. door het aantrekken van buitenlands kapitaal en know how, bijv. in dranken, textiel en verven. Oeganda, Tanzania en Kenia hebben onlangs tot de vorming van een douane-unie in het kader van de East African Community (EAC) besloten. Hiermee is een belangrijke stap gezet naar grotere markten met kans op meer investeringen, regionale economische samenwerking en integratie. 8

12 3.2 Zuidelijk Afrika In Zuidelijk Afrika bevindt zich een groep landen die beschikken over belangrijke natuurlijke hulpbronnen (o.a. olie, gas, mineralen, maar ook over goede landbouwgrond en natuurparken) met een in verhouding lage bevolkingsdichtheid, over politieke en economische stabiliteit, een goed ontwikkelde infrastructuur en een relatief goed opgeleide beroepsbevolking. Dit geldt met name voor Zuid-Afrika, Botswana en Namibië. Zimbabwe verliest in rap tempo zijn goede positie als gevolg van de politieke ontwikkelingen, die leiden tot grote onzekerheid over productiefactoren en tot des-investeringen. Een belangrijk voordeel is dat de overheden in Zuid-Afrika, Botswana, Namibië en in mindere mate Mozambique en Zambia werken aan verbetering van het ondernemingsklimaat. Belangrijke rem op de ontwikkeling is echter de epidemische verspreiding van HIV/Aids in de regio. De economische motor van de regio is Zuid-Afrika met een brede economische basis, goede infrastructuur en een krachtige, particuliere sector, waarvan een deel in de buurlanden is gevestigd. De dominantie van de Zuid-Afrikaanse economie is verankerd in de Zuidelijk Afrikaanse Douane Unie (SACU) 14 die ook Botswana, Namibië, Lesotho, Swaziland en Mozambique omvat. Vele Zuid-Afrikaanse bedrijven vestigen zich in de regio, mede dankzij SACU. Zo hebben vele Zuid- Afrikaanse boerenbedrijven zich gevestigd in Zimbabwe en Zambia. De ACU-regio produceert primaire producten zoals goud, edelstenen, steenkool, halffabrikaten zoals oliën en vetten, visproducten en chemicaliën, en eindproducten die variëren van wijn, vruchtensappen en snoepgoed tot auto-onderdelen en machines. Ook de dienstensector, waaronder het bank- en verzekeringswezen, is goed ontwikkeld. De toeristensector verspreidt zich niet alleen in de natuurparken in het binnenland maar ook langs de uitgestrekte kustlijn van Mozambique. Zuid-Afrika en in tweede instantie de SACU-regio geldt als een van de meest favoriete vestigingslocaties voor buitenlandse investeerders. 3.3 West Afrika Westelijk Afrika laat zich niet gemakkelijk typeren. Een aantal landen behoort tot de meest instabiele landen van SSA. Sierra Leone en Liberia kunnen zelfs worden aangemerkt als falende staten. Andere landen zoals Kaapverdië, Senegal, Ghana, Benin, Mali en Burkina Faso, gelden als stabiel en zijn voor het merendeel democratisch. Alhoewel de meeste van deze landen over een geringere variatie aan natuurlijke hulpbronnen beschikken dan Oostelijk of Zuidelijk Afrika, vertonen deze landen sinds de jaren negentig toch een economische groei, die boven de bevolkingsgroei uitgaat. Economisch wordt de regio door Nigeria gedomineerd, een groot land met veel olierijkdom en een omvangrijke bevolking dat relatief veel buitenlandse investeringen aantrekt in de oliesector. Het land geldt echter als politiek instabiel en zeer corrupt en investeringen in de oliesector vertalen zich nog niet in een brede economische groei in de regio. Afgezien van de groei in traditionele exportproducten zoals katoen, cacao, hardhout, pinda s, fruit, mineralen, olie en gas, zijn de kansen voor de regio beperkt. Industrialisatie valt met de moeilijke achterlandverbindingen, gespreide en gefragmenteerde markten (behalve in de kuststreken), en gebrek aan kennis en kapitaal, niet snel te verwachten. Nigeria, Ivoorkust en Ghana beschikken over enige voedselverwerkende industrie, die ook een deel van de regio voorziet. Op het gebied van land-, tuinbouw- en visproducten liggen wel kansen, vooral in tropische streken rond de kust, waar ook transport en infrastructuur aanwezig is. In de dienstensector zijn de belangrijkste kansen gelegen in transport, ICT en financiële dienstverlening. Het toerisme is slechts mondjesmaat ontwikkeld, waarbij een land als Gambia door een doeltreffende combinatie van marketing en lage prijzen, een klein marktaandeel heeft 14 South African Customs Union (SACU) 9

13 weten te verwerven. Verder zijn de kansen op dit gebied niet groot en beperken zij zich tot enkele gebieden (Mali: Dogon en Timbouctou, Niger: Agadez), de kusten van Senegal en Kaapverdië. 3.4 Kansrijke sectoren en regio s voor Nederland Nederland is een belangrijke importeur, exporteur en investeerder en kan daarom een belangrijke partner voor Sub-Sahara Afrika zijn. Sub-Sahara Afrika biedt kansen voor het Nederlandse bedrijfsleven op het gebied van export en import van goederen en diensten en ook voor directe buitenlandse investeringen. Het is interessant om dieper in te gaan op de vraag naar welke landen en sectoren de interesse van het Nederlands bedrijfsleven uitgaat en welke kansen hier liggen. De Nederlandse export naar Afrika wijkt qua samenstelling niet veel af van de export naar andere regio s in de wereld (zie bijlage 3, tabel 2). Fig. 4 Export en import van Nederland naar SSA per productgroep Kapitaalgoedern Agrarische producten Chemische producten Gefabriceerde goederen Import Export Minerale brandstoffen Ruwe materialen Percentage Bron: CBS (2002) Agrarische producten (25%), chemische producten (16%) en vooral kapitaalgoederen (35%) zijn de belangrijkste producten die Nederland naar Afrika exporteert. Nederland importeert vooral agrarische producten uit Sub-Sahara: 56% van de import bestaat uit agrarische producten. Een goed inzicht in de investeringen vanuit Nederland naar Sub-Sahara Afrika valt niet te geven aangezien deze cijfers niet openbaar zijn. 15 In de top-10 van ontwikkelingslanden die Nederlandse Buitenlandse Directe Investeringen ontvangen (tabel 1) staan drie landen die tot Sub-Sahara Afrika behoren: Nigeria, Zuid-Afrika en Tsjaad. Nigeria is zelfs de grootste ontvanger, wat vooral verklaard worden door grote investeringen van multinationals in de oliesector aldaar De Nederlandse Bank geeft geen informatie over investeringen indien deze op bedrijfsniveau te herleiden zijn, zoals in een aantal Afrikaanse landen het geval is. 16 Doordat multinationals in sommige landen hun stempel op de buitenlandse investeringen drukken zegt de omvang van de totale Nederlandse directe investeringen in een land weinig over het aantal Nederlandse bedrijven dat er actief is. 10

14 Tabel 1 Nederlandse directe investeringen in ontwikkelingslanden: tien grootste ontvangers (stand) 17 In milj. Euro In % van totale DBI in OS-landen Nigeria ,5 China ,7 Filippijnen ,0 Egypte 831 3,1 Thailand 819 3,0 Indonesië 673 2,5 India 601 2,2 Zuid-Afrika 440 1,6 Tsjaad 412 1,5 Kazakstan 331 1,2 Bron: DNB (2001) Zuid-Afrika is Nederlands grootste en meest gediversifieerde handelspartner binnen Sub-Sahara Afrika. Zuid-Afrika neemt daarmee een andere en meer dominante positie in dan de rest van de Sub-Sahara Afrikaanse landen. De EVD ziet echter naast Zuid-Afrika de laatste jaren ook een toename van interesse 18 van het Nederlandse bedrijfsleven voor Nigeria, Ghana, Angola, Zambia en de regio Oost-Afrika 19. Nederlandse bedrijven handelen en investeren bij voorkeur met en in Engelstalige Afrikaanse landen. Het Nederlandse bedrijfsleven zelf ziet vooral mogelijkheden voor handel en investeringen in de oliesector en de agrarische sector. Nederlandse boeren en handelaren in groenten,fruit en bloemen zijn zeer actief in de land- en tuinbouwsector, maar ook in de dienstverlening voor tuinbouw liggen veel kansen voor Nederland. Hierbij gaat het om kennisoverdracht ten aanzien van veredeling en resistentie van gewassen, biotechnologie, verbetering van de agro-logistieke keten en procesmanagement. In de toeristensector is het Nederlandse bedrijfsleven vooral actief in kleinschalige projecten en in de toeleverende diensten. Het Nederlandse bedrijfsleven handelt daarnaast in tweedehands voertuigen, tweedehands printers, (mobiele) telefoons, computers, machines en transportmiddelen. Naast de export van goederen biedt de export van diensten veel mogelijkheden voor Nederlandse bedrijven. Nederlandse bedrijven zien goede kansen in de milieusector, waaronder afvalverwerking en recycling en in Zuid-Afrika het terugdringen van chemicaliën in de metaalverwerkende industrie, in de watersector, waaronder irrigatie en waterbesparing, en onderwijs en training. Er blijven natuurlijk kansen voor individuele bedrijven met een sterke internationale concurrentiepositie buiten de hierboven genoemde sectoren en genoemde landen. In Afrika bestaat ook een omvangrijke projectmarkt 20, waarin grote internationale projecten en aanbestedingen orders voor het bedrijfsleven kunnen opleveren. Deze aanbestedingen vinden veelal in de sectoren infrastructuur (wegenbouw, havenbouw, luchthavens), verpakkingsindustrie, agro-industrie, landbouwwerktuigen, toerisme, visserij, scheepsbouw, logistiek, distributie en transport plaats. Het Nederlands bedrijfsleven wordt via de EVD over grote aanbestedingen voorgelicht, maar hier liggen nog kansen voor betere benutting van het bedrijfsleven. 17 Stand: voorraad opgebouwde investeringen 18 Cijfers vraagbeantwoording EVD Binnen Oost Afrika gaat de aandacht van het bedrijfsleven voornamelijk uit naar Kenia,Tanzania, Oeganda, Ethiopië en Soedan 20 Ontwikkelingen in Sub-Sahara Afrika; kansen voor het bedrijfsleven, het Ministerie van Economische Zaken, september 1997, pag

