IMPERBEL S.A. Parc Industriel - B 1360 PERWEZ Tel. 081/ Fax 081/ B E S C H R I J V I N G DERBIGUM SP WW DERBIGUM GC WW

Transcriptie

1 BUtgb 08/2766 Geldig van Belgische Unie voor de technische goedkeuring in de bouw Federale Overheidsdienst (FOD) Economie, KMO, Middenstand en Energie, Algemene Directie Kwaliteit en Veiligheid, Afdeling Kwaliteit en Innovatie, Dienst Bouw, WTC 3, 6e verdieping, Simon Bolivarlaan, 30, 1000 Brussel Tel.: 0032 (0) , fax: 0032 (0) Lid van de Europese Unie voor de technische goedkeuring in de bouw (EUtgb) T e c h n i s c h e G o e d k e u r - Afdichtingssyteem voor groendak bitumen - APP DERBIGUM SP 4 en 5 WW DERBIGUM GC 4 en 5 WW (wortelwerend) IMPERBEL S.A. Parc Industriel - B 1360 PERWEZ Tel. 081/ Fax 081/ B E S C H R I J V I N G Toitures Daken Dächer Roofs 1. Voorwerp Deze goedkeuring heeft betrekking op een afdichtingssysteem voor groendaken met intensieve of extensieve met een wortelbestendig afdichtingsmembraan. Het systeem bestaat uit de afdichtingsmembranen DERBIGUM GC WW, DERBIGUM SP WW die moeten worden gebruikt met de hulpmaterialen beschreven in deze goedkeuring (zie 2.2) overeenkomstig de uitvoeringsvoorschriften beschreven onder 4. De toegelaten daksamenstellingen staan vermeld in de bijgevoegde plaatsingsfiche. De dakafdichtingsmembranen zijn onderworpen aan een productcertificatie het toepasselijke reglement voor ATG-certificatie. Deze certificatieprocedure bestaat uit een permanente controle van de productie door de fabrikant evenals een regelmatige externe opvolging door de certificerende instelling die door de BUtgb is aangesteld. Bovendien is de goedkeuring van het volledige systeem gebaseerd op het gebruik van hulpmaterialen waarop men kan vertrouwen dankzij een attest over de conformiteit met de prestatie- of identificatiecriteria zoals opgenomen in 2.2. Om te kunnen voldoen aan het KB van tot vaststelling van de basisnormen voor de preventie van brand en ontploffing waaraan nieuwe gebouwen moeten voldoen met inbegrip van het KB van , moeten de voorschriften beschreven in de TV 229 van het WTCB ( 2.2.1) voor de brandveiligheid gevolgd worden. 2. Materialen waaruit het dakafdichtingssysteem bestaat 2.1 Dichtingsmembranen Benaming DERBIGUM SP WW DERBIGUM GC WW Beschrijving membraan op basis van bitumen-app, gewapend met een glasvlies van 55g/ m 2 en een polyestervlies 150g/m 2, met toevoeging van wortelwerende agentia membraan op basis van bitumen-app, gewapend met een glasvlies van 55g/ m 2 en een polyestervlies 250g/m 2, met toevoeging van wortelwerende agentia Deze membranen kunnen worden gebruikt als toplaag voor de in deze goedkeuring beschreven afdichtingssystemen voor groendaken op voorwaarde dat zij worden gebruikt in overeenstemming met de voorschriften van 4 en de plaatsingsfiche Beschrijving van de membranen De membranen Derbigum SP WW en DERBIGUM GC WW worden verkregen door de wapening met een mengsel van ongeveer 2/3 bitumen en 1/3 smeltbare atactische polypropyleenharsen (APP) te drenken en te bekleden. Bij het mengsel worden wortelwerende agentia toegevoegd. De membranen DERBIGUM SP WW en DERBI- GUM GC WW zijn gewapend met een niet-geweven polyester gedecentreerd naar het bovenste deel en een glasvlies dat op de bovenzijde zichtbaar is. Zie tabel 1 en 2 voor de kenmerken van de membranen. De membranen DERBIGUM SP WW en DERBI- GUM GC WW zijn verkrijgbaar in 2 dikten. BUtgb Gebouw : FOD-Economie - SECO WTCB en de Gewesten in samenwerking met de gespecialiseerde instelling TCHN. Uitvoerend Bureau Daken : MM. Carteus (FOD-Economie), Verbeke (SECO), Verbrugghe (SECO), Van den Bossche (TCHN), Mevrouwen Van den Bergh (SECO), Huysmans (CSTC), Lens (CSTC), Henderieckx ATG 08/2766 1/12

