hp StorageWorks network storage router M2402

Transcriptie

1 gebruikershandleiding hp StorageWorks network storage router M2402 Productversie: 1.0 Tweede editie (November 2002) Artikelnummer: De HP StorageWorks Network Storage Router M2402 zorgt voor bidirectionele aansluitmogelijkheden in een FCSW-omgeving (Fibre Channel Switched Fabric) of een FC-AL-omgeving (Fibre Channel Arbitrated Loop), door ondersteuning te bieden voor zowel Fibre Channel- als SCSI-apparatuur. Deze gebruikershandleiding geeft instructies voor de installatie en configuratie van de router.

2 Hewlett-Packard Company, Hewlett-Packard Company verleent geen enkele vorm van garantie ten aanzien van dit materiaal, daaronder mede begrepen, maar niet beperkt tot, de impliciete garanties betreffende verkoopbaarheid en geschiktheid voor een bepaald doel. Hewlett-Packard aanvaardt geen aansprakelijkheid voor fouten in deze publicatie; ook aanvaardt Hewlett-Packard geen aansprakelijkheid voor incidentele schade of voor schade die wordt veroorzaakt door de verstrekking, eventuele ondoelmatigheid of het gebruik van dit materiaal. De informatie in dit document valt onder het copyright. Geen enkel deel van dit document mag worden gefotokopieerd, vermenigvuldigd of vertaald in een andere taal zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Hewlett-Packard. De informatie in dit document kan zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. Compaq Computer Corporation is een volledige dochteronderneming van Hewlett-Packard Company. Microsoft, Windows en Windows NT zijn handelsmerken van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en/of andere landen. Overige productnamen in deze publicatie kunnen handelsmerken zijn van hun respectievelijke houders. Hewlett-Packard Company aanvaardt geen aansprakelijkheid voor technische fouten, drukfouten of weglatingen in deze publicatie. De informatie in dit document wordt zonder garantie verleend en kan zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. De garanties voor Hewlett-Packard Company producten staan in de garantiebeschrijvingen bij de desbetreffende producten. Geen enkel onderdeel van dit document mag als extra garantie worden gezien. Tweede editie (November 2002) Artikelnummer:

3 inhoud Contents Informatie over deze handleiding Overzicht xii Beoogde doelgroep xii Voorwaarden xii Conventies xiii Documentconventies xiii Symbolen in tekst xiv Symbolen op de apparatuur xiv Stabiliteit van rack xvi Technische ondersteuning xvi Technische ondersteuning van HP xvi HP-website voor opslagproducten xvii Geautoriseerde HP Business en Service Partner xvii 1 Inleiding Overzicht van de externe kenmerken Voedingsmodules Ventilatormodules Fibre Channel-modules SCSI-modules Ethernet-poort/standby-knop Seriële poort Overzicht van functies Verwerking Fibre Channel-protocol naar SCSI-protocol Verwerking SCSI-protocol naar Fibre Channel-protocol Back-up en gegevens herstellen zonder LAN Gegevensverplaatsing zonder server Fysieke vereisten iii

4 Inhoud 2 Installatie Locatie kiezen Router uitpakken Router op een bureau installeren Router in een rack installeren Netsnoer aansluiten De interfaces aansluiten Fibre Channel-verbindingen SCSI-verbindingen Ethernet-verbindingen Seriële-poortverbindingen Communicatie via de seriële poort configureren Configuratieoverzicht Standaardinstellingen van de router Overzicht van de gebruikersinterface Visual Manager Serial/Telnet FTP SNMP Management Information Base Algemene configuratie-instellingen Controller LUN-opdrachten SCSI-bus configureren Configuratie van de Fibre Channel-poort Configuratie van Fibre Channel Arbitrated Loop Soft addressing Hard addressing Configuratie van FCSW (Fibre Channel Switched Fabric) Detectiemodus Configuratie van het hostapparaat LUN-beheer Geïndexeerde toewijzingstabellen Automatisch toegewezen toewijzingstabellen SCC-toewijzingstabellen Tapeschrijfacties in buffer Visual Manager- gebruikersinterface Toegang tot Visual Manager Aanbevelingen voor Visual Manager iv

5 Inhoud Visual Manager- gebruikersinterface vervolg Hoofdmenu Menu System (Systeem) Seriële configuratie Netwerk configureren Instellingen van de Ethernet-configuratie Ethernet-instellingen tijdelijk vervangen SNMP configureren Active Fabric configureren Gebruiker configureren Real-timeklok configureren Voedingseenheid configureren Menu Reset Menu Modules World Wide Node Name configureren Fibre Channel-module configureren SCSI-module configureren Menu Discovery (Detectie) Menu Mapping (Toewijzing) Gemeenschappelijke toewijzingsopdrachten voor Fibre Channel en SCSI Toewijzingsopdrachten voor Fibre Channel Fibre Channel-hostgegevens weergeven en wijzigen Fibre Channel-toewijzingsgegevens weergeven en wijzigen Toewijzingsopdrachten voor SCSI SCSI-hostgegevens weergeven en wijzigen SCSI-toewijzingsgegevens weergeven en wijzigen Menu Statistics Menu Utilities Baken-modus configureren FTP Utility Access (Toegang tot het FTP-programma) Trace Settings Configuration (Trace-instellingen configureren) Huidige, vorige en laatste bevestigde traces weergeven Clear Current Traces en Clear Assert Traces (Huidige traces wissen en Bevestigde traces wissen) Event Log Configuration (Gebeurtenislogboek configureren) Event Log Display (Gebeurtenislogboek weergeven) Clear Event Log (Gebeurtenislogboek wissen) Menu Report Optie Reboot (Opnieuw opstarten) v

