Dossier: AVD Aanwezig 1 NTS X 2 Aanvraagformulier X 3 Projectvoorstel X 4 Bijlage beschrijving

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Dossier: AVD Aanwezig 1 NTS X 2 Aanvraagformulier X 3 Projectvoorstel X 4 Bijlage beschrijving"

Transcriptie

1 Dossier: AVD Aanwezig 1 NTS X 2 Aanvraagformulier X 3 Projectvoorstel X 4 Bijlage beschrijving 3X dierproeven 5 DEC-advies X 6 Ontvangstbevestiging X Evt. Vragen CCD aan aanvrager Nvt Evt. antwoorden aanvrager Nvt 7 Beschikking en vergunning X Versie

2 1 Format Niet-technische samenvatting Dit format gebruikt u om uw niet-technische samenvatting te schrijven Meer informatie over de niet-technische samenvatting vindt u op de website Of neem telefonisch contact op. ( ). 1 Algemene gegevens 1.1 Titel van het project Actueel klinisch relevant onderzoek paard (AKROP) 1.2 Looptijd van het project 1.3 Trefwoorden (maximaal 5) 5 jaar Actueel klinisch relevant onderzoek paard - Diergeneeskunde 2 Categorie van het project 2.1 In welke categorie valt het project. U kunt meerdere mogelijkheden kiezen. Fundamenteel onderzoek X Translationeel of toegepast onderzoek Wettelijk vereist onderzoek of routinematige productie Onderzoek ter bescherming van het milieu in het belang van de gezondheid Onderzoek gericht op het behoud van de diersoort X Hoger onderwijs of opleiding Forensisch onderzoek Instandhouding van kolonies van genetisch gemodificeerde dieren, niet gebruikt in andere dierproeven 3 Projectbeschrijving 3.1 Beschrijf de doelstellingen van het project (bv de wetenschappelijke vraagstelling of het wetenschappelijk en/of maatschappelijke belang) De Universiteitskliniek voor Paarden (UKP) is een paardenkliniek waar naast het geven van onderwijs op hoog niveau topreferente zorg wordt geleverd. Hiervoor is van belang dat de UKP de nieuwste diagnostische technieken en behandelingsmethoden zo snel mogelijk op waarde schat en meeneemt in de behandeling van patiënten. Verder heeft de UKP een belangrijke maatschappelijke functie als kenniscentrum voor vraagstukken betreffende paardenwelzijn, paardengeneeskunde en gebruik van paarden in sport en recreatie. Naast het geven van klinisch onderwijs en het leveren van topreferente zorg, behoren ook het verder ontwikkelen van de klinische zorg voor het paard, alsmede het ondersteunen van de bewaking van de gezondheidsstatus van de Nederlandse paardenstapel in zijn algemeenheid tot het takenpakket van de UKP. Voor het zo goed mogelijk vervullen van deze laatste taken is het veelal nodig om door middel van onderzoek in te kunnen spelen op

3 ontwikkelingen in de paardengeneeskunde in bredere zin dan wel op (mogelijke) veranderingen in de gezondheidssituatie van de paardenstapel. Binnen het project Actueel klinisch relevant onderzoek paard worden actuele klinisch gerelateerde onderzoeken uitgevoerd. De onderzoeksvragen spelen op allerlei terreinen van ziekte, welzijn, houderij, sport en recreatie en komen voort uit de paardengeneeskunde en/of uit de maatschappij. De onderzoeksvragen binnen dit project zijn als volgt ingedeeld: Het verzamelen van biologisch materiaal voor referentiewaarden en de ontwikkeling van nieuwe diagnostiek. Prevalentie onderzoek van bijv. (nieuwe ) infectieziekten al dan niet in combinatie met de ontwikkeling en validatie van diagnostiek. Klinisch farmacokinetisch onderzoek van bestaande geneesmiddelen t.b.v. gebruik in het paard op beperkte schaal en uitdrukkelijk niet ten behoeve van registratie doeleinden. 3.2 Welke opbrengsten worden van dit project verwacht en hoe dragen deze bij aan het wetenschappelijke en/of maatschappelijke belang? Het beschikbaar maken van referentiemonsters en informatie die noodzakelijk is om betrouwbare diagnostiek uit te (kunnen blijven) voeren. Het onderzoeken en aantonen dat een diagnostische test goed werkt is belangrijk voor het goed kunnen uitvoeren van de diergeneeskunde bij paarden, pony s en ezels. Een aandoening kan dan beter opgespoord worden wat het lijden zo kort mogelijk maakt voor het individuele dier. Het beschikbaar komen van informatie over het voorkomen en de verspreiding van ziektekiemen die een bedreiging kunnen zijn voor paarden. Het kunnen vaststellen van de dosering van geneesmiddelen (niet voor paarden geregistreerd) voor paarden is van groot belang voor de geneeskunde van paarden. Het op deze manier verschaffen van wetenschappelijke feiten is een belangrijke sleutel voor het komen tot oplossingen voor het gezond maken en houden van paarden. 3.3 Welke diersoorten en geschatte aantallen zullen worden gebruikt? Betrokken diersoorten zijn paarden, pony s en ezels. Het betreft 3 categorieën dieren: 1. Proefpaarden van UKP, gebruikt voor onderzoek en onderwijs; 2. Patiënten van privé-eigenaren; 3. Gezonde dieren van privéeigenaren. Maximaal 3500 dieren voor de drie onderzoeksvragen over een 5 jaar periode. 3.4 Wat zijn bij dit project de verwachte negatieve gevolgen voor het welzijn van de proefdieren? 3.5 Hoe worden de dierproeven in het project ingedeeld naar de verwachte ernst? 3.6 Wat is de bestemming van de dieren na afloop? Voorbeelden van handelingen zijn: bloedprikken, kleine prikjes in de huid geven in het kader van een allergietest, het geven van medicijnen via injectie, via de mond of lokaal, halve dag vasten of enkele uren dorsten. Alle onderzoeken brengen, ook wanneer en meerdere dingen bij een paard worden uitgevoerd, zoals dat ook in de normale diagnostiek gebeurt, maximaal licht ongerief met zich mee. In veel gevallen wordt gebruik gemaakt van dieren die eigendom zijn van de faculteit Diergeneeskunde. Die dieren blijven bij de faculteit Diergeneeskunde gehuisvest. In een aantal gevallen zal gebruik worden gemaakt van paarden, pony s of ezels van eigenaren (natuurlijk met toestemming van de eigenaar - na uitgebreide voorlichting), die blijven gewoon bij hun eigenaar.

4 4 Drie V s 4.1 Vervanging Geef aan waarom het gebruik van dieren nodig is voor de beschreven doelstelling en waarom proefdiervrije alternatieven niet gebruikt kunnen worden. Onder deze projectaanvraag vallen alleen procedures die niet m.b.v. proefdiervrije alternatieven kunnen worden verwezenlijkt en waarbij de paardachtigen doeldier zijn en gegevens van andere diersoorten niet gebruikt kunnen worden. Er moet bijvoorbeeld een test worden gedaan op bloed van een paard, of er moet aangetoond worden of een paard een bepaalde bacterie bij zich draagt. 4.2 Vermindering Leg uit hoe kan worden verzekerd dat een zo gering mogelijk aantal dieren wordt gebruikt. Er worden zo min mogelijk dieren gebruikt; er wordt met een statisticus/epidemioloog overlegd hoe zo min mogelijk dieren kunnen worden ingezet. Het aantal dieren kan niet verder verlaagd worden, omdat de dieren tussendoor voldoende rusttijd moeten krijgen. 4.3 Verfijning Verklaar de keuze voor de diersoort(en). Verklaar waarom de gekozen diermodel(len) de meest verfijnde zijn, gelet op de doelstellingen van het project. Omdat de onderzoeken die onder deze projectaanvraag vallen allemaal gericht zijn op het doeldier paard (paardachtigen), is het niet mogelijk andere diersoorten voor deze onderzoeken te gebruiken. Daarnaast worden de procedures uitgevoerd door ervaren dierverzorgers/biotechnici/dierenartsen of door studenten onder toezicht van ervaren dierverzorgers/biotechnici/dierenartsen om het ongerief tot een minimum te beperken. Vermeld welke algemene maatregelen genomen worden om de negatieve (schadelijke) gevolgen voor het welzijn van de proefdieren zo beperkt mogelijk te houden. Bij de huisvesting wordt veel aandacht besteed aan het dierenwelzijn. Dieren worden in een ruime box met dik stro of zaagsel gehuisvest mits de onderzoeksvraag dit toestaat. De dieren krijgen als het mogelijk is iedere dag weidegang. Ze krijgen lichaamsbeweging m.b.v. een stapmolen en worden soms ook bereden door de studenten of door hun eigenaren. Het welzijn en de gezondheid van de dieren worden elke dag gecontroleerd en door die dagelijkse controle worden eventuele problemen snel gezien en behandeld. Elk dier, als het een proefdier betreft, krijgt een rusttijd na inzet in het onderzoek. Paarden van eigenaren blijven of gaan terug naar hun thuis-omgeving. 5 In te vullen door de CCD Publicatie datum

5 Beoordeling achteraf Andere opmerkingen

6 2 Aanvraag Projectvergunning Dierproeven Administratieve gegevens U bent van plan om één of meerdere dierproeven uit te voeren. Met dit formulier vraagt u een vergunning aan voor het project dat u wilt uitvoeren. Of u geeft aan wat u in het vergunde project wilt wijzigen. Meer informatie over de voorwaarden vindt u op de website of in de toelichting op de website. Of bel met (10 ct/min). 1.1 Heeft u een deelnemernummer van de NVWA? Neem voor meer informatie over het verkrijgen van een deelnemernummer contact op met de NVWA. 1 Gegevens aanvrager Ja > Vul uw deelnemernummer in AVD Nee > U kunt geen aanvraag doen 1.2 Vul de gegevens in van de instellingsvergunninghouder die de projectvergunning aanvraagt. Naam instelling of organisatie Naam van de portefeuillehouder of diens gemachtigde Universiteit Utrecht KvK-nummer Vul de gegevens van het postadres in. Alle correspondentie van de CCD gaat naar de portefeuillehouder of diens gemachtigde en de verantwoordelijke onderzoeker. Straat en huisnummer Postbus Instantie voor Dierenwelzijn Utrecht Postcode en plaats 3508 TC Utrecht IBAN Tenaamstelling van het rekeningnummer NL27INGB Universiteit Utrecht 1.4 Vul de gegevens in van de verantwoordelijke onderzoeker. (Titel) Naam en voorletters Functie Dhr. Mw. Afdeling Departement Gezondheidszorg Paard Telefoonnummer adres 1.5 (Optioneel) Vul hier de gegevens in van de plaatsvervangende verantwoordelijke onderzoeker. (Titel) Naam en voorletters Functie Afdeling Telefoonnummer Departement Gezondheidszorg Paard Dhr. Mw. adres

7 1.6 (Optioneel) Vul hier de gegevens in van de persoon die er verantwoordelijk voor is dat de uitvoering van het project in overeenstemming is met de projectvergunning. 1.7 Is er voor deze projectaanvraag een gemachtigde? (Titel) Naam en voorletters Functie Afdeling Telefoonnummer adres Ja Nee 2 van 3 Dhr. > Stuur dan het ingevulde formulier Melding Machtiging mee met deze aanvraag Mw. 2 Over uw aanvraag 2.1 Wat voor aanvraag doet u? Nieuwe aanvraag > Ga verder met vraag 3 Wijziging op (verleende) vergunning die negatieve gevolgen kan hebben voor het dierenwelzijn Vul uw vergunde projectnummer in en ga verder met vraag 2.2 Melding op (verleende) vergunning die geen negatieve gevolgen kan hebben voor het dierenwelzijn Vul uw vergunde projectnummer in en ga verder met vraag Is dit een wijziging voor een project of dierproef waar al een vergunning voor verleend is? Ja > Beantwoord dan in het projectplan en de niet-technische samenvatting alleen de vragen waarop de wijziging betrekking heeft en onderteken het aanvraagformulier Nee > Ga verder met vraag Is dit een melding voor een project of dierproef waar al een vergunning voor is verleend? Nee > Ga verder met vraag 3 Ja > Geef hier onder een toelichting en ga verder met vraag 6 3 Over uw project 3.1 Wat is de geplande start- en einddatum van het project? 3.2 Wat is de titel van het project? 3.3 Wat is de titel van de niettechnische samenvatting? 3.4 Wat is de naam van de Dierexperimentencommissie (DEC) aan wie de instellingsvergunninghouder doorgaans haar projecten ter toetsing voorlegt? Startdatum Einddatum Actueel klinisch relevant onderzoek paard (AKROP) Actueel klinisch relevant onderzoek paard (AKROP) Naam DEC DEC Utrecht Postadres Postbus GA Utrecht adres dec-utrecht@umcutrecht.nl

8

9 3 Format Projectvoorstel dierproeven Dit format gebruikt u om uw projectvoorstel van de dierproeven te schrijven Bij dit format hoort de bijlage Beschrijving dierproeven. Per type dierproef moet u deze bijlage toevoegen. Meer informatie over het projectvoorstel vindt u op de website Of neem telefonisch contact op. ( ). 1 Algemene gegevens 1.1 Vul uw deelnemernummer van de NVWA in. 1.2 Vul de naam van de instelling of organisatie in. 1.3 Vul de titel van het project in Universiteit Utrecht Actueel klinisch relevant onderzoek paard (AKROP) 2 Categorie van het project 2.1 In welke categorie valt het project. U kunt meerdere mogelijkheden kiezen. Fundamenteel onderzoek X Translationeel of toegepast onderzoek Wettelijk vereist onderzoek of routinematige productie Onderzoek ter bescherming van het milieu in het belang van de gezondheid of het welzijn van mens of dier Onderzoek gericht op het behoud van de diersoort x Hoger onderwijs of opleiding Forensisch onderzoek Instandhouding van kolonies van genetisch gemodificeerde dieren, niet gebruikt in andere dierproeven 3 Algemene projectbeschrijving 3.1 Achtergrond Licht het project toe. Beschrijf de aanleiding, de achtergrond en de context. Besteed aandacht aan de bij vraag 2 aangekruiste categorieën. Geef in geval van wettelijk vereiste dierproeven aan welke wettelijke eisen (in relatie tot beoogd gebruik en markttoelating) van toepassing zijn. Geef in geval van routinematige productie aan welk(e) product(en) het betreft en voor welke toepassing(en). Geef in geval van hoger onderwijs of opleiding aan waarom in dit project, in relatie tot het opleidingsprogramma en eindtermen, is gekozen voor dierproeven.

10 Het Departement Gezondheidszorg Paard van de Faculteit Diergeneeskunde heeft, naast de klassieke universitaire taken van onderwijs en onderzoek, ook een maatschappelijke taak in de klinische paardengeneeskunde en in de gezondheidszorg van het paard in zijn algemeenheid. Deze taak voert het Departement uit binnen de Universiteitskliniek voor Paarden (UKP). Naast het geven van klinisch onderwijs en het leveren van topreferente zorg, behoren ook het verder ontwikkelen van de klinische zorg voor het paard, alsmede het ondersteunen van de bewaking van de gezondheidsstatus van de Nederlandse paardenstapel in zijn algemeenheid tot het takenpakket van de UKP. Voor het zo goed mogelijk vervullen van deze laatste taken is het veelal nodig om door middel van onderzoek in te kunnen spelen op ontwikkelingen in de paardengeneeskunde in bredere zin dan wel op (mogelijke) veranderingen in de gezondheidssituatie van de paardenstapel. Het project Actueel klinisch relevant onderzoek paard (AKROP) vormt een koepel waarin het dierexperimentele kader wordt geschapen om dit onderzoek uit te kunnen voeren. Het gaat hier om klinisch gerelateerde onderzoeksvragen die om veterinaire en/of maatschappelijke reden soms op korte termijn- om een antwoord vragen. Deze vragen kunnen spelen op het terrein van klinisch handelen, ziekte, welzijn, houderij, sport en recreatie. Als gemene deler hebben zij dat ze van belang zijn voor de praktische paardengeneeskunde dan wel de praktische paarden houderij, een zekere mate van actualiteit (en soms urgentie) hebben en in het kader van deze koepel- beantwoord kunnen worden door middel van kleinschalig dierexperimenteel onderzoek in paarden. Het belang van het beantwoorden van deze op dat moment actuele, klinisch relevante onderzoeksvragen in een universiteitskliniek voor paarden is om op gedegen gronden op vragen antwoord te kunnen geven óf om innovaties in de paardengeneeskunde van voldoende wetenschappelijke basis te kunnen voorzien.. De handelingen die nodig zijn voor het beantwoorden van deze vragen bevinden zich in veel gevallen op het grensvlak van de wettelijk omschreven dierproef dan wel de reguliere praktijk. Het gaat hier om handelingen die vallen binnen de normale klinische routine en niet meer dan licht ongerief met zich mee brengen. Alleen zouden deze handeling(en) zonder de onderzoeksvraag niet (extra) worden uitgevoerd. Daarmee vallen ze ook niet onder één van de in de Wet op de dierproeven genoemde uitzonderingscategorieën (Wod, art. 1b -7). De aard van de handelingen en het bovengeschetste gemeenschappelijke kader, maken dat deze onderzoeksvragen goed tot hun recht komen in een koepelprojectvorm. Omdat studenten in het kader van training in het doen van wetenschappelijk onderzoek betrokken kunnen worden bij dit onderzoek is ook deze categorie aangekruist. Het onderzoek binnen de koepel AKROP onderscheidt zich van ander experimenteel onderzoek dat binnen UKP wordt uitgevoerd. Dierexperimenteel onderzoek binnen de UKP dat niet binnen deze aanvraag valt omvat één of meerdere van de onderzoeksfoci van het Departement, heeft doorgaans een meer fundamentele vraagstelling met een translationeel karakter, wordt niet (direct) gedreven door actuele praktische vraagstellingen uit de paardengeneeskunde dan wel de paarden houderij en kent een veel groter spectrum van maten van ongerief. De onderzoeksvragen die passen binnen het project AKROP kunnen worden ingedeeld in drie categorieën: Het verzamelen van biologisch materiaal voor referentiewaarden en de ontwikkeling van nieuwe diagnostiek (Bijlage beschrijving dierproeven 1). Prevalentie onderzoek van bijv. (nieuwe ) infectieziekten al dan niet in combinatie met de ontwikkeling en validatie van diagnostiek (Bijlage beschrijving dierproeven 2). Klinisch farmacokinetisch onderzoek van bestaande geneesmiddelen t.b.v.(off label use) gebruik in de minor species paard op beperkte schaal en uitdrukkelijk niet ten behoeve van registratie doeleinden. (Bijlage beschrijving dierproeven 3). 3.2 Doel Beschrijf de algemene doelstelling en haalbaarheid van het project. In het geval het project gericht is op één of meer onderzoeksdoelen: op welke vra(a)g(en) dient dit project antwoord(en) te verschaffen? In geval het een ander dan een onderzoeksdoel betreft: in welke concrete behoefte voorziet dit project? Het doel van dit project is om klinische onderzoeken uit te voeren om actuele veterinaire vragen voor paardachtigen (paarden (equus ferus caballus) en ezels (equus asinus) ) te kunnen beantwoorden. Deze vragen komen voort uit de paardengeneeskunde, paardenwelzijn, paardenhouderij en

