HP StorageWorks N Gb Network Storage Router Gebruikers- en servicehandleiding

Transcriptie

1 HP StorageWorks N Gb Network Storage Router Gebruikers- en servicehandleiding *AG NL* AG NL Artikelnummer: AG NL Eerste editie: juni 2006

2 Kennisgevingen Copyright 2006 Hewlett-Packard Development Company, L.P. Hewlett-Packard Company verleent geen enkele garantie, daaronder mede begrepen maar niet beperkt tot garanties betreffende verkoopbaarheid of geschiktheid voor een bepaald doel. Hewlett-Packard Company aanvaardt geen aansprakelijkheid voor fouten in dit document. Ook aanvaardt Hewlett-Packard Company geen aansprakelijkheid voor incidentele schade of voor schade die wordt veroorzaakt door verstrekking, eventuele ondoelmatigheid of gebruik van dit materiaal. De informatie in dit document valt onder het auteursrecht. Dit document of een gedeelte hiervan mag niet worden gekopieerd, vermenigvuldigd of vertaald in een andere taal zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Hewlett-Packard Company. De informatie in dit document wordt zonder garantie verleend en kan zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. De garanties op HP producten en HP services worden beschreven in de garantievoorwaarden behorende bij deze producten en services. Niets in dit document mag worden opgevat als een aanvullende garantie. HP aanvaardt geen aansprakelijkheid voor technische fouten, drukfouten of weglatingen in deze publicatie. Adobe en Acrobat zijn handelsmerken van Adobe Systems Incorporated. Intel en Itanium zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van Intel Corporation in de Verenigde Staten en/of andere landen. Microsoft, Windows, Windows NT en Windows XP zijn in de Verenigde Staten gedeponeerde handelsmerken van Microsoft Corporation. Oracle is een in de Verenigde Staten gedeponeerd handelsmerk van Oracle Corporation, Redwood City, California. UNIX is een gedeponeerd handelsmerk van The Open Group. N Gb Network Storage Router Gebruikers- en servicehandleiding

3 Inhoudsopgave Informatie over deze handleiding Doelgroep Verwante documentatie Conventies en symbolen in dit document Technische ondersteuning van HP Geautoriseerde HP Business of Service Partner Nuttige websites Inleiding Overzicht van de externe kenmerken Bedieningslampjes Uitleg over de werking van de HP N Gb Network Storage Router SCSI-informatie verwerken Voorzieningen van de HP N Gb Network Storage Router Fibre Channel-voorzieningen Voorzieningen van de SCSI-bus Beheervoorzieningen Externe lampjes Voordelen van de HP N Gb Network Storage Router Bedrijfsomgeving en buiten-bedrijfsomgeving Bedrijfsomgeving Buiten-bedrijfsomgeving Installatie, bekabeling en configuratie Onderdelen van het product herkennen Gebruikelijke configuratietaken bij installatie HP N Gb Network Storage Router installeren Installatie op een bureau Installatie in een rack Rackmontagerails los van elkaar maken Buitenrailset aan het rack bevestigen Achterste extensiebeugel bevestigen Rails aan de netwerkopslagrouter bevestigen Router in het rack installeren Netsnoer aansluiten Communicatie via de seriële poort configureren Kabels aansluiten op de N Gb Network Storage Router Interfaces en verbindingen Fibre Channel-verbindingen SCSI-verbinding Ethernet-verbinding Seriële-poortverbinding Functie Autobaud Apparaatbeheer Configuratie van SCSI-bus Configuratie van FC-poort Adressering in een FC-AL topologie (Arbitrated Loop) Soft-adresseringsmethode Hard-adresseringsmethode Adressering in een FC-SW topologie Discovery Configuratie van de hostbusadapter LUN-beheer N Gb Network Storage Router Gebruikers- en servicehandleiding 3

4 4 N Gb Network Storage Router-beheer Configuratiemethoden Beheertoegang via de seriële poort Ethernet-toegang voor out-of-band beheer Command Line Interface Visual Manager FTP In-band SCSI-3 opdrachten Visual Manager-gebruikersinterface Toegang tot Visual Manager Main menu Visual Manager-menustructuur Homepage System menu Seriële poort configureren Netwerkconfiguratie Active Fabric configureren Beveiligingsinstellingen Gebruikersnaam en wachtwoord Real-Time Clock configureren Reset menu Ports menu Fibre Channel-poort configureren SCSI-bus configureren Discovery menu Mapping menu Toewijzingsopdrachten voor Fibre Channel Fibre Channel-toewijzingsgegevens weergeven en wijzigen Fibre Channel-hostgegevens weergeven en wijzigen Statistics menu Utilities menu Toegang tot FTP Utility Trace-instellingen configureren Huidige, vorige en laatste bevestigde traces weergeven Huidige trace-buffer of bevestigde trace-buffer wissen Event Log Settings Event Log weergeven Clear Event Log SCSI Cmd Tracking Report menu Optie Reboot Opdrachtregelinterface Berichten tijdens opstarten Configuratie uitvoeren Baud Rate Configureren Ethernet Configuration Fibre Channel Configuration Parallel SCSI Configuration SCSI Initiator Menu SCSI Bus Speed Configuration Menu Device Mapping Vermelding toevoegen Nieuwe vermelding maken Lege plaatsen verwijderen Vermelding verwijderen Host toevoegen

