(UPDATE 15 AUGUSTUS 2013)

Transcriptie

1 I ACTUELE NATUURWAARDEN (UPDATE 15 AUGUSTUS 2013) Onderstaand wordt ingegaan op de natuurwaarden in en om de gemeente Eersel. De informatie is gevisualiseerd op de natuurwaardenkaart, opgenomen onder dit tabblad. Ook wordt ingegaan op het verspreidingsgebied van de soorten en de regionale staat van instandhouding. Aan de hand van de natuurwaardenkaart dient voor de aanvang van de geplande beheerwerkzaamheden of tijdens de planvorming in het kader van ruimtelijke ontwikkelingen te worden bekeken of in het gebied beschermde soorten voorkomen. Het kan zijn dat de gegevens op de kaart verouderd zijn. Het is daarom raadzaam om vooraf altijd te controleren (onder het tabblad te verwerken natuurwaardengegevens) of er nieuwe gegevens bekend zijn in relatie tot het voorgenomen project. ACTUELE NATUURWAARDE N - GEBIEDEN Het gaat bij gebiedsbescherming om gebieden die zijn aangewezen als Natura 2000-gebied (Habitat- en vogelrichtlijngebied) of als Beschermd Natuurmonument (Natuurbeschermingswet). Daarnaast worden ook gebieden behandeld die niet beschermd zijn, maar wel een bepaalde status hebben, bijvoorbeeld de Ecologische Hoofdstructuur. In en nabij deze gebieden is de kans op het aantreffen van beschermde flora en fauna (en daarmee het risico op overtreding van de Flora- en faunawet) groter als daarbuiten. Beschermde gebieden (Natura2000 en Beschermde Natuurmonumenten) Wanneer het uitvoeringsgebied onderdeel uitmaakt van- of de werkzaamheden een significant negatief effect hebben op een Natura 2000 gebied of Beschermd Natuurmonument, dient buiten de gedragscode ook het kader behorende bij dit gebied (onder andere het gebiedsbeheerplan) voor het uitvoeringstraject gehanteerd te worden. In de gemeente Eersel en in de directe omgeving van de gemeente bevinden zich twee Natura 2000 gebieden, het habitat- en vogelrichtlijngebied Leenderbos, Groote Heide & Plateaux en het habitatrichtlijngebied Kempenland-West. Nationale Parken, Nationale Landschappen of gebieden die zijn aangewezen als beschermd Natuurmonument zijn niet in de gemeente aanwezig. Leenderbos, Groote Heide & Plateaux Dit vogel- en habitatrichtlijngebied bestaat uit diverse deelgebieden in de Noord-Brabantse Kempen en wordt beheerd door Staatsbosbeheer, Natuurmonumenten en Brabants Landschap. Het vormt een geheel van heidevelden, beekdalen, visvijvers, vloeivelden en bossen. De beek de Run welke tot het Natura 2000 gebied behoort, ligt precies op de gemeentegrens van Eersel. De Run maakt onderdeel uit van het leefgebied van de drijvende waterweegbree in de Kempense beken en heeft plaatselijk een meanderend karakter. Overige gebieden die tot het Natura 2000 gebied behoren zijn buiten de gemeente gelegen. I N T E G R A L E L E I D R A A D I N H E T K A D E R R V A N D E F F W

2 Drijvende waterweegbree De Run Leenderbos, Groote Heide & Plateaux (geel), gebieden gemeente Eersel (rood) Groot Meer (Buikheide) De kleine Beerze, ten noorden van Vessem Kempenland-West (geel), gebieden gemeente Eersel (rood) De kleine Beerze, ten zuiden van Vessem I N T E G R A L E L E I D R A A D I N H E T K A D E R V A N D E F F W

3 Kempenland-West Ook het habitatrichtlijngebied Kempenland-West bestaat uit verspreid liggende delen, met van west naar oost de Rovertse Heide, Mispeleindsche Heide, Neterselsche Heide, Landschotsche Heide en het Groot- en Kleinmeer. Het betreffen heide- en vennengebieden met daartussen meanderende lopen van de laaglandbeken Reusel, Groote Beerze en Kleine Beerze. Dit gebied is in eigendom en beheer van Brabants Landschap, Staatsbosbeheer, Rijkswaterstaat, Waterschap de Dommel, ASR Verzekeringen, van Puijenbroek, landgoed Wellenseind en enkele andere particuliere (landgoed) eigenaren. Het grootste deel van dit Natura 2000 gebied is buiten de gemeente Eersel gelegen. Binnen de gemeente Eersel vallen het Groot- en Kleinmeer (voormalig Beschermd Natuurmonument) en de loop van de Kleine Beerze. Het Groot- en Kleinmeer bestaat uit voormalige heidevennen te midden van een groot bosgebied. Het gebied kenmerkt zich door waardevolle vegetaties die gebonden zijn aan voedselarme wateren, welke zich kunnen handhaven door de inlaat van kalkrijk water afkomstig van het pompstation Vessem. Ook komt in dit gebied een populatie van de streng beschermde heikikker voor. De Kleine Beerze loopt voornamelijk door agrarisch gebied en is daarom voor een groot gedeelte gekanaliseerd. De Kleine Beerze is recentelijk deels heringericht over een lengte van ongeveer vijf kilometer ten zuiden van Vessem, stroomopwaarts tot aan Den Aard. Externe werking De bescherming van Natura 2000 gebieden strekt verder dan de gebiedsgrenzen. Dit omdat niet alleen activiteiten in een Natura 2000 gebied invloed hebben op de staat van instandhouding van het gebied, maar ook activiteiten die buiten het gebied plaatsvinden natuurwaarden in het gebied kunnen beïnvloeden. Dit wordt de externe werking van Natura-2000 gebieden genoemd. De externe werking is van belang voor activiteiten die de doelstellingen van het gebied schade kunnen toebrengen. De grootte van de externe werking hangt af van de activiteit en de kwetsbaarheid van het Natura 2000 gebied. Voor welke factoren gebieden kwetsbaar zijn, verschilt per gebied. Dit wordt opgenomen in het beheerplan van het betreffende Natura 2000 gebied. Het concept beheerplan voor het Natura 2000 gebied Leenderbos, Groote Heide & Plateaux is naar verwachting tegen het einde van 2011 beschikbaar ( Voor het Natura 2000 gebied Kempenland- West is reeds een concept beheerplan beschikbaar welke is opgesteld door de provincie en is te downloaden op de website De provincie heeft dit concept beheerplan op 1 september 2009 aangeboden aan het ministerie van EL&I. Wanneer de beheerplannen definitief zijn vastgesteld, dient de leidraad te worden bijgewerkt met de gegevens omtrent de externe werking. Voor het Groot- en Kleinmeer, dat deel uitmaakt van het Natura 2000 gebied Kempenland- West, kan daarnaast de beheervisie Groot- en Kleinmeer , opgesteld in opdracht van de gemeente Eersel en provincie Noord Brabant, geraadpleegd worden. I N T E G R A L E L E I D R A A D I N H E T K A D E R R V A N D E F F W

