VIESMANN. Montagehandleiding VITOPLEX 300. voor de vakman. Vitoplex 300 type TX3A, 620 tot 2000 kw Olie-/gasketel

Transcriptie

1 Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitoplex 300 type TX3A, 620 tot 2000 kw Olie-/gasketel VITOPLEX /2014 Na montage deze handleiding recyclen!

2 Veiligheidsinstructies Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel en materiële schade. Toelichting bij veiligheidsvoorschriften! Gevaar Dit teken waarschuwt voor persoonlijk letsel. Opgelet Dit teken waarschuwt voor materiële schade en schade aan het milieu. Opmerking Gegevens met het woord "Opmerking" bevatten aanvullende informatie. Doelgroep Deze handleiding is uitsluitend bedoeld voor erkende installateurs. Werkzaamheden aan gasinstallaties mogen alleen door erkende installateurs worden uitgevoerd. Elektrische werkzaamheden mogen alleen door elektromonteurs worden uitgevoerd. Voorschriften Respecteer bij de werkzaamheden de ARBO voorschriften, de wettelijke voorschriften inzake milieubescherming, EN, NEN, VEWIN voorschriften, het bouwbesluit en eventuele lokale voorschriften Werkzaamheden aan de installatie Installatie spanningsvrij schakelen (bijvoorbeeld met de afzonderlijke zekering of een hoofdschakelaar) en op aanwezige spanning controleren. Installatie tegen opnieuw inschakelen beveiligen. Bij gas als brandstof de gasafsluitkraan sluiten en beveiligen tegen onbedoeld openen. 2

3 Inhoudsopgave Informatie Symbolen... 4 Gebruik conform de regelgeving Montagehandleiding Afstandsmaten... 5 Onderdelen isolatie... 6 Pakket isolatie deel Pakket isolatie deel Pakket isolatie deel Onderdelen in de vuurhaard Montageverloop Verwarmingsketel plaatsen en uitlijnen Keteldeuraanslag ombouwen Verwarmingswater aansluiten Veiligheidsaansluiting maken en dichtheid controleren Isolatie aanbrengen Isolatie ketellichaam Vleugelschroeven in kop- en voetrails Rails voor en achter Middenrail Rails uitlijnen Regeling monteren Regelingsconsole, achterste gedeelte regeling en branderkabels Overige zijplaten Kabelgoot Overige isolatie aanbrengen Isolatie voor en voorplaten Isolatie achter en achterplaten Afdekkingen Typeplaatje Rookgaszijde aansluiten Brander monteren Kijkglas van de vuurhaard monteren Aanwijzingen voor de inbedrijfstelling

4 Symbolen Symbool Betekenis Verwijzing naar ander document met bijkomende informatie Bijkomende informatie, niet relevant voor de veiligheid Handeling: de nummering komt overeen met de volgorde van de stappen. Gebruik conform de regelgeving Het toestel mag volgens de regelgeving enkel geïnstalleerd en gebruikt worden in gesloten verwarmingssystemen conform EN 12828, rekening houdend met de bijbehorende montage-, service- en gebruiksaanwijzingen en met de gegevens in het gegevensblad. Het is uitsluitend voorzien voor de opwarming van warm water. Het gebruik in bedrijven of industrie voor een ander doel als voor de opwarming van warm water geldt als niet volgens de voorschriften. Gebruik van het toestel volgens de regelgeving impliceert dat een stationaire installatie in combinatie met voor het gebruik toegelaten componenten werd uitgevoerd. Ieder ander gebruik is niet reglementair. Daaruit voortvloeiende schade valt niet onder de aansprakelijkheid. Ieder ander gebruik moet door de fabrikant in elk geval worden goedgekeurd. Tot het reglementaire gebruik behoort ook de naleving van de onderhouds- en testintervallen. 4

