ECLI:NL:RBSGR:2012:BX0466
|
|
- Sterre de Winter
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 ECLI:NL:RBSGR:2012:BX0466 Instantie Rechtbank 's-gravenhage Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 09/ en 09/ Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg - meervoudig Inhoudsindicatie Mensenhandel. Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan mensenhandel, waarbij vier vrouwen betrokken waren. Naar het oordeel van de rechtbank is in dit geval een gevangenisstraf van lange duur op zijn plaats. De bewezen mishandeling en woninginbraak zijn slechts in geringe mate op deze straf van invloed. Wel bevestigt het plegen van deze delicten het beeld dat verdachte zich niets aantrekt van wettelijke - voor een maatschappij onontbeerlijke - normen of regels bij zijn ongeremde zoektocht naar inkomsten. De straf valt evenwel aanzienlijk lager uit dan de straf die de officier van justitie heeft geëist, omdat de rechtbank verdachte (onder meer) vrijspreekt van betrokkenheid bij het meest ernstige - want: meest gewelddadige en meest langdurige - feit op de tenlastelegging (zaaksdossier [S0]), terwijl de officier van justitie dat feit wel bewezen achtte. Gevangenisstraf voor de duur van 3 jaren, met aftrek van voorarrest. Zie ook LJN: BX0032, BX0393, BX0718 en BX1312 (medeverdachten). Vindplaatsen Rechtspraak.nl Uitspraak RECHTBANK 'S-GRAVENHAGE Sector strafrecht Meervoudige strafkamer Parketnummers 09/ en 09/ Datum uitspraak: 29 juni 2012 Tegenspraak (Promis) De rechtbank 's-gravenhage heeft op de grondslag van de tenlastelegging en naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting het navolgende vonnis gewezen in de zaak van de officier van justitie tegen de verdachte: [verdachte (C)], geboren op [geboortedatum] 1983 te [geboorteplaats], adres: [adres], thans gedetineerd in de penitentiaire inrichting Haaglanden, locatie Zoetermeer. 1. Het onderzoek ter terechtzitting Het onderzoek is gehouden ter terechtzitting van 23 januari 2012, 4 april 2012, 13 juni 2012 en 15 juni 2012.
2 De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie mr. T.N.M. Kamps en van hetgeen door de raadsman van verdachte mr. J.P. Plasman, advocaat te Amsterdam, en door de verdachte naar voren is gebracht. De zaak tegen verdachte is (deels) gezamenlijk maar niet gevoegd behandeld met de zaken tegen de medeverdachten [A] (hier door de rechtbank kortheidshalve aangeduid als '[A]'), [B] (hierna: '[B]'), [D] (hierna: '[D]') en [E] (hierna: '[E]'). Voorts wordt in het navolgende de dagvaarding met het parketnummer 09/ aangeduid als dagvaarding I en de dagvaarding met het parketnummer 09/ als dagvaarding II. 2. De tenlastelegging Aan de verdachte is - na wijziging van de tenlastelegging ter terechtzitting - ten laste gelegd dat: Dagvaarding I feit 1 (zaaksdossier Kade) hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 30 juli 2011 tot en met 2 augustus 2011 te Den Haag, althans in Nederland, (telkens) tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, [S1] door dwang en/of geweld en/of één of meer andere feitelijkheden en/of door dreiging met geweld en/of meer feitelijkheden en/of door afpersing en/of misleiding en/of door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van een kwetsbare positie heeft geworven, vervoerd, overgebracht, gehuisvest en/of opgenomen, met het oogmerk van uitbuiting van die [S1] (in de prostitutie) en/of die [S1] (telkens) met één van de voornoemde middelen heeft/hebben gedwongen en/of bewogen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van arbeid of diensten (in de prostitutie) en/of seksuele handelingen met of voor een derde tegen betaling, dan wel enige handeling(en) heeft ondernomen waarvan hij, verdachte, wist althans redelijkerwijs had moeten vermoeden dat die [S1] zich daardoor beschikbaar zou(den) stellen tot het verrichten van arbeid of diensten (in de prostitutie) en/of seksuele handelingen met of voor een derde tegen betaling en/of opzettelijk voordeel heeft getrokken uit de uitbuiting van die [S1] en/of die [S1], (telkens) met één van de voornoemde middelen heeft gedwongen en/of bewogen hem, verdachte, te bevoordelen uit de opbrengst van de seksuele handelingen van die [S1] met of voor een derde immers heeft/hebben verdachte en/of zijn mededader(s) * die [S1] als prostituee laten werken in Den Haag en/of * die [S1] verteld danwel laten vertellen dat haar kans om weg te komen uit de instelling waar zij verbleef was om met hem, verdachte, en/of zijn mededader(s) mee te gaan en/of * die [S1] verteld danwel laten vertellen dat als zij in de prostitutie zou gaan werken, zij een goed leven zou krijgen, zij haar rijbewijs kon gaan halen en zij kon gaan samenwonen met ene [E] en/of * die [S1] (telkens) naar een prostitutiekamer (over)gebracht en/of laten overbrengen en/of * de simkaart van de telefoon van die [S1] afgepakt en/of laten afpakken en/of * die [S1] een nieuwe simkaart waarop geen beltegoed stond gegeven en/of * laten geven en/of * die [S1] voorzien en/of laten voorzien van (sexy) werkkleding en/of
3 * die [S1] (voortdurend) onder toezicht en/of controle gehouden en/of * die [S1] laten overnachten in de woning van verdachte en/of die van zijn * mededader(s) en/of * die [S1] instructies gegeven en/of laten geven over hoeveel geld zij moest vragen per klant en/of * die [S1] gedwongen, althans bewogen, om (een groot deel van) de opbrengst uit de prostitutiewerkzaamheden aan hem, verdachte, en/of aan zijn mededader(s) af te staan en/of af te dragen. feit 2 (zaaksdossier Frans Hals) hij op of omstreeks 08 juli 2011 te 's-gravenhage met een ander of anderen, op of aan de openbare weg, op (althans ter hoogte van) de Frans Halsstraat, in elke geval op of aan een openbare weg, openlijk in vereniging geweld heeft gepleegd tegen [P1], welk geweld bestond uit het schoppen en/of slaan op/tegen het hoofd en/of het been althans het lichaam van die [P1]; Subsidiair, indien het vorenstaande niet tot een bewezenverklaring en/of veroordeling mocht of zou kunnen leiden: hij op of omstreeks 08 juli 2011 te 's-gravenhage tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk een persoon (te weten [P1]) heeft geschopt en/of geslagen op/tegen het hoofd en/of het been althans het lichaam van die [P1], waardoor voornoemde [P1] letsel heeft beomen en/of pijn heeft ondervonden. feit 3 (zaaksdossier [S2]) hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 14 juni 2011 tot en met 17 juli 2011 te Den Haag en/of Alkmaar, althans in Nederland, (telkens) tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, [S2] door dwang en/of geweld en/of één of meer andere feitelijkheden en/of door dreiging met geweld of één of meer feitelijkheden en/of door afpersing en/of misleiding en/of door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van een kwetsbare positie heeft geworven, vervoerd, overgebracht, gehuisvest en/of opgenomen, met het oogmerk van uitbuiting van die [S2] (in de prostitutie) en/of die [S2] (telkens) met één van de voornoemde middelen heeft/hebben gedwongen en/of bewogen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van arbeid of diensten (in de prostitutie) en/of seksuele handelingen met of voor een derde tegen betaling, dan wel enige handeling(en) heeft ondernomen waarvan hij, verdachte, wist althans redelijkerwijs had moeten vermoeden dat die [S2] zich daardoor beschikbaar zou(den) stellen tot het verrichten van arbeid of diensten (in de prostitutie) en/of seksuele handelingen met of voor een derde tegen betaling en/of opzettelijk voordeel heeft getrokken uit de uitbuiting van die [S2] en/of die [S2], (telkens) met één van de voornoemde middelen heeft gedwongen en/of bewogen hem, verdachte, te bevoordelen uit de opbrengst van de seksuele handelingen van die [S2] met of voor een derde immers heeft/hebben verdachte en/of zijn mededader(s)
4 * die [S2] als prostituee laten werken in Alkmaar en/of * die [S2] verliefd op hem, verdachte, laten worden en/of * die [S2] verteld dat haar kans om weg te komen uit de handen van haar toenmalige pooier was om met hem, verdachte, en/of zijn mededader(s) mee te gaan en/of * die [S2] meermalen (althans eenmaal) geslagen en/of gestompt en/of * die [S2] verteld dat als zij in de prostitutie zou gaan werken, zij een goed leven samen zouden krijgen en/of * die [S2] (telkens) naar een prostitutiekamer (over)gebracht en/of laten overbrengen en/of * die [S2] (voortdurend) onder toezicht en/of controle gehouden en/of * die [S2] laten overnachten in de woning van hem, verdachte, en/of die van zijn mededader(s) en/of * die [S2] opgesloten in zijn woning en/of de woning van zijn mededaders en/of * die [S2] een hondje (cadeau) gegeven en/of * die [S2] instructies gegeven hoe zij zich achter het raam diende te gedragen en/of * die [S2] gedwongen, althans bewogen, om (een groot deel van) de opbrengst uit de prostitutiewerkzaamheden aan hem, verdachte, en/of aan zijn mededader(s) af te staan en/of af te dragen. feit 4 (zaaksdossier [S0]) hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 september 2008 tot en met 31 december 2009 te Den Haag en/of Amsterdam, althans in Nederland, (telkens) tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, [S0], door dwang en/of geweld en/of één of meer andere feitelijkheden en/of door dreiging met geweld of één of meer feitelijkheden en/of door afpersing en/of misleiding en/of door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van een kwetsbare positie heeft/hebben geworven, vervoerd, overgebracht, gehuisvest en/of opgenomen, met het oogmerk van uitbuiting van voornoemde [S0] (in de prostitutie) en/of die [S0], (telkens) met één van de voornoemde middelen heeft/hebben gedwongen en/of bewogen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van arbeid of diensten (in de prostitutie) en/of seksuele handelingen met of voor een derde tegen betaling, dan wel enige handeling(en) heeft/hebben ondernomen waarvan hij, verdachte, wist althans redelijkerwijs had moeten vermoeden dat die [S0], zich daardoor beschikbaar zou(den) stellen tot het verrichten van arbeid of diensten (in de prostitutie) en/of seksuele handelingen met of voor een derde tegen betaling en/of opzettelijk voordeel heeft/hebben getrokken uit de uitbuiting van die [S0], en/of die [S0], (telkens) met één van de voornoemde middelen heeft gedwongen en/of bewogen hem, verdachte, te bevoordelen uit de opbrengst van de seksuele handelingen van die [S0], met of voor een derde immers heeft/hebben verdachte en/of zijn mededader * die [S0] als prostituee laten werken in Den Haag en/of Amsterdam en/of * die [S0] meermalen (althans eenmaal) bedreigd haar zoontje wat aan te zullen doen en/of * die [S0] meermalen (althans eenmaal) geslagen en/of gestompt en/of * die [S0] met een vuurwapen bedreigd en/of
5 * die [S0] met een vuurwapen geslagen en/of * die [S0] bedreigd door een vuurwapen in haar mond te zetten en/of * die [S0] meermalen (althans eenmaal) vaginaal en/of anaal verkracht en/of -op de rug van die [S0] sigaretten uitgedrukt en/of * die [S0] gedwongen (althans bewogen) een tatoeage in haar schaamstreek te laten zetten met de naam "[B]" of "[naam2]" en/of een tatoeage van een pitbull, althans een hond, te laten zetten met de letters MOB wat staat voor Money Over Bitches en/of een tatoeage van een vuurwapen te laten zetten en/of een tatoeage van twee vleugels over haar volledige rug te laten zetten en/of * die [S0] (voortdurend) onder toezicht en/of controle gehouden en/of * die [S0] opgesloten in haar eigen huis onder bewaking van twee honden en/of * die [S0] opgedragen hoeveel geld zij per dag moest verdienen in de prostitutie en/of * die [S0] (telkens) vanuit Den Haag, althans vanuit enige plaats in Nederland, naar een prostitutiekamer (over)gebracht en/of laten overbrengen en/of * die [S0] gedwongen, althans bewogen, om (een groot deel van) de opbrengst uit de prostitutiewerkzaamheden aan hem, verdachte, af te staan en/of af te dragen. feit 5 (zaaksdossier Werven) hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 december 2010 tot en met 2 augustus 2011 te Den Haag en/of Doetinchem, althans in Nederland, (telkens) tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, [S4] en/of [S5] en/of [S6] en/of [S7] en/of [S8] en/of [S9] door dwang en/of geweld en/of één of meer andere feitelijkheden en/of door dreiging met geweld of één of meer feitelijkheden en/of door afpersing en/of misleiding en/of door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van een kwetsbare positie heeft geworven, vervoerd, overgebracht, gehuisvest en/of opgenomen, met het oogmerk van uitbuiting van die [S4] en/of die [S5] en/of die [S6] en/of die [S7] en/of die [S8] en/of die [S9] (in de prostitutie) immers heeft verdachte en/of hebben zijn mededaders * het/de telefoonnummer(s) van die [S4] en/of die [S5] aan zijn mededader(s) gegeven en/of * (telefonisch) contact over die [S4] en/of die [S5] en/of die [S6] en/of die [S7] en/of die [S8] en/of die [S9] en/of * die [S4] gedreigd haar uit te woning te zetten en/of * die [S4] gedreigd met haar af wilde rekenen en/of * veelvuldig (telefonisch) contact met zijn mededader(s) over de wijze waarop verdachte [S4] het huis uit zou zetten en/of * veelvuldig (telefonisch) contact over het tijdstip waarop zijn mededaders met die [S4] contact moeten opnemen en/of * veelvuldig (telefonisch) contact met zijn mededader(s) over het tijdstip waarop zijn mededader(s) die [S4] moet(en) opvangen en/of onderdak aanbieden en/of * veelvuldig (telefonisch) contact opgenomen en/of gezocht met die [S4] en/of die [S5] en/of die [S6] en/of die [S7] en/of die [S8] en/of die [S9] en/of * tegen die [S9] gezegd dat wanneer zij weg wil bij haar vriend zij direct wordt opgehaald door verdachte en/of zijn mededaders en/of * tegen die [S9] gezegd dat zij een goede toekomst krijgt als zij met hem mee gaat en/of * vleiende sms-berichten naar die [S4] en/of die [S5] en/of die [S6] en/of die [S7] en/of die [S8] en/of die [S9] verstuurd en/of * (telefonisch) contact over prostitutiewerkzaamheden en/of * (telefonisch) contact over het vervoer die [S4] en/of die [S5] en/of die [S6] en/of die [S7] en/of die [S8] en/of die [S9] en/of * (telefonisch) contact over het onderbrengen van die [S4] en/of die [S5] en/of die [S6] en/of die [S7] en/of die [S8] en/of die [S9].
