True RMS Digitale Multimeter Model:

Transcriptie

1 True RMS Digitale Multimeter Model:

2 VEILIGHEIDSINFORMATIE Lees deze instructies voor gebruik a.u.b. aandachtig door en bewaar ze voor toekomstig gebruik. Deze meter is ontworpen om te voldoen aan IEC , en qua vervuilingsgraad 2, meetcategorie (CAT II 600 V, CAT III 600 V) en dubbele isolatie. Bedien de meter niet of gebruik de meetsnoeren niet als ze beschadigd zijn of als de meter niet naar behoren werkt. Dit product bevat geen onderdelen die door de gebruiker kunnen worden gerepareerd. Laat onderhoud over aan bevoegd personeel. Gebruik geen spanning tussen de COM- en OHM-aansluiting in de weerstandsmeettoestand. Meet de stroom niet als de meetsnoeren ingevoerd zijn in de spannings- of OHM-klemmen. Probeer geen hogere spanning dan 600 V AC/DC te meten om elektrische schokken en persoonlijke letsel te voorkomen, hoewel dergelijke metingen wel verkregen kunnen worden. Stel het instrument niet bloot aan direct zonlicht, extreme temperaturen of vochtigheid. Controleer voordat u de stroom meet de zekeringen en schakel de stroom naar het circuit uit, voordat u de meter op het circuit aansluit. Koppel de circuitvoeding los en ontlaad alle hoogspanningscondensatoren, voordat u de continuïteit, diode, weerstand, capaciteit of stroom meet. Neem voorzorgsmaatregelen wanneer de spanning hoger is dan 60 V DC en 30 V AC rms. Gebruik de thermometer niet in de buurt van ontplofbare gassen of dampen. Wanneer u de meetsnoeren gebruikt, houd uw vingers achter de vingerbeschermingen. Haal de snoeren uit de meter voordat u de behuizing of de batterijdeur van de meter opent. Gebruik de meter nooit wanneer het deksel verwijderd is of de batterijdeur open is. Gebruik enkel de bijgeleverde meetsnoeren, anders kan de beveiliging aangetast worden. Sondesamenstellingen voor netmetingen moeten geschikt zijn voor de meetcategorie III conform IEC en moeten een spannings-aanduiding hebben van ten minste de spanning van het te meten circuit. Vervang de batterijen zodra de indicator voor de lege batterij op het display verschijnt. Verwijder lege batterijen uit de meter of als de meter gedurende lange tijd niet gaat gebruikt worden. Meng nooit oude en nieuwe batterijen of verschillende soorten batterijen. Gooi batterijen nooit in vuur en probeer gewone batterijen niet op te laden. Voordat u de batterij vervangt, schakel de meter uit en koppel alle meetsondes los. Schakel de meter na het gebruik uit om de levensduur van de batterij te verlengen. WAT IS ER INBEGREPEN Digitale multimeter Gebruikershandleiding Cat III 600 V-meetsnoer Punttype K thermokoppel Stroomtang 2

3 SYMBOLENGIDS AC of DC Aarding Dubbel geïsoleerd Waarschuwing Bijna lege batterij Continuïteitszoemer Diode Zekering Conform de richtlijnen van de Europese Unie FUNCTIES 1. Behuizing 2. LCD-scherm 3. Functieknoppen x 4 4. Optieknoppen 5. Bereikschakelaar 6. Meetsnoerinvoerterminals r Mk Ω Hz nm Vµ AF o C o F % DC AC H MAX-MIN Auto Range NCV A Symboolweergave Instructies H Gegevensbeheer prompt -- Negatieve waarde AC/DC AC/DC-meting MAX-MIN Max/Min-waardemeting prompt Interne batterij met lage spanning Auto bereik Uto bereik prompt 3