15 De toenemende privatisering en liberalisering in Afrika bieden kansen voor Nederlandse investeerders in sectoren als telecommunicatie en energieproductie. Deze kansen worden echter niet altijd benut. Nederland heeft uitstekende kennis van gas en mijnbouw, die in Afrika kan worden ingezet. Nederlandse energiebedrijven zijn actief in kleinschalige duurzame energieprojecten. 4. Belemmeringen voor handel en investeringen in Afrika Alhoewel sinds enige jaren de groei van de handel in een aantal Afrikaanse landen weer toeneemt, heeft deze nog niet de omvang van het merendeel van de Aziatische ontwikkelingslanden bereikt en blijft het aandeel van Afrika in de wereldhandel nog steeds, zij het langzamer, dalen. Tot op heden is het Afrika nog onvoldoende gelukt om die trend te keren. Dit heeft met zowel externe als interne factoren te maken. 4.1 Externe factoren Sub-Sahara Afrika ondervindt talrijke belemmeringen op het gebied van internationale handel. De meest voorkomende handelsbelemmeringen zijn tarieven, exportsteun en binnenlandse steun. Maar terwijl tarifaire belemmeringen en steun afnemen, nemen non-tarifaire belemmeringen zoals technische handelsbarrières en sanitaire en fytosanitaire maatregelen in belang toe. De belangrijkste belemmering wordt nog steeds gevormd door tarieven. De EU hanteert ruim tarieflijnen. De meeste OESO-landen geven preferenties aan Afrikaanse landen. Zo geeft de EU preferentiële toegang via het verdrag van Cotonou aan de ACS-landen en via het Everything but Arms (EBA) 21 initiatief aan de MOLs. Preferenties worden echter vooral toegekend aan producten die het importerende land niet zelf produceert en minder aan producten waar Afrika het meeste baat bij zou hebben. Een groot nadeel voor Afrika is ook dat de hoogte van het tarief in veel landen toeneemt naarmate de bewerking van het product toeneemt (de zgn. tariefescalatie). Hogere tarieven voor kleding en chocola dan voor katoen en cacao zijn hiervan voorbeelden. Werkgelegenheid en investeringen in productie met een toegevoegde waarde worden hierdoor ontmoedigd. De hoogte van de tarieven is uiteraard van invloed op de handelsmogelijkheden. De preferentiële tarieven die de EU voor Afrika hanteert zijn veelal lager dan de tarieven voor Afrika van de VS, Japan en andere OESO-landen. Zoals gezegd hebben de MOLs met het EBA vrije toegang behalve voor rijst, bananen en suiker. Wat suiker betreft betekent dit ook geen vrije toegang voor alle producten waarin suiker zit. Van de ACS landen maken de niet-mols 22 gebruik van het Cotonouverdrag, omdat dit meer preferentiële voordelen biedt voor landbouwproducten dan het APS, maar betalen voor deze producten binnen het verdrag soms nog forse tarieven 23. Met Zuid-Afrika heeft de EU een apart vrijhandelsverdrag. 21 Het Everything but Arms (EBA) initiatief valt onder het Algemeen Preferentieel Stelsel en geeft quota- en tariefvrije toegang aan de minst ontwikkelde landen (MOLs) behalve voor bananen (tot 2006) en suiker en rijst (tot 2009). 22 Botswana, Kameroen, Ivoorkust, Gabon, Ghana, Kenia, Mauritius, Namibië, Nigeria, de Seychellen, Swaziland, en Zimbabwe 23 De notitie EU-handelsbarrières en ontwikkelingslanden, kamerstuk , 28000V, nr 63, geeft een uitgebreid overzicht van bestaande handelsbarrières en de vaak ingewikkelde voorwaarden die bestaan voor preferentiële toegang. Zo wordt verwezen naar een studie van de WTO samen met UNCTAD waaruit blijkt dat bij invoer uit de ACS-landen voor bijna 500 productcategorieën een tarief van 12% of hoger geldt. Deze piektarieven komen vooral voor bij groenten en fruit en in de sectoren met een zware marktordening: zuivel, vlees en granen. Een typisch invoertarief als bevroren lam ligt voor ACS-landen op 62,5%. In de zuivelsector liggen veel invoertarieven rond de 100%; boter doet bijvoorbeeld 90% onder het ACS-verdrag. Voor mandarijnen en clementines is het ACS- 12

16 Alle Afrikaanse landen behalve Zuid-Afrika hebben vrije toegang voor industrieproducten, maar moeten wel voldoen aan oorsprongsregels. Anders vallen ze terug op de MFN tarieven 24 die met name voor producten als schoeisel, kleding en textiel erg hoog zijn. De complexiteit van deze regels en het gebrek aan kennis en capaciteit aan Afrikaanse zijde om hiermee om te gaan, zijn de grootste handicaps om gebruik te maken van preferenties. Ontwikkelingslanden en met name Afrikaanse landen passen overigens zelf ook hoge tarieven toe. Zeventig procent van de invoerheffingen betalen ontwikkelingslanden aan andere ontwikkelingslanden. Tot voor kort was import- en exportheffing vaak de belangrijkste vorm van belastingheffing in Afrika. Dit leidde soms tot ondoordachte importheffingen om de begroting rond te krijgen. Om een bredere belastingbasis te krijgen en im- en exporttarieven te kunnen verminderen maakte invoering van BTW vaak onderdeel uit van de tweede generatie aanpassingsprogramma s van Wereldbank en IMF. De zwakke concurrentiepositie en kwetsbaarheid op bedrijfsniveau hebben in een aantal landen protectionistisch beleid gestimuleerd. De vergelijkbare concurrerende economische structuur van landen in dezelfde regio leidde ook tot onderling hoge tarieven. Hoge onderlinge tarieven belemmeren echter specialisatie en diversificatie. Afrikaanse landen kunnen dan ook winst boeken met het verlagen van hun onderlinge tarieven en het versterken van de regionale integratie. Exportsteun maakt het mogelijk om producten onder de kostprijs te verkopen. Daarmee wordt producenten in ontwikkelingslanden oneigenlijke concurrentie aangedaan. Er zijn verschillende vormen. De EU geeft exportsubsidies, terwijl de VS goedkope exportkredieten geeft. Daarnaast steunt de VS via gebonden voedselhulp de export van granen. Landen als Canada en Australië maken gebruik van staatsbedrijven om onder de kostprijs te kunnen exporteren. Ook binnenlandse steun kan de handel van Afrika ernstig schaden. Het bekendste- en momenteel weer erg actuele voorbeeld wordt gevormd door de meer dan US $ 4 miljard katoensubsidies die in de VS en in mindere mate ook in China en de EU gegeven worden, waardoor Afrika meer dan US $ 200 miljoen minder aan exportinkomsten krijgt. Andere producten met een lage wereldmarktprijs als gevolg van omvangrijke binnenlandse steun zijn rijst en suiker en in mindere mate vlees, melkpoeder en tabak. Zoals al eerder aangegeven bestaan er naast tarifaire obstakels ook non-tarifaire belemmeringen als technische handelsbelemmeringen en sanitaire en fytosanitaire maatregelen. Om met de laatste te beginnen, moderne door de markt gestelde voedselveiligheidseisen zijn de laatste jaren steeds strenger geworden. Deze eisen zijn vaak onvoldoende transparant, te weinig geharmoniseerd en bij de ontwikkeling ervan is te weinig rekening gehouden met de specifieke omstandigheden van ontwikkelingslanden. Het grootste probleem hierbij is niet het voldoen aan de eisen zelf, maar gebrek aan organisatiecapaciteit om in de hele keten aantoonbaar te kunnen aangeven dat men zich aan de regels houdt. Ook ontbreken vaak onafhankelijke, integere instanties voor uitvoering van de kwaliteitscontrole. Voor kleine producenten zijn daarnaast de kosten hiervan te hoog. Bij industrieproducten gaat het vaak om technische barrières voor handel (TBT), 25 met name nieuwe en bestaande productspecificaties en industriële standaarden. In veel Afrikaanse landen ontbreken tarief 16%. Voor fruit gelden in bepaalde seizoenen bovendien hogere tarieven en is er ook sprake van speciale vrijwaring. In de sector oliën en vetten valt de bescherming van olijfolie op: 75% onder ACS-voorwaarden. 24 MFN-tarieven: Most Favoured Nations gaat uit van het gelijkheidsprincipe. Een lid van de WTO is verplicht om alle landen op dezelfde wijze te behandelen als het gaat om het heffen van tarieven op ingevoerde producten (met als uitzondering de preferenties). 25 TBT: Technical Barriers to Trade 13

