Jachthaven Strijensas b.v. Sassedijk LD Strijensas - tel

Transcriptie

1 1. Bagagetips De Marex 21 is zeer compleet uitgerust, zo is er standaard koffie, thee, toiletpapier en keukenrol aanwezig. Toch blijven er altijd aan aantal dingen waar u zelf voor moet zorgen. We hebben de meest voorkomende benodigdheden van thuis hier voor u op een rijtje gezet: Weekendtas en geen koffer, deze neemt onnodig veel plek in en staat vaak in de weg. Eten en drinken voor onderweg. Niet elke haven of aanlegplaats heeft een supermarkt op loopafstand. Elektrische koelkast is aan boord. (Bad)handdoeken. (keukenlinnen is aan boord). Warm vest, op het water voelt het vaak wat frisser. Schoenen zonder hakken en met lichte zool. Zwemkleding. Fototoestel en/of videocamera. Speelgoed voor de kinderen. Goed boek of tijdschrift. Laders voor telefoon, nintendo e.d, de boot heeft bij walstroom 220 volt aan boord. Medicatie, verbandtrommel is aanwezig. Slaapzak of dekbed als u meerdere dagen huurt en wilt overnachten op de boot. Kussens, kusslopen en lakens zijn aanwezig. Zonnebrandcrème bij mooi weer. Contant geld, niet in elke haven kunt u pinnen. Neem ook wat muntjes van 0,50 of 1,00 mee voor water, elektra en douche-automaten op de havens. Legitimatie, is ook op het water verplicht.

2 2. Veiligheid aan boord Wanneer u zich voor vertrek vertrouwd maakt met de boot en de vaarroute naar de bestemming, wordt de kans op calamiteiten aanzienlijk verkleind. De schipper is verantwoordelijk voor de veiligheid van de boot en haar opvarenden en dient zich te houden aan de regels op het water en alle veiligheidsmaatregelen te nemen welke in noodgevallen vereist zijn. Het is geen teken van zwakte als u tijdig advies en hulp vraagt aan ervaren schippers. Natuurlijk kunt u tijdens uw vaartocht ook ten alle tijde contact opnemen met ons, zodat wij u met raad en daad bij kunnen staan voor een onbezorgde vaartocht. Algemene veiligheidstips Zet tijdens het zwemmen altijd de motor af en doe dit alleen op plaatsen waar het kan en mag. Gebruik wanneer u voor anker gaat (bijv.om te zwemmen) de ankerbal. Hiermee geeft u aan dat u voor anker ligt. Vermijd i.v.m. overboord vallen het lopen over het voordek en gangboord tijdens het varen. Geen diesel of water tanken of kooktoestel bijvullen wanneer de motor of kooken verwarmingsapparatuur in werking is. Niet roken tijdens het werken met diesel, overigens is het roken in de binnenruimtes van onze boot niet toegestaan. Laat de boot niet onbeheerd achter wanneer kook- of verwarmingsapparatuur in gebruik is. Schakel de elektrische installatie uit met de hoofdschakelaars, wanneer u voor langere tijd van boord gaat. Reddingsvesten voor alle opvarenden zijn aan boord, gebruik ze ook, zeker op de grote rivieren. Brandblussers hangt aan bakboorzijde in de stuursalon Houd kleine kinderen onder het varen in de stuursalon of kajuit en altijd het reddingsvest aan!

