AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. waarvan de vennoten zijn

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. waarvan de vennoten zijn"

Transcriptie

1 Raad vanstate /1. Datum uitspraak: 7 november 2007 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak op het hoger beroep van: vennootschap onder firma I waarvan de vennoten zijn en wonend te appellante, gevestigd te, wonend te tegen de uitspraak in zaak nr. 06/5820 van de rechtbank 's-gravenhage van 22 januari 2007 in het geding tussen: en appellante de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.

2 /1 2 7 november Procesverloop Bij besluit van 21 november 2005 heeft de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (hierna: de staatssecretaris) aan vennootschap onder firma (hierna: een boete op grond van de Wet arbeid vreemdelingen (hierna: de Wav) opgelegd van wegens het zonder tewerkstellingsvergunning hebben laten verrichten van arbeid door en (hierna ook: de vreemdelingen of, onderscheidenlijk, Bij besluit van 1 juni 2006 heeft de staatssecretaris het daartegen door gemaakte bezwaar ongegrond verklaard. Dit besluit is aangehecht. Bij uitspraak van 22 januari 2007, verzonden op 24 januari 2007, heeft de rechtbank 's-gravenhage (hierna: de rechtbank) het daartegen door ingestelde beroep ongegrond verklaard. Deze uitspraak is aangehecht. Tegen deze uitspraak heeft bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 28 februari 2007, hoger beroep ingesteld. De gronden zijn aangevuld bij brief van 22 maart Deze brieven zijn aangehecht. De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (hierna: de minister) heeft een verweerschrift ingediend. De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 10 oktober 2007, waar de minister, vertegenwoordigd door mr. J.J.A. Huisman, werkzaam bij het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, is verschenen. 2. Overwegingen 2.1. Ingevolge artikel 1, eerste lid, onderdeel b, onder 1, van de Wav wordt onder werkgever verstaan degene die in de uitoefening van een ambt, beroep of bedrijf een ander arbeid laat verrichten. Ingevolge artikel 2, eerste lid, is het een werkgever verboden een vreemdeling in Nederland arbeid te laten verrichten zonder tewerkstellingsvergunning. Ingevolge artikel 18, voor zover thans van belang, wordt het niet naleven van artikel 2, eerste lid, als beboetbaar feit aangemerkt. Ingevolge artikel 18a, eerste lid, kunnen beboetbare feiten worden begaan door natuurlijke personen en rechtspersonen. Ingevolge het derde lid, voor zover thans van belang, wordt voor de toepassing van het eerste lid met een rechtspersoon gelijkgesteld: 1 *. de vennootschap zonder rechtspersoonlijkheid. Ingevolge artikel 19a, eerste lid, legt een daartoe door de minister aangewezen, onder hem ressorterende ambtenaar namens hem de boete op aan degene op wie de verplichtingen rusten, welke voortvloeien uit deze wet, voor zover het niet naleven daarvan is aangeduid als een beboetbaar feit. Ingevolge artikel 19d, eerste lid, aanhef en onder b, is de hoogte van de boete, die voor een beboetbaar feit kan worden opgelegd, indien

3 /1 3 7 november 2007 begaan door een rechtspersoon, gelijk aan de geldsom van ten hoogste Ingevolge het derde lid stelt de minister beleidsregels vast waarin de boetebedragen voor de beboetbare feiten worden vastgesteld. Volgens beleidsregel 1 van de Beleidsregels boeteoplegging Wav, zoals die ten tijde van belang luidden (hierna: de beleidsregels), wordt bij de berekening van een boete, als bedoeld in artikel 19a, eerste lid, voor alle beboetbare feiten als uitgangspunt gehanteerd de normbedragen die zijn neergelegd in de 'Tarieflijst boetenormbedragen bestuurlijke boete Wav' (hierna: de Tarieflijst), die als bijlage bij de beleidsregels is gevoegd. Volgens beleidsregel 4 bestaat de totale bij een boetebeschikking op te leggen boete, ingeval sprake is van meer beboetbare feiten, uit de som van de per beboetbaar feit berekende boetebedragen. Volgens de Tarieflijst is het boetenormbedrag voor overtreding van artikel 2, eerste lid, op per persoon per beboetbaar feit gesteld betoogt dat, samengevat weergegeven, de rechtbank ten onrechte heeft overwogen dat zij is aan te merken als werkgever in de zin van de Wav en dat zij in strijd met artikel 2 van de Wav heeft gehandeld. Daartoe voert aan dat de rechtbank heeft miskend dat zij de vreemdelingen geen arbeid heeft laten verrichten, aangezien slechts sprake was van incidentele vriendendiensten en zij jegens de vreemdelingen geen aanspraak kon maken op deze diensten Blijkens de memorie van toelichting bij de artikelen 1 en 2 van de Wav (Kamerstukken II 1993/94, , nr. 3, blz. 13) is diegene die een vreemdeling feitelijk arbeid laat verrichten vergunningplichtig werkgever en is deze werkgever te allen tijde verantwoordelijk voor en aanspreekbaar op het al dan niet aanwezig zijn van de benodigde tewerkstellingsvergunning. Of sprake is van een arbeidsovereenkomst of gezagsverhouding is daarbij niet relevant. Het feit dat in opdracht of ten dienste van een werkgever arbeid wordt verricht is voor het feitelijk werkgeverschap reeds voldoende, aldus de memorie van antwoord (Kamerstukken II 1993/94, , nr. 5, blz. 2) Blijkens het op onderscheidenlijk ambtseed en ambtsbelofte door inspecteurs van de Arbeidsinspectie opgemaakte boeterapport van 25 juli 2005 waren de vreemdelingen ten tijde van de controle in de onderneming van bezig met het wassen van glazen en het inschenken van drankjes. Voorts blijkt uit de bij het boeterapport behorende inlichtingenen verhoorformulieren dat heeft verklaard dat haar was gevraagd om even te helpen omdat het zo druk was en dat heeft verklaard dat zij daar sinds een jaar regelmatig hielp. De vreemdelingen hebben derhalve ten dienste van arbeid verricht. De omstandigheid dat sprake was van een vriendendienst leidt niet tot het oordeel dat de vreemdelingen geen arbeid in de zin van de Wav heeft laten verrichten, zoals ook blijkt uit hetgeen de Afdeling heeft overwogen in haar uitspraak van 24 oktober 2007 in zaak nr /1 ( De rechtbank heeft dan ook terecht overwogen dat als werkgever in de zin van de Wav is aan te merken.