4 Symboolweergave Instructies Diodemeting prompt Circuit aan/uit-meting prompt r Relatieve meting prompt Ω / kω / MΩ Weerstandseenheden Hz / khz / MHz Frequentie-eenheden % Duty ratio-meeteenheid mv / V µa/ma/a nf/µf/mf o C o F (EF)NCV Voltage-eenheden Huidige eenheden Capaciteitseenheden Celsius-temperatuureenheid Fahrenheit-temperatuureenheid contactloze wisselspanningsdetectie Automatische uitschakelfunctie Stroomtang RANGE-knop De RANGE-knop selecteert tussen automatisch en handmatig bereik bij het meten van spanning, impedantie of weerstand. Druk er meerdere keren op om een hoog bereik of een laag bereik te selecteren. Houd langer dan 2 seconden ingedrukt en de meter verlaat het handmatige bereik. MAX/MIN-knop Deze knop wordt gebruikt om over te schakelen naar de modus voor handmatig bereik, wanneer automatisch afsluiten is uitgeschakeld. Spanning, weerstand, impedantie en temperatuur Aanvankelijk wordt de maximale waarde weergegeven. Als u nogmaals op de knop drukt, wordt de minimumwaarde weergegeven. Houd deze knop langer dan 2 seconden ingedrukt en de meter verlaat de gegevensregistratiemodus. REL-knop Druk op deze knop om naar de modus voor handmatig bereik te gaan. De weergegeven waarde wordt als referentiewaarde genomen en het verschil tussen de referentiewaarde en de gemeten waarde wordt weergegeven. Druk opnieuw op de knop om de meetmodus te verlaten. Hz/%-knop Druk om te schakelen tussen frequentiemeting, wisselspanning-/stroomsterktemodus. Select-knop Wordt gebruikt om te kiezen tussen UFC- en VFC-modi bij het meten van de wisselspanning. Houd deze toets 2 seconden ingedrukt om van modus te wisselen of de selectie te beëindigen. HOLD-knop Vergrendel en houd de weergegeven waarde vast, druk nogmaals om terug te keren naar normaal. 4

5 BEDRIJFSPARAMETERS Bedrijfstemperatuur: 23 C ± 5 C Relatieve vochtigheid: 75% Temperatuurcoëfficiënt: 0,1 (gespecificeerde nauwkeurigheid)/1 C DC-SPANNING 60,00 mv 10 μv 600,00 mv 0,1 mv V 1 mv 60,00 V 10 mv 600,0 V 0,1 V 600 V 1 V de ingangsimpedantie is 10 MΩ. AC-SPANNING ± (0,5% + 2) ± (0,7% + 3) 600 V DC/AC 60,00 mv 10 μv 600,0 mv 0,1 mv V 1 mv 60,00 V 10 mv 600,0 V 0,1 V ± (1,0% + 3) ±(0.8% + 3) 600 V 1 V ± (1,0% + 3) VFC 200,0 V ~ 600 V ± (4,0% + 3) 0,1 / 1V Ingangsimpedantie: ~10MΩ Frequentierespons: 45Hz~1KHz (VFC: 45~400Hz) Maximale ingangsspanning: 600Vrms WEERSTAND 600 V DC/AC 600,0Ω 0,1 Ω ± (1,0% + 2) kω 1 Ω 60,00 kω 10 Ω 600,0 kω 100 Ω ± (0,8% + 2) MΩ 1 kω ±(1.2% + 2) 60,00 MΩ 10 kω ±(1.5% + 2) 600 Vp 5

6 DIODE EN CONTINUÏTEIT 0,1 Ω Bij 10 Ω, piept de zoemer. 600 Vp De nullastspanning bedraagt ongeveer *1 V. De zoemer kan piepen, wanneer de weerstand van een te testen circuit < 10 Ω bedraagt. De zoemer piept niet, wanneer de weerstand van een te testen circuit hoger is dan 150 Ω. 1 mv Geeft het benaderende doorlaatspanningsverlies weer Vp De normale spanningsval van een goede siliciumverbinding bedraagt ongeveer 0,5 ~ 0,8 V. CAPACITEIT Onder REL status nf 1 pf ±(4% + 10) 99,99nF ~ 999,9µF 10pF ~ 0,1µF ±(4% + 5) 600 Vp 9.999nF ~ 99.99mF 1μF ~ 10μF ±10% ( 2MF) FREQUENTIE/DUTY-RATIO 0,1% ~ 99,9% 0,1% Uitsluitend ter referentie 9.999Hz~9.999MHz 0.001Hz~0.001MHz ±(0,1% + 4) HUIDIGE KLEMMETING 600 Vp Invoerbereik a: (gelijkstroomniveau nul) 100kHz: 100mVrms a 20Vrms >100kHz~1MHz: 200mVrms a 20Vrms >1MHz: 500mVrms a 20Vrms 5MHz~10MHz: 900mVrms a 20Vrms Duty ratio % alleen van toepassing voor meting 100 khz Tijdens het meten van wisselspanning of -stroom (AC), om de online frequentie of duty ratio te lezen, moet aan de volgende invoer worden voldaan: Frequentiebereik: 1 khz 60A DC ± (1,0% + 3) 0,01 A 60A AC ± (1,2% + 3) 600 Vp