5 Host verwijderen Hostinformatie bewerken Trace and Event Settings Configuration Trace Settings Configuration Event Settings Configuration Special Event Logging Configuration Real-Time Clock Configuration Active Fabric Configuration Save Configuration Restore Last Saved Configuration Reset to Factory Defaults System Utilities System Status/Statistics menu Event Log Runtime Report Enter System Diagnostics Mode Special Fibre Channel Link Control SCSI Command Tracking Display Trace and Assertion History Kopie maken van tracebuffer Reboot Download a New Revision of the Firmware FTP-interface gebruiken Backup maken van configuratie-instellingen en deze herstellen Configuratiebackupprocedure Configuratieherstelprocedure Kopie maken van tracebuffer of gebeurtenislogboek Firmware updaten Problemen oplossen Algemene problemen oplossen Wat gebeurt er als er geen verbinding met DHCP-server kan worden gemaakt? Lampjes Basiscontroles Seriële poortproblemen Aanmeldingsproblemen Windows-stuurprogramma Configuratie van de SCSI-bus controleren Fibre Channel-verbinding controleren SCSI-apparaten in Windows NT controleren Configuratie controleren Toewijzing controleren Apparaten controleren Hostconfiguratie controleren PRLI-gegevens Informatie over het HBA-stuurprogramma controleren Diagnosetest uitvoeren Technische ondersteuning HP technische ondersteuning A Signaalgegevens Signaalgegevens van DB-9 connector Signaalgegevens van RJ-45 Ethernet-connector B Officiële kennisgevingen en veiligheidsinformatie Internationale kennisgevingen Voorgeschreven identificatienummers Plaats van het etiket met conformiteitsinformatie Voorgeschreven modelnummer: EO N Gb Network Storage Router Gebruikers- en servicehandleiding 5

6 Emissiesclassificatie: Class A Federal Communications Commission Notice Class A Equipment Class B equipment Declaration of conformity for products marked with the FCC logo, United States only Modifications Cables Laserapparatuur Waarschuwing voor het gebruik van laserapparatuur Internationale kennisgevingen en verklaringen Canadian notice (avis Canadien) Class A equipment Class B equipment Kennisgeving van de Europese Unie BSMI-kennisgeving Japanse kennisgeving Koreaanse kennisgevingen Veiligheid Verklaring omtrent accu Kennisgeving over batterijrecycling voor Taiwan C In-band SCSI-3-opdrachten Algemene opdrachten Opdracht REPORT LUNS Opdracht INQUIRY EVPD-pagina 0x Apparaatidentificatiepagina 0x D Adressering, structuren en bewerkingen Adresseringsoptie Auto-Assigned Adresseringsoptie Indexed Optie SCC-adressering E DHCP inschakelen op de HP N Gb Network Storage Router DHCP instellen over netwerkopslagrouterinterfaces Seriële en Telnet-gebruikersinterfaces Speciale opmerking omtrent Ethernet IP, subnetmasker en gateway-adressen Visual Manager Tips voor de omgang met DHCP vanaf de Visual Manager-interface Verklarende woordenlijst Index

7 Informatie over deze handleiding Doelgroep Deze handleiding bevat informatie over het volgende: het installeren van de HP StorageWorks N Gb Network Storage Router het configureren van de HP StorageWorks N Gb Network Storage Router het oplossen van problemen met de HP StorageWorks N Gb Network Storage Router Deze handleiding is bedoeld voor gewone gebruikers die kennis nodig hebben over de bouw en de werking van de HP StorageWorks N Gb Network Storage Router. Verwante documentatie Behalve deze handleiding is het volgende document beschikbaar voor dit product: De poster HP StorageWorks N Gb Network Storage Router - Aan de slag Deze en andere HP-documenten kunt u vinden op de website met HP-documenten: Conventies en symbolen in dit document Tabel 1 Documentconventies Conventie Blauwe tekst: Afbeelding 1 Blauw, onderstreepte tekst ( ) Element Koppelingen naar andere gedeelten van het document en adressen Website-adressen Vetgedrukte tekst Belangrijke namen Tekst die u moet typen in een element van de gebruikersinterface, zoals een vak Elementen van de gebruikersinterface waarop u kunt klikken of die u kunt selecteren, zoals menu- en lijstopties, knoppen en selectievakjes Cursieve tekst Benadrukte tekst Lettertype met vaste tekenbreedte Namen van bestanden en mappen Systeemuitvoer Code Tekst die u op de opdrachtregel moet typen Monospace-lettertype, cursief Codevariabelen Opdrachtregelvariabelen Monospace-lettertype, vetgedrukt Nadruk op namen van bestanden en mappen, systeemuitvoer, code en tekst die u op de opdrachtregel moet typen WAARSCHUWING! levensgevaar. Als u de aanwijzingen na dit kopje niet opvolgt, kan dit leiden tot lichamelijk letsel of N Gb Network Storage Router Gebruikers- en servicehandleiding 7

8 VOORZICHTIG: Als u de aanwijzingen na dit kopje niet opvolgt, kan dit leiden tot beschadiging van de apparatuur of verlies van gegevens. BELANGRIJK: Na dit kopje vindt u een nadere toelichting of specifieke instructies. OPMERKING: Na dit kopje vindt u extra informatie. TIP: Na dit kopje vindt u tips en snellere manieren om een bewerking uit te voeren. Technische ondersteuning van HP Informatie over technische ondersteuning vindt u op: Zorg dat u de volgende informatie bij de hand heeft voordat u contact opneemt met de technische ondersteuning: registratienummer voor technische ondersteuning (indien van toepassing) serienummer van het product modelnamen en -nummers van het product eventuele foutberichten type en versienummer van het besturingssysteem gedetailleerde, concrete vragen In het kader van onze doorlopende kwaliteitsverbetering, bestaat de mogelijkheid dat gesprekken worden vastgelegd of opgenomen. HP raadt klanten ten zeerste aan zich online aan te melden op de Subscriber's Choice-website: Als u een abonnement neemt op deze service krijgt u via bericht over productverbeteringen, nieuwe versies van stuurprogramma's en nieuwe firmwaredocumentatie, alsmede rechtstreekse toegang tot tal van andere hulpbronnen voor het product. Na aanmelding kunt u snel uw producten vinden door Business support en vervolgens onder Product Category Storage te selecteren. Geautoriseerde HP Business of Service Partner U kunt ook technische ondersteuning vragen bij een geautoriseerde HP Business of Service Partner. Als u de naam van een geautoriseerde HP Business of Service Partner bij u in de buurt wilt weten, gaat u als volgt te werk: Bel U kunt ook naar de website van HP gaan: Klik op Neem contact op met HP om locaties en telefoonnummers te zoeken. Nuttige websites Raadpleeg voor andere productinformatie de volgende websites van HP:

