Rapport. Leidinggeven en werkbaar werk

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Rapport. Leidinggeven en werkbaar werk"

Transcriptie

1 Rapport Leidinggeven en werkbaar werk Analye op de Vlaame werkbaarheidmonitor naar de werkbaarheidituatie van en naar de impact van onderteunend leiderchap op de jobkwaliteit van hun medewerker Bruel, april 2018 Ria Bourdeaud hui, Frank Janen, Stephan Vanderhaeghe StIA_ _WBM_Leidinggeven_RAP.docx Stichting Innovatie & Arbeid Wettraat 34-36, 1040 Bruel T info@erv.be

2 Een onderzoek met financiële onderteuning van de Vlaame miniter bevoegd voor Werk De Vlaame werkbaarheidmonitor i een initiatief van de Vlaame ociale partner en werd ontwikkeld door de Stichting Innovatie & Arbeid. Alle publicatie kunnen geraadpleegd worden en werkbaarheidcijfer interactief opgevraagd op Bij gebruik van gegeven en informatie uit deze publicatie wordt een correcte bronvermelding op prij geteld. 2

3 Inhoud Samenvatting... 4 Inleiding Onderteunend leiderchap op de Vlaame arbeidmarkt Evolutie in (problemen met) onderteunend leiderchap op de Vlaame arbeidmarkt Verchillen in (problemen met) onderteunend leiderchap naar gelacht, leeftijd en choling Verchillen in (problemen met) onderteunend leiderchap naar beroepgroep, bedrijfgrootte en ector Leiding geven en werkbaar werk: de chef kan het verchil maken? Samenhang onderteunend leiderchap en werkbaarheid(knelpunten) Samenhang onderteunend leiderchap en werktre Samenhang onderteunend leiderchap en motivatie Samenhang onderteunend leiderchap en leermogelijkheden Samenhang onderteunend leiderchap en werk-privébalan Samenhang onderteunend leiderchap en duurzame inzetbaarheid Werkbaarheidprofiel van onder de loep De evolutie van de werkbaarheidituatie van Een blik op de werkbaarheidknelpunten van Werkbaarheidriico voor leidinggevende werknemer in kaart gebracht Aanvullende informatie over de arbeidituatie van Opleidingparticipatie Atypiche werktijden Telewerken Woon-werk-verkeer en pendeltijden Grenoverchrijdend gedrag Indicatoren voor duurzame inzetbaarheid Referentielijt

4 Samenvatting Het overgrote deel van de werknemer in Vlaame bedrijven en intellingen wordt adequaat gecoacht door hun directe chef en in het afgelopen decennium werd op het vlak van onderteunend leiderchap nog vooruitgang geboekt: de werkbaarheidmonitor 2004 regitreerde 83,9% werknemer die voldoende onderteuning krijgen van hun leidinggevende en dit cijfer loopt op tot 85,7% bij de meet recente werkbaarheidmeting in Dit i goed nieuw, want onderteunend leiderchap blijkt een leutelvariabele voor het welzijn van werknemer op het werk. Terwijl we in 2016 bij werknemer die adequaat gecoacht worden een werkbaarheidgraad van 56,6% optekenen, ligt deze kwaliteitindex bij de collega die onvoldoende onderteuning krijgen van hun directe leiding op 17,7%. Werknemer in een problematiche ituatie voor onderteuning door de directe leiding worden du beduidend frequenter met werkbaarheidknelpunten in de job geconfronteerd: 61,2% heeft af te rekenen werktreklachten (een verdubbeling van het riico in vergelijking met de groep die adequate onderteuning krijgt en waar we al correponderend prevalentiecijfer van 29,9% regitreren); 49,2% kampt met motivatieproblemen (een aandeel dat drie keer hoger ligt dan de 14,9% bij werknemer die adequaat onderteund worden door hun chef); 41,3% rapporteert een leerdeficit (een verdrievoudiging van het aandeel met onvoldoende leermogelijkheden in vergelijking met de 13,4% die we optekenen bij de collega die adequaat gecoacht worden); 26,3% bott op werk-privé-combinatieproblemen (ruim dubbel zo hoog al bij de controlegroep van werknemer die voldoende onderteuning van hun leidinggevende krijgen en waar 9,9% een onevenwichtige work life balance ignaleert). Een gebrekkige onderteuning door de direct leidinggevende blijft dan ook niet zonder gevolgen voor de (duurzame) inzetbaarheid van de medewerker. Werknemer die onvoldoende teun krijgen van hun chef laten beduidend hogere prevalentiecijfer voor frequent ziekteverzuim optekenen dan hun collega die adequaat gecoacht worden (15,9% veru 7,4%), zijn vier keer zo vaak actief op zoek naar ander werk (28,7% veru 7,2%) en chatten de haalbaarheid van doorwerken tot de penioenleeftijd duidelijk peimiticher in (64,8% veru 36,3 % van de 40- pluer ziet dat langer doorwerken al een irrealitiche opgave). Een onderteunende leidinggevende aanpak kan du het verchil maken voor de jobkwaliteit en voor een aantal actuele HR-uitdagingen, maar hoe zit het met de werkbaarheidituatie van de leidinggevende zelf? De cherpe terugval in de werkbaarheidgraad bij in de afgelopen jaren (van 57,4% in 2013 naar 52,8% in 2016) rechtvaardigt in ieder geval de nodige (beleid)aandacht voor de arbeidituatie en werkbeleving van manager, ploegbazen en teamleider. Vooral de hoge en tijgende probleemcore voor pychiche vermoeidheid pringen daarbij in het oog: tuen 2013 en 2016 nam het aandeel met werktreklachten toe van 31,6% naar 36.8%, het aandeel met burn-outymptomen teeg van 11,2% naar 14,1% in dezelfde periode. Daarnaat noteren we recent ook een minder guntige ontwikkeling op het terrein van werkplezier en motivatie. Terwijl we bij de werkbaarheidmetingen 2007 en 2010 nog een daling van het aandeel met motivatieproblemen regitreerden (van 14,4% naar 12,0%), tijgt de relatieve omvang van deze groep inddien opnieuw naar 14,1% in 2013 en naar 16,9% in

5 Inleiding De Vlaame ociale partner dragen reed geruime tijd de boodchap uit dat langer werken maar kan lukken al dit ook haalbaar i voor de betrokkenen en banen voldoende kwaliteitvol zijn. Ze zetten daarom reoluut in op werkbaar werk: job waarvan je niet overpannen of ziek wordt, die boeiend en motiverend zijn, kanen bieden op bijblijven/bijleren en voldoende ruimte laten voor gezin en privéleven. In het Actieplan werkbaar werk. Samen een vernelling hoger voor werkbaar werk, dat de SERVpartner eind 2017 lanceerden, krijgt inveteren in coachend leiderchap een prominente plaat toegewezen. De ociale partner zullen daarbij niet alleen in de eigen netwerk- en vormingmomenten met ondernemer, HR-profeional en werknemervertegenwoordiger het thema people management gericht op de agenda plaaten. Ze willen ook ijveren voor meer aandacht voor amenwerken en leiderchap in onderwijcurricula, inzonderheid bij managementen techniche opleidingen voor apirant-werknemer die vaak naar leidinggevende functie doorgroeien. Daarnaat pleiten zij ook voor het opzetten van een breed en intenief bijcholingen begeleidingprogramma duurzaam leiderchap voor zittende, gericht op het verterken van hun coachende capaciteiten en aanpak en daarmee op de duurzame inzetbaarheid van hun medewerker. De achterliggende hypothee dat onderteunend leiderchap een cruciale rol peelt in het werkbaarheidvraagtuk in het algemeen en de preventie van werktre en burn-out in het bijzonder, luit naadloo aan bij de toonaangevende wetenchappelijk modellen over (de determinanten van) pychoociaal welzijn op het werk. Er betaat daarbij een grote eengezindheid dat (adequate) ocial upport door een aantoonbare rol peelt bij de voorkoming van pychoociale belatingproblemen en een belangrijke job reource vormt voor een poitieve werkbeleving (Schaufeli, Bakker, 2007). Dit rapport bevat een aantal analye - op de databank van de werkbaarheidmonitor - naar de tijl van leidinggeven in Vlaame bedrijven en intellingen en de relevantie daarvan voor het werkbaarheidvraagtuk: in het eerte hoofdtuk brengen we de evolutie op het vlak van coachend leiderchap op de Vlaame arbeidmarkt in kaart en onderzoeken we of er verchillen betaan in de mate waarin divere werknemergroepen adequaat onderteund worden door ; in tweede hoofdtuk leggen we de vermelde ocial upport-hypothee op de rooter en gaan we na welke de impact i van (verchillen in) de leidinggevende aanpak op de werkbaarheid van de job en de duurzame inzetbaarheid van de betrokken medewerker; in het derde hoofdtuk focuen we op de zelf en op de arbeidituatie en het werkbaarheidprofiel van deze werknemergroep. 5

6 Methodologie Vlaame Werkbaarheidmonitor in een notendop De Vlaame werkbaarheidmonitor i een door de Stichting Innovatie & Arbeid ontwikkeld en beheerd meetyteem, dat de ontwikkelingen in de kwaliteit van de arbeid of werkbaarheid in kaart brengt. Het i gebaeerd op grootchalige, driejaarlijke (cro-ectionele) urvey bij werknemer en zelftandige ondernemer op de Vlaame arbeidmarkt. Bij de werknemer, waarover dit rapport gaat, werd de nulmeting uitgevoerd in De Vlaame ociale partner hebben de beleidnotie werkbaarheid concreet gemaakt aan de hand van vier kwaliteitcriteria: werkbaar werk verwijt naar job, waarvan je niet overpannen of ziek wordt, die boeiend en motiverend zijn, kanen bieden op bijblijven/bijleren en voldoende ruimte laten voor gezin en privéleven. De werkbaarheidmonitor hanteert daarom vier werkbaarheidindicatoren: pychiche vermoeidheid (werktre), welbevinden in het werk (motivatie, werkbetrokkenheid), leermogelijkheden en werk-privé-balan. Meettechnich i voor de operationaliering van de werkbaarheidindicatoren geopteerd voor pychometriche chalen. De argumentatie voor het gebruik van dergelijke meetchalen (in plaat van enkelvoudige vragen) ligt in de meetnauwkeurigheid ervan. Bij de contructie van de vragenlijt werd maximaal aanluiting gezocht bij betaande, wetenchappelijk gevalideerde intrumenten. Voor elk van de vier werkbaarheiddimenie en -indicatoren zijn voor de chaalcore grenwaarden ( cut-off point ) bepaald die aangeven of de ituatie al dan niet (acuut) problematich i. In de werkbaarheidmonitor wordt met gelede kengetallen gewerkt: naar analogie met de kleurenymboliek van een verkeerlicht, wordt niet enkel een problematiche groep afgebakend en becijferd ( oranje knipperlicht - knelpunt), maar daarbinnen ook een ubgroep die al acuut problematich kan gelabeld worden ( rood alarmignaal - acuut knelpunt). Problematiche en acuut-problematiche ituatie worden voor de ondercheiden werkbaarheiddimenie al volgt benoemd: Pychiche vermoeidheid: werktreklachten - burn-outymptomen Welbevinden in het werk: motivatieproblemen - erntige demotivatie Leermogelijkheden: onvoldoende leermogelijkheden - erntig leerdeficit Werk-privé-balan: problemen werk-privé-combinatie - acuut werk-privé-conflict De werkbaarheidgraad al amengetelde index verwijt naar het percentage werknemer dat een kwaliteitvolle job heeft/in een niet problematiche verkeert/geen knelpunten ignaleert voor elk van vier genoemde werkbaarheiddimenie. 6

7 In de werkbaarheidmonitor wordt ook gepeild naar een aantal kenmerken van de arbeidituatie, die de werkbaarheid kunnen bedreigen dan wel bevorderen. In de monitor voor werknemer worden ze jobkenmerken via zogenaamde riico-indicatoren in kaart gebracht: werkdruk, emotionele belating, (belatende fyieke) arbeidomtandigheden, taakvariatie (afwieling in het werk), autonomie (zelftandigheid in het werk) en onderteuning door de directe leiding. Ook bij deze ze riico-indicatoren i de indicering gebaeerd op pychometriche chalen en werden grenzen bepaald die aangeven of de ituatie al dan niet (acuut) problematich i. De kengetallen voor problematiche en acuut-problematiche ituatie worden voor de ondercheiden riico-indicatoren al volgt benoemd: Werkdruk: hoge werkdruk - zeer hoge werkdruk Emotionele belating: emotioneel belatend werk - emotionele overbelating Arbeidomtandigheden: belatende arbeidomtandigheden - zeer hoge fyieke belating Taakvariatie: routinematig werk - extreem routinematig werk Autonomie: gebrek aan autonomie - acuut gebrek aan autonomie Onderteuning door de directe leiding: onvoldoende teun door de directe leiding - negatieve relatie met de directe leiding In dit rapport naar (coachend) leidinggeven en werkbaar werk neemt de riico-indicator onderteuning door de directe leiding een centrale plaat in. De indicator wordt berekend op bai van (de antwoordcore op) de ondertaande meetchaal Relatie leiding uit de Vragenlijt Beleving en Beoordeling van de Arbeid (VBBA). De antwoorddata worden - conform de wetenchappelijke handleiding bij de methode en rekening houdend de interpretatierichting van de afzonderlijke item - omgerekend naar getandaardieerde chaalcore. Voor de grenwaardebepaling werden de ondercheiden chaalcoregroepen op bai van interpolatie via (exponentiële) regreie geëvalueerd op hun differentiële riico op problematich welbevinden in het werk: het label onvoldoende onderteuning door de directe leiding (problematiche categorie) geldt vanaf de chaalcore waarbij dit riico een derde hoger ligt dan het populatiegemiddelde, het label negatieve relatie met de directe leiding (acuut-problematiche categorie) i van toepaing bij een verdubbeling van dat riico. 7