6 Subsidiair, indien het vorenstaande niet tot een bewezenverklaring en/of een veroordeling mocht of zou kunnen leiden: hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 december 2010 tot en met 2 augustus 2011 te Den Haag en/of Doetinchem, althans in Nederland, (telkens) tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door hem, verdachte, en/of een of meer van zijn mededader(s) voorgenomen misdrijf om [S4] en/of [S5] en/of [S6] en/of [S7] en/of [S8] en/of [S9] door dwang en/of geweld en/of één of meer andere feitelijkheden en/of door dreiging met geweld of één of meer feitelijkheden en/of door afpersing en/of misleiding en/of door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van een kwetsbare positie te werven, vervoeren, overbrengen, huisvesten en/of opnemen, met het oogmerk van uitbuiting van die [S4] en/of die [S5] en/of die [S6] en/of die [S7] en/of die [S8] en/of die [S9] (in de prostitutie) immers heeft verdachte en/of hebben zijn mededaders * het/de telefoonnummer(s) van die [S4] en/of die [S5] aan zijn mededader(s) gegeven en/of * (telefonisch) contact over die [S4] en/of die [S5] en/of die [S6] en/of die [S7] en/of die [S8] en/of die [S9] en/of * die [S4] gedreigd haar uit te woning te zetten en/of * die [S4] gedreigd met haar af wilde rekenen en/of * veelvuldig (telefonisch) contact met zijn mededader(s) over de wijze waarop verdachte [S4] het huis uit zou zetten en/of * veelvuldig (telefonisch) contact over het tijdstip waarop zijn mededaders met die [S4] contact moeten opnemen en/of * veelvuldig (telefonisch) contact met zijn mededader(s) over het tijdstip waarop zijn mededader(s) die [S4] moet(en) opvangen en/of onderdak aanbieden en/of * veelvuldig (telefonisch) contact opgenomen en/of gezocht met die [S4] en/of die [S5] en/of die [S6] en/of die [S7] en/of die [S8] en/of die [S9] en/of * tegen die [S9] gezegd dat wanneer zij weg wil bij haar vriend zij direct wordt opgehaald door verdachte en/of zijn mededaders en/of * tegen die [S9] gezegd dat zij een goede toekomst krijgt als zij met hem mee gaat en/of * vleiende sms-berichten naar die [S4] en/of die [S5] en/of die [S6] en/of die [S7] en/of die [S8] en/of die [S9] verstuurd en/of * (telefonisch) contact over prostitutiewerkzaamheden en/of * (telefonisch) contact over het vervoer die [S4] en/of die [S5] en/of die [S6] en/of die [S7] en/of die [S8] en/of die [S9] en/of * (telefonisch) contact over het onderbrengen van die [S4] en/of die [S5] en/of die [S6] en/of die [S7] en/of die [S8] en/of die [S9] * terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid Dagvaarding II: feit 1 (zaaksdossier Inbraak) hij in of omstreeks de periode van 18 juli 2011 tot en met 19 juli 2011 te Den Haag tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een woning aan de [adres]([nummer 1]) heeft weggenomen diverse goederen, onder meer twee, althans een of meer (breedbeeld) televisie(s), twee, althans een of meer, DVDspeler(s) en een Playstation (serie 3), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [X] en/of [Y], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), zulks na zich de toegang tot de plaats van het misdrijf te hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goederen) onder zijn/hun bereik te hebben gebracht door met een ladder/trap op het balkon van de genoemde woning te klimmen en/of (vervolgens) de sloten van de balkondeur van genoemde woning te verbreken/forceren en/of (vervolgens) die woning binnen te gaan en/of (vervolgens) de sloten van de voordeur aan de binnenzijde te verbreken/forceren;
7 feit 2 (zaaksdossier Verdomi) hij in of omstreeks de periode van 1 augustus 2010 tot en met 16 juni 2011 te Den Haag tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens) opzettelijk heeft geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad (in een pand aan [straat]) (een) hoeveelheid/hoeveelheden van (in totaal) ongeveer 188 hennepplanten, althans een groot aantal hennepplanten en/of delen daarvan, in elk geval (telkens) een hoeveelheid van meer dan 30 gram van een materiaal bevattende hennep, zijnde hennep een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid van die wet. 3. Bewijsoverwegingen1 3.1 Zaaksdossier Kade Inleiding Uit de inhoud van zaaksdossier Kade en het verhandelde daarover ter terechtzitting leidt de rechtbank af dat niet ter discussie staat dat [S1] (verder: [S1]) op de avonden van 31 juli en 1 augustus 2011 als raamprostituee heeft gewerkt in Den Haag. Bij de beantwoording van de vraag of verdachte (en zijn medeverdachten) daarbij een zodanige betrokkenheid hebben gehad dat hun gedragingen moeten worden beschouwd als mensenhandel in de zin van (een of meer van de subleden van) artikel 273f van het Wetboek van Strafrecht gaat de rechtbank hier dan ook zonder nadere motivering van uit Het standpunt van de officier van justitie De officier van justitie heeft geconcludeerd tot bewezenverklaring van het medeplegen van mensenhandel, en wel in alle ten laste gelegde varianten daarvan (de subleden 1, 4, 6 en 9) Het standpunt van de verdediging De verdediging bepleit vrijspraak, nu er geen steunbewijs bestaat voor de aangifte van [S1] ten laste van verdachte. Zo was het niet verdachte die op enige manier gebruik heeft gemaakt van de middelen dwang, bedreiging of geweld, en heeft verdachte evenmin voordeel getrokken dan wel zich willen bevoordelen uit de uitbuiting van [S1]. De camerabeelden zijn nietszeggend, de taps zijn eerder verwarrend dan dat zij bewijs kunnen opleveren voor de betrokkenheid van verdachte, en voor het bewijs van medeplegen ontbreekt iedere onderbouwing in het dossier Het oordeel van de rechtbank De redengevende feiten en omstandigheden De aangifte Op 2 augustus heeft [S1] aangifte gedaan van mensenhandel. Uit deze aangifte, die is aangevuld op 26 augustus 20113, blijkt onder meer dat [S1] nooit eerder in de raamprostitutie had gewerkt. Wel had zij al eens als prostituee gewerkt.4 De periode tot 30 juli 2011 Enkele weken voor haar aangifte ontmoette [S1] in Rotterdam op de Nieuwe Binnenweg een Turkse jongen genaamd [E]. [E] riep haar naar zijn auto, ze vond hem leuk, en ze wisselden telefoonnummers uit. Een paar dagen later ontmoetten ze elkaar weer.5 [S1] heeft toen seks gehad met [E].6 Ze vermoedde al dat hij een loverboy was, omdat ze daar ervaring mee had, en omdat [E] al bij de eerste ontmoeting tegen haar zei dat hij verliefd op haar was.7 Ze is twee keer met [E] naar zijn huis in [woonplaats] gegaan, waar ze seks hadden, en ze merkte dat [E] haar 'verliefd op hem ging maken', want hij deed teder en lief. Toen al begon hij met vragen of ze niet alles voor hem wilde doen en of ze geen geld voor hem wilde verdienen. Hij zei dat ze geen toekomst samen hadden, maar dat ze wel samen zaken zouden kunnen doen, waarmee hij achter
8 de ramen werken bedoelde. Hij zou dan het verdiende geld sparen, zij zou haar rijbewijs kunnen halen en ze zouden samen een huis gaan kopen, waarin ze konden gaan wonen. [E] vroeg haar of ze wel eens gewerkt had, en hij zei dat hij in dat wereldje zat.8 [E] vertelde haar dat ze mensen zou gaan ontmoeten die in de prostitutie zaten en die haar verder konden helpen. Zij zouden onderdak voor haar regelen, en een raam en zo. Hij zei dat dat loverboys waren, mannen die meisjes voor zich hadden werken.9 Zaterdag 30 juli 2011 Op zaterdag 30 juli 2011 ging [S1] met [E] in zijn auto naar Delft. Bij station Delft-Zuid ontmoette ze de mensen over wie [E] haar eerder had verteld. Het waren twee mannen, allebei met een gouden tand. Eén van hen had krulletjeshaar (verder: Krullenbol) en was ouder, de ander had een soort hanenkam (verder: Hanenkam).10 [E] en Hanenkam praatten Turks, wat [S1] niet verstond. Ze gingen rijden naar het huis van het jongere broertje van Krullenbol in Delft. Daar zou ze nader met Krullenbol kennismaken en moeten praten over 'zaken' en over het werken als raamprostituee. Aangekomen bij de woning in Delft Zuid, zag [S1] daar een jongen met een paardenstaart (verder: Paardenstaart). [E] vertelde haar dat ze buiten moest wachten totdat Krullenbol kwam. Afgesproken werd, dat Krullenbol alles zou gaan regelen. Even later kwam Hanenkam naar haar toe. Zij vertelde Hanenkam - in antwoord op zijn vraag waar zij woonde - dat ze in een instelling woonde. Hij zei toen tegen haar dat dit haar kans was om daar weg te komen.11 Ze mocht die nacht bij hem slapen en ze zouden voor de volgende dag regelen dat er een kamer zou zijn voor achter de ramen. Ook zouden ze regelen dat ze een goed leven zou krijgen: het verdiende geld konden ze gaan opsparen, ze kon haar rijbewijs halen en met [E] gaan samenwonen. [S1] geloofde dat natuurlijk niet, maar ze was toen al zo verliefd op [E] dat ze alles wilde doen om bij hem te zijn.12 Het werken als prostituee was een idee van [E] en haarzelf. Hanenkam, Krullenbol en Paardenstaart kwamen met het idee om dat achter de ramen in Den Haag te gaan doen. Hanenkam zei dat ze in Den Haag wel een raam voor haar hadden.13 Daarna zijn ze naar de woning van Hanenkam in Den Haag gereden, op negenhoog, waar geen stroom, geen licht en alleen koud water was. Er was een puppiehondje, en het stonk er enorm. Daar hadden [E] en zij seks, terwijl Hanenkam even naar buiten was. Daarna ging [E] weg. Hij zei bij het afscheid dingen als: "Schatje ik hou van je, ik bel je morgenochtend", en dat sms'te hij later nog eens. Toen [E] weg was, begon Hanenkam haar opeens te vragen of ze nog vrijgezel was, wat ze met [E] wilde (die immers getrouwd was), dat zij beiden vrijgezel waren, dat het net uit was met zijn vriendin, en dat zij samen konden trouwen. [S1] had wel door dat dit loverboypraatjes waren. Die avond heeft ze twee keer zonder condoom geneukt met Hanenkam. Hij zei dat hij met haar kindjes zou maken. Na de seks ging hij "afstand doen" van haar en toen begreep ze dat hij een loverboy was. Hij begon over zijn vriendin en zei dat ze bij hem terugkwam, terwijl zij dacht dat zij nu zijn vriendin was. Glijmiddel en condooms lagen allemaal al in zijn huis, alsof er al eerder een meisje was geweest, alsof alles was voorbereid.14 Zondag 31 juli 2011 De volgende ochtend gingen [S1] en Hanenkam Paardenstaart ophalen, waarna zij met z'n drieën naar de instelling gingen waar [S1] woonde - de GGZ-instelling de [instelling] in [plaats] - om haar spullen op te halen. Hanenkam zei dat ze al haar spullen mee moest nemen, maar ze nam alleen haar toilettasje mee. [S1] is van 12:00 tot 14:00 uur bij [instelling] in [plaats] geweest.15 Die zondagmiddag reed [S1] met Hanenkam en Paardenstaart eerst naar de Geleenstraat. Daar is ze met Paardenstaart een kamer gaan huren. Paardenstaart wees haar aan waar het was, ze kreeg het geld voor de kamerhuur van hem of van Hanenkam.16 Daarna is ze met Hanenkam naar zijn huis gegaan. Hanenkam zocht daar een werkjurkje voor haar uit, en hij wilde weer seks met haar. Zij wilde dat echt niet, omdat ze zich klaar had gemaakt en straks zou gaan werken. Hij begon toen lief te doen en te zeggen dat ze het goed zouden krijgen samen, dat ze alles zou krijgen wat ze maar wilde. [S1] begreep het niet meer, want ze zou het toch gaan doen met [E] en nu nam