11 paardensport/recreatie. Het gaat doorgaans om vragen die niet passen binnen de (grote) lopende projecten, terwijl uit klinische noodzaak of om maatschappelijke redenen een antwoord is vereist. In wezen betreft het kleinschalig onderzoek dat de topreferente klinische zorg van de UKP voorziet van een degelijke wetenschappelijke basis. De onderzoeksvragen zijn zoals onder 3.1 benoemd. De haalbaarheid van deze onderzoeken is doorgaans uitstekend en zij verlopen vrijwel altijd zonder problemen. Het onderzoek wordt uitgevoerd door en/of onder leiding van ervaren klinische specialisten. De UKP is een moderne en goed geoutilleerde universitaire paardenkliniek. Daarnaast wordt in de uitvoering van de onderzoeken gebruik gemaakt van beproefde en in de praktijk gangbare (bemonsterings)technieken. Het onderzoek betreft doorgaans diagnostiek, verificatie, standaardisatie. Voor bijlage drie betreft het kortdurend onderzoek dat erop gericht is een (acute) klinische vraag te kunnen beantwoorden mbv een beperkt aantal dieren met maximaal licht ongerief. De kans dat een onderzoek niet leidt tot een antwoord op de gestelde vraag is laag. 3.3 Belang Beschrijf het wetenschappelijk en/of maatschappelijk belang van de hierboven beschreven doelstelling(en). Het is van belang dat actuele onderzoeksvragen voor paarden, pony s en ezels aan de hand van kleine onderzoeken objectief en onafhankelijk kunnen worden uitgevoerd en (eventueel als casus) gepubliceerd waardoor nieuwe, wetenschappelijk onderbouwde, kennis over deze problemen beschikbaar komt ten behoeve van deze diersoorten in de veterinaire beroepsgroep en/of de maatschappij. Het onderzoek wordt uitgevoerd bij het doeldier en is in het algemeen direct toepasbaar in de praktijk of voor het ontwikkelen van het beleid. In sommige gevallen is enige snelheid geboden, zoals bij voorbeeld bij het verzamelen van referentiematerialen in het kader van het opzetten van betrouwbare diagnostiek in het kader van mogelijk nieuwe ziekten. Dit soort monitoringsonderzoek levert belangrijke informatie op voor de veterinaire praktijk, de overheid en het veterinaire beleidsveld en eigenaren van paarden en maakt tijdig handelen mogelijk. Het onderzoek dat onder deze koepel wordt uitgevoerd draagt daarmee in een kort tijdbestek bij aan goede veterinaire zorg voor patiënten en/of (nog gezonde) populaties van paarden. 3.4 Onderzoeksstrategie Geef een overzicht van de algemene opzet van het project (strategie). Een onderzoek wordt beschreven in een werkprotocol en er zal zowel intern (supervisor, proefdiercoördinator en BVM (BioVeterinary Medicine) commissie), als ook door de IvD worden getoetst of de onderzoeksvraag voldoet aan de inclusiecriteria voor Actueel klinisch relevant onderzoek paard : De onderzoeksvraag past binnen een van de drie categorieën genoemd bij 3.1. Het is van belang voor de praktische paardengeneeskunde dan wel voor de praktische paardenhouderij Het heeft een zekere mate van actualiteit (en soms urgentie) Het betreft vragen die alleen kunnen worden beantwoord door middel van dierexperimenteel onderzoek Het betreft vrijwel altijd handelingen die gangbaar zijn binnen de reguliere diergeneeskunde dan wel paardenhouderij Het betreft altijd handelingen die niet meer dan licht ongerief met zich mee brengen. Toelichting bij de 3 categorieën (Bijlagen beschrijving dierproeven 1 3): Bijlage 1: het verzamelen van biologisch materiaal om bestaande of nieuw aan te schaffen apparatuur te ijken en om materiaal als referentie materiaal op voorraad te hebben leidt tot betrouwbare analyse van biologisch materiaal door geautomatiseerde systemen zodat waarden vergeleken kunnen worden en er een betrouwbare uitspraak kan worden gedaan over de uitslag. Bijlage 2: het kunnen afnemen van biologisch materiaal in populaties dieren anders dan voor reguliere diagnostiek (welke onder normaal veterinair handelen valt) om de prevalentie van een (nieuwe) infectie ziekte in kaart te kunnen brengen en/of nieuwe diagnostische test voor die ziekte te kunnen ontwikkelen.

12 NB: indien het een specifieke onderzoeksvraag betreft over een bepaalde infectie ziekte wordt daarvoor een aparte aanvraag ingediend. Bijlage 3: betreft vragen uit het werkveld over de behandeling van een paardenziekte waarvoor geen geregistreerd farmacon bestaat. Er kan voor het Centraal Bureau Geneesmiddelenregistratie een ontheffing worden verkregen voor off label use, maar dan is er geen informatie beschikbaar over de juiste toedieningsvorm en dosering. Het betreft hier dus toegepast onderzoek (korte farmacokinetiek), om een juiste route en dosering te kunnen adviseren en/of toepassen. Dit onderzoek heeft uitdrukkelijk niet het doel een registratie dossier op te bouwen Geef een overzicht op hoofdlijnen van de verschillende onderdelen van het project en de daarbij gebruikte type(n) dierproef of dierproeven. Het onderzoek binnen dit project is onderverdeeld in de drie verschillende categorieën genoemd bij 3.1. zoals ook beschreven in de 3 Bijlagen beschrijving dierproeven. Vooraf wordt getoetst of een onderzoeksvraag voldoet aan de inclusiecriteria zoals vermeld bij de (onderzoeksstrategie) Beschrijf en benoem de logische samenhang van deze verschillende onderdelen en de eventuele fasering in de uitvoering. Vermeld eventuele mijlpalen en keuzemomenten. De samenhang tussen de onderdelen berust op de ambitie dat een referentie kliniek als de UKP op vragen vanuit het werkveld wetenschappelijk onderbouwde antwoorden zal willen geven op basis van Evidence based Veterinary Medicine. Fasering van het onderzoek is niet aan de orde omdat dagelijks nieuwe vraagstellingen kunnen opkomen en het qualitate qua een doorlopende activiteit betreft Benoem de typen dierproeven. Vul per type dierproef een bijlage Beschrijving dierproeven in. Volgnummer Type dierproef 1 Actueel klinisch relevant onderzoek paard (AKROP) deel 1 - Het verzamelen van biologisch materiaal voor referentiewaarden en de ontwikkeling van nieuwe diagnostiek 2 Actueel klinisch relevant onderzoek paard (AKROP) deel 2 - Prevalentie onderzoek al dan niet in combinatie met de ontwikkeling en validatie van diagnostiek 3 Actueel klinisch relevant onderzoek Paard (AKROP) deel 3 Klinisch farmacokinetisch onderzoek van bestaande geneesmiddelen t.b.v. minor species paard

13 4.1 Bijlage Beschrijving dierproeven Deze bijlage voegt u bij uw projectvoorstel dierproeven. Per type dierproef moet u deze bijlage invullen en toevoegen. Meer informatie vindt u op de website Of neem telefonisch contact op. ( ). 1 Algemene gegevens 1.1 Vul uw deelnemernummer van de NVWA in. 1.2 Vul de naam van de instelling of organisatie in Universiteit Utrecht 1.3 Vul het volgnummer en het type dierproef in. Gebruik de volgnummers van vraag van het format Projectvoorstel. Volgnummer Type dierproef Actueel klinisch relevant onderzoek paard (AKROP) deel 1 - Het verzamelen van biologisch materiaal voor referentiewaarden en de ontwikkeling van nieuwe diagnostiek. 2 Beschrijving dierproeven A. Experimentele aanpak en primaire uitkomstparameters Beschrijf de keuze van de experimentele aanpak en de primaire uitkomstparameters. Per onderzoeksvraag zullen de experimentele aanpak en primaire uitkomstparameters worden beschreven in een werkprotocol. Het werkprotocol zal zowel intern (supervisor, proefdiercoördinator en BVM-commissie), als ook door de IvD getoetst worden. Tevens wordt beoordeeld of voldaan wordt aan de criteria genoemd bij (zie Projectvoorstel dierproeven, 3.4. Onderzoeksstrategie). Doel van deze bijlage is het verzamelen van biologisch materiaal om bestaande of nieuw aan te schaffen apparatuur te ijken en om materiaal als referentie materiaal op voorraad te hebben. Het ijken van apparatuur leidt tot betrouwbare analyse van biologisch materiaal door geautomatiseerde systemen zodat waarden vergeleken kunnen worden en er een betrouwbare uitspraak kan worden gedaan over de uitslag. Het op voorraad hebben van referentie materiaal is een voorwaarde voor de interpretatie over de kwaliteit van de analyse en de de interpretatie van de gevonden waarden van patiëntenmateriaal. Het benodigde aantal dieren wordt vastgesteld in samenspraak met epidemioloog en/of statisticus. Er wordt gebruik gemaakt van beproefde en in de praktijk gangbare (bemonsterings)technieken en worden de standaard code of practices in acht genomen voor volumina. Beschrijf de beoogde behandeling van de dieren (inclusief de aard, de frequentie en de duur van de behandelingen waaraan de dieren worden blootgesteld) en onderbouw de gekozen aanpak. De handelingen, of een combinatie daarvan, zijn nodig om referentiewaarden te kunnen bepalen of om een diagnose te kunnen stellen aan de hand van het afgenomen biologische materiaal. Het gaat in alle gevallen

14 om handelingen of combinaties daarvan die in de normale diagnostiek gebruikelijk zijn en die ook samen, gezien de aard, de frequentie en de duur niet meer dan licht ongerief veroorzaken. 1. Handelingen voor afname biologisch materiaal met maximaal licht ongerief bloed afnemen, soms 1x en soms meerdere malen (zo nodig wordt een intraveuze catheter geplaatst) urine katheteriseren, soms éénmalig, soms 1x per 24 uur gedurende 1 week rectaal mest afnemen (waar dat qua grootte van het dier kan), soms eenmalig, soms elke 12 tot 24 uur gedurende maximaal 2 weken tracheaspoeling, doorgaans eenmalig nemen van één of enkele huidbiopten na lokale verdoving, doorgaans eenmalig 2. Handelingen om appratuur te ijken / in te stellen met maximaal licht ongerief rectaal echo-onderzoek uitvoeren, doorgaans eenmalig endoscopie van de luchtwegen, mond en blaas (en eventueel vagina en rectum), doorgaans eenmalig, soms meerdere malen na therapeutisch ingrijpen endoscopie maag na vasten gedurende 12 uur en dorsten gedurende 4 uur (standaard voor maagscopie) inbrengen neussonde, vaak eenmalig, soms 1x per 24 uur gedurende 1-2 weken inbrengen drukballon in oesophagus voor longdrukmeting, vaak eenmalig, soms 3 dagen achtereen 1x per dag om herhaalbaarheid te bepalen uitvoeren EMG (electromyografisch onderzoek waarbij met een hele dunne naald spierresponsen worden gemeten), doorgaans eenmalig, soms na één dag herhaald en soms enkele malen herhaald na 1-2 weken 3. Provocatie testen met maximaal licht ongerief intradermale huidtest, doorgaans eenmalig, vaak wel aan beide zijden van de hals om het allergeen te testen/ijken 4. Combinaties van handelingen met maximaal licht ongerief: In voorkomende gevallen zullen, zoals gangbaar in de veterinaire praktijk / volgens goede veterinaire praktijk, sommige van de bovengenoemde handelingen ook gecombineerd worden (dit zijn dus normale combinaties die ook in de patiëntenzorg zo worden uitgevoerd): een longfunctie onderzoek bestaat doorgaans uit een endoscopie, een drukmeting, een tracheaspoeling en vaak ook een bloedonderzoek een intradermale huidtest zal vaak gepaard gaan met een bloedonderzoek en soms ook met het nemen van huidbiopten een glucose opname test bestaat uit met neussonde ingeven van bepaalde hoeveelheid glucose en daarna aantal malen bloedafnamen. In de meeste gevallen gaat het om enkelvoudige handelingen, meestal monsternames maar soms ook betreft het een handeling om apparatuur te testen of te ijken. Waar sprake is van herhaling van handelingen en bij combinaties van handelingen beoordeelt de IvD, rekening houdend met de aard van de combinatie, het aantal handelingen en de in acht te nemen hersteltijden expliciet dat ook in die gevallen de mate van licht ongerief niet wordt overschreden. Bijlage VIII van Directive 2010/63/EU en het EU guidance document Severity Assessment Framework zijn daarbij richtinggevend. Een voordeel van het feit dat al het actueel klinisch relevant onderzoek paard is ondergebracht in één projectaanvraag is dat het welzijn van de deelnemende gezonde onderwijs- en proefpaarden goed wordt geborgd, omdat het inplannen en de controle binnen het departement centraal is geregeld. Eventuele patiëntpaarden die deelnemen aan een onderzoek, waarvoor dus een extra handeling (met tevoren getekend informed consent van de eigenaar) wordt uitgevoerd zullen doorgaans maar eenmaal deelnemen. Het vaststellen en controleren van rusttijden, uitwassen van eventuele effecten na bijvoorbeeld een provocatietest alvorens een nieuwe proef start en het voorkomen van vermijdbaar ongerief en cumulatief ongerief dat uitstijgt boven de categorie licht, wordt vastgelegd in het werkprotocol, beoordeeld en geautoriseerd door de IvD en is daarmee goed geborgd. Gezien het feit dat de onderzoeksvragen op moment van aanvragen van deze aanvraag nog niet bekend zijn, is een exacte omschrijving van een onderzoek nog niet mogelijk. Het aantal deelnemende dieren wordt bepaald door de vraagstelling en kan variëren van 10 (b.v. voor een nieuwe diagnostiek) tot 1000 (b.v. voor het bepalen van normaalwaarden. Doorgaans zijn deze vragen actueel omdat er op dat moment een klinisch en/of maatschappelijk probleem is.

15 Bij ieder nieuw werkprotocol/onderzoek zullen de BVM-commissie en IvD beoordelen of dit protocol past binnen de toegewezen vergunning, of aan de inclusie criteria is voldaan (zie onderzoeksstrategie (projectvoorstel)) en welke categorie van onderzoeksvragen van toepassing is. Geef aan welke overwegingen en statistische methoden worden gebruikt om het aantal benodigde dieren tot een minimum te beperken. Het aantal dieren per onderzoek wordt bepaald in samenspraak met een epidemioloog/statisticus en geoptimaliseerd voor het doel voor het onderzoek. Daarnaast worden dieren hergebruikt of blijven gewoon bij hun eigenaren. B. De dieren Benoem de diersoorten, herkomst, geschatte aantallen en levensstadia. Onderbouw deze keuzes. Paard, UKP (Universiteitskliniek Paard), levensstadium van 0 dg tot 35 jaar Pony, UKP, levensstadium van 0 dg tot 35 jaar Ezel, ezelbedrijf, levensstadium van 0 dg tot 45 jaar Veulens,(op) fokbedrijf, levensstadium van 0 dg tot 3 jaar Patiënten, levensstadium van 0 dg tot 45 jaar Het betreft 3 categorieën dieren: 1. Proefpaarden van de UKP, gebruikt voor onderzoek en onderwijs; 2. Patiënten van privé-eigenaren; 3. Gezonde dieren van privé-eigenaren. Het gaat bij privé-eigenaren om paarden, pony s en ezels van eigenaren die vrijwillig hun dier aan bepaalde onderzoeken mee laten doen, soms om over hun dier meer te weten te komen, soms als controledier omdat uit dezelfde omgeving van een ziek dier ook een controledier nodig is. Gezonde paarden worden ingezet als het om referentiemateriaal gaat welke normaalwaarden moeten opleveren. Patiënt-paarden worden gebruikt indien het materiaal nodig is om pathologische referentiewaarden op te leveren of om apparatuur te ijken/testen waarbij de aandoening meetbaar/zichtbaar moet zijn. Het geschatte aantal dieren zal sterk variëren afhankelijk van de vraagstelling. Als het gaat om een combinatie van handelingen gaat het doorgaans om een aantal van 1 15 dieren per vraagstelling. Op basis van wat de afgelopen jaren is onderzocht (referentiewaarden vaststellen voor een nieuw apparaat dat een gebruikelijke parameter meet dieren) schatten wij voor de vraagstellingen beschreven in de Bijlagen 1 t/m 3 in de komende 5 jaar maximaal 3500 dieren (paarden, pony s, ezels) te gebruiken (sommige van hen zullen na de verplichte rusttijden meerdere malen meedoen aan diverse experimenten en/of ingezet worden bij het onderwijs; hierbij wordt geborgd dat de dieren niet meer dan licht ongerief ondervinden). C. Hergebruik Is er hergebruik van dieren? Nee, ga door met vraag D. X Ja > Geef aan op basis van welke overwegingen hergebruik in dit geval acceptabel wordt geacht. Het betreft hier routinematige kleine invasieve methoden/ingrepen passend bij licht ongerief, die gangbaar zijn in de praktijk en waardoor de dieren geen blijvende schade ondervinden en gewoon in de proefdierpopulatie van de kliniek blijven c.q. in het bezit van de eigenaar blijven. Is er in het voorgaande of in het geplande gebruik sprake van (of een risico van) ernstig ongerief? X Nee Ja > Geef aan op basis van welke overwegingen hergebruik in dit geval acceptabel wordt geacht. D. Vervanging, vermindering en verfijning