8 De validiteit en betrouwbaarheid van de gehanteerde meetchaal, de grenwaardenbepaling en kengetallentechniek voor de riico-indicator onderteuning door de directe leiding (en voor andere indicatoren) wordt uitgebreid behandeld in het rapport Methodologie Vlaame werkbaarheidmonitor (Bourdeaud hui, Janen, Vanderhaeghe, 2016b). Het urveyontwerp, de organiatie van de enquêtering, de analye van de kwaliteit van de repon en de controle van de repreentativiteit van de gerealieerde teekproeven worden daarin eveneen behandeld. 8

9 1 Onderteunend leiderchap op de Vlaame arbeidmarkt In dit eerte hoofdtuk brengen we - op bai van de kengetallen voor de riico-indicator onderteuning door de directe leiding uit de werkbaarheidmonitor - de ituatie op het vlak van coachend leiderchap in Vlaame bedrijven en intellingen in kaart. Behalve de evolutie op de globale arbeidmarkt, analyeren we ook de verchillen tuen divere werknemergroepen (naar gelacht, leeftijd, cholingniveau, beroepgroep, bedrijfgrootte en ector). 1.1 Evolutie in (problemen met) onderteunend leiderchap op de Vlaame arbeidmarkt Tabel 1 leert on dat in ,7% van de werknemer op de Vlaame arbeidmarkt adequaat gecoacht worden door hun directe leiding. De complementaire 14,3% bevindt zich voor deze riico-indicator in een problematiche ituatie: deze werknemer krijgen bij hun dagdagelijke taakuitoefening en functioneren binnen de afdeling/onderneming onvoldoende onderteuning van hun direct leidinggevende. Bij ongeveer een derde van laattgenoemde groep (of omgerekend 5,0% van de totale werknemerpopulatie) i er prake van een ronduit negatieve relatie met de chef. Tabel 1: Evolutie van het aandeel werknemer op de Vlaame arbeidmarkt dat adequaat gecoacht wordt, onvoldoende teun krijgt c.q. een negatieve relatie heeft met de directe leiding ( ) adequate coaching door de directe leiding onvoldoende onderteuning door de directe leiding negatieve relatie met de directe leiding % % % % % 83,9 84,0 85,2 85,6 85,7 16,1 16,0 14,8 14,4 14,3 6,1 6,2 5,4 5,3 5,0 N Bron: Vlaame Werkbaarheidmonitor Werknemer Leewijzer: Cijfer in het groen/rood wijzen op een ignificante (Pearon chi² ; p < 0,05) verbetering/verlechtering in de kengetallen voor onderteunend leiderchap ten opzichte van het vorig meetpunt. Cijfer in een groen/rood kader wijzen op een ignificante (Pearon chi² ; p < 0,05) verbetering/verlechtering in de kengetallen voor onderteunend leiderchap bij een vergelijking van de meetpunten 2004 en De categorie met het verchoven rode balkje negatieve relatie met de directe leiding i een ubgroep binnen de categorie onvoldoende onderteuning door de directe leiding, maar het aandeel wordt berekend op de totale populatie. Uit tabel 1 kunnen we ook afleiden dat in 2010 en over de volledige meetperiode een beperkte maar ignificante vooruitgang werd geboekt op het vlak van onderteunend leiderchap op de Vlaame arbeidmarkt: niet alleen teeg het geregitreerde aandeel werknemer dat adequaat gecoacht wordt door de directe leiding teeg van 83,9% in 2004 over 85,2% in 2010 naar 85,7% in 2016, tegelijk daalde ook de omvang van de groep werknemer met een negatieve relatie met hun chef van 6,1% over 5,4% naar 5,0% in dezelfde periode. Figuur 1 breng deze vattellingen grafich in beeld. 9

10 Figuur 1: Evolutie van het aandeel werknemer op de Vlaame arbeidmarkt dat adequaat gecoacht wordt, onvoldoende teun krijgt c.q. een negatieve relatie heeft met de directe leiding ( ) 100% 80% 6,1% 6,2% 5,4% 5,3% 5,0% 16,1% 16,0% 14,8% 14,4% 14,3% 60% 40% 83,9% 84,0% 85,2% 85,6% 85,7% 20% 0% adequate coaching onvoldoende teun directe leiding negatieve relatie met directe leiding Bron: Vlaame Werkbaarheidmonitor Werknemer Leewijzer: De categorie met het verchoven rode balkje negatieve relatie met de directe leiding i een ubgroep binnen de categorie onvoldoende onderteuning door de directe leiding, maar het aandeel wordt berekend op de totale populatie. 10

11 1.2 Verchillen in (problemen met) onderteunend leiderchap naar gelacht, leeftijd en choling Tabel 2 vergelijkt de ituatie op het vlak van onderteuning door de leidinggevende bij werknemer met uiteenlopende peroonkenmerken. Zowel naar gelacht, al leeftijd en cholingniveau noteren we beperkte maar ignificante verchillen in het aandeel werknemer dat adequaat gecoacht wordt, onvoldoende teun krijgt of een negatieve relatie heeft met de directe leiding. Tabel 2: Aandeel werknemer dat adequaat gecoacht wordt, onvoldoende teun krijgt c.q. een negatieve relatie heeft met de directe leiding naar gelacht, leeftijd en choling (2016) adequate coaching door de directe leiding % onvoldoende onderteuning door de directe leiding % negatieve relatie met de directe leiding % N Vlaame arbeidmarkt 85,7 14,3 5, man vrouw verchiltoeting 84,5 86,7 15,5 13,3 5,9 4, jaar jaar jaar jaar 55 + jaar verchiltoeting 88,8 86,3 85,5 83,7 84,7 11,2 13,7 14,5 16,3 15,3 4,2 4,2 5,1 5,7 5, laaggechoold middengechoold hooggechoold verchiltoeting 83,6 84,8 87,0 Leewijzer: De categorie met het rode balkje negatieve relatie met de directe leiding i een ubgroep binnen de categorie onvoldoende onderteuning door de directe leiding, maar het aandeel wordt berekend op de totale populatie. Verchiltoeting ( = ignificant veru n = ignificant): al dan niet tatich betekenivol verchil (Pearon chi²; p < 0,05 veru p 0,05) tuen vermelde deelpopulatie. Meer vrouwen (86,7%) dan mannen (84,5%) geven in 2016 aan in de jobuitoefening voldoende teun te krijgen van hun leidinggevende. Een negatieve relatie met chef wordt door vrouwelijke medewerker (4,3%) minder frequent gerapporteerd dan door hun mannelijke collega (5,9%). De kengetallen voor onderteunend leiderchap evolueren met oplopende leeftijd in negatieve zin: terwijl 11,2% van de werknemer jonger dan 30 jaar zich onvoldoende onderteund weet door de direct leidinggevende en 4,2% een negatieve relatie met de chef ignaleert, tekenen we in de leeftijdgroep van 50 tot 54 jaar correponderende percentage op van 16,3% en 5,7%. Ook de opdeling van werknemer naar hun initieel cholingpeil levert in 2016 ignificant verchillende indicatorcore op. Hoger gechoolden blijken vaker (87,0%) dan lager gechoolden (83,6%) adequaat gecoacht te worden door hun leidinggevende. Een negatieve relatie met chef komt bij hoger gechoolde werknemer (4,5%) minder frequent voor dan bij hun lager gechoolde collega (6,7%). 16,4 15,2 13,0 6,7 5,1 4,

12 1.3 Verchillen in (problemen met) onderteunend leiderchap naar beroepgroep, bedrijfgrootte en ector Tabel 3 vergelijkt voor 2016 de ituatie op het vlak van onderteunend leiderchap bij werknemer in uiteenlopende beroepgroepen, ondernemingtype en ectoren. Tabel 3: Aandeel werknemer dat adequaat gecoacht wordt, onvoldoende teun krijgt c.q. een negatieve relatie heeft met de directe leiding naar beroepgroep, bedrijfgrootte en ector (2016) adequate coaching door de onvoldoende onderteuning negatieve relatie met de directe leiding door de directe leiding directe leiding % % % N Vlaame arbeidmarkt 85,7 14,3 5, kortgechoolde/geoefende arbeider gechoolde arbeider/technicu 85,3 82,4 14,7 17,6 5,7 6, uitvoerend bediende 85,6 14,4 5, zorg/onderwijfunctie 86,3 13,7 4, profeional/middenkader 87,3 12,7 4, kader/directie 88,6 11,4 4,3 621 verchiltoeting n < 10 wkn wkn wkn wkn > 499 wkn verchiltoeting 87,1 12,9 4, ,9 15,1 5, ,3 14,7 4, ,7 14,3 4, ,1 13,9 5, n n n textiel en confectie* metaal bouw voeding chemie groot- en kleinhandel horeca* zakelijke dientverlening tranport pot en telecom financiële ector overheid gezondheid- en welzijnectoren onderwij verchiltoeting 85,8 14,2 2, ,2 15,8 5, ,5 15,5 5, ,3 14,7 5, ,9 13,1 4, ,0 15,0 5, ,0 15,0 6, ,5 10,5 3, ,4 19,6 6, ,4 20,6 7, ,6 9,4 2, ,1 14,9 6, ,2 12,8 4, ,0 16,0 5, Leewijzer: De categorie met het rode balkje negatieve relatie met de directe leiding i een ubgroep binnen de categorie onvoldoende onderteuning door de directe leiding, maar het aandeel wordt berekend op de totale populatie. Verchiltoeting ( = ignificant veru n = ignificant): al dan niet tatich betekenivol verchil (Pearon chi²; p < 0,05 veru p 0,05) tuen vermelde deelpopulatie.. De kengetallen van ectoren met een * zijn gebaeerd op < 200 eenheden en moeten du met de nodige omzichtigheid geïnterpreteerd worden. De vergelijking van de kengetallen voor onderteunend leiderchap voor de verchillende beroepgroepen brengt ignificante verchillen aan licht: terwijl 88,6% van de kaderleden in 2016 aangeeft adequaat gecoacht te worden door de leidinggevende, tekenen we bij gechoolde arbeider een correponderend aandeel op van 82,4%. Ook de ectorale indicatorcore laten ignificante verchillen zien in de omvang van de groep die voldoende onderteuning door de direct leidinggevende rapporteert: de meet guntige ituatie regitreren we in de financiële ector (90,6%) en de zakelijke dientverlening (89,5%), de mint guntige in de tranportector (80,4%) en de pot- en telecombedrijven (79,4%). 12

13 De werkbaarheidmeting 2016 leert on dat ituatie van werknemer uit micro-ondernemingen, KMO en grote ondernemingen niet ignificant verchilt op het vlak van onderteuning door de directe leiding. 13

14 2 Leiding geven en werkbaar werk: de chef kan het verchil maken? In dit tweede hoofdtuk analyeren we op bai van de data van de meting de amenhang tuen (verchillen in) de leidinggevende aanpak en de werkbaarheid van de job. In welke mate vormt een gebrekkige coaching van medewerker door hun leidinggevende een riicofactor voor werktre, demotivatie, het optreden van een leerdeficit en conflicten in de werkprivé-balan? En wat zijn de gevolgen voor de duurzame inzetbaarheid van de betrokkenen (ziekteverzuim, verloopintentie en haalbaarheid om langer door te werken)? 2.1 Samenhang onderteunend leiderchap en werkbaarheid(knelpunten) Figuur 2 vergelijkt de werkbaarheidituatie (werkbaar werk veru de aanwezigheid van één of meerdere knelpunten) van werknemer die adequate gecoacht worden en hun collega die onvoldoende teun krijgen of zelf een negatieve relatie hebben met hun directe leiding. Figuur 2: Werkbaarheidituatie van werknemer die adequaat gecoacht worden, onvoldoende teun krijgen van hun directe leiding c.q. een negatieve relatie hebben met hun directe leiding (2016) adequate coaching 5,3% 13,2% 56,6% 25,0% onvoldoende onderteuning 5,3% 13,2% 17,7% 30,0% 25,0% 56,6% 25,0% 27,3% negatieve relatie leiding 13,1% 38,1% 20,3% werkbaar werk 1 knelpunt 2 knelpunten 3+ knelpunten 28,5% Leewijzer: De deelgrafiek negatieve relatie met de directe leiding heeft betrekking op een ubgroep binnen de categorie onvoldoende onderteuning door de directe leiding. De werkbaarheidgraad bedraagt 56,6% bij werknemer die adequaat gecoacht worden, 17,7% bij werknemer die onvoldoende onderteuning krijgen van hun directe leiding en 13,1% bij de (ub)groep met een negatieve relatie met de chef. Werknemer in een (acuut-) problematiche ituatie voor onderteuning door de directe leiding worden du beduidend frequenter met werkbaarheidknelpunten in de job geconfronteerd. Een opvallende vattelling i dat het aantal knelpunten nel oploopt naarmate de onderteuningituatie onguntiger wordt: terwijl van de adequaat gecoachte werknemer 13,2% met 2 werkbaarheidknelpunten en 5,3% met 3 of meer knelpunten heeft af te rekenen, regitreren we bij de collega die onvoldoende onderteund worden door hun directe leidinggevende repectieve percentage van 27,3% en 30,0% en bij de ubgroep negatieve relatie met de leiding repectieve percentage van 28,5% en 38,1%. In wat volgt nemen we de amenhang tuen (problemen met) onderteunend leiderchap en de pecifieke werkbaarheiddimenie en -knelpunten ytematich onder de loep. 14