4 Niet beschermde gebieden met bijzondere status: Ecologische hoofdstructuur (EHS) Naast de bovengenoemde beschermde Natura 2000 gebieden, maakt een groot deel van het buitengebied van de gemeente Eersel deel uit van de Ecologische Hoofdstructuur (EHS). De status van deze gebieden is in het provinciaal beleid vastgelegd. Deze gebieden zijn ook weergegeven op de Natuurwaardenkaart. De belangrijkste (en de relatief grote) gebieden zijn: De Postelse Heide, in het zuidelijkste deel van Eersel, is in beheer van Staatsbosbeheer en sluit aan op de Catierheide. Het betreft een groot naaldbos- en heidegebied met verspreid enkele vennen. Sinds de jaren 30 werd dit gebied aangeplant en gebruikt voor houtproductie. Staatsbosbeheer probeert op eigen terrein een heideterrein terug te krijgen middels begrazing, plaggen en de bossen op een natuurlijke wijze te laten ontwikkelen. Een groot deel van het gebied is echter in eigendom van de gemeente. Hier zal geïntegreerd bosbeheer blijven worden toegepast. De vennen in het gebied vormen geschikt leefgebied voor amfibieën en de bossen zijn geschikt voor bosvogels zoals spechten. Horsten van roofvogels zijn tevens in het gebied aanwezig. De verschillende bosgebieden rondom de kernen van Steensel en Knegsel, vormen een bijna aaneengesloten geheel. Het betreft de gebieden Grootgoor (ten zuidoosten van Steensel), Sprankelse bossen (tussen Steensel en Veldhoven), Wolfhoeksche Heide/ Oeyenbosch (in de driehoek Veldhoven dorp Knegsel- Steensel), Molenvelden (ten noorden van Knegsel) en Knegselse Heide (ten westen van Knegsel). Het Groot Goor is een smal, langgerekt gebied dat ligt in het beekdal van de Run. Het is een nat gebied met bomen als zwarte els en berk, met een ondergroei van varens en braam. De Sprankelse bossen verder naar het Noorden bestaan uit loof- en naaldbos, met soorten als berk, zomereik, dougslasspar en grove den. De Wolfhoeksche Heide, het Oeyenbosch, de Knegselsche Heide en de Molenvelden bestaan uit boscomplexen met naaldbos en plaatselijk gemengd bos. Soorten als grove den, douglasspar en Amerikaanse eik komen veel voor. Deze bossen hebben onder andere houtproductie als functie en hebben een beperkte natuurwaarde. Wel zijn de bossen waardevol voor broedvogels en zijn er verschillende spechten waargenomen. De Buikheide, gelegen tussen Vessem en Wintelre, is een boscomplex met enkele heiderestanten en vennen. Het Groot- en Kleinmeer is een Natura 2000 gebied. De omliggende boscomplexen vallen niet onder de Natuurbeschermingswet maar maken wel onderdeel uit van de EHS. Het Rouwven ten noorden van de Buikheide. Hier komt de streng beschermde heikikker voor en de overig beschermde klokjesgentiaan. Daarnaast komen waardevolle soorten voor als het gentiaanblauwtje, heidekartelblad en moerassprinkhaan. De boscomplexen tussen Middelbeers en Vessem, ten westen van de Stroomkesberg en de Lantie. Deze bossen bestaan voornamelijk uit productiebossen met naaldhout en plaatselijk ook loofhout en hebben een ondergroei van struiken en varens. De bossen zijn geschikt voor kleine zoogdieren en broedvogels. In de omgeving van de bossen is tijdens het veldbezoek twee keer een buizerd aangetroffen (overvliegend). Het bosgebied ten zuidwesten van Duizel, bij de Donksbergen en motorcrossterrein De Ketelberg. Dit gebied bestaat uit een dicht naaldbos afgewisseld met meer open bebossing met een ondergroei van varens en brem. Wolfhoeksche Heide Buikheide Ondergroei varens ing. Van Meelweg Bosgebied ten zuidwesten van Duizel I N T E G R A L E L E I D R A A D I N H E T K A D E R V A N D E F F W

5 Sommige gedeelten zijn erg nat. Het gebied is vooral geschikt voor broedvogels en spechten. Waardevolle groen- en waterstructuren zonder beschermingsstatus Dit zijn waardevolle gebieden die naast hun eigen waarde, ook de trefkans van beschermde soorten (in de gemeentelijke groenvoorzieningen) in de directe omgeving groter maken, met als gevolg dat risico s in het kader van de Flora- en faunawet kunnen ontstaan. Wethouder Poeliejoepark Spechtholte Wethouder Poeliejoepark Parkachtig bos Verruigd grasland bij Areven Plantsoen langs de mgr. De Haasstraat Op de Natuurwaardenkaart zijn waardevolle groen- en waterstructuren aangegeven (welke in de regel in of dicht bij de bebouwde kom gelegen zijn) waar de kans relatief groot is dat bij werkzaamheden risico s ten aanzien van flora en fauna ontstaan. Het betreft de volgende gebieden: Het wethouder Poeliejoepark in de kern van Eersel bestaat uit een vijver, gazon en een parkachtig bos met daarin enkele dikke bomen met spleten welke geschikt zijn voor vleermuizen. Ook zijn in deze bomen spechtenholten aangetroffen. De vijver is geschikt voor wilde eenden. Amfibieën zijn hier niet te verwachten omdat wateren oevervegetatie ontbreekt. Het Areven in de kern Eersel bestaat uit een vijver, gazon, bosplantsoen en een klein parkachtig bos. Het park is vooral geschikt voor algemene kleine zoogdieren (zoals muizen) en broedvogels (zoals merel en houtduif). Nabij het park is een verruigd grasland met enkele struwelen gelegen, wat een geschikt biotoop vormt voor kleine zoogdieren en struweelvogels. Langs de provinciale weg N397 in de kern van Eersel bevindt zich een bomenrij met een verhoogd risico op broedvogels en welke mogelijk een migratieroute vormt voor vleermuizen. In de kern van Eersel bevindt zich langs de mgr. De Haasstraat (ten noorden van de Goabertstraat) een lijnvormig plantsoen met voornamelijk boomvormers en (ten zuiden van de Goabertstraat) een parkachtig bos, vooral waardevol voor broedvogels als kraai en merel. In de kern van Eersel bevindt zich ten westen van de Helsbeemd een gebied met ruigtevegetatie, struwelen en bosplantsoen, waardevol voor weidevogels en struweelvogels. In de kern van Knegsel, ten zuiden van de Kerkbeemd bevindt zich een jong dennebos met een ondergroei van klimop, waardevol voor broedvogels en kleine zoogdieren. Het gebied vormt mogelijk een geschikt leefgebied voor de eekhoorn en de grote bonte specht. In het zuiden van de kern Vessem bevinden zich gemeentelijke bossen maar ook woningen met privétuinen die het karakter hebben van een woonbos. Samen vormen deze een aaneengesloten groen gebied, voornamelijk geschikt voor kleine zoogdieren en broedvogels. In de kern van Vessem, ten westen van de Flinkert, bevindt zich langs het grasveld een bomengroep met ondergroei van hulst, klimop en verspreid de algemeen beschermde gewone vogelmelk. Dit gebied is daarom waardevol voor vaatplanten en broedvogels. Ten noorden van Steensel bevindt zich het Haoneven. Dit is een waardevol gebied waar algemeen beschermde amfibieën als kleine watersalamander en de overige beschermde plant kleine zonnedauw voorkomen. Daarnaast groeien er waardevolle onbeschermde planten zoals de voor de Brabantse Kempen bijzonder zeldzame witte waterranonkel. I N T E G R A L E L E I D R A A D I N H E T K A D E R R V A N D E F F W