16 Laat zien hoe de toepassing van methoden voor vervanging, vermindering en verfijning zijn meegewogen bij het bepalen van de experimentele strategie, de keuze van de dieren en de opzet van de dierproef en welk keuzes daarbij zijn gemaakt. Vervanging Indien materiaal van dode dieren gebruikt kan worden zal hier altijd voor gekozen worden. Vermindering Op basis van literatuurgegevens en in overleg met epidemioloog/statisticus zal een correcte berekening gemaakt worden van het aantal benodigde dieren per onderzoeksvraag. Verfijning Alle handelingen worden uitgevoerd volgens geldende best practices door ervaren dierverzorgers/biotechnici/dierenartsen of door studenten onder toezicht van ervaren dierverzorgers/biotechnici/dierenartsen Geef aan welke maatregelen zijn genomen om de kans op pijn, lijden of angst bij de dieren en de kans op nadelige milieueffecten tot een minimum te beperken. De proefpaarden van UKP zijn gewend aan de meeste handelingen die in deze bijlage staan benoemd. Voor deze ervaren onderwijs/proefpaarden zal sedatie meestal niet nodig zijn. Voor patiënten zal dit soms wel nodig zijn, maar alleen als dat nodig is voor een van de hierboven beschreven handelingen. Voor enkele van de beschreven handelingen zal lokale verdoving en pijnstilling worden toegepast zoals dat gebruikelijk is bij de betreffende diagnostische techniek. Bij herhaalde bloedafname zal gebruik van een intraveneuze katheter overwogen worden. De handelingen zullen worden uitgevoerd door ervaren dierenartsen. E. Herhaling Herhaling en duplicering Geef aan hoe is nagegaan of deze dierproeven niet al eerder zijn uitgevoerd. Indien van toepassing geef aan waarom duplicatie noodzakelijk is. Niet van toepassing F. Huisvesting en verzorging Huisvesting en verzorging Worden de dieren anders dan volgens de eisen in bijlage III van de richtlijn 2010/63/EU gehuisvest en/of verzorgd? X Nee Ja > Geef, indien dit kan resulteren in nadelige effecten op het dierenwelzijn, aan op welke wijze de dieren worden gehuisvest en verzorgd en motiveer de keuze om af te wijken van de eisen in bovengenoemde bijlage III. In de UKP worden de proefdieren conform bijlage III van de richtlijn gehuisvest. In het geval van patiënten, externe/privé paarden kan hiervan afgeweken worden. In de meeste gevalen worden de dieren ook niet gehouden/gehuisvest in het kader van de proef. De patiënten en externe/privépaarden worden op één moment benut voor een monstername/ingreep en zijn vervolgens proefdier af. Deze dieren worden doorgaans op het niveau van de paarden op de UKP gehuisvest en verzorgd. G. Plaats waar de dieren worden gehuisvest Worden de dierproeven geheel of gedeeltelijk uitgevoerd bij een inrichting die niet onder de rechtstreekse verantwoordelijkheid van een instellingsvergunninghouder Wod valt? Nee > Ga verder met vraag H. X Ja > Geef aan wat voor bedrijf of instelling dit betreft. Dit betreft mogelijk een externe paardenhouderij, bijv. in geval er onderzoek gedaan wordt met jonge gezonde veulens. Het is voor het dier minder stressvol het materiaal af te nemen op de eigen locatie, dan

17 het dier te transporteren naar de kiniek, de handeling uit te voeren en het dier weer terug te transporteren naar de eigenaar. Waarom is hiervoor gekozen en hoe wordt een adequate huisvesting, verzorging en behandeling van de dieren gewaarborgd? De UKP heeft niet de beschikking over sommige categorieën dieren die in voorkomende gevallen nodig zijn voor het betreffende onderzoek, zoals bijv. veulens, oude paarden of ezels. Ook staan geen grotere groepen ter beschikking die ook, zoals boven aangegeven, in voorkomende gevallen nodig zijn. Adequate huisvesting, verzorging en behandeling wordt gewaarborgd doordat de samenwerking plaatsvindt met professionele bedrijven. Deze bedrijven worden op gezette tijden bezocht waarbij de betrokken dieren gemonitord door de betreffende onderzoekers. Ongeriefinschatting/humane eindpunten H. Pijn en pijnbestrijding Valt te voorzien dat er pijn kan optreden bij de dieren? Nee > Ga verder met vraag I. X Ja > Worden in dat geval verdoving, pijnstilling en/of andere pijnverlichtingsmethoden toegepast? Nee > Motiveer dan waarom geen pijnverlichtingsmethoden worden toegepast. X Ja > Geef dan aan welke pijnverlichtingsmethoden worden toegepast en op welke wijze wordt verzekerd dat dit op een optimale wijze gebeurt. Voor enkele van de beschreven handelingen zal lokale verdoving en pijnstilling worden toegepast zoals dat gebruikelijk is bij de betreffende diagnostische techniek. I. Overige aantasting van het welzijn en maatregelen Welke eventuele andere vormen van welzijnsaantasting worden voorzien? Beperking van de mogelijkheid om vrij buiten te lopen, kortdurend vasten voor specifieke onderdelen (zoals 12 uur vasten en 4 uur dorsten voor maagscopie, conform het protocol voor patiënten). Geef aan wat de mogelijke oorzaken hiervan zijn. Dit kan bijv. ontstaan doordat paarden gedurende een voorgeschreven periode rust moeten houden vanwege specifieke procedures (na een huidbiopsie of een huidtest mogen paarden niet direct zonder toezicht buiten lopen, maar worden een nacht op stal gehouden om schuren en bijten door andere paarden te voorkomen), of omdat dieren nuchter moeten zijn voor een bepaalde behandeling (zoals voor een maagscopie). Beschrijf welke maatregelen worden genomen om deze schadelijke effecten te voorkomen of waar mogelijk te minimaliseren. Dieren worden intensief gemonitord en de bewegingsregimes worden afgestemd op de procedures die de dieren hebben ondergaan. J. Humane eindpunten Valt te voorzien dat zich bij deze dierproef omstandigheden voordoen waarbij het toepassen van humane eindpunten geïndiceerd is om verder lijden van de dieren te voorkomen? X Nee > Ga verder met vraag K. Ja > Geef aan welke criteria hierbij worden gehanteerd. Welk percentage van de dieren loopt kans deze criteria te halen? K. Classificatie van ongerief

18 Geef aan hoe in het licht van alle hierboven beschreven negatieve effecten het cumulatief ongerief wordt geclassificeerd in termen van terminaal, licht, matig of ernstig ongerief. Alle handelingen en procedures binnen dit project vallen, ook als er combinaties plaats vinden, in de categorie licht. Einde experiment L. Wijze van doden Worden de dieren als onderdeel van het experiment of na afloop van het experiment gedood? X Nee Ja > Geef aan waarom het doden van dieren als eindpunt essentieel is voor deze proef. Wordt er een methode(n) van doden uit bijlage IV van richtlijn 2010/63/EU toegepast? Nee > Beschrijf de euthanasiemethode en onderbouw de keuze hiervoor. Ja

19 4.2 Bijlage Beschrijving dierproeven Deze bijlage voegt u bij uw projectvoorstel dierproeven. Per type dierproef moet u deze bijlage invullen en toevoegen. Meer informatie vindt u op de website Of neem telefonisch contact op. ( ). 1 Algemene gegevens 1.1 Vul uw deelnemernummer van de NVWA in. 1.2 Vul de naam van de instelling of organisatie in Universiteit Utrecht 1.3 Vul het volgnummer en het type dierproef in. Gebruik de volgnummers van vraag van het format Projectvoorstel. Volgnummer Type dierproef Actueel klinisch relevant onderzoek paard (AKROP) deel 2 Prevalentie onderzoek al dan niet in combinatie met de ontwikkeling/validatie diagnostiek 2 Beschrijving dierproeven A. Experimentele aanpak en primaire uitkomstparameters Beschrijf de keuze van de experimentele aanpak en de primaire uitkomstparameters. Het afnemen van biologisch materiaal in populaties dieren anders dan voor reguliere diagnostiek (welke onder normaal veterinair handelen valt) om de prevalentie van een (nieuwe) infectieziekte in kaart te kunnen brengen en/of nieuwe diagnostische test voor die ziekte te kunnen ontwikkelen. Per onderzoeksvraag zullen de experimentele aanpak en primaire uitkomstparameters worden beschreven in een werkprotocol. Het werkprotocol zal zowel intern (supervisor, proefdiercoördinator en BVM-commissie,), als ook door de IvD getoetst worden. Tevens wordt beoordeeld of voldaan wordt aan de criteria genoemd bij (zie Projectvoorstel dierproeven, 3.4. Onderzoeksstrategie). Doorgaans gaat het om prevalentieonderzoek met weinig complexe experimenten die geen discussie omtrent de aanpak zullen geven, zeker omdat het benodigde aantal dieren wordt vastgesteld in samenspraak met epidemioloog en/of statisticus. Bovendien wordt in alle gevallen gebruik gemaakt van beproefde en in de praktijk gangbare (bemonsterings)technieken. Beschrijf de beoogde behandeling van de dieren (inclusief de aard, de frequentie en de duur van de behandelingen waaraan de dieren worden blootgesteld) en onderbouw de gekozen aanpak. De handelingen, of een combinatie daarvan, zijn nodig om de prevalentie van een (nieuwe) aandoening te kunnen inventariseren en/of een nieuwe diagnostiekmethode te kunnen valideren. Handelingen met maximaal licht ongerief - eenmalig bloed afnemen - eenmalig urine katheteriseren - eenmalig rectaal mest afnemen

20 - eenmalig endoscopie luchtwegen - eenmalig endoscopie oesophagus en maag Combinaties van handelingen: In voorkomende gevallen zullen, zoals gangbaar in de veterinaire praktijk / volgens goede veterinaire praktijk, sommige van de bovengenoemde handelingen ook gecombineerd worden (dit zijn dus normale combinaties die ook in de patiëntenzorg zo worden uitgevoerd). Een voordeel van het feit dat al het actueel klinisch relevant onderzoek paard is ondergebracht in één projectaanvraag is dat het welzijn van de deelnemende gezonde onderwijs- en proefpaarden goed wordt geborgd, omdat het inplannen en de controle binnen het departement centraal is geregeld. Eventuele patiëntpaarden die deelnemen aan een onderzoek, waarvoor dus een extra handeling (met tevoren getekend informed consent van de eigenaar) wordt uitgevoerd zullen doorgaans maar eenmaal deelnemen. Het vaststellen en controleren van rusttijden, uitwassen van eventuele effecten alvorens een nieuwe proef start en het voorkomen van vermijdbaar ongerief en cumulatief ongerief dat uitstijgt boven de categorie licht, wordt vastgelegd in het werkprotocol, beoordeeld en geautoriseerd door de IvD en is daarmee goed geborgd. Gezien het feit dat de feitelijke onderzoeksvragen afhangen van de actualiteit en derhalve op moment van aanvragen van deze aanvraag nog niet bekend zijn, is een exacte omschrijving van een onderzoek nog niet mogelijk. Het aantal deelnemende dieren wordt bepaald door de vraagstelling in overleg met statisticus en kan variëren van 10 tot Desgewenst zullen we deze vraagstelling per vraagstelling aan de CCD melden. Bij ieder nieuw werkprotocol/onderzoek zullen de BVM-commissie en IvD beoordelen of dit protocol past binnen de toegewezen vergunning, of aan de inclusie criteria is voldaan (zie onderzoeksstrategie (projectvoorstel)) en welke categorie van onderzoeksvragen van toepassing is. Geef aan welke overwegingen en statistische methoden worden gebruikt om het aantal benodigde dieren tot een minimum te beperken. Het aantal dieren per onderzoek wordt bepaald op advies van de BVM-Paard commissie, de proefdiercoördinator en de IvD. In het kader van prevalentie-onderzoek worden hier ook altijd een epidemioloog en een statisticus bij betrokken. Daarnaast worden dieren hergebruikt of blijven gewoon bij hun eigenaren. B. De dieren Benoem de diersoorten, herkomst, geschatte aantallen en levensstadia. Onderbouw deze keuzes. Paard, UKP (Universiteitskliniek Paard), levensstadium van 0 dg tot 35 jaar Pony, UKP, levensstadium van 0 dg tot 35 jaar Ezel, ezelbedrijf, levensstadium van 0 dg tot 45 jaar Veulens,(op) fokbedrijf, levensstadium van 0 dg tot 3 jaar Patiënten, levensstadium van 0 dg tot 45 jaar Het betreft 3 categorieën dieren: 1. Proefpaarden van de UKP, gebruikt voor onderzoek en onderwijs; 2. Patiënten van privé-eigenaren; 3. Gezonde dieren van privé-eigenaren. Het gaat bij privé-eigenaren om paarden, pony s en ezels van eigenaren die vrijwillig hun dier aan bepaalde onderzoeken mee laten doen, soms om over hun dier meer te weten te komen, soms als controle dier omdat uit dezelfde omgeving van een ziek dier ook een controledier nodig is. Het geschatte aantal dieren kan sterk variëren afhankelijk van de vraagstelling. Het betreft hier paarden welke niet ziek zijn, maar mogelijk wel drager zijn, of subklinische verschijnselen hebben of patiënt zijn geweest. Daarnaast kan het ook gaan om patiënten die klinische verschijnselen hebben. Bij prevalentie studies kan het om 300 tot 1000 paarden gaan waarbij eenmalig een bloedmonster of een mestmonster wordt genomen. Op basis van wat de afgelopen jaren is onderzocht schatten wij voor de

21 vraagstellingen beschreven in de Bijlagen 1 t/m 3 in de komende 5 jaar maximaal 3500 dieren (paarden, pony s, ezels) te gebruiken (sommige van hen zullen na de verplichte rusttijden meerdere malen meedoen aan diverse experimenten en/of ingezet worden bij het onderwijs; hierbij wordt geborgd dat de dieren niet meer dan licht ongerief ondervinden.) C. Hergebruik Is er hergebruik van dieren? Nee, ga door met vraag D. X Ja > Geef aan op basis van welke overwegingen hergebruik in dit geval acceptabel wordt geacht. Het betreft hier routinematige kleine invasieve methoden/ingrepen passend bij licht ongerief, die gangbaar zijn in de praktijk en waardoor de dieren geen blijvende schade ondervinden en gewoon in de proefdierpopulatie van de kliniek blijven c.q. in het bezit van de eigenaar blijven. Is er in het voorgaande of in het geplande gebruik sprake van (of een risico van) ernstig ongerief? X Nee Ja > Geef aan op basis van welke overwegingen hergebruik in dit geval acceptabel wordt geacht. D. Vervanging, vermindering en verfijning Laat zien hoe de toepassing van methoden voor vervanging, vermindering en verfijning zijn meegewogen bij het bepalen van de experimentele strategie, de keuze van de dieren en de opzet van de dierproef en welk keuzes daarbij zijn gemaakt. Vervanging Vervanging is bij dit type onderzoek doorgaans niet mogelijk. Vermindering Op basis van literatuurgegevens en in overleg met epidemioloog/statisticus zal een correcte berekening gemaakt worden van het aantal benodigde dieren per onderzoeksvraag. Verfijning Alle handelingen worden uitgevoerd volgens geldende best practices door ervaren dierverzorgers/biotechnici/dierenartsen of door studenten onder toezicht van ervaren dierverzorgers/biotechnici/dierenartsen Geef aan welke maatregelen zijn genomen om de kans op pijn, lijden of angst bij de dieren en de kans op nadelige milieueffecten tot een minimum te beperken. Bij prevalentiestudies gaat het doorgaans alleen om bloedprikken of urine/mest verzamelen en incidenteel om een andere handeling, zie boven. E. Herhaling Herhaling en duplicering Geef aan hoe is nagegaan of deze dierproeven niet al eerder zijn uitgevoerd. Indien van toepassing geef aan waarom duplicatie noodzakelijk is. Niet van toepassing F. Huisvesting en verzorging Huisvesting en verzorging Worden de dieren anders dan volgens de eisen in bijlage III van de richtlijn 2010/63/EU gehuisvest en/of verzorgd? X Nee Ja > Geef, indien dit kan resulteren in nadelige effecten op het dierenwelzijn, aan op welke wijze de dieren worden gehuisvest en verzorgd en motiveer de keuze om af te wijken van de eisen in bovengenoemde bijlage III.

22 In de UKP worden de proefdieren conform bijlage III van de richtlijn gehuisvest. In het geval van patiënten, externe/privé paarden kan hiervan afgeweken worden. In de meeste gevalen worden de dieren ook niet gehouden/gehuisvest in het kader van de proef. De patiënten en externe/privépaarden worden op één moment benut voor een monstername/ingreep en zijn vervolgens proefdier af. Deze dieren worden doorgaans op het niveau van de paarden op de UKP gehuisvest en verzorgd. G. Plaats waar de dieren worden gehuisvest Worden de dierproeven geheel of gedeeltelijk uitgevoerd bij een inrichting die niet onder de rechtstreekse verantwoordelijkheid van een instellingsvergunninghouder Wod valt? Nee > Ga verder met vraag H. X Ja > Geef aan wat voor bedrijf of instelling dit betreft. Dit betreft mogelijk een externe paardenhouderij, bijv. in geval er onderzoek gedaan wordt met jonge gezonde veulens Waarom is hiervoor gekozen en hoe wordt een adequate huisvesting, verzorging en behandeling van de dieren gewaarborgd? Voor prevalentiestudies zal doorgaans gebruik worden gemaakt van paarden, pony s en of ezels van eigenaren die buiten onze kliniek zijn gestald. Adequate huisvesting, verzorging en behandeling wordt gewaarborgd doordat de samenwerking plaatsvindt met professionele bedrijven. Deze bedrijven worden op gezette tijden bezocht waarbij de betrokken dieren gemonitord door de betreffende dierenartsen. Ongeriefinschatting/humane eindpunten H. Pijn en pijnbestrijding Valt te voorzien dat er pijn kan optreden bij de dieren? Nee > Ga verder met vraag I. X Ja > Worden in dat geval verdoving, pijnstilling en/of andere pijnverlichtingsmethoden toegepast? Nee > Motiveer dan waarom geen pijnverlichtingsmethoden worden toegepast. X Ja > Geef dan aan welke pijnverlichtingsmethoden worden toegepast en op welke wijze wordt verzekerd dat dit op een optimale wijze gebeurt. Voor enkele van de beschreven handelingen zal lokale verdoving en pijnstilling worden toegepast zoals dat gebruikelijk is bij de betreffende diagnostische techniek. I. Overige aantasting van het welzijn en maatregelen Welke eventuele andere vormen van welzijnsaantasting worden voorzien? Geen, want doorgaans worden de paarden voor prevalentie-onderzoek in hun eigen omgeving bemonsterd. Geef aan wat de mogelijke oorzaken hiervan zijn. Geen Beschrijf welke maatregelen worden genomen om deze schadelijke effecten te voorkomen of waar mogelijk te minimaliseren. Schadelijke effecten zijn niet te verwachten. J. Humane eindpunten Valt te voorzien dat zich bij deze dierproef omstandigheden voordoen waarbij het toepassen van humane eindpunten geïndiceerd is om verder lijden van de dieren te voorkomen? X Nee > Ga verder met vraag K. Ja > Geef aan welke criteria hierbij worden gehanteerd. Welk percentage van de dieren loopt kans deze criteria te halen?