17 laboratoria waar de producten op hun kwaliteit en specificaties getest kunnen worden. En als ze er wel zijn, ontbreken vaak onafhankelijke certificeringsinstanties 26. Niet alleen lokale maar ook buitenlandse ondernemers kunnen aanzienlijke last hebben van handelsbelemmeringen. Zo klagen importeurs van land- en tuinbouwproducten voornamelijk over de onduidelijke regelgeving rondom handelsbelemmeringen van de EU. Zij hebben aangegeven meer problemen te ondervinden met de export naar de EU dan met knelpunten in het lokale ondernemingsklimaat Interne factoren Naast het feit dat Afrika relatief dunbevolkt is en de bevolking weinig koopkracht heeft, is het slechte ondernemingsklimaat de belangrijkste oorzaak van de achterblijvende groei van handel en investeringen. Uit een studie van de VN-organisatie voor Industriële Ontwikkeling (UNIDO) 28 blijkt dat factoren als politieke en economische stabiliteit en een goed ondernemingsklimaat bepalender zijn voor investeringsbeslissingen dan allerlei stimulerende maatregelen als belastingvrijstellingen, speciale overheidsdiensten en Investerings-Beschermingsovereenkomsten (IBO s). De kwaliteit van het ondernemingsklimaat in Sub-Sahara Afrika wordt ook bepaald door de wijze waarop overheden omgaan met het bedrijfsleven, dat in hun land of regio actief is. Bepalend is daarbij de mate waarin lokale overheden ondernemers beschouwen als bonafide partners in ontwikkeling. Bij recente inventarisaties van het Ministerie van Buitenlandse Zaken via een aantal ambassades, van het Ministerie van Economische Zaken bij Nederlandse bedrijven en recentelijk in een gezamenlijk rapport van NCDO, SNV en EIM, 29 kwamen de volgende knelpunten naar voren die ondernemers in ontwikkelingslanden ervaren: politieke instabiliteit en slecht (lokaal) bestuur, waaronder bureaucratie, corruptie en incompetentie, gebrek aan transparantie over continu veranderende regelgeving en gebrek aan rechtszekerheid en rechtsgelijkheid; een instabiele macro-economische omgeving; slecht macro-economisch beleid kan leiden tot instabiele wisselkoersen en inflatie; beperkingen op investeringen, zoals beperkingen van export van kapitaal of dividend, geen mogelijkheid tot permanent landeigendom; een slecht ontwikkelde financiële sector, 30 waaronder gebrek aan kapitaal dat tegen redelijke voorwaarden verkrijgbaar is; gebrek aan managementvaardigheden en een gering arbeidsaanbod door gebrekkige scholing, slechte voeding en ziektes als malaria en HIV/Aids; technologische achterstand, ook in bijvoorbeeld de land- en tuinbouwsector; overregulering, gebrek aan goedwerkende instituties en gebrek aan marktwerking; gebrekkige infrastructuur, zowel wegen als communicatie. 26 Dit punt staat onder externe factoren, omdat de eisen producteisen extern zijn en soms protectionistisch van karakter zijn, maar het problemen bij het voldoen aan de eisen valt meer onder interne belemmerende factoren. 27 EZ heeft in 2003 een aantal interviews gehouden met Nederlandse bedrijven en gevraagd naar hun knelpunten bij het ondernemen in ontwikkelingslanden. Deze opmerkingen komen van groente- en fruithandelaren, die in Nederland producten vanuit ontwikkelingslanden importeren. 28 Zie UNIDO, Foreign Direct Investor Perceptions in Sub-Saharan Africa, Genève Business in development survey, februari Een verkenning onder 115 Nederlandse ondernemingen, door onderzoeksbureau EIM. 30 Zie hiertoe ook de Wereldbank, Doing Business in 2004, Washington

18 Al deze knelpunten vallen binnen de zes beleidsthema s die het Ministerie van Buitenlandse Zaken en het Ministerie van Economische Zaken in 2001 reeds identificeerden in de nota Ondernemen tegen Armoede, te weten: macro-economische stabiliteit, goed bestuur, marktwerking en markttoegang, financiële sector ontwikkeling, fysieke infrastructuur, kennisontwikkeling en capaciteitsopbouw. Knelpunten in het lokale ondernemingsklimaat leiden tot hoge transactiekosten en vormen daarmee vaak de voornaamste redenen van achterblijvende groei in lokale investeringen. Niet of nauwelijks door ondernemers te beïnvloeden factoren als slecht economisch bestuur en macroeconomische instabiliteit worden daarbij door veel ondernemers - zeker in het midden- en kleinbedrijf - als het meest belemmerend ervaren. Structurele aanpassingsprogramma s gericht op het vergroten van macro-economische stabiliteit en het bevorderen van deregulering, privatisering en liberalisering zijn de afgelopen decennia met wisselend succes in een groot aantal Afrikaanse landen uitgevoerd. Structurele aanpak van andere knelpunten in het ondernemingsklimaat is echter vaak achtergebleven. Zo is de toegang tot en rechtszekerheid over productiemiddelen als grond en water nog steeds een enorm probleem in veel landen. Dit geldt ook voor de toegang tot krediet en de ontwikkeling van financiële dienstverlening. Het midden- en kleinbedrijf en in het bijzonder de landbouwsector ondervinden hiervan de grootste hinder. Afrika is zich hiervan wel steeds meer bewust. Zo formuleerden de Afrikaanse staten zelf NEPAD 31 en deden onder andere de African Union en de UEMOA 32 voorstellen voor corruptiebestrijding. De knelpunten in het ondernemingsklimaat zijn talrijk, maar wegen niet allemaal en voor iedereen even zwaar. Ondernemingen die hoogwaardige producten willen produceren of exporteren stuiten bijvoorbeeld vaak eerder op gebrek aan geschoold personeel en op het ontbreken van instanties die kwaliteitsgaranties kunnen afgeven dan producenten en handelaren in grondstoffen als katoen, cacao en koffie. Deze laatste groep zal bijvoorbeeld eerder de vaak gebrekkige lokale infrastructuur en het ontbreken van marktinstituties aanwijzen als grootste reden voor achterblijvende groei. Bij het identificeren en aanpakken van de meest urgente verbeterpunten kan men ondernemers het best sector- of ketengewijs betrekken. Belemmeringen die voortkomen uit een slecht ondernemingsklimaat hebben er vaak toe geleid dat kansen die gecreëerd werden door verbeterde en preferentiële markttoegang niet hebben geleid tot een toename van het aanbod en meer handel Nederlandse inzet Nederland erkent het belang van internationale handel en investeringen voor Afrika. Het beleid is gericht op het zoveel mogelijk wegnemen van de belemmeringen die Afrika verhinderen haar potentieel waar te maken en aansluiting te vinden bij de wereldmarkt. De Nederlandse inzet richt zich zowel op het wegnemen van belemmeringen op het internationale niveau als op het wegnemen van de zogenaamde supply side constraints op nationaal en bedrijfsniveau. 5.1 Inzet ten aanzien van externe belemmeringen en bevordering van de handel Nederland is voorstander van verdergaande handelsliberalisering, waarbij de voorkeur uitgaat naar liberalisering in multilateraal kader, in eerste instantie via de Wereldhandelsorganisatie (WTO). 31 New Partnership for Africa s Development 32 Union Economique et Monétaire Ouest Africaine 33 Deze aanbodbeperkingen worden in het algemeen aangeduid met supply side constraints 15

