veertigdagentijd aswoensdag

Transcriptie

1 VEERTIGDAGENTIJD veertigdagentijd aswoensdag Openingsriten en liturgie van het woord VIII g Antifoon bij de intrede Ps. 57, Wees mij gena- dig, God, wees mij gena- na- dig. dig. Psalm 57 5 Ik houd mij schuil onder uw vleugels totdat het onheil wijkt. Ik roep tot God, de Allerhoogste, * tot God, die voor mij zorgt. Ant. Dat Hij mij redding zendt vanuit de hemel * en mijn vervolgers smadelijk verjaagt. Vertoon U in den hoge, God, in majesteit, * uw glorie strale over heel de aarde. Ant. Ik ben bereid, mijn God, ik ben bereid, * ik zing en speel voor U.

2 VEERTIGDAGENTIJD Ontwaak, mijn geest, wordt wakker, harp en citer, * ik wek de dageraad. Ant. U wil ik loven, Heer, voor alle volken, * voor alle naties zing ik U ter eer. Want hemelwijd is uw erbarmen, * tot in de wolken reikt uw trouw. Ant. Vertoon U in den hoge, God, in majesteit, * uw glorie strale over heel de aarde. Ant. Eer aan de Vader en de Zoon * en de heilige Geest. Zoals het was in het begin en nu en altijd * en in de eeuwen der eeuwen. Amen. Ant. Ofwel, naar keuze: VIII g Da- gen van in- keer zijn aan- ge- bro- ken, om onze zonden te del- gen en onze ziel te redden. Psalm 69 Mijn God, kom mij haastig redden, het wav. 1

3 VEERTIGDAGENTIJD 5 ter stijgt tot mijn hals. 5 6 Maar mijn gebed, Heer, richt ik tot U, * nu is het de tijd van genade. Ant. Verhoor mij omdat Gij barmhartig zijt * en trouw in het hulp verlenen. De smaad heeft mijn hart gebroken, * ondragelijk is het geschimp. Ant. Ik wachtte vergeefs op deernis, * op troost, maar vond ze niet. Ik ga gebogen onder mijn smart, * God, laat uw hulp mij beschermen. Ant. Eer aan de Vader en de Zoon * en de heilige Geest. Zoals het was in het begin en nu en altijd * en in de eeuwen der eeuwen. Amen. Ant. Antwoordpsalm cf. Ps. 51, a r. God, ontferm U o- ver mij in uw barmr Heer, ontferm U, wij heb-ben ge- zon-digd. Heer, ontferm U, wij heb-ben ge- zon-digd. Psalm 51, a en 17

4 6 VEERTIGDAGENTIJD har- tig- heid, delg mijn zon- dig- heid in uw er- bar- men. Was mijn schuld vol- ko- men van mij af, reinig mij van al mijn zon-den. r. Ik erken dat ik misdreven heb, altijd heb ik mijn vergrijp voor ogen. Jegens U alleen heb ik gezondigd, wat U tegenstaat heb ik gedaan. r. Schep in mij een zuiver hart, mijn God, geef mij weer een vastberaden geest. Wil mij niet verstoten van uw Aanschijn, neem uw heilige Geest niet van mij weg. Geef mij weer de weelde van uw zegen, maak mij sterk in edelmoedigheid. Heer, maak Gij mijn lippen los, dat mijn mond uw lof kan zingen. r. r. Acclamatie voor het Evangelie Ps. 51 VIII g Eer aan U, Chris- tus, Zoon van de

5 VEERTIGDAGENTIJD 7 Eer aan U, Chris- tus, Zoon van de leven- de God. Allen herhalen: Eer aan U, Christus, Zoon van de levende God. leven- de God. v. Schep in mij een zuiver hart, mijn God, geef mij weer de weelde van uw zegen. Allen: Eer aan U, Christus, Zoon van de levende God. Zegening en oplegging van de as Wanneer de celebrant begint de as op te leggen, zingt men: IV e Antifoon Ps. 51, Delg mijn zon- dig- heid in uw er- bar- men. Psalm 51 God, ontferm U o- ver mij in uw barmhartig- heid, delg mijn zon- dig- heid in uw