4 /1 4 7 november 2007 Voorts heeft de rechtbank, nu voor de arbeid geen tewerkstellingsvergunning is afgegeven, evenzeer op goede gronden overwogen dat de staatssecretaris zich terecht op het standpunt heeft gesteld dat in strijd met het in artikel 2, eerste lid, van de Wav gegeven verbod heeft gehandeld. Het betoog faalt Het betoog van dat de rechtbank heeft miskend dat het opleggen van de boete van voor een vriendendienst in strijd is met artikel 3 van het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden, mist feitelijke grondslag, omdat de boete is opgelegd voor illegale tewerkstelling en kan reeds daarom niet slagen Het hoger beroep is ongegrond. De aangevallen uitspraak dient te worden bevestigd Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

5 /1 5 7 november Beslissing De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State Recht doende in naam der Koningin: bevestigt de aangevallen uitspraak. Aldus vastgesteld door mr. M.G.J. Parkins-de Vin, Voorzitter, en mr. A.W.M. Bijloos en mr. M.A.A. Mondt-Schouten, Leden, in tegenwoordigheid van mr. H.W. Groeneweg, ambtenaar van Staat. w.g. Parkins-de Vin Voorzitter w.g. Groeneweg ambtenaar van Staat Uitgesproken in het openbaar op 7 november Verzonden: 7 november 2007 Voor eensluidend afschrift, de Secretaris van de Raad van State, voor deze, mr. H.H.C. Visser, directeur Bestuursrechtspraak

6 szr Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid JU-IJ! m Trijzelaar & Van Gelderen t.a.v. mr. Dr. J.H. van Gelderen Postbus HN DEN HAAG Postbus AN Den Haag Telefoon (070) Telefax (070) Uw brief 29 december 2005 Onderwerp Beslissing op bezwaar Ons kenmerk AI/JZ/2006/46266 Datum 01 JUNI 2006 Doorkiesnummer (070) Contactpersoon mr. Grandiek Geachte heer Van Gelderen, Bij brief van 29 december 2005 heeft u namens v.o.f. (hiema: uw cliënte) bezwaar aangetekend tegen de beschikking van 21 november 2005, kenmerk /03. A. De feiten Op 12 maart 2005 werd uw cliënte bezocht door inspecteurs van de Arbeidsinspectie in verband met een controle in het kader van de Wet arbeid vreemdelingen (hierna: Wav). Tijdens deze controle werden bij uw cliënte twee personen aangetroffen die werkzaamheden in de bar verrichtten. De werkzaamheden bestonden onder meer uit het inschenken en wassen van glazen. Deze personen bleken vreemdelingen in de zin van de Vreemdelingenwet 2000 (hierna: Vw 2000) te zijn, zodat uw cliënte voor hen in het bezit diende te zijn van tewerkstellingsvergunningen. Uw cliënte beschikte echter niet over deze vergunningen. De inspecteurs constateerden derhalve twee overtredingen van artikel 2, eerste lid Wav. Met de kennisgeving van 17 oktober 2005 is uw cliënte op de hoogte gesteld van het voornemen haar een bestuurlijke boete op te leggen. Namens uw cliënte heeft u hierop op 27 oktober 2005 uw zienswijze schriftelijk kenbaar gemaakt, waarna u deze op 04 november 2005 met de inhoudelijke gronden aangevuld heeft. Bij beschikking van 21 november 2005 is uw cliënte een bestuurlijke boete opgelegd van in totaal ,-. Namens uw cliënte heeft u hiertegen tijdig bezwaar ingediend, welk bezwaar u op 11 januari 2006 aangevuld heeft. B. Het bezwaarschrift In het bezwaarschrift stelt u, samengevat en zakelijk weergegeven, dat de aangetroffen vreemdelingen persoonlijke vriendinnen van de vennoten van uw cliënte zijn, zodat zij vanzelfsprekend de vennoten bijstonden. De Wav kan in dergelijke situaties niet van

7 S2W * toepassing zijn, omdat de dames incidenteel, vrijwillig en eigener beweging hielpen en het dus slechts om vriendendiensten gaat. Subsidiair stelt u dat sprake is van strijd met artikel 3 EVRM dat een verbod op foltering en onmenselijke of vernederende behandeling of bestraffing inhoudt, nu de vreemdelingen vriendinnen van de vennoten waren. Met het aanvullend bezwaarschrift heeft u een beslissing op bezwaar van de Belastingdienst overgelegd waarin is beslist dat de verrichte vriendendienst door de aangetroffen dames niet als dienstbetrekking gekwalificeerd werd. C. Wettelijk kader en beleid Artikel 2, eerste lid Wav bepaalt dat het een werkgever verboden is een vreemdeling in Nederland arbeid te laten verrichten zonder tewerkstellingsvergunning. Artikel 1, eerste lid aanhef en sub b onder 1 Wav bepaalt dat een werkgever is degene die in de uitoefening van een ambt, beroep of bedrijf een ander arbeid laat verrichten. Lid 1 aanhef en sub c van dit artikel bepaalt dat onder een vreemdeling wordt verstaan hetgeen daaronder wordt verstaan in de Vw In artikel 1 onder m Vw 2000 is bepaald dat onder vreemdeling wordt verstaan ieder die de Nederlandse nationaliteit niet bezit en niet op grond van een wettelijke bepaling ais Nederlander moet worden behandeld. In artikel 18 Wav is overtreding van artikel 2 Wav als beboetbaar feit aangemerkt. Op grond van de Beleidsregels boeteoplegging Wet arbeid vreemdelingen (hiema: de Beleidsregels), beleidsregels 1 en 2 en de bijlage daarbij, bedraagt de bestuurlijke boete voor een vennootschap onder firma 8.000,- per overtreding van artikel 2 Wav. D. Het horen Gelet op artikel 7:2 van de Algemene wet bestuursrecht is uw cliënte in de gelegenheid gesteld het bezwaarschrift toe te lichten tijdens een hoorzitting. Op 24 januari 2006 vond een hoorzitting plaats. Het verslag van deze hoorzitting is als bijlage bij deze beschikking gevoegd. E. Overwegingen Vast staat dat de vreemdelingen, beiden met de Bulgaarse nationaliteit, werkzaamheden hebben verricht bij uw cliënte. Zij waren doende met het inschenken en wassen van glazen. Deze werkzaamheden worden door u niet ontkend. Uw cliënte voert een bar/restaurant, zodat zij in de uitoefening van haar bedrijf een ander arbeid Het verrichten. Ook staat vast dat het hier om vreemdelingen in de zin van de Vw 2000 gaat en dat voor hen geen tewerkstellingsvergunningen waren verstrekt aan uw cliënte. De Wav stelt geen eisen aan de (juridische) vorm waarin de arbeid verricht wordt. Met andere woorden: er hoeft geen sprake te zijn van een arbeidsovereenkomst, gezagsverhouding, loonbetaiing, etc. Evenmin moet de arbeid een bepaalde periode hebben geduurd. Het enkele feit dat handelingen binnen de bedrijfsvoering van uw cliënte verricht zijn, betekent dat uw cliënte arbeid heeft laten verrichten. Het moge zo zijn dat het hier om