2 De producten zijn voorzien van een code met: de dikte : bijvoorbeeld 4 of 5 mm het type wapening : bijvoorbeeld SP of GC WW : wortelwerend. Tabel 1 : DERBIGUM SP 4 WW, DERBIGUM GC 4 WW Identificatiekenmerken DERBIGUM DERBIGUM DERBIGUM DERBIGUM SP 4 WW GC 4 WW SP 5 WW GC 5 WW Dikte (mm) (± 5%) Type wapening PY150 + VV55 PY250 + VV55 PY 150+VV55 PY250+VV55 Oppervlaktemassa (kg/m2) 4,2 ± 10% 4,2 ± 10% 5,3 ± 10% 5,3 ± 10% Nominale lengte (m) -0m ,27 7,27 Nominale breedte (m) -0m 1,1 1,1 1,1 1,1 Bovenzijde: Talk/krijt x x x x Onderzijde Talk/krijt x x x x Gebruik DERBIGUM SP 4 WW DERBIGUM GC 4 WW DERBIGUM SP 5 WW DERBIGUM GC 5 WW Losliggend Gelast x x x x Koudgelijmd x x x x Mechanisch bevestigd Plaatsing (1) M/E M/E M/E M/E (1) M = meerlaags E= eenlaags (enkel bij extensieve groendaken type voorgeteeld) De kenmerken van de materialen gebruikt voor de samenstelling van DERBIGUM SP WW en DERBIGUM GC WW staan vermeld in de tabellen 2 en 3 hierna Tabel 2 : Kenmerken van de wapeningen Kenmerken PY 150 PY 250 VV 55 Soort niet-geweven niet-geweven glasvlies 55 ± 10% Oppervlaktemassa (g/m 2 ) polyester 150 ± 15% polyester 250 ± 15% Treksterkte (N/50 mm) L 425 ± 20% 800 ± 20% 160 T 400 ± 20% 800 ± 20% 80 Rek max. belasting. (%) L 50 ± 15% abs 50 ± 15% abs - T 50 ± 15% abs 50 ± 15% abs - Tabel 3 : Kenmerken van het mengsel Kenmerken Ring and Ball ( C) 140 Indringing bij 60 C (dmm) 70 Asgehalte (%) * +5% abs Plooitemperatuur * Wortelwerend * *: waarde gekend door het certificatieorganisme. De mengsels die voor de productie van de membranen DERBIGUM SP WW en GC WW worden gebruikt, bestaan uit ongeveer 2/3 bitumen en 1/3 smeltbare atactische polypropyleenharsen (APP) en een bepaalde hoeveelheid vulstof en wortelwerende additieven. De verhoudingen van de mengsels zijn bekend bij het certificatieorganisme, maar worden niet gepubliceerd Prestatiekenmerken van de membranen De prestatiekenmerken van de membranen DERBIGUM SP WW en GC WW worden gegeven in /12 ATG 08/2766

3 2.2 Hulpproducten Naam van het product Beschrijving Toepassing Bevestiging DERBICOAT S membraan verkregen door een glasvlies met een mengsel onderlaag Tc, Ts van APP-gemodificeerd bitumen te drenken en af te werken dampscherm DERBICOAT HP membraan verkregen door een composiet van niet-geweven onderlaag M, Tc polyester/glas met een mengsel van APP-gemodificeerd bitumen te drenken en af te werken DERBICOAT MONO membraan verkregen door een niet-geweven polyester onderlaag M met een mengsel van APP-gemodificeerd bitumen en af te werken DERBIBOND S Bitumineuze koudlijm op basis van bitumen en solvent, zie ATG 2309 lijm Tc Code: M: mechanische bevestiging, L: losse plaatsing, Tc totaal koud gelijmd, Ts: totaal lassen DERBICOAT S Kenmerken Testnormen Criteria Identificatie Dikte (mm) (± 5%) EN ,5 3 Gewicht van de rol (kg) Lengte (m) (-0m) EN ,73 12,73 12,73 Breedte (m) (-0m) EN ,1 1,1 1,1 Oppervlaktemassa wapening EN ± 7 50 ± 7 50 ± 7 (g/m²) Prestaties Treksterkte EN (N/50 mm) L % % % T % % % Breukrek EN (%) L T Afdruiptemperatuur ( C) EN Soepelheid bij lage temperatuur EN ( C) Attestering beschikbaar in overeenstemming met het document BUtgb-BCCA Attesteringsniveaus in het kader van de ATG van dakafdichtingssystemen en dakisolatiesystemen DERBICOAT HP Kenmerken Testnormen Criteria Identificatie Dikte (mm) (± 5%) EN ,5 3 Gewicht van de rol (kg) Lengte (m) (-0m) EN ,73 12,73 12,73 Breedte (m) (-0m) EN ,1 1,1 1,1 Oppervlaktemassa wapening EN ± ± ± 20 (g/m²) Prestaties Treksterkte EN (N/50 mm) L % % % T % % % Breukrek EN (%) L 40 ± 15%abs 40 ± 15% abs 40 ± 15% abs T 40 ± 15% abs 40 ± 15% abs 40 ± 15% abs Inscheuring bij de spijker L EN (N) T Krimp (%) EN ,5 0,5 0,5 Afdruiptemperatuur ( C) EN Soepelheid bij lage temperatuur ( C) EN Attestering beschikbaar in overeenstemming met het document BUtgb-BCCA Attesteringsniveaus in het kader van de ATG van dakafdichtingssystemen en dakisolatiesystemen. ATG 08/2766 3/12