7 DC-STROOM 600,0 µa 0,1 µa 6000 µa 1 µa 60,00 ma 10 µa 600,0 ma 0,1 ma A 1 ma 10,00 A 10 ma AC-STROOM 10,00 A 10 ma Frequentierespons: 45Hz~1kHz Display: true RMS TEMPERATUURMETING o C o F -40~1000 o C -40~1832 o F Bereik Resolutie Nauwkeurigheid -40~0 o C >0~100 o C 1 o C ± (1,0% + 3) >100~1000 o C ± (2,0% + 3) -40~32 o F ± (0,7% + 2) ± (1,0% + 3) >32~212 o F 1 o F ±(1,5% + 5) >212~1832 o F ± (2,5% + 5) Het K-type punt (Ni-Cr en Ni-Si) thermokoppel is alleen van toepassing voor het meten van een temperatuur onder 230 C / 446 F V DC/AC Zekering 0,6 A Zekering 10A 600,0 µa 0,1 µa 6000 µa 1 µa 60,00 ma 10 µa 600,0 ma 0,1 ma A 1 ma Interne zekeringcontrole Door de weerstandsmeetfunctie te gebruiken, kan de toestand van de interne zekeringen worden getest. 1. Draai de bereikschakelaar naar Ω. 2. Verbind de meetsnoeren zoals weergegeven om elke zekering te controleren. ± (1,0% + 3) 600 V DC/AC (<1A bereik) Zekering 0,6 A (> 10A bereik) Zekering ± (1,2% + 3) 10 A ±3 ±5

8 WERKING DC/AC-spanning meten Voer de volgende stappen uit om de DC/AC-spanning te meten: 1. Steek het rode meetsnoer in de VΩHz o C-aansluiting en het zwarte meetsnoer in de COM-aansluiting. 2. Draai de bereikselector naar mv~ -meetmodus en verbind de meetsondes parallel met het te meten voorwerp. De gemeten waarde verschijnt op het scherm. Druk op REL om over te schakelen van het automatische bereik als standaard naar het handmatige bereik tijdens de meting, indien vereist. 3. Wanneer de belastingsimpedantie ~ 10MΩ bedraagt, kan de belasting meetfouten veroorzaken, maar die is zo laag dat deze kan worden genegeerd als de circuitimpedantie minder dan 10k bedraagt. Wanneer er een meting voltooid is, koppel de meetsondes los van het geteste circuit en haal de meetsnoeren uit de ingangsklemmen. Probeer geen spanningen van meer dan 600 Vrms te meten, want hoewel er een meting kan worden gegeven, kan de meter worden beschadigd. Weerstand meten Voer de volgende stappen uit om de weerstand te meten: 1. Steek het rode meetsnoer in de VΩHz o C-aansluiting en het zwarte meetsnoer in de COM-aansluiting. 2. Draai de bereikschakelaar naar Ω. Druk op REL om over te schakelen van het automatische bereik als standaard naar het handmatige bereik tijdens de meting, indien vereist. 3. Sluit de meetsondes aan op het te testen object. De gemeten waarde verschijnt op het scherm. 4. Bij het meten van een lage weerstand voegen de meetkabels ongeveer 0,1Ω ~ 0,2Ω toe aan de meting. Voor het verkrijgen van een nauwkeurige meting, dient u de meetsondes korter te maken en de REL-meetmodus te gebruiken. OL wordt weergegeven als de meting buiten bereik is. Schakel alle stroom naar het te testen circuit uit en ontlaad alle condensators voordat u de meter aansluit. U kunt het object dat gemeten wordt uit het circuit halen tijdens de meting om een nauwkeuriger resultaat te verkrijgen. Wanneer er een meting voltooid is, koppel de meetsondes los van het geteste circuit en haal de meetsnoeren uit de ingangsklemmen. In deze modus mag u nooit 60VDC of 30VAC overschrijden. 8