8 j vriendendiensten ging en dat de aangetroffen vreemdelingen persoonlijke vriendinnen van de vennoten waren - hoewel de vreemdelingen zelf zulks niet verklaren en mevrouw stelt pas die dag voor het eerst te werken -, dit kan uw cliënte niet disculperen. Ook de beslissing op bezwaar van de Belastingdienst leidt niet tot een andere beoordeling voor de Wav, nu het bestaan of ontbreken van een dienstbetrekking niet behoort tot de bestanddelen van artikel 2 Wav. Ik kom tot de conclusie dat sprake is van twee overtredingen van artikel 2, eerste lid Wav nu aan alle bestanddelen van dit artikel wordt voldaan. De overtredingen zijn uw cliënte toerekenbaar en verwijtbaar. U stelt dat het beboeten van de vastgestelde arbeid leidt tot strijd met artikel 3 EVRM. Dit artikel ziet op daadwerkelijke, fysieke folteringen en onmenselijke behandelingen, waar in dit dossier geenszins sprake van is. Om die reden zal deze grond verder onbesproken blijven. Niet is gebleken van feiten of omstandigheden die aanleiding geven de boete te matigen of in te trekken. r. oesussmg Gezien uw bezwaren, de bestreden beschikking, de stukken, de hoorzitting en de vigerende regelgeving ben ik tot de volgende beslissing gekomen. Het bezwaarschrift geeft geen aanleiding de opgelegde boete te herzien dan wel het bestreden besluit in te trekken. Gelet op het voorgaande verklaar ik uw bezwaarschrift ongegrond. Dit betekent dat de beschikking van 21 november 2005 ongewijzigd in stand blijft. Hoogachtend, De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, namens deze, Algemeen Directeur van de Arbeidsinspectie,

9 sz«r * Overeenkomstig de Algemene wet bestuursrecht kan tegen deze beschikking beroep worden ingesteld door degene wiens belang rechtstreeks bij deze beschikking betrokken is. Daartoe moet binnen zes weken na de datum van verzending van deze beschikking een beroepschrift met een kopie van deze beschikking worden ingediend bij de sector bestuursrecht van de rechtbank van de woonplaats van degene die het beroep instelt. Opgemerkt wordt dat Den Haag ligt binnen het rechtsgebied van de rechtbank 's-gravenhage, Postbus 20302, 2500 EH te Den Haag. Het beroepschrift dient te worden ondertekend en ten minste te bevatten de naam en het adres van de indiener, de dagtekening, een omschrijving van deze beschikking alsmede de reden(en) waarom de beschikking niet juist wordt gevonden. Voor de behandeling van het beroepschrift is griffierecht verschuldigd.

10 Rechtbank 's-gravenhage sector bestuursrecht derde afdeling, enkelvoudige kamer Reg. nr. AWB 06/5820 WET UITSPRAAK als bedoeld in artikel 8:77 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) Uitspraak in het geding tussen gevestigd te eiseres, en de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, verweerder. Ontstaan en loop van het geding 1. Bij besluit van 21 november 2005 heeft verweerder eiseres een boete opgelegd. Tegen dit besluit heeft eiseres bij brief van 29 december 2005 een bezwaarschrift bij verweerder ingediend. Bij besluit van 1 juni 2006 heeft verweerder het bezwaar van eiseres ongegrond verklaard. 2. Tegen dit besluit heeft eiseres bij brief van 3 augustus 2006 beroep ingesteld bij de rechtbank. Verweerder heeft de op de zaak betrekking hebbende stukken overgelegd en een verweerschrift ingediend. 3. De zaak is op 21 december 2006 ter zitting behandeld. Eiseres is verschenen in de personen var beiden vennoot van eiseres, bijgestaan door mr. J.H. van Gelderen, advocaat. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. J.J.A. Huisman, ambtenaar ten departemente. Motivering 1. In dit geding dient te worden beoordeeld of het bestreden besluit in het licht van de daartegen aangedragen beroepsgronden de toetsing aan geschreven en ongeschreven rechtsregels kan doorstaan. 2. Verweerder heeft eiseres wegens een op 12 maart 2005 door de Arbeidsinspectie geconstateerde overtreding van artikel 2, eerste lid, van de Wet arbeid vreemdelingen (Wav) een boete opgelegd van ,-. Verweerder heeft in het bestreden besluit overwogen dat de overtreding van artikel 2, eerste lid, Wav verwijtbaar en aan eiseres toe te rekenen is.

11 Reg.nr. AWB 06/5820 WET 2 Voorts heeft verweerder in het bestreden besluit gesteld dat er niet gebleken is van feiten en omstandigheden die aanleiding geven de opgelegde boete te matigen of in te trekken. 3. Eiseres heeft aangevoerd dat haar ten onrechte een boete is opgelegd. Zij voert daartoe - samengevat - onder verwijzing naar zijn bezwaarschrift het volgende aan. Primair stelt eiseres dat verweerder ten onrechte heeft overwogen dat sprake is geweest van arbeid laten verrichten in de zin van de Wav. Zij geeft aan dat geen sprake is van laten verrichten van arbeid. De gedragingen ter zake waarvan de boete is opgelegd betroffen haar inziens immers (louter) vriendendiensten door persoonlijke vriendinnen van de vennoten van eiseres. Eiseres kan niet als werkgever worden aangemerkt. Subsidiair stelt eiseres zich op het standpunt dat sprake is van strijd met artikel 3 van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM). Dit artikel ziet volgens eiseres niet alleen op het toebrengen van (uitsluitend) lichamelijk lijden, maar betreft tevens psychisch lijden. Het opleggen van een boete van , voor het enkele feit dat de vennoten zich een paar vriendendiensten hebben laten bewijzen is een handeling die bij artikel 3 EVRM verboden is. De boete is, naar eiseres stelt, onmenselijk nu deze dient om de vennoten te straffen voor het feit dat zij vriendschappen onderhielden. 4. Artikel 1, eerste lid, onder b, sub 1, Wav bepaalt dat als werkgever wordt aangemerkt degene die in de uitoefening van een ambt, beroep of bedrijf een ander arbeid laat verrichten. Artikel 2, eerste lid, Wav bepaalt dat het een werkgever is verboden een vreemdeling in Nederland arbeid te laten verrichten zonder tewerkstellingsvergunning. Artikel 18 Wav bepaalt dat als beboetbaar feit wordt aangemerkt het niet naleven van de artikelen 2, eerste lid, en 15 Wav. Artikel 18a Wav luidt; 1. Beboetbare feiten kunnen worden begaan door natuurlijke personen en rechtspersonen. 2. Indien een beboetbaar feit wordt begaan door een rechtspersoon, kan de boete worden opgelegd aan: 1. de rechtspersoon, of 2. degene die opdracht heeft gegeven tot de gedraging waardoor in strijd met de verplichtingen die voortvloeien uit deze wet is gehandeld alsmede tegen hem die feitelijke leiding heeft gegeven aan die gedraging, of 3. de onder 1 en 2 genoemde tezamen. 3. Voor de toepassing van het eerste en tweede lid wordt met een rechtspersoon gelijkgesteld: 1. de vennootschap zonder rechtspersoonlijkheid, Ingevolge artikel 19a, eerste lid, Wav legt een daartoe door onze Minister aangewezen, onder hem ressorterende ambtenaar namens hem de boete op aan degene op wie de verplichtingen rusten welke voortvloeien uit deze wet, voor zover het niet naleven daarvan is aangeduid als een beboetbaar feit. Artikel 19d, eerste lid, onder b, Wav bepaalt dat de hoogte van de boete die voor een beboetbaar feit kan worden opgelegd, indien begaan door een rechtspersoon, gelijk is aan de geldsom van ten hoogste ,-.