15 2.2 Samenhang onderteunend leiderchap en werktre Figuur 3 brengt de amenhang tuen de ituatie van werknemer op het vlak van onderteuning door hun directe leiding en het voorkomen van (acute) werktreproblemen grafich in beeld. Figuur 3: Prevalentie van werktreklachten en burn-outymptomen bij werknemer die adequaat gecoacht worden, onvoldoende teun krijgen van hun directe leiding c.q. een negatieve relatie hebben met hun directe leiding (2016) 100% 80% 29,9% 9,7% 29,4% 100% 80% 37,5% 60% 61,2% 60% 40% 70,1% 40% 65,7% 20% 38,8% 0% adequate coaching onvoldoende teun leiding geen werktre werktreklachten burn-outymptomen 20% 0% 34,3% negatieve relatie met de directe leiding Leewijzer: De deelgrafiek negatieve relatie met de directe leiding heeft betrekking op een ubgroep binnen de categorie onvoldoende onderteuning door de directe leiding. Van de werknemer die adequaat gecoacht worden door hun leidinggevende heeft 29,9% af te rekenen met werktreklachten en vertoont 9,7% burn-outymptomen. In de groep van werknemer die onvoldoende onderteuning krijgen van hun directe leiding, regitreren we een verdubbeling van het prevalentiecijfer voor werktreklachten (61,2%) en bijna een verdriedubbeling van het prevalentiecijfer voor burn-outymptomen (29,4%). In de ubgroep negatieve relatie met de directe leiding loopt vooral het aandeel werknemer met burnoutymptomen verder op tot 37,5%. De multivariate logitiche regreie-analye in tabel 4, waarbij we de betudeerde amenhang controleren voor gelacht, leeftijd, beroepgroep en pychoociale riicofactoren, bevetigt deze (bivariate) bevindingen. Zo ligt de kanverhouding werktreklachten/geen werktre voor werknemer die onvoldoende onderteuning meekrijgen van hun directe chef (zonder dat er prake i van een negatieve relatie) ruim dubbel zo hoog (odd ratio = 2,43) al bij hun collega die adequaat gecoacht worden. Voor werknemer met een negatieve relatie met hun directe leiding laat de analye een kanverhouding burn-outympomen/geen burn-outymptomen zien, die drie keer hoger ligt (odd ratio = 3,14) dan bij de collega die adequaat gecoacht worden. 15

16 Tabel 4: Peroon- en werkkenmerken Knelpunten in de onderteuning door de directe leiding al voorpeller van werktreklachten en burn-outymptomen op bai van multivariate logitiche regreie en gecontroleerd voor gelacht, leeftijd, beroepgroep en riicofactoren in de arbeidituatie odd ratio' werktreklachten odd ratio' burn-outymptomen Gelacht man R R vrouw 1,27 1,12 Leeftijd - 30 jaar R R jaar 0,98 1, jaar 1,10 1, ,23 1, jaar 1,14 1,26 Beroepgroep uitvoerende bediende R R kortgechoolde/geoefende arbeider 1,03 1,09 gechoold arbeider/technicu 0,89 0,86 zorg/onderwijfuctie 1,25 0,93 profeional/middenkader 1,38 1,35 hoger kader/directie 1,12 1,26 Pychoociale taakeien acceptabele taakeien R R hoge taakeien 4,55 5,71 Belatende fyieke arbeidomtandigheden acceptabele belating R R problematiche belating 1,65 1,35 Regelmogelijkheden voldoende regelmogelijkheden R R onvoldoende regelmogelijkheden 1,57 1,91 Onderteuning door directe leiding adequate coaching R R onvoldoende onderteuning, maar geen negatieve relatie 2,43 2,06 negatieve relatie met directe leiding 2,78 3,14 Leewijzer: Interpretatie odd ratio : de kanverhouding werktreklachten/geen werktre ligt voor werknemer die onvoldoende onderteuning meekrijgen van hun directe chef (zonder dat er prake i van een negatieve relatie) ruim dubbel zo hoog (odd ratio = 2,43) al bij hun collega die adequaat gecoacht worden; de kanverhouding burn-outympomen/geen burn-outymptomen ligt voor werknemer met een negatieve relatie met hun directe leiding drie keer hoger (odd ratio = 3,14) al bij hun collega die adequaat gecoacht worden. De variabele Pychoociale taakeien combineert de riico-indicatoren Werkdruk en Emotionele belating : hoge taakeien verwijt naar de ituatie waarbij werknemer worden geconfronteerd met hoge werkdruk en/of emotioneel belatend werk. De variabele Regelmogelijkheden combineert de riico-indicatoren Taakvariatie en Autonomie : onvoldoende regelmogelijkheden verwijt naar de ituatie waarbij werknemer worden geconfronteerd met Routinematig werk en/of Gebrek aan autonomie. R = referentiegroep; de odd ratio in het vet wijzen op een ignificante amenhang (p < 0,05). Er dient wel opgemerkt dat de variabele pychoociale taakeien (en meer bepaald hoge werkdruk en/of emotioneel belatend werk) voor de prevalentie van werktreklachten en burnoutymptomen een duidelijk terkere voorpeller blijkt (met repectieve odd ratio van 4,55 en 5,71) dan de riico-indicator onderteuning door de directe leiding. 16

17 2.3 Samenhang onderteunend leiderchap en motivatie Figuur 4 brengt de amenhang tuen de ituatie van werknemer op het vlak van onderteuning door hun directe leiding en het voorkomen van (erntige) motivatieproblemen grafich in beeld. Figuur 4: Prevalentie van (erntige) motivatieproblemen bij werknemer die adequaat gecoacht worden, onvoldoende teun krijgen van hun directe leiding c.q. een negatieve relatie hebben met hun directe leiding (2016) 100% 80% 5,2% 14,9% 28,5% 100% 60% 49,2% 80% 39,8% 40% 85,1% 60% 57,0% 20% 50,8% 40% 0% adequate coaching onvoldoende teun leiding gemotiveerd aan de lag motivatieproblemen erntige demotivatie 20% 0% 43,0% negatieve relatie met de directe leiding Leewijzer: De deelgrafiek negatieve relatie met de directe leiding heeft betrekking op een ubgroep binnen de categorie onvoldoende onderteuning door de directe leiding. Van de werknemer die adequaat gecoacht worden door hun leidinggevende heeft 14,9% af te rekenen met motivatieproblemen en i er bij 5,2% prake van erntige demotivatie. In de groep van werknemer die onvoldoende onderteuning krijgen van hun directe leiding regitreren we ruim een verdriedubbeling van het relatieve riico op motivatieproblemen (prevalentiecijfer: 49,2%) en een vervijfvoudiging van het relatieve riico op erntige demotivatie (prevalentiecijfer: 28,5%). In de ubgroep negatieve relatie met de directe leiding loopt het aandeel werknemer met motivatieproblemen en erntige demotivatie op tot 57,0% repectievelijk 39,8%. De multivariate logitiche regreie-analye in tabel 5, waarbij we de betudeerde amenhang controleren voor gelacht, leeftijd, beroepgroep en pychoociale riicofactoren, bevetigt deze (bivariate) bevindingen. Zo ligt de kanverhouding motivatieproblemen/gemotiveerd aan de lag voor werknemer die onvoldoende onderteuning meekrijgen van hun directe chef (zonder dat er prake i van een negatieve relatie) ruim drie keer zo hoog (odd ratio = 3,56) al bij hun collega die adequaat gecoacht worden. Voor werknemer met een negatieve relatie met hun directe leiding laat de analye een kanverhouding erntige demotivatie/geen erntige demotivatie zien, die zeven keer hoger ligt (odd ratio = 7,15 dan bij de collega die adequaat gecoacht worden. 17

18 Tabel 5: Peroon- en werkkenmerken Knelpunten in de onderteuning door de directe leiding al voorpeller van motivatieproblemen en erntige demotivatie op bai van multivariate logitiche regreie en gecontroleerd voor gelacht, leeftijd, beroepgroep en riicofactoren in de arbeidituatie odd ratio' motivatieproblemen odd ratio' erntige demotivatie Gelacht man R R vrouw 0,77 0,86 Leeftijd - 30 jaar R R jaar 0,83 0, jaar 0,75 0, ,75 0, jaar 0,54 0,65 Beroepgroep uitvoerende bediende R R kortgechoolde/geoefende arbeider 1,15 1,00 gechoold arbeider/technicu 0,85 0,65 zorg/onderwijfuctie 0,45 0,38 profeional/middenkader 0,98 0,89 hoger kader/directie 0,82 0,91 Pychoociale taakeien acceptabele taakeien R R hoge taakeien 2,36 3,04 Belatende fyieke arbeidomtandigheden acceptabele belating R R problematiche belating 1,38 1,54 Regelmogelijkheden voldoende regelmogelijkheden R R onvoldoende regelmogelijkheden 3,69 4,26 Onderteuning door directe leiding adequate coaching R R onvoldoende onderteuning, maar geen negatieve relatie 3,56 3,44 negatieve relatie met directe leiding 5,03 7,15 Leewijzer: Interpretatie odd ratio : de kanverhouding motivatieproblemen/geen motivatieproblemen ligt voor werknemer die onvoldoende onderteuning meekrijgen van hun directe chef (zonder dat er prake i van een negatieve relatie) ruim driemaal zo hoog (odd ratio = 3,56) al bij hun collega die adequaat gecoacht worden; de kanverhouding erntige demotivatie/geen erntige demotivatie ligt voor werknemer met een negatieve relatie met hun directe leiding zeven keer hoger (odd ratio = 7,15) al bij hun collega die adequaat gecoacht worden. De variabele Pychoociale taakeien combineert de riico-indicatoren Werkdruk en Emotionele belating : hoge taakeien verwijt naar de ituatie waarbij werknemer worden geconfronteerd met hoge werkdruk en/of emotioneel belatend werk. De variabele Regelmogelijkheden combineert de riico-indicatoren Taakvariatie en Autonomie : onvoldoende regelmogelijkheden verwijt naar de ituatie waarbij werknemer worden geconfronteerd met Routinematig werk en/of Gebrek aan autonomie. R = referentiegroep; de odd ratio in het vet wijzen op een ignificante amenhang (p < 0,05). Uit de logitich regreie blijkt ook dat de variabele regelmogelijkheden (en meer bepaald routinewerk en/of gebrek aan autonomie) een evenwaardige voorpeller blijkt voor de prevalentie van motivatieproblemen en erntige demotivatie (met repectieve odd ratio van 3,69 en 4,26) in vergelijking met de riico-indicator onderteuning door de directe leiding. 18

19 2.4 Samenhang onderteunend leiderchap en leermogelijkheden Figuur 5 brengt de amenhang tuen de ituatie van werknemer op het vlak van onderteuning door hun directe leiding en het voorkomen van een (erntig) leerdeficit grafich in beeld. Figuur 5: Prevalentie van een (erntig) leerdeficit bij werknemer die adequaat gecoacht worden, onvoldoende teun krijgen van hun directe leiding c.q. een negatieve relatie hebben met hun directe leiding (2016) 100% 80% 4,1% 13,4% 17,7% 100% 25,4% 41,3% 80% 60% 40% 86,6% 60% 50,5% 20% 58,7% 40% 20% 49,5% 0% adequate coaching voldoende leermogelijkheden erntig leerdeficit onvoldoende teun leiding onvoldoende leermogelijkheden 0% negatieve relatie met de directe leiding Leewijzer: De deelgrafiek negatieve relatie met de directe leiding heeft betrekking op een ubgroep binnen de categorie onvoldoende onderteuning door de directe leiding. Van de werknemer die adequaat gecoacht worden door hun leidinggevende heeft 13,4% af te rekenen met onvoldoende leermogelijkheden en i er bij 4,1% prake van erntig leerdeficit. In de groep van werknemer die onvoldoende onderteuning krijgen van hun directe leiding, regitreren we een verdriedubbeling van het aandeel met onvoldoende leermogelijkheden (41,3%) en ruim een verviervoudiging van het riico op een erntig leerdeficit (prevalentiecijfer: 17,7%). In de ubgroep negatieve relatie met de directe leiding loopt het aandeel werknemer met onvoldoende leermogelijkheden en een erntig leerdeficit op tot 50,5% repectievelijk 25,4%. De multivariate logitiche regreie-analye in tabel 6, waarbij we de betudeerde amenhang controleren voor gelacht, leeftijd, beroepgroep en pychoociale riicofactoren, bevetigt deze (bivariate) bevindingen. Zo ligt de kanverhouding onvoldoende/voldoende leermogelijkheden voor werknemer die een gebrekkige onderteuning krijgen van hun directe chef (zonder dat er prake i van een negatieve relatie) ruim drie keer zo hoog (odd ratio = 3,24) al bij hun collega die adequaat gecoacht worden. Voor werknemer met een negatieve relatie met hun directe leiding regitreren we bij de analye een kanverhouding erntig leerdeficit/geen erntig leerdeficit die bijna ze keer hoger ligt (odd ratio = 5,95) dan bij de collega die adequaat gecoacht worden. 19