6 8 VEERTIGDAGENTIJD er- bar- men. Was mijn schuld volkomen van mij af, * reinig mij van al mijn zonden. Ant. Ik erken dat ik misdreven heb, * altijd heb ik mijn vergrijp voor ogen. Ant. Jegens U alleen heb ik gezondigd, * wat U tegenstaat heb ik misdaan. Ant. Dus zijt Gij rechtvaardig in uw oordeel, * is het vonnis dat Gij velt gegrond. Ant. Ach, met schuld belast werd ik geboren, * schuldig was ik toen mijn moeder mij ontving. Ant. Maar Gij hebt behagen in oprechtheid, * Gij hebt mij geleerd in eigen hart te zien. Ant. Sprenkel mij met hysop dat ik rein word, * was mij dat ik witter wordt dan sneeuw. Ant. Maak mij weer ontvankelijk voor blijde klanken,* geef mijn gekastijde lichaam nieuwe levensmoed. Ant. Wend uw ogen af van mijn gebreken, * scheld mij al mijn schulden kwijt. Ant. Schep in mij een zuiver hart, mijn God, * geef mij weer een vastberaden geest. Ant. Wil mij niet verstoten van uw aanschijn, * neem uw heilige Geest niet van mij weg. Ant. Geef mij weer de weelde van uw zegen, * maak mij weer sterk in edelmoedigheid. Ant. Dan zal ik de dwalenden uw wegen leren, * alle schuldigen terugvoeren tot U. Ant.

7 VEERTIGDAGENTIJD Houd mij ver van bloedschuld, God mijn redder, * dan bezingt mijn tong uw wijs beleid. Ant. Heer, maak Gij mijn lippen los, * dat mijn mond uw lof kan zingen. Ant. In geschenken hebt Gij geen behagen, * wat ik U ook bied, Gij wilt het niet. Ant. Wat ik offer, God, is mijn boetvaardigheid, * een vermorzeld en vernederd hart wijst Gij niet af. Ant. Wees ook Sion in uw goedheid weer genadig, * bouw de muren van Jeruzalem weer op. Ant. Dan ontvangt Gij alle offers die Gij hebt bevolen, * dan komt men weer offeren op uw altaar. Ant. I g Eucharistische liturgie Antifoon bij de offerande Ps. 0,11 Mijn God, sta mij ter- zij- de met uw hulp. Psalm 0 bevrijd, Gij hebt mijn vij- an- den niet lav. 1 U zal ik loven, Heer, want Gij hebt mij

8 50 VEERTIGDAGENTIJD ten ze- ge- vie- ren. Tot U heb ik geroepen, Heer mijn God, * en Gij hebt mij genezen. Ant. Zal soms het stof U prijzen * en uw trouw verkonden? Ant. Heer, luister en ontferm U over mij, * mijn God, sta mij terzijde met uw hulp. Ant. II d Antifoon bij de communie Ps. 60, 1b Heer, wees onze bond- ge- noot tegen de vij- and. vij- and. Psalm 60 Gij hebt ons neer- ge- sla- gen, God, ons front door- bro- ken, Gij zijt ver- toornd: keer tot

9 VEERTIGDAGENTIJD 51 door- bro- ken, Gij zijt ver- toornd: keer tot ons weer. De aarde beeft, haar rotsen splijten: * herstel haar scheuren vóór zij breekt. Ant. Gij hebt uw volk een harde les gegeven, * een beker wijn, die ons doet duizelen. Maar hef nu de banier voor uw getrouwen, * verzamel die gevlucht zijn voor de boog. Wil hen verlossen die Gij lief hebt, * reik ons uw hand, hoor ons gebed. Ant. Wees onze bondgenoot tegen de vijand, * want mensenhulp betekent niets. Met steun van God zullen wij dapper strijden: * Hij zal vertreden wie ons weerstand biedt. Ant. Eer aan de Vader en de Zoon * en de heilige Geest. Zoals het was in het begin en nu en altijd * en in de eeuwen der eeuwen. Amen. Ant. Deze gezangen kunnen op alle weekdagen van de Veertigdagentijd hernomen worden.