3 3. Vaartuigbeheersing Manoeuvres Alle manoeuvres op stromend water die te maken hebben met aanmeren, afvaren en ankeren, worden zoveel mogelijk tegen de stroom in uitgevoerd, en geef niet teveel gas. Hierdoor heeft u meer controle over de boot. Zorg dat er altijd voldoende stootwillen uithangen wanneer u aan een manoeuvre begint en dat de lijnen klaarliggen. Geef kinderen een vaste plek of zet ze vast in hun autostoeltje, zodat u zich op de handeling kunt concentreren. Motorbediening Laat de motor bij de eerste afvaart eerst enkele minuten warm lopen voordat u wegvaart. Schakel altijd rustig eerst stationair in voor- of achteruit. Schakel nooit direct van voor naar achteruit, maar wacht minimaal 1 seconde in de neutraalstand alvorens door te schakelen. Bij het achteruitvaren trekt de schroef het achterschip naar bakboord (links). Hou hier rekening mee. Corrigeer desnoods door kort vooruit naar bakboord bij te sturen totdat de boot weer in de goede vaarrichting ligt. Afvaren Uw ligplaats verlaten mag alleen wanneer u zich ervan hebt vergewist dat dit zonder gevaar kan gebeuren. Zorg voor voldoende zicht en laat uw bemanning op de uitkijk staan. Zorg dat de lijnen en stootwillen netjes worden opgeborgen en klaarliggen voor volgend gebruik. Wanneer er lijnen overboord hangen of in het water liggen kunnen deze in de schroef komen. Afmeren en/of overnachten in een jachthaven Plaatselijke omstandigheden bepalen hoe u de boot vastlegt. Houdt het overige vaarverkeer in de gaten alvorens u aan uw manoeuvre begint. en geef duidelijke instructies aan uw bemanning. Bij aankomst in een jachthaven dient u zich te melden bij de havenmeester. Dit gebeurt veelal aan een meld- of passantensteiger. De havenmeester zal u vragen naar de maten van de boot en u een plek toewijzen in de passantenhaven en een prijs met u afspreken voor een eventuele overnachting. Meestal is het mogelijk om voor een paar uur kosteloos aan te leggen, maar vraag dit altijd na. De tarieven staan ook vermeld in de wateralmanak 2, welke bij ons standaard aan boord te vinden is.

4 Ankeren Goed voor anker gaan heeft te maken met schipperskunst. Het is dan ook het beste dit te leren van een ervaren schipper. Wij geven er de voorkeur aan dat u niet ankert voor een overnachting, maar hiervoor aanlegt aan een daarvoor bedoelde steiger. Overdag kunt u ankeren voor bijv. zonnen, zwemmen of lunchen. Doe dit altijd buiten de vaargeul en bij voorkeur aan hogerwal (de walkant waar de wind vandaan komt). Als het anker dan niet houd, drijft u niet direct naar de wal. Bruggen en sluizen Bij een dichte brug of sluis is het raadzaam even af te meren aan de hiervoor bestemde meerpalen of steiger tot hij door de brug-of sluiswachter geopend wordt. Hiervoor kan een kleine bijdrage gevraagd worden, zorg daarom te alle tijde voor wat muntgeld aan boord. De tijden van opening staan vaak aangegeven bij de betreffende brug of sluis, maar zijn ook terug te vinden in de wateralmanak 2, welke bij ons standaard aan boord te vinden is. Let hier vooral goed op bij het uitstippelen van een route. Het zal u maar gebeuren dat de brug niet meer open gaat die dag en u niet meer naar uw bestemming kunt. In de sluis Het aanleggen in een sluis wijkt nauwelijks af van het aanleggen aan een steiger. Let wel op de u de kant waar de wind vandaan komt als eerste aanlegt, daar de wind anders tussen de boot en de sluismuur kan gaan en de boot verkeerd om in de sluis komt te liggen. Bij het schutten in een sluis zit zowel voor als achter het touw vast op de boot en wordt deze om de bolder in de sluismuur gelegd. Het uiteinde houdt u in de hand. Dit heet een slip tros. U mag de boot niet vastknopen in een sluis, dit i.v.m. onverwachte waterstijging of -daling. Navigatieverlichting Het is niet verplicht om navigatieverlichting op uw boot te hebben, indien u alleen overdag met goed zicht vaart. Gaat u ook s nachts op pad of wordt het zicht tijdens de vaartocht slechter dan moet de navigatieverlichting aan.de standaard navigatieverlichting op boten die op de motor varen bestaat uit twee boordlichten, een rood aan de linker (bakboord-)zijde en een groen aan de rechter (stuurboord-)zijde. Vanaf de voorkant te zien. Daarnaast heeft een motorboot een wit toplicht van voren te zien. Tenslotte is er nog een wit heklicht, van achteren te zien. De totale verlichting bedekt dus een volledige cirkel. Kleinere motorboten mogen het hek- en toplicht in een lantaarn combineren.