12 Reg.nr.AWB 06/5820 WET 3 Ingevolge het derde lid van dit artikel stelt Onze Minister beleidsregels vast waarin de boetebedragen voor de beboetbare feiten worden vastgesteld. In de Beleidsregels boeteoplegging Wet arbeid vreemdelingen (hierna: Beleidsregels), gepubliceerd in de Staatscourant nr. 232 van 29 november 2005, is bepaald dat bij de berekening van een boete als bedoeld in artikel 19a, eerste lid, Wav voor alle beboetbare feiten als uitgangspunt worden gehanteerd de normbedragen die zijn neergelegd in de Tarieflijst boetenormbedragen bestuurlijke boete Wet arbeid vreemdelingen (hierna: Tarieflijst) die als bijlage bij deze beleidsregels is gevoegd. In de Tarieflijst is het boetenormbedrag voor overtreding van artikel 2, eerste lid, Wav gesteld op 8.000, Allereerst stelt de rechtbank vast dat verweerder bij het opleggen van een boete ingevolge artikel 19a, eerste lid, Wav een discretionaire bevoegdheid toekomt. Bij de uitoefening van die bevoegdheid toetst de rechtbank in het licht van de door eiseres aangevoerde gronden of verweerder na afweging van de betrokken belangen niet in redelijkheid tot het bestreden besluit heeft kunnen komen dan wel daarbij anderszins heeft gehandeld in strijd met het recht. Nu de onderhavige bestuurlijke boete is aan te merken als een punitieve sanctie brengt artikel 6 van het Europees Verdrag tot bescherming van de Rechten van de Mens en de Fundamentele Vrijheden (EVRM) mee dat de rechtbank vol dient te toetsen of de hoogte van de opgelegde boete in redelijke verhouding staat tot de ernst en verwijtbaarheid van de overtreding. 6. Het op ambtseeav-belofte opgemaakte boeterapport gedateerd 25 juli 2005 vermeldt dat door inspecteurs van de Arbeidsinspectie tijdens een controle in het kader van de Wav is geconstateerd dat bij eiseres door twee vreemdelingen, te weten (beiden met de Bulgaarse nationaliteit) zonder tewerkstellingsvergunning werkzaamheden zijn verricht (wassen van glazen en het inschenken van drankjes in glazen). Blijkens de zich bij voormeld boeterapport bevindende op ambtseeav-belofte opgemaakte Inlichtingen- en verhoorformulieren op 12 maart 2005 hebben de vreemdelingen tegenover de inspecteurs van de Arbeidsinspectie verklaard dat zij bij eiseres hielpen, omdat het druk was en dat zij glazen opruimden. De rechtbank volgt eiseres niet in haar stelling dat er geen sprake is geweest van arbeid laten verrichten in de zin van de Wav en overweegt hiertoe als volgt. Eiseres heeft gesteld dat verweerder miskent dat vriendendiensten, zoals die in dit geval zijn verleend, geen arbeid vormen. Eiseres geeft voorts aan dat er ten aanzien van het begrip arbeid verrichten verschil is tussen "opdragen" en "laten verrichten". Haar inziens kan het bestanddeel "laten verrichten" in de zin van de Wav slechts betekenen dat de werkgever op dat verrichten van die arbeid een zekere aanspraak moet hebben jegens de vreemdeling. Slechts dan is sprake van werkgever in de zin van de Wav. Volgens eiseres is echter in het geval van een verzoek om een vriendendienst van enige aanspraak geen sprake. In het onderhavige geval kan zij derhalve niet als werkgever in vorenbedoelde zin worden beschouwd. De rechtbank stelt allereerst vast dat door verweerder niet wordt betwist dat sprake is van vriendendiensten. Verweerder stelt zich op het standpunt dat het in het kader van de boeteoplegging er niet toe doet dat het vriendendiensten betreft.

13 Reg.nr. AWB 06/5820 WET 4 De rechtbank overweegt dat voor het antwoord op de vraag of iemand werkgever is in de zin van de Wav, bepalend is of hij een ander arbeid laat verrichten in de uitoefening van (onder andere) zijn bedrijf (artikel 1, eerste lid, sub b, ten eerste). Door de vreemdelingen werden werkzaamheden in de uitvoering van het bedrijf van eiseres verricht. Immers, blijkens de inhoud van voornoemd boeterapport hebben de rapporteurs waargenomen dat de vreemdelingen bij eiseres glazen wasten en drankjes in glazen schonken en hebben de vreemdelingen blijkens de Inlichtingen- en verhoorformulieren verklaard dat zij de eigenaar hielpen met glazen opruimen en wassen, omdat het druk was. Dit betreft barwerkzaarhheden passend in het bedrijf van eiseres. Het motief van waaruit deze werkzaamheden werden verricht dan wel het antwoord op de vraag of de werkgever aanspraak kon maken op de verrichte werkzaamheden zijn geen bepalende criteria, zoals uit het voorgaande blijkt. Eiseres is werkgever in de zin van de Wav en zij heeft vreemdelingen zonder tewerkstellingsvergunning arbeid laten verrichten. Voor dat feit is zij beboet. De rechtbank overweegt met betrekking tot de stelling van eiseres dat het opleggen van een boete van 8000,- een onmenselijke behandeling als bedoeld in artikel 3 EVRM oplevert, dat deze grief evenmin slaagt. De boete is geen straf voor het feit dat eiseres zich vriendendiensten liet bewijzen, maar voor het feit dat zij vreemdelingen arbeid in haar bedrijf heeft laten verrichten zonder tewerkstellingsvergunning. Niet valt in te zien waarom de opgelegde boetes voor dit feit onmenselijke of vernederende bestraffingen zouden zijn. 7. De rechtbank resumeert dat verweerder terecht heeft vastgesteld dat eiseres heeft gehandeld in strijd met artikel 2, eerste lid, Wav en derhalve bevoegd was om een boete op te leggen. Verweerder mocht de overtredingen aan eiseres toerekenen. Verweerder heeft in redelijkheid kunnen overgaan tot het opleggen van de boete. 8. Gezien het vorenstaande is het beroep ongegrond. De rechtbank acht geen termen aanwezig voor een proceskostenveroordeling.