9 1 Inleiding De HP StorageWorks N Gb Network Storage Router zorgt voor bidirectionele aansluitmogelijkheden tussen een FC-SW-poort (Fibre Channel Switched Fabric) of een FC-AL-poort (Fibre Channel Arbitrated Loop) en twee Narrow/Wide Fast/Ultra320 LVD/SE SCSI-poorten. De volgende apparaten worden ondersteund: initiatorapparatuur: Fibre Channel-hosts bestemmingsapparatuur: tapedrives Overzicht van de externe kenmerken De voorzijde van de HP N Gb Network Storage Router is afgebeeld in Afbeelding 1. Afbeelding 1 Voorpaneel van HP N Gb Network Storage Router De achterzijde van de HP N Gb Network Storage Router is afgebeeld in Afbeelding 2. Afbeelding 2 Achterpaneel van HP N Gb Network Storage Router Tabel 2 HP N Gb Network Storage Router Nummer Beschrijving 1 Netvoedingsconnector 2 Aan/uit-schakelaar 3 Ventilatieopeningen 4 Reset-opening 5 Seriële poort 6 10/100 Ethernet-poort 7 Fibre Channel-poort 8 Twee SCSI-bussen Behalve Fibre Channel- en SCSI-interfaces bestaan er ook Ethernet- en seriële poorten die aansluitmogelijkheden geven voor configuratie- en beheervoorzieningen. De bedieningslampjes geven elementaire informatie over de status. Ook is er een reset-opening waarmee u de netwerkopslagrouter handmatig opnieuw kunt opstarten. N Gb Network Storage Router Gebruikers- en servicehandleiding 9

10 Bedieningslampjes De HP N Gb Network Storage Router is voorzien van lampjes waarmee u de algemene status kunt controleren, zoals afgebeeld in Afbeelding 3. Afbeelding 3 Bedieningslampjes Tabel 3 Bedieningslampjes Nummer Beschrijving 1 Aan/uit- en storingslampje (PWR) 2 Verbindingsstatuslampje (LNK) (boven) en activiteitslampje (ACT) (onder) van de Fibre Channel-poort 3 Lampjes van SCSI-bus 0, 1 4 Ethernet-verbindingsstatuslampje (LNK) 5 Ethernet-activiteitslampje (ACT) Hieronder vindt u uitleg over de werking van de lampjes van de netwerkopslagrouter: Aan/uit- en storingslampje (PWR): Het tweekleurige lampje is groen als de stroom is ingeschakeld en is continu oranje als de netwerkopslagrouter een storing detecteert. Fibre Channel-status (LNK/ACT): Wanneer het LNK-lampje groen is, betekent dit dat er een goede Fibre Channel-verbinding bestaat. Wanneer het ACT-lampje groen is, betekent dit dat er activiteit is op de Fibre Channel-poort. SCSI-bus (0, 1): Wanneer deze groene lampjes branden, betekent dit dat er SCSI-activiteit is op de betreffende bus. Ethernet (10/100): Het (linker) LNK-lampje blijft continu branden om een Ethernet-verbinding aan te geven. Het (rechter) ACT-lampje knippert als er Ethernet-activiteit is. 10 Inleiding

11 Uitleg over de werking van de HP N Gb Network Storage Router De netwerkopslagrouter is een apparaat dat het Fibre Channel-protocol (FCP) omzet in het SCSI-protocol en omgekeerd, waarbij op transparante wijze opdrachten, gegevens en statusinformatie worden overgedragen zodat Fibre Channel- en SCSI-apparaten en hosts vrij met elkaar kunnen communiceren. De onderlinge verbinding heeft de vorm van twee SCSI-bussen en één FC-AL-poort (Fibre Channel Arbitrated Loop) of FC-SW-poort (Fibre Channel Switched Fabric), die gebruik maken van de mogelijkheid van Fibre Channel om pakketten met SCSI-protocol in te kapselen. SCSI-informatie verwerken In het volgende gedeelte wordt beschreven hoe SCSI-informatie door de netwerkopslagrouter wordt verwerkt wanneer deze is aangesloten op FC-hosts. 1. Een FC-host geeft een opdracht, kapselt vervolgens de opdracht in het FC-protocol en stuurt het pakket naar de netwerkopslagrouter. 2. De netwerkopslagrouter ontvangt het pakket, interpreteert de FC-informatie en plaatst het pakket in het buffergeheugen. 3. De processor interpreteert de informatie en programmeert een interne SCSI-controller om de transactie te verwerken. 4. De SCSI-controller stuurt de opdracht naar het SCSI-apparaat (bestemming). 5. De SCSI-bestemming interpreteert de opdracht en voert deze uit. 6. Gegevensstromen tussen de FC-host en de SCSI-bestemming via nettoladingbuffers. 7. Reactiegegevensstromen van de SCSI-bestemming terug naar de FC-host. Voorzieningen van de HP N Gb Network Storage Router Fibre Channel-voorzieningen Een FC-poort (instelbaar op 4,25, 2,125 en 1,0625 Gbps) Fibre Channel Arbitrated Loop (FC-AL) inclusief Point-to-Point configuraties in uitsluitend FC-AL-topologie (Arbitrated Loop) en in FC-SW-topologieën (Switched Fabric) Compatibel met PLDA-profiel (Private Loop Direct Attach) Werkt volgens class 3 met SCSI-FCP protocol Ondersteunt het FCP-2 foutherstelprotocol zoals voorgeschreven in FCP-2 rev. 04 en 05 voor gebruikt met streaming-apparaten (zoals tapedrives) Ondersteunt optische SFP (shortwave glasvezel) Voorzieningen van de SCSI-bus Automatische afstemming voor Narrow, Wide, Fast en Ultra320-verbindingen Ondersteuning voor gelijktijdige opdrachtenafhandeling, tagged command queuing [gelabelde opdrachtenwachtrijen] en loskoppelen/aansluiten SCSI-2 en SCSI-3 protocollen Voorzien van VHDCI 68-pins D shell, P type connectors LVD/SE (single-ended) terminator Tape-, optische en wisselaarapparaten Beheervoorzieningen Netwerkopslagrouter LUN-opdrachten Ethernet TCP/IP-toegang voor out-of-band beheer DHCP voor gemakkelijkere netwerkadressering 3-pins seriële connector voor aansluiting van terminal Ethernet RJ-45 connector voor toegang via FTP, Telnet en webbrowser N Gb Network Storage Router Gebruikers- en servicehandleiding 11

