Jaarrekening Diocesane Kerkelijke Caritasinstelling, Utrecht

Transcriptie

1 Jaarrekening 2016 Diocesane Kerkelijke Caritasinstelling, Utrecht

2 Inhoud Bestuursverslag Jaarrekening 7 Balans per 31 december 2016 (na resultaatbestemming) 8 Staat van baten en lasten over Toelichting op de balans 10 Toelichting lasten en baten 15 Overige gegevens 17 Controleverklaring 18

3 Bestuursverslag 2016 Statutaire naam, vestigingsplaats en rechtsvorm De Diocesane Kerkelijke Caritas Instelling (DKCI) is een publieke kerkelijke rechtspersoon die gevestigd is te Utrecht en die haar secretariaat in Hoogland heeft. De DKCI heeft ten doel in het Aartsbisdom Utrecht de gezamenlijke belangen van de in het aartsbisdom gevestigde kerkelijke caritas instellingen te behartigen en te bevorderen, een en ander met behoud van alle rechten en verplichtingen, welke deze caritasinstellingen op grond van het Algemeen reglement voor het bestuur van een (inter)parochiële caritasinstelling in de Nederlandse R.-K. Kerkprovincie bezitten. Bestuursleden, bisschoppelijk commissarissen en ambtelijk secretaris, per 31 december 2016 Bestuursleden: De heer drs. J.G. Verheij de heer J.B.G.H. Mulder RA de heer ir. M.C.M. Van den Maegdenbergh de heer J.G.M. Rosendaal Bisschoppelijke commissarissen: mgr. mr. drs. Th.C.M. Hoogenboom de heer mr. J.L.W.M. Zuijdwijk functie voorzitter ambtelijk secretaris penningmeester lid hulpbisschop / vicaris-generaal van het Aartsbisdom Utrecht econoom van het Aartsbisdom Utrecht Team Het team van de DKCI bestaat eind 2016 uit: mevrouw Y. Schneider-van der Heijden secretaresse mevrouw drs. H.J.M. van de Bunt-Koster diaconaal werker mevrouw L.A.M. van den Hengel MA diaconaal werker de heer drs. H.M. Scharrenborg diaconaal werker de heer drs. J.H. Rolfes diaconaal werker mevrouw dr. Th.J.M. Versteegen Teamleider/diocesaan diaconaal werker Verslag activiteiten 2016 Diaconie en caritas blijven onverminderd noodzakelijk in de leniging van nood in armoede, opvang van vluchtelingen en aandachtige aanwezigheid voor mensen in de plaatselijke geloofsgemeenschappen. Het is een belangrijke opdracht voor de parochies om de naastenliefde waartoe Christus ons oproept, in praktijk te brengen en een duidelijk gezicht te geven. Veel parochianen zetten zich in om de ander nabij te 3