4 2.2.3 DERBICOAT MONO Thermische isolatie Kenmerken Testnormen Criteria Dikte (mm) (± 5%) EN Identificatie Prestaties Gewicht van de rol (kg) 21 Lengte (m) (-0m) EN ,73 Breedte (m) (-0m) EN ,1 Oppervlaktemassa EN ± 30 wapening (g/m²) Treksterkte EN (N/50 mm) L % T % Breukrek EN (%) L 35 ± 15 % abs T 35 ± 15 % abs Inscheuring bij de EN spijker L (N) T 130 Krimp (%) EN ,5 Afdruiptemperatuur EN ( C) Soepelheid bij lage temperatuur ( C) EN De isolatie moet technisch goedgekeurd zijn als ondergrond voor een dakafdichting, met certificatie. 2.3 Elementen van het groendak De hieronder vermelde elementen behoren tot de samenstelling van een groendak, maar vallen niet onder deze goedkeuring. Ze worden louter informatief vermeld Beschermlaag Voor warme daken wordt er op het afdichtingsmembraan een beschermlaag geplaatst. Mogelijke beschermlaag: Voor groendaken met extensieve : geotextiel alle materialen die worden gebruikt voor de afwateringslaag bieden eveneens een zekere bescherming, voor zover ze onmiddellijk na de eindafdichtingslaag worden geplaatst. Attestering beschikbaar in overeenstemming met het document BUtgb-BCCA Attesteringsniveaus in het kader van de ATG van dakafdichtingssystemen en dakisolatiesystemen Koudlijm DERBIBOND S Bitumenlijm gebruikt voor de koudverlijming in volledige hechting van de membranen die over de ATG 2309 beschikt Hechtingslaag Derbiprimer S Bitumineuze kleefvernis om de ondergrond koud te impregneren, doet dienst als hechtingslaag Derbimastic S Bitumineuze kit gebruikt voor de afdichting van dakranden en wandaansluitprofiel, voor de dichting van de afdichtingsdetails Scheidingslagen glasvlies 50 g/m2 niet-geweven polyestermat 150 g/m Bitumineuze membranen Bitumineuze membranen waarvan de conformiteit met PTV bewezen is overeenkomstig het document BUtgb-BCCA Attesteringsniveaus in het kader van de ATG van dakafdichtingssystemen en dakisolatiesystemen. Voor groendaken met intensieve : panelen in gerecycleerd rubber, dikte mm geotextiel niet-geweven polyester van minstens 200 g/m² Draineer- en filtreerlaag De keuze van de draineerlaag is afhankelijk van het type groendak en de hoeveelheid opgeslagen water. De draineerlaag kan bestaan uit : grind gegroefde of andere panelen in polystyreen composietmatten in synthetische materialen geëxpandeerde kleikorrels kunststof noppenplaten. De draineerlaag gaat meestal gepaard met een filtreerlaag die verstopping van de afwatering door fijne deeltjes uit het substraat moet voorkomen. Deze filter bestaat meestal uit een niet-geweven synthetisch geotextiel, bij voorkeur met thermische verbinding en een minimumgewicht van 100 g/m². De draineer- en filtreerlagen moeten eveneens vorst- en rotbestendig zijn. In het geval van omkeerdaken, moet de draineer- en filtreerlaag op de XPS-isolatie geplaatst worden, terwijl de waterdamp kan ontsnappen. Dit kan gebeuren door middel van : een scheidingslaag (geotextiel,...) een draineerlaag bestaande uit gebroken grind, vulkanische steen,... een filtreerlaag bestaande uit een weefsel of vlies van maximum 140 g/m² 4/12 ATG 08/2766

5 of door middel van een synthetische draineerlaag bestaande uit een drukbestendige folie voorzien van een geotextiel langs dewelke de waterdamp kan ontsnappen via de gaten Draineerlaag voor extensieve daken (voor DER- BISEDUM systeem) Draineerlaag geplaatst op het afdichtingscomplex die voor de afvoer van overtollig water zorgt en verdrinking van de planten voorkomt. Bestaande uit : Ondergrond met risico op waterstagnatie : - minimum 4 cm rolgrind 16/32 - voorgevormde platen in polystyreen, met openingen en noppen. In de andere gevallen : Geocomposiet draineermat bestaande uit een driedimensionale niet-geweven kern in poly propyleen en aan elke zijde bedekt met een geotextielfilter in polypropyleen Waterretentielaag De waterretentielaag zorgt voor een voldoende waterreserve voor het voortbestaan en de groei van de. Ze kan bestaan uit rolgrind of geëxpandeerde klei Vegetatie DERBISEDUM Extensieve procédé bestemd voor platte daken met extensieve. Elke DERBISE- DUM-tegel bestaat uit twaalf geprefabriceerde en voorgeteelde tegels door middel van een specifiek substraat, voedende ondergrond voor de. Het substraat bestaat uit een specifiek mengsel van minerale en organische stoffen. De