Inspectierapport BSO Iemenslag (BSO) Iemenboersweg TM Langeveen Registratienummer

Transcriptie

1 Inspectierapport BSO Iemenslag (BSO) Iemenboersweg TM Langeveen Registratienummer Toezichthouder: GGD Twente In opdracht van gemeente: Tubbergen Datum inspectie: Type onderzoek : Jaarlijks onderzoek Status: Definitief Datum vaststelling inspectierapport:

2 Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 2 Het onderzoek... 3 Observaties en bevindingen... 4 Overzicht getoetste inspectie-items... 8 Gegevens voorziening Gegevens toezicht Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum van 11

3 Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd jaarlijks onderzoek. Tijdens deze inspectie zijn niet alle domeinen en de daarbij behorende voorwaarden beoordeeld, omdat er sprake is van een zogeheten risicogestuurd toezicht (RGT). De domeinen en de daarbij behorende voorwaarden die bij deze inspectie worden getoetst richten zich primair op de kwaliteit van de dagelijkse praktijk. Een voorwaarde uit het domein 'Veiligheid en gezondheid' is in dit onderzoek aanvullend meegenomen. Beschouwing Deze beschouwing beschrijft de resultaten bij het jaarlijks onderzoek. Na de feiten over buitenschoolse opvang (BSO) Iemenslag volgen de belangrijkste bevindingen. Deze worden elders in het rapport per domein verder uitgewerkt. Feiten over kindercentrum BSO Iemenslag maakt onderdeel uit van koepelorganisatie Skik Kinderopvang. Deze organisatie heeft meerdere kinderdagverblijven en buitenschoolse opvanglocaties in de gemeente Tubbergen. De buitenschoolse opvang maakt gebruik van de accommodatie van tennisvereniging 'De Iemenslag' gelegen aan de Iemenboersweg 7 te Langeveen. De BSO is met 13 kindplaatsen geregistreerd in het Landelijk Register Kinderopvang en Peuterspeelzalen. De openingsdagen en -tijden zijn momenteel op maandag dinsdag en donderdagmiddag van tot 18 uur. Inspectiegeschiedenis: * , onderzoek voor registratie. Er bestaat geen bezwaar tegen opname in het Landelijk Register Kinderopvang en Peuterspeelzalen. * , onderzoek na registratie. Er wordt voldaan aan de getoetste voorwaarden. * , jaarlijks onderzoek en uitbreiding kindplaatsen van 10 naar 13. Er wordt voldaan aan de getoetste voorwaarden. Tevens bestaat er geen bezwaar tegen de uitbreiding van het aantal kindplaatsen. * , jaarlijks onderzoek. Er wordt voldaan aan de getoetste voorwaarden. Bevindingen op hoofdlijnen De toezichthouder heeft overleg en overreding toegepast met betrekking tot een voorwaarde binnen het domein Veiligheid en gezondheid. Er is met de houder afgesproken dat zij binnen een week, uiterlijk maandag 30 oktober, een plan van aanpak overlegt. In dit plan geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment respectievelijk worden genomen in verband met de kans op verbranding aan de kachels in de groepsruimte. De houder heeft het plan van aanpak binnen de gestelde termijn toegezonden. De toezichthouder heeft het document beoordeeld en goed bevonden. Bij het domein 'Veiligheid en gezondheid' staat de situatie nader beschreven. Dit jaarlijks onderzoek laat zien dat er wordt voldaan aan de getoetste voorwaarden. Advies aan College van B&W Geen handhaving. 3 van 11