10 5 VEERTIGDAGENTIJD eerste zondag VII a Antifoon bij de intrede Jes. 58, 9 Als gij roept, geeft de Heer u ant-woord, en smeekt gij om hulp, Hij zal zeg- gen: hier ben ben Ik. Ik. Psalm 91 Hij die de be- scher-ming ge- niet van de Al- ler- hoog- ste, die in de scha- duw van de Al- mach- ti- ge woont. Hij zegt tot de Heer: Mijn toevlucht, mijn burcht, * mijn God, op wie ik vertrouw. Ant. Hij zal u met zijn vleugels beschermen, * onder zijn wieken vindt gij een toevlucht.

11 VEERTIGDAGENTIJD Zijn trouw is uw pantser en schild, * geen nachtelijk onheil hoeft ge te vrezen. Ant. Het zal gebeuren onder uw ogen, * ge zult de straf van de zondaars zien. De Heer is immers uw toevlucht, * de Allerhoogste is uw burcht. Ant. Het kwaad zal u niet bereiken, * de ramp blijft ver van uw tent. Hij heeft zijn engelen last gegeven * op al uw wegen u te bewaken. Ant. Zij zullen u op hun handen dragen, * geen steen zal uw voeten kwetsen. Gij zult op slangen en adders trappen, * leeuwen en draken trotseren. Ant. Eer aan de Vader en de Zoon * en de heilige Geest. Zoals het was in het begin en nu en altijd * en in de eeuwen der eeuwen. Amen. Ant. Antwoordpsalm cf. Ps. 51, a r. God, ontferm U o- ver mij in uw barmr Heer, ontferm U, wij heb-ben ge- zon-digd. Heer, ontferm U, wij heb-ben ge- zon-digd. Psalm 51, a en 17

12 5 VEERTIGDAGENTIJD har- tig- heid, delg mijn zon- dig- heid in uw er- bar- men. Was mijn schuld vol- ko- men van mij af, reinig mij van al mijn zon-den. r. Ik erken dat ik misdreven heb, altijd heb ik mijn vergrijp voor ogen. Jegens U alleen heb ik gezondigd, wat U tegenstaat heb ik gedaan. r. Schep in mij een zuiver hart, mijn God, geef mij weer een vastberaden geest. Wil mij niet verstoten van uw Aanschijn, neem uw heilige Geest niet van mij weg. Geef mij weer de weelde van uw zegen, maak mij sterk in edelmoedigheid. Heer, maak Gij mijn lippen los, dat mijn mond uw lof kan zingen. r. r. Acclamatie voor het Evangelie VIII g Mt., b Eer aan U, Chris- tus, Zoon van de

13 VEERTIGDAGENTIJD 55 Eer aan U, Chris- tus, Zoon van de leven- de God. Allen herhalen: leven- Eer de aan God. U, Christus, Zoon van de levende God. v. Niet van brood alleen leeft de mens, maar van alles wat uit de mond van God voort-komt. Allen: Eer aan U, Christus, Zoon van de levende God. I f Antifoon bij de offerande Mt. 6, Als gij een aal- moes geeft, laat uw lin- kerhand dan niet we- ten wat uw rech- ter doet. hand dan niet we- Psalm ten wat 51 uw rech- ter doet. God, ontferm U o- ver mij in uw barm-

14 56 VEERTIGDAGENTIJD v God, ontferm U o- ver in uw barmhartig- heid. Delg mijn zondigheid, * in uw erbarmen. Ant. Was mijn schuld volkomen van mij af, * reinig mij van al mijn zonden. Ant. Ik erken dat ik misdreven heb, * altijd heb ik mijn vergrijp voor ogen. Ant. VIII c Antifoon bij de communie Ps. 5, Heer, sla acht op mijn smar- te- lijk zuch-ten. Psalm 5 Heer, luister naar wat ik U zeg- gen wil, sla acht op mijn smar- te- lijk zuch-ten. Aanhoor de stem die uw aandacht vraagt, * want Gij zijt mijn God en mijn koning. Met aandrang wend ik mij, Heer, tot U reeds vroeg in de morgen hoort Gij mijn stem, * reeds vroeg mijn hoop en verlangen. Ant.