5 Afstandsmaten A B 200 (100) b A 800 (50) D C B a 400 (300) 500 (50) Afb.1 c d Maten tussen haakjes zijn minimumafstanden, bijvoorbeeld 50 mm, als regeling D op tegenoverliggende zijde wordt gemonteerd. e Afb.2 A Verwarmingsketel B Brander C Geluidsabsorberende trillingsdempers (accessoires) D Ketelcircuitregeling Nominale vermogen kw a *1 mm b mm Lengte van de brander respecteren Geluidsabsorberende trillingsdempers Toegestane belastbaarheid kg c (voor) / aantal mm/stuk 500/2 500/2 834/2 834/2 1000/2 1000/2 c (achter) / aantal mm/stuk 334/2 334/2 667/2 667/2 875/2 875/2 d mm 100 e (onbelast) mm 42 e (belast) mm 37 *1 Deze afstand moet voor de demontage van de binnenbuizen en reiniging van de rookgaspijpen aanwezig zijn vóór de verwarmingsketel. 5

6 Onderdelen isolatie Isolate en bekleding worden in 3 pakketten geleverd. Hierna worden de onderdelen per pakket opgesomd. Pakket isolatie deel Afb.3 1 Isolatiemat achter 2 Isolatiemantel 3 Zijplaat 6

7 Onderdelen isolatie (vervolg) Pakket isolatie deel 2 qo qo 4 qi qu qz 8 qt qe Afb.4 qr 3 qw qq qp 3 Zijplaat 4 Afdekplaat boven achter 5 Isolatiemat links achter 6 Isolatiemat rechts achter 7 Achterplaat onder 8 Houder kabelkanaal 9 Isolatiemantel midden qp Consoleplaat qq Console qw Consoleachterwand qe Zijplaat regeling qr Voorplaat onder qt Isolatiemat voor qz Isolatiemat rechts voor qu Isolatiemat links voor qi Voor-/achterplaat boven qo Afdekplaat boven voor 7

8 Onderdelen isolatie (vervolg) Pakket isolatie deel 3 wp wq ew ww eq ew ep we wr wi wo wu wt Afb.5 wz wp Rail links achter wq Afdekking voelersok ww Rail rechts achter we Kabelkanaal onderste deel wr Kabelkanaal bovenste deel wt Zak met branderleidingen ep Rail rechts voor eq Rail links voor ew Middelste rail, 2 stuks Zak met kleine onderdelen wz Trekontlasting wu Spanveren wi Vleugelschroef wo Schroeven 8

9 Onderdelen isolatie (vervolg) Onderdelen in de vuurhaard et ez rp eu ei eo Afb.6 et Kunststofslang ez Slangtule eu Frame kijkglas ei Kijkglas eo Pakking frame kijkglas rp Zak met stelschroeven 9

10 Verwarmingsketel plaatsen en uitlijnen Vereist materiaal: rp Stelschroeven uit de vuurhaard Afb.7 Stelschroeven A in de voetrails schroeven. Voor de drukverdeling onder elke stelschroef een plaatje, bijv. platijzer, leggen. Bij oneffenheden in de vloer van meer dan 1 mm kunnen trillingsdempers gebruikt worden (C pagina 5). Trillingsdempers onder de verwarmingsketel plaatsen en deze hierbij in het midden onder de voetrails leggen. 2. Verwarmingsketel horizontaal uitlijnen. Er is geen speciale fundatie nodig. Opmerking Bij het neerzetten van de verwarmingsketel kan één van de trillingsdempers door het kantelen kortstondig overbelast worden. Als montagehulp kanthout ( 35 mm) eronder leggen. Aan het begin, in het midden en aan het einde van elke trillingdemper verdelen. 10

11 Keteldeuraanslag ombouwen A B C A C D B Afb.8 De aanslag van de keteldeur kan aan de rechterkant worden gemonteerd door de bouten A te verplaatsen. Gevaar De zware keteldeur kan letsels veroorzaken. Keteldeur tegen kantelen beveiligen. Beschermende kleding dragen. Houd bij de inbouw hiermee rekening: Het pakkingframe B moet bij een gesloten keteldeur in het midden op de pakking D van de keteldeur drukken (zie detail). Indien nodig, bevestigingsbeugel C bijstellen. 11