9 Hanenkam het helemaal over. Ze had even snel seks met Hanenkam waarna hij haar naar het werk bracht. Ze heeft toen gezegd dat ze wilde dat [E] haar ging bellen.17 Hanenkam heeft haar weggebracht naar de Geleenstraat. Daar pakte hij haar simkaart af. Hij zei dat [E] daar net over had gebeld. Ze kreeg een ander simkaartje, zonder beltegoed, en Hanenkam zei daarbij dat hij nu wist hoe hij haar ging bereiken.18 Die avond werd [S1] vaak gebeld door Hanenkam met de vraag of ze klanten had, en wat ze al verdiend had. Als een klant 50 euro teveel vond dan moest ze het doen voor minder. Toen ze een klant had die een wens had waaraan ze niet wilde voldoen, zei Hanenkam haar dat ze moest pakken wat ze kon, en aan het geld moest denken. Ze was een beetje bang en wist dat ze zoveel mogelijk moest maken, dus heeft ze dat gedaan.19 Op deze avond had ze zes klanten gehad. Hanenkam haalde haar aan het einde van de avond op. Hij vroeg hoeveel ze had, en ze zei rond 200 euro. Hanenkam reageerde alsof hij niet tevreden was, en zei dingen als "Maakt niet uit, eerste avond moet je een beetje inwerken". Zijzelf vond zes klanten wel veel. Hanenkam bracht haar naar het huis van Paardenstaart. Daar pakte Hanenkam haar in het bijzijn van Paardenstaart het geld af dat ze die avond had verdiend, waarbij hij zei: "Honderd euro voor [E], honderd euro voor de huur van morgen".20 Die nacht heeft ze doorgebracht in het huis van Paardenstaart. Omdat ze niets te eten had, ging ze met honger naar bed. 21 Maandag 1 augustus 2011 De volgende ochtend werd ze met de auto opgehaald door Hanenkam, en is ze met Krullenbol, Paardenstaart en een hond haar spullen gaan ophalen in [plaats instelling].22 Krullenbol reed, zij zat achterin met Paardenstaart en de hond, voorin zat Hanenkam. Ze heeft alleen gevraagd waar [E] was. Eenmaal aangekomen in de instelling heeft ze laten weten aan de wachtende Hanenkam, dat ze niet meer mee terug wilde. Ze had met haar begeleider gesproken en gezegd dat ze gesloten geplaatst wilde worden voor haar eigen veiligheid. De begeleider vertelde haar dat ze haar niet tegen konden houden. Ze had het gevoel dat de begeleiding haar totaal niet serieus nam. Die broertjes bleven maar bellen, eerst Hanenkam, en toen kwam [E] naar [plaats instelling] toe. Die wilde haar zien om met haar te praten. [E] zei dat hij die jongens geld had gegeven om haar te verzorgen, wat niet was gebeurd, ze had immers alleen energy drank en sigaretten gekregen. Hij parkeerde voor de [instelling] en zei: "Stap gewoon in, doe het. Je zou toch alles voor mij doen, je houdt toch van mij, geef mij een kus". Zo heeft hij haar overgehaald om toch in te stappen. [E] bracht haar naar de auto van Hanenkam, en daar stapte ze in, "voor [E]".23 Die avond heeft ze weer gewerkt, nadat ze de kamer zelf had geregeld. Ze werd gebracht door Hanenkam. Ze vond het werk walgelijk en wilde ermee ophouden, en daarover heeft ze [E] gebeld. Die avond zag ze Hanenkam heel veel in de Geleenstraat lopen, hij was met een brede Marokkaan. Hij speelde het echt heel goed, want als hij bij haar kamer kwam dan vroeg hij of het goed ging en hoe ze verdiende, en als er dan iemand langs kwam ging hij heel anders praten, alsof hij een klant was. Toen ze zei dat ze wilde stoppen, werd ze door Hanenkam bedreigd. Hij zei dingen als: "Ik heb schijt aan de politie, aan de camera's, ik sla je zo de tyfus". Ze was bang en wilde weglopen, maar hij kwam steeds dichter naar haar toe. Die bedreiging was nadat Hanenkam al haar geld had opgeëist van die tweede avond. Ze vond dat niet normaal, en zei dat ze niks met hem te maken had, dat zij al die moeite had gedaan en dat ze er klaar mee was. Tijdens het werk had ze [E] gesproken en tegen hem gezegd dat ze ermee wilde stoppen. Hanenkam zei dat hij [E] ging bellen als ze het geld niet wilde geven. Hij wilde haar simkaart pas teruggeven als ze bij hem in de auto zou stappen. Zij wilde dat niet omdat hij dan haar geld zou afpakken. Hanenkam zei steeds op een dreigende manier: "Nu, nu dat geld". Hanenkam werd opgebeld en ging iets verderop staan, en toen belde zij Identiteit [E], Hanenkam, Krullenbol en Paardenstaart Geconfronteerd met een vijftal politiefoto's heeft [S1] bij een foto van [E] verklaard dat dit '[E]' is. Bij foto's van [A] en [verdachte] heeft [S1] verklaard dat dat 'Hanenkam' en 'Paardenstaart' zijn.25 Bij de politiefoto van [B] heeft [S1] in eerste instantie verklaard dat zij de man op die
10 foto niet kent26, waarna zij heeft gevraagd de getoonde foto nogmaals te mogen zien en toen heeft ze verklaard dat de man op de foto wel een beetje op 'Krullenbol' lijkt, maar dat Krullenbol op de foto ander haar heeft.27 In dit verband wordt - vooruitlopend op de hiernavolgende bespreking van de verklaringen van verdachte [E] - overwogen dat de rechtbank op grond van de aangifte van [S1], bezien in samenhang met de verklaringen van [E], tot de conclusie zal komen dat [B] de man is, die [S1] in het dossier "Krullenbol" noemt. Overige bewijsmiddelen De aangifte van [S1] vindt steun in andere bewijsmiddelen. Zo is bij de aanhouding van [A] op 2 augustus 2011 in zijn auto de Adidastas van [S1] aangetroffen en lag buiten die auto het gebroken simkaartje van [S1].28 Uit camerabeelden, op 31 juli 2011 gemaakt op de Geleenstraat, is voorts te zien dat [S1] door de Geleenstraat loopt, in het gezelschap van een man met een paardenstaart.29 Ook zijn er prints van camerabeelden van 2 augustus 2011 om 00:23 uur, waarop te zien is dat [A] de tas van [S1] pakt en er kennelijk een discussie op straat plaatsvindt. Verder is er de verklaring van getuige [getuige 1].30 Ze kent [verdachte] onder de naam [bijnaam]. Zij was een keer bij hem thuis in zijn woning een Delft toen de broer van [verdachte] aan de deur kwam met een meisje, dat niet wilde binnenkomen. [getuige 1] weet niet meer precies wanneer dit was, maar het was voor haar vakantie in augustus Getuige [getuige 2] - leerling-verpleegkundige en begeleider van [S1] - heeft verklaard dat [S1] op maandag 1 augustus 2011 vertelde dat ze achter de ramen had gestaan, dat ze slecht was behandeld door de mensen die hiervoor verantwoordelijk waren, dat het ging om drie Turkse broers, dat ze alleen soep gekregen had en dat ze haar geld nog hadden, dat ze twijfels had om terug te gaan, maar het geld wilde terughebben.31 Getuige [getuige 3] heeft gelijkluidend verklaard.32 De behandelend psychiater van [S1] heeft verklaard dat zij bekend is met loverboyproblematiek en dat ze al twee keer in het "Stop loverboys"-traject heeft gezeten. Door de psychiatrische stoornis van [S1] - ze is licht verstandelijk gehandicapt en heeft een persoonlijkheidsstoornis met borderline kenmerken - heeft dit echter niet geholpen. De voorgeschiedenis van [S1] is er een van verwaarlozing en misbruik. Ze woont in de inrichting omdat ze moeilijk te plaatsen is in een ambulante instelling. De psychiater beschrijft haar als een kwetsbaar persoon, die - als ze aandacht krijgt - makkelijk over te halen is om risicovolle dingen te doen.33 Behalve deze bewijsmiddelen is er nog technisch bewijs, afkomstig uit onderzoek naar de telefoon van [S1]. Daaruit blijkt dat er een simkaartwissel heeft plaatsgevonden in deze telefoon. Het laatste gesprek met de oude simkaart vond plaats op 31 juli om 17:11 uur en het eerste gesprek met de nieuwe simkaart ([nummer 1]) vond plaats met het toestel van Hanenkam ([nummer 2]).34 Ook blijkt uit dit onderzoek dat [S1] veelvuldig is gebeld door Hanenkam / [A]. Op 31 juli 2011 is er tussen 18:07 uur en 23:56 uur vanaf genoemd toestel van [A] vijftienmaal gebeld met het nieuwe nummer van [S1]. Daarnaast blijkt dat met de telefoon die bij zijn aanhouding op 2 augustus 2011 onder [A] in beslag is genomen ([nummer 3]), op 2 augustus 2011 tussen uur uur vijfmaal is gebeld naar het nummer van [S1]. Ook blijkt uit dit onderzoek dat [S1] door [E] veelvuldig is gebeld. In de periode van 11 juli 2011 tot 2 augustus 2011 wordt met het nummer van [E] ([nummer 4]) 79 maal naar [S1] gebeld. In de nacht van de aanhouding van [A] - de nacht van 1 op 2 augustus blijkt dat hij haar na 22:57 uur zevenmaal heeft opgebeld.35 Het dossier bevat voorts diverse tapgesprekken die aan het bewijs kunnen bijdragen: * zondag 31 juli :23 uur[verdachte] belt [A]. [A]: wil je deze, geen paspoort, gaan we ophalen, al is het voor een week, [B] is toch in Den Haag? Laat ik hem even bellen, zegt [verdachte], kijken hoe en wat.
11 [A] zegt dat hij deze niet wil, hij heeft anderen, daarom. [verdachte] zegt, laten we deze in Den Haag plaatsen.36 12:44 uur [E] belt [A]. [A] zegt dat deze helemaal niets bij zich heeft, ID-kaart, [E] zegt, kunnen jullie halen en kaart is daar. [A]: dan geen probleem, bel jij [B] even, praat even alles met [B]. Wat moet ik bespreken, zegt [E]. ID-kaart zegt [A].37 12:46 uur [E] belt [A]. [E]: [B] heeft gezegd dat jullie die dinges kunnen gaan halen, en de tas is toch bij hem? [A], ja bij mijn broer38 14:21 uur [A] belt [E]: hij heeft het tasje bij zich, [E] komt hem halen in [plaats]; [A] zegt dat hij dat meisje net hier heeft geplaatst.39 16:20 uur Sms van [E] aan [A]: regel nieuwe sim en tel, die van 30 euro40 16:27 uur [A] belt [D] en vraagt of hij een 2-5 plek heeft. [D] zegt van niet, dan zegt [A] dat hij gaat plaatsen bij 5-0 [uit het dossier is de rechtbank bekend dat hiermee de (starttarieven in de) Haagse raamprostitutiestraten Doubletstraat respectievelijk Geleenstraat worden bedoeld]41 17:44 uur [A] belt [E]: wil nieuw nummer geven, [E] zegt, later nu met vrouw in Scheveningen, dus nu niet.42 17:54 uur [verdachte] belt [A]. [A]: ik ben nu aan het plaatsen, [verdachte] zegt dat hij nu met [B] is en eraan komt; bij de Haringkoning.43 20:17 uur [A] belt [B] over verdiensten tot dan, uitvoerig gesprek over [E], nog niks gehoord, over waar ze vanavond gaat slapen (niet bij [A], ze is veilig bij hem of broertje), over klanten en wat ze moet doen44 20:38 uur [A] belt [verdachte]: 60! Goed zegt [verdachte], nog vroeg, het gaat komen45 21:13 uur [E] belt [A]: [A]: we hebben geplaatst enzo, gewoon, loopt; [E], ja? Mooi, [A]: vanavond gaat die in het huis van mijn broertje blijven weet je, [E]: ok is goed. Jullie moeten die een beetje goed behandelen, ok? Probeer gewoon een paar dingen uit te leggen, wat ze moet weten, wat er is, ok?46 21:35 uur [A] belt [E]. [E] wil niet dat zijn nummer aan anderen wordt gegeven; [A] zegt dat alleen hij, [B] en [verdachte] het kennen. Over de telefoon vraagt [E] of hij alleen een nieuwe sim heeft gegeven, want er staat misschien nog iets op haar telefoon, daarom moet [A] ook een nieuwe telefoon voor haar kopen en de oude nummers op het andere toestel wissen. [A] zal dit doen.47 21:39 uur [A] belt [S1]. Ze heeft nu 85, als ze 50 zou houden had ze al 150, maar iedereen vindt dat te duur. [A] vraagt of de huur er al uit is, Zij: nog niet.48 22:57 uur [A] belt [S1]. Op de vraag hoe het gaat zegt ze 'al 140' ze gaat nog door, hij komt haar om kwart voor 1 ophalen. Zij vindt het raar en echt helemaal niet leuk dat [E] haar niet gebeld heeft. [A] zegt: maar mij wel, ik leg het nog uit, en ze moet zich niet druk maken.49 23:57 uur [A] belt [S1]. Zij zegt dat hij haar moet komen halen. Zij vertelt dat ze er zes heeft gehad, voor 30/ 35, want ze vonden 50 te duur. [A] wil totaal bedrag weten, ze weet het niet. [A] komt haar halen.50 * maandag 1 augustus :40 uur [E] belt [A]. Hij zegt dat ze dat meisje eventjes daar hebben geplaatst, nee niet in Delft (vraagt [E]), maar 'als een ziekenhuis, haar spullen pakken en zo'. [E] vraagt naar gisteren, [A] zegt dat ze naar [E] wilde komen. Dan komt [verdachte] aan de lijn, praat over afspraak tussen [E] en [B]51 17:08 uur [A] belt [S1]. Hij zegt 'kom naar buiten', zij vraagt met wie hij is, hij geeft geen antwoord, zij wil niet komen.52 17:09 uur [A] belt [S1]: ze wil niet meer met mensen omgaan die haar zo behandelen, Ze zegt dat [E] haar gisteren niet heeft gebeld, die kan het bekijken, ze zegt doei!53 17:10 uur [A] belt [E]. Hij moet gekke meisje bellen om haar naar hem te laten komen.54 17:13 uur [A] belt [S1]. [E] is toch jou vriend, niet ik; ja laat hem dan komen, zegt ze. Hij zegt dat [E] haar zal bellen, hij wacht nog 10 minuten dan weg, is geen taxichauffeur. Over dat [E]