6 ACTUELE NATUURWAARDE N - SOORTEN De verzameling van soortgegevens ten behoeve van de Natuurwaardenkaart heeft op twee manieren plaatsgevonden. Allereerst is een bron- en literatuurstudie uitgevoerd voor de gehele gemeente. Vervolgens is de gehele gemeente geïnventariseerd op kansrijke locaties voor de aanwezigheid van beschermde soorten. Tijdens de inventarisatie is gelet op het (mogelijk) voorkomen van beschermde plant- en diersoorten. Hieronder worden de bevindingen per soortgroep besproken. Vleermuizen In de literatuur worden voor de gemeente Eersel zeven soorten vleermuizen gemeld. Alle soorten vleermuizen zijn volgens de Flora- en faunawet streng beschermd. Afhankelijk van de soort maken vleermuizen gebruik van openingen in oudere gebouwen en/of bomen om te gebruiken als vaste rust- en verblijfplaats. Gebouwbewonende vleermuizen Typische gebouwbewonende vleermuissoorten die voorkomen in de gemeente Eersel zijn de gewone dwergvleermuis, de gewone grootoorvleermuis, de laatvlieger en de meervleermuis. De voorkeur van gebouwbewonende vleermuizen gaat uit naar oudere gebouwen met dakpannen en spouwmuren. Desondanks kunnen ook nieuwere gebouwen door vleermuizen worden gebruikt. Belangrijk is dat er toegangsmogelijkheden aanwezig moeten zijn voor vleermuizen. Hierbij worden de kleinste openingen gebruikt om binnen te komen en te overnachten en/of te overwinteren. Huizen met dakpannen en spouwmuren zijn zowel te vinden binnen de bebouwde kom van de gemeente Eersel als in de boerderijen in het buitengebied. Ook dakbeschotten, houten schuren en zolders zijn van belang voor vleermuizen. Om de Natuurwaardenkaart overzichtelijk te houden is niet elk potentieel geschikt gebouw aangegeven. Het is van belang om bij elk gebouw met dakpannen en spouwmuren rekening te houden met de mogelijkheid dat een vaste rust- of verblijfplaats van vleermuizen aanwezig kan zijn. Gewone dwergvleermuis Watervleermuis Boombewonende vleermuizen Typische boombewonende soorten die voorkomen in de gemeente Eersel zijn de ruige dwergvleermuis, rosse vleermuis en de watervleermuis. Dit kan worden opgemaakt uit verspreidingsgegevens uit de atlas van de Nederlandse Vleermuizen (1997). De rosse vleermuis is in 2009 nog waargenomen in het gebied de Buikheide ( De boombewonende vleermuissoorten maken gebruik van openingen in de vorm van onder andere holtes en spleten in bomen, die kunnen dienen als vaste rust- en verblijfplaats. Als winterverblijfplaats gebruiken deze soorten vaak gebouwen, vleermuiskasten en landhoofden van bruggen. In de gemeente zijn, vooral binnen de bebouwde kom maar ook in het buitengebied, op veel locaties dikke bomen aanwezig met mogelijkheden voor verblijfplaatsen van vleermuizen. Holten in bomen I N T E G R A L E L E I D R A A D I N H E T K A D E R V A N D E F F W

7 Migratieroutes Om te migreren zijn vleermuizen afhankelijk van lijnvormige elementen in het landschap, bijvoorbeeld een bomenrij of een bomenlaan. In het geval een migratieroute structureel van belang is voor de aanwezige vaste rust- en verblijfplaatsen, zijn deze eveneens beschermd door de Flora- en faunawet. Het gaat bijvoorbeeld om verbindingen tussen verblijflocaties en belangrijke foerageergebieden. Grondgebonden zoogdieren Uit het bron- en literatuuronderzoek blijkt dat binnen de gemeente Eersel geen streng beschermde zoogdieren voorkomen. Wel is recentelijk (o.a. in 2013) de overig beschermde eekhoorn ter plaatse van verschillende boscomplexen in de gemeente waargenomen en is bij de Wolfhoeksche Heide verscheidene malen melding gemaakt van een steenmarter ( Het leefgebied van de eekhoorn bestaat voornamelijk uit naaldbossen en gemengde bossen waarin naaldbomen overheersen. Ook komen ze voor in parken en tuinen. Steenmarters komen voornamelijk voor in gebieden met kleinschalige landbouw met de aanwezigheid van groenstroken, heggen, bosjes, greppels en bermen, doorgaans in de buurt van bebouwing. Algemeen beschermde soorten als egel, mol en muizen komen binnen de bebouwde kom voor. Soorten als ree, vos, konijn, wezel, bunzing, haas zijn meer in het buitengebied te verwachten. Van deze soorten zijn alleen concentraties op de Natuurwaardenkaart aangegeven. Voor algemeen beschermde soorten hoeft geen ontheffing te worden aangevraagd, ook wanneer niet gewerkt wordt volgens een gedragscode. Wel is de zorgplicht van toepassing. Vogels De bescherming van vogels is gericht op de aan- of afwezigheid van broedgevallen. Verblijfplaatsen van vogels die hun verblijfplaats het hele jaar door gebruiken of elk jaar terugkeren naar hetzelfde nest, zijn jaarrond beschermd. Dit geldt voor een relatief klein aantal soorten. De meeste vogels maken elk broedseizoen een nieuw nest of zijn in staat om een nieuw nest te maken. Omdat voor deze soorten geldt dat deze het nest eenmalig gebruiken, vallen dergelijke nesten alleen tijdens het gebruik van vogels onder de bescherming van artikel 11 van de Flora- en faunawet. Voor deze soorten is geen ontheffing nodig, mits het nest is verlaten. De Flora- en faunawet onderscheid vijf categorieën vaste nesten. Op de categorieën 1 tot en met 4 van de vaste nesten gelden de verbodsbepalingen van artikel 11 van de Flora- en faunawet het gehele seizoen. In categorie 5 vallen soorten, waarvan de nesten in principe niet jaarrond beschermd zijn (met uitzondering van gevallen waarbij zwaarwegende ecologische feiten van toepassing zijn), maar wel een inventarisatie gewenst is. Zie bijlage 2 voor een uitgebreidere omschrijving. Hieronder worden de soorten die voorkomen in de gemeente Eersel uit bovenstaande categorieën beschreven. I N T E G R A L E L E I D R A A D I N H E T K A D E R R V A N D E F F W