12 Firmware die ter plaatse kan worden bijgewerkt Adresseringsmethoden SCC (alleen FC), Indexed [Geïndexeerd] en Auto-Assigned [Automatisch toegewezen] Externe lampjes Verbindingsstatuslampje en activiteitslampje van de Fibre Channel-poort Activiteitslampje van de SCSI-bus Verbindingsstatuslampje en activiteitslampje van de Ethernet-verbinding Aan/uit en storingslampje Voordelen van de HP N Gb Network Storage Router De netwerkopslagrouter is bedoeld om SCSI-apparaten aan te sluiten op een FC-SW of FC-AL-configuratie. De netwerkopslagrouter is voorzien van één 4 Gb/s Fibre Channel-poort en twee LVD/SE SCSI-bussen. De Fibre Channel-poorten kunnen op snelheden van 1, 2 of 4 Gb/s worden ingesteld en op een AL-topologie (inclusief Point-to-Point configuraties) of een SW-topologie worden aangesloten. De SCSI-bussen stemmen zich automatisch af op Fast, Narrow, Wide en Ultra320 SCSI-bussnelheden. Bedrijfsomgeving en buiten-bedrijfsomgeving Bedrijfsomgeving 0 tot 50 C 5 tot 80% relatieve luchtvochtigheid (zonder condensatie) Buiten-bedrijfsomgeving -40 tot +55 C 0 tot 92% relatieve luchtvochtigheid (zonder condensatie) 12 Inleiding

13 2 Installatie, bekabeling en configuratie OPMERKING: Lees de informatie in dit hoofdstuk zorgvuldig en lees alle informatie voordat u met de netwerkopslagrouter gaat werken. Onderdelen van het product herkennen De netwerkopslagrouterset bestaat uit: HP N Gb Network Storage Router accessoireset twee railsets voor rackmontage twee extenderbeugels voor rackmontage zakje met montagemateriaal met: acht 10-32x.6-kruiskopschroeven en acht 6-32x.312-kruiskopschroeven documentatiebundel cd met documentatie cd met veiligheidsinformatie garantiegids HP overzicht van productdocumentatie zelfklevende voetjes seriële kabel netsnoer poster Getting Started [Aan de slag] Gebruikelijke configuratietaken bij installatie Wijzig desgewenst het beheerderswachtwoord (zie Beveiligingsinstellingen op pagina 36) Wijzig desgewenst de netwerkinstellingen (zie Netwerkconfiguratie op pagina 34) Wijzig de datum en de tijd (zie Real-Time Clock configureren op pagina 37) Controleer of de standaard toewijzingstabel Indexed [Geïndexeerd] is (zie Mapping menu op pagina 44) Wijzig de toewijzingstabel Fibre Channel Port 0 zo dat deze gevuld is met de SCSI-apparaten (library en drives) die communiceren over Fibre Channel (zie Fibre Channel-poort configureren op pagina 40) Wijs de toewijzingstabel Fibre Channel Port 0 toe aan alle hosts die met de SCSI-apparaten (library en drives) moeten communiceren (zie Fibre Channel-poort configureren op pagina 40) HP N Gb Network Storage Router installeren Haal de netwerkopslagrouter uit de verpakking en plaats het apparaat op een vlak en stabiel werkvlak. Bewaar het verpakkingsmateriaal voor het geval de router in de toekomst moet worden verzonden. U kunt de N Gb Network Storage Router op een bureau plaatsen of in een standaard 19-inch rack installeren. Zorg bij het plaatsen dat de luchtopeningen aan de voor- en achterkant van de router niet geblokkeerd zijn. BELANGRIJK: De router en de bijbehorende railset hebben een hoogte van 1U. N Gb Network Storage Router Gebruikers- en servicehandleiding 13

14 Installatie op een bureau Haal de router uit de beschermhoes. Bevestig de zelfklevende voetjes op de vier hoeken aan de onderkant van de router. Plaats de router op een vlak, horizontaal tafelblad of bureau en zorg daarbij dat de luchtopeningen niet geblokkeerd zijn. WAARSCHUWING! Leg niets op de netwerkopslagrouter. Installatie in een rack BELANGRIJK: De router en de bijbehorende railset hebben een hoogte van 1U. De volgende elementen in de N Gb Network Storage Router-set worden gebruikt om de router in een rack te installeren: twee railsets voor rackmontage twee extenderbeugels voor rackmontage een zakje met montagemateriaal bestaande uit acht 10-32x.6-kruiskopschroeven en acht 6-32x.312-kruiskopschroeven BELANGRIJK: nodig. Voor deze procedure heeft u een nr. 2 kruiskop- en een nr. 2 platte schroevendraaier Om de netwerkopslagrouter in een rack te installeren kiest u een zodanige locatie voor de router dat de luchtopeningen niet geblokkeerd zijn. Rackmontagerails los van elkaar maken 1. Maak de binnenste rail los van de buitenste door uw duim op de cirkelvormige opening in het voorste uiteinde van de binnenrail te plaatsen en trek de binnenrail uit de buitenrail tot deze vastklikt. 2. Druk op de veervergrendeling aan de achterkant van de binnenrail om de vergrendeling te ontgrendelen. 3. Houd de veervergrendeling ingedrukt en schuif de binnenrail naar buiten tot de twee rails van elkaar loskomen. 4. Herhaal deze procedure voor de tweede railset. Afbeelding 4 Rackmontagerails los van elkaar maken 14 Installatie, bekabeling en configuratie