voorgeteelde is voornamelijk gebaseerd op sedums met kleine ontwikkeling met een hoog koloniserend vermogen. dikte : ± 5 cm afmetingen : 133 x 100 cm (van een rij tegels op een pallet) afmeting van een tegel : 33,3 x 33,3 cm gemiddelde oppervlaktemassa : ± 30 kg/m² droog; ± 65 kg/m² verzadigd. Andere systemen zijn mogelijk, zie TV Fabricage en verkoop 3.1 Membranen De membranen Derbigum SP WW en DERBIGUM GC WW worden vervaardigd in de fabriek van Imperbel te Perwez. Markering : de membranen zijn voorzien van een markering waarop het volgende staat vermeld: de naam van het product, de fabrikant, de dikte, het nummer van het mengsel en het ATG-nummer. De rollen worden verpakt op palletten in een krimpfoliehoes met een fabricagecode. De firma Imperbel staat in voor de verkoop van het product. De plaatsing wordt uitgevoerd door erkende installateurs. 3.2 Hulpproducten De bitumineuze onderlagen Derbicoat worden in de fabriek van Imperbel in Perwez vervaardigd. DERBIBOND S, Derbiprimer S, Derbimastic worden vervaardigd in de fabriek van Imperbel in Lot. De firma Imperbel staat in voor de verkoop van de producten. 4. Verwerking 4.1 Referentiedocumenten TV 191 Het platte dak Details en afwerking (WTCB) TV 215 Het platte dak Samenstelling, materialen, uitvoering en onderhoud (WTCB) TV 229 Groendaken (WTCB) UEAtc Technical Guide for Assessment of Roof Waterproofing Systems made of reinforced APP of SBS Polymers Modified Bitumen Sheets (2001) Gids BUtgb voor de Goedkeuring van bitumineuze koudlijmen voor de afdichting van daken (1998) Gids BUtgb voor de Goedkeuring van afdichtingen van tuindaken (2007) Document BUtgb - BCCA "Attesteringsniveaus in het kader van de ATG van dakafdichtingssystemen en dakisolatiesystemen. 4.2 Samenstelling van het platte dak en het groendak Het daksysteem bestaat uit de volgende elementen : ATG 08/2766 5/12

6 a) Warm dak Intensieve Daktuin Extensieve De helling in de richting van de regenwaterafvoer moet voldoende groot zijn; een helling van minstens 2%, rekening houdend met de doorbuiging onder de maximumbelasting, is over het algemeen voldoende. Voor grotere hellingen moeten er maatregelen genomen worden om het afglijden van het volledige groendak te verhinderen. Vegetatie Lichte daktuin Begroend dak Dampscherm Substraat Filterlaag Draineerlaag Mechanische bescherming Afdichting Thermische isolatie Eventueel dampscherm Dakvloer en helling Groendaken worden gekenmerkt door beperkte temperatuurschommelingen en een minder groot vochttransport, maar de plaatsing van een dampscherm is, althans voor warme daken, niet van minder nut. Het moet kost wat kost vermeden worden dat de isolatie vochtig wordt en wortels aantrekt, wat de dakafdichting zou kunnen beschadigen. b) Omkeerdak Intensieve Daktuin Extensieve De aard van het dampscherm is afhankelijk van het heersende klimaat in de lokalen onder het dak, evenals van het soort draagelement en isolatie (zie tabel 14 van de TV 215). Vegetatie Substraat Filterlaag Draineerlaag Eventuele scheidingslaag Lichte daktuin Begroeid dak Als het draagelement uit ter plaatse gestort beton bestaat en/of de de helling werd uitgevoerd met hellingsbeton, wordt de plaatsing van een dampscherm in ieder geval aangeraden om te vermijden dat het bouwvocht in de isolatie binnendringt. Thermische isolatie XPS Afdichting Eventuele beschermingslaag Dakvloer en helling In omkeerdaken daken vervult de afdichting de rol van dampscherm Thermische isolatie Dakondergrond en helling De dakondergrond en de draagstructuur moeten de permanente extra belasting van het groendak kunnen dragen. De volgende benaderende belastingen kunnen worden beschouwd als indicatieve waarden voor de berekening van de stabiliteit van de structuur: De isolatie moet beschikken over een druksterkte aangepast aan de permanente belasting van het groen dak. Tabel 5 vermeldt de minimumvereisten voor de isolatiematerialen afhankelijk van de. De berekening van de thermische weerstand van het groendak gebeurt de STS (uitgave 2003). Intensieve Extensieve Tuindak Licht tuindak Groendak 400 kg/m² kg/m² kg/m² 6/12 ATG 08/2766