15 VEERTIGDAGENTIJD Gij zijt toch geen God die onrecht verdraagt, * bij U kan geen booswicht vertoeven Geen zondaar kan U in de ogen zien, * Gij haat hen die onrecht bedrijven. Die leugentaal spreken vernietigt Gij, * Gij gruwt van bloeddorst en wreedheid. Ant. Maar ik, door uw rijke genade, * mag binnengaan in uw huis. Ik werp mij neer voor uw tempel * in eerbied voor U, mijn God. Leid mij in uw gerechtigheid, Heer, ten spijt van die mij weerstreven; * maak mij bekend met uw weg. Ant. Gelukkig degenen die hopen op U, * hun vreugde zal eeuwig duren. Gij zult hen beschermen, zij juichen om U, * zij die uw Naam beminnen. Gij zegent, Heer, de rechtvaardige, * uw gunst zal hem als een schild beschermen. Ant. Eer aan de Vader en de Zoon * en de heilige Geest. Zoals het was in het begin en nu en altijd * en in de eeuwen der eeuwen. Amen. Ant.

16 58 VEERTIGDAGENTIJD tweede zondag II d Antifoon bij de intrede Mt. 17, 1 Je- zus nam zijn leer- lin- gen met zich mee en be- steeg de berg. En voor hun o- gen werd Hij van gedaan- Psalm 8 te ver- an- derd. Hoe lief is mij uw woning, Heer der hemel-mach- ten, mijn ziel ver- langt en hunkert naar uw hei- lig- dom. Mijn hart en heel mijn wezen, * gaan juichend uit naar U, de God die leeft. Ant. Want zelfs de mussen vinden wel een schuilplaats, * de zwaluwen een nestje voor hun broed.

17 VEERTIGDAGENTIJD Bij uw altaren, Heer der hemelmachten, * mijn koning en mijn God! Gelukkig zij die wonen in uw huis, o Heer, * die u daar altijd mogen prijzen. Ant. Gij, Heer der hemelmachten, hoor mijn smeken, * wil mij aanhoren, Jakobs God. God, mijn beschermer, zie omlaag, * zie om naar uw gezalfde. Ant. Voor mij is één dag in uw voorhof beter * dan elders duizend dagen. Veel liever sta ik op de drempel van Gods huis * dan dat ik gast ben in de tent van zondaars. Ant. Want God de Heer is als een zon en als een schild, * Hij geeft ons zegen en bescherming. Hij zal de voorspoed niet onthouden * aan wie zijn weg gaat zonder schuld. Ant. Eer aan de Vader en de Zoon * en de heilige Geest. Zoals het was in het begin en nu en altijd * en in de eeuwen der eeuwen. Amen. Ant. Antwoordpsalm Ps., r. Geef ons, Heer, uw barm-har- tig- heid, zoals wij op U ver- trou-wen.

18 60 VEERTIGDAGENTIJD wij op Psalm U, ver- -5. trou-wen en Op- recht is immers het woord van de Heer, en al wat Hij doet is be- trouwbaar. Recht en ge- rech- tig- heid heeft Hij lief, de aarde is vol van zijn mild-heid. r. Maar het is God die zijn dienaars bewaakt, hen die op zijn gunst vertrouwen. Dat Hij hen redden zal van de dood, bij hongersnood hen zal voeden. r. Daarom vertrouwt ons hart op de Heer, is hij ons een schild en een helper. Geef ons dus, Heer, uw barmhartigheid, zoals wij op U vertrouwen. r. Acclamatie voor het Evangelie cf. Mt. 17, 5 VIII g Eer aan U, Chris- tus, Zoon van de

19 VEERTIGDAGENTIJD 61 Eer aan U, Chris- tus, Zoon van de leven- de God. Allen herhalen: leven- Eer de aan God. U, Christus, Zoon van de levende God. v. Van- uit een schit- te- ren- de wolk werd de stem van de Va- der ge- hoord: Dit is mijn wel- be- min- de Zoon, luistert naar Hem. Allen: Eer aan U, Christus, Zoon van de levende God. II* a Antifoon bij de offerande Mc. 9, 5 La- ten we drie ten- ten op- slaan, één voor U, één voor Mo- zes en één voor E- li- ia.