6 Inhoud 5 Serial/Telnet- gebruikersinterface Toegang tot de Telnet-gebruikersinterface Toegang tot de seriële gebruikersinterface Berichten tijdens opstarten Hoofdmenu van de Serial/Telnet-gebruikersinterface Configuratiemenu Baudrate configureren Ethernet en SNMP configureren World Wide Node Name configureren Modules configureren Fibre Channel-modules configureren SCSI-modules configureren Apparaattoewijzing Overschakelen naar de volgende poort of bus De huidige toewijzingstabel selecteren De huidige toewijzingstabel weergeven Een nieuwe toewijzingstabel maken De huidige toewijzingstabel verwijderen De huidige toewijzingstabel bewerken Naam van de huidige toewijzingstabel wijzigen Vermeldingen in de huidige toewijzingstabel bewerken Tussen pagina's van het scherm Edit Map Entries navigeren Tabelvermelding toevoegen aan een Fibre Channel-toewijzingstabel Tabelvermelding toevoegen aan een SCSI-toewijzingstabel Tabelvermelding voor Fibre Channel-toewijzingstabel maken Vermelding voor SCSI-toewijzingstabel maken Lege plaatsen uit toewijzingstabel verwijderen Een tabelvermelding verwijderen Alle vermeldingen in de huidige toewijzingstabel wissen Huidige toewijzingstabel vullen Huidige toewijzingstabel kopiëren De hostlijst voor de huidige toewijzingstabel bewerken Tussen pagina's van het scherm Host List Edit Display navigeren Host selecteren Host toevoegen aan de hostlijst Host verwijderen uit de hostlijst Informatie over de host bewerken Complete apparaatlijst weergeven vi

7 Inhoud Serial/Telnet- gebruikersinterface vervolg Trace- en gebeurtenisinstellingen configureren Trace-instellingen configureren Gebeurtenisinstellingen configureren Real-timeklok configureren Active Fabric configureren Voedingseenheid configureren Configuratie opslaan Laatst opgeslagen configuratie herstellen Fabrieksinstellingen voor configuratie terugzetten Scherm System Utility Menu Systeemstatistieken Statusinformatie over het systeem weergeven Statusinformatie over de omgeving weergeven Statusinformatie over de Fibre Channel weergeven Informatie over de Fibre Channel-verbinding weergeven Aangesloten Fibre Channel-apparaten weergeven Informatie over het transport van Fibre Channel-bronnen weergeven Statusinformatie over Fibre Channel-stuurprogramma weergeven SCSI-statusinformatie weergeven SCSI-statistieken weergeven Aangesloten SCSI-apparaten weergeven Informatie over SCSI-bronnen weergeven Gebeurtenislogboek Baken-instellingen Trace Dump Menu Kopie van de tracebuffers opslaan via FTP Optie Reboot (Opnieuw opstarten) Optie Download New Firmware FTP-gebruikersinterface FTP-gebruikersinterface openen Back-up van de configuratie-instellingen maken en terugzetten Back-up maken van routerconfiguratie Routerconfiguratie herstellen Tracebuffers kopiëren Firmware upgraden vii

8 Inhoud 7 Hardwaremodule vervangen Voedingsmodule of afdekplaatje van positie voor voedingsmodules verwijderen en installeren Voedingsmodule of afdekplaatje van positie voor voedingsmodules verwijderen Voedingsmodule of afdekplaatje van positie voor voedingsmodules installeren De ventilatormodule verwijderen en installeren De ventilatormodule verwijderen De ventilatormodule installeren I/O- of afdekmodule verwijderen en installeren I/O- of afdekmodule verwijderen I/O- of afdekmodule installeren Basisproblemen oplossen Lampjes Basisproblemen oplossen De configuratie van de SCSI-bus controleren De Fibre Channel-verbinding controleren SCSI-apparaten in Windows NT controleren De configuratie van de router controleren De toewijzing controleren Apparaten controleren De hostconfiguratie controleren De informatie over het HBA-stuurprogramma controleren De configuratie van de seriële poort controleren PRLI-gegevens controleren A B Signaalgegevens seriële poort en Ethernet-connector Signaalgegevens DB-9 seriële poort Signaalgegevens RJ-45 Ethernet-connector Opdrachten voor controller-lun's Algemene opdrachten Opdracht Report LUNs Opdracht Inquiry EVPD-pagina 0x viii

9 Inhoud Opdrachten voor controller-lun's vervolg Copy Manager-opdrachten Opdracht Extended Copy Versie r Versie SPC Opdracht Receive Copy Results Opdrachten Mode Sense (6) en Mode Sense (10) C D E Adresseringsmethoden en tabelstructuren Adresseringsmethode SCC (SCSI Controller Command) Adresseringsmethode Auto Assigned Geïndexeerde adressering SNMP Management Information Bases MIB Fibre Alliance Statistische gegevens over de router instellen Basisinformatie over de router instellen Informatie over de naam van de poorten instellen IP-adres van SNMP-traps instellen Gebeurtenislogboek van de router weergeven MIB Enterprise Tabel voor versie 2.2 van MIB Fibre Alliance Tabel MIB Enterprise Internationale kennisgevingen Voorgeschreven identificatienummers Federal Communications Commission Notice Class A Equipment Class B Equipment Declaration of Conformity for Products Marked with the FCC Logo Modifications Kabels Netsnoeren Mouse Compliance Statement Canadian Notice (Avis Canadien) Class A Equipment Class B Equipment ix