23 Geen K. Classificatie van ongerief Geef aan hoe in het licht van alle hierboven beschreven negatieve effecten het cumulatief ongerief wordt geclassificeerd in termen van terminaal, licht, matig of ernstig ongerief. Alle handelingen en procedures binnen dit project vallen, ook als er combinaties plaats vinden, in de categorie licht. Einde experiment L. Wijze van doden Worden de dieren als onderdeel van het experiment of na afloop van het experiment gedood? X Nee Ja > Geef aan waarom het doden van dieren als eindpunt essentieel is voor deze proef. Wordt er een methode(n) van doden uit bijlage IV van richtlijn 2010/63/EU toegepast? Nee > Beschrijf de euthanasiemethode en onderbouw de keuze hiervoor. Ja

24 4.3 Bijlage Beschrijving dierproeven Deze bijlage voegt u bij uw projectvoorstel dierproeven. Per type dierproef moet u deze bijlage invullen en toevoegen. Meer informatie vindt u op de website Of neem telefonisch contact op. ( ). 1 Algemene gegevens 1.1 Vul uw deelnemernummer van de NVWA in. 1.2 Vul de naam van de instelling of organisatie in Universiteit Utrecht 1.3 Vul het volgnummer en het type dierproef in. Gebruik de volgnummers van vraag van het format Projectvoorstel. Volgnummer Type dierproef Actueel klinisch relevant onderzoek paard (AKROP) deel 3 Klinisch farmacokinetisch onderzoek van bestaande geneesmiddelen t.b.v. minor species paard 2 Beschrijving dierproeven A. Experimentele aanpak en primaire uitkomstparameters Beschrijf de keuze van de experimentele aanpak en de primaire uitkomstparameters. Deze bijlage beschrijft experimenten welke voorkomen door vragen uit het werkveld over de behandeling van een paardenziekte waarvoor geen geregistreerd farmacon bestaat. Er kan voor het Centraal Bureau Geneesmiddelenregistratie wel een ontheffing worden verkregen voor off label use, maar dan is er geen informatie beschikbaar over de juiste toedieningsvorm en dosering, dus geen farmacokinetiek voor het paard. Het betreft hier dus toegepast onderzoek (korte farmacokinetiek), om een juiste route en dosering te kunnen adviseren en/of toepassen. Dit onderzoek heeft uitdrukkelijk niet het doel een registratie dossier op te bouwen. Per onderzoeksvraag zullen de experimentele aanpak en primaire uitkomstparameters worden beschreven in een werkprotocol. Beschrijf de beoogde behandeling van de dieren (inclusief de aard, de frequentie en de duur van de behandelingen waaraan de dieren worden blootgesteld) en onderbouw de gekozen aanpak. De handelingen, of een combinatie daarvan, zijn nodig om farmacologisch onderzoek te doen voor de minor species paard. Het gaat in alle gevallen om handelingen of combinaties daarvan die in de normale diagnostiek gebruikelijk zijn (toedienen farmaca en afnemen biologisch materiaal) en die, gezien de aard, de frequentie en de duur in totaal niet meer dan licht ongerief veroorzaken. Niet eerder bij paard toegepast geneesmiddel c.q. niet eerder toegepaste toedieningsroute c.q. andere dosering dan geregistreerd.

25 Het betreft hier medicatie waarvoor bij andere diersoorten of de mens wél een registratie is en waarvan de werking en de eventuele bijwerkingen voor die diersoort wel, maar voor het paard niet bekend zijn. Het betreffende middel zal voor een minor species; als het paard en de vaak minor indication niet geregistreerd worden. Na toedienen van een geneesmiddel kunnen één of meer van de onderstaande handelingen worden verricht, met te samen maximaal licht ongerief Bij de afzonderlijke handelingen die in onderstaande lijst zijn benoemd zijn voorbeelden opgenomen waarvoor deze handelingen in de context van dit project gebruikt kunnen worden. bloed afnemen, soms 1x en soms meerdere malen (bijvoorbeeld om de 4 uur gedurende 24 uur zo nodig wordt een intraveneuze catheter geplaatst- urine catheteriseren, soms éénmalig, soms 1x per 24 uur gedurende 1 week rectaal mest afnemen (waar dat qua grootte van het dier kan), soms eenmalig, soms elke 12 tot 24 uur gedurende maximaal 2 weken tracheaspoeling transtracheaal of via bronchoscopie, doorgaans eenmalig inbrengen neussonde, doorgaans eenmalig. Bij ieder nieuw werkprotocol/onderzoek zullen de BVM-commissie en IvD beoordelen of dit protocol past binnen de toegewezen vergunning, of aan de inclusie criteria is voldaan (zie onderzoeksstrategie (projectvoorstel)) en welke categorie van onderzoeksvragen van toepassing is. Geef aan welke overwegingen en statistische methoden worden gebruikt om het aantal benodigde dieren tot een minimum te beperken. Het aantal dieren per onderzoek wordt bepaald op advies van de BVM-Paard commissie, de proefdiercoördinator en de IvD. In het kader van prevalentie-onderzoek worden hier ook altijd een epidemioloog en een statisticus bij betrokken. Daarnaast worden dieren hergebruikt of blijven gewoon bij hun eigenaren. B. De dieren Benoem de diersoorten, herkomst, geschatte aantallen en levensstadia. Onderbouw deze keuzes. Paard, UKP (Universiteitskliniek Paard), levensstadium van 0 dg tot 35 jaar Pony, UKP, levensstadium van 0 dg tot 35 jaar Ezel, ezelbedrijf, levensstadium van 0 dg tot 45 jaar Veulens,(op) fokbedrijf, levensstadium van 0 dg tot 3 jaar Patiënten, levensstadium van 0 dg tot 45 jaar Voor sommige onderzoeken zijn patiënten, bijvoorbeeld als de opname uit de darm een rol speelt, een betere keuze om de farmacokinetiek te kunnen bestuderen. Het betreft 3 categorieën dieren: 1. Proefpaarden van de UKP, gebruikt voor onderzoek en onderwijs; 2. Patiënten van privé-eigenaren; 3. Gezonde dieren van privé-eigenaren. Het geschatte aantal dieren kan sterk variëren afhankelijk van de vraagstelling. Op basis van wat de afgelopen jaren is onderzocht schatten wij voor de vraagstellingen beschreven in de Bijlagen 1 t/m 3 in de komende 5 jaar maximaal 3500 dieren (paarden, pony s, ezels) te gebruiken (sommige van hen zullen na de verplichte rusttijden meerdere malen meedoen aan diverse experimenten en/of ingezet worden bij het onderwijs; hierbij wordt geborgd dat de dieren niet meer dan licht ongerief ondervinden.) C. Hergebruik Is er hergebruik van dieren? Nee, ga door met vraag D. X Ja > Geef aan op basis van welke overwegingen hergebruik in dit geval acceptabel wordt geacht. Het betreft hier routinematige kleine invasieve methoden/ingrepen passend bij licht ongerief, die gangbaar zijn in de praktijk en waardoor de dieren geen blijvende schade ondervinden en gewoon in de proefdierpopulatie van de kliniek blijven c.q. in het bezit van de eigenaar blijven. Is er in het voorgaande of in het geplande gebruik sprake van (of een risico van) ernstig ongerief? X Nee

26 Ja > Geef aan op basis van welke overwegingen hergebruik in dit geval acceptabel wordt geacht. D. Vervanging, vermindering en verfijning Laat zien hoe de toepassing van methoden voor vervanging, vermindering en verfijning zijn meegewogen bij het bepalen van de experimentele strategie, de keuze van de dieren en de opzet van de dierproef en welk keuzes daarbij zijn gemaakt. Vervanging Dit is niet mogelijk gezien het doeldier paard is. Vermindering Op basis van literatuurgegevens en in overleg met epidemioloog/statisticus zal een correcte berekening gemaakt worden van het aantal benodigde dieren per onderzoeksvraag. Verfijning Alle handelingen worden uitgevoerd volgens geldende best practices door ervaren dierverzorgers/biotechnici/dierenartsen of door studenten onder toezicht van ervaren dierverzorgers/biotechnici/dierenartsen. Geef aan welke maatregelen zijn genomen om de kans op pijn, lijden of angst bij de dieren en de kans op nadelige milieueffecten tot een minimum te beperken. De proefpaarden van UKP zijn gewend aan de meeste handelingen die in deze bijlage staan benoemd. Voor deze ervaren onderwijs/proefpaarden zal sedatie doorgaans niet nodig zijn. Voor patiënten zal dit meestal ook niet nodig zijn omdat dit in de meeste gevallen dieren betreft die veel in handen zijn. De handelingen zullen worden uitgevoerd door ervaren personen. E. Herhaling Herhaling en duplicering Geef aan hoe is nagegaan of deze dierproeven niet al eerder zijn uitgevoerd. Indien van toepassing geef aan waarom duplicatie noodzakelijk is. Niet van toepassing F. Huisvesting en verzorging Huisvesting en verzorging Worden de dieren anders dan volgens de eisen in bijlage III van de richtlijn 2010/63/EU gehuisvest en/of verzorgd? X Nee Ja > Geef, indien dit kan resulteren in nadelige effecten op het dierenwelzijn, aan op welke wijze de dieren worden gehuisvest en verzorgd en motiveer de keuze om af te wijken van de eisen in bovengenoemde bijlage III. In de UKP worden de proefdieren conform bijlage III van de richtlijn gehuisvest. In het geval van patiënten, externe/privé paarden kan hiervan afgeweken worden. In de meeste gevalen worden de dieren ook niet gehouden/gehuisvest in het kader van de proef. De patiënten en externe/privépaarden worden op één moment benut voor een monstername/ingreep en zijn vervolgens proefdier af. Deze dieren worden doorgaans op het niveau van de paarden op de UKP gehuisvest en verzorgd. G. Plaats waar de dieren worden gehuisvest Worden de dierproeven geheel of gedeeltelijk uitgevoerd bij een inrichting die niet onder de rechtstreekse verantwoordelijkheid van een instellingsvergunninghouder Wod valt? Nee > Ga verder met vraag H. X Ja > Geef aan wat voor bedrijf of instelling dit betreft.

27 Dit betreft mogelijk een externe paardenhouderij, bijv. in geval er onderzoek gedaan wordt met bepaalde groepen paardenpatiënten. Waarom is hiervoor gekozen en hoe wordt een adequate huisvesting, verzorging en behandeling van de dieren gewaarborgd? Door ook gebruik te maken van externe eigenaren hebben we de mogelijkheid om onderzoek te doen bij specifieke patiëntenpopulaties en/of doelgroepen. Adequate huisvesting, verzorging en behandeling worden gewaarborgd door bezoeken van de onderzoeker en/of de eigen dierenarts van de betreffende eigenaren. Ongeriefinschatting/humane eindpunten H. Pijn en pijnbestrijding Valt te voorzien dat er pijn kan optreden bij de dieren? Nee > Ga verder met vraag I. X Ja > Worden in dat geval verdoving, pijnstilling en/of andere pijnverlichtingsmethoden toegepast? Nee > Motiveer dan waarom geen pijnverlichtingsmethoden worden toegepast. X Ja > Geef dan aan welke pijnverlichtingsmethoden worden toegepast en op welke wijze wordt verzekerd dat dit op een optimale wijze gebeurt. Voor enkele van de beschreven handelingen zal lokale verdoving en pijnstilling worden toegepast zoals dat gebruikelijk is bij de betreffende diagnostische techniek. I. Overige aantasting van het welzijn en maatregelen Welke eventuele andere vormen van welzijnsaantasting worden voorzien? Beperking van de mogelijkheid om vrij buiten te lopen, kortdurend vasten voor specifieke onderdelen (zoals 12 uur vasten voor orale opname van een geneesmiddel). Geef aan wat de mogelijke oorzaken hiervan zijn. Dit kan bijv. ontstaan omdat dieren nuchter moeten zijn voor het ingeven van bepaalde medicatie. Beschrijf welke maatregelen worden genomen om deze schadelijke effecten te voorkomen of waar mogelijk te minimaliseren. Dieren worden intensief gemonitord en de bewegingsregimes worden afgestemd op de procedures die de dieren hebben ondergaan. J. Humane eindpunten Valt te voorzien dat zich bij deze dierproef omstandigheden voordoen waarbij het toepassen van humane eindpunten geïndiceerd is om verder lijden van de dieren te voorkomen? X Nee > Ga verder met vraag K. Ja > Geef aan welke criteria hierbij worden gehanteerd. Welk percentage van de dieren loopt kans deze criteria te halen? Geen K. Classificatie van ongerief Geef aan hoe in het licht van alle hierboven beschreven negatieve effecten het cumulatief ongerief wordt geclassificeerd in termen van terminaal, licht, matig of ernstig ongerief. Alle handelingen en procedures binnen dit project vallen, ook als er combinaties plaats vinden, in de categorie licht. Einde experiment

28 L. Wijze van doden Worden de dieren als onderdeel van het experiment of na afloop van het experiment gedood? X Nee Ja > Geef aan waarom het doden van dieren als eindpunt essentieel is voor deze proef. Wordt er een methode(n) van doden uit bijlage IV van richtlijn 2010/63/EU toegepast? Nee > Beschrijf de euthanasiemethode en onderbouw de keuze hiervoor. Ja

29 5 A. Algemene gegevens over de procedure 1. Aanvraagnummer : AVD Titel van het project : Actueel klinisch relevant onderzoek paard (AKROP) 3. Titel van de NTS : Actueel klinisch relevant onderzoek paard (AKROP) 4. Type aanvraag: nieuwe aanvraag projectvergunning wijziging van vergunning met nummer : 5. Contactgegevens DEC Naam DEC : DEC Utrecht Telefoonnummer contactpersoon : adres contactpersoon : dec-utrecht@umcutrecht.nl 6. Adviestraject (data dd-mm-jjjj): ontvangen door DEC: aanvraag compleet: in vergadering besproken: anderszins behandeld: termijnonderbreking(en) van / tot : / besluit van CCD tot verlenging van de totale adviestermijn met max. 15 werkdagen: aanpassing aanvraag: advies aan CCD: De aanvraag is afgestemd met de IvD en deze is hiermee akkoord. 8. Eventueel horen van aanvrager - Datum: 9 januari Plaats: Utrecht - Aantal aanwezige DEC-leden: voorzitter en vice-voorzitter (en ambtelijk secretaris). - Aanwezige (namens) aanvrager: aanvrager en hoofd Divisie Paard, Faculteit Diergeneeskunde - Gestelde vragen en verstrekte antwoorden: dit gesprek vond plaats op verzoek van de aanvrager, omdat een eerdere aanvraag werd afgewezen door de CCD. In dit gesprek heeft de DEC in eerste instantie geluisterd naar de procesgang en de bezwaren van de CCD, en daarna een aantal adviezen gegeven op basis waarvan de kans op een positief oordeel van de CCD vergroot zou kunnen worden. Aan de orde zijn geweest, de kenmerken van dit type onderzoek van een gespecialiseerde universiteitskliniek, namelijk kleinschalig, divers en gedreven door actuele klinische, vaak complexe, steeds weer andere problemen bij individuele patiënten of patiënten groepen. Daardoor concentreert de aanvraag zich op het verzamelen van biologisch materiaal voor twee verschillende toepassingen. Daarnaast kan de

30 kliniek geconfronteerd worden met zieke patiënten waarvoor geen bekende gangbare behandeling kan worden toegepast, hetgeen kan betekenen dat een therapie met een off label use farmacon moet worden toegepast, waarvoor eerst onderzoek naar dosering, wijze van toediening en farmacokinetiek noodzakelijk is. Dit is ook onderdeel van de aanvraag. Vanuit de DEC is geadviseerd aandacht te besteden aan het specifieke van dit type onderzoek dat zich immers duidelijk onderscheidt van thema gericht onderzoek. Omdat het in dit project steeds nieuwe en vaak actuele vragen betreft wordt de vraag en het uit te voeren onderzoek voorgelegd aan een interne commissie van het departement Paard alvorens de IvD het werkprotocol beoordeelt. De DEC heeft ook geadviseerd het ongerief te beperken tot de categorie licht, en de presentatie van het project daarop aan te passen. Betrokkenheid van studenten bij dit type onderzoek moet vermeld worden. - Het gesprek met de aanvrager heeft geleid tot aanpassing van de aanvraag. 9. Correspondentie met de aanvrager - Datum vragen: Datum antwoord: Gestelde vragen en antwoorden: Projectvoorstel 3.1 Achtergrond: In de derde alinea zegt u: 'In vrijwel alle gevallen gaat het om handelingen die vallen binnen de normale klinische routine.' En in Bijlage 2 staat onder punt A, tweede alinea: 'Bovendien wordt doorgaans gebruik gemaakt van beproefde en in de praktijk gangbare (bemonsterings)technieken.' De DEC verzoekt u hierbij enkele voorbeelden te noemen, zodat men zich een beeld kan vormen van handelingen die niet vallen binnen de normale klinische routine, maar mogelijk wel uitgevoerd kunnen worden. Antwoord: Het gaat inderdaad om normale klinische handelingen in ALLE gevallen en bovendien wordt in ALLE gevallen gebruik gemaakt van beproefde en in de practijk gangbare ( bemonsterings ) technieken. 3.1 Achtergrond: Eveneens in de derde alinea staat: 'Omdat studenten in het kader van training in het doen van wetenschappelijk onderzoek betrokken kunnen worden bij dit onderzoek...' Als dat betekent dat zij ook handelingen mogen uitvoeren, dan moet in alle bijlagen de tekst bij punt D, Verfijning dienovereenkomstig aangepast worden. Nu staat er nog: 'Alle handelingen wordt uitgevoerd... door ervaren dierenartsen/biotechnici.' Antwoord: We hebben in alle drie bijlagen vermeld:..d. verfijning:.. Alle handelingen worden uitgevoerd volgens geldende best practices door ervaren dierverzorgers/biotechnici/dierenartsen of door studenten onder toezicht van ervaren dierverzorgers/biotechnici/dierenartsen Bijlagen 2 en 3 2