12 gisteren niet is geweest, [A] zegt dat ze dat niet gek moet vinden, hij komt niet in die straat; [A]s rol is ophalen en wegbrengen en dingen voor haar regelen.55 17:15 uur [A] belt [S1]: waarom ze steeds ophangt? Zij wil niks met die jongen in de auto te maken hebben, omdat hij haar slecht behandeld heeft. Ze wil niet komen, gaat zo eten. [A] zegt dat hij eten voor haar zal kopen, zij zegt: ja ok ik kom eraan.56 17:33 uur [E] belt [A]: [A] vertelt dat hij heeft opgehaald, of [E] even met deze gekke wil praten en haar paaien. [E] aan de lijn, waarom hij gisteren niet had gebeld, zij zegt: smoesjes. Ze zegt dat ze gisteren en vandaag niets heeft gegeten, ze moet erom vragen zegt hij; ze wil sigaretten als ze gaat werken, en zegt dat hij dat met [A] moet regelen, dat doet hij dan. Daarna nog [verdachte] aan de lijn, [E] zegt op vraag van [S1] dat hij moet werken en haar niet kan halen. [verdachte] maakt afspraak [E] onderweg te ontmoeten bij de Mc Donalds, 'daar kan [verdachte] geven'.57 22:57 uur [E] belt [A] en geeft hem het telefoonnummer [nummer 1] door.58 23:43 uur [A] belt [E]: [E] zegt dat ze bij [straat] moet blijven, ze kan het niet vinden met [verdachte], goed zegt [A]. [E] vraagt hem 10 euro beltegoed voor haar te halen, hij zegt dat ze haar zo moeten dingesen dat ze, want ze heeft net staan klagen over [verdachte], over niks eten gisteravond/honger. [A] zegt goed, hij heeft geen probleem met haar, wil zaken met haar kunnen doen. [E] zegt: haar paaien, want anders houdt ze ermee op. Ze wil haar simkaart terug, zeg maar die krijg je wel, is hier niet.59 * dinsdag 2 augustus :02 uur [A] belt [S1]. Ze heeft 50 winst, het mag niet lager dan 50 van de beheerster. Wat heeft [E] met [A] afgesproken? Dat vertelt hij later. Ze neemt daar geen genoegen mee en ze wil haar simkaart terug,60 00:12 uur [A] belt [S1]. Zij zegt dat ze er klaar mee is; ze stelt voor 100 euro voor hem als hij de simkaart teruggeeft en haar naar huis brengt. Daarna wijzigt ze haar aanbod, nu wil ze haar verdiensten van 150 delen met hem61 00:35 uur [A] belt [S1]. Hij zegt dat ze kan komen, zij zegt dat hij de simkaart kan brengen, ze vertrouwt het niet.62 00:42 uur [A] belt [E] en vertelt dat ze niet wil komen en simkaart terug wil, hij zegt geef maar. [A] zegt maar ze moet meekomen, niet hier midden in de straat, [E] krijgt haar aan telefoon: je gaat gewoon met hem mee, je krijgt je simkaart, naar die andere huis. [S1]: hij zegt eerst geld dan simkaart terug. [E]: ga mee kom naar mij toe. [S1]: nee ik stap niet in de auto, ik blijf hier. [E]; ik laat mijn werk zitten en kom naar Den Haag, zij: dat wou ik horen, laat je werk en kom naar Den Haag. Dan [A] weer aan de lijn; moet ik haar zogenaamd naar jou brengen? Ja zegt [E]. Zij wil niet meer mee.63 00:51 uur [E] belt [A] en hoort dat ze niet is ingestapt, ze schreeuwt en is een probleem.64 00:56 uur [E] belt [A] dat hij eraan komt, [A] zegt dat ze gek is, [E] vraagt hoeveel ze gisteren gemaakt heeft, [A] zegt 170, huur was 100, dat ze [verdachte] haat en dat hij tegen haar zegt dat hij doet wat [E] hem vraagt. [E] zegt, ik kom over 15 min.65 Verklaringen verdachten [E] heeft ontkend dat hij zich aan mensenhandel heeft schuldig gemaakt. Uit zijn verklaringen blijkt dat hij, speciaal om met vrouwen contact te hebben, een telefoon heeft met nummer [nummer 4].66 Over de ontmoeting in Rotterdam met [S1] verklaart hij op hoofdlijnen hetzelfde als zij. De eerste avond hebben ze seks gehad in het huis van een vriend in Rotterdam. De volgende dag kreeg hij een sms van haar, ze was verliefd op hem. Die avond hebben ze weer seks gehad in de woning. Ze hebben ook een keer in zijn huis in [woonplaats], en een keer bij [A] op de [adres] seks gehad. Ze stalkte hem, ook al wist ze dat hij getrouwd was en dat het niets kon worden. Of ze goed bij haar hoofd is, daarvan denkt hij dat het wel iets zegt dat ze in een inrichting zit. Hij wist dat al vanaf de eerste keer seks.67 Op zaterdag 30 juli 2011 had hij bij station Delft Zuid een ontmoeting met [B], waarna hij achter hem aangereden is naar de woning
13 van [verdachte]. Daar zat de vriendin van [verdachte]. Toen is hij met [S1] en [A] naar de [adres] gegaan, heeft daar seks gehad met [S1], en is weggegaan. [S1] mocht niet meer naar de inrichting terug, en is daar gebleven. [S1] belde hem op zondagavond rond 01:00 uur omdat [A] haar geld wilde afpakken. Hij heeft [A] toen gebeld en gezegd dat hij haar met rust moest laten. Hij is toen naar de Doubletstraat gekomen rond 01:00 uur, omdat ze zei dat ze daar werkte. Die zondag had hij in [plaats], bij de inrichting waar [S1] woonde, aan [verdachte] 100 euro geleend voor benzine.68 Het klopt dat hij het nieuwe telefoonnummer van [S1] van [A] heeft gekregen.69 De volgende dag had hij in [plaats] afgesproken, om zijn vergeten tasje terug te krijgen, en toen heeft hij ook [B] daar gezien.70 [A] heeft verklaard dat hij 'snorder en hotel' was.71 [E] was volgens hem de pooier van [S1].72 Hij heeft seks met [S1] gehad en ze heeft één nacht bij hem geslapen in een huis waar [E] ook is geweest.73 Hij heeft daarnaast verklaard dat hij haar van [E] een andere simkaart moest geven, en hij heeft erkend dat hij op maandagavond met de telefoon die bij hem in beslag is genomen vijfmaal heeft gebeld met [S1].74 [B] en [verdachte] hebben zich op hun zwijg- en verschoningsrecht beroepen. Tussenconclusie ten aanzien van de identiteit van Krullenbol Uit de verklaringen van [E] maakt de rechtbank op dat bij de ontmoeting bij station Delft Zuid ook [B] aanwezig was. Hij was immers degene met wie [E] daar een afspraak gemaakt had. Het moge zo zijn dat de benaming "Krullenbol" voor de man met wie Hanenkam in de auto kwam aanrijden, gelet op de haardracht van [B], niet helemaal bij zijn uiterlijk lijkt te passen, maar de verklaring van [E] laat over de identiteit van deze persoon geen twijfel. Conclusies van de rechtbank ten aanzien van het bewijs In bovenstaande bewijsmiddelen vindt de rechtbank ondersteuning voor de aangifte van [S1], waardoor deze - ook al is die aangifte niet op alle onderdelen geheel consistent - op de essentiële punten als betrouwbaar kan worden aangemerkt. Zo blijkt behalve uit de aangifte ook uit de verklaring van [E] dat hij een seksuele relatie met [S1] is aangegaan, dat ze verliefd op hem was, en dat hij degene was die [S1] in contact heeft gebracht met de broers [A, B en C] van wie hij wist dat ze in de wereld van prostitutie en loverboys zaten. De telefoongegevens en de tapgesprekken leveren vervolgens bijkomend bewijs voor de betrokkenheid van [E], waarbij de frequentie van (van hem) uitgaande oproepen naar [S1] in de maand juli opvalt. Uit deze telefoongegevens blijkt verder dat hij contact met haar opnam nadat ze had aangegeven dat ze niet meer wilde werken. [A]'s verklaring dat hij als snorder en hotel heeft gediend onderbouwt het verhaal van [S1] over de trips naar de Geleenstraat en naar [plaats inrichting] en haar verblijf bij zowel [A] als [verdachte] in de nachten van 31 juli 2011 en 1 augustus 2011, en biedt ook steun voor haar verklaring over de simkaartwissel. Uit de tapgesprekken met [E] en met [verdachte] blijkt dat [A] degene was die de feitelijke uitvoeringshandelingen voor zijn rekening nam, zoals het regelen van de identiteitskaart, het zoeken naar een raam, het vele bellen naar [S1] - waarbij over de te verlenen service en de verdiensten werd gesproken - en het vervoer van [S1]. Zijn dreigende gedragingen om het door haar verdiende geld in handen te krijgen op 2 augustus 2011 worden door hetgeen te zien is op de camerabeelden onderbouwd. Over [verdachte]'s aandeel staat op basis van de tapgesprekken, bezien in samenhang met de aangifte, vast dat hij bij de planning over de tewerkstelling van [S1] werd betrokken, dat hij bij haar vervoer aanwezig is geweest en dat hij haar onderdak heeft geboden. De rol van [B] als de regisseur zoals die uit de aangifte naar voren komt - [S1] had begrepen dat ze moest kennismaken met Krullenbol en dat hij alles zou gaan regelen - wordt bevestigd enerzijds door de verklaring van [E] - daar waar hij zegt dat hij een zakelijke afspraak had met [B] - en anderzijds door de inhoud van de tapgesprekken waarin over overleg tussen [E] en [B]
14 in verband met de identiteitskaart wordt gesproken, de gesprekken over een afspraak de volgende dag tussen [E] en [B] en uit zijn aanwezigheid bij het vervoer naar [plaats inrichting]. Uit deze bewijsmiddelen volgt dat alle vier verdachten in nauwe en bewuste samenwerking en ieder met een eigen substantieel aandeel [S1] hebben geworven, vervoerd en gehuisvest met het oogmerk van uitbuiting, in de zin van artikel 273 f lid 1 sub 1 van het Wetboek van Strafrecht. Van de daarbij gebruikte middelen acht de rechtbank bewezen de dreiging met geweld en afpersing (door [A] om haar geld te krijgen op 2 augustus 2011), misleiding ( door [E] en [A] met de voor loverboys kenmerkende gedraging van de geveinsde verliefdheid en valselijk geschetste mooie toekomstbeelden), het uit feitelijke omstandigheden voortvloeiende overwicht (zoals de door [E] en [A] en [verdachte] georganiseerde overnachting in de woningen van [A] en [verdachte], het afnemen van haar simkaart en de voortdurende controle tijdens het werk, waardoor ze in haar vrije keus om met dit werk te kunnen stoppen werd beperkt) en ten slotte het misbruik van een kwetsbare positie (haar kwetsbaarheid, die blijkt uit haar verblijf in de zorginstelling [instelling], was [E] vanaf het begin bekend, is in het eerste gesprek tussen [S1] en [A] over haar woonomstandigheden duidelijk geworden en wordt ook door de verdachten in telefoongesprekken benoemd: "of [E] even met die gekke wil praten en haar wil paaien"). De rechtbank acht op grond van de aangehaalde bewijsmiddelen voorts bewezen dat verdachte en zijn mededaders met die middelen en dat bewezen oogmerk [S1] hebben bewogen zich beschikbaar te stellen voor werk in de prostitutie (artikel 273f, eerste lid, aanhef en onder 4, van het Wetboek van Strafrecht), dat zij opzettelijk voordeel hebben getrokken uit haar uitbuiting (artikel 273f, eerste lid, aanhef en onder 6, van het Wetboek van Strafrecht) en dat zij haar met die middelen hebben bewogen om hen verdachten, te bevoordelen uit de opbrengst van haar werk als prostituee (artikel 273f, eerste lid, aanhef en onder 9, van het Wetboek van Strafrecht), waaraan de geringe omvang van haar verdiensten niet afdoet. Ten aanzien van verdachte acht de rechtbank de periode bewezen zoals ten laste gelegd, aangezien de rechtbank de strafbare betrokkenheid van verdachte vanaf de eerste ontmoeting met [S1] op 30 juli 2011 bewezen acht. 3.2 Zaaksdossier Frans Hals Het standpunt van de officier van justitie De officier van justitie heeft gerequireerd tot bewezenverklaring van het onder 2 primair ten laste gelegde Het standpunt van de verdediging De raadsman van verdachte heeft aangevoerd dat niet ontkend kan worden dat verdachte [P1] heeft geslagen, doch dat wel bedacht dient te worden dat dit plaatsvond nadat verdachte een kopstoot van [P1] had gekregen Het standpunt van de rechtbank Redengevende feiten en omstandigheden Verdachte heeft op 8 juli 2011 in Den Haag [P1] tegen het lichaam geslagen en een trap tegen zijn linkerbeen gegeven. Ook heeft hij [P1] met gebalde vuist op het rechteroog geslagen.75 Hierdoor heeft [P1] hevige pijn gevoeld76 en letsel aan zijn rechterwenkbrauw77 en een kneuzing van de neus78 opgelopen. Verdachte heeft dezelfde dag een (afgetapt) telefoongesprek met zijn moeder gevoerd waarin hij aangeeft: "Ik heb [voornaam] s (rechtbank: de voornaam van [P1]) hele gezicht verbouwd, dat jullie dat weten."79 Conclusie van de rechtbank ten aanzien van het bewijs De rechtbank zal verdachte vrijspreken van de openlijke geweldpleging die hem onder 2 primair is ten laste gelegd, nu dit feit niet wettig en overtuigend bewezen kan worden. Ten aanzien van de medeverdachte [B] is immers niet van enige andere (gewelds)handeling tegenover [P1]