12 Verwarmingswater aansluiten C D E F G H B A Afb.9 A Aftap R 1¼ B Sok voor keteltemperatuursensor, veiligheidstemperatuurbegrenzer en temperatuurregelaar, Rp ¾ C Ketelaanvoer 620 en 780 kw: DN en 1250 kw: DN en 2000 kw: DN 150 D Sok voor veiligheidstemperatuurbegrenzer (vervangende maatregel ontlastpot), R ½ E Veiligheidsaansluiting (veiligheidsklep) F Ketelretour 620 en 780 kw: DN en 1250 kw: DN en 2000 kw: DN 150 G Sok voor armaturenstang, R ½ H Sok voor temperatuursensor Therm-Control (NTC 10 k), G ½ Opmerking Alle leidingen zonder belasting en spanning aansluiten. Veiligheidsaansluiting maken en dichtheid controleren Veiligheidsleidingen installeren. Veiligheidsaansluiting bij 620 en 780 kw DN 50 PN tot 2000 kw DN 65 PN 16 Toegel. werkdruk Testdruk 6 bar (0,6 MPa) 9 bar (0,9 MPa) Opmerking De verwarmingsketels moeten met een veiligheidsklep worden uitgerust, die correct is berekend en geschikt is voor verwarmingsinstallaties. Opstartschakeling Therm-Control (temperatuursensor NTC 10 k) Een bijmengpomp voor de retourtemperatuurverhoging is niet nodig. Tijdens de opstartfase moet gegarandeerd worden dat het debiet van het verwarmingswater via de verwarmingscircuitregeling of de CV-pompen minstens 50 % wordt gesmoord. Dat geldt bij de ingebruikneming, na nacht- of weekenduitschakeling. Bij installaties met meerdere ketels tot minstens 50 % van de kleinste verwarmingsketel smoren. De verwarmingscircuitregeling of de CV-pompen worden aangestuurd via de in de fabriek vast ingestelde temperatuursensor Therm-Control (NTC 10 k). Raadpleeg de ontwerphandleiding voor meer informatie over de opstartschakeling Therm-Control. Montage: zie aparte montagehandleiding. 12

13 Veiligheidsaansluiting maken en dichtheid (vervolg)! Opgelet Ongeschikte waterkwaliteit kan leiden tot schade aan het ketellichaam. De verwarmingsketel mag alleen met water worden gevuld dat voldoet aan de eisen aan de waterkwaliteit (zie servicehandleiding). Isolatie aanbrengen Opmerking Kleine onderdelen en branderleidingen zitten in afzonderlijke zakken in het pakket isolatie deel 3. Vereist materiaal uit pakket isolatie deel 1 2 Isolatiemantel 3 Zijplaten Vereist materiaal uit pakket isolatie deel 3 9 Isolatiemantel midden wp Rail links achter ww Rail rechts achter wu Spanveren wi Vleugelschroeven ep Rail rechts voor eq Rail links voor ew Middenrails Isolatie ketellichaam wu A Afb A Zwarte zijde naar buiten Opmerking Controleren of het serienummer op het typeplaatje overeenkomt met het gestempelde serienummer in de ketelachterwand. Zakje A met typeplaatje eraf nemen en bewaren. Is later nodig. 13

14 Isolatie aanbrengen (vervolg) 2. Isolatiematten2/9 rond de ketel plaatsen en uit de bovenste ketelafdekking halen. 3. Uiteinden van de isolatiemat met spanveren wuverbinden. Vleugelschroeven in kop- en voetrails Vleugelschroeven wz zitten in het zakje met kleine onderdelen in het pakket isolatie deel wi 16x A B Afb.11 A Koprail B Voetrail 14