5 4. Vaarregels Net als op de weg, gelden ook op het water verkeersregels. Een compleet overzicht van alle verkeersregels op het water vindt u in het Binnenvaart Politie Reglement (BPR), welke u aan boord vindt in Wateralmanak 1. Hieronder zetten wij de belangrijkste voor u op een rij. Houdt zoveel mogelijk stuurboordwal aan, ook binnen de betonde vaargeul. U heeft dan voorrang op gelijkwaardige schepen die dat niet doen. Vaar niet buiten de jachtbetonning i.v.m. ondieptes en obstakels) Pas uw koers en snelheid tijdig aan, wanneer u voorrang verleent aan een andere schip. Laat duidelijk zien welke koers u vaart en geef elkaar de ruimte om te manoeuvreren. Voorkom gevaarlijke situaties en schade aan de oever en andere schepen door alert te zijn op hinderlijke golfslag of zuiging van uw schip. Minder tijdig vaart. Kleine schepen tot 20 meter moeten voorrang verlenen aan grote schepen. Sleep- en duwboten, veerponten, passagiersschepen en vissersschepen hebben ongeacht hun lengte altijd voorrang. Op de grote rivieren is veel beroepsvaart in de hoofdvaargeul. Vermijdt deze zoveel mogelijk, en als u over wilt steken doe dit dan bij twijfel altijd achter het vrachtschip langs. Ze varen meestal harder dan je denkt. Een klein schip moet voorrang verlenen aan een klein zeilschip met zeil of een roeiboot, als hun koersen elkaar kruisen en geen van de schepen vaart stuurboordwal. Voor kleine motorschepen onderling geldt dat het schip dat van stuurboord nadert, voorrang heeft. Wanneer u vanuit een neven vaarwater een hoofd vaarwater opvaart, moet u voorrang verlenen aan alle schepen op het hoofd vaarwater.

6 5. Begrippen Op het water worden voor andere benamingen voor een aantal dingen gebruikt als u wellicht gewend bent. Wij zetten de meest voorkomende voor u op een rij. Stuurboord: Rechts Bakboord: Links Gangboord: Looppad aan weerszijde van het dek Afmeren: Het aanleggen van het schip aan de kant Vaarweg of vaargeul: Het deel van het water dat ook door grotere schepen kan worden bevaren, vaak met betonning Vaarwater: Het deel van het water waar een schip, hoe klein ook, kan varen. tenzij er een absoluut vaarverbod geldt Groot schip: Een schip langer dan 20 meter Klein schip: Een schip korter dan 20 meter Bilgepomp: Pomp die water uit het laagst gelegen deel van het schip pompt Bolder of kikker: Een metalen klamp voor het aan bevestigen van de lijnen Betonning: Het door middel van boeien markeren aan één of beide zijden van de vaargeul. Voortros: lijn van de voorkant van het schip naar voren Voorspring: lijn van de voorkant van het schip naar achteren Achtertros: lijn van de achterkant van het schip naar achteren Achterspring: lijn van de achterkant van het schip naar voren Hogerwal: De walkant waar de wind vandaan komt Lagerwal: De walkant waar de wind naartoe waait Loefzijde: De zijde van het schip waar de wind tegenaan waait Lijzijde: De zijde van het schip waar de wind vanaf waait