15 gebleken dan het - mogelijk juist met de bedoeling om de ruzie tot een einde te laten komen - vastpakken van diens armen. De subsidiair ten laste gelegde mishandeling van [P1] acht de rechtbank op basis van de aangifte, de medische verklaring en het tapgesprek echter wel wettig en overtuigend bewezen. Uit hetgeen de rechtbank hiervoor heeft overwogen over het aandeel van de medeverdachte [B], vloeit logischerwijze voort dat verdachte zal worden vrijgesproken van het ten laste gelegde bestanddeel 'tezamen en in vereniging'. 3.3 Zaaksdossier [S2] Het standpunt van de officier van justitie De officier van justitie heeft gevorderd dat wettig en overtuigend bewezen zal worden dat verdachte zich heeft schuldig gemaakt aan mensenhandel in vereniging, en wel in alle ten laste gelegde varianten daarvan Het standpunt van de verdediging De raadsman van verdachte heeft algehele vrijspraak van dit feit bepleit. Bij de rechtercommissaris heeft [S2] niets belastends over verdachte verklaard. In de stukken is verder niets te vinden waaruit blijkt van enige door verdachte uitgeoefende vorm van dwang. Hij heeft [S2] niet bedreigd of mishandeld. Van opzettelijk voordeel trekken is ook geen sprake geweest. [A] heeft geld uit de portemonnee van [S2] gepakt en dat aan verdachte gegeven in verband met het vervoeren van [S2] naar Alkmaar. Voor het overige heeft verdachte nooit geld gekregen van [S2]. Aan verdachte kan hooguit verweten worden dat hij [A] naar Alkmaar zou hebben gereden. Uit niets blijkt echter enig oogmerk van uitbuiting. De afgetapte gesprekken bieden evenmin een aanwijzing voor betrokkenheid van verdachte. Verdachte heeft, kortom, in dit zaaksdossier geen rol van betekenis gespeeld en dient dan ook te worden vrijgesproken Het oordeel van de rechtbank De rechtbank acht op grond van het onderzoek ter terechtzitting en de gedingstukken niet wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan medeplegen van de mensenhandel van [S2], zoals dit hem is ten laste gelegd in vier varianten van artikel 273f van het Wetboek van Strafrecht. De rechtbank overweegt daartoe het volgende. Vast staat dat [S2], toen ze nog met [ex-vriend] was, is benaderd door [A]. [A] deed haar beloften over een nieuw leven. Een leven waarin zij niet meer (in de prostitutie) hoefde te werken, maar met [A] zou trouwen, kinderen zou krijgen en met hem op vakantie zou gaan. Ook zei [A] dat hij veranderd was in vergelijking met vroeger. [S2] heeft (door deze beloftes) [exvriend] verlaten en is door [A] gehuisvest in de woning aan de [adres] in Den Haag. Zij is met [A] naar Alkmaar geweest en heeft daar in de raamprostitutie gewerkt, waarbij [A] als haar pooier fungeerde. Het door [S2] verdiende geld is door [A] opgemaakt. De rechtbank ziet in het dossier ten aanzien van verdachte onvoldoende aanwijzingen om het medeplegen bij de gedwongen prostitutie van [S2] op te kunnen baseren. Enkele aanwijzingen kunnen worden gevonden in de aangifte van [S2], waar zij onder meer vertelt dat verdachte haar meer dan eens naar Alkmaar heeft vervoerd. Ook haar beschrijving van hoe door verdachte (en zijn broers) met het door haar verdiende geld werd omgegaan, levert een aanwijzing op voor de betrokkenheid van verdachte. Nu het dossier echter geen bewijsmiddelen bevat die de aangifte op deze punten kunnen ondersteunen, ontbreekt het wettige en overtuigende bewijs dat voor een bewezenverklaring noodzakelijk is. Daarom dient een vrijspraak voor dit feit te volgen. 3.4 Zaaksdossier [S0] Inleiding
16 [S0] heeft op 7 oktober 2009 heeft aangifte gedaan van mensenhandel tegen verdachte en diens broer [B]. Zij is op 28 oktober 2010, 25 november 2010, 25 augustus 2011 en 16 september 2011 nader door de politie gehoord. Op 20 april 2012 is [S0] nogmaals gehoord, nu door de rechtercommissaris. Haar verklaring houdt kort gezegd in dat verdachte en diens broer [B] haar gedurende een periode van een jaar met gebruik van zwaar (seksueel) geweld, dreiging van geweld en andere middelen hebben geworven met als doel haar uit te buiten in de prostitutie, dat zij haar met die middelen hebben gedwongen zich te prostitueren, dat zij opzettelijk voordeel hebben getrokken uit die uitbuiting en dat zij haar hebben gedwongen de opbrengsten uit die prostitutie aan hen af te staan. Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat hij [S0] welgeteld één keer heeft ontmoet. Tijdens deze ontmoeting hebben [S0] en hij zijn inschrijving op haar GBA-adres met elkaar besproken. De vraag die de rechtbank dient te beantwoorden is of wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan (het medeplegen van) mensenhandel van [S0] Het standpunt van de officier van justitie De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de aangifte van [S0] in voldoende mate wordt ondersteund door andere bewijsmiddelen, zodat wettig en overtuigend bewezen dient te worden verklaard dat verdachte het feit heeft begaan Het standpunt van de verdediging De verdediging heeft bepleit dat de verdenkingen met betrekking tot dit feit enkel gegrond zijn op de verklaring van [S0] - die bovendien vanwege haar inconsistenties en aantoonbare onjuistheden onvoldoende betrouwbaar is - zodat niet bewezen kan worden dat verdachte dit feit heeft gepleegd Het oordeel van de rechtbank De rechtbank stelt voorop, dat de aangifte van [S0] op zichzelf voldoende consistent en gedetailleerd is om als bewijs te kunnen dienen. Het bewijs dat een verdachte een strafbaar feit heeft begaan kan echter niet uitsluitend worden aangenomen op de verklaring van één getuige. Dit voorschrift, dat volgt uit het in artikel 342, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering vastgelegde bewijsminimum, strekt ter waarborging van de deugdelijkheid van de bewijsbeslissing. De vraag of aan het bewijsminimum is voldaan, laat zich niet in algemene zin beantwoorden, maar vergt een beoordeling van het concrete geval. Tegen deze achtergrond overweegt de rechtbank als volgt. Het dossier bevat naast de verklaring van [S0] een aantal processen-verbaal, die door de officier van justitie als steunbewijs zijn gebezigd en waaruit ook zonder meer - in zoverre kan de rechtbank de officier van justitie volgen - enige ondersteuning kan worden geput voor die verklaring. Zo volgt uit deze processen-verbaal dat [B] in de ten laste gelegde periode een [merk auto] op zijn naam had staan, dat [B] van 9 december tot en met 12 december 2009 een kamer in hotel [hotel] te Wassenaar had gereserveerd, dat [B] direct aansluitend aan deze reservering een periode in detentie heeft verbleven, dat de naam '[B]' in de [taal] taal 'vleugel' betekent ([S0] draagt op haar schouders een tatoeage van twee vleugels), dat op het adres van [S0] gedurende enige tijd ook verdachte ingeschreven heeft gestaan, dat [S0] een periode aan de [adres] heeft verbleven - alwaar tot tweemaal toe door de politie een Staffordshire bull terrier in beslag is genomen - en dat [S0] een tatoeage heeft van een vuurwapen dat uiterlijke gelijkenissen vertoont met één van de tatoeages van verdachte en diens broer [B]. Al deze zaken, waarover [S0] tijdens de diverse politieverhoren had verklaard bleken, nadat de politie daarnaar onderzoek had verricht, dus juist te zijn.
17 Het gaat echter zonder uitzondering om feiten en omstandigheden die niet de kern van het verwijt raken dat verdachte en zijn broer wordt gemaakt. Feiten en omstandigheden derhalve die in een te ver verwijderd verband staan van de belastende verklaring van [S0], om met succes te kunnen stellen dat zij steunbewijs leveren voor het verwijt dat verdachte wordt gemaakt, te weten het medeplegen van mensenhandel door gebruikmaking van onder meer (seksueel) geweld en bedreiging daarmee. Ten aanzien van de tatoeages van [S0] - behalve het al genoemde vuurwapen en de 'schoudervullende' tatoeage van twee vleugels ook een tatoeage waarin de naam '[B]' of '[naam2]' kan worden gelezen - is daarbij in het bijzonder nog relevant dat ondanks herhaalde opsporingsinspanningen van de politie en ondanks stevig doorvragen van de rechtercommissaris op dit punt, nooit is komen vast te staan waar, wanneer en onder welke omstandigheden (gedwongen of vrijwillig) deze bij [S0] zijn gezet. De rechtbank is dan ook van oordeel dat de door de officier van justitie gebezigde bewijsmiddelen onvoldoende steun bieden aan de verklaringen van [S0], zodat in deze zaak niet is voldaan aan het bewijsminimum. Ten overvloede merkt de rechtbank daarbij nog op dat een aantal van de door de officier van justitie ten laste gelegde handelingen - de mishandelingen in de woning van [S0] te [plaats] en de verkrachting in hotel [hotel] in Wassenaar - mogelijk ook om een andere reden buiten het bereik van een bewezenverklaring zouden zijn gevallen, nu deze handelingen zich niet hebben afgespeeld in de (primair) ten laste gelegde pleegplaatsen Den Haag en Amsterdam. Gelet op dit alles kan de slotsom geen andere zijn dan dat niet wettig bewezen verklaard kan worden dat verdachte zich - al dan niet samen met zijn broer [B] - in de periode van 1 september 2008 tot en met 31 december 2009 te Den Haag en/of Amsterdam schuldig heeft gemaakt aan (verschillende vormen van) mensenhandel van [S0]. Verdachte zal dan ook worden vrijgesproken van dit feit. 3.5 Zaaksdossier Werven Inleiding Dit verwijt betreft het onderdeel werven van art 273f lid 1 sub 1, van het Wetboek van Strafrecht, te weten het werven van vrouwen met het oogmerk van uitbuiting (in deze zaak door tewerkstelling in de prostitutie), waarbij gebruik zou zijn gemaakt van een of meer van de in dat lid genoemde middelen. De volgende feiten kunnen op grond van de gebruikte bewijsmiddelen als vaststaand worden aangemerkt. Deze feiten hebben ter terechtzitting niet ter discussie gestaan en kunnen zonder nadere motivering dienen als vertrekpunt voor de beoordeling van de bewijsvraag. In de periode van 22 december 2010 tot 2 augustus 2011 is van de telefoonnummers in gebruik bij [verdachte], [A], [B] en [D] een hoeveelheid gespreksgegevens en sms-berichten opgenomen, bekeken en uitgeluisterd, waarvan zowel de gesprekken (en sms-berichten) die plaatsvonden tussen de verdachten onderling als die met de telefoonnummers van de vrouwen die in het zaaksdossier Werven als getuigen zijn aangemerkt, relevant zijn. Het betreft hierbij telkens vrouwen die de verdachten niet of nauwelijks kenden Het standpunt van de officier van justitie De officier van justitie heeft gevorderd dat het werven van [S4], [S5] en [S9] bewezen wordt, nu uit de taps blijkt dat verdachte na een opzetje met [D] als reddende engel huisvesting aanbood aan [S4], hij [S5] van [D] heeft 'gekregen' en hij [S9] met zijn broers op is gaan halen in Arnhem Het standpunt van de verdediging De verdediging heeft algehele vrijspraak bepleit, nu [S4] en verdachte elkaar al kenden en nu [S4] bij de rechter-commissaris heeft verklaard dat zij niet uit huis is gezet door [D] en dat zij een goed contact had met verdachte. De contacten die verdachte met [S5] zocht, hadden niets om