9 Continuïteit meten Voer de volgende stappen uit om de continuïteit te meten: 1. Steek het rode meetsnoer in de VΩHz o C -aansluiting en het zwarte meetsnoer in de COM-aansluiting. 2. Draai de bereikselector naar meetmodus en sluit de testsondes aan op het object dat wordt gemeten. 3. Druk op SELECT om over te schakelen naar de continuïteitsmeetmodus, indien vereist. 4. De gemeten waarde verschijnt op het scherm. 5. De zoemer klinkt als de weerstand van getest circuit kleiner is dan 10 Ω. 6. De zoemer klinkt mogelijk als de weerstand van getest circuit tussen 10 Ω en 100 Ω ligt. 7. De zoemer piept niet wanneer de weerstand van een getest circuit hoger is dan 100 Ω. Schakel alle stroom naar het te testen circuit uit en ontlaad alle condensators voordat u de meter aansluit. Wanneer er een meting voltooid is, koppel de meetsondes los van het geteste circuit en haal de meetsnoeren uit de ingangsklemmen. Diodecontrole Gebruik de diodetestmodus om dioden, transistors en andere halfgeleidende apparaten te controleren. In de diodetestmodus wordt er een stroom gestuurd door de halfgeleidende verbinding en wordt het spanningsverlies over de verbinding gemeten. Een goed spanningsverlies van een silicone verbinding ligt tussen 0,5 V en 0,8 V. Voer de volgende stappen uit om een diode buiten een circuit te testen: 1. Steek het rode meetsnoer in de VΩHz o C- aansluiting en het zwarte meetsnoer in de COM-aansluiting. 2. Draai de draaischakelaar naar. Druk op SELECT om over te schakelen naar de diodemeetmodus, indien vereist. 3. Sluit voor doorlaatspanningsverliesresultaten op om het even welk halfgeleidend component de rode meetsonde aan op de anode van het component en de zwarte meetsonde op de kathode. De testspanning voor de diodecontrole bedraagt ~ 3,2 V. Schakel alle stroom naar het te testen circuit uit en ontlaad alle condensators voordat u de meter aansluit. Wanneer er een meting voltooid is, koppel de meetsondes los van het geteste circuit en haal de meetsnoeren uit de ingangsklemmen. 9

10 Capaciteitsmeting Voer de volgende stappen uit om de weerstand te meten: 1. Steek het rode meetsnoer in de VΩHz o C-aansluiting en het zwarte meetsnoer in de COM-aansluiting. 2. Draai de bereikschakelaar naar, de meter en de snoeren geven een vaste interne capaciteit weer. Druk op REL om over te schakelen naar relatieve meting die deze waarde automatisch van de gemeten waarde zal aftrekken. 3. Sluit de meetsondes aan op het te testen object. De werkelijke waarde wordt op het display weergegeven. 4. Mogelijk zijn er enkele seconden nodig om een hoge-waarde-condensator te meten. OL wordt weergegeven als de meting buiten bereik is. Schakel alle stroom naar het te testen circuit uit en ontlaad alle condensators voordat u de meter aansluit. Wanneer er een meting voltooid is, koppel de meetsondes los van het geteste circuit en haal de meetsnoeren uit de ingangsklemmen. Meting van de bedrijfscyclus Voer de volgende stappen uit om de bedrijfscyclus te meten: 1. Steek het rode meetsnoer in de aansluiting en het zwarte meetsnoer in de COM-aansluiting. 2. Draai de draaischakelaar naar Hz om de meetmodus van de bedrijfscyclus te selecteren. 3. Sluit de meetsondes aan op het te testen object. De gemeten waarde verschijnt op het scherm. Wanneer er een meting voltooid is, koppel de meetsondes los van het geteste circuit en haal de meetsnoeren uit de ingangsklemmen. Temperatuurmeting Om de temperatuur te meten, voert u de volgende stappen uit: 1. Steek het rode Thermokoppel-snoer in de VΩHz o C-aansluiting en het zwarte meetsnoer in de COM-aansluiting. 2. Draai de draaiknop naar o C o F om de temperatuurmeetmodus te selecteren. 3. De gemeten waarde verschijnt op het scherm. Wanneer er een meting voltooid is, koppel de thermokoppel los van het geteste circuit en haal de meetsnoeren uit de ingangsklemmen. Meting van AC (wisselstroom) en DC (gelijkstroom) Voer de volgende stappen uit om de stroom te meten: 1. Draai de draaischakelaar naar A en druk op SELECT om te schakelen tussen de DC- (standaard) en AC RMS-meetmodus. 2. Sluit het rode meetsnoer aan op de ma-aansluiting of op de A-aansluiting en het zwarte meetsnoer op de COM-aansluiting. 10