31 D. Vermindering: de tekst dient nog aangepast te worden, zodat de formulering hetzelfde is als in Bijlage 1. - De antwoorden hebben geleid tot aanpassing van de aanvraag. 10. Eventuele adviezen door experts (niet lid van de DEC) - Aard expertise: - Deskundigheid expert: - Datum verzoek: - Strekking van het verzoek: - Datum expert advies: - Advies expert: B. Beoordeling (adviesvraag en behandeling) 1. Het project is vergunningplichtig (dierproeven in de zin der wet). 2. De aanvraag betreft een nieuwe aanvraag. 3. De DEC is competent om hierover te adviseren. 4. Er zijn geen DEC-leden betrokken bij het betreffende project. C. Beoordeling (inhoud): 1. De aanvraag is toetsbaar en heeft voldoende samenhang. De universiteitskliniek voor paarden (UKP) van de faculteit Diergeneeskunde in Utrecht is een kliniek waar top referente klinische zorg wordt geleverd, waar studenten Diergeneeskunde worden opgeleid en waar men terecht kan met vraagstukken betreffende paarden geneeskunde, paarden welzijn en gebruik van paarden in sport en recreatie. Het goed kunnen vervullen van deze functies vereist dat actuele vragen vanuit de klinische praktijk dan wel van beleidsmakers of vanuit de maatschappij beantwoordt kunnen worden op basis van wetenschappelijk onderzoek en in een relatief kort tijdsbestek. De onderzoeksvragen van dit project zijn ingedeeld in drie categorieën. De samenhang berust op de essentie van bestaan van een universiteitskliniek, namelijk antwoord geven op vanuit de praktijk opkomende actuele vragen met behulp van resultaten uit kleinschalig wetenschappelijk onderzoek. In feite gaat het hier om Evidence based Veterinary Medecine. Een onderdeel betreft het verzamelen van biologisch materiaal om apparatuur te kunnen ijken, dan wel om materiaal als referentie materiaal te kunnen gebruiken voor bestaande diagnostische testen. Het tweede onderdeel van het project is het beperkt verzamelen van biologisch materiaal voor prevalentie onderzoek. Het laatste onderdeel is farmacokinetisch onderzoek van off label use geneesmiddelen met het doel deze, nadat het pk profiel in het paard is vastgesteld, te gebruiken voor individuele patiënten van de UKP waarvoor geen andere behandelingsopties bestaan. Er is nog een duidelijke overeenkomst tussen de onderzoeksvragen die zich kunnen aandienen, namelijk het praktijkgerichte karakter, de weinig complexe experimentele opzet en de weinig invasieve handelingen die vereist zijn met allen maximaal licht ongerief tot gevolg. 3

32 2. Voor zover de DEC bekend, is er geen mogelijk tegenstrijdige wetgeving die het uitvoeren van de dierexperimenten in de weg zou kunnen staan. 3. De in de aanvraag aangekruiste doelcategorie(en) sluit(en) aan bij de hoofddoelstelling(en). Belangen en waarden 4. Het directe doel van het project is om kleinschalig klinisch onderzoek uit te voeren en daarmee actuele vragen met betrekking tot paard, pony of ezel te kunnen beantwoorden. Het uiteindelijke doel van het project is het leveren van nieuwe kennis aan de veterinaire beroepsgroep, beleidmakers en de maatschappij ten behoeve van de gezondheid en het welzijn van paardachtigen. De DEC is van mening dat er een duidelijke relatie is tussen het directe en uiteindelijke doel en dat het onderzoek gerechtvaardigd is in de context van de behoeften vanuit de paardenhouderij. 5. De belangrijkste belanghebbenden in dit onderzoeksproject zijn de doelgroep, namelijk zieke en gezonde paardachtigen, de proefdieren en het onderzoeksveld. De morele waarden die voor de proefdieren in het geding zijn: welzijn, stress en rechtvaardigheid (intrinsieke waardigheid en integriteit). De morele waarden die voor de doelgroep worden bevorderd zijn: welzijn en rechtvaardigheid, namelijk het ter beschikking komen van nieuwe kennis en diagnostische en therapeutische middelen. De morele waarden die voor het onderzoeksveld worden bevorderd zijn met name nieuwe wetenschappelijke ontwikkelingen. 6. De aanvrager geeft niet aan nadelige effecten op het milieu te verwachten. De DEC ziet geen aanleiding om aan te nemen dat zich toch nadelige effecten zullen voordoen. Proefopzet en haalbaarheid 7. De kennis en kunde van de onderzoeksgroep en andere betrokkenen bij de dierproeven zijn gewaarborgd en dragen eraan bij dat de doelstellingen behaald kunnen worden, dat aan de 3Vbeginselen voldaan kan worden en dat voorkomen kan worden dat mens, dier en milieu negatieve effecten ondervinden als gevolg van de dierproeven. De onderzoekers zijn gespecialiseerd in de paardengeneeskunde en hebben een brede ervaring met het type onderzoeksvragen dat zich zal aandienen in de voorliggende projectaanvraag. 8. Het project is goed opgezet, de voorgestelde experimentele opzet en uitkomstparameters sluiten logisch en helder aan bij de aangegeven doelstellingen en de gekozen strategie en experimentele aanpak kan leiden tot het behalen van de doelstelling binnen het kader van het project. Wanneer zich een nieuwe onderzoeksvraag aandient zal (naast de IvD) een interne wetenschappelijke commissie van het departement beoordelen of de vraag en het voorgestelde onderzoeksplan goed is en past binnen de vergunning verleend door de CCD. 4

33 Welzijn dieren 9. Er is sprake van de volgende bijzonderheden op het gebied van categorieën van dieren, omstandigheden of behandeling van de dieren: Bedreigde diersoort(en) (10e lid 4) Niet-menselijke primaten (10e) Dieren in/uit het wild (10f) Niet gefokt voor dierproeven (11, bijlage I EU richtlijn) Zwerfdieren (10h) Hergebruik (1e lid 2) Locatie: buiten instelling vergunninghouder (10g) Geen toepassing verdoving/pijnbestrijding (13) Dodingsmethode niet volgens bijlage IV EU richtlijn (13c lid 3) De keuze hiervoor is voldoende wetenschappelijk onderbouwd en de aanvrager voldoet aan de in de Wet op de dierproeven, voor de desbetreffende categorie, genoemde beperkende voorwaarden. Waar mogelijk wordt gebruik gemaakt van gezonde onderwijs dieren van het UKP, maar het is mogelijk dat men voor beantwoording van een onderzoeksvraag gebruik gaat/moet maken van patiënten of gezonde dieren van externe eigenaren, zie C De dieren worden deels gehuisvest en verzorgd op een wijze die voldoet aan de eisen die zijn opgenomen in bijlage III van de EU richtlijn. Huisvesting van gezonde dieren in de Universiteitskliniek voor Paarden (UKP) vindt plaats volgens de EU richtlijn. Patiënten van de UKP en dieren die bij externe professionele paardenhouders ondergebracht zijn kunnen in afwijking van de richtlijn gehuisvest worden; hetgeen goed is onderbouwd. 11. Het cumulatieve ongerief als gevolg van de dierproeven is realistisch ingeschat en geclassificeerd. De aard, frequentie en duur van de handelingen zijn zodanig gekozen dat zij tezamen niet meer dan licht ongerief tot gevolg hebben. Een uitputtende lijst van mogelijke handelingen is opgenomen in bijlage 1 van de aanvraag. 12. De integriteit van de dieren wordt fysiek aangetast door de experimentele handelingen die nodig zijn om de verschillende onderzoeksvragen te kunnen beantwoorden. 13. Men gaat er op goede gronden vanuit dat geen van de dieren in het kader van de proef het humaan eindpunt bereikt. 3V s 14. De aanvrager heeft aannemelijk gemaakt dat er geen geschikte vervangingsalternatieven zijn. De benodigde data kunnen alleen met behulp van levende paarden, ezels en pony s verzameld worden. 5

34 15. Het aantal te gebruiken dieren is realistisch ingeschat en er is een heldere strategie om ervoor te zorgen dat tijdens het project met het kleinst mogelijke aantal dieren wordt gewerkt waarmee nog een betrouwbaar resultaat kan worden verkregen. Het benodigd aantal dieren wordt voorafgaand aan elke nieuw onderzoek in samenspraak met de IvD en indien nodig in samenspraak met een statisticus /of epidemioloog bepaald. Dankzij veelvuldig en verantwoord hergebruik en de inzet van patiënten en gezonde dieren van eigenaren wordt het aantal te gebruiken dieren tot een minimum gereduceerd. Het aantal beschikbare onderwijs- en onderzoekpaarden van de UKP is beperkt, omdat de ingezette dieren tussendoor voldoende rusttijd moeten krijgen. 16. Het project is in overeenstemming met de vereiste van verfijning van dierproeven en het project is zodanig opgezet dat de dierproeven zo humaan mogelijk kunnen worden uitgevoerd. Door de verschillende kleinschalige onderzoeksprojecten onder te brengen in een en dezelfde projectaanvraag kan op een centraal punt binnen het departement Paard adequaat toezicht gehouden worden op de inzet en de monitoring van de dieren. Daarmee zijn het aanhouden van rusttijden, het uitwassen van mogelijke effecten uit een vorige proef en het voorkomen van cumulatief ongerief geborgd. 17. Er is geen sprake van wettelijk vereist onderzoek. In bijlage 3 gaat het uitdrukkelijk niet om het aanleggen van een dossier voor registratie van het gebruikte farmacon, maar om een individuele toepassing bij een ziek paard. Dieren in voorraad gedood en bestemming dieren na afloop proef 18. In principe zullen dieren van beide geslachten in gelijke mate worden ingezet. Het is echter niet uit te sluiten dat voor bepaalde onderzoeksvragen uitsluitend vrouwelijke of mannelijke dieren worden ingezet (bijvoorbeeld bij onderzoek op het gebied van voortplanting). Het spreekt voor zich dat in dergelijke gevallen het gebruik van één geslacht geen gevolgen heeft voor het in voorraad doden van dieren van het andere geslacht. 19. De dieren worden niet gedood in het kader van het project. 20. De vraag over hergebruik is van toepassing voor de voorraaddieren van de UKP, omdat de dieren niet gedood worden in het kader van een experiment, de ingrepen maximaal licht ongerief met zich meebrengen en men (indien van toepassing) rekening houdt met een uitwasperiode. Patiënten worden in principe niet hergebruikt. NTS 21. De niet-technische samenvatting is een evenwichtige weergave van het project en begrijpelijk geformuleerd. 6

35 D. Ethische afweging 1. De centrale morele vraag luidt: rechtvaardigt het belang van dit project dat tot doel heeft klinische onderzoek uit te voeren om actuele veterinaire vragen met betrekking tot paard, pony of ezel te kunnen beantwoorden, de onvermijdelijke aantasting van het welzijn en de integriteit van de gebruikte proefdieren? 2. Er vindt een beperkte aantasting van welzijn en integriteit van de proefdieren plaats, met licht ongerief als gevolg. Indien de hierboven genoemde doelstellingen behaald worden, dan zal dit project eraan bijdragen dat nieuwe kennis beschikbaar komt voor praktiserende dierenartsen, beleidsmakers en de maatschappij, zal op basis van de resultaten de gezondheid en het welzijn van paarden, pony s en ezels bevorderd worden en kunnen actuele vragen voor toepassing van farmaca voor zieke paarden adequaat beantwoord worden. Het is aannemelijk dat de fundamentele en translationele doelstelling behaald zullen worden. Daarvoor is de inzet van proefdieren noodzakelijk, maar de onderzoekers doen al het mogelijke om het ongerief voor de dieren en het aantal dieren tot een minimum te beperken. Dat het voor de individuele onderzoeker van belang kan zijn om aansprekende onderzoeksresultaten te boeken is juist, maar in de uiteindelijke afweging kent de DEC daar weinig gewicht aan toe. 3. Op grond van het bovenstaande is de DEC van oordeel dat het uitvoeren van klinisch onderzoek om actuele vragen de paarden geneeskunde betreffende een reëel belang vertegenwoordigt en dat dit reële belang opweegt tegen de beperkte aantasting van het welzijn en de integriteit van de proefdieren. Het gebruik van de proefdieren zoals beschreven in de aanvraag is daarmee gerechtvaardigd. E. Advies 1. Advies aan de CCD De DEC adviseert de vergunning te verlenen. De DEC adviseert de vergunning te verlenen onder de volgende voorwaarden. Op grond van het wettelijk vereiste dient de projectleider bij beëindiging van het project een beoordeling achteraf aan te leveren die is afgestemd met de IvD. Voor de uitvoering van dit project is tevens ministeriële ontheffing vereist Overige door de DEC aan de uitvoering verbonden voorwaarden, te weten: de DEC adviseert de CCD de onderzoekers om een jaarlijkse terugrapportage te vragen over de gebruikte dieren en de specifieke vraagstelling van bijlage 2 en 3. Daarnaast adviseert de DEC om het prevalentieonderzoek dat in bijlage 3 wordt beschreven te beperken in het afnemen van monsters voor epidemiologisch onderzoek. Immers als er een dreiging bestaat voor een (potentiële) uitbraak van een besmettelijke ziekte die tot dan toe nog niet in Nederland bekend is, is veel grootschaliger onderzoek vereist, wat in een aparte (spoed)procedure kan worden aangevraagd. De DEC adviseert de vergunning niet te verlenen vanwege: De vaststelling dat het project niet vergunningplichtig is om de volgende redenen: De volgende doorslaggevende ethische bezwaren: 7

36 De volgende tekortkomingen in de aanvraag: 2. Het uitgebrachte advies is gebaseerd op consensus. 3. Er zijn geen knelpunten/dilemma s naar voren gekomen tijdens het beoordelen van de aanvraag en het opstellen van het advies. 8

37 6 > Retouradres Postbus EK Den Haag Universiteit Utrecht Postbus TC UTRECHT 3508TC80125 Centrale Commissie Dierproeven Postbus EK Den Haag centralecommissiedierproeven.nl (10 ct/min) Onze referentie Aanvraagnummer AVD Bijlagen 2 Datum 20 maart 2018 Betreft Ontvangstbevestiging aanvraag projectvergunning Dierproeven Geachte Wij hebben uw aanvraag voor een projectvergunning dierproeven ontvangen op 20 maart Het gaat om uw project "Actueel klinisch relevant onderzoek paard (AKROP).". Het aanvraagnummer dat wij aan deze aanvraag hebben toegekend is AVD Gebruik dit nummer wanneer u contact met de CCD opneemt. Wacht met de uitvoering van uw project Als wij nog informatie van u nodig hebben dan ontvangt u daarover bericht. Uw aanvraag is in ieder geval niet compleet als de leges niet zijn bijgeschreven op de rekening van de CCD. U ontvangt binnen veertig werkdagen een beslissing op uw aanvraag. Als wij nog informatie van u nodig hebben, wordt deze termijn opgeschort. In geval van een complexe aanvraag kan deze termijn met maximaal vijftien werkdagen verlengd worden. U krijgt bericht als de beslisperiode van uw aanvraag vanwege complexiteit wordt verlengd. Als u goedkeuring krijgt op uw aanvraag, kunt u daarna beginnen met het project. Factuur Bijgaand treft u de factuur aan voor de betaling van de leges. Wij verzoeken u de leges zo spoedig mogelijk te voldoen, zodat we uw aanvraag in behandeling kunnen nemen. Is uw betaling niet binnen dertig dagen ontvangen, dan kan uw aanvraag buiten behandeling worden gesteld. Dit betekent dat uw aanvraag niet beoordeeld wordt en u uw project niet mag starten. Pagina 1 van 2

38 Meer informatie Heeft u vragen, kijk dan op Of neem telefonisch contact met ons op: (10 ct/minuut). Datum: 20 maart 2018 Aanvraagnummer: AVD Met vriendelijke groet, Centrale Commissie Dierproeven Deze brief is automatisch aangemaakt en daarom niet ondertekend. Bijlagen: - Gegevens aanvraagformulier - Factuur Pagina 2 van 2

39 Datum: 20 maart 2018 Aanvraagnummer: AVD Gegevens aanvrager Uw gegevens Deelnemersnummer NVWA: Naam instelling of organisatie: Universiteit Utrecht Naam portefeuillehouder of diens gemachtigde: Postbus: Postcode en plaats: 3508 TC UTRECHT Gegevens verantwoordelijke onderzoeker Naam: Functie: Afdeling: Departement Gezondheidszorg Paard Telefoonnummer: adres: Gegevens plaatsvervangende verantwoordelijke onderzoeker Naam: Functie: Afdeling: Departement Gezondheidszorg Paard Telefoonnummer: adres: Pagina 1 van 2

40 Over uw aanvraag Wat voor aanvraag doet u? [x] Nieuwe aanvraag [ ] Wijziging op een (verleende) vergunning die negatieve gevolgen kan hebben voor het dierenwelzijn [ ] Melding op (verleende) vergunning die geen negatieve gevolgen kan hebben voor het dierenwelzijn Datum: 20 maart 2018 Aanvraagnummer: AVD Over uw project Geplande startdatum: 1 april 2018 Geplande einddatum: 1 april 2023 Titel project: Titel niet-technische samenvatting: Naam DEC: Postadres DEC: adres DEC: Betaalgegevens Actueel klinisch relevant onderzoek paard (AKROP). Actueel klinisch relevant onderzoek paard (AKROP). DEC Utrecht De leges bedragen: 1.791,- De leges voldoet u: Postbus GA Utrecht dec-utrecht@umcutrecht.nl na ontvangst van de factuur Checklist bijlagen Verplichte bijlagen: [x] Projectvoorstel [x] Beschrijving Dierproeven [x] Niet-technische samenvatting Ondertekening Naam: Pagina 2 van 2