18 het lijf en bewijs ontbreekt dat werven hierbij de bedoeling was, terwijl de gesprekken met de andere verdachten hierover als grootspraak moeten worden afgedaan. Ten aanzien van [S6], [S7], [S8] en [S9] was de betrokkenheid van verdachte afwezig dan wel minimaal, en bewijs voor medeplegen jegens alle vrouwen ontbreekt Het oordeel van de rechtbank [S4] Redengevende feiten en omstandigheden Uit afgetapte telefoongesprekken en onderschepte sms-berichten uit de periode van 26 december 2010 tot en met 31 december 2010, blijkt het volgende. Op 26 december 2010 maken [verdachte] en [D] een afspraak om elkaar te ontmoeten.80 Even later laat [verdachte] aan [B] het volgende weten: "Die heeft twee gegeven, [S4] en één van zeventien jaar. Ja, die geeft he! Ik ga hier dingesen! Ik haal mijn geld eruit...en elke maand duizend lira, [B]!".81 Direct hierna stuurt [verdachte] een eerste sms-bericht naar [S4] ("Hey [S4], alles goed met jou? Laat wat van je hooren xx"), waarop [S4] terugsms't: "Wie ben jij?". [verdachte] antwoordt dan "[bijnaam], weet je niet meer, bel me eens op?" Nog diezelfde avond hebben [verdachte] en [S4] het eerste telefoongesprek.82 Op 27 december 2010 spreken [verdachte] en [D] over [S4]. [D] vraagt: "Heb je zaken kunnen regelen met die, komt die naar je toe?" en "Ik zeg, komt [S4]?". Hierop zegt [verdachte]: "Ik weet niet, ik moet even praten". Hierop antwoordt [D]: "Ik heb dat meisje uit haar huis gejaagd, jij moet pakken gozer".83 Diezelfde dag belt [S4] [verdachte] en vertelt hem dat die Turk naar haar woning gekomen was en dat hij met haar wilde afrekenen.84 Twee dagen later - het is dan 29 december, 19:22 uur - zegt [S4] tegen [verdachte] dat die Turk gisteren voor de deur stond en gezegd heeft dat ze er voor vrijdag uit moet. [verdachte] reageert daarop met de woorden: "Maak je niet druk, je kan altijd bij mij terecht".85 Diezelfde dag om 20:49 uur belt [D] naar [verdachte] met de vraag of hij [S4] heeft gesproken. [verdachte] vertelt hem dan dat hij bij [S4] is geweest en dat zij boos was op [D]. [D] adviseert [verdachte] om te zeggen dat hij haar een grote kamer voor 200 euro kan aanbieden en dat hij daarbij moet zeggen dat ze die kans moet grijpen, omdat ze er over een maandje sowieso uit moet bij [D].86 Op 31 december 2010 vertelt [verdachte] aan [A] dat [D] hem twee stuks heeft gegeven, [S4] en nog eentje [S5], van zeventien of zo.87 [S4] heeft bij de politie laten weten dat ze geen verklaring wenste af te leggen, omdat ze een nieuwe start in haar leven had gemaakt en omdat ze geen problemen wilde met de broers [A, B en C]. Bij de rechter-commissaris heeft [S4] een verklaring afgelegd, waaruit blijkt dat ze [D] herkende op een foto uit het dossier, dat ze hem kende onder de naam '[naam]', dat hij zich als snorder voor meisjes voordeed en dat hij meisjes probeerde te ronselen.88 Over de betrokkenheid van [verdachte] verklaarde ze, dat ze van hem nooit last had gehad. Ook verklaarde ze dat ze in december 2010 niet uit haar huis was gezet omdat ze toen nog geen huis had. Conclusies van de rechtbank ten aanzien van het bewijs Over de verklaring die [S4] bij de rechter-commissaris heeft afgelegd, merkt de rechtbank allereerst op dat deze op belangrijke onderdelen haaks staat op de inhoud van de tapgesprekken. De rechtbank leidt hieruit af dat [S4] er ofwel - om haar moverende redenen - voor heeft gekozen om niet de (gehele) waarheid te spreken, ofwel zaken simpelweg is vergeten. De rechtbank zal de verklaring van [S4] daarom bij de verdere beoordeling van deze zaak buiten beschouwing laten. Uit de inhoud van de hierboven vermelde tapgesprekken leidt de rechtbank af dat [verdachte] en [D] op 26 december 2010 een afspraak hebben gemaakt om elkaar te ontmoeten, dat [verdachte] bij die ontmoeting van [D] (de contactgegevens van) twee vrouwen heeft 'gekregen' en dat zij
19 samen een opzetje hebben gemaakt om [S4] uit een door henzelf veroorzaakte kwetsbare positie te redden door haar - op het moment dat zij haar bij [D] gehuurde woning dreigde kwijt te raken - onderdak bij [verdachte] aan te bieden zodat zij haar werk als prostituee kon blijven uitoefenen. Hiermee is het bewijs geleverd dat verdachten - in nauwe, bewuste en volledige samenwerking met elkaar - [S4] met gebruikmaking van de middelen misleiding en misbruik van een kwetsbare positie hebben geworven. Dat deze middelen zijn ingezet met het oogmerk [S4] uit te buiten, haalt de rechtbank uit het tapgesprek van [verdachte] met [B] - "Ik ga hier dingesen! Ik haal mijn geld eruit, elke maand 1000 lira!" - en uit het gesprek tussen [verdachte] en [D] ("Jij moet pakken gozer!"). Bij haar oordeel over het delictsbestanddeel 'oogmerk van uitbuiting' betrekt de rechtbank daarnaast hetgeen haar over de manier van opereren van deze verdachten en over het daarbij door hen gebezigde taalgebruik - waarbij het woord 'dingesen' steeds wordt gebruikt als het gaat om het gedwongen achter een raam plaatsen van een vrouw - bekend is uit de andere zaaksdossiers. Nu de rechtbank de middelen, de gedraging en het oogmerk heeft vastgesteld, kan het feit (in de variant van het eerste sublid) bewezen worden. Dat het uiteindelijk niet zover is gekomen dat [S4] werd uitgebuit of zelfs maar werd bewogen zich ten bate van verdachte(n) beschikbaar te stellen voor de prostitutie, staat aan een bewezenverklaring van dit sublid niet in de weg [S5] Redengevende feiten en omstandigheden Net als bij [S4], zijn hier het tapgesprek van 26 december 2010 en de daaropvolgende ontmoeting tussen [verdachte] en [D] van belang.89 Kort na deze ontmoeting laat [verdachte] aan [B] het volgende weten: "Die heeft twee gegeven, [S4] en één van zeventien jaar. Ja, die geeft he! Ik ga hier dingesen! Ik haal mijn geld eruit...en elke maand duizend lira, [B]!". Ook zegt [verdachte]: "Die zegt, maar de ene is zeventien, je zal één à twee maanden moeten wachten, nog niks doen, die wil uit huis, maar je moet dingesen nadat die 18 is geworden".90 Nog diezelfde avond - kort na zijn gesprek met [B] en nog geen twee minuten nadat hij de eerste sms aan [S4] verzonden heeft - belt [verdachte] [S5] voor de eerste keer. Hij zegt dat hij een Latino is en dat hij haar nummer heeft gekregen op het Jonckbloetplein, waarop [S5] zegt dat dat verhaal niet kan kloppen.91 Op 27 december 2010 spreken [verdachte] en [D] over '[S5]'. [verdachte] zegt dat hij [S5] inmiddels gesproken heeft en dat alles geregeld is.92 Op 27 en 28 december 2010 stuurt [verdachte] [S5] diverse sms-berichten op verliefde toon ("Ik wil jou beter leeren kennen, vind jou een leuke meisje x. Ha lieverd, ik wil je stem horen, mijn prinsesje, babytje"). Hij blijft haar bellen en sms'en. Hij stelt voor samen naar een telefoonwinkel te gaan en mee naar haar huis te gaan om haar moeder te ontmoeten.93 In een sms-bericht van 28 december 2010 volgt dan de tekst: "Baby waarom laat je me lijden, je mag ook bij mij blijven als je dat wilt".94 Uit de telefoongesprekken van [S5] met [verdachte] - en uit het uitblijven van een reactie op zijn vele vleiende smsjes - blijkt dat zij [verdachte] niet kent, nooit heeft ontmoet en niet geneigd is in te gaan op zijn toenaderingspogingen. Uit een uittreksel uit de gemeentelijke basisadministratie blijkt dat [S5] op [geboortedatum] 1993 geboren is, hetgeen betekent dat zij in de hiervoor genoemde periode zeventien jaar oud was.95 [S5] heeft verklaard dat ze niet onder de indruk was geraakt van de sms-berichten en telefoongesprekken met [verdachte]. [D] herkent ze van een politiefoto als de Turk die met haar vriendin [vriendin] omging. Ze kent hem onder de naam "[naam]" en ze weet dat [vriendin] voor hem heeft gewerkt achter de ramen en dat hij taxichauffeur is, vooral voor meisjes. Ze heeft zelf haar telefoonnummer aan [D] gegeven in verband met zijn taxidiensten en werd daarná door die jongen opgebeld.96 Conclusies van de rechtbank ten aanzien van het bewijs
20 Uit de inhoud van de tapgesprekken en sms-berichten, steeds in samenhang bezien, kan worden opgemaakt dat het [D] was die [S5] en haar leeftijd en achtergrond kende en dat hij die informatie, inclusief haar telefoonnummer, aan [verdachte] heeft verschaft. Uit de gesprekken tussen [verdachte], [B] en [D] wordt vervolgens duidelijk dat [verdachte] haar wilde 'dingesen' en dat [D] hiervan op de hoogte was. Daarnaast volgt uit de tapgesprekken en sms-berichten, dat [verdachte] aan de slag is gegaan om daartoe een ontmoeting met [S5] te organiseren. [verdachte] heeft zich hierbij - tegenover iemand die hij nog nooit had ontmoet en enkele minuten nadat hij op eenzelfde wijze contact had gelegd met een andere vrouw - bediend van vleiend en misleidend taalgebruik, door tijdens het eerste gesprek bijvoorbeeld te zeggen dat hij een Latino was en dat hij [S5] een leuke meid vond waar hij leuke dingen mee wilde doen. De gedragingen van [D] kunnen als een wezenlijke bijdrage hieraan worden beschouwd, waardoor het medeplegen aan het werven middels misleiding is bewezen. Dat het middel is ingezet met het oogmerk [S5] uit te buiten, haalt de rechtbank ook hier uit het tapgesprek van [verdachte] met [B] - "Ik ga hier dingesen! Ik haal mijn geld eruit, elke maand 1000 lira!". Bij haar oordeel over het delictsbestanddeel 'oogmerk van uitbuiting' betrekt de rechtbank ook hier hetgeen haar over de manier van opereren van deze verdachten en over het daarbij door hen gebezigde taalgebruik - waarbij het woord 'dingesen' steeds wordt gebruikt als het gaat om het gedwongen achter een raam plaatsen van een vrouw - bekend is uit de andere zaaksdossiers. Nu de rechtbank het middel, de gedraging en het oogmerk heeft vastgesteld, kan het feit (in de variant van het eerste sublid) bewezen worden. Dat het uiteindelijk niet zover is gekomen dat [S5] werd uitgebuit of zelfs maar werd bewogen zich ten bate van verdachte(n) beschikbaar te stellen voor de prostitutie, staat aan een bewezenverklaring van dit sublid niet in de weg [S9] Redengevende feiten en omstandigheden Uit opgenomen en uitgeluisterde telefoongesprekken in de periode van 11 april 2011 tot 24 juli 2011 is met betrekking tot [S9] gebleken dat er op 11 april 2011 bij een pompstation een ontmoeting heeft plaatsgevonden tussen haar, [A] en [W]. Hierna is er veelvuldig telefonisch en sms-contact geweest tussen [S9] en [A]. Vier dagen na die ontmoeting - het is dan 15 april belt [A] met [W] en zegt hij: "Laten we iets doen met hun, je weet wel, als ons geld maar komt" En: "Die [S9], makkelijk, die is gelijk te gooien".97 In latere gesprekken met [S9] zegt [A] dat hij verliefd op haar is. Hij zegt dat hij nu gelooft in liefde op het eerste gezicht, dat hij wil samenwonen en kinderen wil krijgen, en dat hij - als [S9] zegt weg te willen van de plek waar ze woont - alles perfect gaat regelen en dat ze gaan samenwonen en leuke dingen doen, zoals met vakantie gaan.98 Op 30 april 2011 haalt [A] haar in Arnhem op, samen met zijn broers [B] en [verdachte]99 waarna [S9] één nacht in Den Haag blijft slapen.100 Hierna is er enige tijd geen contact meer (waargenomen). Op 15 juni 2011 is er hernieuwd contact tussen [A] en [S9], waaruit blijkt dat [S9]'s relatie is beëindigd en [A] opnieuw spreekt over samenwonen. Op 21 juli 2011 vertelt [S9] dat haar partner/pooier [partner/pooier] wordt uitgeleverd101, waarop [A] direct zijn broers inlicht. Het is dan [B] die zegt dat ze haar gaan ophalen.102 [A] belt [S9] direct en zegt dat, als ze wil, ze haar vandaag komen halen.103 In een gesprek tussen [A] en [verdachte] is het [verdachte] die zegt dat hij wil dat ze voor hem komt, anders hoeft 't niet.104 Daarna spreekt [A] met [S9] af dat hij haar woensdag komt halen.105 Hij belt op 22 juli 2011 naar [D] en zegt: "Bingo, een nieuwe Nederlandse lokum". Hij stelt [D] voor iets te doen.106 Later die dag belt hij [S9], dat hij met een huis bezig is, en belt hij [verdachte]: "[S9] komt dadelijk, ik speel met miljoenen!".107 Op 24 juli belt hij met [V] om advies over een nieuwe Nederlandse lokum. Ze bespreken in welke straat ze kan worden geplaatst en waar ze een goede omzet kan halen.108 Ten slotte blijkt dat [S9] niet meewerkt en geen verder contact wenst met
ECLI:NL:RBGEL:2013:4039
ECLI:NL:RBGEL:2013:4039 Uitspraak RECHTBANK GELDERLAND Team strafrecht Zittingsplaats Zutphen Meervoudige kamer Parketnummer: [jw.sys.1.verdachte_1_parketnummer]05/860948-13 Uitspraak d.d. 22 oktober 2013
Nadere informatieECLI:NL:RBZUT:2011:BT8884
ECLI:NL:RBZUT:2011:BT8884 Instantie Rechtbank Zutphen Datum uitspraak 21-10-2011 Datum publicatie 21-10-2011 Zaaknummer 06/940112-11 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg - meervoudig
Nadere informatieECLI:NL:RBSGR:2012:BX0393
ECLI:NL:RBSGR:2012:BX0393 Instantie Rechtbank 's-gravenhage Datum uitspraak 29-06-2012 Datum publicatie 12-07-2012 Zaaknummer 09/754244-10 en 09/650022-12 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken
Nadere informatieECLI:NL:GHARL:2014:3064
ECLI:NL:GHARL:2014:3064 Instantie Datum uitspraak 15-04-2014 Datum publicatie 15-04-2014 Zaaknummer 21-000541-12 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Nadere informatieECLI:NL:GHDHA:2014:3838
ECLI:NL:GHDHA:2014:3838 Instantie: Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak: 13-11-2014 Datum publicatie: 28-11-2014 Zaaknummer: 22-000767-14 Rechtsgebieden: Strafrecht Bijzondere kenmerken: Hoger beroep Uitspraak
Nadere informatieECLI:NL:RBOVE:2016:1480. Datum uitspraak: Datum publicatie: Bijzondere kenmerken: Eerste aanleg - meervoudig.