7 6. Bijzondere verrichtingen Tanken Deze boot is voorzien van een DIESEL tank, welke vol is wanneer u vertrekt. De inhoud van de dieseltank is ca. 80 liter en bij gemiddeld verbruik van 2 à 3 liter per uur dus meer dan 25 vaaruren. Mocht u onderweg tanken, gebruik dan enkel witte (auto) diesel. Tanken op het water gebeurt veelal bij een bunkerstation of -schip, deze zijn vaak bediend. De locaties van deze bunkerstations staan aangegeven op de kaart en in wateralmanak 2. Zorgt ervoor dat de boot goed vastligt en het contact uitstaat alvorens u gaat tanken. Open de rode vuldop met opschrift FUEL met de tanksleutel of een 2 euro muntstuk. Tank rustig en stop met vullen zodra het vulgeluid veranderd of de ontluchting begint te borrelen. Na het tanken rekent u af en hervat uw vaartocht. Bij het inleveren van de boot meert u af aan onze eigen tanksteiger en vult de tank weer met diesel. Drinkwater De drinkwatertank is vol wanneer u vertrekt, de inhoud is 60 liter, en afhankelijk van het aantal opvarenden, voldoende voor 2 à 3 dagen. In jachthavens en bij bunkerstations heeft u de mogelijkheid om de drinkwatertank te vullen. Dit kan tegen betaling zijn. Voor het vullen schakelt u de waterpomp op het dashboard uit. Draai de dop los waarop WATER staat en zorg dat er geen vuil in de opening loopt. Laat de waterslang eerst enige tijd overboord lopen om stilstaand water uit de slang te verwijderen alvorens u deze in de vulopening van de watertank hangt. Laat deze vullen tot hij overloopt, dit voorkomt lucht in de tank. Toilet De boot is voorzien van een handbediende toiletpot. Zet na de toiletgang de spoelknop open (hendeltje naar links) en pompt de hendel op en neer tot de pot alleen nog gevuld is met schoon water. Zet nu de spoelknop dicht (hendeltje naar rechts) en pomp het resterende water eruit. Spoel geen toiletpapier of andere zaken door het pomptoiltet. Dit veroorzaakt snel verstoppingen. Gebruik in de jachthavens de toilet op de wal. Kooktoestel Onder de linker stuurstoel bevindt zich een kooktoestel op brandalcohol. De reservoirs zijn gevuld bij uw aankomst en hiermee kunt u ca. 5 dagen op koken. U kunt de reservoir bijvullen door ze uit het kooktoestel te nemen en verticaal in de afwasbak te plaatsen en voorzichtig vullen tot de vloeistof zichtbaar blijft staan. Maak ze niet te vol, dit kan gevaarlijk zijn. Reservevloeistof is aanwezig. Schroefas afdichting Als u meerdere dagen huurt, is het nodig na een dag varen de schroefasafdichting met wat vet te smeren. Dit kan eenvoudig door met de vetpomp een of enkele slagen te geven op de vetnippel van de schroefas. U vindt de vetpomp met nippel onder het grote luik in de kuip bij de schroefas.

8 Koelkast De koelkast gaat op de boordaccu (12 volt) en kunt u aan- en uitzetten op het dashboard met de knop refrigerator. Als u de motor uit zet, laad de accu niet meer bij en zal de koelkast de accu leegtrekken. Zet de koelkast daarom uit als u lang stil ligt, tenzij de boot in de haven aan de walstroom ligt. Dan wordt de accu automatisch bijgeladen. Kachel De boot is voorzien van een heteluchtkachel op diesel. U kunt de kachel aan zetten met de schakelaar op de thermostaat in de stuursalon. De kachel verbruik ook 12 volt voor de ventilator. Gebruik dus de kachel bij voorkeur als de motor draait of als u aan de walstroom ligt, zodat de accu s worden bijgeladen. Het is normaal dat veel rook uit de uitlaat van de kachel komt bij het opstarten. Als de kachel op temperatuur is wordt de rook minder. Als u de kachel aan zet laat hem dan minimaal 30 minuten aan staan zodat hij goed kan opwarmen. Door kort aan- en uit te zetten zal hij snel vervuilen en in storing gaan.