19 Bij de start van de huidige onderhandelingsronde in Doha werd in november 2001 afgesproken dat deze ronde een ontwikkelingsronde moest zijn: uitkomsten moeten leiden tot een betere integratie van ontwikkelingslanden, in het bijzonder MOLs, in de wereldeconomie. In dit kader hecht Nederland groot belang aan het behalen van een aantal essentiële resultaten waardoor ontwikkelingslanden handel effectief kunnen inzetten voor groei en armoedebestrijding. Deze zijn: substantiële vermindering van tarieven en handelsverstorende steun voor producten van belang van ontwikkelingslanden; voor Afrika zijn dit vooral landbouwproducten, waarbij katoen een belangrijke testcase is; een akkoord over versterking van de bestaande SDT-bepalingen (Special and differential treatment); hierbij pleit Nederland voor bepalingen die in het bijzonder voor de MOL s tegemoet komen aan de specifieke capaciteitsproblemen die ontwikkelingslanden hebben bij de toepassing van de regels en de kosten daarvan, en ook tegemoet komen aan de hoge aanpassingskosten die gepaard gaan met de liberalisering van hun economie; voldoende technische assistentie om tegemoet te komen aan het grote gebrek aan onderhandelingscapaciteit en handelscapaciteit van ontwikkelingslanden; hiervoor draagt Nederland bij aan verschillende internationale fondsen zoals o.a. het WTO/DDA Global Trust Fund, JITAP, UNCTAD, ITC, de WTO-rechtswinkel en ook aan particuliere organisaties die zich richten op versterking van de onderhandelingscapaciteit van ontwikkelingslanden; Nederland draagt in dit kader bij aan de versterking van de onderhandelingscapaciteit van o.a. de vier West-Afrikaanse landen om hun katoenvoorstel in de WTO te verdedigen. Nederland streeft samen met de EU naar een grotere betrokkenheid van Afrikaanse landen bij de onderhandelingen en een positieve uitkomst van de onderhandelingen voor Afrika. Daarbij moeten met name de offensieve belangen van Afrika in de beschouwing betrokken worden en moet tegelijkertijd voldoende steun gegeven worden om hiervan te profiteren. In het kader van dit streven maakten DGIS en DGBEB in het voorjaar gezamenlijk een reis naar Kenia, Tanzania en Oeganda (EAC), had een werklunch op ministerieel niveau plaats met een vijftal belangrijke Afrikaanse landen (Kenia, Oeganda, Tanzania, Zuid-Afrika en Zambia) en marge van UNCTAD XI en vindt er in het najaar een expert seminar plaats over mogelijke resultaten van Doha voor Afrika 34. Verder streeft Nederland ernaar dat ontwikkelingslanden meer gebruik maken van de bestaande preferenties onder het Algemeen Preferentieel Stelsel (APS), waaronder ook EBA valt, en onder het verdrag van Cotonou. In de tweede helft van 2004 wordt in de EU begonnen met de herziening van het huidige APS, dat op 31 december 2005 afloopt. Nederlandse inzet daarbij is dat er tevens wordt gekeken naar vereenvoudiging en versoepeling van de oorsprongregels en vereenvoudiging van douaneprocedures. Daarnaast streeft Nederland in WTO-kader naar uitbreiding van het EBA voor de MOLs naar alle OESO landen en een versterking van de Zuid-Zuid handel door preferentiële toegang voor de MOLs tot de rijkere ontwikkelingslanden. In het kader van het Cotonou-verdrag zijn de onderhandelingen begonnen over de Economic Partnership Agreements (EPA s) tussen de EU en verschillende regionale blokken, die mede de basis zullen leggen voor een coherentere EU-inzet van hulp en handel. Nederland wil dat de hulpcomponent ook wordt ingezet om de benodigde begeleidende maatregelen, technische assistentie en aanpassingen te financieren, zodat de EPA s een vehikel kunnen worden voor 34 Expert seminar Doha, what is in it for Africa 16

20 regionale economische integratie, meer regionale handel en versterking van economische ontwikkeling en diversificatie. Mede uit het oogpunt van coherentie let Nederland er tevens op dat bij nieuwe of herziening van EU-regelgeving op het gebied van SPS en TBT gekeken wordt naar de effecten ervan op de (potentiële) export uit ontwikkelingslanden. Dit opdat zonodig regels worden aangepast of tijdig technische assistentie gegeven kan worden om overheden en bedrijven in ontwikkelingslanden te assisteren zich aan de nieuwe regels aan te passen. 5.2 Inzet ten aanzien van interne belemmeringen. Grotere markttoegang en evenwichtiger regels op internationaal niveau zetten geen zoden aan de dijk als op nationaal niveau niets gedaan wordt aan de zgn. supply side constraints. De Nederlandse inzet voor Sub-Sahara Afrika concentreert zich op de geïdentificeerde clusters van knelpunten uit hoofdstuk 4 in het licht van de kansen die in hoofdstuk 3 zijn aangegeven. Hierbij is het van belang om onderscheid te maken tussen landen in conflict en landen waar op dit moment vrede en stabiliteit heerst. De Nederlandse inzet in landen in conflict is uiteengezet in de notitie Ondernemen in conflictgebieden 35. Wat betreft illegale handel in vooral coltan en diamanten die in Afrika geleid heeft tot illegale wapenhandel, burgeroorlogen en politieke instabiliteit is het Kimberley proces een belangrijke stap vooruit om illegaal verkregen diamanten van de markt te weren. Illegale handel staat ook op de agenda van de komende VN-topconferentie over het Grote Merengebied, die eind 2004 plaatsvindt. In de groep landen waar vrede en stabiliteit heerst ondersteunt Nederland op velerlei wijzen structurele verbetering van lokaal geïdentificeerde knelpunten in het ondernemingsklimaat. Zicht hierop is verkregen uit scans van het ondernemingsklimaat, die de posten in onze partnerlanden in Afrika elk jaar maken en via partnerschappen van Nederland met Wereldbank en IFC 36. Programmatische ondersteuning ter verbetering van het ondernemingsklimaat vindt veelal binnen bilaterale programma s plaats onder meer via ondersteuning van nationale (rurale) economische ontwikkelingsplannen, het bedrijfsleveninstrumentarium en het recent ingestelde fonds intensiveringsmiddelen lokaal ondernemingsklimaat. Deze programma s ter bevordering van de meer algemene aspecten van het ondernemingsklimaat hebben meestal de vorm van publiekpublieke samenwerking. Bij het verminderen van supply side constraints concentreert de Nederlandse inzet zich op zes beleidsterreinen. Allereerst krijgen alle relatief stabiele partnerlanden in Afrika extra ondersteuning die macro-economische stabiliteit bevordert, vaak gekoppeld aan programma s ter versterking van goed bestuur. Deze steun loopt voornamelijk via de Wereldbank in het kader van aanpassingsprogramma s of programma s op het gebied van Public Finance Management. Bevordering van goed (economisch) bestuur vormt het tweede beleidsterrein waarbinnen in veel landen knelpunten geïdentificeerd zijn. Voorbeelden van Nederlandse ondersteuning concentreren zich voornamelijk op het versterken van factoren als corruptiebestrijding, ondernemingsrecht, toegang tot en rechtszekerheid over productiefactoren als land en water, functioneel tripartiet overleg (overheid, vakbonden, werkgevers) etc. Beperkte marktwerking en markttoegang alsmede het ontbreken van marktinstituties die ontstaan na interne liberalisering en terugtrekking van de overheid uit de productie vormen een derde 35 Ondernemen in conflictgebieden, Kamerstuk nr. 1, 05/03/ WB s Investment Climate Assessments en Diagnostic Trade Surveys (DTIS) (als onderdeel van het multilaterale trust fund Integrated Framework ), alsmede IFC s African Project Development Facility (APDF) 17

Regionale vooruitzichten Sub-Sahara Afrika - bijlage Percentage grondstoffen in goederen export

Regionale vooruitzichten Sub-Sahara Afrika - bijlage Percentage grondstoffen in goederen export Tabel 1: Indicatoren voor economische structuur Aantal inwoners (mln) Grootte van economie (USD mrd) Grootte van economie (% van wereld BBP) Percentage grondstoffen in goederen export Percentage grondstoffen

Nadere informatie

Economische ontwikkelingen in West-Afrika Bijeenkomst KvK Road2WestAfrica

Economische ontwikkelingen in West-Afrika Bijeenkomst KvK Road2WestAfrica ECOWAS Economische ontwikkelingen in West-Afrika Bijeenkomst KvK Road2WestAfrica Presentatie door Marco Rensma MEYS Emerging Markets Research Bedrijfsprofiel MEYS Emerging Markets Research Opgericht in

Nadere informatie

Missionair Centrum Heerlen

Missionair Centrum Heerlen Plaatsingslijst Verzameling Missionair Centrum Heerlen Archiefnummer: 646 Archiefnaam: MCH Sector: Kerkelijk en godsdienstig leven Soort archief: Verzameling van instelling Datering: 1961-2003 Katholiek

Nadere informatie

Kritisch kijken op verschillende schaalniveaus

Kritisch kijken op verschillende schaalniveaus Kritisch kijken op verschillende schaalniveaus Inleiding In het eerste jaar van Geogenie ben je begonnen vanuit België naar de wereld te kijken. In het tweede jaar heb je veel geleerd over Europa en in

Nadere informatie

De agrarische handel van Nederland in 2012

De agrarische handel van Nederland in 2012 De agrarische handel van Nederland in 2012 1. Opvallende ontwikkelingen Totale wereldhandel in agrarische producten groeit voor tweede opeenvolgende jaar met ruim 10% Nederlandse agrarische export groeit

Nadere informatie

Dutch Good Growth Fund (DGGF)

Dutch Good Growth Fund (DGGF) Dutch Good Growth Fund (DGGF) DGGF doel: mkb financiering mogelijk maken in ontwikkelingslanden MKB financiering in DGGF landen wordt als high risk gezien door financiers: - Hoge transactiekosten - Beperkte

Nadere informatie

KANSDOSSIER LANDBOUWMACHINES Australië. September 2015

KANSDOSSIER LANDBOUWMACHINES Australië. September 2015 KANSDOSSIER LANDBOUWMACHINES Australië September 2015 Disclaimer Dit rapport is opgesteld door de Economische Afdeling van het. Het is tot stand gekomen door persoonlijke contacten met overheidsinstanties