8 Categorie 1 Volgens literatuuronderzoek komt de steenuil voor in de gemeente Eersel (Atlas van de Nederlandse broedvogels, ). Ook zijn een aantal recente waarnemingen van minder dan vijf jaar geleden gemeld op Op plaatsen waar veel steenuilen zijn waargenomen, is op de natuurwaardenkaart aangegeven dat er een territorium van steenuil aanwezig is. Omdat steenuilen een klein territorium hebben, is de kans groot dat ze hier in de buurt ook verblijven. De exacte nestlocatie is vaak echter onduidelijk. Steenuilen leven in half open, veelal kleinschalige landschappen, met heggen, houtwallen en (knot)bomenrijen en broeden in holen, bijvoorbeeld in knotwilgen en schuren. Categorie 2 De gierzwaluw en huismus zijn typische gebouwbewoners, die onder andere onder dakpannen en aan gevels broeden. Uit literatuuronderzoek blijkt dat deze soorten in de gemeente Eersel voorkomen l (Atlas van de Nederlandse broedvogels, ). Het leefgebied van de roek bestaat uit open akker- en weideland, afgewisseld met bomen, bosjes, boomrijen en heggen. De roek broedt vooral in de kruinen van hoge loofbomen en komt voornamelijk voor in het buitengebied van de gemeente Eersel. Categorie 3 Volgens de atlas Nederlandse broedvogels ( ) komt de kerkuil voor in de gemeente Eersel. Het leefgebied van de kerkuil bestaat uit half- open landschappen waaronder steden, dorpen en landbouwgronden. Als nestlocatie maakt de kerkuil gebruik van boomholten, schuren en bijgebouwen. Huismus Categorie 4 Volgens de Atlas van Nederlandse Broedvogels ( ) en recente waarnemingen van minder dan vijf jaar oud op komen de boomvalk, buizerd, havik, ransuil, sperwer en wespendief voor in de gemeente Eersel. De havik, boomvalk en ransuil komen met name voor in het natuurgebied Buikheide. De havik komt ook voor bij de Postelse Heide. De buizerd is in verschillende boscomplexen in de gemeente Eersel waargenomen, zoals de Buikheide, Wolfhoeksche Heide en de Postelse Heide. Ook tijdens het veldbezoek is twee keer een overvliegende buizerd waargenomen, beide in de nabijheid van de boscomplexen ten noordwesten van Vessem. De sperwer is meerdere malen waargenomen bij de Wolfhoeksche Heide. Daarnaast zijn verspreid in de gemeente Eersel enkele waarnemingen van de wespendief bekend ( Roek Met uitzondering van de wespendief, is de kans groot dat deze soorten in de gemeente Eersel broeden. Van de wespendief zijn namelijk maar enkele waarnemingen bekend en dit betreffen geen voorjaarswaarnemingen. De bovengenoemde vogelsoorten zullen hoofdzakelijk in de wat grotere bosgebieden in het buitengebied broeden of aan de randen van de bebouwde kom. De kans om deze aan te treffen in of nabij bomen in de bebouwde kom, is van de sperwer het grootst. Categorie 5 Vogels die tot categorie 5 behoren en in de gemeente Eersel (mogelijk) voorkomen als broedvogel zijn de boerenzwaluw, bonte vliegenvanger, boomklever, boomkruiper, bosuil, ekster, gekraagde roodstaart, grauwe vliegenvanger, groene specht, grote bonte specht, huiszwaluw, ijsvogel, kleine bonte specht, koolmees, oeverzwaluw, pimpelmees, spreeuw, tapuit, torenvalk, zwarte kraai, zwarte mees, zwarte roodstaart en de zwarte specht (Atlas I N T E G R A L E L E I D R A A D I N H E T K A D E R V A N D E F F W

9 van de Nederlandse broedvogels, ). Voor het grootste deel van deze soorten geldt dat deze dermate algemeen zijn in de gemeente en directe omgeving, dat vernieling van buiten gebruik zijnde nesten geen van belang zijnde schade zal toebrengen aan de voorkomende lokale populaties van deze soorten. Typische soorten van beboste gebieden zijn de boomklever, boomkruiper, bosuil en spechten. Tijdens veldbezoek zijn in de boscomplexen verspreid over de gemeente verschillende grote bonte spechten waargenomen. Ook zijn holten van spechten in bomen binnen de bebouwde kom aangetroffen, zoals in het Wethouder Poeliejoepark. De oeverzwaluw is een koloniebroeder die de nestpijpen vaak in (tijdelijke) gronddepots maakt. Het is een pioniersoort die zich plotseling kan vestigen en even snel weer kan verdwijnen. Kolonies van de oeverzwaluw zijn gedurende het veldbezoek niet aangetroffen. Indien men tijdens werkzaamheden te maken krijgt met kolonies of nesten van de oeverzwaluw dient de situatie door een ter zake deskundige goed te worden beoordeeld. Vissen Uit het bron- en literatuuronderzoek blijkt dat binnen de gemeente Eersel de kleine modderkruiper (overig beschermd), het bermpje (sinds 1 juli 2010 niet meer beschermd), de grote modderkruiper (streng beschermd) en de beekprik (streng beschermd) mogelijk voorkomen (verspreidingsonderzoek vissen, 2009). Kleine modderkruipers komen in een groot aantal watertypen voor, zoals sloten, beekjes en meren. Het bermpje en heeft de voorkeur voor ondiepe, langzaam stromende beken. Zowel de kleine modderkruiper als het bermpje zijn typische bodemsoorten. Mogelijk komen de kleine modderkruiper en het bermpje in de gemeente Eersel voor in de Kleine Beerze. Voor het Natura 2000-gebied Kempenland-West waar de Kleine Beerze toe behoort, is de kleine modderkruiper één van de doelsoorten. De beekprik komt voor in natuurlijke beken met een afwisseling van snelstromende, zandige delen en luwe, slibrijke delen. De beekprik komt in de gemeente Eersel mogelijk voor in de Run. Voor het Natura 2000-gebied Leenderbos, Groote Heide & De Plateaux, waar de Run toe behoort, is de beekprik een van de doelsoorten. De grote modderkruiper komt waarschijnlijk niet meer voor in de gemeente Eersel. Uit het verspreidingsonderzoek vissen 2009 van het RAVON blijkt dat deze soort in de periode is waargenomen. Hierna is het gebied wel onderzocht maar zijn geen waarnemingen meer gedaan. Amfibieën Uit literatuuronderzoek blijkt dat zowel algemeen, overig als streng beschermde amfibieën voorkomen binnen de gemeente Eersel (Atlas amfibieën en reptielen van Nederland, 2009). Tijdens de biotooptoets (februari 2011) zijn vanwege de tijd van het jaar geen amfibieën waargenomen. Op de Natuurwaardenkaart zijn de (potentiële) leefgebieden van amfibieën weergegeven. Volgens het waarnemingsoverzicht RAVON 2009 komen in de gemeente Eersel de streng beschermde poelkikker, vinpootsalamander, knoflookpad, kamsalamander en heikikker voor. Poelkikker I N T E G R A L E L E I D R A A D I N H E T K A D E R R V A N D E F F W