9 7. Kinderen aan boord Met kinderen varen is leuk en leerzaam, mits hun veiligheid in acht wordt genomen. Om hier zoveel mogelijk zorg voor te dragen, hebben wij een aantal tips voor u op een rijtje gezet. Laat kinderen zoveel mogelijk een reddingsvest dragen, ook al zijn ze in het bezit van een zwemdiploma. Doe dit in ieder geval bij bijzondere verrichtingen, zoals afmeren in de haven en in de sluis. Leer ze op hun vest te vertrouwen door ze een keer hiermee in het water te laten zakken, dit voorkomt paniek bij ouder en kind wanneer ze onverwachts te water raken. Spreek een vast plek af om te gaan zitten bij bijzondere manoeuvres, zoals het invaren van een sluis of het afmeren in een haven, zodat u zich op deze handeling kunt concentreren. Neem voor kleinere kinderen het autostoeltje mee aan boord, zodat u ze veilig vast kunt zetten. Betrek de kinderen bij het varen door ze uitleg te geven over wat u doet en waarom. Leg duidelijk uit dat het dashboard geen speelgoed is en ze hier niet aan mogen komen en dat dit gevaarlijke situaties kan veroorzaken. Kinderen vinden het vaak leuk om te mogen sturen, maar zorg dat dit altijd onder uw leiding gebeurt. Laat ze op de kaart de voorgenomen route zien en vertel onderweg waar u bent. Zorg voor voldoende tussenstops, zodat ze hun energie kwijt kunnen, dit houdt het voor iedereen leuk. Neem van thuis speelgoed mee voor onderweg. Met een hengel of visnetje kunnen kinderen zich in havens en onderweg prima vermaken. Laat de kinderen enkel of met een goedgekeurd attribuut achter de boot hangen op plaatsen waar dit mag en kan. Wanneer u dit doet, dient er altijd een volwassene op de uitkijk te staan.

10 8. Vaarbewijs Voor deze boot geldt geen vaarbewijsplicht. Hieronder hebben we de regels met betrekking tot het vaarbewijs voor u op een rijtje gezet. De vaarbewijsplicht geldt als u vaart met: Een schip met een lengte van 15 meter of langer dat niet bedrijfsmatig wordt gebruikt. Een schip met een lengte tussen de 15 en 20 meter dat bedrijfsmatig wordt gebruikt of voor bedrijfsmatig gebruik is bestemd. Een sleepboot of duwboot (die niet wordt gebruikt om een schip met een lengte van 20 meter of langer te slepen, langszij mee te voeren of te duwen). Een motorboot met een lengte van minder dan 15 meter die een snelheid van meer dan 20 kilometer per uur kan bereiken. Soorten: Klein Vaarbewijs Het Klein Vaarbewijs is er in twee niveaus, namelijk: Klein Vaarbewijs I (VBI) Voor het varen op rivieren, kanalen en meren, met uitzondering van de Westerschelde, de Oosterschelde, het IJsselmeer (inclusief Markermeer en IJmeer), de Waddenzee, de Eems en de Dollard. Er mag wel gevaren worden op de Gouwzee en de Randmeren (Gooimeer tot en met Ketelmeer/Zwarte Meer). Klein Vaarbewijs II (VB2) Voor het varen op alle binnenwateren, dus inclusief de Westerschelde, de Oosterschelde, het IJsselmeer (inclusief Markermeer en IJmeer), de Waddenzee, de Eems en de Dollard. Voor het bevaren van de Noordzee is er geen vaarbewijsplicht, maar wel voor het bevaren van de zeehavens. Leeftijd Klein Vaarbewijs: Het Klein Vaarbewijs wordt pas afgeven als u 18 jaar of ouder bent. U kunt wel al examen doen als u nog geen 18 jaar bent. Examen Klein Vaarbewijs: Om een Klein Vaarbewijs te verkrijgen moet u slagen voor het examen en voldoen aan de medische eisen voor de binnenvaart. Het examen wordt afgenomen door de Stichting Vaarbewijs- en marifoonexamens (Vamex). U krijgt de uitslag direct na het examen mee. Bent u geslaagd, dan krijgt u meteen het aanvraagformulier voor het Klein Vaarbewijs mee. Pas als u in bezit bent van de Klein Vaarbewijs-pas mag u varen met een vaarbewijs plichtig schip. Medische eisen Klein Vaarbewijs: Om een Klein Vaarbewijs te verkrijgen moet u voldoen aan de keuringseisen voor de binnenvaart. U moet hiervoor een eigen verklaring invullen. Dit formulier ontvangt u op het moment dat u het vaarbewijs aanvraagt. Meer informatie over de medische eisen vindt u op de website van de Inspectie Verkeer en Waterstaat. Geldigheidsduur Klein Vaarbewijs: Sinds 1 juli 2009 is een Klein Vaarbewijs dat is afgegeven voor uw 65 e jaar geldig tot de dag waarop u 70 jaar wordt. Heeft u een klein vaarbewijs dat is afgegeven na uw 65 e jaar, dan is deze vijf jaar geldig.