20 Tabel 6: Peroon- en werkkenmerken Knelpunten in de onderteuning door de directe leiding al voorpeller van een (erntig) leerdeficit op bai van multivariate logitiche regreie en gecontroleerd voor gelacht, leeftijd, beroepgroep en riicofactoren in de arbeidituatie odd ratio' onvoldoende leermogelijkheden odd ratio' erntig leerdeficit Gelacht man R R vrouw 1,28 1,38 Leeftijd - 30 jaar R R jaar 1,16 1, jaar 1,61 1, ,68 1, jaar 1,71 1,52 Beroepgroep uitvoerende bediende R R kortgechoolde/geoefende arbeider 2,51 3,20 gechoold arbeider/technicu 1,34 1,36 zorg/onderwijfuctie 0,37 0,41 profeional/middenkader 0,41 0,28 hoger kader/directie 0,24 0,23 Pychoociale taakeien acceptabele taakeien R R hoge taakeien 1,09 1,30 Belatende fyieke arbeidomtandigheden acceptabele belating R R problematiche belating 1,29 1,31 Regelmogelijkheden voldoende regelmogelijkheden R R onvoldoende regelmogelijkheden 6,95 10,83 Onderteuning door directe leiding adequate coaching R R onvoldoende onderteuning, maar geen negatieve relatie 3,24 2,69 negatieve relatie met directe leiding 6,07 5,95 Leewijzer: Interpretatie odd ratio : de kanverhouding leerdeficit/voldoende leermogelijkheden ligt voor werknemer die onvoldoende onderteuning meekrijgen van hun directe chef (zonder dat er prake i van een negatieve relatie) ruim driemaal zo hoog (odd ratio = 3,24) al bij hun collega die adequaat gecoacht worden; de kanverhouding erntig leerdeficit/geen geen erntig leerdeficit ligt voor werknemer met een negatieve relatie met hun directe leiding ze keer hoger (odd ratio = 5,95) al bij hun collega die adequaat gecoacht worden. De variabele Pychoociale taakeien combineert de riico-indicatoren Werkdruk en Emotionele belating : hoge taakeien verwijt naar de ituatie waarbij werknemer worden geconfronteerd met hoge werkdruk en/of emotioneel belatend werk. De variabele Regelmogelijkheden combineert de riico-indicatoren Taakvariatie en Autonomie : onvoldoende regelmogelijkheden verwijt naar de ituatie waarbij werknemer worden geconfronteerd met Routinematig werk en/of Gebrek aan autonomie. R = referentiegroep; de odd ratio in het vet wijzen op een ignificante amenhang (p < 0,05). We moeten evenwel opmerken dat variabele regelmogelijkheden (en meer bepaald routinewerk en/of een gebrek aan autonomie) een duidelijk krachtiger voorpeller blijkt voor de prevalentie van onvoldoende leermogelijkheden of een erntig leerdeficit (met repectieve odd ratio van 6,95 en 10,83) in vergelijking met de ocial upport-variabele. 20

21 2.5 Samenhang onderteunend leiderchap en werkprivébalan Figuur 6 brengt de amenhang tuen de ituatie van werknemer op het vlak van onderteuning door hun directe leiding en het voorkomen van (acute) werk-privé-combinatieproblemen grafich in beeld. Figuur 6: Prevalentie van (acute) problemen met de werk-privé-combinatie bij werknemer die adequaat gecoacht worden, onvoldoende teun krijgen van hun directe leiding c.q. een negatieve relatie hebben met hun directe leiding (2016) 100% 80% 9,9% 2,4% 26,3% 7,8% 100% 9,6% 80% 30,9% 60% 40% 90,1% 73,7% 60% 40% 20% 69,1% 20% 0% adequate coaching problemen werk-privé-combinatie acuut werk-privé-conflict onvoldoende teun leiding haalbare werk-privé-combinatie 0% negatieve relatie met de directe leiding Leewijzer: De deelgrafiek negatieve relatie met de directe leiding heeft betrekking op een ubgroep binnen de categorie onvoldoende onderteuning door de directe leiding. Van de werknemer die adequaat gecoacht worden door hun leidinggevende heeft 9,9% af te rekenen met werk-privé-combinatieproblemen en i er bij 2,4% prake van acuut werk-privéconflict. In de groep van werknemer die onvoldoende onderteuning krijgen van hun directe leiding, regitreren we bijna een verdriedubbeling van het aandeel dat kampt met werk-privécombinatieproblemen (26,3%) en met een acuut werk-privéconflict (7,8%). In de ubgroep negatieve relatie met de directe leiding loopt het aandeel werknemer met (acute) combinatieproblemen in de werk-privébalan op tot 30,9% repectievelijk 9,6%. De multivariate logitiche regreie-analye in tabel 7, waarbij we de betudeerde amenhang controleren voor gelacht, leeftijd, beroepgroep en pychoociale riicofactoren, ligt in lijn met de (bivariate) bevindingen. Zo ligt de kanverhouding problemen met de werk-privécombinatie/haalbare werk-privé-combinatie bij werknemer die onvoldoende onderteuning meekrijgen van hun directe chef (zonder dat er prake i van een negatieve relatie) ruim dubbel zo hoog (odd ratio = 2,07) al bij hun collega die adequaat gecoacht worden. Voor werknemer met een negatieve relatie met hun directe leiding ligt deze kanverhouding twee en een half keer hoger (odd ratio = 2,63) dan bij de collega die adequaat gecoacht worden. 21

22 Tabel 7: Peroon- en werkkenmerken Knelpunten in de onderteuning door de directe leiding al voorpeller van een (acute) problemen met de werk-privé-combinatie op bai van multivariate logitiche regreie en gecontroleerd voor gelacht, leeftijd, beroepgroep en riicofactoren in de arbeidituatie odd ratio' problemen werk-privé-combinatie odd ratio' acuut werk-privé-conflict Gelacht man R R vrouw 1,09 1,28 Leeftijd - 30 jaar R R jaar 1,24 1, jaar 1,14 0, ,07 1, jaar 0,78 0,62 Beroepgroep uitvoerende bediende R R kortgechoolde/geoefende arbeider 0,87 1,09 gechoold arbeider/technicu 0,93 0,94 zorg/onderwijfuctie 1,40 1,00 profeional/middenkader 1,66 1,29 hoger kader/directie 2,63 2,36 Pychoociale taakeien acceptabele taakeien R R hoge taakeien 6,56 10,72 Belatende fyieke arbeidomtandigheden acceptabele belating R R problematiche belating 1,63 2,13 Regelmogelijkheden voldoende regelmogelijkheden R R onvoldoende regelmogelijkheden 1,29 1,07 Onderteuning door directe leiding adequate coaching R R onvoldoende onderteuning, maar geen negatieve relatie 2,07 1,96 negatieve relatie met directe leiding 2,63 2,48 Leewijzer: Interpretatie odd ratio : de kanverhouding werk-privé-combinatieproblemen/haalbare werk-privécombinatie ligt voor werknemer die onvoldoende onderteuning meekrijgen van hun directe leiding (zonder dat er prake i van een negatieve relatie) ruim dubbel zo hoog (odd ratio = 2,07) al bij hun collega die adequaat gecoacht worden, de kanverhouding acuut werk-privé-conflict/geen acuut werk-privé-conflict ligt voor werknemer met een negatieve relatie met hun directe chef twee en een half keer hoger (odd ratio = 2,48) dan bij hun collega die adequaat gecoacht worden De variabele Pychoociale taakeien combineert de riico-indicatoren Werkdruk en Emotionele belating : hoge taakeien verwijt naar de ituatie waarbij werknemer worden geconfronteerd met hoge werkdruk en/of emotioneel belatend werk. De variabele Regelmogelijkheden combineert de riico-indicatoren Taakvariatie en Autonomie : onvoldoende regelmogelijkheden verwijt naar de ituatie waarbij werknemer worden geconfronteerd met Routinematig werk en/of Gebrek aan autonomie. R = referentiegroep; de odd ratio in het vet wijzen op een ignificante amenhang (p < 0,05). De logitiche regreie-analye leert on evenwel dat variabele pychoociale taakeien (en meer bepaald hoge werkdruk en/of emotioneel belatend werk) een duidelijk krachtiger voorpeller blijkt voor de prevalentie van een (acute) werk-privé-combinatieproblemen (met repectieve odd ratio van 6,56 en 10,72) in vergelijking met de riico-indicator onderteuning door de directe leiding. 22

23 2.6 Samenhang onderteunend leiderchap en duurzame inzetbaarheid Een (al dan niet adequaat) onderteunende leidinggevende aanpak maakt niet alleen een verchil voor de werkbaarheid van de job, maar heeft - zo blijkt uit tabel 8 - ook een aantoonbare impact op het ziekteverzuim en de verloopintentie van de medewerker en op hun inchatting van de haalbaarheid om door te werken tot de penioenleeftijd. Tabel 8: Prevalentie van frequent en langdurig ziekteverzuim, een hoge verloopintentie en de inchatting dat doorwerken tot de penioenleeftijd onhaalbaar i bij werknemer die adequaat gecoacht worden, onvoldoende teun krijgen van hun directe leiding c.q. een negatieve relatie hebben met hun directe leiding (2016) frequent ziekteverzuim langdurig ziekteverzuim hoge verloopintentie doorwerken tot penioen niet haalbaar * % % % % adequate coaching door de directe leiding onvoldoende onderteuning door de directe leiding negatieve relatie met de directe leiding 7,4 8,7 7,2 36,3 15,9 15,3 28,7 64,8 20,9 20,7 37,3 67,5 verchiltoeting / / / /n N Leewijzer: De categorie met het verchoven rode balkje negatieve relatie met de directe leiding i een ubgroep binnen de categorie onvoldoende onderteuning door de directe leiding. Verchiltoeting ( = ignificant veru n = niet ignificant): al dan niet tatich betekenivol verchil (Pearon chi²; p < 0,05 veru p 0,05) tuen werknemer die adequaat gecoacht worden en werknemer die onvoldoende onderteund worden door hun directe leiding rep. tuen werknemer die onvoldoende onderteuning meekrijgen van hun directe chef (zonder dat er prake i van een negatieve relatie) en werknemer die een negatieve relatie hebben met hun directe chef. De antwoordpercentage voor doorwerken tot penioen niet haalbaar* hebben enkel betrekking op de (relevante) deelgroep van werknemer van 40 jaar en ouder. In de groep die adequaat gecoacht wordt door de leidinggevende tellen we in ,4% frequente verzuimer (dit zijn werknemer die in het afgelopen jaar drie keer of meer afwezig waren op het werk wegen ziekte of ongeval). Bij hun collega die onvoldoende teun van hun leidinggevende rapporteren noteren we ruim een verdubbeling van dit aandeel (15,9%) en in het geval van een negatieve relatie met de directe chef zelf bijna een verdrievoudiging (20,9%). Voor langdurig ziekteverzuim (dit zijn werknemer die in het afgelopen jaar meer dan 20 dagen afwezig waren op het werk wegen ziekte of ongeval) regitreren we met repectieve percentage van 8,7%, 15,3% en 20,7% een gelijkaardig patroon. De amenhang tuen onderteunend leiderchap en de HR-parameter verloopintentie blijkt nog uitgeprokener. Terwijl 7,2% van de werknemer die adequaat gecoacht worden actief op zoek i naar ander werk, ligt dit aandeel zowat vier maal hoger in de groep in een problematiche ituatie voor onderteuning door de leidinggevende (28,7%). In de ubgroep met een negatieve relatie met de directe chef loopt dit aandeel verder op tot 37,3%. 23

24 Ook in de dicuie over het langer aan de lag houden/blijven van oudere werknemer blijkt onderteunend leiderchap een factor van belang. De vraag in de werkbaarheidmeting 2016 naar de haalbaarheid om in de huidige job door te werken tot de penioenleeftijd levert een negatief antwoord op bij zowat een derde (36,3%) van de werknemer van veertig jaar en ouder die adequaat gecoacht worden. Bij de collega veertig-pluer die onvoldoende onderteuning van hun leidinggevende krijgen loopt dit aandeel op tot bijna twee derde (64,8%). 24