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag Bezuidenhoutseweg 67 2594 AC Den Haag Postbus 20061 Nederland www.rijksoverheid.nl Contactpersoon Cécile Kleve T 070-3485197

Nadere informatie

De agrarische handel van Nederland in 2010

De agrarische handel van Nederland in 2010 De agrarische handel van Nederland in 1. Opvallende ontwikkelingen Wereldhandel in agrarische producten daalde in met ruim 10%, maar vertoont in weer herstel Nederlandse agrarische export groeit in naar

Nadere informatie

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE MINISTER VAN BUITENLANDS BELEID EN ONROEREND ERFGOED NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Definitieve goedkeuring van het voorontwerp van decreet houdende instemming met de economische partnerschapsovereenkomst

Nadere informatie

De agrarische handel van Nederland in 2013

De agrarische handel van Nederland in 2013 De agrarische handel van Nederland in 2013 1. Opvallende ontwikkelingen Totale handelsoverschot groeit met 4,5 miljard; aandeel agrarische producten 2 miljard Nederlandse agrarische export neemt in 2013

Nadere informatie

Internationale handel visproducten

Internationale handel visproducten Internationale handel visproducten Marktmonitor ontwikkelingen 27-211 en prognose voor 212 Januari 213 Belangrijkste trends 27-211 Ontwikkelingen export De Nederlandse visverwerkende industrie speelt een

Nadere informatie

De agrarische handel van Nederland in 2013

De agrarische handel van Nederland in 2013 De agrarische handel van Nederland in 1. Opvallende ontwikkelingen Totale handelsoverschot groeit met 4,5 miljard; aandeel agrarische producten 2 miljard Nederlandse agrarische export neemt in opnieuw

Nadere informatie

Statistisch Magazine Internationale economische ontwikkelingen in de periode 2010 tot en met 2012

Statistisch Magazine Internationale economische ontwikkelingen in de periode 2010 tot en met 2012 Internationale economische ontwikkelingen in de periode 2010 tot en met 2012 Inleiding Lorette Ford De economische ontwikkeling van een land kan door middel van drie belangrijke economische indicatoren

Nadere informatie

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE MINISTER VAN BUITENLANDS BELEID EN ONROEREND ERFGOED NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Principiële goedkeuring van het voorontwerp van decreet houdende instemming met de economische partnerschapsovereenkomst

Nadere informatie

Handels- en investeringscijfers Zuid-Afrika-Nederland mei 2019

Handels- en investeringscijfers Zuid-Afrika-Nederland mei 2019 Handels- en investeringscijfers Zuid-Afrika-Nederland mei 2019 Dit overzicht is gemaakt in opdracht van het Ministerie van Buitenlandse Zaken. Dan Pretoria, Zuid -Afrika Wat kunt u verwachten bij deze

Nadere informatie

De agrarische handel van Nederland in 2014

De agrarische handel van Nederland in 2014 De agrarische handel van Nederland in 1. Opvallende ontwikkelingen Totale Nederlandse handelsoverschot is in gelijk gebleven aan het niveau van ( 47,6 mld.); handelsoverschot agrarische producten komt

Nadere informatie

FACTSHEET ZUID AFRIKA

FACTSHEET ZUID AFRIKA 1000 TON FACTSHEET ZUID AFRIKA Fruit & Vegetable Facts; Jan Kees Boon; +31654687684; fruitvegfacts@gmail.com ZUID AFRIKA BELANGRIJKE SPELER OP WERELDMARKT VERS FRUIT Nederland belangrijkste afnemer Zuid

Nadere informatie

Gemeenschappelijk Landbouwbeleid: kosten, instrumenten en hun effecten.

Gemeenschappelijk Landbouwbeleid: kosten, instrumenten en hun effecten. Gemeenschappelijk Landbouwbeleid: kosten, instrumenten en hun effecten. Budget Ontwikkeling van het Budget In 23 kostte het prijs- en inkomensbeleid 4 miljard en in 24 bijna 43 miljard. Op basis van het

Nadere informatie

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 12 mei 2009 (14.05) (OR. en) 9318/09 ACP 104 WTO 88 PTOM 24 DEVGE 128 RELEX 405. OTA het voorzitterschap

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 12 mei 2009 (14.05) (OR. en) 9318/09 ACP 104 WTO 88 PTOM 24 DEVGE 128 RELEX 405. OTA het voorzitterschap RAAD VA DE EUROPESE U IE Brussel, 12 mei 2009 (14.05) (OR. en) 9318/09 ACP 104 WTO 88 PTOM 24 DEVGE 128 RELEX 405 OTA van: aan: Betreft : het voorzitterschap de Raad Voorbereiding van de Raad Algemene

Nadere informatie

Samenvatting Flanders DC studie Internationalisatie van KMO s

Samenvatting Flanders DC studie Internationalisatie van KMO s Samenvatting Flanders DC studie Internationalisatie van KMO s In een globaliserende economie moeten regio s en ondernemingen internationaal concurreren. Internationalisatie draagt bij tot de economische

Nadere informatie

Handels- en investeringscijfers Benin-Nederland 1

Handels- en investeringscijfers Benin-Nederland 1 Handels- en investeringscijfers Benin-Nederland 1 1. Goederenexport van Benin naar andere landen Tabel 1: Voornaamste Beninse exportpartners (bedragen x 1.000 euro) IMPORTERENDE LANDEN WAARDE EXPORT IN

Nadere informatie

A 2014 N 91 PUBLICATIEBLAD. De Gouverneur van Curaçao. artikel 3, eerste lid, onderdeel 1, sub b, van het Toelatingsbesluit; HEEFT GOEDGEVONDEN:

A 2014 N 91 PUBLICATIEBLAD. De Gouverneur van Curaçao. artikel 3, eerste lid, onderdeel 1, sub b, van het Toelatingsbesluit; HEEFT GOEDGEVONDEN: A 2014 N 91 PUBLICATIEBLAD Landsbesluit van de 23 ste oktober 2014, no. 14/2329 ter uitvoering van artikel 3, eerste lid, onderdeel 1, sub b van het Toelatingsbesluit 1 De Gouverneur van Curaçao Op de

Nadere informatie

De kloof wordt breder. Boekverslag door H woorden 15 februari keer beoordeeld. Aardrijkskunde

De kloof wordt breder. Boekverslag door H woorden 15 februari keer beoordeeld. Aardrijkskunde Boekverslag door H. 1034 woorden 15 februari 2007 6.6 80 keer beoordeeld Vak Methode Aardrijkskunde BuiteNLand Hoofdstuk 2 het Noorden tegenover het Zuiden 2 Noord- Zuidverhoudingen 2.1 De kloof wordt

Nadere informatie

Handels- en investeringscijfers Ivoorkust-Nederland 1

Handels- en investeringscijfers Ivoorkust-Nederland 1 Handels- en investeringscijfers Ivoorkust-Nederland 1 1. Goederenexport van Ivoorkust naar andere landen Tabel 1: Voornaamste exportpartners Ivoorkust (bedragen x 1.000 euro) IMPORTERENDE LANDEN WAARDE

Nadere informatie

DHIsubsidieregeling. China Project Development

DHIsubsidieregeling. China Project Development DHIsubsidieregeling Hoofdpunten Regeling: tender Bedrijfsactiviteit: investering en export (kapitaal) goederen Doelmarkt: opkomende landen en ontwikkelingslanden (DGGF- land) Subsidiedoel: concreet project,

Nadere informatie

Handels- en investeringscijfers Verenigde Arabische Emiraten- Nederland 1

Handels- en investeringscijfers Verenigde Arabische Emiraten- Nederland 1 Handels- en investeringscijfers Verenigde Arabische Emiraten- Nederland 1 1. Goederenexport van de Verenigde Arabische Emiraten naar andere landen Tabel 1: Voornaamste exportpartners van de Verenigde Arabische

Nadere informatie

Handels- en investeringscijfers Zuid-Afrika-Nederland 1

Handels- en investeringscijfers Zuid-Afrika-Nederland 1 Handels- en investeringscijfers Zuid-Afrika-Nederland 1 1. Goederenexport van Zuid-Afrika naar andere landen Tabel 1: Voornaamste Zuid-Afrikaanse exportpartners (bedragen x 1.000 euro) IMPORTERENDE LANDEN

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 15.9.2014 COM(2014) 576 final 2014/0265 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD tot ondertekening en voorlopige toepassing van de economische partnerschapsovereenkomst (EPO)

Nadere informatie

Female Cancer Foundation. Strategie 2013-2017

Female Cancer Foundation. Strategie 2013-2017 Female Cancer Foundation Strategie 2013-2017 Missie Female Cancer Foundation FCF levert een zichtbare en erkende bijdrage aan een wereld zonder baarmoederhalskanker middels preventieve screening & behandeling,

Nadere informatie

Handels- en investeringscijfers Ghana-Nederland 1

Handels- en investeringscijfers Ghana-Nederland 1 Handels- en investeringscijfers Ghana-Nederland 1 1. Goederenexport van Ghana naar andere landen Tabel 1: Voornaamste Ghanese exportpartners (bedragen x 1.000 euro) IMPORTERENDE LANDEN WAARDE EXPORT IN