10 Inhoud Internationale kennisgevingen vervolg Europese kennisgeving Japanese Notice Taiwanese Notice Laserapparatuur Veiligheidswaarschuwingen voor het gebruik van laserapparatuur Compliance with CDRH Regulations Internationale regels Label op laserproducten Laserspecificaties F Elektrostatische ontlading Aardingsmethoden Index x

11 informatie over deze handleiding Informatie over deze handleiding Deze gebruikershandleiding bevat de informatie die u nodig heeft voor het volgende: De Network Storage Router M2402 installeren Informatie over deze handleiding De Network Storage Router M2402 installeren Het hoofdstuk Informatie over deze handleiding bevat de volgende onderwerpen: Overzicht, pagina xii Conventies, pagina xiii Stabiliteit van rack, pagina xvi Technische ondersteuning, pagina xvi xi

12 Informatie over deze handleiding Overzicht In dit hoofdstuk worden de volgende onderwerpen behandeld: Beoogde doelgroep Voorwaarden Beoogde doelgroep Voorwaarden Deze handleiding is bedoeld voor beheerders met een gemiddelde kennis van netwerkomgevingen. Voor het installeren van dit product is het volgende nodig: kennis van het besturingssysteem kennis van de betreffende hardware en software vorige versie van het product en de firmware xii

13 Informatie over deze handleiding Conventies Documentconventies In deze handleiding worden de volgende conventies gehanteerd: Documentconventies Symbolen in tekst Symbolen op de apparatuur De documentconventies in Tabel 1 gelden in de meeste gevallen. Tabel 1: Documentconventies Onderdeel Kruisverwijzingskoppelingen Afbeelding 1 Toets- en veldnamen, menuopties, Vet knoppen en titels van dialoogvensters Namen van bestanden en applicaties Cursief en tekst met nadruk Invoer van de gebruiker, namen van opdrachten en directory's en systeemreacties (uitvoer en berichten) Variabelen Adressen van websites Conventie Lettertype met vaste tekenbreedte NAMEN VAN OPDRACHTEN worden in hoofdletters in het monospace-lettertype weergegeven tenzij er onderscheid wordt gemaakt tussen hoofdletters en kleine letters. <Monospace-lettertype, cursief> Onderstreepte tekst in sans serif-lettertype: xiii

14 Informatie over deze handleiding Symbolen in tekst In de tekst van deze handleiding komen symbolen voor. Deze symbolen hebben de volgende betekenis: WAARSCHUWING: Als u de aanwijzingen na dit kopje niet opvolgt, kan dit leiden tot persoonlijk letsel of levensgevaar. Let op: Als u de aanwijzingen na dit kopje niet opvolgt, kan dit leiden tot beschadiging van de apparatuur of verlies van gegevens. Opmerking: Na dit kopje vindt u commentaar, aanvullende informatie of interessante wetenswaardigheden. Symbolen op de apparatuur De volgende symbolen kunt u aantreffen op de hardware waarop deze handleiding betrekking heeft. Deze symbolen hebben de volgende betekenis: Deze symbolen duiden op het risico van elektrische schokken. De ingesloten gedeelten kunnen niet door de gebruiker worden onderhouden. WAARSCHUWING: Open deze gedeelten niet, om het risico van letsel door elektrische schokken te beperken. Elke RJ-45-connector met deze symbolen geeft een netwerkaansluiting aan. WAARSCHUWING: Steek geen telefoon- of telecommunicatieconnectoren in deze aansluiting, om het risico van letsel door elektrische schokken, brand of schade aan apparatuur te beperken. xiv

15 Informatie over deze handleiding Deze symbolen geven een heet oppervlak of een heet onderdeel aan. Aanraking van dit oppervlak kan letsel veroorzaken. WAARSCHUWING: Laat het oppervlak afkoelen voordat u het aanraakt, om het risico van brandwonden te voorkomen. Netvoedingseenheden of systemen met deze symbolen hebben meerdere voedingsbronnen. WAARSCHUWING: Koppel alle netsnoeren van de voedingsbronnen en de systemen los om de voeding geheel uit te schakelen. Zo beperkt u het risico van letsel door elektrische schokken. Deze symbolen geven aan dat het product of de assemblage te zwaar is om door één persoon veilig te kunnen worden gedragen. WAARSCHUWING: Om het risico van persoonlijk letsel of schade aan de apparatuur te beperken, is het belangrijk dat u zich houdt aan de lokale gezondheids- en veiligheidsvoorschriften en richtlijnen voor het hanteren van materialen. xv

16 Informatie over deze handleiding Stabiliteit van rack Een stabiel rack is veiliger voor mens en apparatuur. WAARSCHUWING: Beperk het risico van persoonlijk letsel en schade aan de apparatuur door ervoor te zorgen dat: De stelvoetjes van de behuizing op de grond staan. Het volle gewicht van het rack op de stelvoetjes rust. De stabilisatiesteunen aan het rack zijn bevestigd (bij installatie in een enkel rack). De racks aan elkaar zijn gekoppeld (bij installatie van meerdere racks). Er maar één onderdeel tegelijk uit het rack wordt geschoven. Een rack kan instabiel worden als er meerdere onderdelen tegelijkertijd uit het rack zijn geschoven. Technische ondersteuning Als u nog vragen heeft nadat u deze handleiding heeft gelezen, kunt u contact opnemen met uw HP Business of Service Partner of bezoekt u onze website op Technische ondersteuning van HP Voor directe technische ondersteuning kunt u contact opnemen met het HP Customer Service Center, tel (0,35 /min). Opmerking: Voor directe technische ondersteuning kunt u contact opnemen met het HP Customer Service Center, tel (0,34 /min). Raadpleeg de Amerikaanse HP website voor een lijst met telefoonnummers voor wereldwijde ondersteuning door HP. Ga hiervoor naar: xvi