15 Isolatie aanbrengen (vervolg) Rails voor en achter Rails zitten in het pakket isolatie deel 3. 4x 2. A wp wi eq ww ep Afb.12 4x 15

16 Isolatie aanbrengen (vervolg) Middenrail Rails ew zitten in het pakket isolatie deel 3. 2x ew wi Afb.13 16

17 Isolatie aanbrengen (vervolg) Rails uitlijnen Zijplaten 3 zitten in het pakket isolatie deel 1 en deel 2. 4x 3. wi a a 2. 3 ew Afb.14 Zijplaten 3 voorlopig inhangen en parallel uitlijnen. 3. Rails met vleugelschroeven vastdraaien. 2. Rails uitlijnen. 17

18 Isolatie aanbrengen (vervolg) Afb.15 Alle zijplaten 3 weer verwijderen. 18

19 Regeling monteren Regelingsconsole, achterste gedeelte regeling en branderkabels Vereist materiaal uit pakket isolatie deel 2 qq Console qw Consoleachterwand qe Zijplaat regeling Vereist materiaal uit pakket isolatie deel 3 wq Afdekking ter bescherming van de voeler uit pakket isolatie deel 3 wt Zak met branderkabels uit pakket isolatie deel 3 wz Trekontlasting uit pakket isolatie deel qe Afb Zijplaten 3 van onder naar boven in de sleuven hangen. 2. Branderkabels wt door de gaten in de zijplaat regelingqe trekken. 3. Op zijplaat regeling qe wordt de regeling gemonteerd. De zijplaat heeft openingen voor de leidingdoorvoering. De zijplaat regeling kan naar keuze gemonteerd worden: rechts of links aan de ketel in het midden of boven aan een zijkant Aansluitingen op het achterste gedeelte van de regeling zie montagehandleiding ketelcircuitregeling. 19

20 Regeling monteren (vervolg) De onderdelen van de regelaarconsole qq, qwzitten in het pakket isolatie deel 2, de trekontlasting wz in het pakket isolatie deel B3,9 x 9,5 3. B4,8 x 9,5 4. Afb.17 wz qw qq wz Trekontlasting 20

21 Regeling monteren (vervolg) De afdekking voelersok wq zit in het pakket isolatie deel wq aj A Afb.18! Opgelet Beschadiging van de capillaire buizen A kan tot functiestoringen van de voeler leiden. Capillaire buizen niet knikken. Voeler, keteltemperatuursensor en temperatuursensor Therm-Control (NTC 10 k) zo ver mogelijk in de dompelhulzen schuiven. Opmerking Keteltemperatuursensor zit in de verpakking van de regeling. Temperatuursensor Therm-Control (NTC 10 k) aj wordt afzonderlijk meegeleverd. Aansluitingen op het achterste gedeelte van de regeling zie montagehandleiding ketelcircuitregeling. 21

22 Regeling monteren (vervolg) Overige zijplaten Zijplaten 3 zitten in het pakket isolatie deel 1 en deel 2. 10x Afb.19 22

23 Regeling monteren (vervolg) Kabelgoot Vereist materiaal uit pakket isolatie deel 2 8 Houder kabelkanaal qp Consoleplaat Vereist materiaal uit pakket isolatie deel 3 we Kabelkanaal onderste deel wr Kabelkanaal bovenste deel Schroeven A 7. wo ,8 6. B qp wr x we 2. 8 Afb.20 A Codeerstekker uit de productbijlage Montagehandleiding ketelcircuitregeling Opmerking bij stap 4. Na het aansluiten van de kabels de consolekap B op de console schroeven. 23

24 Overige isolatie aanbrengen Isolatie voor en voorplaten Vereist materiaal uit pakket isolatie deel 2 qr Voorplaat onder qt Isolatiemat voor qz Isolatiemat rechts voor qu Isolatiemat links voor qi Voor-/achterplaat boven Schroeven uit pakket isolatie deel 3 2. qu 3. qz qi qr 4. qt Afb.21 24