4 zijn en zodoende zorgen te verzachten. De DKCI ondersteunde ook in 2016 middels de diocesane diaconale werkers op plaatselijk niveau de diaconale werkgroepen, caritaswerkgroepen, PCI-besturen, parochies en pastorale teams bij het ontwikkelen van beleid en de organisatie van activiteiten op het terrein van parochiële caritas en diaconie. Het Heilig Jaar van de Barmhartigheid, dat paus Franciscus op 8 december 2015 (Hoogfeest van Maria s Onbevlekte Ontvangenis) afkondigde, betekende een belangrijke impuls voor de parochiële caritas en diaconie. In veel parochies organiseerde het pastoraal team activiteiten rondom het thema barmhartigheid: er waren studieuze bijeenkomsten en er was veel aandacht voor de beoefening van de lichamelijke en geestelijke werken van barmhartigheid. De diocesane diaconale werkers waren hier vaak nauw bij betrokken. Daarnaast presenteerden zij de werken van barmhartigheid in een artikelenreeks in het bisdomblad Op Tocht. De PCI-besturen werkten gestaag door aan de taken die zij op zich hebben genomen. Op veel plaatsen was het beleidsplan en het daarbij behorende werkplan na de jongste fusieronde verouderd. De PCI-besturen actualiseerden de beleidsplannen en stemden deze nog beter af op de maatschappelijke vragen. Positief was de zich ontwikkelende samenwerking met de lokale buurtteams. De vergrijzing van de geloofsgemeenschappen wordt ook zichtbaar in de leeftijdsopbouw van de bestuursleden van PCI en. Niettemin lukt het telkens weer om goede en bekwame opvolgers te vinden. Het bestuur van de DKCI drong aan op jaarlijks overleg van de PCI-besturen en de parochiebesturen, zodat de diaconale doelen beter op elkaar afgestemd raken. Om de kennis op te frissen organiseerden de diocesane diaconale werkers regionaal de besturencursus, waarin aan de hand van de praktijk het functioneren van het Algemeen Reglement werd toegelicht. Om de PCI en (en de parochies) te versterken wordt in een aantal regio s overgegaan tot samenwerking of fusie. Die samenwerking verloopt veelal soepel: samenwerking schept nieuwe mogelijkheden. De komst van de nieuwe vluchtelingen bracht in Nederland, en ook in ons aartsbisdom, velen tot praktische betrokkenheid. De diocesane diaconale werkers adviseerden rondom activiteiten of rondom wetgeving, zoals de positie van statushouders. Daarnaast droegen zij bij aan de verzameling van best practices in de hulp aan vluchtelingen, die de Nederlandse bisschoppenconferentie presenteerde in de brochure Herbergzaam Nederland. Deze brochure werd tijdens de Nederlandse bedevaart naar Rome, gehouden ter gelegenheid van het Heilig Jaar van de Barmhartigheid, op 15 november 2016 in de Sint-Pieters-basiliek door kardinaal Eijk aangeboden aan paus Franciscus. Om de behoefte aan praktische informatie over vluchtelingen te voeden, werd een aparte rubriek vluchtelingen toegevoegd aan de website van de DKCI. In Nederland is er sprake van een herstel van de economie, maar dit komt slechts aan een deel van de bevolking ten goede. Hoewel het velen materieel goed gaat in Nederland, blijft de groep armen groeien. Armoede is een thema dat in het caritatieve en diaconale werk hoog op de agenda staat. Een van de diocesane diaconale werkers werkte mee aan het interkerkelijk rapport Armoede in Nederland, over de omvang van armoede en de bijdrage van de kerken. Vanuit het leerhuis werden op diverse plaatsen presentaties of trainingen gegeven over het signaleren van armoede in onze samenleving. De uitreiking van de Ariënsprijs voor Diaconie op 1 oktober 2016 vormde een van de hoogtepunten van het jaar. Samen met het Ariënscomité werkte de DKCI intensief mee aan de voorbereiding van deze driejaarlijkse prijsuitreiking. In de Walburgiskerk te Arnhem reikte mgr. Hoogenboom de Ariënsprijs uit aan de Sinterklaasactie 4