4 Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Dit hoofdstuk belicht de inspectiebevindingen over het domein 'Pedagogisch klimaat'. Per aspect wordt/worden eerst de praktijkobservatie(s) beschreven. Daarna volgt een oordeel op basis van wettelijke criteria. Bij de observatie van de pedagogische praktijk maakt de inspecteur gebruik van het Veldinstrument observatie pedagogische praktijk 4-12 jaar (versie januari 2015). Daarin staan specifieke aspecten waarop wordt geobserveerd. De beschrijvingen, die cursief zijn weergegeven, zijn aan dit instrument ontleend en tijdens het onderzoek op locatie geconstateerd. Bij het beoordelen van de observaties is uitgegaan van 4 basisdoelen vanuit de Wet Kinderopvang, waaraan de pedagogische praktijk minimaal moet voldoen, namelijk: emotionele veiligheid; persoonlijke competentie; sociale competentie; overdracht van normen en waarden. Pedagogische praktijk Emotionele veiligheid Kinderen hebben vaste beroepskrachten en bekende leeftijdsgenootjes om zich heen. Observatie Op BSO Iemenslag en op de naastgelegen BSO Buitengewoon, waarmee een intensieve samenwerking bestaat, worden voor de kinderen 2 bekende beroepskrachten ingezet. De BSO's zijn kleinschalig en worden aan het eind van de dag altijd samengevoegd. De kinderen hebben op hun opvangdag vaste/vertrouwde andere kinderen in de groep. Persoonlijke competentie en sociale competentie De beroepskrachten ondersteunen en stimuleren de ontwikkeling van (individuele) kinderen. De kinderen zijn deel van de groep. Observatie De beroepskracht organiseert en benut het programma voor uitdaging en plezier. Voorbeeld: Ten tijde van het inspectiebezoek waren de jongens buiten aan het spelen en de meisjes waren in de groepsruimte. De beroepskracht vroeg aan de kinderen die binnen waren of ze een boom wilden knutselen. De kinderen reageerden enthousiast en riepen "Ja!" Deze knutselactiviteit paste bij het thema dat werd gehanteerd: 'Herfst'. In de ruimte hingen reeds diverse aan het thema gerelateerde knutselwerkjes en versieringen. Er is aandacht voor en overleg over de kwaliteit en niveau van de activiteit. De beroepskracht vroeg bijvoorbeeld aan de kinderen of ze het leuk zouden vinden om er echte blaadjes op te plakken. Eén van de kinderen die buiten had gespeeld bood aan om de blaadjes voor de meisjes te zoeken. De beroepskracht benoemde en waardeerde zijn initiatief: "Wat kun jij goed zoeken. Wauw, dat zijn mooie blaadjes." Normen en waarden Afspraken, regels en omgangsvormen zijn herkenbaar aanwezig en worden toegepast. Observatie De beroepskrachten begeleiden de kinderen bij het omgaan met de afspraken in de groep. Zo werd één van de kinderen er tijdens het inspectiebezoek op geattendeerd dat hij zonder jas niet naar buiten mocht. 4 van 11

5 In het interview met de beroepskracht komt naar voren dat de kinderen zich de regels en afspraken eigen maken: "De kinderen weten als ze buiten spelen waar ze mogen komen en waar niet. Hier zijn afspraken over gemaakt en de kinderen houden zich hier goed aan." Tijdens het inspectiebezoek werd er voldaan aan het waarborgen van de emotionele veiligheid, de ontwikkeling van de persoonlijke en sociale competentie en de overdracht van normen en waarden. De beroepskrachten krijgen het pedagogisch beleidsplan per toegestuurd als er wijzigingen hebben plaatsgevonden in het document. Daarnaast wordt het beleidsplan besproken tijdens teamvergaderingen. Gebruikte bronnen: Interview (Beroepskracht) Observaties Website 5 van 11

6 Personeel en groepen Dit hoofdstuk belicht de inspectiebevindingen over het domein Personeel en groepen. Per aspect worden eerst de gegevens beschreven van het kindercentrum gevolgd door een oordeel op basis van de wettelijke criteria. Verklaring omtrent het gedrag Er zijn twee beroepskrachten werkzaam bij BSO Iemenslag. De toezichthouder heeft de verklaringen omtrent het gedrag van deze beroepskrachten reeds bij het jaarlijks onderzoek in 2016 opgevraagd en beoordeeld. Er zijn momenteel geen stagiaires of vrijwilligers werkzaam bij de buitenschoolse opvang. De verklaringen omtrent het gedrag van de beroepskrachten voldoen aan de gestelde eisen. Passende beroepskwalificatie Er zijn twee beroepskrachten werkzaam bij BSO Iemenslag. De toezichthouder heeft de diploma's van deze beroepskrachten reeds bij het jaarlijks onderzoek in 2016 opgevraagd en beoordeeld. Alle beroepskrachten beschikken over een voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals opgenomen in de meest recent aangevangen cao kinderopvang. Opvang in groepen Er is één basisgroep voor maximaal 13 kinderen in de leeftijd van vier jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt. Aan het eind van de dag wordt BSO Iemenslag samengevoegd met de naastgelegen BSO Buitengewoon, locatie voetbalkantine. De kinderen worden dan opgevangen in de groepsruimte van BSO Iemenslag. Er wordt voldaan aan de grootte en samenstelling van de basisgroep. Beroepskracht-kindratio Voor het berekenen van de beroepskracht-kindratio wordt gebruik gemaakt van de rekentool: 1ratio.nl (in opdracht van het ministerie van SZW ontwikkeld op basis van afspraken tussen de Brancheorganisatie Kinderopvang en de belangenvereniging voor de ouders BOINK). Ten tijde van het inspectiebezoek op maandagmiddag 9 oktober 2017, waren er 8 kinderen en 1 beroepskracht aanwezig. Ten tijde van het inspectiebezoek werd er in de groep voldaan aan de verhouding tussen het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen en het aantal beroepskrachten. Gebruikte bronnen: Interview (Beroepskracht) Observaties Website ( Verklaringen omtrent het gedrag Diploma's beroepskrachten 6 van 11