10 De heikikker en de knoflookpad houden van open plekken met slechts hier en daar schuilplaatsen. De heikikker prefereert kalkrijke gebieden met een hoge grondwaterstand zoals veengebieden en elzenbroekbossen. Van de heikikker zijn recente waarnemingen van minder dan vijf jaar geleden gemeld op in het Grootmeer. Door de inlaat van kalkrijk water afkomstig van het pompstation Vessem vormt het Grootmeer (gelegen in de Buikheide) een geschikt habitat voortplantingshabitat voor de heikikker. Het voortplantingshabitat van de knoflookpad bestaat uit voedselrijk, stilstaand en visvrij water. Ook komt de soort voor in het Rouwven. De knoflookpad komt in en nabij de gemeente Eersel mogelijk voor in de Molenvelden, Oerlesche en Zandoerlesche Bossen (Beschermingsplan knoflookpad, 2001). De vinpootsalamander komt vooral voor in loofbossen maar stelt weinig omgevingseisen. De soort komt voor in verschillende watertypen, van brak tot zuur water en wordt zowel in sterk begroeide als vegetatieloze wateren aangetroffen. Zowel poelen als langzaam stromende wateren vormen een geschikt voortplantingsbiotoop. In 2010 is nog melding gemaakt van een waarneming van een vinpootsalamander bij het Grootmeer ( De poelkikker komt zowel voor in open gebieden als grotere bosgebieden en geeft de voorkeur aan kleine, vegetatierijke en voedselarme wateren. Meestal worden sloten en rivieren gemeden. De kamsalamander daarentegen, komt voor in kleinschalige landschappen en bosrijke gebieden met houtwallen en struwelen, in de directe nabijheid van het voortplantingswater. In hele grote wateren als meren en rivieren plant de kamsalamander zich zelden voort. De alpenwatersalamander, een overig beschermde soort, komt vooral voor in visvrije en stilstaand tot langzaam stromende wateren. De soort stelt geen strenge eisen aan zijn biotoop en kan ook worden aangetroffen in vijvers en andere kunstmatige oppervlaktewateren tot vegetatieloze poelen en met water gevulde karrensporen. De voorkeur gaat echter uit naar deels beschaduwde wateren. De alpenwatersalamander komt in de gemeente Eersel voor in de Molenvelden. Voorkomende algemeen beschermde soorten zijn de bruine kikker, gewone pad, kleine watersalamander en de middelste groene kikker. De bruine kikker, de gewone pad en de kleine watersalamander stellen weinig eisen aan hun biotoop en komen voor in tal van watertypen, zoals poelen, sloten, meren en vennen. Voor een geschikt landbiotoop is de aanwezigheid van bosjes, houtwallen en ruigten in het landschap van belang. De middelste groene kikker behoort vaak tot de pioniersoorten van nieuw ontstane wateren. Deze soort houdt met name van zonbeschenen water zoals poelen gelegen in open plekken in bossen en heidevelden. Gewone pad In oevervegetatie worden door amfibieën vaak eiklompen afgezet I N T E G R A L E L E I D R A A D I N H E T K A D E R V A N D E F F W

11 Levendbare hagedis Reptielen Uit het bron- en literatuuronderzoek blijkt dat de levendbare hagedis (overig beschermd) en de hazelworm (streng beschermd) voorkomen. De levendbare hagedis komt vooral voor in open terreinen, vochtige bossen, hooilanden en moerassen. In de gemeente Eersel komt de levendbare hagedis bijvoorbeeld voor in de Oirschotse Heide, Wolfhoeksche Heide en de Buikheide. De hazelworm komt voor in de nabijheid van bossen, bosranden, houtwallen en heide. Volgens RAVON Waarnemingenoverzicht (2009) komt deze soort ook voor in de gemeente Eersel. Meldingen van deze soort op zijn niet bekend. Mogelijk komt de soort voor op de Buikheide. De streng beschermde gladde slang komt voor op de Cartierheide ten zuidwesten van de kern van Eersel. Ongewervelden Volgens de Atlas van de Nederlandse Dagvlinders (1989) komt het heideblauwtje voor binnen de gemeente Eersel. Deze soort is streng beschermd maar is tijdens de biotooptoets niet waargenomen. Het heideblauwtje komt in Nederland bijna enkel voor in vegetaties met gewone dophei. Om deze reden is het waarschijnlijk dat deze soort voorkomt in de heideterreinen van natuurgebied de Buikheide en de Postelse Heide. Daarnaast komen in Eersel verschillende algemeen beschermde miersoorten voor (De wespen en mieren van Nederland, 2004). Het betreft de zwartrugbosmier, welke voorkomt langs bosranden en op heideterreinen, de kale bosmier die voorkomt in open bossen of aan bosranden en de behaarde bosmier die voorkomt in en langs naaldbossen. Vaatplanten Uit literatuuronderzoek blijkt dat in de gemeente Eersel enkele beschermde plantensoorten voorkomen. Op de Natuurwaardenkaart zijn de groeiplaatsen van deze soorten opgenomen. In de gemeente Eersel zijn recente waarnemingen (2013) bekend van de drijvende waterweegbree in de Kleine Beerze en de Run ( De drijvende waterweegbree is een streng beschermde soort welke voorkomt in voedselarm tot matig voedselrijk, stilstaand of zwak stromend water. Overig beschermde soorten die voorkomen in de gemeente Eersel zijn de wilde gagel, jeneverbes, kleine zonnedauw, ronde zonnedauw, lange ereprijs, waterdrieblad en wilde marjolein. De wilde gagel en de ronde- en kleine zonnedauw komen voor op natte, zure heidevelden en veengrond. De jeneverbes groeit vooral in heide en open plaatsen in bossen en komt in de gemeente Eersel voor in de Postelse Heide. Ook waterdrieblad komt voor in de Postelse Heide, dit is een moerasplant die groeit op veen en zandgrond, laagland, moerassige weiden en aan slootkanten. De lange ereprijs groeit vaak op oevers en komt voor langs de Kleine Beerze. De wilde marjolein groeit met name op zonnige tot half beschaduwde locaties op vrij droge, matig voedselrijke en veelal kalkhoudende grond en komt in Eersel voor in de berm langs de A67. Ook komen in de gemeente Eersel een aantal soorten voor die algemeen beschermd zijn. Dit zijn het akkerklokje, brede wespenorchis, dotterbloem, koningsvaren, gewone vogelmelk en het grasklokje. Het akkerklokje groeit in akkerranden, bermen, heggen en bosranden. De brede wespenorchis komt voor in bossen, bosranden, struwelen en bermen en is veelvuldig in het buitengebied van de gemeente aanwezig. De dotterbloem is een soort die voorkomt op vochtige plaatsen zoals slootkanten en vochtige graslanden en komt voor in het I N T E G R A L E L E I D R A A D I N H E T K A D E R R V A N D E F F W

