VIESMANN. Montagehandleiding VITOROND 200. voor de vakman. Vitorond 200 type VD2, 320 tot 1080 kw Olie-/gasketel

Transcriptie

1 Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitorond 200 type VD2, 320 tot 1080 kw Olie-/gasketel VITOROND 200 3/2013 Na montage deze handleiding recyclen!

2 Veiligheidsinstructies Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel en materiële schade. Toelichting bij veiligheidsvoorschriften Gevaar Dit teken waarschuwt voor persoonlijk letsel.! Opgelet Dit teken waarschuwt voor materiële schade en schade aan het milieu. Werkzaamheden aan de installatie Installatie spanningsvrij schakelen (bijvoorbeeld met de afzonderlijke zekering of een hoofdschakelaar) en op aanwezige spanning controleren. Installatie tegen opnieuw inschakelen beveiligen. Bij gas als brandstof de gasafsluitkraan sluiten en beveiligen tegen onbedoeld openen. Opmerking Gegevens met het woord "Opmerking" bevatten aanvullende informatie. Doelgroep Deze handleiding is uitsluitend bedoeld voor erkende installateurs. Werkzaamheden aan gasinstallaties mogen alleen door erkende installateurs worden uitgevoerd. Elektrische werkzaamheden mogen alleen door elektromonteurs worden uitgevoerd. Voorschriften Respecteer bij de werkzaamheden de ARBO voorschriften, de wettelijke voorschriften inzake milieubescherming, EN, NEN, VEWIN voorschriften, het bouwbesluit en eventuele lokale voorschriften 2

3 Inhoudsopgave Gebruik conform het doel... 4 Montagehandleiding Afstandsmaten... 5 Montageverloop Ketelsegmenten in elkaar zetten... 7 Overzicht van het ketellichaam... 7 Ketelsegmenten voorbereiden... 8 Achterste segment en eerste middensegment voorbereiden Achterste segment en eerste middensegment samendrukken Andere ketelsegmenten samendrukken Isolatiemat onderaan monteren Overzicht van de ankerstangen Segmenten met ankerstangen verbinden Persgereedschap verwijderen en verwarmingsketel uitlijnen Verdelerbuis en aftapinrichting monteren Dichtheid van het ketelblok controleren Wirbulatoren erin schuiven en de keteldeur monteren Stookwater aansluiten Veiligheidsaansluiting maken en dichtheid controleren Isolatie aanbrengen Rails monteren Isolatiemantel en isolatiemat achteraan plaatsen Rookgaszijde aansluiten Zijplaten, voor- en achterplaten monteren Regeling monteren en elektrische aansluiting realiseren Regeling monteren en elektrische kabels leggen Aansluitingen op het onderste deel van de regeling Bovenplaten monteren Brander monteren Aanwijzingen voor de inbedrijfstelling

4 Gebruik conform het doel Het toestel mag volgens de regelgeving enkel geïnstalleerd en gebruikt worden in gesloten verwarmingssystemen conform EN 12828, rekening houdend met de bijbehorende montage-, service- en gebruiksaanwijzingen en met de gegevens in het gegevensblad. Het is uitsluitend voorzien voor de opwarming van warm water. Het gebruik in bedrijven of industrie voor een ander doel als voor de opwarming van warm water geldt als niet volgens de voorschriften. Gebruik van het toestel volgens de regelgeving impliceert dat een stationaire installatie in combinatie met voor het gebruik toegelaten componenten werd uitgevoerd. Ieder ander gebruik is niet reglementair. Daaruit voortvloeiende schade valt niet onder de aansprakelijkheid. Ieder ander gebruik moet door de fabrikant in elk geval worden goedgekeurd. Tot het reglementaire gebruik behoort ook de naleving van de onderhouds- en testintervallen. 4

5 Afstandsmaten 500 (200) A a C 500 (200) B b D c 200 (100) A CV-ketel B Brander C Onderstel (accessoire) Maten tussen haakjes zijn minimumafstanden. D Geluidsabsorberende trillingsdempers (accessoire) Opmerking Wij raden aan de verwarmingsketel op het onderstel (accessoire) met geluidsabsorberende trillingsdempers (accessoires) te zetten. 5