ECLI:NL:RBOVE:2016:1480 Instantie: Rechtbank Overijssel Datum uitspraak: 26-04-2016 Datum publicatie: 26-04-2016 Zaaknummer: 08.910038-15 (P) Rechtsgebieden: Strafrecht Bijzondere kenmerken: Eerste aanleg
Nadere informatieECLI:NL:GHARL:2015:2577
ECLI:NL:GHARL:2015:2577 Uitspraak Arrest GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN Strafrecht Parketnummer: 21-008157-13 Datum uitspraak: 9 april 2015 Verkort arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken gewezen
Nadere informatieECLI:NL:GHDHA:2016:3990
ECLI:NL:GHDHA:2016:3990 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 23-06-2016 Datum publicatie 04-01-2017 Zaaknummer 22-004558-15 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Vindplaatsen
Nadere informatieECLI:NL:RBZUT:2012:BV2125
ECLI:NL:RBZUT:2012:BV2125 Instantie Rechtbank Zutphen Datum uitspraak 24-01-2012 Datum publicatie 27-01-2012 Zaaknummer 06/850686-11 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg - meervoudig
Nadere informatieHet hoger beroep De officier van justitie heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.
ECLI:NL:GHARL:2015:7181 Instantie: Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak: 25-09-2015 Datum publicatie: 25-09-2015 Zaaknummer: 21-004143-14 Rechtsgebieden: Strafrecht Bijzondere kenmerken: Hoger
Nadere informatieECLI:NL:RBALK:2010:BN9788
ECLI:NL:RBALK:2010:BN9788 Rechtbank Alkmaar Datum uitspraak: 07-10-2010 Datum publicatie: 08-10-2010 Zaaknummer: 14.810141-07 Rechtsgebieden: Strafrecht Bijzondere kenmerken: Eerste aanleg - meervoudig
Nadere informatieECLI:NL:RBGEL:2016:1041
ECLI:NL:RBGEL:2016:1041 Instantie Rechtbank Gelderland Datum uitspraak 22-02-2016 Datum publicatie 25-02-2016 Zaaknummer 05/840508-15 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste
Nadere informatieECLI:NL:RBROT:2017:6331
ECLI:NL:RBROT:2017:6331 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 09-08-2017 Datum publicatie 18-08-2017 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 10/049808-15 en 10/231146-15
Nadere informatieECLI:NL:RBAMS:2012:BZ3733
ECLI:NL:RBAMS:2012:BZ3733 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 07-06-2012 Datum publicatie 11-03-2013 Zaaknummer 13/666528-11 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste
Nadere informatieECLI:NL:RBOVE:2015:3340
ECLI:NL:RBOVE:2015:3340 Instantie: Rechtbank Overijssel Datum uitspraak: 09-07-2015 Datum publicatie: 13-07-2015 Zaaknummer: 08.963556-14 (LP) Rechtsgebieden: Strafrecht Bijzondere kenmerken: Eerste aanleg
Nadere informatieECLI:NL:GHDHA:2015:1394 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak: 29-04-2015 Datum publicatie: 05-06-2015 Zaaknummer: 2200338612
ECLI:NL:GHDHA:2015:1394 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak: 29-04-2015 Datum publicatie: 05-06-2015 Zaaknummer: 2200338612 Rechtsgebieden: Strafrecht Bijzondere kenmerken: Hoger beroep Uitspraak
Nadere informatieECLI:NL:RBZUT:2010:BL3511
ECLI:NL:RBZUT:2010:BL3511 Instantie Rechtbank Zutphen Datum uitspraak 10-02-2010 Datum publicatie 10-02-2010 Zaaknummer 06/800866-09 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste
Nadere informatieECLI:NL:RBNNE:2016:5552
ECLI:NL:RBNNE:2016:5552 Instantie Rechtbank Noord-Nederland Datum uitspraak 15-12-2016 Datum publicatie 19-12-2016 Zaaknummer 18-730123-14 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg -
Nadere informatieUitspraak. Afdeling strafrecht. Parketnummer: Datum uitspraak: 1 november TEGENSPRAAK (gemachtigd raadsman)
ECLI:NL:GHAMS:2016:5673 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 01-11-2016 Datum publicatie 30-12-2016 Zaaknummer 23-003159-15 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie
Nadere informatieECLI:NL:RBOVE:2016:1622
ECLI:NL:RBOVE:2016:1622 Instantie Rechtbank Overijssel Datum uitspraak 10-05-2016 Datum publicatie 11-05-2016 Zaaknummer 08/760127-15 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste
Nadere informatieECLI:NL:GHARL:2013:4611
ECLI:NL:GHARL:2013:4611 Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Uitspraak Afdeling strafrecht Parketnummer: 24-002670-09 Uitspraak d.d.: 1 juli 2013 TEGENSPRAAK Verkort arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken
Nadere informatieECLI:NL:GHARN:2006:AX3957
ECLI:NL:GHARN:2006:AX3957 Instantie Gerechtshof Arnhem Datum uitspraak 23-05-2006 Datum publicatie 23-05-2006 Zaaknummer 21-000822-05 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger
Nadere informatieECLI:NL:RBNNE:2017:1473
ECLI:NL:RBNNE:2017:1473 Instantie Datum uitspraak 20-04-2017 Datum publicatie 21-04-2017 Rechtbank Noord-Nederland Zaaknummer 18/830019-17 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht
Nadere informatieECLI:NL:GHLEE:2011:BU1518
ECLI:NL:GHLEE:2011:BU1518 Instantie Datum uitspraak 17-10-2011 Datum publicatie 25-10-2011 Gerechtshof Leeuwarden Zaaknummer 24-003332-09 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht
Nadere informatieECLI:NL:RBDHA:2014:1006
ECLI:NL:RBDHA:2014:1006 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 29-01-2014 Datum publicatie 29-01-2014 Zaaknummer 09/818467-13 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste
Nadere informatieECLI:NL:RBROT:2016:10161
ECLI:NL:RBROT:2016:10161 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 04-11-2016 Datum publicatie 13-01-2017 Zaaknummer 10/710336-16 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste
Nadere informatievonnis van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken d.d. 20 februari 2014 in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte
ECLI:NL:RBNNE:2014:830 RECHTBANK NOORD-NEDERLAND Afdeling strafrecht Locatie Groningen parketnummer 18/850452-13 vonnis van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken d.d. 20 februari 2014
Nadere informatieECLI:NL:RBOVE:2016:5140
ECLI:NL:RBOVE:2016:5140 Instantie Rechtbank Overijssel Datum uitspraak 15-12-2016 Datum publicatie 27-12-2016 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 08/963658-14 (LP) (P) Strafrecht
Nadere informatieECLI:NL:RBZUT:2007:BB4499
ECLI:NL:RBZUT:2007:BB4499 Instantie Rechtbank Zutphen Datum uitspraak 25-09-2007 Datum publicatie 28-09-2007 Zaaknummer 06/580261-07 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste
Nadere informatieECLI:NL:GHAMS:2016:709
ECLI:NL:GHAMS:2016:709 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 28-01-2016 Datum publicatie 23-03-2016 Zaaknummer 23-001797-14 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie
Nadere informatieECLI:NL:RBMNE:2016:4569
ECLI:NL:RBMNE:2016:4569 Instantie Datum uitspraak 16-08-2016 Datum publicatie 17-08-2016 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Midden-Nederland 16/652521-15 (P) Strafrecht
Nadere informatieECLI:NL:RBMNE:2016:7744
ECLI:NL:RBMNE:2016:7744 Instantie Datum uitspraak 22-11-2016 Datum publicatie 07-08-2017 Rechtbank Midden-Nederland Zaaknummer 16.705352.15 en 16.702009.13 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie
Nadere informatieECLI:NL:GHDHA:2015:84
ECLI:NL:GHDHA:2015:84 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 27-01-2015 Datum publicatie 27-01-2015 Zaaknummer 22000511-14 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie
Nadere informatieECLI:NL:GHARL:2014:9415
ECLI:NL:GHARL:2014:9415 Instantie: Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak: 04-12-2014 Datum publicatie: 17-12-2014 Zaaknummer: 21-005927-13 Formele relaties Eerste aanleg: ECLI:NL:RBGEL:2013:CA2936
Nadere informatieECLI:NL:RBNHO:2015:1805
ECLI:NL:RBNHO:2015:1805 Uitspraak Vonnis RECHTBANK NOORD-HOLLAND, LOCATIE HAARLEM Strafrecht Datum uitspraak : 10 maart 2015 Parketnummer: 15/840083-08 (ontneming) Vonnis ex artikel 36e van het Wetboek
Nadere informatieECLI:NL:GHDHA:2014:3959
ECLI:NL:GHDHA:2014:3959 Instantie: Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak: 09-12-2014 Datum publicatie: 09-12-2014 Zaaknummer: 2200224312 Rechtsgebieden: Strafrecht Bijzondere kenmerken: Hoger beroep Uitspraak
Nadere informatieECLI:NL:RBZLY:2010:BO9656
ECLI:NL:RBZLY:2010:BO9656 Instantie Datum uitspraak 10-12-2010 Datum publicatie 04-01-2011 Rechtbank Zwolle-Lelystad Zaaknummer 07.620273-09 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht
Nadere informatieECLI:NL:GHAMS:2014:3775
ECLI:NL:GHAMS:2014:3775 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 01-07-2014 Datum publicatie 05-12-2014 Zaaknummer 23-004323-13 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie
Nadere informatieVonnis van de rechtbank Limburg, meervoudige kamer voor strafzaken,
ECLI:NL:RBLIM:2013:5859 Uitspraak RECHTBANK Limburg Zittingsplaats Maastricht Strafrecht Parketnummer : 03/993017-11 Datum uitspraak : 17 september 2013 Tegenspraak Vonnis van de rechtbank Limburg, meervoudige
Nadere informatieECLI:NL:GHAMS:2011:BQ1659
ECLI:NL:GHAMS:2011:BQ1659 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 15-04-2011 Datum publicatie 18-04-2011 Zaaknummer 23-000014-10 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie
Nadere informatieECLI:NL:RBSHE:2008:BG5264
ECLI:NL:RBSHE:2008:BG5264 Instantie Datum uitspraak 26-11-2008 Datum publicatie 26-11-2008 Rechtbank 's-hertogenbosch Zaaknummer 01/825102-08 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht
Nadere informatieECLI:NL:GHSGR:2011:BR4575
ECLI:NL:GHSGR:2011:BR4575 Instantie Gerechtshof 's-gravenhage Datum uitspraak 09-08-2011 Datum publicatie 10-08-2011 Zaaknummer 22-000623-11 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep
Nadere informatieECLI:NL:GHAMS:2016:5635 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer
ECLI:NL:GHAMS:2016:5635 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 10-11-2016 Datum publicatie 29-12-2016 Zaaknummer 23-000872-16 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger
Nadere informatieECLI:NL:RBZUT:2004:AO7273
ECLI:NL:RBZUT:2004:AO7273 Instantie Rechtbank Zutphen Datum uitspraak 31-03-2004 Datum publicatie 08-04-2004 Zaaknummer 06/060115-03 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste
Nadere informatieECLI:NL:RBAMS:2014:7911
ECLI:NL:RBAMS:2014:7911 Instantie: Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak: 21-11-2014 Datum publicatie: 06-01-2015 Zaaknummer: 13-730021-13 Bijzondere kenmerken: Eerste aanleg- meervoudig Uitspraak Vonnis
Nadere informatieECLI:NL:RBZWB:2016:2849
ECLI:NL:RBZWB:2016:2849 Instantie Datum uitspraak 10-05-2016 Datum publicatie 10-05-2016 Zaaknummer 02-820724-14 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Zeeland-West-Brabant Strafrecht
Nadere informatieECLI:NL:RBMAA:2006:AY6572
ECLI:NL:RBMAA:2006:AY6572 Instantie Rechtbank Maastricht Datum uitspraak 21-07-2006 Datum publicatie 21-08-2006 Zaaknummer 03/703565-05 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste
Nadere informatieECLI:NL:GHARL:2013:4611
ECLI:NL:GHARL:2013:4611 Instantie Datum uitspraak 01-07-2013 Datum publicatie 01-07-2013 Zaaknummer 24-002670-09 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Strafrecht
Nadere informatieECLI:NL:RBALK:2010:BO9234
ECLI:NL:RBALK:2010:BO9234 Instantie Rechtbank Alkmaar Datum uitspraak 07-12-2010 Datum publicatie 29-12-2010 Zaaknummer 14.701344-10 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste
Nadere informatieECLI:NL:RBMNE:2016:5688
ECLI:NL:RBMNE:2016:5688 Instantie Datum uitspraak 26-10-2016 Datum publicatie 22-12-2016 Zaaknummer 16/703291-13 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Midden-Nederland Strafrecht
Nadere informatieECLI:NL:RBZUT:2008:BD0696
ECLI:NL:RBZUT:2008:BD0696 Instantie Rechtbank Zutphen Datum uitspraak 29-04-2008 Datum publicatie 29-04-2008 Zaaknummer 06/460549-07 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste
Nadere informatieECLI:NL:GHLEE:2009:BH4974 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer
ECLI:NL:GHLEE:2009:BH4974 Instantie Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak 05-03-2009 Datum publicatie 05-03-2009 Zaaknummer 24-002073-08 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht
Nadere informatieECLI:NL:GHARL:2013:CA1193
ECLI:NL:GHARL:2013:CA1193 Instantie Datum uitspraak 12-02-2013 Datum publicatie 28-05-2013 Zaaknummer 21-004366-12 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Strafrecht
Nadere informatieECLI:NL:RBNHO:2017:2863
ECLI:NL:RBNHO:2017:2863 Instantie Datum uitspraak 30-01-2017 Datum publicatie 07-04-2017 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Noord-Holland 15/871465-15 (P) Strafrecht
Nadere informatieECLI:NL:RBASS:2011:BQ1377
ECLI:NL:RBASS:2011:BQ1377 Instantie Rechtbank Assen Datum uitspraak 15-04-2011 Datum publicatie 15-04-2011 Zaaknummer 19.605555-10 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste
Nadere informatieECLI:NL:GHSGR:2010:BN3621
ECLI:NL:GHSGR:2010:BN3621 Instantie: Gerechtshof 's-gravenhage Datum uitspraak: 26-04-2010 Datum publicatie: 10-08-2010 Zaaknummer: 22-003619-08 em 22-003108-07 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken
Nadere informatieECLI:NL:RBMAA:2011:BP5002
ECLI:NL:RBMAA:2011:BP5002 Instantie Rechtbank Maastricht Datum uitspraak 16-02-2011 Datum publicatie 17-02-2011 Zaaknummer 03-702714-08 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg - meervoudig
Nadere informatieDit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg en het onderzoek
ECLI:NL:GHDHA:2015:80 Uitspraak Rolnummer: 22-002584-14 Parketnummers: 10-750263-13, 22-003524-12 (TUL) en 22-004272-11 (TUL) Datum uitspraak: 27 januari 2015 TEGENSPRAAK Gerechtshof Den Haag meervoudige
Nadere informatieZoekresultaat - inzien document. ECLI:NL:RBOBR:2015:5776 Permanente link: Uitspraak. Rechtbank Oost-Brabant
Zoekresultaat - inzien document ECLI:NL:RBOBR:2015:5776 Permanente link: http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ec Instantie Datum uitspraak 07-10-2015 Datum publicatie 07-10-2015 Rechtbank Oost-Brabant
Nadere informatieECLI:NL:GHAMS:2015:5213 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer
ECLI:NL:GHAMS:2015:5213 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 16-12-2015 Datum publicatie 16-12-2015 Zaaknummer 23-000433-15 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger
Nadere informatieECLI:NL:RBSGR:2012:BX0718
ECLI:NL:RBSGR:2012:BX0718 Instantie Rechtbank 's-gravenhage Datum uitspraak 29-06-2012 Datum publicatie 12-07-2012 Zaaknummer 09/754002-12 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg -
Nadere informatieECLI:NL:RBAMS:2011:BU5011
ECLI:NL:RBAMS:2011:BU5011 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 16-11-2011 Datum publicatie 18-11-2011 Zaaknummer 13/656781-11 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg - meervoudig
Nadere informatieHet hoger beroep De officier van justitie heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.