12 buitengebied ten westen van Vessem. De koningsvaren komt voor in vochtige loofbossen, veenmoerassen en beschaduwde slootkanten, zoals bijvoorbeeld het Grootgoor in de gemeente Eersel. Het grasklokje staat veelal in graslanden en bermen. De gewone vogelmelk komt voor op zonnige tot licht beschaduwde plekken op vochtige, matig voedselrijke grond. Tijdens de biotooptoets is deze soort verspreid waargenomen onder de boomgroep ten westen van de Flinkert in de kern van Vessem. Gewone vogelmelk (ten westen van de Flinkert) Tenslotte komen bij het Grootmeer bijzondere soorten voor, zoals oeverkruid, ongelijkbladig fonteinkruid en kleine biesvaren. Deze soorten zijn niet beschermd volgens de Flora- en faunawet maar staan wel als bedreigd op de Nederlandse Rode Lijst van planten. Overige soortgroepen Op het gebied van libellen, kevers, slakken, kreeftachtigen en tweekleppigen zijn geen beschermde soorten waargenomen of te verwachten in de gemeente Eersel. I N T E G R A L E L E I D R A A D I N H E T K A D E R V A N D E F F W

13 AANVULLENDE SOORTINFORM ATIE & T ABELLEN B IJ NATUURW AARDENKAART In onderstaande tabellen is per waarneming, aangegeven met een nummer op de natuurwaardenkaart, aangegeven om welke soort het gaat. Daarnaast is in onderstaande tabellen voor iedere soort op de Natuurwaardenkaart, opgenomen wat de specifieke omgevingseisen van de soort zijn. Voor vogels is in deze tabel de fusie-afstand (de minimale afstand tussen twee territoria) opgenomen, voor overige soortgroepen de actieradius (de afstand die wordt afgelegd om naar een foerageerlocatie te gaan). Omdat vogels over het algemeen een grote actieradius hebben, zegt de fusie-afstand in dit geval meer over de invloed van een ruimtelijke ontwikkeling op een soort. De fusieafstand is bepaald op basis van de Handleiding Broedvogel Monitoring Project SOVON (2004). De actieradius is bepaald op basis van Lijnen in het landschap (Landschapsbeheer Nederland, 2007), Werkatlas amfibieën en reptielen in Noord Brabant (RAVON, 2005) aangevuld met een expert judgement. Daarnaast is voor iedere soort de regionale staat van instandhouding bepaald. Dit is gedaan op basis van verspreidingsgegevens en de geschiktheid van het leefgebied. Op basis van deze informatie kan bij ruimtelijke ontwikkelingen de grootte van het risico op het aantasten van de regionale staat van instandhouding van beschermde soorten worden ingeschat. I N T E G R A L E L E I D R A A D I N H E T K A D E R R V A N D E F F W

14 Overzichtslijst nummering soorten Nr Soort Tabel FFW Bron Jaar 1 brede wespenorchis,grasklokje 1,1 Provincie Noord Brabant 2006, wilde gagel 2 Provincie Noord Brabant koningsvaren 1 Provincie Noord Brabant brede wespenorchis 1 Provincie Noord Brabant brede wespenorchis 1 Provincie Noord Brabant grasklokje 1 Provincie Noord Brabant koningsvaren 1 Provincie Noord Brabant brede wespenorchis 1 Provincie Noord Brabant brede wespenorchis 1 Provincie Noord Brabant wilde marjolein 2 Provincie Noord Brabant kleine zonnedauw, brede wespenorchis 2,1 Provincie Noord Brabant 2006, wilde gagel, brede wespenorchis 2,1 Provincie Noord Brabant 2006, brede wespenorchis 1 Provincie Noord Brabant brede wespenorchis 1 Provincie Noord Brabant brede wespenorchis 1 Provincie Noord Brabant brede wespenorchis 1 Provincie Noord Brabant kleine zonnedauw, grasklokje, brede wespenorchis 2,1,1 Provincie Noord Brabant 2006,2006, brede wespenorchis 1 Provincie Noord Brabant akkerklokje 1 Provincie Noord Brabant brede wespenorchis 1 Provincie Noord Brabant brede wespenorchis 1 Provincie Noord Brabant brede wespenorchis 1 Provincie Noord Brabant gewone dotterbloem 1 Provincie Noord Brabant brede wespenorchis 1 Provincie Noord Brabant brede wespenorchis 1 Provincie Noord Brabant koningsvaren 1 Provincie Noord Brabant brede wespenorchis 1 Provincie Noord Brabant brede wespenorchis 1 Provincie Noord Brabant brede wespenorchis 1 Provincie Noord Brabant brede wespenorchis 1 Provincie Noord Brabant brede wespenorchis 1 Provincie Noord Brabant wilde gagel 2 Provincie Noord Brabant brede wespenorchis 1 Provincie Noord Brabant brede wespenorchis 1 Provincie Noord Brabant koningsvaren 1 Provincie Noord Brabant brede wespenorchis 1 Provincie Noord Brabant brede wespenorchis 1 Provincie Noord Brabant grasklokje 1 Provincie Noord Brabant brede wespenorchis 1 Provincie Noord Brabant brede wespenorchis 1 Provincie Noord Brabant brede wespenorchis 1 Provincie Noord Brabant brede wespenorchis 1 Provincie Noord Brabant brede wespenorchis 1 Provincie Noord Brabant brede wespenorchis 1 Provincie Noord Brabant brede wespenorchis 1 Provincie Noord Brabant brede wespenorchis 1 Provincie Noord Brabant brede wespenorchis 1 Provincie Noord Brabant brede wespenorchis 1 Provincie Noord Brabant brede wespenorchis 1 Provincie Noord Brabant brede wespenorchis 1 Provincie Noord Brabant brede wespenorchis 1 Provincie Noord Brabant brede wespenorchis 1 Provincie Noord Brabant brede wespenorchis 1 Provincie Noord Brabant akkerklokje 1 Provincie Noord Brabant brede wespenorchis 1 Provincie Noord Brabant havik,buizerd, sperwer ,2010, kleine bonte specht, grote bonte specht grote bonte specht, groene bonte specht - BTL groene specht groene specht koningsvaren grasklokje buizerd, havik, boomvalk - broedvogelinvent. Grootmeer en Kleinmeer in havik, buizerd - BTL 2013, boomvalk, buizerd, sperwer - BTL Advies 2007, 2011, 2012, bosuil, ransuil - Broedvogelinv. Grootm en Kleinm, , bosuil ijsvogel ijsvogel steenuil steenuil rosse vleermuis steenmarter, eekhoorn , steenmarter eekhoorn I N T E G R A L E L E I D R A A D I N H E T K A D E R V A N D E F F W