11 9. Veel gestelde vragen... Ongetwijfeld zijn er vragen die bij u naar boven komen wanneer u overweegt een boot bij ons te huren. Op deze pagina vindt u de meest gestelde vragen van gasten die u zijn voor gegaan. Staat uw vraag er niet bij? Stel hem dan gerust per telefoon of . Van hoe laat tot hoe laat mogen we varen? Het uitgeven van de boten is vanaf uur. We verwachten u uiterlijk weer terug om uur. Kunnen wij onze auto veilig en dichtbij de boot parkeren? Onze jachthaven beschikt over een zeer ruime afgesloten parkeerplaats. U kunt hier gratis uw auto parkeren. Wij zorgen dat u een in- en uitrijkaart krijgt. Wat zijn de betalingsmogelijkheden? De eerste helft van de huursom dient binnen 7 dagen na boeking te worden voldaan, de tweede helft moet bij afvaart worden voldaan. Voor lastminute boekingen en boekingen binnen 4 dagen voor afvaart dient het totaalbedrag ineens worden voldaan. Dit kan per bank of contant voor afvaart. U kunt bij ons pinnen. De borgsom à 375,- geschiedt altijd contant/pinnen voor afvaart (geen creditcard) Moet ik borg betalen als ik een boot huur? Ja, er geldt een borgsom van 375,- voor deze boot. De betaling van de borgsom geschiedt altijd contant of pinnen voor afvaart. De borgsom wordt binnen 3 werkdagen teruggestort op uw rekening eventueel onder aftrek van nog door u te betalen kosten. Wat te doen bij slecht weer? Garantie op mooi weer kunnen wij helaas niet geven, echter mogen een wolk en een buitje de pret niet drukken. Wanneer de weersvoorspelling dusdanig is dat het niet verantwoord is om te gaan varen, zullen wij samen met u een andere datum plannen. Hoe lang van te voren moeten we reserveren? Het verschilt per periode hoe lang van te voren u moet reserveren. Vakanties en weekenden lopen altijd als eerste vol, zeker als de weersvoorspellingen goed zijn. Wanneer u op een specifieke datum wilt gaan varen, kunt u deze het beste meteen vastleggen, zodat u verzekerd bent van uw vaartocht. Hoe oud moet je zijn om een boot te huren? Voor het huren van een boot moet men 21 jaar of ouder zijn. Degene die de reservering maakt is voor ons en de verzekering de aansprakelijke persoon. Met hoeveel personen kunnen we gaan varen? Voor dagverhuur is de Marex 21 geschikt voor maximaal 4 personen, wilt u overnachten aan boord dan kan dit met maximaal 2 personen.