7 Belastingsklasse P3 : daken met extensieve die toegankelijk zijn voor voetgangers en waarbij een regelmatig toezicht en/of onderhoud vereist is van het dak en zijn installaties (klasse C de EUtgb-gids Dakisolatie ) P4 : daken met intensieve die een statisch verdeelde belasting van max. 7,5 kpa kunnen opnemen, daken die onderhevig zijn aan zware belastingen (klasse D de EUtgb-gids Dakisolatie ) ( 1 ) ( 2 ) MW NBN EN DLT : 5 %, 40 kpa, 80/60 C, 7 d 40 kpa PL(5) 500N vervor. 5mm DLT : 5 %, 80 kpa, 80/60 C, 7 d 80 kpa PL(5) 750N vervor. 5mm EPS NBN EN DLT(1)5 5%, 20kPa, 80 C, 48u of DLT(2)5 5%, 40kPa, 70 C, 7 d CS(10) 120 kpa DLT(3)5 : 5%,80kPa, 60 C, 7 d CS(10) 150 kpa PUR/PIR NBN EN DLT(2)5 5%, 40kPa, 70 C, 7 d 120 kpa DLT(3)5 : 5%,80kPa, 60 C, 7 d 120 kpa PF NBN EN DLT : 5 %, 40 kpa, 80/60 C, 7 d CS(Y) 120 kpa DLT : 5 % bij 80 kpa, 80/60 C, 7 d CS(Y) 120 kpa CG NBN EN CS(Y) 400 kpa PL(P)2,1000N, 2mm vervor. CS(Y) 700 kpa PL(P)1 1000N, 1 mm vervor. EPB NBN EN DLT(1)5 5 %, 20kPa, 80 C, 48u of DLT(2)5 5 %, 40kPa, 70 C, 7 d 150kPa PL(2) 1000N, 2 mm vervor. DLT(3)5 5 %, 80 kpa, 60 C, 7 d 200 kpa PL(2) 1000N, 2 mm vervor. XPS NBN EN DLT(2)5 5%, 40kPa, 70 C, 7 d 300 kpa DLT(2)5 5%, 40 kpa, 70 C, 7 d 300 kpa ( 1 ) Men dient een bijkomende studie uit te voeren indien er zich hogere statische belastingen, geconcentreerde puntbelastingen of dynamische belastingen (trillingen van op sokkels geplaatste installaties) kunnen manifesteren. ( 2 ) Lettend op de gevolgen van een eventueel lek op het gedrag van een groendak, vooral indien het bedekt is met een intensieve, is het aanbevolen om in het geval van een warm dak een beroep te doen op een isolatiemateriaal dat ongevoelig is voor vocht en een volvlakkig verkleefde plaatsing van de afdichting toelaat. In deze context is cellenglas tot nog toe het enige isolatiemateriaal dat beantwoordt aan deze criteria. Uit dezelfde overwegingen zal de afdichting in het geval van een omkeerdak bij voorkeur volvlakkig op de draagvloer verkleefd worden (cf , p. 20). Legende : DLT : dimensionale stabiliteit bij verdeelde belasting, bij een hoge temperatuur en gedurende een bepaalde tijd (%) CS : drukspanning bij een vervorming van 10 % of drukweerstand (kpa) PL : puntbelasting die een bepaalde druk of indrukking (N) teweegbrengt : niet van toepassing Plaatsing van de dakafdichting De dakafdichting wordt geplaatst in overeenstemming met TV 215 van het WTCB. Het werk wordt onderbroken in geval van hoge vochtigheid (regen, sneeuw, mist) en wanneer de omgevingstemperatuur onder 0 C ligt (5 C in geval van koudlijmen). Bij lagere temperaturen dienen bijzonder maat-regelen getroffen te worden bij de uitvoering en opslag. De plaatsingsfiche geeft de samenstelling van de dakafdichting op basis van het plaatsingstype en de aard van de ondergrond. Bij groendaken met intensieve mag enkel een plaatsing in meerdere lagen in volle hechting op de isolatie of de ondergrond gebeuren. Voor groendaken met extensieve is een plaatsing in volle hechting aangeraden, maar het is ook mogelijk een mechanisch bevestigde onderlaag met de dichtingslaag in volle hechting te plaatsen middels extra voorzorgen betreffende de compartimentering. Voor de uitvoering van gelaste voegen worden de banen zo gelegd dat er langse overlappingen van minstens 10 cm en overlappingen in de dwarsrichting van minstens 15 cm worden verkregen, waarbij ervoor wordt gezorgd dat het glasvlies, waarvan het raster zichtbaar is, bovenaan ligt. De verbinding wordt altijd over heel de lengte van de overlapping gelast met de vlam of hete lucht, die ver zorgvuldig wordt samengedrukt door een metalen rol. Voor een goede las moet een kleine hoeveelheid bitumen uit de overlapping terugvloeien. De dakafdichting garandeert een goede weerstand tegen perforatie en ponsen door wortels op voorwaarde dat ze voldoende beschermd is tegen