14 Reg.nr. AWB 06/5820 WET Beslissing De Rechtbank 's-gravenhage, RECHT DOENDE: Verklaart het beroep ongegrond. Rechtsmiddel Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken na verzending daarvan hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Aldus gegeven door mr. E.S.G. Jongeneel en in het openbaar uitgesproken ^22 jaruiari 2007, in tegenwoordigheid van de griffier P.J.C, de Jong. Voor eensluidend afschrift, de griffier van de Rechtbank 's-gravenhage, Verzonden op: 24 JAN. 2007

15 TRIJZELAAR & VAN GELDEREN advocaten - belastingkundigen mr P.J. Trijzelaar mr dr J.H. van Gelderen (PRO FORMA) BEROEPSCHRIFT Raad van State Afdeling Bestuursrechtspraak Postbus EA DEN HAAG RAAD VAN STATE.. INGEKOMEN 1 8 FEB 2007 Den Haag, 27 februari 2007 Hoogedelgestreng College, Inzake: ZAAKNH AAN: 3& BEHANDELD: 00: / Staatssecretaris van SZW PAR: Namens respectievelijk haar beide vennoten de heren.. beiden wonende te ] ;, stelt ondergetekende bij deze hoeer beroep in tegen de in copie bijgesloten uitspraak van 22 januari 2007, reg. nr. AWB 06/5820 WET, van de Rechtbank 's-gravenhage, sector bestuursrecht, op het beroep van appellanten tegen het betreffende besluit van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 1 juni 2006 op het bezwaar van appellanten tegen diens boetebeschikking van 21 november 2005, kenmerk /03, ingevolge de Wet arbeid vreemdelingen. Ik moge U verzoeken om mij een termijn te stellen ter motivering van dit pro forma-beroepschrift. Het beroep strekt intussen tot vernietiging van de uitspraken van de Rechtbank en de Staatssecretaris, alsmede de boetebeschikking, kosten rechtens. Hoogacjr end Eisenhowerlaan KK Den Haag Postbus HN Den Haag tel.: +31 (0) fax:+31 (0) info@trijzelaar.nl

16 TRIJZELAAR & VAN GELDEREN advocaten - belastingkundigen mr P.J. Trijzelaar mr dr J.H. van Gelderen Raad van State Afdeling Bestuursrechtspraak Postbus EA DEN HAAG RAAD \.: : G"<7,ï BEROEPSGRONDEN 2 3 MRT 2GÜ7 Den Haag, 22 maart 2007 Hoogedelgestreng College, ZAAi-:i;R. AAN: BEK ïk^mdfrld:?c: PAR Inzake:. Uw nr: /1 /V6 / Staatssecretaris van SZW In aansluiting op uw betreffende brief van 28 februari jl., voer ik bij deze de gronden aan van het hoger beroep dat ik bij brief van 27 februari jl. namens respectievelijk haar beide vennoten de heren,, beiden wonende te,, heb ingesteld tegen de uitspraak van 22 januari 2007, reg. nr. AWB 06/5820 WET, van de Rechtbank 's-gravenhage, sector bestuursrecht, op het beroep van appellanten tegen het betreffende besluit van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 1 juni 2006 op het bezwaar van appellanten tegen diens boetebeschikking van 21 november 2005, kenmerk /03, ingevolge de Wet arbeid vreemdelingen (WAV). De gronden van het hoger beroep 1. De gronden in hoger beroep zijn dezelfde als de bezwaargronden en de gronden in beroep - welke dan ook als hier herhaald en ingelast dienen te worden beschouwd - onder aanvulling met het volgende. Primair: WAV niet toepasselijk Eisenhowerlaan KK Den Haag Postbus HN Den Haag tel.: +31 (0) fax: +31 (0) 's Rechtsbanks overweging (r.o. 6, p. 4) dat appellante de betreffende twee vreemdelingen 'arbeid heeft laten verrichten' in de zin van (art. 1 lid 1 jo. art. 2 lid 1 van) de WAV berust kennelijk op het feit dat die vreemdelingen (wat de rechtbank noemt:) 'barwerkzaamheden' info@trijzelaar.nl

17 TRIJZELAAR & VAN GELDEREN hebben verricht in het bedrijf van appellante, bestaande uit glazen opruimen en wassen en drankjes in glazen schenken. De rechtbank stelt dus zulke werkzaamheden zonder meer gelijk aan 'arbeid verrichten' in de zin van de WAV. 3. Tussen partijen staat echter vast dat het hierbij ging om louter enkele incidentele vriendendiensten. Dienaangaande heeft appellante gemotiveerd betoogd (zie o.m. pleitnota ondergetekende d.d. 21 december 2006 ad 2-5) dat (het verlenen van) zulke vriendendiensten, ongeacht waar deze precies uit bestaan, in elk geval niet beschouwd kunnen worden als 'arbeid* ('verrichten') in de zin van de WAV. De rechtbank is hier mitsdien ten onrechte zonder enige - kenbare - motivering aan voorbijgegaan, althans geeft ten deze blijk van een onjuiste opvatting van dat begrip 'arbeid' ('verrichten'). 4. Vast staat voorts, althans niet (gemotiveerd) is betwist dat appellante jegens de betrokken vreemdelingen generlei aanspraak had op (het ondergaan van) die vriendendiensten. Dienaangaande heeft appellante gemotiveerd betoogd (zie o.m. pleitnota ondergetekende d.d. 21 december 2006 ad 6-9) dat daarom geen sprake kan zijn van 'arbeid laten verrichten' in de zin van de WAV. De rechtbank is dus (ook) hier ten onrechte zonder enige - kenbare - motivering aan voorbijgegaan, althans geeft ten deze blijk van een onjuiste opvatting van dat begrip ('arbeid') 'laten' ('verrichten'). Subsidiair: strijd met art. 3 ËVRM 5. Voorts, althans hoe dan ook ten onrechte overweegt de rechtbank (r.o. 6, p. 4) dat het opleggen van een boete van 8.000,- (lees i.c: per afzonderlijk geval) geen straf is voor het feit dat appellante zich vriendendiensten liet bewijzen, maar voor het feit dat zij vreemdelingen arbeid in haar bedrijf heeft laten verrichten zonder tewerkstellingsvergunning, en niet valt in te zien waarom de opgelegde boetes voor dit feit onmenselijke of vernederende bestraffingen zouden zijn. 6. De rechtbank miskent daarbij dat het enkele (subsidiair veronderstelde) feit dat volgens de nationale wet ten deze formeel sprake zou zijn van 'arbeid' ('laten') 'verrichten', niet kan wegnemen dat het daarbij materieel louter is gegaan om (het verlenen, respectievelijk ondergaan van) enkele vriendendiensten, ergo de straffen wel degelijk (alleen) daarvoor zijn opgelegd. 7. Gelijk appellante gemotiveerd heeft betoogd (zie o.m. pleitnota ondergetekende d.d. 21 december 2006 ad 10-13), moet zulks als een onmenselijke bestraffing in de zin van art. 3 EVRM worden beschouwd, zodat de rechtbank ten onrechte, althans zonder (voldoende) motivering het tegendeel heeft overwogen. 2