6 Afstandsmaten (vervolg) Nominaal vermogen kw a mm b mm c mm Lengte van de brander respecteren Nominaal vermogen kw a mm b mm c mm Lengte van de brander respecteren 6

7 Ketelsegmenten in elkaar zetten Overzicht van het ketellichaam Opmerking Alle onderdelen, nodig voor de montage van de CV-ketel, zitten in de verpakkingen van de ketelaccessoires. Het ketellichaam bestaat uit een achterste segment met aangebracht rookgaskanaal, een voorste segment met aangebouwde keteldeur en een aantal middensegmenten, dat overeenkomt met het nominale vermogen. De afdichting aan stookgaszijde gebeurt door pakkingringen, die in de groeven aan de voorzijde van het segment zijn aangebracht. Aan stookwaterzijde worden de segmenten verbonden door nippels, die in de segmenten ingeperst worden. A B C D E A Keteldeur B Voorste segment C Middensegment (Aantal zie tabel) D Achterste segment E Rookgasafvoer Nominaal vermogen kw Aantal middensegmenten

8 Ketelsegmenten in elkaar zetten (vervolg) Nominaal vermogen kw Aantal middensegmenten Ketelsegmenten voorbereiden 4. A C 2. B 1. A Pakkingring (niet bij achterste segment) B Oplosmiddel Bij alle segmenten: Afdichtingsvlakken van de naven reinigen. C Lijm (meegeleverd) Bij alle segmenten: Lijm aanbrengen; ca. 5 min. laten drogen. 8

9 Ketelsegmenten in elkaar zetten (vervolg) Gevaar Tijdens de verwerking van de lijm ontstaan oplosmiddeldampen. Zorg voor een goede verluchting van de ruimte. 1. D 2. D Lijnoliegrafiet (meegeleverd) Bij alle segmenten: Nippels met oplosmiddel reinigen en met lijnoliegrafiet inwrijven. 9

10 Ketelsegmenten in elkaar zetten (vervolg) Achterste segment en eerste middensegment voorbereiden 3. A 5. A Let op de afstand tot de wand (zie pagina 5) 10

11 Ketelsegmenten in elkaar zetten (vervolg) Achterste segment en eerste middensegment samendrukken

12 Ketelsegmenten in elkaar zetten (vervolg) Opmerking Bij iedere persactiviteit moet u slechts één volgend segment samentrekken, om lekken aan de naafverbindingen te vermijden. Bij het samentrekken moet u de afstand boven en onder tussen de segmenten gelijk houden. Segmenten niet kantelen. Door pakkingringen kunnen de segmenten niet dicht bij elkaar samengedrukt worden. Niet met veel kracht samendrukken. Andere ketelsegmenten samendrukken 1. 12

13 Ketelsegmenten in elkaar zetten (vervolg) Isolatiemat onderaan monteren Opmerking Na de montage van drie segmenten kan het steunhout verwijderd worden; isolatiemat onderaan (meegeleverd bij warmte-isolatie deel 2) opgerold achter het achterste segment leggen en afhankelijk van de vooruitgang van de montage (om de 2 segmenten) onder de gemonteerde segmenten tot aan het voorste segment trekken. 13

14 Ketelsegmenten in elkaar zetten (vervolg) Overzicht van de ankerstangen A B A Bovenaanzicht B Zijaanzicht C D Positie van de ankerstangen 480 en 610 mm kw E E E E E E E E F E F F E E E E E E E F E F F E F E F F E E E F E E E F F E 14

15 Ketelsegmenten in elkaar zetten (vervolg) C D Positie van de ankerstangen 480 en 610 mm kw E E F F F C D E F Nominaal vermogen Aantal segmenten Ankerstang 480 mm lang Ankerstang 610 mm lang 15

16 Ketelsegmenten in elkaar zetten (vervolg) Segmenten met ankerstangen verbinden A M A 3.! Opgelet De CV-ketel wordt door het persgereedschap samengedrukt. Maak het persgereedschap niet los, voordat de segmenten met de ankerstangen A verbonden zijn. Opmerking De moeren van de ankerstangen A slechts handvast vastdraaien. Geen geweld gebruiken. 16