15 Buitenrailset aan het rack bevestigen OPMERKING: De router en de railset hebben een hoogte van 1U. 1. Kies de juiste locatie in het rack. 2. Plaats de drie schroefopeningen op de voorkant van de buitenrail voor de openingen in de voorkant van het rack. De drie openingen moeten precies zijn uitgelijnd. 3. Wanneer de voorkant van de buitenrail tegen de binnenste voorkant van het rack aan ligt, plaatst u de twee x.6 kruiskopschroeven en draait u deze vast. Plaats geen schroef in de middelste opening van de beugel. Afbeelding 5 Buitenrailset aan het rack bevestigen Achterste extensiebeugel bevestigen 1. Draai de schroef in de achterste extensiebeugel van de buitenrail los. 2. Houd de buitenrail waterpas en trek de achterste extensiebeugel naar de achterkant (binnenkant) van het rack. 3. Gebruik twee 10-32x.6-kruiskopschroeven om het achterste uiteinde van de extensiebeugel aan de achterkant van het rack te bevestigen. 4. Wanneer de buitenrail is bevestigd, draait u de schroef vast waarmee de achterste extensiebeugel op de buitenrail is vastgezet. 5. Herhaal deze procedure om de tweede buitenrail aan de andere kant van het rack te bevestigen. Afbeelding 6 Achterste extensiebeugel bevestigen N Gb Network Storage Router Gebruikers- en servicehandleiding 15

16 Rails aan de netwerkopslagrouter bevestigen 1. Zorg dat de veervergrendeling (4 in Afbeelding 7) niet naar de router is gericht en dat de cirkelvormige opening (2 in Afbeelding 7) naar de voorkant van de router is gericht. Plaats vervolgens de eerste schroefopening (3 in Afbeelding 7) van de rail tegenover de middelste schroefopening van de router. Hierdoor worden twee schroefopeningen tegenover elkaar geplaatst en steekt het voorste uiteinde van de rail ongeveer 20 cm uit ten opzichte van de voorkant van de router (1 in Afbeelding 7). 2. Bevestig de rail aan de router met twee 6-32x.312-kruiskopschroeven. 3. Herhaal deze procedure om de binnenrail aan de andere kant van de router te bevestigen. Afbeelding 7 Rails aan de router bevestigen Router in het rack installeren 1. Schuif de schuifrail met kogellagers op beide buitenrails naar de voorkant van het rack. 2. Plaats de binnen- en buitenrail tegenover elkaar met de voorkant van de router naar buiten gericht en schuif de binnenrail vanaf de voorkant van het rack in de buitenrail. 3. Wanneer de rails vastklikken, drukt u de veervergrendeling van beide binnenrails in en duwt u de router in het rack. Afbeelding 8 Router in het rack installeren Netsnoer aansluiten BELANGRIJK: Voordat u de stroom inschakelt naar de netwerkopslagrouter, is het raadzaam om eerst communicatie via de seriële poort met uw hostcomputer te configureren, tenzij u al eerder seriële verbinding heeft gemaakt en deze nog steeds werkt (zie Communicatie via de seriële poort configureren op pagina 18). 16 Installatie, bekabeling en configuratie

17 BELANGRIJK: Bij de netwerkopslagrouter wordt een drie-aderig netsnoer voor 120 V wisselspanning geleverd, voor gebruik in de Verenigde Staten en Canada. Als u de router in een ander land wilt gebruiken, moet u een geschikt netsnoer aanschaffen. Sluit het netsnoer aan op de netvoedingsconnector aan de achterkant van de router. Sluit het andere uiteinde van het netsnoer aan op een geaard stopcontact. Afbeelding 9 Aansluiting van netsnoer N Gb Network Storage Router Gebruikers- en servicehandleiding 17

18 Communicatie via de seriële poort configureren De netwerkopslagrouter is in staat om met een terminal of met een besturingssysteem dat een terminalemulator gebruikt, te communiceren. De meeste Windows besturingssystemen bijvoorbeeld kunnen een terminal gebruiken. Zorg voor de juiste instelling van de baudrate, databits, stopbits, pariteit en datatransportbesturing. U configureert als volgt de communicatie met de netwerkopslagrouter: 1. Sluit de seriële kabel aan op een van de seriële poorten (COM1 of COM2) van de hostcomputer en sluit vervolgens het andere uiteinde van de seriële kabel aan op de seriële poort van de netwerkopslagrouter (zie Afbeelding 2 op pagina 9). 2. Start de terminalemulator. 3. Stel de terminalemulator in voor gebruik met de betreffende COM-poort. 4. Geef de volgende instellingen op voor de poort: Baudrate: 9600, 19200, 38400, of (de functie Autobaud detecteert alleen deze baudrates) Databits: 8 Stopbits: 1 Pariteit: Datatransport besturing: Geen Geen of XON/XOFF OPMERKING: Voordat u voor de eerste keer de stroom van de netwerkopslagrouter inschakelt, controleert u of alle SCSI-apparaten al zijn ingeschakeld en deze de eigen zelftests hebben voltooid. Zo zorgt u ervoor dat de apparaatdetectie zo goed mogelijk verloopt. 5. Schakel de netwerkopslagrouter in. De opstartprocedure duurt maximaal 90 seconden. Na voltooiing wordt u het hoofdmenu weergegeven. Kabels aansluiten op de N Gb Network Storage Router OPMERKING: Raadpleeg de HP StorageWorks MSL2024 of de MSL4048 Tapelibrary gebruikers- en servicehandleiding voor gedetailleerde informatie over de tapelibrary. Interfaces en verbindingen U kunt vier typen interfaces op de netwerkopslagrouter aansluiten: Fibre Channel SCSI 3-pins seriële poort Ethernet De 3-pins seriële en Ethernet-poort worden gebruikt voor configuratie en beheer van de netwerkopslagrouter. Als hulp bij de configuratie van de poorten is belangrijke informatie vermeld op een label aan de achterkant van de netwerkopslagrouter zoals WWN-naam, WWP-naam en Ethernet MAC ID (fysieke adres). 18 Installatie, bekabeling en configuratie