11 3. Verbind de meetsnoeren met het circuit dat in serie moet worden gemeten. 4. U kunt ook de stroomklem aansluiten op de VΩHz o C -aansluiting en de COM-aansluiting. 5. Draai de draaischakelaar naar om tot 60A AC of DC te meten. 6. Open de klembekken en steek de kabel in de klem en sluit de bekken. 7. De gemeten waarde verschijnt op het scherm. Als u de geschatte te meten waarde niet weet, gebruikt u in eerste instantie de instelling voor de hogere waarde en de invoerverbinding. Verbind de meter nooit parallel met een circuit. Bij het meten van de AC-stroom, zal een druk op de Hz%-knop ervoor zorgen dat de AC-frequentie/ duty ratio wordt weergegeven. Wanneer er een meting voltooid is, koppel de meetsondes los van het geteste circuit en haal de meetsnoeren uit de meter. De bedrijfstemperatuur moet 0 ºC ~ 40 ºC bedragen bij het meten van de stroom. Contactloze wisselspanningsdetectie Voer de volgende stappen uit om de AC-spanning (wisselspanning) of een elektromagnetisch veld te detecteren: 1. Draai de draaischakelaar naar NCV. 2. Laat het vooreinde van de meter in de buurt van het te detecteren object komen. 3. EF wordt weergegeven als de analoge hoeveelheid wisselspanning wordt gedetecteerd wordt weergegeven als de gedetecteerde spanning > kritieke spanning bedraagt wordt weergegeven in combinatie met het signaalniveau, afhankelijk van de gedetecteerde spanning Vd. Meetsnoeren zijn niet nodig wanneer de draaiknop op NCV staat. Overige functies De meter wordt automatisch uitgeschakeld om de batterij te sparen als er binnen 15 minuten geen knop wordt ingedrukt. Als u op een knop drukt, wordt de meter opnieuw ingeschakeld. Het geluidssignaal piept 1 min vóór het uitschakelen en opnieuw als de meter wordt uitgeschakeld. Als u de automatische uitschakeling wilt uitschakelen, houdt u de SELECT-knop ingedrukt tijdens het inschakelen. Het geluidssignaal piept om u te laten weten dat automatisch uitschakelen is uitgeschakeld. Het geluidssignaal piept elke 15 minuten. Herstel de automatische uitschakeling door de meter uit te schakelen en weer in te schakelen. Een geldige knop of selectie van de draaiknop produceert een korte pieptoon. Er wordt een continue toon afgegeven als de gemeten waarde buiten het bereik valt voor de selectie gemaakt in de AC- of DC-spanning of -stroommodus. 11

12 SPECIFICATIES Functie Bedrijfstemperatuur: Relatieve vochtigheid: ASL in werking: 0~2000m Accutype: Afmetingen (H x B x L): Gewicht: Bereik: Polariteit: Weergave: DC-spanning: AC-spanning true RMS: 0 ~ 40 C (32 F ~ 104 F) 75%@ 0 o C~30 o C 50%@ 30 o C~40 o C 2 off 1,5 V AA 175 x 80 x 48 mm 350 g incl. batterij Automatisch Automatisch Bereik/omschrijving ~3 per seconde verversen 0 tot 600 V 0 tot 600 V ONDERHOUD De batterij vervangen Wanneer de meter het symbool voor bijna lege batterij weergeeft, vervang de batterijen onmiddellijk om een normale werking te kunnen behouden. Als het batterijsymbool op het display blijft staan, kan de meter niet worden gebruikt totdat de batterijen zijn vervangen. Koppel alle meetsondes los en verwijder ze van alle bronnen onder stroom en van de meter. Open het batterijdeksel op de achterkant van de behuizing met een schroevendraaier. Verwijder de oude batterijen en plaats nieuwe 1,5V AAbatterijen in de batterijhouder. Plaats het batterijdeksel terug. Reiniging Reinig de meter met een schone, droge doek. Gebruik bij het reinigen geen chemische, schuur- of oplosmiddelen die de meter zouden kunnen beschadigen. Reinig de klemmen met een mild reinigingsmiddel, aangezien vuil op de klemmen de resultaten kan beïnvloeden. INFORMATIE OVER AFVALVERWERKING VOOR CONSUMENTEN VAN ELEKTRISCHE EN ELEKTRONISCHE APPARATUUR Deze symbolen geven aan dat er een gescheiden inzameling van afgedankte elektrische en elektronische apparatuur (AEEA) of afgedankte batterijen vereist is. Gooi deze items niet weg met het gewone huisafval. Afzonderlijk voor de behandeling, terugwinning en recycling van de gebruikte materialen. Afvalbatterijen kunnen worden teruggebracht naar batterijrecyclingpunten die de meeste batterijverkopers aanbieden. Neem contact op met uw lokale overheid voor informatie over de batterij- en AEEA-recyclingprogramma's die beschikbaar zijn in uw regio. Gemaakt in China. PR2 9PP Geb Rev