Nadere informatie

Handels- en investeringscijfers Ierland-Nederland 1

Handels- en investeringscijfers Ierland-Nederland 1 Handels- en investeringscijfers Ierland-Nederland 1 1. Goederenexport van Ierland naar andere landen Tabel 1: Voornaamste Ierse exportpartners (bedragen x 1.000 euro) IMPORTERENDE LANDEN WAARDE EXPORT

Nadere informatie

Handels- en investeringscijfers Australië-Nederland 1

Handels- en investeringscijfers Australië-Nederland 1 Handels- en investeringscijfers Australië-Nederland 1 1. Goederenexport van Australië naar andere landen Tabel 1: Voornaamste Australische exportpartners (bedragen x 1.000 euro) IMPORTERENDE LANDEN WAARDE

Nadere informatie

Handels- en investeringscijfers Zwitserland-Nederland 1

Handels- en investeringscijfers Zwitserland-Nederland 1 Handels- en investeringscijfers Zwitserland-Nederland 1 1. Goederenexport van Zwitserland naar andere landen Tabel 1: Voornaamste Zwitserse exportpartners (bedragen x 1.000 euro) IMPORTERENDE LANDEN WAARDE

Nadere informatie

Export-update Noord- en Zuid-Amerika - juli 2014

Export-update Noord- en Zuid-Amerika - juli 2014 Export-update Noord- en Zuid-Amerika - juli 2014 1. Samenvatting en conclusies De Nederlandse uitvoerwaarde is in 2013 met 1,0% gestegen t.o.v. dezelfde periode in 2012 tot 433,8 miljard euro. De bescheiden

Nadere informatie

Conjunctuur enquête. Technologische Industrie Nederland

Conjunctuur enquête. Technologische Industrie Nederland Conjunctuur enquête Technologische Industrie Nederland Gunstig beeld met internationale onzekerheden Het CBS kopt donderdag 16 februari dat het ondernemersvertrouwen in Nederland nog nooit op zo n hoog

Nadere informatie

Handels- en investeringscijfers Spanje-Nederland 1

Handels- en investeringscijfers Spanje-Nederland 1 Handels- en investeringscijfers Spanje-Nederland 1 1. Goederenexport van Spanje naar andere landen Tabel 1: Voornaamste Spaanse exportpartners (bedragen x 1.000 euro) IMPORTERENDE LANDEN WAARDE EXPORT

Nadere informatie

Handels- en investeringscijfers Verenigd Koninkrijk-Nederland 1

Handels- en investeringscijfers Verenigd Koninkrijk-Nederland 1 Handels- en investeringscijfers Verenigd Koninkrijk-Nederland 1 1. Goederenexport van het Verenigd Koninkrijk naar andere landen Tabel 1: Voornaamste Britse exportpartners (bedragen x 1.000 euro) IMPORTERENDE

Nadere informatie

Handels- en investeringscijfers Pakistan-Nederland 1

Handels- en investeringscijfers Pakistan-Nederland 1 Handels- en investeringscijfers Pakistan-Nederland 1 1. Goederenexport van Pakistan naar andere landen Tabel 1: Voornaamste Pakistaanse exportpartners (bedragen x 1.000 euro) IMPORTERENDE LANDEN WAARDE

Nadere informatie

Handels- en investeringscijfers Libië-Nederland 1

Handels- en investeringscijfers Libië-Nederland 1 Handels- en investeringscijfers Libië-Nederland 1 1. Goederenexport van Libië naar andere landen Tabel 1: Voornaamste Libische exportpartners (bedragen x 1.000 euro) IMPORTERENDE LANDEN WAARDE EXPORT IN

Nadere informatie

Antwoorden Economie Handel

Antwoorden Economie Handel Antwoorden Economie Handel Antwoorden door een scholier 973 woorden 14 april 2004 4,8 61 keer beoordeeld Vak Economie Begrippen: Open Economie: Bijvoorbeeld: Nederland exporteert veel goederen en diensten

Nadere informatie

Handels- en investeringscijfers Canada-Nederland 1

Handels- en investeringscijfers Canada-Nederland 1 Handels- en investeringscijfers Canada-Nederland 1 1. Goederenexport van Canada naar andere landen Tabel 1: Voornaamste Canadese exportpartners (bedragen x 1.000 euro) IMPORTERENDE LANDEN WAARDE EXPORT

Nadere informatie

Samenvatting Aardrijkskunde hoofdstuk 1 paragraaf 2,3,4,7,8

Samenvatting Aardrijkskunde hoofdstuk 1 paragraaf 2,3,4,7,8 Samenvatting Aardrijkskunde hoofdstuk 1 paragraaf 2,3,4,7,8 Samenvatting door V. 1226 woorden 30 oktober 2016 7,1 21 keer beoordeeld Vak Methode Aardrijkskunde BuiteNLand Par. 1.2 Er zijn 2 manieren om

Nadere informatie

Handels- en investeringscijfers Zuid-Korea-Nederland 1

Handels- en investeringscijfers Zuid-Korea-Nederland 1 Handels- en investeringscijfers Zuid-Korea-Nederland 1 1. Goederenexport van Zuid-Korea naar andere landen Tabel 1: Voornaamste Zuid-Koreaanse exportpartners (bedragen x 1.000 euro). Bron: International

Nadere informatie

Geregistreerde Exporteur (REX) APS

Geregistreerde Exporteur (REX) APS Geregistreerde Exporteur (REX) APS Inhoud Inleiding Wettelijke bepalingen Het REX-systeem Inleiding Artikelen: 70, 72, 78-93, 99-109 Bijlagen: 22-06, 22-07 en 22-20 Wettelijke bepalingen Uitvoeringsverordening

Nadere informatie

Handels- en investeringscijfers Marokko-Nederland 1

Handels- en investeringscijfers Marokko-Nederland 1 Handels- en investeringscijfers Marokko-Nederland 1 1. Goederenexport van Marokko naar andere landen Tabel 1: Voornaamste Marokkaanse exportpartners (bedragen x 1.000 euro) IMPORTERENDE LANDEN WAARDE EXPORT

Nadere informatie

Handels- en investeringscijfers Estland-Nederland 1

Handels- en investeringscijfers Estland-Nederland 1 Handels- en investeringscijfers Estland-Nederland 1 1. Goederenexport van Estland naar andere landen Tabel 1: Voornaamste Estse exportpartners (bedragen x 1.000 euro) IMPORTERENDE LANDEN WAARDE EXPORT

Nadere informatie

Handels- en investeringscijfers Turkije-Nederland 1

Handels- en investeringscijfers Turkije-Nederland 1 Handels- en investeringscijfers Turkije-Nederland 1 1. Goederenexport van Turkije naar andere landen Tabel 1: Voornaamste Turkse exportpartners (bedragen x 1.000 euro) IMPORTERENDE LANDEN WAARDE EXPORT

Nadere informatie

Handels- en investeringscijfers Colombia-Nederland 1

Handels- en investeringscijfers Colombia-Nederland 1 Handels- en investeringscijfers Colombia-Nederland 1 1. Goederenexport van Colombia naar andere landen Tabel 1: Voornaamste Colombiaanse exportpartners (bedragen x 1.000 euro) IMPORTERENDE LANDEN WAARDE

Nadere informatie

b) Werd er meer bepaald een definitieve heffing ingevoerd na 3 juli 2017?

b) Werd er meer bepaald een definitieve heffing ingevoerd na 3 juli 2017? SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 241 van FRANCESCO VANDERJEUGD datum: 2 mei 2018 aan GEERT BOURGEOIS MINISTER-PRESIDENT VAN DE VLAAMSE REGERING, VLAAMS MINISTER VAN BUITENLANDS BELEID EN ONROEREND ERFGOED Export

Nadere informatie

Handels- en investeringscijfers Nigeria-Nederland 1

Handels- en investeringscijfers Nigeria-Nederland 1 Handels- en investeringscijfers Nigeria-Nederland 1 1. Goederenexport van Nigeria naar andere landen Tabel 1: Voornaamste Nigeriaanse exportpartners (bedragen x 1.000 euro) IMPORTERENDE LANDEN WAARDE EXPORT

Nadere informatie

Handels- en investeringscijfers Luxemburg-Nederland 1

Handels- en investeringscijfers Luxemburg-Nederland 1 Handels- en investeringscijfers Luxemburg-Nederland 1 1. Goederenexport van Luxemburg naar andere landen Tabel 1: Voornaamste Luxemburgse exportpartners (bedragen x 1.000 euro) IMPORTERENDE LANDEN WAARDE

Nadere informatie

4,6. Samenvatting door L. 989 woorden 30 november keer beoordeeld. Aardrijkskunde

4,6. Samenvatting door L. 989 woorden 30 november keer beoordeeld. Aardrijkskunde Samenvatting door L. 989 woorden 30 november 2016 4,6 5 keer beoordeeld Vak Aardrijkskunde SAMENVATTING AK HOOFDSTUK 1. VWO 2. Primaire sector: landbouw, visserij, mijnbouw, jacht. Secundaire sector: industrie,