15 Nr Soort Tabel FFW Bron Jaar 76 eekhoorn eekhoorn eekhoorn 2 quickscan natuurw. corridor N284, 2010, eekhoorn eekhoorn levendbare hagedis levendbare hagedis levendbare hagedis heikikker, vinpootsalamander, alpenwatersalamander, algemeen beschermde amfibieen 3,2, , 2010, 2009, alpenwatersalamander kleine watersalamander kleine watersalamander heideblauwtje grasklokje grasklokje kleine zonnedauw kleine zonnedauw grote bonte specht, zwarte specht , grasklokje 1 Quickscan natuurwaarden: De poelenloop te Knegsel groene specht, grote bonte specht, kleine bonte specht, zwarte specht - Broedvogelinv. Grootm. en Kleinm grasklokje 1 quickscan Natuurwetgeving dorpshart Knegsel grote bonte specht - quickscan Natuurwetgeving dorpshart Knegsel wilde marjolein 2 quickscan natuurwetgeving corridor N284 Eersel drijvende waterweegbree waterdrieblad 2 quickscan Natuurwetgeving Corridor N284 Eersel wilde gagel, kleine zonnedauw 2 Onderzoek plantgroei Haoneven grasklokje 1 quickscan natuurwaarden mostheuvel te Wintelre kamsalamander, alpenwatersalamander 3,2 quickscan natuurwaarden mostheuvel Wintelre gewone vogelmelk 1 BTL grote bonte specht - BTL grote bonte specht - BTL grote bonte specht - BTL eekhoorn 2 BTL grote bonte specht - BTL buizerd - BTL eekhoorn 2 BTL koningsvaren, dotterbloem 1, , kleine modderkruiper 2 gebiedendatabase EL&I beekprik 1 gebiedendatabase EL&I gewone pad, kleine watersalamander knoflookpad 3 Beschermingsplan Knoflookpad hazelworm 3 RAVON Waarnemingenoverzicht heikikker 3 gemeente Eersel klokjesgentiaan 2 gemeente Eersel grote bonte specht - BTL grote bonte specht - BTL grote bonte specht - BTL sperwer, buizerd - onderzoek_n buizerd - onderzoek_n buizerd - onderzoek_n bosuil - onderzoek_n groene specht - onderzoek N kleine bonte specht - onderzoek_n kleine bonte specht - onderzoek N kleine bonte specht - onderzoek N alpenwatersalamander 2 waarneming.nl, Natuurbalans-Limes Divergens alpenwatersalamander 2 onderzoek N alpenwatersalamander 2 onderzoek N levendbarende hagedis 2 onderzoek N drijvende waterweegbree 3 Mark Schepens drijvende waterweegbree 3 WaterschapDommel drijvende waterweegbree 3 Mark Schepens drijvende waterweegbree 3 Mark Schepens wilde gagel 2 onderzoek N watervleermuis 3 onderzoek N eekhoorn 2 onderzoek N grote bonte specht - BTL buizerd, sperwer - BTL buizerd - Ecologische quickscan Oogenlust boombewonende vleermuizen 3 Ecologische quickscan Oogenlust boombewonende vleermuizen 3 Ecologische quickscan Oogenlust boombewonende vleermuizen 3 Ecologische quickscan Oogenlust boombewonende vleermuizen 3 Ecologische quickscan Oogenlust buizerd Quickscan ffw landinrichtingsgebied wintelre-oerle brede wespenorchis 1 Provincie Noord Brabant 2008 I N T E G R A L E L E I D R A A D I N H E T K A D E R R V A N D E F F W

16 Nr Soort Tabel FFW Bron Jaar 151 brede wespenorchis 1 Provincie Noord Brabant brede wespenorchis 1 Provincie Noord Brabant brede wespenorchis 1 Provincie Noord Brabant brede wespenorchis 1 Provincie Noord Brabant brede wespenorchis 1 Provincie Noord Brabant brede wespenorchis 1 Provincie Noord Brabant drijvende waterweegbree drijvende waterweegbree 3 Provincie Noord Brabant grasklokje 1 Provincie Noord Brabant grasklokje 1 Provincie Noord Brabant eekhoorn eekhoorn eekhoorn 2 BTL eekhoorn sperwer , buizerd buizerd , buizerd , boomvalk steenuil steenuil steenuil steenuil steenuil levendbarende hagedis levendbarende hagedis alpenwatersalamander heideblauwtje heideblauwtje kleine zonnedauw, ronde zonnedauw 2, , kleine zonnedauw kleine zonnedauw kleine zonnedauw klokjesgentiaan, wilde gagel 2, , jeneverbes drijvende waterweegbree drijvende waterweegbree drijvende waterweegbree drijvende waterweegbre waterdrieblad waterdrieblad wilde gagel wilde gagel,koningsvaren 2, , gewone vogelmelk koningsvaren lange ereprijs, drijvende waterweegbree 2,3 waterschap de Dommel 2013, drijvende waterweegbree 3 Waterschap de Dommel drijvende waterweegbree 3 Waterschap de Dommel drijvende waterweegbree 3 Waterschap de Dommel drijvende waterweegbree 3 Waterschap de Dommel drijvende waterweegbree 3 Waterschap de Dommel drijvende waterweegbree 3 Waterschap de Dommel drijvende waterweegbree 3 Waterschap de Dommel drijvende waterweegbree 3 Waterschap de Dommel drijvende waterweegbree 3 Waterschap de Dommel drijvende waterweegbree 3 Waterschap de Dommel drijvende waterweegbree 3 Waterschap de Dommel drijvende waterweegbree 3 Waterschap de Dommel drijvende waterweegbree 3 Waterschap de Dommel drijvende waterweegbree 3 Waterschap de Dommel drijvende waterweegbree 3 Waterschap de Dommel drijvende waterweegbree 3 Waterschap de Dommel grasklokje 1 BTL steenuil - BTL 2013 I N T E G R A L E L E I D R A A D I N H E T K A D E R V A N D E F F W