17 Informatie over deze handleiding Zorg dat u tijdens het gesprek met de technische ondersteuning de volgende informatie bij de hand heeft: registratienummer voor technische ondersteuning (indien van toepassing) serienummer van het product modelnaam en -nummer van het product eventuele foutberichten type besturingssysteem en versienummer gedetailleerde, specifieke vragen HP-website voor opslagproducten De HP-website bevat de meest recente informatie over dit product. Ook kunt u hier de meest recente stuurprogramma's downloaden. U heeft toegang tot deze website via: Selecteer op deze website het betreffende product of de gewenste oplossing. Geautoriseerde HP Business en Service Partner U kunt ook technische ondersteuning vragen bij een geautoriseerde HP Business of Service Partner. Voor de naam van een geautoriseerde HP Business of Service Partner bij u in de buurt, gaat u als volgt te werk: In Canada: Of raadpleeg de Nederlandse HP-website voor locaties en telefoonnummers: xvii

18 Informatie over deze handleiding xviii

19 Inleiding 1 De HP StorageWorks Network Storage Router M2402 biedt bidirectionele communicatie voor Fast/Ultra-2 Narrow-/Wide-SCSI-bussen in een Fibre Channel Switched Fabric (FC-SW)- of Fibre Channel Arbitrated Loop (FC-AL)-omgeving. In dit hoofdstuk komen de volgende onderwerpen aan de orde: Overzicht van de externe kenmerken Voedingsmodule Ventilatormodules Fibre Channel-modules SCSI-modules Ethernet-poort / standby-knop Seriële poort Overzicht van de functies Verwerking Fibre Channel-protocol naar SCSI-protocol Verwerking SCSI-protocol naar Fibre Channel-protocol Back-up en gegevens herstellen zonder LAN Gegevensverplaatsing zonder server Fysieke vereisten 1

20 Inleiding Overzicht van de externe kenmerken Afbeelding 1 en Afbeelding 2 voor- en achteraanzicht van de router. Afbeelding 1: Vooraanzicht De luchtinlaten aan de voorkant (zie Afbeelding 1), mogen niet worden afgedekt. De voedingsmodules (met fout- en stroomlampje) kunnen aan de voorkant van de router worden gerepareerd. Aan de voorkant bevindt zich ook de seriële poort voor het lokale beheer van de configuratie-instellingen en upgrades voor de firmware. Afbeelding 2: Achteraanzicht 2

21 Inleiding Voedingsmodules De luchtuitlaten aan de achterkant (zie Afbeelding 2), mogen niet worden afgedekt. De SCSI-, Fibre Channel- en Ethernet-poorten bevinden zich aan de achterkant van de router. Elke poort is voorzien van lampjes die de busactiviteit en de status van de koppeling aangeven. Aan de achterkant zitten ook een voedingsconnector en een aan/uit-knop. De router is voorzien van één voedingseenheid en kan worden uitgebreid met een back-upvoeding. Afbeelding 3: Voedingsmodule Betekenis van het voedingslampje: Groen - de voeding van deze module is ingeschakeld. Geel - de zelftest (POST) wordt uitgevoerd of er zijn problemen met de processor. 3

22 Inleiding Ventilatormodules De router is uitgerust met een ventilatormodule met drie ventilatoren. Afbeelding 4: Ventilatormodule Als een van de drie ventilatoren uitvalt, blijft de router werken op de andere twee ventilatoren. Als de router echter niet goed wordt gekoeld, verschijnt er een waarschuwing op de homepage van de op het web gebaseerde gebruikersinterface. De werking van de ventilatormodule kan worden gecontroleerd voor de Serial/ Telnet-gebruikersinterface en voor de op het web gebaseerde gebruikersinterface. Opmerking: De op het web gebaseerde gebruikersinterface wordt ook Visual Manager genoemd. Zie Hoofdstuk 4, Visual Manager- gebruikersinterface voor meer informatie over Visual Manager. Zie Hoofdstuk 5, Serial/Telnetgebruikersinterface voor meer informatie over de Serial/Telnet-gebruikersinterface. 4

23 Inleiding Fibre Channel-modules De router kan met meerdere Fibre Channel-modules worden uitgebreid. Afbeelding 5: Fibre Channel-module Betekenis van het lampje van de Fibre Channel-module: Groen (ACT) - activiteit op Fibre Channel-poort. Groen (LINK) - geldige Fibre Channel-verbinding. 5

24 Inleiding SCSI-modules De router kan met meerdere SCSI-modules worden uitgebreid. Afbeelding 6: SCSI-module Betekenis van het lampje van de SCSI-module: Groen - SCSI-busactiviteit op overeenkomstige poort. Ethernet-poort/standby-knop De router is uitgerust met één Ethernet-poort en een standby-knop met lampjes. Zie Afbeelding 7 voor een voorbeeld. Opmerking: Met de standby-knop schakelt u de stroom van de voedingsmodules in of uit. De stroommodules blijven echter wel onder spanning staan. Om de stroom naar de voedingsmodules uit te schakelen moet u de stekker van het netsnoer van de router uit het stopcontact trekken. Opmerking: Nadat u met de standby-knop de stroom van de voedingsmodule heeft uitgeschakeld en u schakelt de stroom weer in, duurt het 10 seconden voordat de voedingsmodule weer stroom geeft. 6