17 Ketelsegmenten in elkaar zetten (vervolg) Persgereedschap verwijderen en verwarmingsketel uitlijnen Opmerking Alle segmentvoeten moeten vast op het onderstel (accessoires tot 860 kw) resp. op de bodem staan. Indien nodig, legt u stalen strippen onder de segmentvoeten. Montagehandleiding onderstel 17

18 Verdelerbuis en aftapinrichting monteren a 1. A B R 2 A Stop R 2 ( a mag max. 5 tot 7 mm uitsteken) B Vierkant element voor vrijloopratel (bij persgereedschap geleverd) 18

19 Verdelerbuis en aftapinrichting monteren (vervolg) 4. C 3.! B 3,9 x 6,5 B A A Verdelerbuis (Uitstroomopeningen naar boven richten) B Tussen- resp. eindelement (Montage zie onderdelenlijst in de servicehandleiding) C Vul- en aftapkraan (door installateur te voorzien) 19

20 Dichtheid van het ketelblok controleren A B R 3/8 4. R 3/4 D R 3/8 C x A Dompelhuls B Blinde stoppen C Handonluchter (door installateur te voorzien) D Blinde flens (door installateur te voorzien) Waterdrukcontrole volgens TRD 702 verrichten. Testdruk: 9 bar (0,9 MPa) Opmerking Bij de waterdruk- respectievelijk dichtheidscontrole mogen geen druk-, regelof veiligheidsinrichtingen aangebouwd zijn. Voor de drukcontrole een manometer van de klasse 1,0 gebruiken. 20

21 Wirbulatoren erin schuiven en de keteldeur monteren 1.! A M A Wirbulator Enkel tot 860 kw: in elk stookgaskanaal van de derde trek het desbetreffende aantal wirbulatoren (zie tabel) plaatsen; daarbij het eerste wirbulatorenelement ca. ⅔ ver inschuiven, het tweede resp. evt. derde element inhangen en inschuiven. Opmerking Bij levering is de keteldeur zo gemonteerd dat de deur naar links opent. Indien nodig, scharnieren ombouwen. 21

22 Wirbulatoren erin schuiven en de keteldeur (vervolg) Nominaal vermogen kw 320 tot en tot 860 Wirbulatorelementen per rookgastrek Wirbulatorelementen per CV-ketel Stookwater aansluiten A B C A Ketelaanvoer, DN 100 B Aftap, R ¾ (Vul- en aftapkraan door installateur te voorzien) C Ketelretour, DN

23 Stookwater aansluiten (vervolg) Gevaar Het openen van ketelaansluitingen onder druk kan ernstig letsel veroorzaken. Aansluitingen aan waterzijde uitsluitend openen als de ketel drukloos is. Opmerking Alle leidingen moeten zonder belasting en spanningsvrij worden aangesloten. Montagehandleiding aansluitset Veiligheidsaansluiting maken en dichtheid controleren Veiligheidsleidingen installeren. Montagehandleiding kleine verdeler Veiligheidsaansluiting: Toegestane werkdruk: Testdruk: DN 65 6 bar (0,6 MPa) 9 bar (0,9 MPa) Laagwaterstandbeveiliging De CV-ketels moeten worden voorzien van een laagwaterstandbeveiliging. Opmerking Alle leidingen moeten zonder belasting en spanningsvrij worden aangesloten. Opgelet! Ongeschikte waterkwaliteit kan leiden tot schade aan het ketellichaam. De CV-ketel mag alleen met water worden gevuld dat voldoet aan de eisen aan de waterkwaliteit (zie servicehandleiding). Veiligheidsklep De verwarmingsketels moeten van een veiligheidsklep zijn voorzien die volgens TRD 721 gekeurd moet zijn en afhankelijk van de uitvoering van de installatie gemarkeerd moet zijn. Isolatie aanbrengen Opmerking Alle benodigde onderdelen bevinden zich in de kartonverpakking van de isolatie. 23