20 6 VEERTIGDAGENTIJD li- ia. Psalm 1 Hoe schoon en wel- da- dig is een-dracht onder broe- ders. Als kostelijke olie op het hoofd, * die afdruipt op de baard, de baard van Aäron. Ant. Die afdruipt op de boord van zijn gewaad, * als Hermon-dauw die neerdaalt op de Sion. Ant. Daar schenkt de Heer zijn zegen, * en leven voor altijd. Ant. I f Antifoon bij de communie Mt. 17, 9 Ver- telt aan nie- mand wat ge ge- zien hebt, voor- dat de Men- sen- zoon uit de doden is op- ge- staan.

21 den is op- ge- staan. Psalm 5 VEERTIGDAGENTIJD 6 Een dich- ter-woord stijgt uit mijn hart om- hoog; ik zing mijn lied nu voor de koning, mijn tong gaat als een snel- le pen Geen mens is u gelijk in edele gestalte, beminnelijk is uw gelaat, * Gods zegen rust op u bestendig. Ant. Omgord u met uw zwaard, vermaarde held, * leg aan uw schitterende wapenrusting. Trek zegevierend op voor trouw en recht, * uw hand zal u verdiende roem verwerven. Ant. Uw pijlen scherp, de volken aan uw voeten: * de koningsvijanden ontzinkt de moed. Uw troon staat als de troon van God voor eeuwig, * uw koningsscepter is gerechtigheid. Ant. Gij wilt rechtvaardigheid en haat het onrecht, daarom zijt Gij door God gezalfd * met heerlijkheid die allen overtreft. Zo blijft uw naam beroemd bij komende geslachten, * en zullen de volkeren u prijzen voor altijd. Ant.

22 6 VEERTIGDAGENTIJD Eer aan de Vader en de Zoon, * en de heilige Geest. Zoals het was in het begin en nu en altijd, * en in de eeuwen der eeuwen. Amen. Ant.

23 VEERTIGDAGENTIJD 65 derde zondag IV e Antifoon bij de intrede Ps. 5, 15 Mijn o- Mijn o- gen zijn steeds op de Heer ge- richt. gen zijn Psalm steeds 5 op de Heer ge- richt. Tot U in den hoge richt ik mijn geest, tot U, Heer mijn God. Op u vertrouw ik, be-schaam mij niet. 5 6 Leid mij volgens uw woord, * want Gij zijt mijn God en Verlosser. Ant. Op U stel ik altijd mijn hoop, * omdat ik vertrouw op uw goedheid. Gedenk uw barmhartigheid, Heer, * uw altijd geschonken ontferming. Ant. Herinner u niet het kwaad van mijn jeugd, * maar denk aan mij met erbarmen. Gij zult om uw Naam, Heer, mijn zonden vergeven; * ik weet dat ik zwaar heb misdaan. Ant.

24 66 VEERTIGDAGENTIJD Heer, wend u tot mij en wees mij genadig, * want eenzaam ben ik en hulpeloos. Verlicht de druk die mijn hart beklemt, * verlos mij van al mijn angsten. Ant. Zie toch mijn ellende, mijn zwoegen, * vergeef mij wat ik misdeed. Bescherm mijn leven en red mij hieruit, * laat mij niet vergeefs naar U vluchten. Ant. Eer aan de Vader en de Zoon * en de heilige Geest. Zoals het was in het begin en nu en altijd * en in de eeuwen der eeuwen. Amen. Ant. Antwoordpsalm Ps. 95, 8 r. Luis- tert heden naar Gods stem: weest niet hals- star- rig. Psalm 95, ab Komt, laat ons de Heer met ge- ju- bel begroe- ten, juichen wij toe de Rots van ons