ECLI:NL:GHARL:2016:1008 Instantie: Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak: 12-02-2016 Datum publicatie: 12-02-2016 Zaaknummer: 21-009043-13 Rechtsgebieden: Strafrecht Bijzondere kenmerken: Hoger
Nadere informatieECLI:NL:RBAMS:2015:10245
ECLI:NL:RBAMS:2015:10245 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 25-11-2015 Datum publicatie 23-06-2017 Zaaknummer 13/845106-15 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg - meervoudig
Nadere informatieECLI:NL:RBOBR:2017:4416
ECLI:NL:RBOBR:2017:4416 Instantie Datum uitspraak 17-08-2017 Datum publicatie 17-08-2017 Rechtbank Oost-Brabant Zaaknummer 01/860063-17 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste
Nadere informatieECLI:NL:RBASS:2007:BB8355
ECLI:NL:RBASS:2007:BB8355 Instantie Rechtbank Assen Datum uitspraak 20-11-2007 Datum publicatie 21-11-2007 Zaaknummer 19.830186-07 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste
Nadere informatieECLI:NL:OGEAA:2015:384
ECLI:NL:OGEAA:2015:384 Instantie Datum uitspraak 02-07-2015 Datum publicatie 05-10-2015 Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba Zaaknummer P-2014/15112, 134 van 2015 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie
Nadere informatieECLI:NL:RBMNE:2017:469
ECLI:NL:RBMNE:2017:469 Instantie Rechtbank Midden-Nederland Datum uitspraak 03-02-2017 Datum publicatie 03-02-2017 Zaaknummer 16.706608-16 (P) Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg
Nadere informatieECLI:NL:RBMNE:2015:5690
ECLI:NL:RBMNE:2015:5690 Instantie: Rechtbank Midden-Nederland Datum uitspraak: 14-07-2015 Datum publicatie: 17-08-2015 Zaaknummer: 16-994267-14 (P) Rechtsgebieden: Strafrecht Uitspraak RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
Nadere informatieECLI:NL:GHARL:2016:1008
ECLI:NL:GHARL:2016:1008 Instantie Datum uitspraak 12-02-2016 Datum publicatie 12-02-2016 Zaaknummer 21-009043-13 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Strafrecht
Nadere informatieECLI:NL:GHLEE:2011:BQ2356
ECLI:NL:GHLEE:2011:BQ2356 Instantie Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak 22-04-2011 Datum publicatie 27-04-2011 Zaaknummer 24-000037-11 Formele relaties Eerste aanleg: ECLI:NL:RBLEE:2010:BO9043, Meerdere
Nadere informatieECLI:NL:RBMNE:2016:7618
ECLI:NL:RBMNE:2016:7618 Instantie Datum uitspraak 19-08-2016 Datum publicatie 20-03-2017 Zaaknummer 16/659626-16 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Midden-Nederland Strafrecht
Nadere informatieop het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Den Haag van 21 juni 2013, nummer 22/ , in de strafzaak tegen:
ECLI:NL:HR:2014:1592 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 01-07-2014 Datum publicatie 02-07-2014 Zaaknummer 13/03174 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2014:654,
Nadere informatieUitspraak ECLI:NL:GHAMS:2012:BV9608
ECLI:NL:GHAMS:2012:BV9608 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 19-03-2012 Datum publicatie 21-03-2012 Zaaknummer 23-004614-10 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie
Nadere informatievonnis van de meervoudige strafkamer van 12 november 2013
ECLI:NL:RBMNE:2013:5594 Uitspraak RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND Afdeling Strafrecht Zittingslocatie Utrecht Parketnummer: 16/711877-11 (P) vonnis van de meervoudige strafkamer van 12 november 2013 in de strafzaak
Nadere informatieECLI:NL:RBLEE:2011:BQ4976
ECLI:NL:RBLEE:2011:BQ4976 Instantie Rechtbank Leeuwarden Datum uitspraak 17-05-2011 Datum publicatie 18-05-2011 Zaaknummer 17/880032-11 VON Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg
Nadere informatieECLI:NL:GHLEE:2009:BK2993
ECLI:NL:GHLEE:2009:BK2993 Instantie Datum uitspraak 11-11-2009 Datum publicatie 11-11-2009 Gerechtshof Leeuwarden Zaaknummer 24-002029-08 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht
Nadere informatieECLI:NL:GHDHA:2014:2351
ECLI:NL:GHDHA:2014:2351 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 14-07-2014 Datum publicatie 14-01-2015 Zaaknummer 22-003067-13 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger
Nadere informatieECLI:NL:RBNNE:2015:6277
ECLI:NL:RBNNE:2015:6277 Instantie Datum uitspraak 13-11-2015 Datum publicatie 17-03-2016 Zaaknummer 18.720178-14 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Noord-Nederland Strafrecht
Nadere informatieUitspraak RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT. Strafrecht. Zittingsplaats: Breda. parketnummer:
ECLI:NL:RBZWB:2015:6813 Instantie Rechtbank Zeeland-West-Brabant Datum uitspraak 22-10-2015 Datum publicatie 22-10-2015 Zaaknummer 02-812678-13 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Op tegenspraak
Nadere informatieECLI:NL:GHAMS:2016:4450
ECLI:NL:GHAMS:2016:4450 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 13-07-2016 Datum publicatie 15-11-2016 Zaaknummer 23-004114-14 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Vindplaatsen
Nadere informatieECLI:NL:GHAMS:2016:3674
ECLI:NL:GHAMS:2016:3674 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 12-09-2016 Datum publicatie 12-09-2016 Zaaknummer 23-004422-15 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie
Nadere informatieECLI:NL:RBZUT:2012:BX4733
ECLI:NL:RBZUT:2012:BX4733 Instantie Rechtbank Zutphen Datum uitspraak 15-08-2012 Datum publicatie 15-08-2012 Zaaknummer 06/940193-11 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste
Nadere informatieDatum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 15/04458 Conclusie: ECLI:NL:PHR:2016:1277, Gevolgd
ECLI:NL:HR:2016:2909 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 20-12-2016 Datum publicatie 21-12-2016 Zaaknummer 15/04458 Formele relaties Conclusie: ECLI:NL:PHR:2016:1277, Gevolgd Rechtsgebieden Strafrecht
Nadere informatieECLI:NL:RBNNE:2014:2799
ECLI:NL:RBNNE:2014:2799 Uitspraak Rechtbank Noord-Nederland Datum uitspraak: 05-06-2014 Datum publicatie: 05-06-2014 Zaaknummer: 18/670632-11 Rechtsgebieden: Strafrecht Bijzondere kenmerken: Eerste aanleg
Nadere informatieECLI:NL:RBOVE:2015:1985
ECLI:NL:RBOVE:2015:1985 Instantie Rechtbank Overijssel Datum uitspraak 17-04-2015 Datum publicatie 20-04-2015 Zaaknummer 08/951389-13 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste
Nadere informatieECLI:NL:RBOBR:2014:1214
ECLI:NL:RBOBR:2014:1214 Instantie Datum uitspraak 20-03-2014 Datum publicatie 20-03-2014 Rechtbank Oost-Brabant Zaaknummer 01/865006-13 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste
Nadere informatieECLI:NL:RBGEL:2013:1486
ECLI:NL:RBGEL:2013:1486 Uitspraak RECHTBANK GELDERLAND Team strafrecht Zittingsplaats Arnhem Promis II Parketnummer : 05/900959-12 Datum zitting : 24 juni 2013 Datum uitspraak : 08 juli 2013 TEGENSPRAAK
Nadere informatieECLI:NL:RBUTR:2011:BR2992
ECLI:NL:RBUTR:2011:BR2992 Instantie Rechtbank Utrecht Datum uitspraak 14-07-2011 Datum publicatie 26-07-2011 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 16/600081-11; 16/600434-10 (tul)
Nadere informatieECLI:NL:RBOVE:2017:1209
ECLI:NL:RBOVE:2017:1209 Instantie Rechtbank Overijssel Datum uitspraak 20-03-2017 Datum publicatie 20-03-2017 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 08/760032-15(P) Strafrecht
Nadere informatieECLI:NL:GHLEE:2010:BM4290 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer
ECLI:NL:GHLEE:2010:BM4290 Instantie Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak 12-05-2010 Datum publicatie 12-05-2010 Zaaknummer 24-002146-08 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht
Nadere informatieECLI:NL:RBROT:2014:2715
ECLI:NL:RBROT:2014:2715 Uitspraak Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak: 09-04-2014 Datum publicatie: 09-04-2014 Zaaknummer: 10/750175-11 Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken,
Nadere informatieECLI:NL:GHARL:2014:9416
ECLI:NL:GHARL:2014:9416 Instantie: Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak: 04-12-2014 Datum publicatie: 17-12-2014 Zaaknummer: 21-005710-13 Formele relaties: Eerste aanleg: ECLI:NL:RBGEL:2013:1485
Nadere informatieECLI:NL:OGEAA:2016:411
ECLI:NL:OGEAA:2016:411 Instantie Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba Datum uitspraak 05-02-2016 Datum publicatie 22-06-2016 Zaaknummer 426 van 2015, P-2015/06927 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken
Nadere informatieDe verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.
arrest GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN locatie Arnhem Afdeling strafrecht Parketnummer: X Uitspraak d.d.: 15 juni 2016 TEGENSPRAAK Verkort arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken gewezen op het hoger
Nadere informatieECLI:NL:RBALK:2003:AF9638
ECLI:NL:RBALK:2003:AF9638 Instantie Rechtbank Alkmaar Datum uitspraak 05-06-2003 Datum publicatie 05-06-2003 Zaaknummer 14/010407-02 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste
Nadere informatieECLI:NL:RBLIM:2013:CA0294
ECLI:NL:RBLIM:2013:CA0294 Instantie: Rechtbank Limburg Datum uitspraak: 07-05-2013 Datum publicatie: 16-05-2013 Zaaknummer: 03-700208-11 Rechtsgebieden: Strafrecht Bijzondere kenmerken: Eerste aanleg -
Nadere informatieECLI:NL:RBGEL:2016:5380
ECLI:NL:RBGEL:2016:5380 Instantie Rechtbank Gelderland Datum uitspraak 05-09-2016 Datum publicatie 11-10-2016 Zaaknummer 05/880280-16 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste
Nadere informatieECLI:NL:GHSGR:2010:BN2157
ECLI:NL:GHSGR:2010:BN2157 Instantie Datum uitspraak 26-05-2010 Datum publicatie 22-07-2010 Gerechtshof 's-gravenhage Zaaknummer 22-004149-09 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht
Nadere informatieLJN: BF8034, Rechtbank Arnhem, 05/
LJN: BF8034, Rechtbank Arnhem, 05/800863-08 Datum uitspraak: 08-09-2008 Datum publicatie: 13-10-2008 Rechtsgebied: Straf Soort procedure: Eerste aanleg - meervoudig Inhoudsindicatie: De militaire kamer
Nadere informatie