25 3 Werkbaarheidprofiel van onder de loep Op de vraag in de werkbaarheidenquête Heeft u in uw job leiding over andere werknemer? antwoordt in 2016 zowat een vierde (26,7%) van de repondenten bevetigend op deze vraag. Dit i een ignificante tijging ten opzichte van de nulmeting 2004, toen nog een aandeel van 22,3% werd opgetekend. Een blik op de amentelling van deze deelpopulatie in 2016 leert on dat: ongeveer ze op de tien (61,5%) van de man i en bijna vier op de tien (38,5%) vrouw i - in 2004 werd nog een 73,6%-26,4%-verdeling opgetekend; vijftig-pluer met een aandeel van 35,8% de dominante groep vormen, gevolgd door veertiger (31,1%) en dertiger (21,7%); ruim de helft van de (54,1%) behoren tot de beroepgroep van profeional en kaderleden, 26,3% heeft een bediende-, zorg- of onderwijfunctie en 19,7% zijn arbeider. In dit hoofdtuk nemen we de werkbaarheidituatie van onder de loep en vergelijken deze met die van hun collega zonder leidinggevende functie. Naat de vergelijkende analye van de werkbaarheidgraad en -indicatoren taan we ook til bij opleidingparticipatie van, hun arbeidtijdtijdregelingen, de diffuie van telewerkpraktijken, de pendelproblematiek, de confrontatie met grenoverchrijdend gedrag, ziekteverzuim, verloopintentie en de haalbaarheid om door te werken tot de penioenleeftijd. 3.1 De evolutie van de werkbaarheidituatie van Het aandeel met een werkbare job ligt in 2016 op 52,8%. Tegenover een werkbaarheidgraad die in het voorbije decennium rond de 57% chommelde i dit een ignificante achteruitgang. Ook bij werknemer zonder leidinggevende functie wordt deze terugval tuen 2013 en 2016 (van 53,7 naar 50,3%) opgetekend. Tabel 9 leert on echter dat voor alle meetpunten het aandeel met werkbaar werk ignificant hoger ligt dan het correponderend aandeel bij niet-. Figuur 7 brengt met de vergelijking van de werkbaarheidcurve van en werknemer zonder leidinggevende functie deze vattellingen viueel in beeld. Tabel 9: Evolutie van de werkbaarheidgraad bij werknemer met en zonder leidinggevende functie op de Vlaame arbeidmarkt werkbaarheidgraad % % % % % 55,9 57,2 57,2 57,4 52,8 N niet 51,4 53,0 53,4 53,7 50,3 N verchiltoeting Bron: Vlaame Werkbaarheidmonitor Werknemer Leewijzer: 25

26 Cijfer in het groen/rood wijzen op een ignificante (Pearon chi²; p < 0,05) tijging/daling van de werkbaarheidgraad ten opzichte van het vorig meetpunt. Cijfer in een groen/rood kader wijzen op een ignificante (Pearon chi²; p < 0,05) tijging/daling van de werkbaarheidgraad bij een vergelijking van de meetpunten 2004 en Verchiltoeting ( = ignificant veru n = niet ignificant): al dan niet tatich betekenivol verchil (Pearon chi²; p < 0,05 veru p 0,05) in de werkbaarheidgraad van werknemer met en zonder leidinggevende functie. Figuur 7: Evolutie van de werkbaarheidgraad bij werknemer met en zonder leidinggevende functie op de Vlaame arbeidmarkt 70% 65% 60% 55,9% 57,2% 57,2% 57,4% 55% 52,8% 50% 51,4% 53,0% 53,4% 53,7% 50,3% 45% 40% 35% niet-leidingevenden Bron: Vlaame Werkbaarheidmonitor Werknemer

Rapport. Grensoverschrijdend gedrag op het werk. Analyse bij zelfstandige ondernemers op basis van de Vlaamse werkbaarheidsmonitor 2016

Rapport. Grensoverschrijdend gedrag op het werk. Analyse bij zelfstandige ondernemers op basis van de Vlaamse werkbaarheidsmonitor 2016 Rapport Grensoverschrijdend op het werk Analyse bij zelfstandige ondernemers op basis van de Vlaamse werkbaarheidsmonitor 2016 Brussel, juli 2019 Ria Bourdeaud hui, Frank Janssens, Stephan Vanderhaeghe

Nadere informatie

Net gemist? Ooit gemist?

Net gemist? Ooit gemist? 1 Net gemist? Ooit gemist? Vlaamse werkbaarheidsmonitor (2004 -) 2016 Zuurstofdag 7 december 2017 Werkbaar werk: vanwaar komt het? 2 Pact van Vilvoorde (2001) Langer werken zal maar lukken als ook ernstige

Nadere informatie

WERKBAAR WERK IN VLAANDEREN WERKBAARHEIDSMONITOR Uitvoerende bedienden

WERKBAAR WERK IN VLAANDEREN WERKBAARHEIDSMONITOR Uitvoerende bedienden WERKBAAR WERK IN VLAANDEREN 2004-2007 WERKBAARHEIDSMONITOR UITVOERENDE BEDIENDEN aantal enquêtes voor de uitvoerende bedienden 2004 2007 arbeiders 3698 3146 uitvoerende bedienden 3054 2575 onderwijs zorg

Nadere informatie

Net gemist? Ooit gemist?

Net gemist? Ooit gemist? 1 Net gemist? Ooit gemist? Vlaamse werkbaarheidsmonitor (2004 -) 2016 Zuurstofdag 7 december 2017 Werkbaar werk: vanwaar komt het? 2 Pact van Vilvoorde (2001) Langer werken zal maar lukken als ook ernstige

Nadere informatie

Rapport. Arbeidshandicap en werkbaar werk. Analyse op de Vlaamse werkbaarheidsmonitor Brussel, oktober 2018

Rapport. Arbeidshandicap en werkbaar werk. Analyse op de Vlaamse werkbaarheidsmonitor Brussel, oktober 2018 Rapport Arbeidshandicap en werkbaar werk Analyse op de Vlaamse werkbaarheidsmonitor 2007-2016 Brussel, oktober 2018 Ria Bourdeaud hui, Frank Janssens, Stephan Vanderhaeghe 1 Een onderzoek met financiële

Nadere informatie

Rapport. Werkbaarheidsprofiel geschoolde arbeiders en technici Brussel, maart Ria Bourdeaud hui, Stephan Vanderhaeghe.

Rapport. Werkbaarheidsprofiel geschoolde arbeiders en technici Brussel, maart Ria Bourdeaud hui, Stephan Vanderhaeghe. Rapport Werkbaarheidsprofiel geschoolde arbeiders en technici 2004-2013 Brussel, maart 2015 Ria Bourdeaud hui, Stephan Vanderhaeghe. 1 Dit rapport verstrekt informatie uit de Vlaamse Werkbaarheidsmonitor

Nadere informatie

Rapport. Werkbaarheidsprofiel middenkaders en professionals Brussel, maart Ria Bourdeaud hui, Stephan Vanderhaeghe.

Rapport. Werkbaarheidsprofiel middenkaders en professionals Brussel, maart Ria Bourdeaud hui, Stephan Vanderhaeghe. Rapport Werkbaarheidsprofiel middenkaders en professionals 2004-2013 Brussel, maart 2015 Ria Bourdeaud hui, Stephan Vanderhaeghe. Dit rapport verstrekt informatie uit de Vlaamse Werkbaarheidsmonitor voor

Nadere informatie

Rapport. Werkbaarheidsprofiel uitvoerende bedienden. Brussel maart Ria Bourdeaud hui. Stephan Vanderhaeghe

Rapport. Werkbaarheidsprofiel uitvoerende bedienden. Brussel maart Ria Bourdeaud hui. Stephan Vanderhaeghe Rapport Werkbaarheidsprofiel uitvoerende bedienden 2004-2013 Brussel maart 2015 Ria Bourdeaud hui Stephan Vanderhaeghe Dit rapport verstrekt informatie uit de Vlaamse Werkbaarheidsmonitor voor werknemers

Nadere informatie

Rapport. Werkbaar werk in post- en telecombedrijven. Sectorale analyse op de Vlaamse werkbaarheidsmonitor Brussel, december 2017

Rapport. Werkbaar werk in post- en telecombedrijven. Sectorale analyse op de Vlaamse werkbaarheidsmonitor Brussel, december 2017 Rapport Werkbaar werk in post- en telecombedrijven Sectorale analyse op de Vlaamse werkbaarheidsmonitor 2004-2016 Brussel, december 2017 Ria Bourdeaud hui, Frank Janssens, Stephan Vanderhaeghe StIA20171211_WBM2016_Post_en_Telecom_RAP.docx

Nadere informatie

Rapport. Werkbaar werk in het onderwijs. Sectorale analyse op de Vlaamse werkbaarheidsmonitor Brussel, mei 2017

Rapport. Werkbaar werk in het onderwijs. Sectorale analyse op de Vlaamse werkbaarheidsmonitor Brussel, mei 2017 Rapport Werkbaar werk in het onderwijs Sectorale analyse op de Vlaamse werkbaarheidsmonitor 2004-2016 Brussel, mei 2017 Ria Bourdeaud hui, Frank Janssens, Stephan Vanderhaeghe SERV_Raad_20170508_WBM2016_Onderwijs_StIA_RAP.docx

Nadere informatie

Rapport. Werkbaar werk in overheidsdiensten. Sectorale analyse op de Vlaamse werkbaarheidsmonitor Brussel, september 2017

Rapport. Werkbaar werk in overheidsdiensten. Sectorale analyse op de Vlaamse werkbaarheidsmonitor Brussel, september 2017 Rapport Werkbaar werk in overheidsdiensten Sectorale analyse op de Vlaamse werkbaarheidsmonitor 2004-2016 Brussel, september 2017 Ria Bourdeaud hui, Frank Janssens, Stephan Vanderhaeghe StIA20170906_WBM2016_Overheidsdiensten_RAP.docx

Nadere informatie

Rapport. Werkbaar werk in de zakelijke diensten. Sectorale analyse op de Vlaamse werkbaarheidsmonitor Brussel, oktober 2017

Rapport. Werkbaar werk in de zakelijke diensten. Sectorale analyse op de Vlaamse werkbaarheidsmonitor Brussel, oktober 2017 Rapport Werkbaar werk in de zakelijke diensten Sectorale analyse op de Vlaamse werkbaarheidsmonitor 2004-2016 Brussel, oktober 2017 Ria Bourdeaud hui, Frank Janssens, Stephan Vanderhaeghe StIA_20171113_WBM_WN_ZakelijkeDiensten_RAP.docx

Nadere informatie

Rapport. Werkbaarheidsprofiel onderwijzend personeel. Brussel, maart Ria Bourdeaud hui, Stephan Vanderhaeghe.

Rapport. Werkbaarheidsprofiel onderwijzend personeel. Brussel, maart Ria Bourdeaud hui, Stephan Vanderhaeghe. Rapport Werkbaarheidsprofiel onderwijzend personeel 2004-2013 Brussel, maart 2015 Ria Bourdeaud hui, Stephan Vanderhaeghe. Dit rapport verstrekt informatie uit de Vlaamse Werkbaarheidsmonitor voor werknemers

Nadere informatie

Rapport. Werkbaarheidsprofiel leidinggevenden. Analyse op basis van de Vlaamse werkbaarheidsmonitor voor werknemers, Brussel, april 2016

Rapport. Werkbaarheidsprofiel leidinggevenden. Analyse op basis van de Vlaamse werkbaarheidsmonitor voor werknemers, Brussel, april 2016 Rapport Werkbaarheidsprofiel en Analyse op basis van de Vlaamse werkbaarheidsmonitor voor werknemers, 2004-2013 Brussel, april 2016 Stephan Vanderhaeghe, Ria Bourdeaud hui Leidinggevenden Stichting Innovatie

Nadere informatie

Rapport. Werkbaar werk bij starters, groeiers en vrouwelijke zelfstandige ondernemers. Analyse op de Vlaamse werkbaarheidsmonitor

Rapport. Werkbaar werk bij starters, groeiers en vrouwelijke zelfstandige ondernemers. Analyse op de Vlaamse werkbaarheidsmonitor Rapport Werkbaar werk bij starters, groeiers en vrouwelijke zelfstandige Analyse op de Vlaamse werkbaarheidsmonitor 2007-2016 Brussel, december 2018 Ria Bourdeaud hui, Frank Janssens, Stephan Vanderhaeghe

Nadere informatie

Rapport. Werkbaar werk in transportbedrijven. Sectorale analyse op de Vlaamse werkbaarheidsmonitor Brussel, oktober 2017

Rapport. Werkbaar werk in transportbedrijven. Sectorale analyse op de Vlaamse werkbaarheidsmonitor Brussel, oktober 2017 Rapport Werkbaar werk in transportbedrijven Sectorale analyse op de Vlaamse werkbaarheidsmonitor 2004-2016 Brussel, oktober 2017 Ria Bourdeaud hui, Frank Janssens, Stephan Vanderhaeghe StIA_20171113_WBM_WN_Transport_RAP.docx

Nadere informatie

Hoe werkbaar werk realiseren in de (kleine) zorg/welzijnsinstellingen? HR in zorg en welzijn: studievoormiddag 22 mei 2013