5 Malburgen Arnhem. De vrijwilligers van dit project kopen met Sinterklaas cadeautjes voor kinderen uit de armste gezinnen in de Arnhemse wijk Malburgen. De tweede prijs ging naar De Franciscushof Tiel: een park en moestuin met een ontmoetingsfunctie en een diaconale functie. Er werden ook twee derde prijzen uitgereikt, te weten aan het project Jongerenwerk Join Us Denekamp en gemeenschap De Wonne uit Enschede: een woon-, werk- en leefgemeenschap voor kwetsbare mensen. De dit jaar ingestelde Ariëns Publieksprijs ging naar de Werkgroep Friersdale-Eemnes. Een ander hoogtepunt vormde het geslaagde diaconaal werkbezoek van kardinaal Eijk en mgr. Hoogenboom aan Westervoort en Didam. Zij gingen in gesprek met bezoekers van het inloophuis en van het zorgcentrum en staken hun handen uit de mouwen in de plaatselijke kledingbank. Op 13 februari hebben het bestuur en het team van de DKCI een werkbezoek gebracht aan de PCI St. Eusebius te Arnhem. Zij werden ontvangen in het diaconaal inloophuis van de parochie. Tijdens dit werkbezoek is kennis gemaakt met het werk van de PCI in parochie St. Eusebius en met het Diaconaal Inloophuis. Het inloophuis is gelegen in de wijk Klarendal in Arnhem-Noord, een boeiende en bloeiende multireligieuze en multiculturele wijk. Zowel voor het bestuur als voor de werkers was het een inspirerende ervaring. Tijdens de jaarlijkse diocesane ontmoetingsdag voor leden van pastorale teams en diakens werd gesproken over het spanningsveld dat deze werkers op het terrein van caritas en diaconie in de praktijk kunnen ervaren: Hoe houden we contact met de dagelijkse praktijk als we ook meer bezig willen zijn met de organisatie in de parochie? Veel pastorale teams hebben inmiddels geen aparte profielhouder diaconie meer. De leden van de pastorale teams zijn immers gezamenlijk verantwoordelijk voor de diaconie en sommige leden fungeren daarbij als bijzonder aanspreekpunt. Om het diaconale werk ook in de toekomst te ondersteunen ging in september 2016 in het Ariënsinstituut te Utrecht de tweejarige opleiding tot diaconaal assistent van start. Het Aartsbisdom Utrecht heeft deze opleiding in samenwerking met de DKCI ontwikkeld. Uit alle hoeken van het aartsbisdom komen acht mensen gedurende twee jaar zeven zaterdagen voor studie en vorming bijeen in het Ariënsinstituut. In het eerste jaar ligt de nadruk op de gelovige en theoretische vorming, in het tweede jaar op de diaconale praktijk van de parochie. De docenten zijn afkomstig uit het diaconale werkveld, uit de dienstverlening van andere bisdommen alsmede van de Faculteit Katholieke Theologie (FKT) en de Fontys Hogeschool Theologie Levensbeschouwing. De opleiding valt onder verantwoordelijkheid van het Aartsbisdom Utrecht en de teamleider van de diocesane diaconale werkers, mevrouw dr. Th.J.M. Versteegen, is de opleidingscoördinator. De meeste aandacht en tijd van de diocesane diaconale werkers gaat uit naar de ondersteuning van de praktijk van alledag. In alle vicariaten werd de cursus Leren van elkaars ervaringen aangeboden. In Twente werden in samenwerking met het Katholiek Centrum voor Welzijnsbevordering Overijssel voor het tweede achtereenvolgende jaar de trainingen In Gods Naam omzien naar elkaar georganiseerd. Vier groepen volgden de basismodule van de training. Deze is gericht op vrijwilligers die lid zijn van bezoekgroepen of caritaswerkgroepen en die in hun dagelijks werk willen (leren) omgaan met moeilijke situaties. In samenwerking met het Katholiek Centrum voor Maatschappelijk Activeringswerk werd een deskundigenmiddag georganiseerd om de pastorale zorg voor mensen met een psychische aandoening beter van dienst te kunnen zijn. De diocesane diaconale werkers ondernamen een klein praktijkonderzoek, Dichterbij de parochie, waarbij in een aantal parochies werd onderzocht wat de diverse werkgroepen op het terrein van 5

6 caritas en diaconie doen en waaraan zij behoefte hebben. Dit om zodoende de kwaliteit van de dienstverlening te kunnen verbeteren. In de PCI-besturen en parochies blijkt er behoefte te zijn om het werven van vrijwilligers te stimuleren. Een presentatie daarover is vanaf januari 2017 beschikbaar. Hoogland, juli 2017 Namens het bestuur, J.G. Verheij voorzitter 6

7 Jaarrekening 7

8 Balans per 31 december 2016 (na resultaatbestemming) ACTIVA Ref. Materiële vaste activa Inventarissen Financiële vaste activa 1 Deelneming VPC/Effecten Vlottende activa Vorderingen 2 Te vorderen bijdrage PCI-en Overlopende activa Liquide middelen PASSIVA Eigen vermogen 4 Algemene reserve Bestemmingsreserve Kortlopende schulden 5 Te betalen personeelskosten Overlopende passiva

9 Staat van baten en lasten over 2016 Exploitatie 2016 Begroting 2016 Exploitatie 2015 BATEN Ref. Bijdragen van PCI-en Resultaat beleggingen Bijdrage FMV Teruggaaf werkg.bijdrage 2010/ Overige baten LASTEN Subsidies Personeelskosten Overige lasten: Diaconale kosten Administratiekosten Huur kantoorruimte Inventaris en automatisering (incl. afschrijvingen Kantoorkosten Bestuurskosten Verzekering (WA- en Ongevallen) Advies- en accountantskosten Bankkosten Overigen Saldo boekjaar Bestemming batig saldo Algemene reserve Bestemmingsreserve