41 > Retouradres Postbus EK Den Haag UU-ASC Postbus TA UTRECHT 3508TA80011 Centrale Commissie Dierproeven Postbus EK Den Haag centralecommissiedierproeven.nl (10 ct/min) Onze referentie Aanvraagnummer AVD Bijlagen 2 Datum 20 maart 2018 Betreft Factuur aanvraag projectvergunning Dierproeven Factuur Factuurdatum: 20 maart 2018 Vervaldatum: 19 april 2018 Factuurnummer: Ordernummer: CB Omschrijving Betaling leges projectvergunning dierproeven Betreft aanvraag AVD Bedrag 1.791,00 Wij verzoeken u het totaalbedrag vóór de gestelde vervaldatum over te maken op rekening NL29INGB onder vermelding van het factuurnummer en aanvraagnummer, ten name van Centrale Commissie Dierproeven, Postbus 93144, 2509 AC te 's Gravenhage. Pagina 1 van 1

42 7 > Retouradres Postbus EK Den Haag Universiteit Utrecht Postbus TC UTRECHT 3508TC80125 Centrale Commissie Dierproeven Postbus EK Den Haag centralecommissiedierproeven.nl (10 ct/min) Onze referentie Aanvraagnummer AVD Bijlagen 1 Datum 17 juli 2018 Betreft Beslissing aanvraag projectvergunning Dierproeven Geachte Op 20 maart 2018 hebben wij uw aanvraag voor een projectvergunning dierproeven ontvangen. Het gaat om uw project "Actueel klinisch relevant onderzoek paard (AKROP)." met aanvraagnummer AVD Wij hebben uw aanvraag beoordeeld. Beslissing Wij keuren uw aanvraag goed op grond van artikel 10a lid 1 van de Wet op de dierproeven (hierna: de wet). U kunt met uw project starten. De vergunning wordt afgegeven van 17 juli 2018 tot en met 1 april De onderbouwing van deze beslissing vindt u onder 'Overwegingen'. Voorwaarden Aan de vergunning hebben wij voorwaarde(n) verbonden op grond van artikel 10a1 lid 2 van de wet. Deze voorwaarde(n) vindt u in het deel 'Projectvergunning' van dit besluit. Onder 'Overwegingen' lichten wij toe waarom wij deze voorwaarde(n) aan de vergunning verbinden. Aanvullende opmerkingen U beschrijft dat sommige dierproeven worden uitgevoerd op een externe paardenhouderij. Hierbij wijzen wij u erop dat de locatie waar u de dierproeven wilt uitvoeren, VOORAF aangemeld moet zijn bij NVWA. Dit kan door een te sturen aan CHD@nvwa.nl met de gegevens van de vergunninghouder en gegevens van de nieuwe locatie. Pagina 1 van 3

43 Procedure Advies dierexperimentencommissie Wij hebben advies gevraagd bij de Dierexperimentencommissie (DEC) DEC Utrecht. Dit advies is ontvangen op 2 juli Bij de beoordeling van uw aanvraag is dit advies betrokken overeenkomstig artikel 10a lid 3 van de wet. Het advies van de DEC is betrokken bij de behandeling van uw aanvraag. Datum: 17 juli 2018 Aanvraagnummer: AVD Overwegingen Alle hierboven genoemde stukken liggen ten grondslag aan ons besluit. Wij kunnen ons vinden in de inhoud van het advies van de DEC, inclusief de daaraan ten grondslag liggende motivering. Voorwaarden Deze voorwaarden stelt de CCD mede op basis van het advies van de DEC. Omdat dit een koepelaanvraag betreft krijgt de CCD graag inzicht in welke dierproeven voor welke specifieke doelstelling onder deze vergunning worden uitgevoerd. Bezwaar Als u het niet eens bent met deze beslissing, kunt u binnen zes weken na verzending van deze brief schriftelijk een bezwaarschrift indienen. Een bezwaarschrift kunt u sturen naar Centrale Commissie Dierproeven, afdeling Juridische Zaken, postbus 20401, 2500 EK Den Haag. Bij het indienen van een bezwaarschrift vragen we u in ieder geval de datum van de beslissing waartegen u bezwaar maakt en het aanvraagnummer te vermelden. U vindt deze nummers in de rechter kantlijn in deze brief. Bezwaar schorst niet de werking van het besluit waar u het niet mee eens bent. Dat betekent dat dat besluit wel in werking treedt en geldig is. U kunt tijdens deze procedure een voorlopige voorziening vragen bij de Voorzieningenrechter van de rechtbank in de woonplaats van de aanvrager. U moet dan wel kunnen aantonen dat er sprake is van een spoedeisend belang. Voor de behandeling van een voorlopige voorziening is griffierecht verschuldigd. Op kunt u zien onder welke rechtbank de vestigingsplaats van de aanvrager valt. Pagina 2 van 3

44 Meer informatie Heeft u vragen, kijk dan op Of neem telefonisch contact met ons op: (10 ct/minuut). Datum: 17 juli 2018 Aanvraagnummer: AVD Centrale Commissie Dierproeven namens deze: Bijlagen: - Vergunning Hiervan deel uitmakend: - DEC-advies - Weergave wet- en regelgeving Pagina 3 van 3

45 Projectvergunning gelet op artikel 10a van de Wet op de Dierproeven Verleent de Centrale Commissie Dierproeven aan Naam: Universiteit Utrecht Adres: Postbus Postcode en plaats: Deelnemersnummer: TC UTRECHT deze projectvergunning voor het tijdvak 17 juli 2018 tot en met 1 april 2023, voor het project "Actueel klinisch relevant onderzoek paard (AKROP)." met aanvraagnummer AVD , volgens advies van Dierexperimentencommissie DEC Utrecht. De functie van de verantwoordelijk onderzoeker is. Het besluit is gebaseerd op de volgende (aangepaste) stukken: 1 een aanvraagformulier projectvergunning dierproeven, zoals ontvangen op 20 maart de bij het aanvraagformulier behorende bijlagen: a Projectvoorstel, zoals ontvangen op 2 juli 2018; b Bijlagen dierproeven Het verzamelen van biologisch materiaal voor referentiewaarden en de ontwikkeling van nieuwe diagnostiek., zoals ontvangen op 2 juli 2018; Actueel klinisch relevant onderzoek paard (AKROP) deel 2 Prevalentie onderzoek al dan niet in combinatie met de ontwikkeling/validatie diagnostiek, zoals ontvangen op 2 juli 2018; Actueel klinisch relevant onderzoek paard (AKROP) deel 3 Klinisch farmacokinetisch onderzoek van bestaande geneesmiddelen t.b.v. minor species paard, zoals ontvangen op 2 juli 2018; c Niet-technische Samenvatting van het project, zoals ontvangen op 2 juli 2018; d Advies van Dierexperimentencommissie zoals ontvangen op 2 juli Pagina 1 van 3

46 Aanvraagnummer: AVD Naam proef Diersoort/ Stam Aantal dieren Ernst Het verzamelen van biologisch materiaal voor referentiewaarden en de ontwikkeling van nieuwe diagnostiek. Paarden, ezels en kruisingen daarvan (Equidae) / zie beschrijving bijlage ,0% Licht Actueel klinisch relevant onderzoek paard (AKROP) deel 2 Prevalentie onderzoek al dan niet in combinatie met de ontwikkeling/validatie diagnostiek Paarden, ezels en kruisingen daarvan (Equidae) 0 100,0% Licht Actueel klinisch relevant onderzoek paard (AKROP) deel 3 Klinisch farmacokinetisch onderzoek van bestaande geneesmiddelen t.b.v. minor species paard Voorwaarden Paarden, ezels en kruisingen daarvan (Equidae) 0 100,0% Licht Overige opmerkingen Er worden in totaal 3500 dieren aangevraagd. Er is geen onderscheid per bijlage aan te geven. Er worden in totaal 3500 dieren aangevraagd. Per bijlage is geen aantal aan te geven. Bijzondere voorwaarden Aan deze projectvergunning is de voorwaarde tot jaarlijkse rapportage verbonden: Jaarlijks voor 1 april rapporteert u aan de CCD voor de bijlagen en hoeveel dieren u heeft ingezet en voor welke specifieke vraagstelling dit wordt gedaan. Voor bijlage beperkt u zich tot het afnemen van monsters voor epidemiologisch onderzoek. Wanneer er sprake is van een dreigende uitbraak van een besmettelijke ziekte dient u een aparte meer specifieke aanvraag in te dienen. Pagina 2 van 3

47 Aanvraagnummer: AVD Ter informatie Onderstaande informatie is opgenomen op grond van artikel 1d lid 4, artikel 10a1 lid 2, artikel 10 lid 2 en/of artikel 10a3 van de wet. Go/ no go momenten worden voor aanvang van elk experiment afgestemd met de IvD. Het is verboden een dierproef te verrichten voor een doel dat, naar de algemeen kenbare, onder deskundigen heersende opvatting, ook kan worden bereikt anders dan door middel van een dierproef, of door middel van een dierproef waarbij minder dieren kunnen worden gebruikt of minder ongerief wordt berokkend dan bij de in het geding zijnde proef het geval is. Het is verboden dierproeven te verrichten voor een doel waarvan het belang niet opweegt tegen het ongerief dat aan het proefdier wordt berokkend. Overige wettelijke bepalingen blijven van kracht. Pagina 3 van 3

48 Aanvraagnummer: AVD Weergave wet- en regelgeving Dit project en wijzigingen Volgens artikel 10c van de Wet op de Dierproeven (hierna de wet) is het verboden om andere dierproeven uit te voeren dan waar de vergunning voor is verleend. De dierproeven mogen slechts worden verricht in het kader van een project, volgens artikel 10g. Uit artikel 10b volgt dat de dierproeven zijn ingedeeld in de categorieën terminaal, licht, matig of ernstig. Als er wijzigingen in een dierproef plaatsvinden, moeten deze gemeld worden aan de Centrale Commissie Dierproeven. Hebben de wijzigingen negatieve gevolgen voor het dierenwelzijn, dan moet volgens artikel 10a5 de wijziging eerst voorgelegd worden en mag deze pas doorgevoerd worden na goedkeuren door de Centrale Commissie Dierproeven. Artikel 10b schrijft voor dat het verboden is een dierproef te verrichten die leidt tot ernstige mate van pijn, lijden, angst of blijvende schade die waarschijnlijk langdurig zal zijn en niet kan worden verzacht, tenzij hiervoor door de Minister een ontheffing is verleend. Verzorging De fokker, leverancier en gebruiker moeten volgens artikel 13f van de wet over voldoende personeel beschikken en ervoor zorgen dat de dieren behoorlijk worden verzorgd, behandeld en gehuisvest. Er moeten ook personen zijn die toezicht houden op het welzijn en de verzorging van de dieren in de inrichting, personeel dat met de dieren omgaat moet toegang hebben tot informatie over de in de inrichting gehuisveste soorten en personeel moet voldoende geschoold en bekwaam zijn. Ook moeten er personen zijn die een eind kunnen maken aan onnodige pijn, lijden, angst of blijvende schade die tijdens een dierproef bij een dier wordt veroorzaakt. Daarnaast zijn er personen die zorgen dat een project volgens deze vergunning wordt uitgevoerd en als dat niet mogelijk is zorgen dat er passende maatregelen worden getroffen. In artikel 9 staat dat de persoon die het project en de dierproef opzet deskundig en bekwaam moet zijn. In artikel 8 van het Dierproevenbesluit 2014 staat dat personen die dierproeven verrichten, de dieren verzorgen of de dieren doden, hiervoor een opleiding moeten hebben afgerond. Voordat een dierproef die onderdeel uitmaakt van dit project start, moet volgens artikel 10a3 van de wet de uitvoering afgestemd worden met de instantie voor dierenwelzijn. Pijnbestrijding en verdoving In artikel 13 van de wet staat dat een dierproef onder algehele of plaatselijke verdoving wordt uitgevoerd tenzij dat niet mogelijk is, dan wel bij het verrichten van een dierproef worden pijnstillers toegediend of andere goede methoden gebruikt die de pijn, het lijden, de angst of de blijvende schade bij het dier tot een minimum beperken. Een dierproef die bij het dier gepaard gaat met zwaar letsel dat hevige pijn kan veroorzaken, wordt niet zonder verdoving uitgevoerd. Hierbij wordt afgewogen of het toedienen van verdoving voor het dier traumatischer is dan de dierproef zelf en het toedienen van verdoving onverenigbaar is met het doel van de dierproef. Bij een dier wordt geen stof toegediend waardoor het dier niet meer of slechts in verminderde mate in staat is pijn te tonen, wanneer het dier niet tegelijkertijd voldoende verdoving of pijnstilling krijgt toegediend, tenzij wetenschappelijk gemotiveerd. Dieren die pijn Pagina 1 van 2

Niet-technische samenvatting Algemene gegevens. 2 Categorie van het project. Onderwijs Gezondheidszorg Paard Practicum Diergeneeskunde

Niet-technische samenvatting Algemene gegevens. 2 Categorie van het project. Onderwijs Gezondheidszorg Paard Practicum Diergeneeskunde Niet-technische samenvatting 2016386 1 Algemene gegevens 1.1 Titel van het project Praktisch onderwijs paard t.b.v. studenten Diergeneeskunde 1.2 Looptijd van het project 1.3 Trefwoorden (maximaal 5) 5

Nadere informatie

Niet-technische samenvatting Algemene gegevens. 2 Categorie van het project

Niet-technische samenvatting Algemene gegevens. 2 Categorie van het project Niet-technische samenvatting 2015307 1 Algemene gegevens 1.1 Titel van het project Nieuwe behandelingen voor gewrichtsschade bij paarden 1.2 Looptijd van het project 1.3 Trefwoorden (maximaal 5) 2015-2020

Nadere informatie

Niet-technische samenvatting Algemene gegevens. 2 Categorie van het project. 3 Projectbeschrijving

Niet-technische samenvatting Algemene gegevens. 2 Categorie van het project. 3 Projectbeschrijving Niet-technische samenvatting 2016491-2 1 Algemene gegevens 1.1 Titel van het project Effecten van ijzer op een hormoon dat betrokken is bij het calcium- en fosfaatmetabolisme (FGF23) bij chronische nierpatiënten.

Nadere informatie

Niet-technische samenvatting Algemene gegevens. 2 Categorie van het project. weefselconstructie, bloedvaten, nierfalen

Niet-technische samenvatting Algemene gegevens. 2 Categorie van het project. weefselconstructie, bloedvaten, nierfalen Niet-technische samenvatting 2015310 1 Algemene gegevens 1.1 Titel van het project De invloed van nierfalen op weefselconstructie van bloedvaten 1.2 Looptijd van het project 1.3 Trefwoorden (maximaal 5)

Nadere informatie

Niet-technische samenvatting Algemene gegevens. 2 Categorie van het project

Niet-technische samenvatting Algemene gegevens. 2 Categorie van het project Niet-technische samenvatting 2016490 1 Algemene gegevens 1.1 Titel van het project Kleine diermodellen om de oorzaken van artrose te bestuderen 1.2 Looptijd van het project 1.3 Trefwoorden (maximaal 5)

Nadere informatie

Niet-technische samenvatting Algemene gegevens. 2 Categorie van het project. Voedselallergie, melk, preventie, behandeling

Niet-technische samenvatting Algemene gegevens. 2 Categorie van het project. Voedselallergie, melk, preventie, behandeling Niet-technische samenvatting 2016605 1 Algemene gegevens 1.1 Titel van het project Het identificeren en karakteriseren van nieuwe concepten voor koemelkallergische patienten. 1.2 Looptijd van het project

Nadere informatie

Inventaris Wob-verzoek W15-06

Inventaris Wob-verzoek W15-06 Inventaris Wob-verzoek W15-06 wordt verstrekt weigeringsgronden nr. document reeds openbaar niet geheel deels 10.1.c 10.2.e 10.2.g 11.1 NTS 2015107 Dierstudies virale infecties luchtwegen 1 Aanvraagformulier

Nadere informatie

Afweer systeem tegen ziektes, moederlijk hormoon,ontwikkeling, vogels, testosteron

Afweer systeem tegen ziektes, moederlijk hormoon,ontwikkeling, vogels, testosteron Niet-technische samenvatting 2015311 1 Algemene gegevens 1.1 Titel van het project Heeft de kwaliteit van het afweer systeem bij de vader een invloed on de kwetsbaarheid van de kinderen voor moederlijk

Nadere informatie

Niet technische samenvatting. 1 Algemene gegevens. 2 Categorie van het project

Niet technische samenvatting. 1 Algemene gegevens. 2 Categorie van het project Niettechnische samenvatting 1 Algemene gegevens 1.1 Titel van het project Respiratoir Syncytieel Virus (RSV) in kalveren 1.2 Looptijd van het project 1.3 Trefwoorden (maximaal 5) Oktober 2015 oktober 2020

Nadere informatie

Niet-technische samenvatting 2015132-2. 1 Algemene gegevens. 2 Categorie van het project

Niet-technische samenvatting 2015132-2. 1 Algemene gegevens. 2 Categorie van het project Niet-technische samenvatting 2015132-2 1 Algemene gegevens 1.1 Titel van het project Het ontwikkelen van voeders en voersupplementen die de gezondheid van varkens ondersteunen. 1.2 Looptijd van het project

Nadere informatie

Biodistributie, kinetiek, centraal zenuwstelsel, oogziekten, huidaandoeningen

Biodistributie, kinetiek, centraal zenuwstelsel, oogziekten, huidaandoeningen Niet-technische samenvatting 2016788 1 Algemene gegevens 1.1 Titel van het project Onderzoek naar de biodistributie van nieuwe, op oligonucleotiden gebaseerde, teststoffen voor de behandeling van zeer

Nadere informatie

Verkoudheid; virale infectie; respiratoir syncytieel virus; vaccins; antivirale middelen

Verkoudheid; virale infectie; respiratoir syncytieel virus; vaccins; antivirale middelen Niet-technische samenvatting 2015107 1 Algemene gegevens 1.1 Titel van het project Dierstudies in het kader van ontwikkeling van medicijnen voor het behandelen en voorkomen van virale infecties aan de

Nadere informatie

Niet-technische samenvatting Algemene gegevens. 2 Categorie van het project

Niet-technische samenvatting Algemene gegevens. 2 Categorie van het project Niet-technische samenvatting 2015185 1 Algemene gegevens 1.1 Titel van het project Ontwikkeling van vaccins voor de behandeling en ter voorkoming van human papilloma virus (HPV) infecties en HPVgerelateerde