Nadere informatie

Handels- en investeringscijfers Zweden-Nederland 1

Handels- en investeringscijfers Zweden-Nederland 1 Handels- en investeringscijfers Zweden-Nederland 1 1. Goederenexport van Zweden naar andere landen Tabel 1: Voornaamste Zweedse exportpartners (bedragen x 1.000 euro) IMPORTERENDE LANDEN WAARDE EXPORT

Nadere informatie

Handels- en investeringscijfers Verenigde Staten-Nederland 1

Handels- en investeringscijfers Verenigde Staten-Nederland 1 Handels- en investeringscijfers Verenigde Staten-Nederland 1 1. Goederenexport van de Verenigde Staten naar andere landen Tabel 1: Voornaamste exportpartners uit de Verenigde Staten (bedragen x 1.000 euro)

Nadere informatie

Handels- en investeringscijfers Mexico-Nederland 1

Handels- en investeringscijfers Mexico-Nederland 1 Handels- en investeringscijfers Mexico-Nederland 1 1. Goederenexport van Mexico naar andere landen Tabel 1: Voornaamste Mexicaanse exportpartners (bedragen x 1.000 euro) IMPORTERENDE LANDEN WAARDE EXPORT

Nadere informatie

Handels- en investeringscijfers Israël-Nederland 1

Handels- en investeringscijfers Israël-Nederland 1 Handels- en investeringscijfers Israël-Nederland 1 1. Goederenexport van Israël naar andere landen Tabel 1: Voornaamste Israëlische exportpartners (bedragen x 1.000 euro) IMPORTERENDE LANDEN WAARDE EXPORT

Nadere informatie

Handels- en investeringscijfers Portugal-Nederland 1

Handels- en investeringscijfers Portugal-Nederland 1 Handels- en investeringscijfers Portugal-Nederland 1 1. Goederenexport van Portugal naar andere landen Tabel 1: Voornaamste Portugese exportpartners (bedragen x 1.000 euro) IMPORTERENDE LANDEN WAARDE EXPORT

Nadere informatie

Handels- en investeringscijfers Egypte-Nederland 1

Handels- en investeringscijfers Egypte-Nederland 1 Handels- en investeringscijfers Egypte-Nederland 1 1. Goederenexport van Egypte naar andere landen Tabel 1: Voornaamste Egyptische exportpartners (bedragen x 1.000 euro) IMPORTERENDE LANDEN WAARDE EXPORT

Nadere informatie

Handels- en investeringscijfers China-Nederland 1

Handels- en investeringscijfers China-Nederland 1 Handels- en investeringscijfers China-Nederland 1 1. Goederenexport van China naar andere landen Tabel 1: Voornaamste Chinese exportpartners (bedragen x 1.000 euro) IMPORTERENDE LANDEN WAARDE EXPORT IN

Nadere informatie

Handels- en investeringscijfers Indonesië-Nederland 1

Handels- en investeringscijfers Indonesië-Nederland 1 Handels- en investeringscijfers Indonesië-Nederland 1 1. Goederenexport van Indonesië naar andere landen Tabel 1: Voornaamste Indonesische exportpartners (bedragen x 1.000 euro) IMPORTERENDE LANDEN WAARDE

Nadere informatie

Handels- en investeringscijfers Tunesië-Nederland 1

Handels- en investeringscijfers Tunesië-Nederland 1 Handels- en investeringscijfers Tunesië-Nederland 1 1. Goederenexport van Tunesië naar andere landen Tabel 1: Voornaamste Tunesische exportpartners (bedragen x 1.000 euro) IMPORTERENDE LANDEN WAARDE EXPORT

Nadere informatie

Handels- en investeringscijfers Rusland-Nederland 1

Handels- en investeringscijfers Rusland-Nederland 1 Handels- en investeringscijfers Rusland-Nederland 1 1. Goederenexport van Rusland naar andere landen Tabel 1: Voornaamste Russische exportpartners (bedragen x 1.000 euro) IMPORTERENDE LANDEN WAARDE EXPORT

Nadere informatie

Handels- en investeringscijfers Hongarije-Nederland 1

Handels- en investeringscijfers Hongarije-Nederland 1 Handels- en investeringscijfers Hongarije-Nederland 1 1. Goederenexport van Hongarije naar andere landen Tabel 1: Voornaamste Hongaarse exportpartners (bedragen x 1.000 euro) IMPORTERENDE LANDEN WAARDE

Nadere informatie

Handels- en investeringscijfers Kroatië-Nederland 1

Handels- en investeringscijfers Kroatië-Nederland 1 Handels- en investeringscijfers Kroatië-Nederland 1 1. Goederenexport van Kroatië naar andere landen Tabel 1: Voornaamste Kroatische exportpartners (bedragen x 1.000 euro) IMPORTERENDE LANDEN WAARDE EXPORT

Nadere informatie

Handels- en investeringscijfers Brazilië-Nederland 1

Handels- en investeringscijfers Brazilië-Nederland 1 Handels- en investeringscijfers Brazilië-Nederland 1 1. Goederenexport van Brazilië naar andere landen Tabel 1: Voornaamste Braziliaanse exportpartners (bedragen x 1.000 euro) IMPORTERENDE LANDEN WAARDE

Nadere informatie

Publiek Private Partnerschap faciliteit. Faciliteit Duurzaam Ondernemen en Voedselzekerheid (FDOV) Aad de Koning 26 april 2012

Publiek Private Partnerschap faciliteit. Faciliteit Duurzaam Ondernemen en Voedselzekerheid (FDOV) Aad de Koning 26 april 2012 Publiek Private Partnerschap faciliteit Faciliteit Duurzaam Ondernemen en Voedselzekerheid (FDOV) Aad de Koning 26 april 2012 Onderwerpen in de presentatie Thema's en sub-thema's Drempelcriteria Procedures

Nadere informatie

ASIELSTATISTIEKEN MAANDVERSLAG

ASIELSTATISTIEKEN MAANDVERSLAG ASIELSTATISTIEKEN MAANDVERSLAG OVERZICHT 2014 Publicatiedatum: 8 januari 2015 Contact: Tine Van Valckenborgh tine.vanvalckenborgh@ibz.fgov.be 02 205 50 56 INHOUDSTAFEL I. Algemeen overzicht van asielaanvragen

Nadere informatie

Handels- en investeringscijfers Denemarken-Nederland april 2019

Handels- en investeringscijfers Denemarken-Nederland april 2019 Handels- en investeringscijfers Denemarken-Nederland april 2019 Dit overzicht is gemaakt in opdracht van het Ministerie van Buitenlandse Zaken. Nyhavn in Kopenhagen, Denemarken Wat kunt u verwachten bij

Nadere informatie

TRACTATENBLAD VAN HET. JAARGANG 2009 Nr. 207

TRACTATENBLAD VAN HET. JAARGANG 2009 Nr. 207 41 (2000) Nr. 10 TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN JAARGANG 2009 Nr. 207 A. TITEL Partnerschapsovereenkomst tussen de leden van de groep van Staten in Afrika, het Caribisch Gebied en de

Nadere informatie

1.4 Factoren die bepalend zijn voor reële convergentie

1.4 Factoren die bepalend zijn voor reële convergentie Productiviteit, concurrentiekracht en economische ontwikkeling Concurrentiekracht wordt vaak beschouwd als een indicatie voor succes of mislukking van economisch beleid. Letterlijk verwijst het begrip

Nadere informatie

Handels- en investeringscijfers Duitsland-Nederland augustus 2019

Handels- en investeringscijfers Duitsland-Nederland augustus 2019 Handels- en investeringscijfers Duitsland-Nederland augustus 2019 Dit overzicht is gemaakt in opdracht van het Ministerie van Buitenlandse Zaken. moersky via Pixabay, Haven van Hamburg, Duitsland Wat kunt

Nadere informatie

Handels- en investeringscijfers België-Nederland 1

Handels- en investeringscijfers België-Nederland 1 Handels- en investeringscijfers België-Nederland 1 1. Goederenexport van België naar andere landen Tabel 1: Voornaamste Belgische exportpartners (bedragen x 1.000 euro) IMPORTERENDE LANDEN WAARDE EXPORT

Nadere informatie

Rapport met betrekking tot Gegunde Uitvoer Periode : van 01/07/2018 tot en met 31/07/2018

Rapport met betrekking tot Gegunde Uitvoer Periode : van 01/07/2018 tot en met 31/07/2018 Pagina 1 van 12 Rapport met betrekking tot Gegunde Uitvoer Periode : van 01/07/2018 tot en met 31/07/2018 Dossier Land van Bestemming Land van Eindgebruik Controlelijst Categorie Controlelijst Subcategorie

Nadere informatie

ALGEMENE ECONOMIE /03

ALGEMENE ECONOMIE /03 HBO Algemene economie Raymond Reinhardt 3R Business Development raymond.reinhardt@3r-bdc.com 3R 1 M Productiefactoren: alle middelen die gebruikt worden bij het produceren: NOKIA: natuur, ondernemen, kapitaal,

Nadere informatie

Handels- en investeringscijfers Frankrijk-Nederland 1

Handels- en investeringscijfers Frankrijk-Nederland 1 Handels- en investeringscijfers Frankrijk-Nederland 1 1. Goederenexport van Frankrijk naar andere landen Tabel 1: Voornaamste Franse exportpartners (bedragen x 1.000 euro) IMPORTERENDE LANDEN WAARDE EXPORT