10 Toelichting op de balans 1 Algemeen 1.1 Activiteiten De instelling heeft ten doel in het Aartsbisdom Utrecht de gezamenlijke belangen van de in het Bisdom gevestigde Kerkelijke Caritas-instellingen te behartigen en te bevorderen, een en ander met behoud van alle rechten en verplichtingen, welke deze Kerkelijke Parochiële Caritasinstellingen op grond van haar reglement bezitten. 2 Grondslagen voor waardering van activa en passiva 2.1 Algemeen De jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met de Richtlijnen voor de jaarverslaggeving 640 voor organisaties-zonder-winststreven die zijn uitgegeven door de Raad voor de Jaarverslaggeving. De jaarrekening is opgesteld in euro s. De waarderingsgrondslagen zijn gebaseerd op de historische kosten en kostprijzen. Activa en passiva, met uitzondering van het eigen vermogen, worden gewaardeerd tegen nominale waarde of verkrijgingsprijs, tenzij een andere waarderingsgrondslag is vermeld. In de balans en de staat van baten en lasten zijn referenties opgenomen. Deze referenties verwijzen naar de toelichting. 2.2 Vergelijking voorgaand jaar De gehanteerde grondslagen van waardering en van resultaatbepaling zijn ongewijzigd gebleven ten opzichte van het voorgaand jaar. De waarderingsgrondslagen zijn hierna uiteengezet 2.3 Schattingen Bij toepassing van de grondslagen en regels voor het opstellen van de jaarrekening vormt het bestuur zich verschillende oordelen en schattingen die essentieel kunnen zijn voor de in de jaarrekening opgenomen bedragen. Indien het voor het geven van inzicht noodzakelijk is, is de aard van deze oordelen en schattingen inclusief de bijbehorende veronderstellingen opgenomen bij de toelichting op de desbetreffende jaarrekeningposten. 2.4 Financiële vaste activa De onder dit hoofd opgenomen effecten worden gewaardeerd tegen actuele waarde. De participatie VPC wordt gewaardeerd tegen actuele waarde. 2.5 Materiële vaste activa Materiële vaste activa worden gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs of vervaardigingsprijs vermeerderd met de kosten om het actief op zijn plaats in staat van gebruik te krijgen, onder aftrek van lineaire afschrijvingen gedurende de geschatte toekomstige gebruiksduur, rekening houdend met een eventuele restwaarde. 10

11 2.6 Vorderingen Vorderingen met een looptijd langer dan 1 jaar worden gewaardeerd tegen reële waarde van de tegenprestatie. Voorzieningen wegens oninbaarheid (indien noodzakelijk geacht door het bestuur) worden in mindering gebracht op de boekwaarde van de vordering 2.7 Liquide middelen Liquide middelen bestaan uit banktegoeden en deposito s met een looptijd korter dan twaalf maanden. Rekening-courantschulden bij banken zijn opgenomen onder schulden aan kredietinstellingen onder kortlopende schulden. Liquide middelen worden gewaardeerd tegen de nominale waarde. 2.8 Eigen vermogen Het eigen vermogen is zodanig gepresenteerd dat daaruit blijkt welk gedeelte vrij besteedbaar is en welk gedeelte is vastgelegd. Aan een deel van het eigen vermogen is door het bestuur een beperktere bestedingsmogelijkheid gegeven 3 Grondslagen voor bepaling van het resultaat 3.1 Algemeen Het resultaat (saldo) wordt bepaald als het verschil tussen het totaal der baten en het totaal der lasten. Ontvangsten en uitgaven worden in de staat van baten en lasten toegerekend aan de periode waarop ze betrekking hebben. Bij de toerekening wordt een bestendige gedragslijn gevolgd. Dit houdt in dat rekening wordt gehouden met de aan een periode toe te rekenen bedragen die in een andere periode zijn of worden ontvangen, dan wel betaald. 3.2 Subsidies Subsidies worden in het resultaat verantwoord zodra het waarschijnlijk is dat de desbetreffende subsidies worden ontvangen en is voldaan aan de condities van de verstrekte subsidie en voor zover de daarmee samenhangende bestedingen zijn verricht. 3.3 Lasten De lasten worden bepaald op historische basis en toegerekend aan het verslagjaar waarop zij betrekking hebben. Lonen, salarissen en sociale lasten worden op grond van de arbeidsvoorwaarden verwerkt in de staat van baten en lasten voor zover ze verschuldigd zijn aan werknemers. De afschrijving op materiële vaste activa wordt berekend op basis van de verkrijgings- of de vervaardigingsprijs. Afschrijvingen vinden plaats volgens de lineaire methode op basis van de geschatte economische levensduur. 11