25 VEERTIGDAGENTIJD 67 heil. Laat ons ver-schij- nen voor Hem met een lofzang, Hem met lie- de- ren e- ren. r. Komt, laat ons aanbiddend ter aarde vallen, neerknielen voor Hem die ons schiep. Hij is onze God en wij zijn volk, Hij is de herder en wij zijn kudde. Luistert heden naar zijn stem: weest niet halsstarrig als eens in Meriba. Zoals in Massa in de woestijn, waar uw vaderen Mij wilden tarten. r. r. Acclamatie voor het Evangelie II d cf. Joh. 6, 6c. 68c Eer en lof zij U, Chris- tus. Allen herhalen: Eer en lof zij U, Christus. Eer en lof zij U, Chris- tus. v. Uw woor- den Heer, zijn geest en leven; uw

26 v Uw woor- den Heer, zijn geest en leven; uw 68 VEERTIGDAGENTIJD woor- den zijn woor- den van eeuwig leven. Allen: Eer en lof zij U, Christus. IV e Antifoon bij de offerande Jes. 58, 7 Deelt uw brood met wie hon- ger heeft; neemt daklo- zen op lo- zen op in uw huis. in uw Psalm huis. 51 God, ontferm U o- ver mij in uw barmhartig- heid, delg mijn zon- dig- heid in uw er- bar- men. Wend uw ogen af van mijn gebreken, * scheld mij al mijn schulden kwijt. Ant.

27 VEERTIGDAGENTIJD 69 5 Schep in mij een zuiver hart, mijn God, * geef mij weer een vastberaden geest. Ant. Wil mij niet verstoten van uw aanschijn, * neem uw heilige Geest niet van mij weg. Ant. Geef mij weer de weelde van uw zegen, * maak mij sterk in edelmoedigheid. Ant. VIII c Antifoon bij de communie Ps. 7, 1 De Heer is mijn licht en mijn leids-man. De Heer is mijn Psalm licht 7 en mijn leids-man. De Heer is de schuts van mijn leven, voor 5 6 wie zou ik bang zijn? Al stormen boosdoeners aan om mij te verslinden; * mijn vijanden struikelen, al mijn bestrijders bezwijken. Al staan zij in slagorde voor mij, ik ben niet bevreesd, * al voeren zij oorlog met mij, toch blijf ik vertrouwen. Ant. Eén ding slechts vraag ik de Heer, meer zal ik niet wensen: * dat ik in Gods huis mag wonen zolang als ik leef. Dat ik de beminnelijkheid van de Heer mag ervaren, * zijn tempel weer met eigen ogen mag zien. In kwade dagen verleent zijn tent mij beschutting * Hij houdt mij verborgen binnen in zijn verblijf. Ant.

28 70 VEERTIGDAGENTIJD Wil luisteren, Heer, naar mijn roepende stem, * heb medelijden en wil mij verhoren. Ant. Tot U spreekt mijn hart, naar U zie ik op, * uw aanschijn, Heer, tracht ik te zien. Ant. Ik reken erop in het land van de levenden * het heil van de Heer te aanschouwen. Zie uit naar de Heer en houd dapper stand, * wees moedig van hart en vertrouw op de Heer. Ant. Eer aan de Vader en de Zoon * en de heilige Geest. Zoals het was in het begin en nu en altijd * en in de eeuwen der eeuwen. Amen. Ant.

29 VEERTIGDAGENTIJD 71 vierde zondag VII c Antifoon bij de intrede Ps. 118, 5 Ik riep tot de Heer vanuit mijn el- len- de, Hij heeft mij ge- hoord en en bevrijd. bevrijd. Psalm 118 Brengt dank aan de Heer, want Hij is genadig, ein- de- loos is zijn er- bar- men! Herhaalt het, dienaren van de Heer: * eindeloos is zijn erbarmen! Ant. De Heer is met mij, mijn bondgenoot, * ik zie mijn bestrijders beschaamd staan. Want beter is het te gaan tot de Heer, * dan op een mens te vertrouwen.