17 soort fusieafstand 1 specifieke omgevingseisen 2 regionale staat van instandhouding 3 (in m) verspreiding leefgebied eindoordeel buizerd 1000 boomgroep/ bos/ bomenlanen G G G sperwer 500 kleine dichte bossen G G G kleine bonte specht 300 bos/ bomengroep/ bomenlaan G G G grote bonte specht 500 bos/ bomengroep/ bomenlaan G G G havik 1000 bos/ bomengroep/ bomenlaan G G G boomvalk 1000 bos/ bomengroep/ bomenlaan G G G bosuil 500 boomgroep/ bos/ bomenlanen G G G ransuil 500 boomgroep/ bos G G G ijsvogel 2000 onverharde oevers/ bosschage langs watergang G G G half open kleinschalig landschap / boomholtes/ steenuil 500 gebouwen (schuren, boerderijen) G G G zwarte specht 600 bos/ bomengroep G G G groene specht 1000 bos/ bomengroep G G G 1 de minimale afstand tussen twee territoria (het leefgebied kan ook lijnvormig zijn en beslaat niet per definitie de gehele straal) 2 specifieke eisen aan landschappelijke elementen en de omgeving 3 de staat van instandhouding van een soort in een straal van 15km om de gemeentegrens, welke wordt bepaald op basis van de regionale verspreiding van de soort (i.r.t. de dichtheid van verspreidingsgegevens en het Aanvullende soortinformatie Vogels G = Gunstig, MO = Matig ongunstig, O = Ongunstig. dispersievermogen/ de mobiliteit van de soort) en de geschiktheid van het leefgebied (i.r.t. de aanwezigheid van specifieke omgevingseisen) I N T E G R A L E L E I D R A A D I N H E T K A D E R R V A N D E F F W

18 in (m) verspreiding leefgebied eindoordeel kleinschalige landbouwgebieden/ heggen/ steenmarter < 1000 bosjes/ bermen MO G MO eekhoorn < 100 bos/ park/ tuin met naaldbomen G G G gewone dwergvleermuis > 5000 spouwmuren/ dakpannen G G G gewone grootoorvleermuis > 5000 spouwmuren/ dakpannen MO G MO laatvlieger > 5000 spouwmuren/ dakpannen G G G meervleermuis > 5000 spouwmuren/ dakpannen O G O rosse vleermuis > 5000 boomholtes/ spleten G G G ruige dwergvleermuis > 5000 boomholtes/ spleten G G G watervleermuis > 5000 water/ boomholtes/ spleten G G G natte- en droge heide/ vochtige bossen / levendbarende hagedis < 300 hooilanden/ moerassen/ houtwal en struweel G G G hazelworm < 200 open bos/ bosranden/ houtwallen/ heide O G G vennen/ natte heide/ hoogveen/ laagveen/ heikikker < 200 schraalgrasland MO G MO poelen/ vennen/ sloten/ natte heide/ open bos/ vinpootsalamander < 400 houwal en struweel O G O poelen/ vennen/ (kleine) langzaam stromende kamsalamander < 400 wateren/ open bos/ houtwal en struweel MO G MO poelen/ langzaam stromende wateren/ bosjes/ alpenwatersalamander < 400 houtwallen/ ruigten G G G poelen/ natuurvriendelijke oevers/ bosjes/ kleine watersalamander < 400 houtwallen/ ruigten G G G bruine kikker < 500 poelen/ sloten/ grasland/ ruigte/ bosjes G G G gewone pad < 200 poelen/ sloten/ grasland/ ruigte/ bosjes G G G vennen/ poelen/ grote ondiepe wateren/ droge knoflookpad < 600 heide/ open bos/ akker O G O heideblauwtje > 2000 heideterreinen MO G MO kleine modderkruiper < 1000 beken/ meren/ sloten MO G MO beekprik > 2000 beken/ kleine rivieren O G O akkerklokje n.v.t. akkerranden, bermen, heggen, bosranden G G G brede wespenorchis n.v.t. bossen, bosranden, struwelen, bermen MO G MO dotterbloem n.v.t. waterkanten, vochtige graslanden MO G MO grasklokje n.v.t. graslanden/ bermen G G G jeneverbes heide, open plekken in bossen MO G MO kleine zonnedauw n.v.t. natte, zure heidevelden/ veengrond G G G vochtige loofbossen/ veenmoerassen/ konningsvaren n.v.t. beschaduwde slootkanten G G G lange ereprijs n.v.t. waterkanten, vochtige graslanden/bermen MO G MO heide (moerassige plaatsen), hoogveen, ronde zonnedauw n.v.t. waterkanten, vochtig grasland MO G MO droge, matig voedselrijke, kalkhoudende grond/ wilde marjolein n.v.t. half beschaduwd tot zonnig O MO O voedselarm tot matig voedselrijk, stilstaand/ zwak drijvende waterweegbree n.v.t. stromend water G G G waterdrieblad n.v.t. moerassige weiden/ slootkanten G G G wilde gagel n.v.t. natte, zure heidevelden/ veengrond G G G gewone vogelmelk n.v.t. klokjesgentiaan n.v.t. zonnige tot licht beschaduwde plekken op vochtige, matig voedselrijke grond G G G op natte, zure grond in heiden, lage graslanden en in blauwgraslanden MO MO MO 1 de afstand waarop soorten tot hun verblijfplaats kunnen worden aangetroffen 2 specifieke eisen aan landschappelijke elementen en de omgeving 3 de staat van instandhouding van een soort in een straal van 15km om de gemeentegrens, welke wordt bepaald op basis van de regionale verspreiding van de soort (i.r.t. de dichtheid van verspreidingsgegevens en het Overige soortgroepen soort actieradius 1 specifieke omgevingseisen 2 regionale staat van instandhouding 3 G = Gunstig, MO = Matig ongunstig, O = ongunstig. dispersievermogen/ de mobiliteit van de soort) en de geschiktheid van het leefgebied (i.r.t. de aanwezigheid van specifieke omgevingseisen) I N T E G R A L E L E I D R A A D I N H E T K A D E R V A N D E F F W