25 Inleiding 2 1 Afbeelding 7: Ethernet-poort / standby-knop Item Beschrijving 1 Ethernet-poort 2 Standby-knop Betekenins van lampjes van Ethernet-poort: Activity - activiteit van de poort. Link - geldige Ethernet-verbinding. Betekenis van het lampje van de standby-knop: Groen - de stroom is ingeschakeld. Geel - wijst op een fout. Wisselend groen/geel - systeem staat in de baken-modus. 7

26 Inleiding Seriële poort De router is uitgerust met één seriële poort. Zie Afbeelding 8 voor een voorbeeld. Via de seriële poort heeft u toegang tot de Serial/Telnet-gebruikersinterface, die wordt gebruikt om de router lokaal te beheren en te configureren. Afbeelding 8: Seriële poort 8

27 Inleiding Overzicht van functies De router vertaalt het Fibre Channel-protocol (FCP) naar het SCSI-protocol en vice versa. Deze verzendt opdrachten, gegevens en statusinformatie naar en van Fibre Channel-controllers en SCSI-apparatuur. De volgende apparaten worden ondersteund: initiatorapparatuur: Fibre Channel- en SCSI-hosts apparatuur met directe toegang: RAID-controllers, schijfeenheden, JBOD's apparatuur met sequentiële toegang: tapedrives wisselaarapparatuur: tapelibrary's en magnetisch-optische library's De router levert meerdere configuraties voor I/O van Fibre Channel naar SCSI. U ziet hiervan een voorbeeldconfiguratie in Afbeelding 9. SCSItapelibrary's SCSItapelibrary's StorageWorks router FC-host SCSItapedrives SCSItapedrives Fibre Channel SCSI Afbeelding 9: Voorbeeld van een configuratie Afbeelding 9 is een voorbeeld van een Fibre Channel-host op de Fibre Channel-bus die via de juiste SCSI-bus op de I/O-module van de router een tapedrive en een libray kan benaderen. 9

28 Inleiding Verwerking Fibre Channel-protocol naar SCSI-protocol In dit gedeelte worden de stappen beschreven die de router gebruikt om het protocol van de Fibre Channel-host om te zetten naar het protocol van het SCSI-apparaat. In Afbeelding 10 en in de bijbehorende tabel wordt dit proces getoond en beschreven. FC-host 1 FC-host StorageWorks router Hub of switch FC-host 5 SCSI-apparaat SCSI-apparaat SCSI-apparaat SCSI-apparaat SCSI-apparaat SCSI-apparaat SCSI-apparaat SCSI-apparaat SCSI-apparaat SCSI-apparaat SCSI-apparaat SCSI-apparaat 2 FC-controller 4 SCSI-controller SCSI-controller SCSI-controller SCSI-controller Bus Geheugen Processor 3 Fibre Channel SCSI Afbeelding 10: Conversieproces van Fibre Channel naar SCSI Item Proces 1 Een Fibre Channel-host geeft een opdrachtpakket van het encapsulated FCP-protocol door aan de router. 2 De Fibre Channel-controller van de router interpreteert de Fibre Channel-informatie en plaatst het pakket in het buffergeheugen. 3 De router interpreteert het Fibre Channel-informatiepakket en programmeert de SCSI-controller van de router om de transactie te verwerken. 4 De SCSI-controller van de router stuurt de opdracht naar het SCSI-apparaat (bestemming). 5 De SCSI-bestemming interpreteert de opdracht en voert deze uit. 10

29 Inleiding Verwerking SCSI-protocol naar Fibre Channel-protocol In dit voorbeeld geeft een SCSI-host (initiator) op de SCSI-bus opdrachten en wordt de informatie via de router doorgegeven aan een bestemming op de FC-SAN (Fibre Channel Storage Area Network). Afbeelding 11 is een voorbeeld van dit proces en in de bijbehorende tabel wordt elke stap gedefinieerd. FC-apparaat 5 StorageWorks router FC-apparaat 1 Hub of switch SCSI-host 4 FC-controller 2 SCSI-controller Bus Geheugen Processor 3 Fibre Channel SCSI Afbeelding 11: Conversieproces SCSI-protocol naar Fibre Channel-protocol Item Proces 1 Een SCSI-host geeft een opdracht aan de router. 2 De SCSI-controller in de router interpreteert de opdracht en plaatst deze in het buffergeheugen. 3 De processor van de router interpreteert de gegevens en programmeert de Fibre Channel-controller van de router om de transactie te verwerken. 4 De Fibre Channel-controller van de router vertaalt de gegevens in een FCP-protocolpakket en stuurt deze naar de Fibre Channel-bestemming. 5 De Fibre Channel-bestemming interpreteert het FCP-protocolpakket en voert de opdracht uit. 11

30 Inleiding Back-up en gegevens herstellen zonder LAN De router kan de mogelijkheid om back-ups te maken van gegevens en gegevens te herstellen zonder LAN inschakelen, zodat het grootste deel van het gegevensverkeer kan worden verplaatst van het LAN naar het SAN (storage area network). Zie Afbeelding 12 voor een voorbeeld van dit proces. Fibre Channel SCSI-TAPE- EENHEID StorageWorks router SCSI-TAPE- EENHEID StorageWorks router SAN ETHERNET SCSI GEGEVENSVERPLAATSING FIBRE CHANNEL- SCHIJF SERVER SERVER SERVER SERVER NETWERK Afbeelding 12: Back-up en gegevens herstellen zonder LAN 12