Nadere informatie

Galzouten, darmontsteking, leverkanker, ernstig overgewicht, nieuwe therapie

Galzouten, darmontsteking, leverkanker, ernstig overgewicht, nieuwe therapie 1 Algemene gegevens 1.1 Titel van het project De functie van galzouten in ziekte en gezondheid 1.2 Looptijd van het project 1.3 Trefwoorden (maximaal 5) 5 jaar Galzouten, darmontsteking, leverkanker, ernstig

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 8037 14 februari 2017 Besluit van de Centrale Commissie Dierproeven van 28 oktober 2016, ref CCD 16-15-09, houdende regels

Nadere informatie

Niet-technische samenvatting 2015223. 1 Algemene gegevens. 2 Categorie van het project

Niet-technische samenvatting 2015223. 1 Algemene gegevens. 2 Categorie van het project Niet-technische samenvatting 2015223 1 Algemene gegevens 1.1 Titel van het project Orgaanbescherming in cardiopulmonaire bypass chirurgie 1.2 Looptijd van het project 1.3 Trefwoorden (maximaal 5) 5 jaar

Nadere informatie

Beleidsregels Meldingen in het kader van een projectvergunning

Beleidsregels Meldingen in het kader van een projectvergunning Beleidsregels Meldingen in het kader van een projectvergunning Deze beleidsregels in de zin van artikel 1:3 lid 4 van de Algemene wet bestuursrecht zijn vastgesteld door de Centrale Commissie Dierproeven

Nadere informatie

1 Algemene gegevens. 2 Categorie van het project

1 Algemene gegevens. 2 Categorie van het project 1 Algemene gegevens 1.1 Titel van het project Het testen van een nieuw calciumfosfaat keramiek met botgroeistimulerende eigenschappen (EpitaxOs) als botvervanger in mond- kaak en aangezichtschirugische

Nadere informatie

Niet-technische samenvatting 2015188

Niet-technische samenvatting 2015188 Niet-technische samenvatting 2015188 1 Algemene gegevens 1.1 Titel van het project Hersenverbindingen die betrokken zijn bij (eet)verslaving 1.2 Looptijd van het project 1.3 Trefwoorden (maximaal 5) 5

Nadere informatie

Inventaris Wob-verzoek W17-08

Inventaris Wob-verzoek W17-08 Inventaris Wob-verzoek W17-08 wordt verstrekt weigeringsgronden nr. document NTS 2017836 reeds openbaar niet geheel deels 10.1.c 10.2.e 10.2.g 11.1 Aanvraagformulier x x x NTS x Projectvoorstel x x x x

Nadere informatie

Niet-technische samenvatting

Niet-technische samenvatting Niet-technische samenvatting 2016403 1 Algemene gegevens 1.1 Titel van het project Geneesmiddelenontwikkeling voor malaria 1.2 Looptijd van het project 1-4-2016-1-4-2021 1.3 Trefwoorden (maximaal 5) malaria,

Nadere informatie

Niet-technische samenvatting 2015129. 1 Algemene gegevens. 2 Categorie van het project. 5 jaar.

Niet-technische samenvatting 2015129. 1 Algemene gegevens. 2 Categorie van het project. 5 jaar. Niet-technische samenvatting 2015129 1 Algemene gegevens 1.1 Titel van het project Evaluatie en behandeling van pulmonale arteriële hypertensie. 1.2 Looptijd van het project 1.3 Trefwoorden (maximaal 5)

Nadere informatie

Niet-technische samenvatting. Taalontwikkeling, cellen, hersenactiviteit, ziekte, muismodel

Niet-technische samenvatting. Taalontwikkeling, cellen, hersenactiviteit, ziekte, muismodel Niet-technische samenvatting 1 Algemene gegevens 1.1 Titel van het project onderzoek naar de invloed van taalgenen op de hersenontwikkeling en hersenfunctie 1.2 Looptijd van het project 1-9-2015-1-9-2020

Nadere informatie

Niet-technische samenvatting Algemene gegevens. 2 Categorie van het project. 5 jaar.

Niet-technische samenvatting Algemene gegevens. 2 Categorie van het project. 5 jaar. Niet-technische samenvatting 2015129-1 1 Algemene gegevens 1.1 Titel van het project Evaluatie en behandeling van pulmonale arteriële hypertensie. 1.2 Looptijd van het project 1.3 Trefwoorden (maximaal

Nadere informatie

1 Algemene gegevens. 2 Categorie van het project

1 Algemene gegevens. 2 Categorie van het project 1 Algemene gegevens 1.1 Titel van het project Ontwikkelen van een eilandjesbron ten behoeve van transplantatie van geëncapsuleerde eilandjes van Langerhans voor behandeling van diabetes 1.2 Looptijd van

Nadere informatie

Format Niet-technische samenvatting 2015144. 1 Algemene gegevens. 2 Categorie van het project

Format Niet-technische samenvatting 2015144. 1 Algemene gegevens. 2 Categorie van het project Format Niet-technische samenvatting 2015144 Dit format gebruikt u om uw niet-technische samenvatting te schrijven Meer informatie over de niet-technische samenvatting vindt u op de website www.zbo-ccd.nl.

Nadere informatie

Gecontroleerde afgifte, ontstekingsremmers, lokale behandeling, vertaling, artrose, rugpijn

Gecontroleerde afgifte, ontstekingsremmers, lokale behandeling, vertaling, artrose, rugpijn 1 Algemene gegevens 1.1 Titel van het project Medicijnen voor plaatselijke behandeling van rugpijn en artrose 1.2 Looptijd van het project 1.3 Trefwoorden (maximaal 5) 2015-2020 Gecontroleerde afgifte,

Nadere informatie

DEC-advies A. Algemene gegevens over de procedure 1. Aanvraagnummer:2015-0046 2. Titel van het project: Bioequivalentiestudies tbv markttoelating van diergeneesmiddelen 3. Titel van de NTS: Bioequivalentiestudies

Nadere informatie

Niet-technische samenvatting 2015134. 1 Algemene gegevens. 2 Categorie van het project. 5 jaar.

Niet-technische samenvatting 2015134. 1 Algemene gegevens. 2 Categorie van het project. 5 jaar. Niet-technische samenvatting 2015134 1 Algemene gegevens 1.1 Titel van het project Evaluatie en behandeling van falen van de rechter hartkamer. 1.2 Looptijd van het project 1.3 Trefwoorden (maximaal 5)

Nadere informatie

iet-technischesamenvatting

iet-technischesamenvatting iet-technischesamenvatting 1 Algemenegegevens 1.1 Titel van het project Verbetering van dendritische cel functies in anti-kanker therapieen 1.2 Looptijd van het project 1-9-2015-1-9-2020 1.3 Trefwoorden

Nadere informatie

Niet-technische samenvatting Algemene gegevens. 2 Categorie van het project. 3 Projectbeschrijving. Afdeling

Niet-technische samenvatting Algemene gegevens. 2 Categorie van het project. 3 Projectbeschrijving. Afdeling Niet-technische samenvatting 20173044 1 Algemene gegevens 1.1 Titel van het project In-vivo kwaliteitscontrole testen voor vaccins in de Quality Control Operations Afdeling 1.2 Looptijd van het project

Nadere informatie

F Niet-technische samenvatting 2015301

F Niet-technische samenvatting 2015301 F Niet-technische samenvatting 2015301 1 Algemene gegevens 1.1 Titel van het project Op naar begrip van en behandeling voor bijniertumoren 1.2 Looptijd van het project 1-12-2015-1-12-2020 1.3 Trefwoorden

Nadere informatie

afweerbalans; virusinfecties in luchtwegen; auto-immuunziektes; ontstekingsziekten

afweerbalans; virusinfecties in luchtwegen; auto-immuunziektes; ontstekingsziekten Niet-technische samenvatting 2015322 1 Algemene gegevens 1.1 Titel van het project Nieuwe behandelmethoden voor schadelijke afweerreacties 1.2 Looptijd van het project 1.3 Trefwoorden (maximaal 5) 5 jaar

Nadere informatie

Niet-technische samenvatting 201569

Niet-technische samenvatting 201569 Niet-technische samenvatting 201569 1 Algemene gegevens 1.1 Titel van het project Endotheliale toxiciteit van bijnierprecursors, hydrocortison en fludrocortison die verhoogd zijn in patienten met congenitale

Nadere informatie

Inventaris Wob-verzoek W15-06

Inventaris Wob-verzoek W15-06 Inventaris Wob-verzoek W15-06 wordt verstrekt weigeringsgronden nr. document reeds openbaar niet geheel deels 10.1.c 10.2.e 10.2.g 11.1 NTS 201568 Testen pluimvee vaccins 1 Aanvraagformulier x x x Projectvoorstel

Nadere informatie

Niet-technische samenvatting 2016483. 1 Algemene gegevens. 2 Categorie van het project. Vijf jaar

Niet-technische samenvatting 2016483. 1 Algemene gegevens. 2 Categorie van het project. Vijf jaar Niet-technische samenvatting 2016483 1 Algemene gegevens 1.1 Titel van het project Het Korhoen komt terug naar Het Nationale Park De Hoge Veluwe 1.2 Looptijd van het project 1.3 Trefwoorden (maximaal 5)

Nadere informatie

Niet-technische samenvatting Algemene gegevens. 2 Categorie van het project

Niet-technische samenvatting Algemene gegevens. 2 Categorie van het project Niet-technische samenvatting 2015246 1 Algemene gegevens 1.1 Titel van het project Het ontrafelen van de rol die darmflora speelt in het ontstaan van hart- en vaatziekten 1.2 Looptijd van het project 1.3

Nadere informatie

Inventaris Wob-verzoek W16-22S. nr. document reeds openbaar niet geheel deels 10.1.c 10.2.e 10.2.g 11.1 NTS

Inventaris Wob-verzoek W16-22S. nr. document reeds openbaar niet geheel deels 10.1.c 10.2.e 10.2.g 11.1 NTS Inventaris Wob-verzoek W16-22S wordt verstrekt weigeringsgronden nr. document reeds openbaar niet geheel deels 10.1.c 10.2.e 10.2.g 11.1 NTS2016411 1 Aanvraagformulier x x x 2 Projectvoorstel oud x x x

Nadere informatie

antidepressivum, rat, overerfbaar, mechanismen, gedrag

antidepressivum, rat, overerfbaar, mechanismen, gedrag 1 Algemene gegevens 1.1 Titel van het project Effecten van het antidepressivum vortioxetine op hersenmechanismen in genetische diermodellen voor depressie 1.2 Looptijd van het project 1.3 Trefwoorden (maximaal

Nadere informatie

nr. document NTS reeds openbaar niet geheel deels 10.1.c 10.2.e 10.2.g 11.1

nr. document NTS reeds openbaar niet geheel deels 10.1.c 10.2.e 10.2.g 11.1 Inventaris Wob-verzoek W17-18 wordt verstrekt weigeringsgronden nr. document NTS 2015295 reeds openbaar niet geheel deels 10.1.c 10.2.e 10.2.g 11.1 1 Aanvraagformulier x x x 2 Projectvoorstel x 3 Niet-technische

Nadere informatie

Niet-technische samenvatting 2015245. 1 Algemene gegevens. 2 Categorie van het project

Niet-technische samenvatting 2015245. 1 Algemene gegevens. 2 Categorie van het project Niet-technische samenvatting 2015245 1 Algemene gegevens 1.1 Titel van het project De rol van Nucleaire Hormoon Receptoren in de regulatie van het glucose- en lipidemetabolisme en de ontwikkeling van type

Nadere informatie

Dossier: AVD Aanwezig 1 NTS X 2 Aanvraagformulier X 3 Projectvoorstel X 4 Bijlage beschrijving

Dossier: AVD Aanwezig 1 NTS X 2 Aanvraagformulier X 3 Projectvoorstel X 4 Bijlage beschrijving Dossier: AVD1080020184847 Aanwezig 1 NTS X 2 Aanvraagformulier X 3 Projectvoorstel X 4 Bijlage beschrijving X dierproeven 5 DEC-advies X 6 Ontvangstbevestiging X Evt. Vragen CCD aan aanvrager X Evt. antwoorden

Nadere informatie

+ PD ALt / Intravacc + Bilthoven 34/+ 3720AL NL69RBOS Ministerie van VWS

+ PD ALt / Intravacc + Bilthoven 34/+ 3720AL NL69RBOS Ministerie van VWS ! "# "#$% &' %%, +-./0 ( )* 32600 +* %" + PD ALt / Intravacc + %5 - - 1 1 2 Antonie van Leeuwenhoeklaan 9 450 3720AL Bilthoven 34/+ 6 7 NL69RBOS0569999014 Ministerie van VWS %9-7 7 $6'+ 8 / 6 : Regulatory

Nadere informatie

Inventaris Wob-verzoek W16-22S. nr. document reeds openbaar niet geheel deels 10.1.c 10.2.e 10.2.g 11.1 NTS

Inventaris Wob-verzoek W16-22S. nr. document reeds openbaar niet geheel deels 10.1.c 10.2.e 10.2.g 11.1 NTS Inventaris Wob-verzoek W16-22S wordt verstrekt weigeringsgronden nr. document reeds openbaar niet geheel deels 10.1.c 10.2.e 10.2.g 11.1 NTS2016411 1 Aanvraagformulier x x x 2 Projectvoorstel oud x x x

Nadere informatie

Analisten en proefdieren

Analisten en proefdieren Analisten en proefdieren LIMO labdag 5 oktober 2011 Fred Poelma Proefdierdeskundige Universiteit Utrecht en UMC Utrecht 31 oktober 2011 Inhoud presentatie Inleiding Wet op de dierproeven 3 V s Bevoegd

Nadere informatie

2 van 3 1.6 (Optioneel) Vul hier de gegevens in van de persoon die er verantwoordelijk voor is dat de uitvoering van het project in overeenstemming is met de projectvergunning. 1.7 Is er voor deze projectaanvraag

Nadere informatie

nr. document NTS reeds openbaar niet geheel deels 10.1.c 10.2.e 10.2.g 11.1

nr. document NTS reeds openbaar niet geheel deels 10.1.c 10.2.e 10.2.g 11.1 Inventaris Wob-verzoek W17-18 wordt verstrekt weigeringsgronden nr. document NTS 2016429 reeds openbaar niet geheel deels 10.1.c 10.2.e 10.2.g 11.1 1 Aanvraagformulier x x x 2 Projectvoorstel x 3 Niet-technische

Nadere informatie

Aanmeldingsformulier voor proeven met gewervelde dieren.

Aanmeldingsformulier voor proeven met gewervelde dieren. Aanmeldingsformulier voor proeven met gewervelde dieren. Secretariaat DEC Aanvrager: Afdeling: Titel dierproef: Oefening en training medewerkers Aanmeldcode / Protocol: 0060.a Stadia van de proef: 0--006

Nadere informatie

Handleiding aanvraag projectvergunning Dierproeven

Handleiding aanvraag projectvergunning Dierproeven Handleiding aanvraag projectvergunning Dierproeven Algemeen Complete aanvraag Een complete aanvraag voor een projectvergunning dierproeven bestaat in ieder geval uit de volgende formulieren: Aanvraag projectvergunning

Nadere informatie

> Retouradres Postbus 20401 2500 EK Den Haag 6700AH4 Centrale Commissie Dierproeven Postbus 20401 2500 EK Den Haag www.zbo-ccd.nl 0900 28 000 28 (10 ct/min) Onze referentie Aanvraagnummer 1 Datum Betreft

Nadere informatie

Niet-technische samenvatting Algemene gegevens. 2 Categorie van het project

Niet-technische samenvatting Algemene gegevens. 2 Categorie van het project Niet-technische samenvatting 2016767 1 Algemene gegevens 1.1 Titel van het project Ontwikkeling en evaluatie van het gebruik van larynxmaskers tijdens anesthesie bij zoogdieren en vogels 1.2 Looptijd van

Nadere informatie

Aanvragen van een projectvergunning in het kader van de Wet op de dierproeven. Centrale Commissie Dierproeven Miranda Buitenhuis

Aanvragen van een projectvergunning in het kader van de Wet op de dierproeven. Centrale Commissie Dierproeven Miranda Buitenhuis Aanvragen van een projectvergunning in het kader van de Wet op de dierproeven Centrale Commissie Dierproeven Miranda Buitenhuis Amsterdam, 10 januari 2017 Inhoud presentatie Wanneer moet een vergunning

Nadere informatie

JAARVERSLAG Dierexperimentencommissie Diergeneeskunde en Farmaceutische Wetenschappen, Scheikunde en Biologie (DEC-DGK/FSB)

JAARVERSLAG Dierexperimentencommissie Diergeneeskunde en Farmaceutische Wetenschappen, Scheikunde en Biologie (DEC-DGK/FSB) zs Univ«sïtcU Utrecht JAARVERSLAG 2006 Dierexperimentencommissie Diergeneeskunde en Farmaceutische Wetenschappen, Scheikunde en Biologie (DEC-DGK/FSB) Dierexperimentencommissie Diergeneeskunde en Farmaceutische

Nadere informatie

JAARVERSLAG DIEREXPERIMENTENCOMMISSIE UNIVERSITEIT LEIDEN. Universiteit Leiden

JAARVERSLAG DIEREXPERIMENTENCOMMISSIE UNIVERSITEIT LEIDEN. Universiteit Leiden JAARVERSLAG 2011 DIEREXPERIMENTENCOMMISSIE UNIVERSITEIT LEIDEN Universiteit Leiden Inleiding De Dierexperimentencommissie (UDEC) toetst de onderzoeksplannen van de Universiteit Leiden waarbij sprake is

Nadere informatie

Toelichting beleidsregels 'Meldingen in het kader van een projectvergunning'

Toelichting beleidsregels 'Meldingen in het kader van een projectvergunning' Toelichting beleidsregels 'Meldingen in het kader van een projectvergunning' Achtergrond meldingen In de Wod is vastgelegd dat het verboden is een dierproef te verrichten anders dan overeenkomstig de voor

Nadere informatie

Inventaris Wob-verzoek W16-04s

Inventaris Wob-verzoek W16-04s Inventaris Wob-verzoek W16-04s wordt verstrekt weigeringsgronden nr. document reeds openbaar niet geheel deels 10.1.c 10.2.e 10.2.g 11.1 NTS 20151207 1 Aanvraagformulier x x x 2 Projectvoorstel x 3 Niet-technische

Nadere informatie

Niet - technische samenvatting

Niet - technische samenvatting Niet - technische samenvatting 2016701 1 Algemene gegevens 1.1 Titel van het project 1.2 Looptijd van het project 1.3 Trefwoorden (maximaal 5) De Rol van SMAD3 in de gevoeligheid van de Pcdh1 deficiëntee

Nadere informatie

Tussen onafhankelijkheid, controle en haalbaarheid: Het toetsen van dierexperimenteel onderzoek in praktijk

Tussen onafhankelijkheid, controle en haalbaarheid: Het toetsen van dierexperimenteel onderzoek in praktijk Tussen onafhankelijkheid, controle en haalbaarheid: Het toetsen van dierexperimenteel onderzoek in praktijk Dr. Franck Meijboom UHD Departement Dier in Wetenschap Maatschappij (fd) & Ethiek Instituut Voorzitter

Nadere informatie

Handreiking Invulling definitie project'

Handreiking Invulling definitie project' Handreiking Invulling definitie project' Inleiding In de wet op de dierproeven, artikel 1 lid b, wordt de volgende definitie van een project gegeven: een werkprogramma met een welomschreven doel dat een

Nadere informatie

NADERE MEMORIE VAN ANTWOORD

NADERE MEMORIE VAN ANTWOORD NADERE MEMORIE VAN ANTWOORD De regering heeft met belangstelling kennisgenomen van de vragen en opmerkingen van de leden van de fracties van de PVV, D66, GroenLinks, en Partij voor de Dieren, mede namens

Nadere informatie

Niet-technische samenvatting 2016489

Niet-technische samenvatting 2016489 Niet-technische samenvatting 2016489 1 Algemene gegevens 1.1 Titel van het project Van buik naar brein: de rol van darm-bacteriën in autisme en attentie-stoornissen. 1.2 Looptijd van het project 21-4-2016-21-4-2021

Nadere informatie

Degene die het project en de dierproef opzet. Wet van 12 januari 1977, houdende regelen met betrekking tot het verrichten van proeven op dieren

Degene die het project en de dierproef opzet. Wet van 12 januari 1977, houdende regelen met betrekking tot het verrichten van proeven op dieren Degene die het project en de dierproef opzet Wet van 12 januari 1977, houdende regelen met betrekking tot het verrichten van proeven op dieren 3. Dierproeven en projecten Artikel 9 Het is verboden een

Nadere informatie

3 Kunt u bevestigen dat Universiteit Maastricht nog geen besluit heeft genomen over dierproeven op labradors in de toekomst?