7 Veiligheid en gezondheid Dit hoofdstuk belicht de inspectiebevindingen over het domein Veiligheid en gezondheid'. Per aspect worden eerst de gegevens beschreven van het kindercentrum gevolgd door een oordeel op basis van de wettelijke criteria. Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid In de binnenspeelruimte van de BSO zijn 3 elektrische kachels aanwezig. De temperatuur kan worden geregeld door middel van verschillende standen. De maximale temperatuur is niet begrensd. De kachels hangen op kindhoogte en 2 van de 3 kachels stonden tijdens het inspectiebezoek aan. Tijdens de observatie van de pedagogische praktijk zat de toezichthouder dicht bij één van de kachels. De elektrische kachel was ingesteld op stand 2 en het was niet mogelijk om deze aan te raken; de kachel was hiervoor te heet. De kinderen van de BSO speelden met auto's op de grond nabij deze kachel. De toezichthouder heeft het beleid ten aanzien van het gebruik van de elektrische kachels opgevraagd bij de houder en toegezonden gekregen. Het document 'Huisregels medewerkers m.b.t. veiligheid en gezondheid' bevat de volgende tekst: 'De elektrische kachels zetten wij voor aanvang van de buitenschoolse opvang voluit aan. Zodra de kinderen binnenlopen temperen we de kachels.' De houder van Skik Kinderopvang schrijft in haar aan de toezichthouder dat de afspraken omtrent de kachels aan het begin van het schooljaar worden besproken met de kinderen, samen met overige gedragsregels. De beroepskracht vertelde ten aanzien van de kachels in het interview, dat zij er soms voor kiest om de kachels uit te zetten als de kinderen binnen komen. De beroepskracht is zich bewust van de temperatuur van de kachel en deelt de constatering van de toezichthouder dat de kinderen letsel kunnen oplopen indien zij zich hieraan branden. De toezichthouder heeft overleg en overreding toegepast met betrekking tot het gebruik van de kachels. Er is met de houder afgesproken dat zij binnen een week, uiterlijk maandag 30 oktober, een plan van aanpak overlegt. In dit plan geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn genomen in verband met de kans op verbranding aan de kachels. De houder heeft het plan van aanpak binnen de gestelde termijn toegezonden. Het plan beschrijft dat de houder voor elke kachel een houten ombouw heeft gemaakt. De ombouw zorgt er voor dat de kachel aan de voorkant dicht is, zodat de kans op verbranding wordt geminimaliseerd. De toezichthouder heeft het plan van aanpak beoordeeld en goed bevonden. In het telefonisch onderhoud met de houder is tevens overeengekomen dat het document 'Huisregels medewerkers m.b.t. veiligheid en gezondheid' op dit punt wordt herschreven. Er wordt voldaan aan de voorwaarde. Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (Mevrouw Plegt) Interview (Beroepskracht) Observaties Actieplan veiligheid Huisregels/groepsregels (Huisregels medewerkers m.b.t. veiligheid en gezondheid) 7 van 11

8 Overzicht getoetste inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het vastgestelde pedagogisch beleidsplan. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die is afgegeven vanaf 1 maart (art 1.50 lid 3 en 3.8g Wet kinderopvang en kwaliteitseisen Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd en is bij aanvang van de werkzaamheden niet ouder dan twee maanden. (art 1.50 lid 4 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over een voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals opgenomen in de meest recent aangevangen cao kinderopvang. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en Opvang in groepen De opvang vindt plaats in basisgroepen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en 8 van 11

9 De basisgroep bestaat uit maximaal twintig kinderen in de leeftijd van 4 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en OF De basisgroep bestaat uit maximaal dertig kinderen in de leeftijd van 8 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en Beroepskracht-kindratio De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 4 jaar. - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 3 en 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en OF De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 2 beroepskrachten en een extra volwassene per 30 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 4 en 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kindratio. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en Veiligheid en gezondheid Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn, respectievelijk worden genomen in verband met de veiligheidsrisico s, alsmede de samenhang tussen de veiligheidsrisico s en de maatregelen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub b Besluit kwaliteit kinderopvang en 9 van 11

10 Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening : BSO Iemenslag Aantal kindplaatsen : 13 Gegevens houder Naam houder : Kinderopvang Tubbergen Adres houder : Prins Bernhardstraat 11b Postcode en plaats : 7651ED Tubbergen Website : KvK nummer : Aansluiting geschillencommissie : Ja Gegevens toezicht Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD : GGD Twente Adres : Postbus 1400 Postcode en plaats : 7500BK ENSCHEDE Telefoonnummer : Onderzoek uitgevoerd door : Laura Sauer- Huisman Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente : Tubbergen Adres : Postbus 30 Postcode en plaats : 7650AA TUBBERGEN Planning Datum inspectie : Opstellen concept inspectierapport : Zienswijze houder : Niet van toepassing Vaststelling inspectierapport : Verzenden inspectierapport naar houder : Verzenden inspectierapport naar : gemeente Openbaar maken inspectierapport : van 11

11 Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. De houder heeft geen gebruik gemaakt van de gelegenheid een zienswijze in te dienen. 11 van 11