Nadere informatie

Handels- en investeringscijfers Italië-Nederland 1

Handels- en investeringscijfers Italië-Nederland 1 Handels- en investeringscijfers Italië-Nederland 1 1. Goederenexport van Italië naar andere landen Tabel 1: Voornaamste Italiaanse exportpartners (bedragen x 1.000 euro) IMPORTERENDE LANDEN WAARDE EXPORT

Nadere informatie

Handels- en investeringscijfers Duitsland-Nederland 1

Handels- en investeringscijfers Duitsland-Nederland 1 Handels- en investeringscijfers Duitsland-Nederland 1 1. Goederenexport van Duitsland naar andere landen Tabel 1: Voornaamste Duitse exportpartners (bedragen x 1.000 euro) IMPORTERENDE LANDEN WAARDE EXPORT

Nadere informatie

Handels- en investeringscijfers Hongkong-Nederland 1

Handels- en investeringscijfers Hongkong-Nederland 1 Handels- en investeringscijfers Hongkong-Nederland 1 1. Goederenexport van Hongkong naar andere landen Tabel 1: Voornaamste Hongkongse exportpartners (bedragen x 1.000 euro) IMPORTERENDE LANDEN WAARDE

Nadere informatie

Handels- en investeringscijfers Noorwegen-Nederland 1

Handels- en investeringscijfers Noorwegen-Nederland 1 Handels- en investeringscijfers Noorwegen-Nederland 1 1. Goederenexport van Noorwegen naar andere landen Tabel 1: Voornaamste Noorse exportpartners (bedragen x 1.000 euro) IMPORTERENDE LANDEN WAARDE EXPORT

Nadere informatie

Handels- en investeringscijfers Vietnam-Nederland 1

Handels- en investeringscijfers Vietnam-Nederland 1 Handels- en investeringscijfers Vietnam-Nederland 1 1. Goederenexport van Vietnam naar andere landen Tabel 1: Voornaamste Vietnamese exportpartners (bedragen x 1.000 euro) IMPORTERENDE LANDEN WAARDE EXPORT

Nadere informatie

Handels- en investeringscijfers Bulgarije-Nederland 1

Handels- en investeringscijfers Bulgarije-Nederland 1 Handels- en investeringscijfers Bulgarije-Nederland 1 1. Goederenexport van Bulgarije naar andere landen Tabel 1: Voornaamste Bulgaarse exportpartners (bedragen x 1.000 euro) IMPORTERENDE LANDEN WAARDE

Nadere informatie

Handels- en investeringscijfers Australië-Nederland mei 2019

Handels- en investeringscijfers Australië-Nederland mei 2019 Handels- en investeringscijfers Australië-Nederland mei 2019 Dit overzicht is gemaakt in opdracht van het Ministerie van Buitenlandse Zaken. Orange Opera House Wat kunt u verwachten bij deze handelscijfers:

Nadere informatie

Handels- en investeringscijfers Canada-Nederland maart 2019

Handels- en investeringscijfers Canada-Nederland maart 2019 Handels- en investeringscijfers Canada-Nederland maart 2019 Dit overzicht is gemaakt in opdracht van het Ministerie van Buitenlandse Zaken. Skyline Calgary, Canada Wat kunt u verwachten bij deze handelscijfers:

Nadere informatie

Handels- en investeringscijfers Brazilië-Nederland mei 2019

Handels- en investeringscijfers Brazilië-Nederland mei 2019 Handels- en investeringscijfers Brazilië-Nederland mei 2019 Dit overzicht is gemaakt in opdracht van het Ministerie van Buitenlandse Zaken. Thaysey Pixabay, Brazilië Wat kunt u verwachten bij deze handelscijfers:

Nadere informatie

Hoofdstuk 27 Landenrisico

Hoofdstuk 27 Landenrisico Hoofdstuk 7 Landenrisico Open vragen 7. Het IMF verdeelt de wereldeconomie in industrielanden, opkomende industrielanden en ontwikkelingslanden. Binnen de opkomende industrielanden en ontwikkelingslanden

Nadere informatie

Handels- en investeringscijfers Cuba-Nederland 1

Handels- en investeringscijfers Cuba-Nederland 1 Handels- en investeringscijfers Cuba-Nederland 1 1. Goederenexport van Cuba naar andere landen Tabel 1: Voornaamste Cubaanse exportpartners (bedragen x 1.000 euro) IMPORTERENDE LANDEN WAARDE EXPORT IN

Nadere informatie

Handels- en investeringscijfers Slowakije-Nederland 1

Handels- en investeringscijfers Slowakije-Nederland 1 Handels- en investeringscijfers Slowakije-Nederland 1 1. Goederenexport van Slowakije naar andere landen Tabel 1: Voornaamste Slowaakse exportpartners (bedragen x 1.000 euro) IMPORTERENDE LANDEN WAARDE

Nadere informatie

Handels- en investeringscijfers België-Nederland juni 2019

Handels- en investeringscijfers België-Nederland juni 2019 Handels- en investeringscijfers België-Nederland juni 2019 Dit overzicht is gemaakt in opdracht van het Ministerie van Buitenlandse Zaken. David Mark via Pixabay - brouwerij, België Wat kunt u verwachten

Nadere informatie

Handels- en investeringscijfers Tunesië-Nederland 1

Handels- en investeringscijfers Tunesië-Nederland 1 Handels- en investeringscijfers Tunesië-Nederland 1 1. Goederenexport van Tunesië naar andere landen Tabel 1: Voornaamste Tunesische exportpartners (bedragen x 1.000 euro) IMPORTERENDE LANDEN WAARDE EXPORT

Nadere informatie

Handels- en investeringscijfers Algerije-Nederland 1

Handels- en investeringscijfers Algerije-Nederland 1 Handels- en investeringscijfers Algerije-Nederland 1 1. Goederenexport van Algerije naar andere landen Tabel 1: Voornaamste Algerijnse exportpartners (bedragen x 1.000 euro) IMPORTERENDE LANDEN WAARDE

Nadere informatie

Handels- en investeringscijfers Singapore-Nederland 1

Handels- en investeringscijfers Singapore-Nederland 1 Handels- en investeringscijfers Singapore-Nederland 1 1. Goederenexport van Singapore naar andere landen Tabel 1: Voornaamste Singaporese exportpartners (bedragen x 1.000 euro) IMPORTERENDE LANDEN WAARDE

Nadere informatie

Handels- en investeringscijfers Saoedi-Arabië-Nederland 1

Handels- en investeringscijfers Saoedi-Arabië-Nederland 1 Handels- en investeringscijfers Saoedi-Arabië-Nederland 1 1. Goederenexport van Saoedi-Arabië naar andere landen Tabel 1: Voornaamste Saoudi-Arabische exportpartners (bedragen x 1.000 euro) IMPORTERENDE

Nadere informatie

China: Kansen en Knelpunten voor de Technologische Industrie

China: Kansen en Knelpunten voor de Technologische Industrie China: Kansen en Knelpunten voor de Technologische Industrie Aanleiding China is een land met veel kansen voor het Nederlandse bedrijfsleven. Ondanks de mogelijkheden is het een lastige markt om in te

Nadere informatie

Handels- en investeringscijfers China-Nederland februari 2019

Handels- en investeringscijfers China-Nederland februari 2019 Handels- en investeringscijfers China-Nederland februari 2019 Dit overzicht is gemaakt in opdracht van het Ministerie van Buitenlandse Zaken. Beijing West treinstation, China Wat kunt u verwachten bij

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie Nr. 1373 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BUITENLANDSE

Nadere informatie

Het economisch potentieel van Sub-Sahara Afrika

Het economisch potentieel van Sub-Sahara Afrika Rita Bhageloe-Datadin Het economisch potentieel van Sub-Sahara Afrika Afrika is verreweg het armste continent ter wereld. Het imago van Afrika wordt sterk bepaald door de afhankelijkheid van hulp als gevolg

Nadere informatie

Handels- en investeringscijfers Kenia-Nederland juli 2019

Handels- en investeringscijfers Kenia-Nederland juli 2019 Handels- en investeringscijfers Kenia-Nederland juli 2019 Dit overzicht is gemaakt in opdracht van het Ministerie van Buitenlandse Zaken. David Mark via Pixabay Nairobi, Kenia Wat kunt u verwachten bij

Nadere informatie

FACTSHEET SOUTH AFRIKA IMPORT 2015

FACTSHEET SOUTH AFRIKA IMPORT 2015 1000 TONS Factsheet South Africa import 2015 FACTSHEET SOUTH AFRIKA IMPORT 2015 Fruit&VegetableFacts; JanKeesBoon; +31 654 687 684; fruitvegfacts@gmail.com ZUID AFRIKAANS FRUIT BELANGRIJK VOOR NEDERLAND

Nadere informatie

Handels- en investeringscijfers Chili-Nederland 1

Handels- en investeringscijfers Chili-Nederland 1 Handels- en investeringscijfers Chili-Nederland 1 1. Goederenexport van Chili naar andere landen Tabel 1: Voornaamste Chileense exportpartners (bedragen x 1.000 euro) IMPORTERENDE LANDEN WAARDE EXPORT

Nadere informatie