24 Isolatie aanbrengen (vervolg) Rails monteren = B 3,9 x 9, x x M 8 M 12 M x 5. 2x 1044 mm 1090 mm A A Logo Vitorond

25 Isolatie aanbrengen (vervolg) Opmerking Positie van de dwarsliggers: zie volgende tabel. c b a Nominaal vermogen kw a mm b mm c mm Nominaal vermogen kw a mm b mm c mm

26 Isolatie aanbrengen (vervolg) Isolatiemantel en isolatiemat achteraan plaatsen Opmerking Branderkabels fa en lö bevinden zich in de verpakking van de isolatie. B A A Zwarte zijde naar buiten 26 B Insnijding naar achteren

27 Rookgaszijde aansluiten 1. Rookgasaansluiting via de kortste weg en iets oplopend met de schoorsteen verbinden. Buiten-Ø van de rookgasaansluiting: 300 mm 2. Meetopening 7 10 mm maken. 2-3 x ØD 3. Rookgasbuis afdichten en isoleren (aansluitpunten moeten gasdicht zijn). ØD Ø10 mm 27

28 Zijplaten, voor- en achterplaten monteren B 3,9 x 9,5 5x B 3,9 x 9,5 2x B 3,9 2x 28

29 Zijplaten, voor- en achterplaten monteren (vervolg) Opmerking Zijplaten volgens onderstaande tabel plaatsen. Indien nodig, zijplaten positioneren door aan de zeskantschroeven in de dwarsligger te draaien. a b c d Nominaal vermogen kw a mm b mm c mm d mm Nominaal vermogen kw a mm b mm c mm d mm

30 Regeling monteren en elektrische aansluiting realiseren Regeling monteren en elektrische kabels leggen Opmerking De keteltemperatuursensor zit in de verpakking van de regeling. Voeler en keteltemperatuursensor zo ver mogelijk in de dompelhuls schuiven. Netstekker fö bevindt zich in de verpakking van de regeling.! Opgelet Beschadiging van de capillaire buizen kan tot functiestoringen van de sensor leiden. Capillaire leidingen niet knikken. 4. B 3,9 x

31 Regeling monteren en elektrische aansluiting (vervolg) A B C 2. A Laagspanningskabels B 230 V-kabels C Branderkabels (trekontlasten) Opmerking 230 V-kabels en laagspanningskabels gescheiden aanleggen.! Opgelet Elektrische kabels mogen niet in aanraking komen met hete onderdelen. Alle elektrische kabels met kabelbinders vastzetten. 31

32 Regeling monteren en elektrische aansluiting (vervolg) Aansluitingen op het onderste deel van de regeling Montagehandleiding ketelregeling 32

33 Bovenplaten monteren A B 3,9 x 9,5 B 3,9 x 9, B 3,9 x 9,5 B A Bovenplaat midden (alleen vanaf 500 kw) B Typeplaat verwarmingsketel Brander monteren Brander monteren en afstellen: Afzonderlijke documentatie van de brander. 33

34 Brander monteren (vervolg) Wanneer de branderaansluiting niet in de fabriek is voorbereid, moet de installateur de meegeleverde afdichtplaat de branderbuisopening en de bevestigingsgaten maken. Max. branderopening Ø 360 mm. De isolatiemat in de keteldeur in overeenstemming met de diameter van de branderbuis uitsnijden. Als de brander is gemonteerd, de ringspleet tussen branderbuis en isolatieblok met de meegeleverde afdichting voor de branderbuis dichtstoppen. Opmerking De branderbuis moet vanaf de voorkant branderflens minstens 125 mm in de CVketel steken. Voor een goede werking moet de vereiste minimale branderbuislengte worden aangehouden. Aanwijzingen voor de inbedrijfstelling Servicehandleidingen CV-ketel, brander en ketelcircuitregeling 34

35 35

36 36 Viessmann Nederland B.V. Postbus AH Capelle a/d IJssel Tel. : Fax : info-nl@viessmann.com Technische wijzigingen voorbehouden.