12 1 Financiële vaste activa Beleggingen De beleggingsportefeuille bevat per 31 december 2016 Balanswaarde per Balanswaarde per Participatie V.P.C Via het V.P.C wordt er geparticipeerd in zowel een aandelenpakket als obligaties 2 Vorderingen Te vorderen inzake bijdragen PCI's Uit Uit Kortlopende vorderingen Overlopende activa Bijdrage FMV iz. Missiesecretariaat Bijdrage FMV iz. Missiesecretariaat Bijdrage FMV iz. Missiesecretariaat Te vorderen rente Te ontvangen ziekengeld Overigen

13 3. Liquide middelen Onder de liquide middelen zijn spaarrekeningen begrepen ad totaal ,=. De liquide middelen staan geheel ter vrije beschikking van de organisatie. 4 Eigen vermogen Algemene reserve Stand per 1 januari Bij: resultaat boekjaar Stand per 31 december Bestemmingsreserve loonkosten diaconale dienstverleners e.d. Stand per 1 januari Bij: dotatie 0 0 Stand per 31 december De algemene reserve is geheel als 'vrij besteedbaar' aan te merken. In 2008 is een bestemmingsreserve gevormd ter hoogte van de jaarlijkse loonkosten van diaconale dienstverleners. Vanaf 2008 zijn deze dienstverleners in dienst gekomen van de instelling. De reserve is gevormd omdat de ontvangen bijdragen in enig jaar bestemd zijn voor de kosten van de dienstverleners in het daaropvolgende jaar. 5 Kortlopende schulden Te betalen personeelskosten Te betalen bijdrage loonheffing/soc. Lasten Te betalen verlofuren Te betalen vakantiegeld Eind 2016 staan nog een aantal op te nemen verlofuren open. Gekapitaliseerd betekent dit een schuld van

14 Overlopende passiva Overige kosten Administratiekosten Aartsbisdom Accountantskosten Kantoorkosten Ariënsprijs Automatisering Bestuurskosten Restitutie PCI-bijdragen 2016/ Niet in de balans opgenomen verplichtingen Er is een huurcontract met de parochie O.L. Vrouw te Amersfoort voor de huur van de pastorie van locatie H. Martinus in Hoogland voor 2017 ad De huurovereenkomst wordt jaarlijks per 1 januari stilzwijgend verlengd met telkens 1 jaar. 14

15 Toelichting lasten en baten Huur bedrijfsruimte pastorie Hoogland Per 1 januari 2016 wordt er bedrijfsruimte gehuurd op de Kerklaan 22 Hoogland. De jaarlijkse huurprijs bedraagt Bijdragen van Parochiële Caritasinstellingen De grondslag voor de berekening is gebaseerd op het vermogen van de pci ultimo Berekeningsgrondslag bedraagt 0,56% van het bovengenoemd vermogen. Dit percentage is bepaald op basis van het resultaat Bij aanvang van het boekjaar was de berekeningsgrondslag vastgesteld op 0,61%. Derhalve zullen in 2017 de PCI-en een restitutie van 0,05% ontvangen over de afdracht Resultaat beleggingen Dit bedrag is als volgt samengesteld: 2016 begroting Gerealiseerde koerswinst Ongerealiseerde koersresultaten Rente spaartegoeden

16 8 Subsidies De subsidies betreffen de volgende projecten: 2016 begroting Ariënsprijs Werknemers In 2016 had de instelling gemiddeld 6 ( 2015 :6 ) werknemers ( 5,17 fte) in dienst waarvan 3 op basis van een volledig dienstverband Personeelskosten 2016 begroting Honorarium diaconale werkers Salaris leken Sociale lasten/loonheffing Pensioenverzekering Reis- en verblijfkosten Vergoeding werkruimte Overige personeelskosten Op te nemen verlofuren Terugontvangen ziekengelden

17 Overige gegevens De controleverklaring is opgenomen op pagina 18. Bestemming saldo Voor de verwerking van het saldo wordt verwezen naar de staat van baten en lasten. Gebeurtenissen na balansdatum Er hebben zich geen gebeurtenissen na balansdatum voorgedaan. 17

18 Controleverklaring 18

19 19