mechanische belastingen. Om herstellingen in geval van schade voor warme daken te kunnen beperken, wordt er een compartimentering ter hoogte van de isolatie voorzien door de uitvoering op regelmatige intervallen (maximaal oppervlak 250m² of dagelijkse uitvoering) van een verbinding tussen de dakafdichting en het eventuele dampscherm /de ondergrond Mechanische bescherming Het afdichtingsmembraan moet voldoende beschermd zijn tegen schade afhankelijk van de voorziene belastingen (intensieve of extensieve ) en dit zowel tijdens de uitvoering van het groendak als tijdens het onderhoud van het dak. Voor intensieve groendaken in het bijzonder is het van belang ook de opstanden te beschermen. De mogelijke berschermlagen worden beschreven in de TV 229 en in Draineer- en filtreerlaag De draineer- en filtreerlaag zorgt voor de afvoer van overtollig water. Bij omkeerdaken moet de draineer- en filtreerlaag op de XPS-isolatie geplaatst worden, zoals beschreven in Substraat en Zie TV 229. Men dient rekening te houden met de lijst afgeraden planten opgenomen in de TV 229. Bij een extensief dak kunnen de voorgeteelde Derbisedum-tegels beschreven in gebruikt worden. ATG 08/2766 7/12

8 4.3 Dakdetails Voor de uitzettingsvoegen, opstanden, randen en goten: zie TV 191, TV 229 en de specificaties van de fabrikant. Voor de brandveiligheid dienen de details van het dak zo te worden uitgevoerd dat luchtlekken worden vermeden. De eventuele bescherming, de draineerlaag en de filtreerlaag worden opgetrokken tot boven het niveau van de grond en worden eventueel mechanisch bevestigd. Fig.1 (waterslikker) en 2 (opstand) hierna beelden oplossingen af voor de uitvoering van bepaalde details in het geval van extensieve daken. 1. Draagvloer 2. Dampscherm 3. Thermische isolatie 4. Onderlaag DERBICOAT gelast of gelijmd op DERBIBOND S 5. Dichting DERBIGUM SP WW of DERBIGUM GC WW gelast of gelijmd met DERBIBOND S 6. Draineer- en filtreerlaag 7. DERBISEDUM -tegels Fig.1 waterslikker 8. Grindrem 9. Bevestigingsstuk in gelast DERBIGUM 10. Steriele zone: grind 11. Vlamlas 12. Filterdoek 13. Voorbereidingslaag in gelast DERBICOAT 14. Grindrem 15. Regenwaterafvoer 1. Draagvloer 2. Dampscherm 3. Thermische isolatie 4. DERBICOAT-onderlaag gelast of gelijmd met DERBIBOND S 5. Dichting DERBIGUM SP WW of DERBIGUM GC WW gelast of gelijmd op DERBIBOND S 6. Draineer- en filtreerlaag Fig. 2: Opstand 8. DERBISEDUM -tegels 9. Grindrem 10. Steriele zone: grind 11. Driehoekslat CANT STRIP 12. Afdichting in gelast DERBIGUM 13. Bevestigingsstuk in gelast DERBIGUM 8/12 ATG 08/2766

9 De opstanden worden beschermd op de hele omtrek van het terras door een steriele zone, met rolgrind, tegels, 4.4 Stockage en werfvoorbereiding Zie TV 215 (WTCB) De producten Derbibond S en DERBIMASTIC S moeten worden opgeslagen beschermd tegen ongunstige weersomstandigheden, met een temperatuur tussen 5 en 30 C. De opslagduur staat vermeld op de verpakking. 4.5 Windweerstand De windweerstand van de dakafdichting wordt bepaald op basis van de verwachte windbelasting. Deze wordt berekend TV 215 van het WTCB en NBN B Voor de windweerstand van de afdichting vermelden wij hieronder de rekenwaarden volkleven : lijm Derbibond S : 4500 Pa (2)(3) voor PUR, beton, hout, bitumineuze dichting. lijm Derbibond S : 3250 Pa (2)(4) (5) voor MW. lijm DERBIBOND S : 3000 Pa (2)(4)(5) voor EPB lassen : 3000 Pa (1) plaatsing met mechanische bevestigingen van de onderlaag, de toplaag wordt gelijmd of gelast: 450 N per bevestiging. (1) indien de bevestigingen voldoen aan de volgende voorwaarden : - de minimale diameter van de schroef bedraagt 4,8 mm - de schroeven zijn voorzien van een zelfborende punt - statische uittrekwaarde van de schroef 1350 N (staalplaat van 0,75 mm) - de dikte van het volgplaatje is 1 mm voor vlakke plaatjes en 0,75 mm voor geprofileerde plaatjes - corrosiebestendigheid: 15 EOTA-cycli De vermelde rekenwaarden stemmen overeen met de windbelasting met een terugkeerperiode van 65 jaar zoals gegeven in tabel 3 van TV 215. Bij toepassing van bovenvermelde rekenwaarden dient rekening te worden gehouden met de plaatsingsfiches. Deze rekenwaarden moeten worden gecontroleerd met de rekenwaarden voor de dakisolatie (cf. ATG isolatie). De laagste reken waarde wordt in aanmerking genomen. 