3 Kunt u bevestigen dat Universiteit Maastricht nog geen besluit heeft genomen over dierproeven op labradors in de toekomst? > Retouradres Postbus 20401 2500 EK Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA s-gravenhage Directoraat-generaal Agro Bezoekadres Bezuidenhoutseweg 73 2594 AC Den

Nadere informatie

Dossier: AVD

Dossier: AVD Dossier: AVD1150020184644 Aanwezig 1 NTS X 2 Aanvraagformulier X 3 Projectvoorstel X 4 Bijlage beschrijving dierproeven X 5 DEC-advies X 6 Ontvangstbevestiging X Evt. Vragen CCD aan aanvrager Nvt Evt.

Nadere informatie

JAARVERSLAG Dierxperimenten Commissie van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen. Jaarverslag DEC KNAW 2003 "Vertrouwelijk"

JAARVERSLAG Dierxperimenten Commissie van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen. Jaarverslag DEC KNAW 2003 Vertrouwelijk JAARVERSLAG 00 Dierxperimenten Commissie van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen Algemeen Sinds 990 kent de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW) een Dierexperimentencommissie

Nadere informatie

Universitair Medisch Centrum. Dierexperimentencommissie Geneeskunde (DEC-GNK)

Universitair Medisch Centrum. Dierexperimentencommissie Geneeskunde (DEC-GNK) Universitair Medisch Centrum utrecht JAARVERSLAG 2001 Dierexperimentencommissie Geneeskunde (DEC-GNK) Dierexperimentencommissie Geneeskunde UMC Utrecht, huispostnummer D 01,343, Postbus 85500, 3508 GA

Nadere informatie

Inventaris Wob-verzoek W17-09

Inventaris Wob-verzoek W17-09 Inventaris Wob-verzoek W17-09 wordt verstrekt weigeringsgronden nr. document NTS 20171006 reeds openbaar niet geheel deels 10.1.c 10.2.e 10.2.g 11.1 1 Aanvraagformulier x x x 2 NTS x 3 Projectvoorstel

Nadere informatie

0. In te vullend door de verantwoordelijke proefleider:

0. In te vullend door de verantwoordelijke proefleider: Ethische Commissie Dierproeven Retrospectieve analyse Documentversie 13/11/2017 Gelieve dit document ingevuld en ondertekend terug te sturen naar de ECD (ecd-secretariaat@minf.be) binnen de 2 maanden na

Nadere informatie

Toelichting bij format DEC-advies

Toelichting bij format DEC-advies Toelichting bij format DEC-advies De herziene Wet op de dierproeven verbiedt het uitvoeren van dierproeven voor een doel dat ook kan worden bereikt door toepassing van geaccepteerde 3Valternatieven of

Nadere informatie

nr. document NTS reeds openbaar niet geheel deels 10.1.c 10.2.e 10.2.g 11.1

nr. document NTS reeds openbaar niet geheel deels 10.1.c 10.2.e 10.2.g 11.1 Inventaris Wob-verzoek W17-18 wordt verstrekt weigeringsgronden nr. document NTS 2016563 reeds openbaar niet geheel deels 10.1.c 10.2.e 10.2.g 11.1 1 Aanvraagformulier x x x 2 Projectvoorstel x 3 Niet-technische

Nadere informatie

Samenwerken DEC s en CCD voor verantwoord proefdiergebruik

Samenwerken DEC s en CCD voor verantwoord proefdiergebruik Bijeenkomst 16 december 2015 in Driebergen Samenwerken DEC s en CCD voor verantwoord proefdiergebruik Op dit moment volgt de Centrale Commissie Dierproeven (CCD) ongeveer 70% van de adviezen van dierexperimentencommissies

Nadere informatie

JAARVERSLAG 2013. Dierexperimentencommissie Beroepsonderwijs Nederland

JAARVERSLAG 2013. Dierexperimentencommissie Beroepsonderwijs Nederland JAARVERSLAG 2013 Dierexperimentencommissie Beroepsonderwijs Nederland DEC BON DEC BON DEC BON DEC BON DEC BON DEC BON DEC BON DEC BON DEC BON DEC BON DEC BON DEC BON DEC BON DEC BON DEC BON DEC BON DEC

Nadere informatie

Datum ontvangst DEC: 12 september 2011 DEC nr: 3162 DIEREXPERIMENTENCOMMISSIE TNO AANMELDINGSFORMULIER VOOR EEN NIEUW ONDERZOEKSPLAN

Datum ontvangst DEC: 12 september 2011 DEC nr: 3162 DIEREXPERIMENTENCOMMISSIE TNO AANMELDINGSFORMULIER VOOR EEN NIEUW ONDERZOEKSPLAN TNO-voorschrift DEC/00 F0 versie 4 5 september 00 Zou - /7 Datum ontvangst DEC: september 0 DEC nr: 6 DIEREXPERIMENTENCOMMISSIE TNO AANMELDINGSFORMULIER VOOR EEN NIEUW ONDERZOEKSPLAN Dit formulier dient

Nadere informatie

Patiënten informatiebrief

Patiënten informatiebrief Patiënten informatiebrief Landelijk onderzoek naar patiënten met trombocytopathie in Nederland Geachte mevrouw/mijnheer, Trombocytopathie in Nederland (TiN) Wij vragen u vriendelijk om mee te doen aan

Nadere informatie

Proefdieren in de wetenschap VU & VUmc

Proefdieren in de wetenschap VU & VUmc Proefdieren in de wetenschap VU & VUmc jaarverslag dierproeven 2013 De VU en VUmc doen onderzoek met behulp van proefdieren. Dat gebeurt met zeer goede redenen en op een verantwoorde manier. Over het gebruik

Nadere informatie

Aanvraagformulier Subsidieregeling veerkrachtig bestuur Noord-Brabant Projectsubsidie

Aanvraagformulier Subsidieregeling veerkrachtig bestuur Noord-Brabant Projectsubsidie Alle vragen dienen volledig te worden ingevuld voor zover de subsidievereisten op u of uw project van toepassing zijn. Stuur het ingevulde formulier met bijlagen naar: Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Nadere informatie

Type 2 diabetes, obesitas, metabool syndroom, epigenetica, metabool programmeren

Type 2 diabetes, obesitas, metabool syndroom, epigenetica, metabool programmeren Niet-technische samenvatting 2016484 1 Algemene gegevens 1.1 Titel van het project Het ontrafelen van het mechanisme achter metabool programmeren door voeding vroeg in het leven 1.2 Looptijd van het project

Nadere informatie

Beleid aanschaf en fok van proefdieren

Beleid aanschaf en fok van proefdieren Beleid aanschaf en fok van proefdieren Inhoudsopgave 1 Inleiding... 1 2 Doel... 2 3 Toepassingsgebied... 2 4 Algemene richtlijnen... 2 4.1 Aanschaf of fok... 2 4.2 Projectvergunning en werkprotocol...

Nadere informatie

nr. document NTS reeds openbaar niet geheel deels 10.1.c 10.2.e 10.2.g 11.1

nr. document NTS reeds openbaar niet geheel deels 10.1.c 10.2.e 10.2.g 11.1 Inventaris Wob-verzoek W17-18 wordt verstrekt weigeringsgronden nr. document NTS 2015158 reeds openbaar niet geheel deels 10.1.c 10.2.e 10.2.g 11.1 1 Aanvraagformulier x x x 2 Projectvoorstel x 3 Niet-technische

Nadere informatie

nr. document NTS reeds openbaar niet geheel deels 10.1.c 10.2.e 10.2.g 11.1

nr. document NTS reeds openbaar niet geheel deels 10.1.c 10.2.e 10.2.g 11.1 Inventaris Wob-verzoek W17-18 wordt verstrekt weigeringsgronden nr. document NTS 2016646 reeds openbaar niet geheel deels 10.1.c 10.2.e 10.2.g 11.1 1 Aanvraagformulier x x x 2 Projectvoorstel x 3 Niet-technische

Nadere informatie

Ethisch toetsingskader voor proefdiergebruik

Ethisch toetsingskader voor proefdiergebruik Ethisch toetsingskader voor proefdiergebruik Praktische handreiking voor Dierexperimentencommissies Inleiding Het uitgangspunt van de Wet op de dierproeven (Wod) is dat dieren een intrinsieke waarde hebben

Nadere informatie

Patiënten informatiebrief

Patiënten informatiebrief Patiënten informatiebrief Landelijk onderzoek naar patiënten met trombocytopathie in Nederland Geachte mevrouw/mijnheer, Trombocytopathie in Nederland (TiN) Wij vragen u vriendelijk om mee te doen aan

Nadere informatie

Aanvraag Projectvergunning Dierproeven Administratieve gegevens

Aanvraag Projectvergunning Dierproeven Administratieve gegevens 1 Centrale Commissie Dierproeven Aanvraag Projectvergunning Dierproeven Administratieve gegevens U bent van plan om één of meerdere dierproeven uit te voeren. Met dit formulier vraagt u een vergunning

Nadere informatie

Dossier: AVD

Dossier: AVD Dossier: AVD1080020185327 Aanwezig 1 NTS X 2 Aanvraagformulier X 3 Projectvoorstel X 4 Bijlage beschrijving dierproeven X 5 DEC-advies X 6 Ontvangstbevestiging X Evt. Vragen CCD aan aanvrager X Evt. antwoorden

Nadere informatie

Alternatieven voor dierproeven. dierproeven. Alternatieven voor. dierproeven. Wat zijn dierproeven?

Alternatieven voor dierproeven. dierproeven. Alternatieven voor. dierproeven. Wat zijn dierproeven? Alternatieven voor Alternatieven voor Jan van der Valk 3V-Centrum ULS / NKCA Dept. Dier in Wetenschap en Maatschappij Fac. Diergeneeskunde Universiteit Utrecht Wat zijn? Alternatieven voor 1 Wat zijn?

Nadere informatie

Jaarverslag 2016 Dierexperimentencommissie Rijksuniversiteit Groningen

Jaarverslag 2016 Dierexperimentencommissie Rijksuniversiteit Groningen Jaarverslag 2016 Dierexperimentencommissie Rijksuniversiteit Groningen Adressen post e-mail internet Ant. Deusinglaan 1, huiscode FA29 9713 AV Groningen secrdec.umcg@umcg.nl (secretariaat) www.rug.nl/umcg/dec

Nadere informatie

Verklaring van Belangen

Verklaring van Belangen Verklaring van Belangen Algemeen Titel(s) Prof. Dr. Voornaam Ludo J. Tussenvoegsels Achternaam Functie Hellebrekers X voorzitter O lid Korte omschrijving huidige werkzaamheden Sinds 18 december 2014 lid

Nadere informatie

Inventaris Wob-verzoek W15-12

Inventaris Wob-verzoek W15-12 Inventaris Wob-verzoek W15-12 wordt verstrekt weigeringsgronden nr. document reeds openbaar niet geheel deels 10.1.c 10.2.e 10.2.g 11.1 NTS 2015169 1 Aanvraagformulier x x x 2 Ontvangstbevestiging x x

Nadere informatie

Aanmeldingsformulier voor proeven met gewervelde dieren.

Aanmeldingsformulier voor proeven met gewervelde dieren. Aanmeldingsformulier voor proeven met gewervelde dieren. Secretariaat DEC Aanvrager: Afdeling: Titel dierproef: Practicum ANU30806: Invloed koolhydraten en vetten op de energiestofwisseling bij varkens

Nadere informatie

Ethisch toetsingskader voor proefdiergebruik Praktische handreiking voor Dierexperimentencommissies

Ethisch toetsingskader voor proefdiergebruik Praktische handreiking voor Dierexperimentencommissies Ethisch toetsingskader voor proefdiergebruik Praktische handreiking voor Dierexperimentencommissies Inleiding Het uitgangspunt van de Wet op de dierproeven (Wod) is dat dieren een intrinsieke waarde hebben

Nadere informatie

Aanvraag projectvergunning dierproeven

Aanvraag projectvergunning dierproeven Toelichting op de te gebruiken formulieren voor de aanvraag van een projectvergunning In deze toelichting wordt puntsgewijs ingegaan op elk van de drie onderdelen van de aanvraag voor een projectvergunning:

Nadere informatie

Taken en verantwoordelijkheden in de proefdierketen

Taken en verantwoordelijkheden in de proefdierketen Taken en verantwoordelijkheden in de proefdierketen Inleiding Doel van deze notitie is om te beschrijven welke spelers er in de proefdierketen van de UU en het UMC Utrecht onderscheiden kunnen worden en

Nadere informatie

Aanvraag voor toegang tot microdata

Aanvraag voor toegang tot microdata Aanvraag voor toegang tot microdata versie 1 januari 2017 Een instelling die voor onderzoeksdoeleinden toegang tot CBS microdata wil verkrijgen dient daarvoor een aanvraag in te dienen. De toegang kan

Nadere informatie

Is er sprake van een actie?

Is er sprake van een actie? 2 Welke deskundigheid wordt geclaimd? Vraag 3 Voldoet de persoon aan die deskundigheid? ^ m Hogeschool van Utrecht, certificaat art 12 opleiding en certificaat aangewezen cursus proefdierkunde. 31-aug-2010

Nadere informatie

Proefdieren in Vlaanderen in 2016 uitgedrukt in cijfers

Proefdieren in Vlaanderen in 2016 uitgedrukt in cijfers Proefdieren in Vlaanderen in 216 uitgedrukt in cijfers 1. Hoeveel en welke dieren werden er gebruikt voor dierproeven? In 216 werden in Vlaanderen 245.758 dierproeven uitgevoerd in de 126 erkende laboratoria.

Nadere informatie

Inventaris Wob-verzoek W16-19S. nr. document reeds openbaar niet geheel deels 10.1.c 10.2.e 10.2.g 11.1 NTS

Inventaris Wob-verzoek W16-19S. nr. document reeds openbaar niet geheel deels 10.1.c 10.2.e 10.2.g 11.1 NTS Inventaris Wob-verzoek W16-19S wordt verstrekt weigeringsgronden nr. document reeds openbaar niet geheel deels 10.1.c 10.2.e 10.2.g 11.1 NTS2016501 1 Aanvraagformulier x x x 2 Projectvoorstel oud x 3 Niet-technische

Nadere informatie

Jaarverslag 2017 Dierexperimentencommissie Rijksuniversiteit Groningen

Jaarverslag 2017 Dierexperimentencommissie Rijksuniversiteit Groningen Jaarverslag 2017 Dierexperimentencommissie Rijksuniversiteit Groningen Adressen post internet Ant. Deusinglaan 1, huiscode FA29 9713 AV Groningen www.rug.nl/umcg/dec Introductie Het jaar 2017 was het laatste

Nadere informatie

2 Gegevens subsidieaanvraag Dag Maand Jaar. Aanvraagformulier subsidie 2019 Regeling palliatieve terminale zorg

2 Gegevens subsidieaanvraag Dag Maand Jaar. Aanvraagformulier subsidie 2019 Regeling palliatieve terminale zorg BIJLAGE I Aanvraagformulier PTZ 2019 Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Aanvraagformulier t.b.v. een subsidieverstrekking 2019 in het kader van de Regeling palliatieve terminale zorg PTZ2019

Nadere informatie

7,4. Keuzeopdracht door een scholier 1316 woorden 25 maart keer beoordeeld. - Wat zijn proefdieren eigenlijk?

7,4. Keuzeopdracht door een scholier 1316 woorden 25 maart keer beoordeeld. - Wat zijn proefdieren eigenlijk? Keuzeopdracht door een scholier 1316 woorden 25 maart 2003 7,4 24 keer beoordeeld Vak ANW - Wat zijn proefdieren eigenlijk? Een dierproef is een experiment waarbij (levende) dieren worden gebruikt voor

Nadere informatie

Beleid surplus-proefdieren, hergebruik en herplaatsing

Beleid surplus-proefdieren, hergebruik en herplaatsing Beleid surplus-proefdieren, hergebruik en herplaatsing Inleiding Surplus-proefdieren De term surplus-proefdieren verwijst naar dieren die in proeven of voor fokactiviteiten gebruikt zijn en niet (langer)

Nadere informatie