18 TRIJZELAAR & VAN GELDEREN Slotsom Appellante handhaaft haar conclusie tot vernietiging van de uitspraken van de Rechtbank en de Staatssecretaris, alsmede de boetebeschikking, kosten rechtens. 3

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK MigratieWeb ve07000557 200606955/1. Datum uitspraak: 21 maart 2007 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak op het hoger beroep van: vennootschap onder firma A., gevestigd te Honselersdijk, appellante, tegen

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK MigratieWeb ve07001323 200607474/1. Datum uitspraak: 11 juli 2007 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak op het hoger beroep van: A., wonend te Breda, appellant, tegen de uitspraak in zaak no. 05/5140

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK MigratieWeb ve07001324 200608064/1. Datum uitspraak: 11 juli 2007 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak op het hoger beroep van: de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, appellant, tegen

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK MigratieWeb ve07001320 200700456/1. Datum uitspraak: 11 juli 2007 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak op het hoger beroep van: vennootschap onder firma Chinees Japans Specialiteitenrestaurant A., gevestigd

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 200607461/1. Datum uitspraak: 11 juli 2007 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak op het hoger beroep van: vennootschap onder firma appellante,, gevestigd te tegen de uitspraak in zaak nos.

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2012:BY3743

ECLI:NL:RVS:2012:BY3743 ECLI:NL:RVS:2012:BY3743 Instantie Raad van State Datum uitspraak 21-11-2012 Datum publicatie 21-11-2012 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201202162/1/V6 Bestuursrecht Vreemdelingenrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2008:BG1849

ECLI:NL:RVS:2008:BG1849 ECLI:NL:RVS:2008:BG1849 Instantie Raad van State Datum uitspraak 29-10-2008 Datum publicatie 29-10-2008 Zaaknummer 200802872/1 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Hoger beroep

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 2011001 33/1/V6. Datum uitspraak: 20 april 2011 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak na vereenvoudigde behandeling (artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb)) op het

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak op het verzet (artikel 8:55 van de Algemene wet bestuursrecht) van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak op het verzet (artikel 8:55 van de Algemene wet bestuursrecht) van: Raad vanstatc 201002367/2/V6. Datum uitspraak: 1 september 2010 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak op het verzet (artikel 8:55 van de Algemene wet bestuursrecht) van: wonend te handelend onder de naam

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201010673/1 A/1. Datum uitspraak: 25 juni 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 201112017/1/V2. Datum uitspraak: 4 januari 2013 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op het

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak na vereenvoudigde behandeling (artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht) op de hoger beroepen van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak na vereenvoudigde behandeling (artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht) op de hoger beroepen van: Raad vanstatc 200904130/1 A/6. Datum uitspraak: 17 augustus 2009 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak na vereenvoudigde behandeling (artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht) op de hoger beroepen

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: \ Raad vanstate 2012Ö1424/1/V1. Datum uitspraak: 26 september 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201109405/1 /V4. Datum uitspraak: 20 september 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

* vanstate /1/V1. Datum uitspraak: 13 juli 2012

* vanstate /1/V1. Datum uitspraak: 13 juli 2012 : * fc. Raad * vanstate 201100831/1/V1. Datum uitspraak: 13 juli 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak na vereenvoudigde behandeling (artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht) op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak na vereenvoudigde behandeling (artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht) op het hoger beroep van: Raad vanstate 200805604/1. Datum uitspraak: 16 oktober 2008 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak na vereenvoudigde behandeling (artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht) op het hoger beroep van:

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op de hoger beroepen van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op de hoger beroepen van: Raad vanstate 201112733/1/V1. Datum uitspraak: 23 januari 2013 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op de hoger beroepen

Nadere informatie

vanstate /1. Datum uitspraak: 8 februari 2008 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

vanstate /1. Datum uitspraak: 8 februari 2008 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 200800036/1. Datum uitspraak: 8 februari 2008 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. de Raad voor Rechtsbijstand 's-gravenhage, appellant,

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. de Raad voor Rechtsbijstand 's-gravenhage, appellant, Raad vanstate 200700246/1. Datum uitspraak: 6 juni 2007 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak op het hoger beroep van: de Raad voor Rechtsbijstand 's-gravenhage, appellant, tegen de uitspraak in zaak

Nadere informatie

vanstate /1/V3. Datum uitspraak: 29 augustus 2011 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

vanstate /1/V3. Datum uitspraak: 29 augustus 2011 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 201108625/1/V3. Datum uitspraak: 29 augustus 2011 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK MigratieWeb ve06001069 200601961/1. Datum uitspraak: 2 augustus 2006 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak op het hoger beroep van: B., wonend te Heemstede, appellante, tegen de uitspraak in zaak no.

Nadere informatie

vanstate /1/V6. Datum uitspraak: 28 maart 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

vanstate /1/V6. Datum uitspraak: 28 maart 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 201108441/1/V6. Datum uitspraak: 28 maart 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak na vereenvoudigde behandeling (artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb)) op het

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 200705297/1. Datum uitspraak: 31 januari 2008 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201112631/1/V2. Datum uitspraak: 22 januari 2013 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

Uitspraak /1/A3

Uitspraak /1/A3 Uitspraak 201707842/1/A3 Datum van uitspraak: woensdag 22 augustus 2018 Tegen: het college van burgemeester en wethouders van Den Haag Proceduresoort: Hoger beroep Rechtsgebied: Boete ECLI: ECLI:NL:RVS:2018:2782

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201103219/1/V3. Datum uitspraak: 29 maart 2011 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 201 202059/1 /V4. Datum uitspraak: 17 oktober 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) op het

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstatc 200702235/2. Datum uitspraak: 1 2 september 2007 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 201201003/1/V4. Datum uitspraak: 3 oktober 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak rnet toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2012:BX9815

ECLI:NL:RBAMS:2012:BX9815 ECLI:NL:RBAMS:2012:BX9815 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 03-08-2012 Datum publicatie 10-10-2012 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie AWB 11-6230 WAV Bestuursrecht

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK MigratieWeb ve12000040 201102012/1/V2. Datum uitspraak: 13 december 2011 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstatc 201204533/1/V1. Datum uitspraak: 19 februari 2013 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 20Ï1Ö6836/1/V2. Datum uitspraak: 6 februari 2013 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201100976/1/V2. Datum uitspraak: 18 september 201 2 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201111794/1 A/2. Datum uitspraak: 12 oktober 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