Hoe werkbaar werk realiseren in de (kleine) zorg/welzijnsinstellingen? HR in zorg en welzijn: studievoormiddag 22 mei 2013 1 Hoe werkbaar werk realiseren in de (kleine) zorg/welzijnsinstellingen? HR in zorg en welzijn: studievoormiddag 22 mei 2013 Hadewych Bamps Ria Bourdeaud hui Werkbaar werk realiseren in zorginstellingen

Nadere informatie

Rapport. Pendelen en werkbaar werk. Analyse op basis van de Vlaamse werkbaarheidsmonitor Brussel, maart 2018

Rapport. Pendelen en werkbaar werk. Analyse op basis van de Vlaamse werkbaarheidsmonitor Brussel, maart 2018 Rapport Pendelen en werkbaar werk Analyse op basis van de Vlaamse werkbaarheidsmonitor 2007-2016 Brussel, maart 2018 Ria Bourdeaud hui, Frank Janssens, Stephan Vanderhaeghe SERV_DB_20180321_WBM_Pendelen_RAP_048.docx

Nadere informatie

Rapport. Werkbaar werk in de bouwnijverheid. Sectorale analyse op de Vlaamse werkbaarheidsmonitor Brussel, april 2017

Rapport. Werkbaar werk in de bouwnijverheid. Sectorale analyse op de Vlaamse werkbaarheidsmonitor Brussel, april 2017 Rapport Werkbaar werk in de bouwnijverheid Sectorale analyse op de Vlaamse werkbaarheidsmonitor 2004-2016 Brussel, april 2017 Ria Bourdeaud hui, Frank Janssens, Stephan Vanderhaeghe StIA20170329_WBM2016_Bouwnijverheid_RAP.docx

Nadere informatie

Aan de slag met een arbeidshandicap. 6 december 2018

Aan de slag met een arbeidshandicap. 6 december 2018 Aan de slag met een 6 december 2018 DOELGROEP WERKBAAR WERK ARBEIDS- SITUATIE DOELGROEP WERKBAAR WERK ARBEIDS- SITUATIE Populatie werkbaarheidsmonitor (%) Beperkte 14 15,1 15,7 15,5 1,8 1,6 2,2 2,3 2007

Nadere informatie

Werkbaar werk middenkader-professional

Werkbaar werk middenkader-professional Werkbaar werk middenkader-professional 2004-2010 Werkbaarheidsprofiel op basis van Vlaamse Werkbaarheidsmonitor Werknemers 2004-2010 Brussel juli 2011 Inleiding In het Pact 2020 spraken de Vlaamse Regering

Nadere informatie

Sectorprofiel werkbaar werk in de financiële sector

Sectorprofiel werkbaar werk in de financiële sector Sectorprofiel werkbaar werk in de financiële sector 2004-2013 Werkbaarheidsprofiel op basis van Vlaamse Werkbaarheidsmonitor Werknemers 2004-2013 Brussel, juni 2014 Ria Bourdeaud hui / Stephan Vanderhaeghe

Nadere informatie

Sectorprofiel werkbaar werk

Sectorprofiel werkbaar werk Sectorprofiel werkbaar werk Werkbaarheidsprofiel op basis van Vlaamse Werkbaarheidsmonitor Werknemers 2004-2010 Brussel datum 2011 Inleiding In het Pact 2020 spraken de Vlaamse Regering en sociale partners

Nadere informatie

Technische nota. Brussel, mei 2011

Technische nota. Brussel, mei 2011 Technische nota Werkbaar werk in sectoren: zelfstandige ondernemers 2010 Indicatoren voor de kwaliteit van de arbeid voor zelfstandige ondernemers voor 3 sectoren 2010 Brussel, mei 2011 Technische nota

Nadere informatie

Rapport. Werkbaarheidsprofiel voor zelfstandige ondernemers in de handel Brussel, februari Ria Bourdeaud hui, Stephan Vanderhaeghe.

Rapport. Werkbaarheidsprofiel voor zelfstandige ondernemers in de handel Brussel, februari Ria Bourdeaud hui, Stephan Vanderhaeghe. Rapport Werkbaarheidsprofiel voor zelfstandige ondernemers in de handel 2007-2013 Brussel, februari 2015 Ria Bourdeaud hui, Stephan Vanderhaeghe. Dit rapport verstrekt informatie uit de Vlaamse Werkbaarheidsmonitor

Nadere informatie

Rapport. Werkbaarheidsprofiel voor de vrije beroepen. Brussel, januari Ria Bourdeaud hui, Stephan Vanderhaeghe.

Rapport. Werkbaarheidsprofiel voor de vrije beroepen. Brussel, januari Ria Bourdeaud hui, Stephan Vanderhaeghe. Rapport Werkbaarheidsprofiel voor de vrije beroepen 2007-2013 Brussel, januari 2015 Ria Bourdeaud hui, Stephan Vanderhaeghe. Dit rapport verstrekt informatie uit de Vlaamse Werkbaarheidsmonitor voor werknemers

Nadere informatie

Wat meet de werkbaarheidsmonitor?

Wat meet de werkbaarheidsmonitor? Wat meet de werkbaarheidsmonitor? Mogelijke stressoren 1. Werkdruk 2. Emotionele belasting 3. Afwisseling in het werk 4. Autonomie of zelfstandigheid 5. Ondersteuning door directe leiding 6. Arbeidsomstandigheden

Nadere informatie

Sectorprofiel werkbaar werk

Sectorprofiel werkbaar werk Sectorprofiel werkbaar werk Gezondheids- en welzijnszorg Werkbaarheidsprofiel op basis van Vlaamse Werkbaarheidsmonitor Werknemers 2004- Brussel datum 2011 Inleiding In het Pact van Vilvoorde spraken de

Nadere informatie

Sectorprofiel werkbaar werk in de bouwsector

Sectorprofiel werkbaar werk in de bouwsector Sectorprofiel werkbaar werk in de bouwsector 2004-2013 Werkbaarheidsprofiel op basis van Vlaamse Werkbaarheidsmonitor Werknemers 2004-2013 Brussel, mei 2014 Ria Bourdeaud hui / Stephan Vanderhaeghe Inhoud

Nadere informatie

De kwaliteit van de arbeid in de industrie in Vlaanderen 25 oktober 2016 Werkbaar werk

De kwaliteit van de arbeid in de industrie in Vlaanderen 25 oktober 2016 Werkbaar werk 1 1 De kwaliteit van de arbeid in de industrie in Vlaanderen 25 oktober 2016 Werkbaar werk: werknemers meting 2013 2 Bestuur Stia personeel 3 3 Vanwaar komt de WBM & waarom? WBM = werkbaarheidsmonitor

Nadere informatie

Sectorprofiel werkbaar werk in de metaalsector

Sectorprofiel werkbaar werk in de metaalsector Sectorprofiel werkbaar werk in de metaalsector 2004-2013 Werkbaarheidsprofiel op basis van Vlaamse Werkbaarheidsmonitor Werknemers 2004-2013 Brussel, mei 2014 Ria Bourdeaud hui / Stephan Vanderhaeghe Inhoud

Nadere informatie

Werkbaar werk zorg- of onderwijsfunctie

Werkbaar werk zorg- of onderwijsfunctie Werkbaar werk zorg- of onderwijsfunctie 2004- Werkbaarheidsprofiel op basis van Vlaamse Werkbaarheidsmonitor Werknemers 2004- Brussel juli 2011 Inleiding In het Pact 2020 spraken de Vlaamse Regering en

Nadere informatie

Werkbaar werk kortgeschoolde arbeider

Werkbaar werk kortgeschoolde arbeider Werkbaar werk kortgeschoolde arbeider 2004-2010 Werkbaarheidsprofiel op basis van Vlaamse Werkbaarheidsmonitor Werknemers 2004-2010 Brussel juli 2011 Inleiding In het Pact 2020 spraken de Vlaamse Regering

Nadere informatie

Sectorprofiel werkbaar werk in de horeca

Sectorprofiel werkbaar werk in de horeca Sectorprofiel werkbaar werk in de horeca 2004-2013 Werkbaarheidsprofiel op basis van Vlaamse Werkbaarheidsmonitor Werknemers 2004-2013 Brussel, juni 2014 Ria Bourdeaud hui / Stephan Vanderhaeghe Inhoud

Nadere informatie

Sectorprofiel werkbaar werk in de onderwijssector

Sectorprofiel werkbaar werk in de onderwijssector Sectorprofiel werkbaar werk in de onderwijssector 2004-2013 Werkbaarheidsprofiel op basis van Vlaamse Werkbaarheidsmonitor Werknemers 2004-2013 Brussel, september 2014 Ria Bourdeaud hui Stephan Vanderhaeghe

Nadere informatie

Werkbaar werk uitvoerend bediende

Werkbaar werk uitvoerend bediende Werkbaar werk uitvoerend bediende 2004-2010 Werkbaarheidsprofiel op basis van Vlaamse Werkbaarheidsmonitor Werknemers 2004-2010 Brussel juli 2011 Inleiding In het Pact 2020 spraken de Vlaamse Regering

Nadere informatie

Sectorprofiel werkbaar werk

Sectorprofiel werkbaar werk Sectorprofiel werkbaar werk Zakelijke dienstverlening November 2008 Werkbaarheidsprofiel op basis van Vlaamse Werkbaarheidsmonitor Werknemers 2004-2007 Inleiding In het Pact van Vilvoorde spraken de Vlaamse

Nadere informatie

Rapport. Werkbaar werk in de chemische nijverheid. Sectorale analyse op de Vlaamse werkbaarheidsmonitor Brussel, april 2017

Rapport. Werkbaar werk in de chemische nijverheid. Sectorale analyse op de Vlaamse werkbaarheidsmonitor Brussel, april 2017 Rapport Werkbaar werk in de chemische nijverheid Sectorale analyse op de Vlaamse werkbaarheidsmonitor 2004-2016 Brussel, april 2017 Ria Bourdeaud hui, Frank Janssens, Stephan Vanderhaeghe StIA20170329_WBM2016_ChemischeNijverheid_RAP.docx

Nadere informatie

Sectorprofiel werkbaar werk in de zakelijke dienstverlening

Sectorprofiel werkbaar werk in de zakelijke dienstverlening Sectorprofiel werkbaar werk in de zakelijke dienstverlening 2004-2013 Werkbaarheidsprofiel op basis van Vlaamse Werkbaarheidsmonitor Werknemers 2004-2013 Brussel, juni 2014 Ria Bourdeaud hui Stephan Vanderhaeghe

Nadere informatie

Werkbaar werk geschoolde arbeider/technicus

Werkbaar werk geschoolde arbeider/technicus Werkbaar werk geschoolde arbeider/technicus 2004- Werkbaarheidsprofiel op basis van Vlaamse Werkbaarheidsmonitor Werknemers 2004- Brussel juli 2011 Inleiding In het Pact 2020 spraken de Vlaamse Regering

Nadere informatie

werkbaar werk uitvoerend bediende

werkbaar werk uitvoerend bediende werkbaar werk uitvoerend bediende juli 2009 Werkbaarheidsprofiel op basis van Vlaamse Werkbaarheidsmonitor Werknemers 2004-2007 Inleiding In het Pact van Vilvoorde spraken de Vlaamse regering en sociale

Nadere informatie

Rapport. Werkbaar werk in banken en verzekeringen. Sectorale analyse op de Vlaamse werkbaarheidsmonitor Brussel, oktober 2017

Rapport. Werkbaar werk in banken en verzekeringen. Sectorale analyse op de Vlaamse werkbaarheidsmonitor Brussel, oktober 2017 Rapport Werkbaar werk in banken en verzekeringen Sectorale analyse op de Vlaamse werkbaarheidsmonitor 2004-2016 Brussel, oktober 2017 Ria Bourdeaud hui, Frank Janssens, Stephan Vanderhaeghe StIA_20171113_WBM_WN_BankenEnVerzekeringen_RAP.docx

Nadere informatie

Rapport. Werkbaar werk in de gezondheids- en welzijnszorg. Sectorale analyse op de Vlaamse werkbaarheidsmonitor Brussel, maart 2017

Rapport. Werkbaar werk in de gezondheids- en welzijnszorg. Sectorale analyse op de Vlaamse werkbaarheidsmonitor Brussel, maart 2017 Rapport Werkbaar werk in de gezondheids- en welzijnszorg Sectorale analyse op de Vlaamse werkbaarheidsmonitor 2004-2016 Brussel, maart 2017 Ria Bourdeaud hui, Frank Janssens, Stephan Vanderhaeghe StIA20170308_WBM2016_Social

Nadere informatie

Technische nota. Werkbaar werk in sectoren: zelfstandige ondernemers 2007

Technische nota. Werkbaar werk in sectoren: zelfstandige ondernemers 2007 Brussel, mei 2009 Technische nota Werkbaar werk in sectoren: zelfstandige ondernemers 2007 Indicatoren voor de kwaliteit van de arbeid voor zelfstandige ondernemers voor 3 sectoren 2007 Ria Bourdeaud hui

Nadere informatie

Sectorprofiel werkbaar werk in de chemische industrie

Sectorprofiel werkbaar werk in de chemische industrie Sectorprofiel werkbaar werk in de chemische industrie 2004-2013 Werkbaarheidsprofiel op basis van Vlaamse Werkbaarheidsmonitor Werknemers 2004-2013 Brussel, mei 2014 Ria Bourdeaud hui / Stephan Vanderhaeghe

Nadere informatie

werkbaar werk geschoolde arbeider / technicus

werkbaar werk geschoolde arbeider / technicus werkbaar werk geschoolde arbeider / technicus juli 2009 Werkbaarheidsprofiel op basis van Vlaamse Werkbaarheidsmonitor Werknemers 2004-2007 Inleiding In het Pact van Vilvoorde spraken de Vlaamse regering

Nadere informatie

Rapport. Werkbaar werk voor zzp ers. Analyse zelfstandige ondernemers zonder personeel op basis van de Vlaamse werkbaarheidsmonitor

Rapport. Werkbaar werk voor zzp ers. Analyse zelfstandige ondernemers zonder personeel op basis van de Vlaamse werkbaarheidsmonitor Rapport Werkbaar werk voor zzp ers Analyse zelfstandige ondernemers zonder personeel op basis van de Vlaamse werkbaarheidsmonitor 2007-2016 Brussel, oktober 2017 Ria Bourdeaud hui, Frank Janssens, Stephan

Nadere informatie

WERKBAAR WERK IN DE HORECA 2016

WERKBAAR WERK IN DE HORECA 2016 Rapport 2017 22 Pag. WERKBAAR WERK IN DE HORECA 2017 Guidea Werkbaar werk in de horeca 1 2017 Guidea - Kenniscentrum voor Toerisme en Horeca vzw Deze informatie werd met de grootste zorg samengesteld.