25 Overige isolatie aanbrengen (vervolg) Isolatie achter en achterplaten Vereist materiaal uit pakket isolatie deel 1 1 Isolatiemat Vereist materiaal uit pakket isolatie deel 3 wu Spanveren wo Schroeven Vereist materiaal uit pakket isolatie deel 2 5 Isolatiemat links achter 6 Isolatiemat rechts achter 7 Achterplaat onder qi Voor-/achterplaat boven x x qi wu 4. Afb Opmerking bij A Bij de isolatiematten achteraan links 5 en rechts 6 kan later een set met achterplaat (accessoires) worden besteld. 25

26 Overige isolatie aanbrengen (vervolg) Afdekkingen Vereist materiaal uit pakket isolatie deel 2 4 Afdekplaat boven achter qo Afdekplaat boven voor Schroeven uit pakket isolatie deel x 4x Afb.23 26

27 Overige isolatie aanbrengen (vervolg) Typeplaatje A B Afb.24 A Typeplaatje B Logo Vitoplex 300 Rookgaszijde aansluiten ØD 2-3 x ØD 4. Ø10 mm Afb.25 27

28 Rookgaszijde aansluiten (vervolg) Rookgasaansluiting via de kortste weg en iets oplopend met de schoorsteen verbinden. Nominale vermogen Buiten-Ø rookgasaansluiting 620 en 780 kw 298 mm 1000 en 1250 kw 348 mm 1600 en 2000 kw 398 mm 2. Meetopening maken. 4. Om optredend condensaat tijdens de koude start af te voeren, bij gaswerking de plug verwijderen. De aangesloten onderdelen die condensaat voeren, moeten gasdicht en bestand tegen temperatuur en condensaat zijn. Opmerking Bij werking met glijdend verlaagde ketelwatertemperatuur moet de verwarmingsketel op een vochtongevoelige rookgasinstallatie worden aangesloten. 3. Rookgasbuis afdichten en isoleren (aansluitpunten moeten gasdicht zijn). Brander monteren Aparte branderdocumentatie f e d a c b g Afb.26 h Nominale vermogen kw 620/ /12 50 a Ø mm b Ø mm c Aantal/ schroefdraad 6 x M /200 0 d mm e mm f g mm 75 h mm De isolatiemat in de keteldeur overeenkomstig de vlambekerdiameter uitsnijden. Opmerking De vlambeker moet uit de isolatie van de keteldeur steken. Voor een goede werking moet de vereiste minimale vlambekerlengte worden aangehouden. 2. Brander monteren. Opmerking Meegeleverde branderplaat gebruiken. Zie gegevensblad. 3. De ringspleet tussen vlambeker en isolatieblok met de meegeleverde vlambekerafdichting dichtstoppen. Opmerking Als dit niet in acht wordt genomen, kan de keteldeur door te hoge temperaturen beschadigd raken. 28

29 Brander monteren (vervolg) 4. Keteldeur sluiten. Schroeven kruislings aantrekken (aanhaalmoment 25 Nm). Gevaar Lekkages kunnen tot vergiftigingsgevaar door ontsnappend gas leiden. Controleer de pakkingen zorgvuldig. Kijkglas van de vuurhaard monteren Het kijkglasmontuur met toebehoren ligt in de vuurhaard. Met de meegeleverde kunststof slang de nippel van het kijkglasmontuur met de nippel van de brander (meetopening voor statische druk op de brander ) verbinden. et ez eu ei eo Afb.27 Aanwijzingen voor de inbedrijfstelling Servicehandleiding bij verwarmingsketel en ketelcircuitregeling evenals afzonderlijke branderdocumentatie 29

30 30

31 31

32 32 Viessmann Nederland B.V. Postbus AH Capelle a/d IJssel Tel. : Fax : info-nl@viessmann.com Technische wijzigingen voorbehouden.