12 Mogen we zelf hapjes en drankjes meenemen aan boord? Natuurlijk mag u zelf uw hapjes en drankjes meenemen. Koffie en thee is aan boord. Het is niet toegestaan aan boord te barbecueën. In het havenrestaurant kunt u terecht voor ontbijt, lunch en diner. Kijk voor info en openingstijden op: We vragen wij u om uw afval te verzamelen in een afvalzak en deze bij terugkomst weg te gooien in de daarvoor bestemde container. Is er een toilet aanwezig op de boot? De boot is voorzien van een handbediende toiletpot. Bij de bijzondere verrichtingen in deze handleiding staat het gebruik van het toilet beschreven. Zijn er plekken onderweg waar we van de boot af kunnen? Onderweg zijn er diverse plaatsen waar u kunt aanmeren, al dan niet met voorzieningen. Deze staan op de kaart aangegeven en beschreven in de wateralmanak deel 2. Heb ik een vaarbewijs nodig? U heeft voor het varen met deze boot geen vaarbewijs nodig. Ik heb nog nooit gevaren, kan ik een boot huren? Gezien het vaargebied is enige ervaring vereist! Heeft u nog nooit gevaren, dan kunt u beter eerst op beschut binnenwater of plassengebied varen alvorens bij ons te huren. We geven u voor de afvaart altijd een instructie en varen eventueel een stuk met u mee. Zijn er kaarten en routes aanwezig op de boot? Alle van toepassing zijnde waterkaarten zijn aan boord aanwezig. Wij zullen samen met u de mogelijke routes bekijken en daarin adviseren. Natuurlijk zorgen wij dat u deze kunt naslaan tijdens uw vaartocht. Mocht u onderweg vragen hebben over de tocht of tegen problemen aanlopen bel met het havenkantoor. Tel Mogen er huisdieren mee aan boord? Het is op deze boot niet toegestaan huisdieren mee te nemen.. Is het mogelijk de boot vooraf te bekijken? Wij proberen u aan de hand van de informatie en foto's op de website een zo duidelijke en realistisch mogelijk beeld te geven van de boot. Mocht u de boot vooraf willen bekijken, dan kan dat indien hij beschikbaar is en na telefonische afspraak. Zijn de boten toegankelijk voor mindervaliden? Het is mogelijk om mindervalide personen mee te nemen aan boord, hiervoor zijn echter geen speciale voorzieningen. Rolstoelen kunnen over het algemeen niet gebruikt worden aan boord, graag bekijken we met u de mogelijkheden daar dit afhankelijk is van de beperking van de betreffende persoon.

13 10. Calamiteiten Wanneer u onverwacht in een noodsituatie terecht komt, blijf dan kalm, handel doordacht en deel bijtijds de reddingsmiddelen uit, ook al lijkt de situatie onder controle. Verlaat het schip alleen in het uiterst noodzakelijke geval. Man overboord Gooi zo snel mogelijk de reddingsboei naar de drenkeling. Deze boot beschikt over een zwemplateau en zwemtrap. Hierlangs kan de drenkeling aan boord gehaald worden. Aanvaring Al onze boten zijn allrisk verzekerd met een eigen risico van je borgbedrag. Dit staat vermeld in uw overeenkomst. Wanneer er een aanvaring heeft plaatsgevonden, neem dan zo snel mogelijk contact met ons op en vul samen met de tegenpartij het schadeformulier uit het boordboek in. Het is belangrijk dat u dit zo volledig mogelijk doet, zeker wanneer de schuld bij de tegenpartij ligt. Diefstal Doe in geval van diefstal van uw eigendommen altijd aangifte bij de politie. Wanneer het inventaris van de boot of de boot zelf betreft, neem dan direct contact met ons op. Wij zullen dan alle benodigde maatregelen treffen en samen met u aangifte doen. Schade In geval van schade aan de boot tijdens uw vaartocht, door welke oorzaak dan ook, vragen wij u altijd zo snel mogelijk contact met ons op te nemen. Kleine schades die geen invloed hebben op uw vaartocht zullen na terugkomst worden opgelost. Voor grotere schades zullen wij in overleg met u kijken naar een passende oplossing. Wanneer de schade is veroorzaakt door een derde partij, vragen wij u het schadeformulier uit het boordboek in te vullen. Brand Brand op een boot is gevaarlijker dan brand op de wal, snel en doelmatig optreden is daarom noodzakelijk. Waarschuw alle opvarenden en deel reddingsmiddelen uit. Schakel zo snel mogelijk hulp in via telefoon, of geluidssignalen. Neem voor noodoproepen altijd de internationaal geldende voorwaarden in acht. Draai het schip zo dat de vlammen en de rook niet over het dek drijven. Zet altijd de motor af en sluit de brandstoftoevoeren. Zoek de brandhaard en blus deze met de aanwezige brandblusser. Raak niet in paniek en blijf zo lang mogelijk aan boord.