30 7 VEERTIGDAGENTIJD En beter is het te gaan tot de Heer, * dan te vertrouwen op vorsten. Ant. Ik werd omsingeld door vreemde volken, * ik heb ze verjaagd door de naam van de Heer. Zij sloten mij in van alle kanten, * ik heb ze verjaagd door de naam van de Heer. Als bijen zwermden zij om mij heen, zij vlamden op als vuur in de doornen, * ik heb ze verjaagd door de naam van de Heer. Ant. Mijn kracht is de Heer en mijn lofzang: * Hij heeft mij redding gebracht! Ik zal niet sterven maar blijven leven * en alom verhalen het werk van de Heer. Ant. Eer aan de Vader en de Zoon * en de heilige Geest. Zoals het was in het begin en nu en altijd * en in de eeuwen der eeuwen. Amen. Ant. Antwoordpsalm Ps., 1 r. De Heer is mijn herder, niets kom ik tekort.

31 VEERTIGDAGENTIJD 7 Psalm, 1-a De Heer is mijn herder, niets kom ik tekort; Hij laat mij wei- den op groe- ne velden. Hij brengt mij aan wa- ter, waar ik kan rus- ten, Hij geeft mij weer fris- se moed. r. Al voert mijn weg door donkere kloven, ik vrees geen onheil waar Gij mij leidt. Uw stok en uw herdersstaf, geven mij moed en vertrouwen. r. Gij nodigt mij aan uw tafel tot ergernis van mijn bestrijders. Met olie zalft Gij mijn hoofd, mijn beker is overvol. r. Voorspoed en zegen verlaten mij nooit, elke dag van mijn leven. Het huis van de Heer zal mijn woning zijn, voor alle komende tijden. r.

32 7 VEERTIGDAGENTIJD Acclamatie voor het Evangelie cf. Am. 5, 1 II d Eer en lof zij U, Chris- tus. Allen herhalen: Eer en Eer lof en lof zij zij U, Christus. Chris- tus. v. Zoekt het goe- de en niet het kwade, opdat gij leeft en God met Allen: Eer en lof zij U, Christus. u blijft. II* d Antifoon bij de offerande Ps. 9, Hoe heer- lijk is Hoe heer- lijk is het de Heer te prijzen. Psalm het 9 de Heer te prijzen. Uw goedheid te mel- den ie- de- re ochtend en heel de nacht door uw trouw.

33 VEERTIGDAGENTIJD 75 Uw daden maken mij opgetogen, * ik juich om het werk van uw handen. Ant. Hoe grootst, Heer, is alles wat Gij verricht, * hoe diep van zin zijn uw plannen. Ant. De vromen schieten als palmbomen op, * als Libanon-ceders gedijend. Ant. II* a Antifoon bij de communie Ps., Ik ga naar het altaar van God, God die blijd-schap geeft. die blijd-schap geeft. Psalm God, schaf mij recht, kom voor mij op bij dit on- hei- lig volk, bevrijd mij van de mens vol vals- heid en be- drog. Gij zijt mijn kracht, waarom verstoot Ge mij? * waarom loop ik dan treurig rond, door vijanden gekweld? Ant.

34 76 VEERTIGDAGENTIJD 5 Zend mij uw licht, uw steun om mij te leiden, * om mij te voeren naar uw berg en in uw tent. Dan loof ik U bij de citer, God, mijn God. * Waarom zijt gij bedroefd, mijn ziel, waarom opstandig? Vertrouw op God, eens zal ik Hem weer loven, * mijn Redder en mijn God. Ant. Eer aan de Vader en de Zoon * en de heilige Geest. Zoals het was in het begin en nu en altijd * en in de eeuwen der eeuwen. Amen. Ant.

35 VEERTIGDAGENTIJD 77 vijfde zondag VIII c Antifoon bij de intrede Ps. 71, Be- vrijd mij, mijn God, uit de handen der zondaars. den der zondaars. Psalm 71 Tot U, Heer, neem ik mijn toe-vlucht, stel mij toch nim-mer te- leur. 5 6 Gij zijt rechtvaardig, red en bevrijd mij, * luister en kom mij te hulp. Ant. Wees mij een vluchtoord, een veilige plaats; * mijn rots en mijn burcht zijt Gij altijd geweest. Mijn vijanden praten al over mij, * die op mij loeren maken al plannen: God heeft hem verlaten; jaagt hem nu na, * grijpt hem, nu heeft hij geen hulp meer. Ant. Heer, blijf niet staan in de verte, * mijn God, kom mij haastig te hulp.