Nadere informatie

Rapport. Pendelen en werkbaar werk. Een analyse op basis van de Vlaamse Werkbaarheidsmonitor Brussel, juli 2016

Rapport. Pendelen en werkbaar werk. Een analyse op basis van de Vlaamse Werkbaarheidsmonitor Brussel, juli 2016 Rapport Pendelen en werkbaar werk Een analyse op basis van de Vlaamse Werkbaarheidsmonitor 2013 Brussel, juli 2016 Stephan Vanderhaeghe, Ria Bourdeaud hui SERV_DB_20160127_WBM_Pendeltijden_RAP_StIA.docx

Nadere informatie

Rapport. Werkbaar werk in de voedingsnijverheid. Sectorale analyse op de Vlaamse werkbaarheidsmonitor Brussel, april 2017

Rapport. Werkbaar werk in de voedingsnijverheid. Sectorale analyse op de Vlaamse werkbaarheidsmonitor Brussel, april 2017 Rapport Werkbaar werk in de Sectorale analyse op de Vlaamse werkbaarheidsmonitor 2004-2016 Brussel, april 2017 Ria Bourdeaud hui, Frank Janssens, Stephan Vanderhaeghe StIA20170329_WBM2016_Voedingsnijverheid_RAP.docx

Nadere informatie

Rapport Werkbaar werk bij werknemers met een arbeidshandicap Analyse op basis van de Vlaamse werkbaarheidsmonitor

Rapport Werkbaar werk bij werknemers met een arbeidshandicap Analyse op basis van de Vlaamse werkbaarheidsmonitor Rapport Werkbaar werk bij werknemers met een Analyse op basis van de Vlaamse werkbaarheidsmonitor 2007-2013 Brussel, 26 oktober 2015 Ria Bourdeaud hui, Stephan Vanderhaeghe 1 Werkbaar werk bij werknemers

Nadere informatie

Sectorprofiel werkbaar werk in de voedingsindustrie

Sectorprofiel werkbaar werk in de voedingsindustrie Sectorprofiel werkbaar werk in de voedingsindustrie 2004-2013 Werkbaarheidsprofiel op basis van Vlaamse Werkbaarheidsmonitor Werknemers 2004-2013 Brussel, mei 2014 Ria Bourdeaud hui / Stephan Vanderhaeghe

Nadere informatie

Sectorprofiel werkbaar werk

Sectorprofiel werkbaar werk Sectorprofiel werkbaar werk Zelfstandige ondernemers in de bouwsector Werkbaarheidsprofiel voor zelfstandige ondernemers in de bouwsector op basis van Vlaamse Werkbaarheidsmonitor voor zelfstandige ondernemers

Nadere informatie

Rapport. Werkbaar werk bij zelfstandige ondernemers in het vrije beroep. Sectorale analyse op de Vlaamse werkbaarheidsmonitor

Rapport. Werkbaar werk bij zelfstandige ondernemers in het vrije beroep. Sectorale analyse op de Vlaamse werkbaarheidsmonitor Rapport Werkbaar werk bij zelfstandige ondernemers in het vrije beroep Sectorale analyse op de Vlaamse werkbaarheidsmonitor 2007-2016 Brussel, november 2017 Ria Bourdeaud hui, Frank Janssens, Stephan Vanderhaeghe

Nadere informatie

Sectorprofiel werkbaar werk Gas-Water-Elektriciteit 2013

Sectorprofiel werkbaar werk Gas-Water-Elektriciteit 2013 Sectorprofiel werkbaar werk Gas-Water-Elektriciteit 2013 Werkbaarheidsprofiel op basis van Vlaamse Werkbaarheidsmonitor Werknemers 2013 Brussel, december 2014 Ria Bourdeaud hui Stephan Vanderhaeghe Sectorprofiel

Nadere informatie

Sectorprofiel werkbaar werk

Sectorprofiel werkbaar werk Sectorprofiel werkbaar werk Zelfstandige ondernemers in de handel Werkbaarheidsprofiel voor zelfstandige ondernemers in de handel op basis van Vlaamse Werkbaarheidsmonitor voor zelfstandige ondernemers

Nadere informatie

Werkbaar werk leidinggevenden

Werkbaar werk leidinggevenden Technische nota Werkbaar werk leidinggevenden 2004-2010 Werkbaarheidsprofiel van werknemers met een leidinggevende functie, op basis van Vlaamse Werkbaarheidsmonitor Werknemers 2004-2010 Brussel mei 2013

Nadere informatie

Rapport. Werkbaarheidsprofiel voor zelfstandige ondernemers in de horeca 2013. Brussel, februari 2015. Ria Bourdeaud hui, Stephan Vanderhaeghe.

Rapport. Werkbaarheidsprofiel voor zelfstandige ondernemers in de horeca 2013. Brussel, februari 2015. Ria Bourdeaud hui, Stephan Vanderhaeghe. Rapport Werkbaarheidsprofiel voor zelfstandige ondernemers in de horeca 2013 Brussel, februari 2015 Ria Bourdeaud hui, Stephan Vanderhaeghe. Dit rapport verstrekt informatie uit de Vlaamse Werkbaarheidsmonitor

Nadere informatie

WERKBAAR WERK EN WERK-PRIVE BALANS IN VLAANDEREN

WERKBAAR WERK EN WERK-PRIVE BALANS IN VLAANDEREN WERKBAAR WERK EN WERK-PRIVE BALANS IN VLAANDEREN 1 Inhoud De werkbaarheidsmonitor Wat is werkbaar werk? Werk-privé balans werknemers en zelfstandigen Invloed van werkdruk, overwerk, nachtwerk en roosterwijzigingen

Nadere informatie

Rapport. Grensoverschrijdend gedrag op het werk. Analyse bij werknemers op basis van de Vlaamse werkbaarheidsmonitor Brussel, juni 2018

Rapport. Grensoverschrijdend gedrag op het werk. Analyse bij werknemers op basis van de Vlaamse werkbaarheidsmonitor Brussel, juni 2018 Rapport Grensoverschrijdend gedrag op het werk Analyse bij werknemers op basis van de Vlaamse werkbaarheidsmonitor 2004-2016 Brussel, juni 2018 Ria Bourdeaud hui, Frank Janssens, Stephan Vanderhaeghe StIA_20180611_WBM_GrensoverschrijdendGedrag_RAP.docx

Nadere informatie

Technische nota. Brussel, december 2011

Technische nota. Brussel, december 2011 Technische nota Werkbaar werk en de inschatting van zelfstandige ondernemers om hun huidige job al dan niet tot hun pensioen verder te kunnen zetten. Resultaten uit de werkbaarheidsmetingen 2007 en 2010

Nadere informatie

Technische nota. Werkbaar werk en de inschatting van de werknemers om hun huidige job al dan niet tot hun pensioen verder te kunnen zetten?

Technische nota. Werkbaar werk en de inschatting van de werknemers om hun huidige job al dan niet tot hun pensioen verder te kunnen zetten? Brussel, mei 2009 Technische nota Werkbaar werk en de inschatting van de werknemers om hun huidige job al dan niet tot hun pensioen verder te kunnen zetten? Ria Bourdeaud hui Stephan Vanderhaeghe Brussel,

Nadere informatie

Rapport. Werkbaar werk bij zelfstandige ondernemers in de intellectuele diensten. Sectorale analyse op de Vlaamse werkbaarheidsmonitor

Rapport. Werkbaar werk bij zelfstandige ondernemers in de intellectuele diensten. Sectorale analyse op de Vlaamse werkbaarheidsmonitor Rapport Werkbaar werk bij zelfstandige ondernemers in de intellectuele diensten Sectorale analyse op de Vlaamse werkbaarheidsmonitor 2013 - Brussel, november 2017 Ria Bourdeaud hui, Frank Janssens, Stephan

Nadere informatie

Rapport. Werkbaarheidsprofiel voor zelfstandige ondernemers in de land- en tuinbouw Brussel, februari 2015

Rapport. Werkbaarheidsprofiel voor zelfstandige ondernemers in de land- en tuinbouw Brussel, februari 2015 Rapport Werkbaarheidsprofiel voor zelfstandige ondernemers in de land- en tuinbouw 2013 Brussel, februari 2015 Ria Bourdeaud hui, Stephan Vanderhaeghe. Dit rapport verstrekt informatie uit de Vlaamse Werkbaarheidsmonitor

Nadere informatie

Werkbaarheidsprofiel van kortgeschoolde jongeren

Werkbaarheidsprofiel van kortgeschoolde jongeren Rapport Werkbaarheidsprofiel van kortgeschoolde jongeren De jobkwaliteit van kortgeschoolde jonge werknemers in kaart gebracht op basis van de Vlaamse werkbaarheidsmonitor 2004-2016 Brussel, april 2019

Nadere informatie

Rapport. Werkbaarheidsprofiel voor zelfstandige ondernemers in de sector productie/transport. Brussel, februari 2015

Rapport. Werkbaarheidsprofiel voor zelfstandige ondernemers in de sector productie/transport. Brussel, februari 2015 Rapport Werkbaarheidsprofiel voor zelfstandige ondernemers in de sector productie/transport 2013 Brussel, februari 2015 Ria Bourdeaud hui, Stephan Vanderhaeghe. Dit rapport verstrekt informatie uit de

Nadere informatie

Rapport. Werkbaar werk bij zelfstandige ondernemers in de handel. Sectorale analyse op de Vlaamse werkbaarheidsmonitor

Rapport. Werkbaar werk bij zelfstandige ondernemers in de handel. Sectorale analyse op de Vlaamse werkbaarheidsmonitor Rapport Werkbaar werk bij zelfstandige ondernemers in de handel Sectorale analyse op de Vlaamse werkbaarheidsmonitor 2007-2016 Brussel, november 2017 Ria Bourdeaud hui, Frank Janssens, Stephan Vanderhaeghe

Nadere informatie

Ziekteverzuim en personeelsverloop: maakt werkbaar werk een verschil?