19 Fibre Channel-verbindingen Voordat u de netwerkopslagrouter op andere apparaten aansluit, moet u weten welke configuratievereisten gelden voor de omgeving waarop de router is aangesloten. BELANGRIJK: Als een Fibre Channel-apparaat niet goed is geconfigureerd, kan de werking verminderen van het SAN-netwerk (Storage Area Network) waarop het is aangesloten. In standaardinstallaties is de netwerkopslagrouter verbonden met een FC-SW-omgeving (Switched Fabric). Voor een FC-AL-omgeving (Arbitrated Loop) kan de eenheid rechtstreeks zijn aangesloten op een Fibre Channel-hostbusadapter. In Fibre Channel-omgevingen met FC-switches kan de switch ook rechtstreeks zijn aangesloten op de netwerkopslagrouter. Mogelijk kunt u zowel op FC-switches als op FC-hubs individuele poorten voor verschillende mediatypen configureren. De netwerkopslagrouter moet op de hub- of switchpoort zijn aangesloten met de juiste FC-bekabeling voor het mediatype dat wordt gebruikt op zowel de netwerkopslagrouter als de poort waarop deze is aangesloten. De netwerkopslagrouter ondersteunt verschillende Fibre Channel-mediatypen. Hiervoor worden externe SFP's (Small Form-Factor Pluggable Transceivers) gebruikt. Ondersteund mediatype: Multi-Mode Fiber - 4,25 Gbit Dual LC-connectoren. U sluit de netwerkopslagrouter als volgt op een Fibre Channel-SAN (Storage Area Network) aan: 1. Zoek de Fibre Channel-poort op de netwerkopslagrouter (zie Afbeelding 2 op pagina 9). 2. Verwijder de rubberen beschermkap van de SFP. 3. Wanneer de netwerkopslagrouter is uitgeschakeld, sluit u de router op de Fibre Channel-omgeving aan. Gebruik hiervoor de juiste bekabeling. De optische FC-connector van de netwerkopslagrouter is van een nok voorzien. Zorg dat u de kabelconnectoren in de juiste stand houdt bij het aansluiten. SCSI-verbinding VOORZICHTIG: SCSI-poorten op de netwerkopslagrouter zijn hot-pluggable. Schakel de netwerkopslagrouter uit wanneer u SCSI-kabels aansluit/loskoppelt. De netwerkopslagrouter kan Fast/Ultra320 Narrow/Wide SCSI ondersteunen, al naar gelang de specifieke configuratie. De netwerkopslagrouter is standaard geconfigureerd voor LVD/Single-Ended bussen. Er zijn twee VHDCI 68-pins D-shell, P-type connectoren beschikbaar waarmee de eenheid aan het einde van maximaal twee SCSI-bussen kan worden aangesloten. De netwerkopslagrouter moet altijd het laatste apparaat op de SCSI-bussen zijn. De netwerkopslagrouter voorziet elke SCSI-bus van terminatorvoeding (TERMPWR). Een interne zelfherstellende zekering in de TERMPWR voert een reset uit nadat een storing is opgeheven. VOORZICHTIG: Sluit geen HVD-apparaten aan op een LVD/SE-bus. Als u deze waarschuwing niet in acht neemt, kan de apparatuur ernstig beschadigd raken. U sluit de netwerkopslagrouter als volgt op een SCSI-bus aan: 1. Schakel de netwerkopslagrouter uit. 2. Schakel de SCSI-apparaten op deze bus uit. 3. Sluit een SCSI-kabel aan op een van de SCSI-connectoren van de router. De netwerkopslagrouter moet altijd het laatste apparaat op de SCSI-bus zijn. 4. Zorg dat de bus op de juiste wijze is afgesloten. De netwerkopslagrouter wordt standaard automatisch afgesloten. U moet echter ook het apparaat aan het andere uiteinde van de bus afsluiten. N Gb Network Storage Router Gebruikers- en servicehandleiding 19