31 Inleiding Gegevensverplaatsing zonder server Wanneer u Copy Manager gebruikt met applicatiesoftware die zonder de server werkt, kan dit programma gegevensverplaatsing overlaten aan de router en zo de serverbronnen vrijmaken. Zie Afbeelding 13. Fibre Channel ETHERNET SCSI OPDRACHT GEGEVENSVERPLAATSING SCSI-TAPE- EENHEID SCSI-TAPE- EENHEID StorageWorks router StorageWorks router SAN FIBRE CHANNEL- SCHIJF SERVER SERVER SERVER SERVER NETWERK Afbeelding 13: Gegevensverplaatsing zonder server Opmerking: De routerimplementatie van Extended Copy biedt geen ondersteuning voor het SNMP-protocol. Opmerking: Copy Manager kan gelijktijdige opdrachten van Extended Copy uitvoeren. 13

32 Inleiding Opmerking: U kunt de mogelijkheid om back-ups te maken zonder server, activeren met de menuoptie Active Fabric Configuration. Wanneer deze functie is geactiveerd, kan de router zowel zonder server als zonder LAN werken. Wanneer de functie is uitgeschakeld, kan de router alleen zonder LAN werken. Opmerking: De routerimplementatie van de opdracht Extended Copy is beschikbaar voor applicatieprogrammeurs. Zie Appendix B Opdrachten voor controller-lun's voor meer informatie. Fysieke vereisten De router heeft de volgende afmetingen: Breedte: 43,18 cm Diepte: 50,8 cm Hoogte: 4,32 cm (1U) Gewicht: 18 lbs. De router moet in de volgende omgeving worden gebruikt: Temperatuur: 0 tot 50 C Luchtvochtigheidsgraad: 5 tot 80% (zonder condensatie) De router moet onder de volgende omstandigheden worden verzonden of opgeslagen: Temperatuur: -40 tot +55 C Luchtvochtigheidsgraad: 0 tot 92% (zonder condensatie) Voeding voor de router: V wisselspanning: (automatische detectie) 50/60 Hz, 2,0 Amp (elke voedingseenheid) 14

33 Installatie 2 In dit hoofdstuk leest u hoe u de HP StorageWorks Network Storage Router M2402 uit de verpakking haalt en installeert. U kunt de router in een desktop- of een rackconfiguratie gebruiken. Opmerking: Lees de informatie in dit hoofdstuk zorgvuldig en lees alle informatie voordat u de router configureert. De volgende onderwerpen en procedures worden in dit hoofdstuk besproken: een locatie kiezen; de router uitpakken; de router op een bureau installeren; de router in een rack installeren; het netsnoer aansluiten; de interfaces aansluiten; Fibre Channel-verbindingen; SCSI-verbindingen; Ethernet-aansluitingen; seriële-poortverbindingen; communicatie via de seriële poort configureren. Let op: Om schade door ontlading van statische elektriciteit te voorkomen, neemt u de standaard voorzorgsmaatregelen voor het uitpakken en verplaatsen van de router en bijbehorende onderdelen in acht. Zie Appendix F, Elektrostatische ontlading voor meer informatie. 15

34 Installatie Locatie kiezen Router uitpakken U kunt de router op een bureau plaatsen of in een standaard 19-inch rack monteren. Zorg bij het plaatsen van de router dat de luchtopeningen aan de voor- en achterkant van de router niet geblokkeerd zijn. U pakt de router als volgt uit: 1. Haal alle items uit de transportverpakking. Controleer elk item op beschadiging. Haal de router pas uit de beschermhoes wanneer u klaar bent om deze te installeren. 2. Controleer of het pakket alle vereiste items bevat. Als een item ontbreekt, neemt u onmiddellijk contact op met uw HP Business of Service Partner. Router op een bureau installeren 1. Haal de router uit de beschermhoes. Let op: Plaats de router op een vlakke ondergrond en zorg dat de router niet wordt blootgesteld aan direct zonlicht, vocht, dampen of extreem hoge temperaturen, en niet kan vallen of op een andere manier beschadigd kan raken. 2. Bevestig de zelfklevende voetjes op de vier hoeken aan de onderkant van het apparaat. 3. Plaats de router op de tafel of het bureau en zorg ervoor dat de luchtinlaaten -afvoeropeningen niet worden geblokkeerd. Router in een rack installeren Gebruik de volgende items uit de uitbreidingsset om de router in een rack te installeren: bevestigingsrails extenderbeugels zakje met montagemateriaal (acht M6x12-kruiskopschroeven en vier 6-32x.312-kruiskopschroeven) afdekplaatje 16