5. Prestaties De prestatiekenmerken van de membranen staan vermeld in 5.1 van de tabel hierna. In de kolom EUtgb/BUAtgb staan de aanvaardingscriteria die zijn vastgelegd door de EUtgb/ BUtgb. In de kolom 'fabrikant' staan de criteria die zijn vastgelegd door de fabrikant zelf. De naleving van deze criteria wordt geverifieerd tijdens de verschillende controles en zit vervat in de productcertificatie. De prestatiekenmerken van het systeem staan vermeld in paragraaf 5.2. Waar deze criteria ontbreken, geeft de tabel de resultaten van externe laboratoriumproeven weer. De vermelde waarden zijn niet afgeleid uit de statistische interpretaties en worden niet gewaarborgd door de fabrikant. 6. Richtlijnen voor gebruik 6.1 Toegankelijkheid Groendaken mogen in het algemeen betreden worden voor het onderhoud van de. Het wordt aangeraden om, voor daken met intensieve in het bijzonder, wandelpaden te voorzien aan de hand van grindbanen. Deze kunnen eveneens helpen voor de brandcompartimentering. 6.2 Onderhoud Het onderhoud van de dakafdichting en haar bescherming moet jaarlijks voor en na de winter worden uitgevoerd en betreft dezelfde punten zoals deze vermeld in norm NBN B en in 1a TV 215 en TV Herstelling Aangezien de afdichting van het groendak moeilijk toegankelijk is, vooral in het geval van intensieve, moeten de werken uitgevoerd worden met voorziening van preventieve acties. Wanneer er toch herstellingen nodig zijn, moet de op een voldoende groot oppervlak verwijderd worden, zodat het afdichtingsmembraan voldoende gereinigd kan worden. De herstellingen van de bekleding van de dakafdichting of haar bescherming moeten worden uitgevoerd met materialen die dezelfde samenstelling hebben als deze die werden gebruikt De herstellingen moeten zorgvuldig en de voorschriften van de fabrikant worden verricht. (1) De vermelde rekenwaarden zijn gebaseerd op ervaring. Windbelastingsproeven kunnen een hogere waarde opleveren. (2) Er dient opgemerkt te worden dat deze plaatsingstechniek bijzonder zorgvuldig moet worden uitgevoerd; de vermelde waarden gelden na een voldoende lange droogtijd. (3) Deze waarde komt voort uit een windproef met een veiligheidscoëfficiënt van 1,5 op het materiaal en waarvoor de rekenwaarde werd verminderd wat de veiligheid betreft. (4) Deze waarde is afgeleid van een windproef met een veiligheidscoëfficiënt van 1,5 op het materiaal. (5) Met compatibele panelen zonder zonder wegbrandfolie ATG 08/2766 9/12

10 Kenmerken Testmethoden CRITERIA EUtgb 2001/BUtgb Fabrikant SP WW GC WW 5.1 Membraan EN Dikte (mm) ± 5 % 4.0 ± 5 % ± 5 % 5.0 ± 5 % x Vrije krimp (%) L EN ,3 / 0,5 0,2 x (eenlaags/tweelaags) Nagelscheurweerstand (N) L EN x (eenlaags/tweelaags) T x Treksterkte L EN ± 20 % 700 ± 20 % 1200 ± 20 % x (N/50 mm) T ± 20 % 650 ± 20 % 1200 ± 20 % x Rek max. belasting (%) L ±15 % abs 45 ± 15 % abs 50 ±15 % abs x T ±15 % abs 45 ± 15 % abs 50 ±15 % abs x Soepelheid bij lage t nieuw EN x ( C) 28 d 80 C 0-5 x 24 wek 70 C 0, 15 0 x Afdruiptemperatuur nieuw EN x ( C) 28 d 80 C x 24 wek 70 C x 5.2 Kenmerken van het systeem Volledige dakopbouw Vermoeiing nieuw 500 cycli x 28 d 80 C 200 cycli x Statische ponsweerstand : EN12730 beton L20 - L20 EPS100 L20 - L20 Dynamische ponsweerstand EN12691 beton I10 - I10 Resultaten extern laboratorium Naadverbindingen Pelsterkte (N/50 mm) EN nieuw x 28 j 80 C 25, d 50 % x Schuifsterkte (N/50 mm) EN nieuw x 28 d 80 C 500 x Wortelweerstand EN13948 bestand - bestand Hechting aan de ondergrond Pelsterkte DERBIGUM SP-DERBIBOND 25 x S-beton 28 d 80 C d 50 x DERBIGUM SP-DERBIBOND 25 x S-hout 28 d 80 C d 50 % x DERBIGUM SP-DERBIBOND 25 x S- bitumineus membraan 28 d 80 C d 50 % x DERBIGUM SP-DERBIBOND 25 x S-PUR 28 d 80 C d 50 % x DERBIGUM SP-DERBIBOND 25 x S-perliet nieuw d 50 % x 28 d 80 C DERBIGUM SP DERBIBOND S-LM d 80 C d 50 % x (14.5) Losrukking door wind EUtgb - multiplex weerstaat aan PUR mechanisch bevestigd Pa - DERBIBOND S (1kg/m²) aan Pa: - DERBIGUM SP 4 lostrekken van de (4 maanden verouderd) bevestigingen 10/12 ATG 08/2766