20 Ethernet-verbinding Een 10/100BaseT Ethernet-verbinding geeft toegang voor beheer en configuratie. De RJ-45-connector van de eenheid kan direct op een standaard 10/100BaseT Ethernet-netwerk worden aangesloten. OPMERKING: Wijzig de vooraf ingestelde instellingen als u DHCP uitschakelt. Deze zouden een conflict veroorzaken als er meerdere netwerkopslagrouters in het netwerk werken met deze oorspronkelijke instellingen omdat het namelijk geldige instellingen zijn. Het is raadzaam, maar niet vereist, om het IP-netwerkadres in te stellen om de netwerkopslagrouter vanaf deze poort te configureren. U kunt dit adres handmatig toewijzen of het dynamisch laten toewijzen (door een DHCP-server). De standaard netwerkconfiguratie is DHCP, maar als DHCP is uitgeschakeld is de oorspronkelijke waarde voor het IP-adres , is het Subnet en is de Gateway Afhankelijk van de netwerkomgeving kunt u mogelijk op tijdelijke basis het IP-adres gebruiken om de netwerkopslagrouter te configureren. Raadpleeg het gedeelte Netwerkconfiguratie op pagina 34 voor meer informatie over het IP-adres. Via een Ethernet-verbinding heeft u ook de mogelijkheid van Telnet-ondersteuning voor configuratie en beheer en FTP-ondersteuning voor andere beheermogelijkheden. Seriële-poortverbinding Via de 3-pins connector op de netwerkopslagrouter heeft u toegang tot een seriële poort die compatibel is met het RS-232 signaalniveau. De netwerkopslagrouter is in staat om met een terminal of met een besturingssysteem dat een terminalemulator gebruikt, te communiceren. De baudrate, databits, stopbits, pariteit en datatransportbesturing van zowel de netwerkopslagrouter als het hostsysteem moeten dezelfde instellingen gebruiken. De hierna beschreven functie Autobaud biedt een doeltreffende methode om de baudrate van de netwerkopslagrouter en het hostsysteem in te stellen. Functie Autobaud De functie Autobaud configureert automatisch de baudrate op de netwerkopslagrouter. Zodra u de baudrate in de terminalemulator is ingesteld, wacht u tot de zelftest (POST) van de netwerkopslagrouter en vervolgens de initialisatie van de firmware is voltooid. Dit duurt maximaal 90 seconden. Tijdens deze periode ziet u eventueel POST- en initialisatie-informatie op de terminal of terminalemulator, maar dit hoeft niet het geval te zijn. Nadat deze procedure is voltooid, kunt u de toets Enter langzaam zeven of acht keer indrukken (of gewoon shift-z typen). De netwerkopslagrouter detecteert automatisch de baudrate die door de seriële poort wordt gebruikt. Vervolgens wordt de baudrate opgeslagen in de configuratie van de netwerkopslagrouter en blijft bewaard tijdens uit- en weer inschakelen. OPMERKING: Op Enter drukken voordat de zelftest is voltooid heeft geen uitwerking voor de functie Autobaud. Wacht minstens 90 seconden totdat zowel de zelftest als de initialisatie van de firmware zijn voltooid voordat u op Enter drukt. OPMERKING: Als er geen reactie komt wanneer u Enter gebruikt, drukt u langzaam zeven of acht keer op de spatiebalk en vervolgens langzaam zeven of acht keer op Enter. De functie Autobaud kan de snelheid alleen vaststellen als de baudrate die door de terminal of terminalemulator wordt gebruikt 9600, 19200, 38400, of is. De netwerkopslagrouter werkt niet goed op een andere baudrate. 20 Installatie, bekabeling en configuratie

21 3 Apparaatbeheer Om hosts en apparatuur met elkaar te kunnen verbinden, moet de netwerkopslagrouter een adres vastleggen op het aangesloten Fibre Channel-netwerk. Configuratie van SCSI-bus De netwerkopslagrouter biedt de mogelijkheid om de SCSI-bussen opnieuw in te stellen tijdens de opstartcyclus van de netwerkopslagrouter. Daardoor kunnen apparaten op een SCSI-bus worden ingesteld in een bekende status. Via configureren kan de resetfunctie voor de SCSI-bus worden in- of uitgeschakeld. De netwerkopslagrouter probeert bij de onderhandeling de maximale waarden voor doorvoersnelheden en bandbreedte op een SCSI-bus te krijgen. Als een aangesloten SCSI-apparaat niet de maximale snelheden toestaat, gebruikt de netwerkopslagrouter de best mogelijke snelheid die het kan onderhandelen voor het betreffende apparaat. Aangezien de onderhandeling per apparaat plaatsvindt, biedt de eenheid ondersteuning voor een combinatie van verschillende SCSI-apparaatsoorten op één SCSI-bus. Configuratie van FC-poort Standaard staat de configuratie van de FC-poort op de netwerkopslagrouter ingesteld op de N_Port-stand. Zie de gedeelten over de Fibre Channel-configuratie in N Gb Network Storage Router-beheer op pagina 25 en Fibre Channel-poort configureren op pagina 40 voor informatie. Adressering in een FC-AL topologie (Arbitrated Loop) In een Fibre Channel Arbitrated Loop komt elk apparaat voor als een Arbitrated Loop Physical Address (AL_PA). Om een AL_PA te verkrijgen kan de netwerkopslagrouter twee adresseringsmethoden gebruiken, genaamd soft en hard adressering. Soft adressering is de standaardinstelling. Voor hard adressering geeft de gebruiker de AL_PA van de netwerkopslagrouter op. Soft-adresseringsmethode Bij het verkrijgen van een soft address krijgt de netwerkopslagrouter het eerste beschikbare loop-adres, te beginnen bij 01 en omhoog gaand in de lijst van beschikbare AL_PA's in het schema van 01 naar EF. In deze modus krijgt de netwerkopslagrouter automatisch een beschikbaar adres en kan vervolgens blijven deelnemen aan de FC-loop zolang er minimaal één adres beschikbaar is op de loop die is aangesloten op de netwerkopslagrouter. Fibre Channel ondersteunt aansluiting van maximaal 126 apparaten op een Arbitrated Loop. Hard-adresseringsmethode Bij het verkrijgen van een hard address probeert de netwerkopslagrouter de waarde voor AL_PA te krijgen die door de gebruiker is opgegeven in de configuratie-instellingen. Als het gewenste adres niet beschikbaar is op het moment van de initialisatie van de loop, verschijnt de netwerkopslagrouter op de FC-loop door gebruik te maken van een beschikbaar soft address. Daardoor kunnen zowel de loop als de router blijven werken. Zo'n geval kan zich bijvoorbeeld voordoen als een ander apparaat op de Arbitrated Loop hetzelfde adres heeft verkregen als dat wat op de netwerkopslagrouter is geconfigureerd. Hard addressing wordt aanbevolen voor FC-AL-topologiëen waarin het belangrijk is dat de adressen van de FC-apparaten niet worden gewijzigd. Wijzigingen in apparaatadressen kunnen de toewijzing die door het hostbesturingssysteem wordt voorgesteld aan de applicatie beïnvloeden, wat negatieve gevolgen kan hebben. Een voorbeeld hiervan kan de installatie van een tapelibrary zijn, waarbij voor de configuratie van de applicatie een vaste apparaatidentificatie nodig is om een juiste werking te garanderen. Hard addressing zorgt ervoor dat de apparaatidentificatie voor de applicatie gelijk blijft. Adressering in een FC-SW topologie Wanneer de netwerkopslagrouter is aangesloten op een Fibre Channel-switch, wordt de router bij de switch geïdentificeerd als een uniek apparaat met de in de fabriek geprogrammeerde internationale naam (WWN) en de daarvan afgeleide WWPN's (World Wide Port Names). N Gb Network Storage Router Gebruikers- en servicehandleiding 21