Ziekteverzuim en personeelsverloop: maakt werkbaar werk een verschil? apport Ziekteverzuim en personeelsverloop: maakt werkbaar werk een verschil? Onderzoek op basis van de werkbaarheidsmonitor naar frequent en langdurig ziekteverzuim en de verloopintentie bij werknemers

Nadere informatie

Sectorprofiel werkbaar werk

Sectorprofiel werkbaar werk Sectorprofiel werkbaar werk Financiële sector November 2008 Werkbaarheidsprofiel op basis van Vlaamse Werkbaarheidsmonitor Werknemers 2004-2007 I n l e i d i n g In het Pact van Vilvoorde spraken de Vlaamse

Nadere informatie

Technische nota. Toelichting bij de focus Karasek. Ria Bourdeaud hui Stephan Vanderhaeghe. Brussel, SERV - STV Innovatie & Arbeid, juli 2006

Technische nota. Toelichting bij de focus Karasek. Ria Bourdeaud hui Stephan Vanderhaeghe. Brussel, SERV - STV Innovatie & Arbeid, juli 2006 Brussel, juli 2006 Technische nota Toelichting bij de focus Karasek Ria Bourdeaud hui Stephan Vanderhaeghe Brussel, SERV - STV Innovatie & Arbeid, juli 2006 Technische nota s verstrekken bijkomende en

Nadere informatie

Sectorprofiel werkbaar werk in het openbaar bestuur, (overheidsadministratie,

Sectorprofiel werkbaar werk in het openbaar bestuur, (overheidsadministratie, Sectorprofiel werkbaar werk in het openbaar bestuur, 2004-2013 (overheidsadministratie, openbaar vervoer, politie-defensie) Werkbaarheidsprofiel op basis van Vlaamse Werkbaarheidsmonitor Werknemers 2004-2013

Nadere informatie

Werkbaar werk in Vlaanderen Arbeiders bouwsector / andere sectoren

Werkbaar werk in Vlaanderen Arbeiders bouwsector / andere sectoren 1 Werkbaar werk in Vlaanderen 2004-2010 Arbeiders bouwsector / andere sectoren Inhoud presentatie 2 Voorstelling monitor Arbeiders bouw/andere sectoren: Leeftijd, geslacht, bedrijfsomvang, werkuren Arbeiders

Nadere informatie

Rapport. Werkbaar werk in de dienstenchequebedrijven. Sectorale analyse op de Vlaamse werkbaarheidsmonitor Brussel, juni 2017

Rapport. Werkbaar werk in de dienstenchequebedrijven. Sectorale analyse op de Vlaamse werkbaarheidsmonitor Brussel, juni 2017 Rapport Werkbaar werk in de dienstenchequebedrijven Sectorale analyse op de werkbaarheidsmonitor 2016 Brussel, juni 2017 Ria Bourdeaud hui, Frank Janssens, Stephan Vanderhaeghe SERV_Raad_20170612_WBM2016_Dienstenchequesector_RAP_StIA.docx

Nadere informatie

Rapport. Werkbaar werk bij zelfstandige ondernemers in de bouwsector. Sectorale analyse op de Vlaamse werkbaarheidsmonitor

Rapport. Werkbaar werk bij zelfstandige ondernemers in de bouwsector. Sectorale analyse op de Vlaamse werkbaarheidsmonitor Rapport Werkbaar werk bij zelfstandige ondernemers in de bouwsector Sectorale analyse op de Vlaamse werkbaarheidsmonitor 2007-2016 Brussel, oktober 2017 Ria Bourdeaud hui, Frank Janssens, Stephan Vanderhaeghe

Nadere informatie

Rapport. Haalbaarheid om tot het pensioen door te werken

Rapport. Haalbaarheid om tot het pensioen door te werken Rapport Haalbaarheid om tot het pensioen door te werken Analyse bij werknemers en zelfstandige ondernemers op basis van de Vlaamse werkbaarheidsmonitor 2013 Brussel, 13 juli 2015 Stichting Innovatie &

Nadere informatie

Rapport. Werkbaar werk voor werknemers in micro-ondernemingen. Werkbaarheidsprofiel op basis van de Vlaamse Werkbaarheidsmonitor

Rapport. Werkbaar werk voor werknemers in micro-ondernemingen. Werkbaarheidsprofiel op basis van de Vlaamse Werkbaarheidsmonitor Rapport Werkbaar werk voor werknemers in microondernemingen Werkbaarheidsprofiel op basis van de Vlaamse Werkbaarheidsmonitor 2004-2016 Brussel, december 2017 Ria Bourdeaud hui, Frank Janssens, Stephan

Nadere informatie

Technische nota. Gender en leermogelijkheden in het werk op basis van de data van de werkbaarheidsmonitor. Ria Bourdeaud hui Stephan Vanderhaeghe

Technische nota. Gender en leermogelijkheden in het werk op basis van de data van de werkbaarheidsmonitor. Ria Bourdeaud hui Stephan Vanderhaeghe Brussel, januari 2010 Technische nota Gender en leermogelijkheden in het werk op basis van de data van de werkbaarheidsmonitor 2007 Ria Bourdeaud hui Stephan Vanderhaeghe Brussel, SERV - Stichting Innovatie

Nadere informatie

Werkbaar werk vrouwelijke. zelfstandige ondernemers.

Werkbaar werk vrouwelijke. zelfstandige ondernemers. Werkbaar werk vrouwelijke zelfstandige ondernemers 2007-2010 Werkbaarheidsprofiel van de vrouwelijke zelfstandige ondernemers op basis van Vlaamse Werkbaarheidsmonitor Werknemers 2007-2010 Brussel september

Nadere informatie

Sectorprofiel werkbaar werk in de gezondheids- en welzijnszorg

Sectorprofiel werkbaar werk in de gezondheids- en welzijnszorg Sectorprofiel werkbaar werk in de gezondheids- en welzijnszorg 2004-2013 Werkbaarheidsprofiel op basis van Vlaamse Werkbaarheidsmonitor Werknemers 2004-2013 Brussel, september 2014 Ria Bourdeaud hui /

Nadere informatie

Sectorprofiel werkbaar werk

Sectorprofiel werkbaar werk Sectorprofiel werkbaar werk November 2008 Horeca Werkbaarheidsprofiel op basis van Vlaamse Werkbaarheidsmonitor Werknemers 2004-2007 I n l e i d i n g In het Pact van Vilvoorde spraken de Vlaamse regering

Nadere informatie

Burn-out :What s in a name?

Burn-out :What s in a name? Burn-out Het aantal mensen dat langer dan een jaar thuiszit door psychische problemen is in tien jaar tijd bijna verdubbeld. Een betere begeleiding moet de burn-out-epidemie een halt toeroepen De tijd,

Nadere informatie

Werkbaar werk onderwijzend personeel

Werkbaar werk onderwijzend personeel Brussel, januari 2010 Werkbaar werk onderwijzend personeel Werkbaarheidsprofiel van het onderwijzend personeel op basis van de data van de werkbaarheidsmonitor 2007 Ria Bourdeaud hui Stephan Vanderhaeghe

Nadere informatie

Werkbaar werk

Werkbaar werk Werkbaar werk 2004-2013 Bij de werknemers op de Vlaamse arbeidsmarkt stijgt het percentage werkbare jobs (de werkbaarheidsgraad) tussen 2004 en 2007 van 52,3% tot 54,1%. Sinds 2007 blijft die groei stagneren

Nadere informatie

Werkbaar werk zelfstandige ondernemers-starters

Werkbaar werk zelfstandige ondernemers-starters Werkbaar werk zelfstandige ondernemers-starters 2007-2010 Werkbaarheidsprofiel van zelfstandige ondernemers-starters op basis van Vlaamse Werkbaarheidsmonitor Werknemers 2007-2010 Brussel juni 2012 Inleiding

Nadere informatie

Werkbaar werk metaalarbeiders

Werkbaar werk metaalarbeiders Brussel, januari 2010 Werkbaar werk metaalarbeiders Werkbaarheidsprofiel van de metaalarbeiders op basis van de data van de werkbaarheidsmonitor 2007 Ria Bourdeaud hui Stephan Vanderhaeghe Brussel, SERV

Nadere informatie

Sectorprofiel werkbaar werk

Sectorprofiel werkbaar werk Sectorprofiel werkbaar werk Oktober 2005 Horeca Werkbaarheidsprofiel op basis van Vlaamse werkbaarheidsmonitor 2004 Inleiding In het Pact van Vilvoorde spraken de Vlaamse regering en sociale partners af

Nadere informatie

Sectorprofiel werkbaar werk

Sectorprofiel werkbaar werk Sectorprofiel werkbaar werk Onderwijssector Oktober 2005 Werkbaarheidsprofiel op basis van Vlaamse werkbaarheidsmonitor 2004 Inleiding In het Pact van Vilvoorde spraken de Vlaamse regering en sociale partners

Nadere informatie

Technische nota. Werkbaar werk en overwerk in Ria Bourdeaud hui Stephan Vanderhaeghe. Brussel, SERV - STV Innovatie & Arbeid, oktober 2009

Technische nota. Werkbaar werk en overwerk in Ria Bourdeaud hui Stephan Vanderhaeghe. Brussel, SERV - STV Innovatie & Arbeid, oktober 2009 Brussel, oktober 2009 Technische nota Werkbaar werk en overwerk in 2007 Ria Bourdeaud hui Stephan Vanderhaeghe Brussel, SERV - STV Innovatie & Arbeid, oktober 2009 Technische nota s verstrekken bijkomende

Nadere informatie

Sectorprofiel werkbaar werk

Sectorprofiel werkbaar werk Sectorprofiel werkbaar werk Openbaar bestuur Oktober 2005 Werkbaarheidsprofiel op basis van Vlaamse werkbaarheidsmonitor 2004 Inleiding In het Pact van Vilvoorde spraken de Vlaamse regering en sociale

Nadere informatie

Werkbaar werk onderwijzend personeel

Werkbaar werk onderwijzend personeel Werkbaar werk onderwijzend personeel 2004-2010 Werkbaarheidsprofiel van het onderwijzend personeel op basis van Vlaamse Werkbaarheidsmonitor Werknemers 2004-2010 Brussel maart 2011 Inleiding In het Pact

Nadere informatie

Sectorprofiel werkbaar werk

Sectorprofiel werkbaar werk Sectorprofiel werkbaar werk Bouwsector Oktober 2005 Werkbaarheidsprofiel op basis van Vlaamse werkbaarheidsmonitor 2004 Inleiding In het Pact van Vilvoorde spraken de Vlaamse regering en sociale partners

Nadere informatie

Fysiek belastende arbeidsomstandigheden bij werknemers op de Vlaamse arbeidsmarkt

Fysiek belastende arbeidsomstandigheden bij werknemers op de Vlaamse arbeidsmarkt Technische nota Fysiek belastende arbeidsomstandigheden bij werknemers op de Vlaamse arbeidsmarkt 2004-2010 Brussel februari 2013 Inleiding Met de werkbaarheidsmonitor van de Stichting Innovatie & Arbeid

Nadere informatie

Evoluties in werkbaar werk tussen 2004 en 2016

Evoluties in werkbaar werk tussen 2004 en 2016 Arbeidskwaliteit en welzijn Evoluties in werkbaar werk tussen 2004 en 2016 Bourdeaud hui, R., Janssens, F., & Vanderhaeghe, S. (2017). Vlaamse werkbaarheidsmonitor 2016 werknemers. Brussel: Stichting Innovatie

Nadere informatie

Koplopers werkbaar werk in de kijker, een analyse op basis van de Vlaamse Werkbaarheidsmonitor bij Vlaamse werknemers

Koplopers werkbaar werk in de kijker, een analyse op basis van de Vlaamse Werkbaarheidsmonitor bij Vlaamse werknemers Rapport Koplopers werkbaar werk in de kijker, een analyse op basis van de Vlaamse Werkbaarheidsmonitor bij Vlaamse werknemers Brussel, maart 2016 Ria Bourdeaud'hui, Stephan Vanderhaeghe Dit rapport verstrekt

Nadere informatie

Sectorprofiel werkbaar werk

Sectorprofiel werkbaar werk Sectorprofiel werkbaar werk Voedingsindustrie Oktober 2005 Werkbaarheidsprofiel op basis van Vlaamse werkbaarheidsmonitor 2004 Inleiding In het Pact van Vilvoorde spraken de Vlaamse regering en sociale

Nadere informatie

Werkbaar werk Zelfstandige ondernemers

Werkbaar werk Zelfstandige ondernemers Werkbaar werk Zelfstandige ondernemers oktober 2009 Profiel voor zelfstandige ondernemers die in 2007 een groei of uitbreiding van hun activiteit verwachten Werkbaarheidsprofiel voor de zelfstandige ondernemers

Nadere informatie

Technische nota. Brussel, december 2011

Technische nota. Brussel, december 2011 Technische nota Werkbaar werk en de inschatting van werknemers om hun huidige job al dan niet tot hun pensioen verder te kunnen zetten? Resultaten uit de werkbaarheidsmetingen 2007 en 2010. Brussel, december

Nadere informatie

Samenvatting. Eerste resultaten Nulmeting Vlaamse werkbaarheidsmonitor: Indicatoren voor de kwaliteit van de arbeid op de Vlaamse arbeidsmarkt 2004

Samenvatting. Eerste resultaten Nulmeting Vlaamse werkbaarheidsmonitor: Indicatoren voor de kwaliteit van de arbeid op de Vlaamse arbeidsmarkt 2004 Brussel, 24 mei 2004 Samenvatting Eerste resultaten Nulmeting Vlaamse werkbaarheidsmonitor: Indicatoren voor de kwaliteit van de arbeid op de Vlaamse arbeidsmarkt 2004 Een onderzoek van met steun van de

Nadere informatie

Ongewenst gedrag en werkbaar werk

Ongewenst gedrag en werkbaar werk Technische nota Ongewenst gedrag 2004-2010 en werkbaar werk Brussel, februari 2011 Technische nota s verstrekken bijkomende en gedetailleerde informatie uit de werkbaarheidsmonitor over een specifiek thema.

Nadere informatie

Technische nota. Ongewenst gedrag en werkbaar werk. Ria Bourdeaud hui Stephan Vanderhaeghe

Technische nota. Ongewenst gedrag en werkbaar werk. Ria Bourdeaud hui Stephan Vanderhaeghe Brussel, november 2009 Technische nota Ongewenst gedrag 2004-2007 en werkbaar werk Ria Bourdeaud hui Stephan Vanderhaeghe Brussel, SERV - Stichting Innovatie & Arbeid, november 2009 Technische nota s verstrekken

Nadere informatie