11 Kenmerken Geprofileerde staalplaat EPB mechanisch bevestigd - DERBIBOND S (1kg/m²) - DERBIGUM SP 4 Testmethoden CRITERIA EUtgb 2001/BUtgb Fabrikant SP WW GC WW Resultaten extern laboratorium weerstaat aan 4500 Pa aan 5000 Pa : lostrekken van de bevestigingen Geprofileerde staalplaat - MW Rockwool Rhinox mechanisch bevestigd - DERBIBOND S (1,5kg/m²) - DERBIGUM SP 4 weerstaat aan 6000 Pa aan 6500 Pa : delaminatie van het isolatiemateriaal Geprofileerde staalplaat - MW gelijmd met DERBISEAL S - DERBIBOND S (1kg/m²) - DERBIGUM SP 4 weerstaat aan 5000 Pa aan 5500 Pa : loskomen tussen isolatie en ondergrond Brandgedrag Het brandgedrag van het afdichtingssysteem werd niet bepaald de NBN ENV x getest en in overeenstemming met de criteria van de fabrikant Plaatsingsfiche De plaatsingsfiche hierna geeft meer uitleg in aanvulling op tabel 1 en vermeldt de types van membranen en hun plaatsingstechnieken in functie van de ondergrond. De codes komen uit de TV 215. Productnamen : : DERBIGUM GC WW en DERBIGUM SP WW x-s : toepasselijk mits er een onderzoek wordt uitgevoerd naar de druksterkte van de isolatie (zie 4.2.3) 0 : toepassing niet voorzien in deze ATG (x) : vereist een aanvullend onderzoek voor de compatibiliteit tussen het membraan, de lijm en de isolatie en voor de druktsterkte van de isolatie (zie 4.2.3). Plaatsingswijzes: zie onderstaande tabel en voorschriften van de TV 215/ 229 van het WTCB. Plaatsingstypes Ondergrond Toplaag (Cellen-) beton Hout PUR/PIR PF EPS-SE MW EPB CG Bit Onderlaag Intensieve Extensieve Plaatsing in volle hechting Gelast Eenlaags TS x x x-s x-s 0 x (hechtingslaag DERBIPRIMER) Meerlaags TSs x x x-s x-s x-s x (hechtingslaag DERBIPRI- MER) + DERBICOAT S(2) Plaatsing in volle hechting koudgelijmd Eenlaags TC x x x-s (x) (x) x-s x-s 0 x (hechtingslaag DER- BIPRIMER) Meerlaags TCc x x x-s (x) (x) x-s x-s (x) x (hechtingslaag DERBIPRI- MER) + DERBICOAT S of HP(1) 0 + systeem + systeem + systeem 0 + systeem systeem systeem (1) : DERBICOAT HP of S mag vervangen worden door V3 of V4 of P4 of DERBIGUM SP 3 (2) : DERBICOAT S mag vervangen worden door DERBIGUM SP 3 of V3 of V4 of P4 ATG 08/ /12

12 Mechanische bevestiging van de gespreide onderlaag, gelijmde of gelaste toplaag: Ondergrond Ondergrond (Cellen-) beton Vezelcement Multiplex Toplaag Intensieve Houtwolcementplaten Geprofileerde staalplaat+ Gecacheerde EPS, PUR MW, EPB CG Onderlaag mechanisch bevestigd Plaatsings-type Extensieve MVs (x) (x) x 0 x-s x-s 0 DERBICOAT HP of MONO geschroefd - + MVc (x) (x) x 0 x-s x-s 0 DERBICOAT HP of MONO geschroefd - + DERBICOAT Mono of HP mag vervangen worden door DERBIGUM SP 3 of P4 G O E D K E U R I N G Beslissing Gelet op het Ministerieel Besluit van 6 september 1991 tot inrichting van de technische goedkeuring en opstelling van typevoorschriften in de bouwsector (Belgisch Staatsblad van 29 oktober 1991). Gezien de door de firma IMPERBEL SA ingediende goedkeuringsaanvraag (AG ). Gezien het advies van de gespecialiseerde groep Daken van de Technische Goedkeuringscommissie uitgebracht tijdens haar vergadering van 22 april 2008 op grond van het verslag van het Uitvoerend Bureau Daken van de BUtgb. Gelet op de door de aanvrager ondertekende overeenkomst waardoor hij zich onderwerpt aan de doorlopende controle op de naleving van de voorwaarden van deze goedkeuring. Wordt de technische goedkeuring met certificatie verleend aan de firma IMPERBEL SA voor DERBIGUM SP WW en GC WW rekening houdend met de bovenstaande beschrijving. Deze goedkeuring moet worden hernieuwd op 10 augustus Brussel, 11 augustus De directeur-generaal, V. MERKEN 12/12 ATG 08/2766