35 Installatie Opmerking: Voor de installatie heeft u een kruiskopschroevendraaier nr. 2 en een gewone schroevendraaier nr. 2 nodig. U installeert de router als volgt in het rack: 1. Haal de router uit de beschermhoes. Opmerking: Controleer voordat u de router installeert, of alle modules goed zijn geïnstalleerd. Raadpleeg Hoofdstuk 7, Hardwaremodule vervangen voor informatie over het verwijderen of installeren van modules. Let op: Plaats de router op een vlakke ondergrond en zorg dat de router niet wordt blootgesteld aan direct zonlicht, vocht, dampen of extreem hoge temperaturen, en niet kan vallen of op een andere manier beschadigd kan raken. 2. Kies een locatie voor de router en zorg ervoor dat de luchtopeningen niet worden geblokkeerd. 3. Maak de binnenste railset los van de buitenste railset. Zie Afbeelding 14 voor een illustratie. a. Plaats uw duim of een vinger op de cirkelvormige opening in het voorste uiteinde van de binnenrail. b. Trek de binnenrail uit de buitenrail tot deze vastklikt. c. Druk op de veervergrendeling aan het achterste uiteinde van de binnenrail om de vergrendeling te ontgrendelen. Houd de veervergrendeling ingedrukt en schuif de binnenrail naar buiten tot de twee rails van elkaar loskomen. 17

36 Installatie Aanzicht vanaf andere kant 3 2 Extensiebeugel Veervergrendeling Voorste uiteinde van buitenrail Voorste uiteinde van binnenrail 1 Cirkelvormige opening Afbeelding 14: Van elkaar losmaken van de binnen- en buitenrail d. Herhaal stap 3 voor de tweede railset. 4. Bevestig het voorste en achterste uiteinde van elke buitenrail aan het rack. a. Kies in het rack een locatie voor de router. Opmerking: De router en de bijbehorende railset hebben een hoogte van 1U. b. Plaats de drie schroefopeningen in het voorste uiteinde van de buitenrail precies op de overeenkomstige openingen aan de voorkant van het rack. De drie openingen moeten precies zijn uitgelijnd. Als dat niet het geval is, kan de buitenrail niet goed op het rack worden bevestigd. Zie Afbeelding 15 voor een voorbeeld van voorstijlen van een rack en het uitlijnen van de openingen. 18

37 Installatie Afbeelding 15: Het voorste uiteinde van beugel op het rack uitlijnen c. Wanneer de voorkant van de buitenrail tegen de binnenste voorkant van de openingen voor montage in een rack aan ligt, plaatst u de bovenste en onderste schroef voor het voorste uiteinde van de beugel en draait u deze vast. Gebruik hiervoor twee M6x12-kruiskopschroeven. Plaats geen schroef in de middelste opening van het voorste uiteinde van de beugel. Deze opening wordt gebruikt voor het vastzetten van het afdekplaatje aan het rack. d. Draai de schroef met platte kop in de achterste extensiebeugel van de buitenrail los. e. Houd de buitenrail waterpas en trek de achterste extensiebeugel naar de achterkant (binnenkant) van het rack. WAARSCHUWING: Om het risico van persoonlijk letsel of beschadiging van de apparatuur te beperken, moet u zorgen dat de rails waterpas zijn. Als de rails niet waterpas zijn, kan de router niet correct worden geïnstalleerd en valt deze mogelijk uit het rack. 19

38 Installatie f. Gebruik twee M6x12-kruiskopschroeven om het achterste uiteinde van de extensiebeugel aan de achterkant van het rack te bevestigen. g. Wanneer de buitenrail is bevestigd, draait u de schroef met platte kop vast waarmee de achterste extensiebeugel op de buitenrail is vastgezet. h. Herhaal stap 4 om de tweede buitenrail aan de andere kant van het rack te bevestigen. 5. Bevestig een binnenrail aan elke kant van de router. Zie Afbeelding 16 voor een illustratie. a. Zorg dat de veervergrendeling niet naar de router is gericht en dat de cirkelvormige opening naar de voorkant van de router is gericht. Plaats vervolgens de voorste schroefopening van de router tegenover de middelste schroefopening van de rail. Hierdoor worden twee schroefopeningen tegenover elkaar geplaatst en steekt het voorste uiteinde van de rail ongeveer 20 cm uit ten opzichte van de voorkant van de router. b. Zet de rail op de router vast met twee 6-32x.312-kruiskopschroeven. Achterste uiteinde Voorste uiteinde Veervergrendeling Binnenrail Afbeelding 16: Bevestigen, binnenrails aan router c. Herhaal stap 5 om de binnenrail aan de andere kant van de router te bevestigen. 20

39 Installatie 6. Installeer de router in het rack. Zie Afbeelding 17 voor een illustratie. a. Schuif de schuifrail met kogellagers op beide buitenrails naar de voorkant van het rack. b. Plaats de binnen- en buitenrail tegenover elkaar met de voorkant van de router naar buiten gericht en schuif de binnenrail vanaf de voorkant van het rack in de buitenrail. c. Wanneer de rails vastklikken, drukt u de veervergrendeling van beide binnenrails in en drukt u de rails helemaal naar binnen. Afbeelding 17: De router in het rack installeren 21

40 Installatie 7. Bevestig het afdekplaatje aan de voorkant van het rack. Zie Afbeelding 18 voor een illustratie. a. Plaats het afdekplaatje tegenover de vrije middelste opening van de beugelvlakken op het rack. b. Gebruik de schroeven om het afdekplaatje op het rack vast te zetten. Netsnoer aansluiten Afbeelding 18: Afdekplaatje aan rack bevestigen De interne netvoeding ondersteunt V wisselspanning (autosensing). Bij de router wordt een drie-aderig netsnoer voor 120 V wisselspanning geleverd, voor gebruik in de Verenigde Staten en Canada. Als u de router in een ander land wilt gebruiken, moet u een geschikt netsnoer aanschaffen. U sluit het netsnoer als volgt op de router aan: 1. Sluit het netsnoer aan op de netvoedingsconnector aan de achterzijde van de router. 2. Sluit het netsnoer aan op een geaard stopcontact. 22