ECLI:NL:RBSGR:2006:AY9580

ECLI:NL:RBSGR:2006:AY9580 ECLI:NL:RBSGR:2006:AY9580 Instantie Datum uitspraak 05-09-2006 Datum publicatie 06-10-2006 Rechtbank 's-gravenhage Zaaknummer AWB 05/37675 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Vreemdelingenrecht

Nadere informatie

tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 17 juni 2009 in zaak nr. 08/2225 in het geding tussen:

tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 17 juni 2009 in zaak nr. 08/2225 in het geding tussen: MigratieWeb ve12000534 LJN: BV7275 RAAD VAN STATE 200905593/1/V6. Datum uitspraak: 29 februari 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak op het hoger beroep van: [appellante], gevestigd te [plaats] (België),

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2013:BZ7733

ECLI:NL:RVS:2013:BZ7733 ECLI:NL:RVS:2013:BZ7733 Instantie Raad van State Datum uitspraak 17-04-2013 Datum publicatie 17-04-2013 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201200753/1/A3 Bestuursrecht Hoger

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 2011101 29/1/V.1. Datum uitspraak: 27 juni 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op het

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 2O11O9095/1/V1. Datum uitspraak: 20 januari 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: r Raad vanstate 201108252/1/V2. Datum uitspraak: 14 september 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. 1. de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, 2. wonend te appellanten,

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. 1. de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, 2. wonend te appellanten, Raad vanstate 200700303/1. Datum uitspraak: 11 juli 2007 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak op de hoger beroepen van: 1. de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, 2. wonend te appellanten,

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 2O120O257/1/V2. Datum uitspraak: 31 mei 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak op het hoger beroep van: appellante, tegen de uitspraak van de voorzieningenrechter van de rechtbank 's-gravenhage,

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak na vereenvoudigde behandeling (artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht) op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak na vereenvoudigde behandeling (artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht) op het hoger beroep van: I Raad vanstate 200704651/1. Datum uitspraak: 23 november 2007 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak na vereenvoudigde behandeling (artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht) op het hoger beroep

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad van State 201200615/1/V4. Datum uitspraak: 13 november 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201108965/1 /VI. Datum uitspraak: 20 september 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstatc 201106725/1/V1. Datum uitspraak: 3 juli 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op het

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201113051/1/V3. Datum uitspraak: 30 december 2011 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op de hoger beroepen van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op de hoger beroepen van: Raad vanstate 201106641/1/V2. Datum uitspraak: 18 oktober 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op de hoger beroepen

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 201201628/1/V3. Datum uitspraak: 4 mei 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak op het hoger beroep van: appellant, tegen de uitspraak van de rechtbank 's-gravenhage, nevenzittingsplaats

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK * Raad vanstatc 201104826/1/V1. Datum uitspraak: 13 juli 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op het

Nadere informatie

Uitspraak /1/V6

Uitspraak /1/V6 Uitspraak 201704402/1/V6 Datum van uitspraak: woensdag 31 januari 2018 Tegen: de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Proceduresoort: Hoger beroep Rechtsgebied: Wet arbeid vreemdelingen ECLI:

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201112173/1/V1. Datum uitspraak: 25 juni 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201Ï10716/1/V2. Datum uitspraak: 30 augustus 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2011:BQ4936

ECLI:NL:RVS:2011:BQ4936 ECLI:NL:RVS:2011:BQ4936 Instantie Raad van State Datum uitspraak 18-05-2011 Datum publicatie 18-05-2011 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201008844/1/H1 Bestuursrecht Hoger

Nadere informatie

Raad vanstatc /1/V1. Datum uitspraak: 28 augustus 2012

Raad vanstatc /1/V1. Datum uitspraak: 28 augustus 2012 Raad vanstatc 201203196/1/V1. Datum uitspraak: 28 augustus 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2010:BO4829

ECLI:NL:RVS:2010:BO4829 ECLI:NL:RVS:2010:BO4829 Instantie Raad van State Datum uitspraak 24-11-2010 Datum publicatie 24-11-2010 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201003576/1/H3 Bestuursrecht Hoger

Nadere informatie

vanstate /1/V2. Datum uitspraak: 27 juli 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

vanstate /1/V2. Datum uitspraak: 27 juli 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 201104354/1/V2. Datum uitspraak: 27 juli 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 200809034/1N2. Datum Uitspraak: 22 april 2009 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: p Raad vanstate 201203205/1 /V4. Datum uitspraak: 9 november 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 201107998/1/V2. Datum uitspraak: 29 november 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201109588/1/V1. Datum uitspraak: 18 oktober 2011 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

ECLI:NL:RBLEE:2007:BC0116

ECLI:NL:RBLEE:2007:BC0116 ECLI:NL:RBLEE:2007:BC0116 Instantie Rechtbank Leeuwarden Datum uitspraak 28-11-2007 Datum publicatie 13-12-2007 Zaaknummer 07/2779 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Voorlopige

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201103602/1/V3. Datum uitspraak: 11 juli 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201110895/1/V1. Datum uitspraak: 23 november 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2016:3387

ECLI:NL:RVS:2016:3387 ECLI:NL:RVS:2016:3387 Instantie Raad van State Datum uitspraak 21-12-2016 Datum publicatie 21-12-2016 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201507118/1/A1 Bestuursrecht Hoger

Nadere informatie

Raad vanstate /1. Datum uitspraak: 20 mei 2008

Raad vanstate /1. Datum uitspraak: 20 mei 2008 m ' \ Raad vanstate 200802271/1. Datum uitspraak: 20 mei 2008 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2011:BU4606

ECLI:NL:RVS:2011:BU4606 ECLI:NL:RVS:2011:BU4606 Instantie Raad van State Datum uitspraak 16-11-2011 Datum publicatie 16-11-2011 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201102253/1/H3 Bestuursrecht Hoger

Nadere informatie

Raad vanstate /1/V1. Datum uitspraak: 31 mei 2010

Raad vanstate /1/V1. Datum uitspraak: 31 mei 2010 Raad vanstate 201003769/1/V1. Datum uitspraak: 31 mei 2010 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak na vereenvoudigde behandeling (artikel 8:54, eerste lid, in samenhang met artikel 8:88 van de Algemene

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201 111 162/1/V3. Datum uitspraak: 28 oktober 2011 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: ? Raad vanstate 201111356/1/V4. Datum uitspraak: 19 juni 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201004895/1/V1. Datum uitspraak: 26 juli 2010 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Nadere informatie

het college van burgemeester en wethouders van Leeuwarden.