22 Discovery Discovery [Detectie] is een voorziening die het eenvoudiger maakt om aangesloten FC- en SCSI-bestemmingsapparaten weer te geven en deze automatisch laten toewijzen op de hostzijde voor de verbonden bus/poort. Er zijn twee methoden voor Discovery: Manual Discovery [Handmatige detectie] en Auto Discovery [Automatische detectie]. U kunt Auto Discovery zo instellen dat deze plaatsvindt na opstartgebeurtenissen (wanneer de router opnieuw wordt opgestart) of na verbindingsgebeurtenissen (bijvoorbeeld wanneer er kabels worden aangesloten of wanneer een hub opnieuw wordt opgestart). U kunt de functie Discovery ook uitschakelen door de netwerkopslagrouter in te stellen op Manual Discovery Only [Alleen handmatige detectie]. De standaardinstelling voor FC Discovery is Manual Discovery. Zie de gedeelten over FC-configuratie en SCSI-configuratie in N Gb Network Storage Router-beheer op pagina 25 en Discovery menu op pagina 43 voor nadere informatie over de instellingen van Discovery. Configuratie van de hostbusadapter Een hostsysteem dat een Fibre Channel-HBA (Host Bus Adapter) gebruikt, wijst normaal gesproken apparaten toe binnen het bestaande apparaattoewijzingsschema dat wordt gebruikt door het besturingssysteem van de host. Raadpleeg de handleiding bij de HBA voor de toewijzingstabel. Onderdeel van de toewijzing is normaal gesproken de koppeling van FC-AL_PA-adressen aan SCSI-bestemmingsadressen. De HBA claimt voldoende SCSI-busvermeldingen om maximaal 125 FC-bestemmingen toe te wijzen aan SCSI Bus:Target-vermeldingen. Dit gebeurt meestal door een vaste toewijzing van AL_PA aan Bus:Target. In een dergelijke configuratie correspondeert de netwerkopslagrouter met een Bus:Target-ID, waarbij de SCSI-apparaten die op de netwerkopslagrouter zijn aangesloten, verschijnen als logische eenheden (LUN's). Besturingssystemen kunnen de beschikbare SCSI-limiet van 15 bestemmingen per bus vergroten. Hoewel dit geen probleem is voor het besturingssysteem of de meeste applicaties, zijn er gevallen waarin oudere applicaties andere regels hanteren ten aanzien van wat geldige SCSI-ID zijn en bepaalde toewijzingen niet correct afhandelen. Het is voorgekomen dat bepaalde applicaties met name problemen hebben met het adresseren van bestemmings-id's die hoger zijn dan 15 (dus 16 en hoger). U kunt dit verhelpen door de netwerkopslagrouter opnieuw te configureren om hard-adressering te gebruiken en door de door de router gebruikte AL_PA in te stellen op een waarde die de HBA aan een ID met een waarde lager dan 16 zal toewijzen. Bijvoorbeeld, afhankelijk van de FC-HBA, als de harde selectie voor AL_PA 1 is, is het adres van de netwerkopslagrouter 1. Als de selectie 125 is, is het AL_PA-adres van de netwerkopslagrouter 0xEF. Sommige FC-HBA s configureren op een andere wijze, dus controleer de AL_PA door de documentatie voor de HBA te raadplegen. LUN-beheer Aangezien SAN-bronnen kunnen worden gedeeld, kunnen meerdere hosts toegang hebben tot dezelfde apparaten in het SAN. Om conflicten te voorkomen biedt de netwerkopslagrouter de mogelijkheid om toegang te beperken en te zorgen dat hosts alleen bepaalde apparatuur kunnen vinden. Eenvoudige LUN-maskering kan toegang beperken, maar vaak veroorzaakt dit lege plaatsen in de lijst van LUN s die aan een host worden gepresenteerd, omdat apparaten altijd aan vaste LUN's zijn gekoppeld. De netwerkopslagrouter echter kan de toegang tot apparaten door middel van LUN-beheer regelen, wat meer mogelijkheden geeft dan eenvoudige LUN-maskering. LUN-beheer is de mogelijkheid om aan verschillende hosts verschillende weergaven te presenteren van de via de netwerkopslagrouter toegankelijke apparaten. De ene GC-host kan bijvoorbeeld drie schijf-lun's en één tape-lun op LUN's 0 tot 3 zien wanneer de host een Discovery uitvoert op de netwerkopslagrouter. De andere host kan alleen een tape-lun detecteren op LUN 0. Niet alleen kan de beheerder bepalen tot welke apparatuur een host toegang heeft, maar ook welke LUN's worden gebruikt om toegang te krijgen tot deze apparatuur. LUN-beheer werkt door aan de beheerder de mogelijkheid te geven om meerdere toewijzingstabellen te configureren, waarvan elke tabel een andere weergave presenteert van de apparaten achter de 22 Apparaatbeheer