41 Installatie Afbeelding 19: Netvoedingsconnector WAARSCHUWING: U vermijdt als volgt het risico van een elektrische schok of beschadiging van de apparatuur: Gebruik altijd een geaarde netsnoerstekker. De geaarde stekker is een belangrijke veiligheidsvoorziening. Steek de stekker van het netsnoer in een geaard stopcontact dat altijd makkelijk te bereiken is. Schakel de voeding van de router volledig uit door het netsnoer uit het stopcontact of uit de router te verwijderen. 23

42 Installatie De interfaces aansluiten U kunt vier typen interfaces op de router aansluiten: Fibre Channel-verbindingen SCSI-verbindingen (HVD of LVD/SE) Ethernet-verbindingen Seriële-poortverbindingen (RS-232) Afbeelding 20 is een illustratie van de locatie van de poorten op de router Afbeelding 20: Achterkant en voorkant van de poortlocaties Item Port Type (Poorttype) 1 Fibre Channel 2 SCSI 3 Ethernet 4 Serieel 24

43 Installatie Als hulp bij de configuratie van de poorten is belangrijke informatie afgedrukt op een label aan de onderkant van de router. WWNN: E00200N000 WWPN: E00Y00N000 ENET MAC ID: 00:E0:02:00:00:XY Fibre Channel-verbindingen Afbeelding 21: WWN/MAC ID-label In standaardconfiguraties kan de router op het volgende worden aangesloten: Arbitrated Loop (AL) - de router kan direct op de Fibre Channel-hostadapter worden aangesloten in een point-to-point configuratie Private Loop (hub) Public Loop (hub die ook op een switch is aangesloten) Fabric-omgeving (switch) Opmerking: Voordat u de router op andere Fibre Channel-apparaten aansluit, moet u weten welke configuratievereisten gelden voor de omgeving waarop u de router wilt aansluiten. Als een Fibre Channel-apparaat niet goed is geconfigureerd, kan de werking verminderen van het storage network waarop het is aangesloten. 25

44 Installatie Afstand van max. 10 km Fibre Channel-hub Host Afstand van max. 10 km FC-HBA StorageWorks router SCSI Tapelibrary Tapelibrary Tapelibrary Tapelibrary Fibre Channel SCSI Afbeelding 22: Configuratie met tapelibrary in Arbitrated (of Private) Loop Mogelijk kunt u zowel op Fibre Channel-switches als op -hubs individuele poorten voor verschillende mediatypen configureren. De router moet op de hubof switchpoort zijn aangesloten met de juiste Fibre Channel-bekabeling voor het mediatype dat wordt gebruikt. De router ondersteunt verschillende Fibre Channel-mediatypen. Hiervoor worden externe SFP's (Small Form Factor Pluggables) gebruikt. U kunt mediatypen met dubbele 2,125-Gb (gigabit) SC-connectoren gebruiken met ondersteuning voor de volgende glasvezeltypen: Multi-modus Single-modus 26

45 Installatie U sluit de router als volgt op een Fibre Channel-SAN (Storage Area Network) aan: 1. Zoek de Fibre Channel-poorten aan de achterkant van de router. Afbeelding 23: Fibre Channel-poorten 2. Verwijder de rubberen beschermkappen van de SFP. 3. Wanneer de router is uitgeschakeld, sluit u de router op de Fibre Channel-omgeving aan. Gebruik hiervoor de juiste bekabeling. De optische Fibre Channel-connectoren van de router zijn van een nok voorzien zodat u ze niet verkeerd kunt aansluiten. Let op: De router is getest met een specifieke set SFP's. Als u een SFP gebruikt die niet door HP is goedgekeurd, kan de werking van de router verminderen. Zie het gedeelte Veiligheid van de laser verderop in dit hoofdstuk voor meer informatie. 27

46 Installatie SCSI-verbindingen De router ondersteunt Fast/Ultra-2 Narrow/Wide-SCSI. De router is standaard geconfigureerd voor LVD/Single-Ended of HVD (Diff), of een combinatie van beide typen SCSI-bussen. Via drie SCSI-modules kunt u maximaal twaalf SCSI-bussen aansluiten. Opmerking: De router moet altijd het laatste apparaat op de SCSI-bussen zijn. De router levert stroom voor de afsluiting (TERMPWR) van elke SCSI-bus. Opmerking: Bij bepaalde storingen wordt het voedingscircuit voor de afsluiting uitgeschakeld. Het kan opnieuw worden gestart nadat de storing is opgeheven. Let op: Wanneer u high-density SCSI-kabels aansluit, moet u op de stand van de connectoren van de high-density SCSI-poort letten. Als u de connectoren niet goed aansluit, kunnen deze beschadigd raken. Let op: Voor LVD/SE- en HVD-aansluitingen moeten geschikte I/O-modules worden gebruikt. Als u dit niet doet, kan de apparatuur beschadigd raken. Let op: Als u de minimumspecificaties voor high-density kabels niet in acht neemt, kan de router beschadigd raken of kan de werking van het product verminderen. Opmerking: SCSI-kabels voor de router moeten aan de SCSI-2 norm voldoen. Optionele SCSI-kabels zijn verkrijgbaar bij uw leverancier. U sluit de router als volgt op een SCSI-apparaat aan: 1. Zet de router en de SCSI-apparaten uit. 2. Zoek de Fibre Channel-bussen aan de achterkant van de router. 28