het college van burgemeester en wethouders van Leeuwarden. LJN: AU3784, Raad van State, 200501342/1 Print uitspraak Datum uitspraak: 05-10-2005 Datum publicatie: 05-10-2005 Rechtsgebied: Bestuursrecht overig Soort procedure: Hoger beroep Inhoudsindicatie: Bij

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2007:AZ9709

ECLI:NL:RVS:2007:AZ9709 ECLI:NL:RVS:2007:AZ9709 Instantie Raad van State Datum uitspraak 15-02-2007 Datum publicatie 07-03-2007 Zaaknummer 200607659/1 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Vreemdelingenrecht Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2014:1169

ECLI:NL:RVS:2014:1169 ECLI:NL:RVS:2014:1169 Instantie Raad van State Datum uitspraak 02-04-2014 Datum publicatie 02-04-2014 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201306413/1/A2 Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2009:BH4676

ECLI:NL:RVS:2009:BH4676 ECLI:NL:RVS:2009:BH4676 Instantie Raad van State Datum uitspraak 19-02-2009 Datum publicatie 04-03-2009 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 200809278/1/V3 Vreemdelingenrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2009:BH8446

ECLI:NL:RVS:2009:BH8446 ECLI:NL:RVS:2009:BH8446 Instantie Raad van State Datum uitspraak 19-03-2009 Datum publicatie 27-03-2009 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 200901359/1/V3 Eerste

Nadere informatie

Raad vanstate /1. Datum uitspraak: 17 maart 2008

Raad vanstate /1. Datum uitspraak: 17 maart 2008 Raad vanstate 200800545/1. Datum uitspraak: 17 maart 2008 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201205206/1/V3. Datum uitspraak: 25 juli 201 2 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Nadere informatie

Afdeling bestunrsreclitspraak. Behandelend ambtenii;ir J. Jhauw 070-4264845

Afdeling bestunrsreclitspraak. Behandelend ambtenii;ir J. Jhauw 070-4264845 Raad vanstate Afdeling bestunrsreclitspraak It ' V GESCAND OP 11 SEP. 2014 Raad van de gemeente Oostzaan Postbus 1 5 1510 AA OOSTZAAN Gemeente Oostzaan D.itLim Ons mimnicr Uw kenmerk 1 o september 201

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 201203791/1/V1. Datum uitspraak: 24 januari 2013 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op

Nadere informatie

Afdeling bestuursrechtspraak. Behandelend ambtenaar. D.J.J.M. Wolfs

Afdeling bestuursrechtspraak. Behandelend ambtenaar. D.J.J.M. Wolfs Raad van tate Afdeling bestuursrechtspraak INGEKOM»- N 0 4 APR. 2313 Raad van deljemeente Loon op Zand Postbus 7 5170 AA KAATSHEUVEL GEMEENTE LOON OP ZAND lllllllllllllllll 2013.05077 Afdeling: RO O VB:

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201 201474/1 A/4. Datum uitspraak: 23 juli 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Nadere informatie

/1. Datum uitspraak: 19 december 2001 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

/1. Datum uitspraak: 19 december 2001 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad van State 200103469/1. Datum uitspraak: 19 december 2001 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak op het hoger beroep van: 1. burgemeester-en wethouders van Hengelo, 2. de Staat der Nederlanden en de

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2011:BQ6783

ECLI:NL:RVS:2011:BQ6783 ECLI:NL:RVS:2011:BQ6783 Instantie Raad van State Datum uitspraak 01-06-2011 Datum publicatie 01-06-2011 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201101191/1/H2 Bestuursrecht Hoger

Nadere informatie

Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: 200907796/1/V2. Datum uitspraak: 7 juli 2010 Raad van State AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 201110635/1/V1. Datum uitspraak: 15 november 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op

Nadere informatie

ECLI:NL:RBSGR:2008:BD9259

ECLI:NL:RBSGR:2008:BD9259 ECLI:NL:RBSGR:2008:BD9259 Instantie Datum uitspraak 17-07-2008 Datum publicatie 04-08-2008 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank 's-gravenhage AWB 07/8796 WAV Bestuursrecht

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 201205761/1/V1. Datum uitspraak: 31 januari 2013 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht {hierna: de Awb) op

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2010:BM8422

ECLI:NL:RVS:2010:BM8422 ECLI:NL:RVS:2010:BM8422 Instantie Raad van State Datum uitspraak 15-06-2010 Datum publicatie 21-06-2010 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 200908530/1/V3 Vreemdelingenrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2015:1768

ECLI:NL:RVS:2015:1768 ECLI:NL:RVS:2015:1768 Instantie Raad van State Datum uitspraak 03-06-2015 Datum publicatie 03-06-2015 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201407801/1/A3 Eerste

Nadere informatie

vanstate /1 /V1. Datum uitspraak: 26 november 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

vanstate /1 /V1. Datum uitspraak: 26 november 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 201110052/1 /V1. Datum uitspraak: 26 november 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: > Raad vanstate 201108148/1/V3. Datum uitspraak: 24 mei 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstatc 201202648/1 A/1. Datum uitspraak: 18 oktober 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op de hoger beroepen van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op de hoger beroepen van: Raad vanstatc 201105933/1/V2. Datum uitspraak: 6 september 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op de hoger beroepen

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak na vereenvoudigde behandeling (artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht) op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak na vereenvoudigde behandeling (artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht) op het hoger beroep van: Raad vanstate 201004198/1/V6. Datum uitspraak: 15 juli 2010 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak na vereenvoudigde behandeling (artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht) op het hoger beroep van:

Nadere informatie

Raad. . te- 13. vanstate. -6 FEB. 2(m. Afdeling bestuursrechtspraak GEMEEME SOEST. Ingek. Nr. Afd.: ^ (

Raad. . te- 13. vanstate. -6 FEB. 2(m. Afdeling bestuursrechtspraak GEMEEME SOEST. Ingek. Nr. Afd.: ^ ( Raad vanstate Afdeling bestuursrechtspraak Ingek. Nr. GEMEEME SOEST -6 FEB. 2(m Raad van de gemeente Soest Postbus 2000 3760 CA SOEST Afd.: ^ ( Datum 5 februari 2014 Onderwerp Soest bp. Soesterberg Ons

Nadere informatie

vanstate /1. Datum uitspraak: 1 november 2007 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

vanstate /1. Datum uitspraak: 1 november 2007 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 200707532/1. Datum uitspraak: 1 november 2007 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Nadere informatie

Uitspraak /1/A2 en /1/A2

Uitspraak /1/A2 en /1/A2 Uitspraak 201707806/1/A2 en 201802043/1/A2 Datum van uitspraak: woensdag 7 november 2018 Tegen: de Belastingdienst/Toeslagen Proceduresoort: Hoger beroep Rechtsgebied: Geld ECLI: ECLI:NL:RVS:2018:3603

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201107880/1/V3. Datum uitspraak: 29 juli 2011 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Nadere informatie