36 78 VEERTIGDAGENTIJD Dat zij verward op de vlucht slaan * die mij naar het leven staan; Met schaamte en schande bedekt, * zij die mij het kwade wensen. Ant. Maar ik blijf steeds vol vertrouwen, * draag elke dag bij tot uw lof. Ik zal uw rechtvaardigheid prijzen, * uw bijstand de hele dag. Mijn tong zal steeds uw rechtvaardigheid prijzen, * omdat Gij beschaamt die mij kwaad willen doen. Ant. Eer aan de Vader en de Zoon * en de heilige Geest. Zoals het was in het begin en nu en altijd * en in de eeuwen der eeuwen. Amen. Ant. Antwoordpsalm Ps. 10, 7 r. De Heer is steeds barmhar- tig, zijn genade on- be- perkt. Psalm 10, Uit de diep- te roep ik, Heer, luister naar

37 v VEERTIGDAGENTIJD 79 Uit de diep- te roep ik, Heer, luister naar mijn stem. Wil aan- dach- tig ho- ren, naar mijn smeek- ge- bed. r. Als Gij zonden blijft gedenken, Heer, wie houdt dan stand? Maar bij U vind ik vergeving, daarom zoekt mijn hart naar U. r. Op de Heer stel ik mijn hoop, op zijn woord vertrouw ik. Meer dan wachters naar de ochtend, hunkert Israël naar Hem. r. Want de Heer is steeds barmhartig, zijn genade onbeperkt. Hij zal Israël verlossen, van zijn ongerechtigheid. r. Acclamatie voor het Evangelie II d Kor. 6, b Eer en lof zij U, Chris- tus. Allen herhalen: Eer en Eer lof en lof zij zij U, Christus. Chris- tus. v. Nu is het de gun- sti- ge tijd, van-daag

38 80 VEERTIGDAGENTIJD v Nu is het de gun- sti- ge tijd, van-daag is het de dag van het heil. Allen: Eer en lof zij U, Christus. VIII g Antifoon bij de offerande Kom voor mij op, Heer, en red mijn leven, want Gij zijt mach-tig. ven, want Gij zijt Psalm mach-tig. Mijn God, mijn God, waar-om ver- laat Gij mij? Ver blijft de redding bij mijn kreet om hulp. Mijn God, ik roep bij dag, maar geen verhoring, * ik roep des nachts, en nimmer vind ik rust. Ant. Red Gij mijn leven van het dreigend zwaard, * mijn lichaam uit de handen van de honden. Ant. Verlos mij uit de leeuwenmuil, * mij, hulpeloze, van de buffelhorens. Ant.

39 VEERTIGDAGENTIJD 81 VIII c Antifoon bij de communie Mt. 6, Va- - der, als het niet mo- gelijk is dat die beker voor- bijgaat zonder dat Ik hem drink, dat dan uw wil ge- schie- de. Psalm 116 Ik bleef ver- trou- wen, al sprak ik: Ik ben ge- bro- ken van smart. Hoe kan ik mijn dank betuigen * voor al wat de Heer mij gaf? Ant. De beker des heils zal ik nemen, * aanroepen de naam van de Heer. Ik zal mijn geloften volbrengen * waar heel zijn volk het ziet. Ant.

40 8 VEERTIGDAGENTIJD Want kostbaar is in het oog van de Heer * het sterven van zijn getrouwen. O Heer, ik ben uw dienaar, uw knecht, de zoon van uw dienstmaagd, * Gij hebt mijn boeien geslaakt. Ant. U zal ik een lofoffer brengen, * aanroepen de naam van de Heer. Ik zal mijn geloften volbrengen * waar heel zijn volk het ziet, Op t voorplein van uw tempel, * in u, Jeruzalem. Ant. Eer aan de Vader en de Zoon * en de heilige Geest. Zoals het was in het begin en nu en altijd * en in de eeuwen der eeuwen. Amen. Ant. Of naar keuze de antifoon Ik hef de offerbeker met zijn psalm van de avondmis van Witte Donderdag, p. xxx.