De voorbeelden 6, 9 en 8 worden besproken, waarna de docent alles nog eens samenvat. West Oost 1 SA??

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "De voorbeelden 6, 9 en 8 worden besproken, waarna de docent alles nog eens samenvat. West Oost 1 SA??"

Transcriptie

1 Docentenhandleiding bij Na de Finish 1. Jacoby Transfers voor de hoge kleuren Deze eerste les gaat over de Jacoby Transfers, een onderwerp waarover de cursisten al veel hebben gehoord. De docent vertelt dat het transferprincipe één van de grote ontdekkingen is in de ontwikkeling van de biedtheorie. Het idee dateert al uit 1953 en werd bedacht door de Zweed Olle Willner. Drie jaar later introduceerde Oswald Jacoby de transfers in Amerika en sindsdien heten ze Jacoby Transfers en is Willner vergeten. Het is wellicht aardig erop te wijzen dat Jacoby wordt uitgesproken als Djakóbie (met de klemtoon op de tweede lettergreep) en niet als Jèkobie, zoals in Nederland vaak gebeurt. Wat is een JT (Jacoby Transfer)? Een transferbod is een kunstmatig bod dat als regel wordt gebruikt na een opening van 1SA en wordt gedaan door de partner van de 1SA-openaar. Voorwaarde is het bezit van een lange hoge kleur, harten of schoppen. Het idee is dat niet de kleur zelf wordt geboden maar de kleur eronder. De sterke hand biedt dan de kleur van zijn (zwakkere) partner en wordt leider. De docent toont de twee transferbiedingen, 2 en 2, en laat de cursisten meedenken over de (verplichte) antwoorden van 2 en 2. Vervolgens worden de voorwaarden getoond: een lange harten- of schoppenkleur, ten minste een vijfkaart. (In dit hoofdstuk een zeskaart; de JT s met precies een vijfkaart /, de meest voorkomende, komen in hoofdstuk 3 aan bod.) Het transferprincipe wordt duidelijk gemaakt aan de hand van de OW-handen van voorbeeld 1, met eerst het biedverloop zonder en dan met transfer. De docent probeert of de groep zelf de voordelen kan bedenken: de sterke hand blijft verborgen en krijgt de uitkomst naar zich toe ; dat is gunstig omdat de sterke hand meestal vorken heeft en veel hoge kaarten. Het zwaktebod is natuurlijk de meest voor de handliggende toepassing van een JT (Jacoby Transfer). De docent bespreekt voorbeeld 4. Vervolgens zegt hij dat de partner van de 1SA-openaar ook andere mogelijkheden heeft: hij wil de manche spelen hij weet nog niet of de manche haalbaar is en wil een manchepoging doen hij wil eventueel een slem spelen De voorbeelden 6, 9 en 8 worden besproken, waarna de docent alles nog eens samenvat. West Oost 1 SA?? oost is zwak (0-7 punten): een JT (2 of 2 ) en pas op partners antwoord oost wil eventueel de manche spelen: eerst weer een JT, gevolgd door 3 of 3 oost wil de manche spelen: eerst een JT, gevolgd door 4 of 4 oost wil zeker de manche spelen, maar denkt ook aan slem: eerst een JT, gevolgd door een bod in een nieuwe kleur op 3-niveau Gezegd wordt nog dat het transferprincipe ook van toepassing is na 2SA; geen voorbeeld, dat kan in het boek worden nagelezen. Het eerste deel van deze les wordt afgesloten met de tafelopdracht, gevolgd door een korte pauze. * * * * * * * * * De docent benadrukt dat ons nieuwe biedgereedschap na partners 1SA-opening alleen van toepassing is met een lange hoge kleur, harten of schoppen. Belangrijk omdat in het moderne bridge de hoge kleuren bij het bieden nadrukkelijk centraal staan, zoals we ook zullen zien als vijfkaart hoog aan de orde komt. De JT s hebben ook een nadeel. Een zwak spel met een lange lage kleur, klaveren of ruiten, is moeilijk biedbaar (voorbeeld 5). Na 1SA zit er niets anders op dan te passen. Overigens geen groot nadeel. Met lengte in een lage kleur en genoeg punten voor de manche zullen we vrijwel altijd naar 3SA gaan; negen slagen zijn nu eenmaal makkelijker te maken dan elf. En met een limiethand kunnen we inviteren via 2SA.

2 In algemene zin geldt dat je met veel troeven vaak minder punten nodig hebt om een contract te maken. De grenzen voor een limietbod worden in het moderne bridge dan ook graag opgerekt De docent licht dit toe aan de hand van voorbeeld 10. De les wordt afgesloten met de tafelpuzzel, waarna er voldoende tijd overblijft om een flink aantal oefenspellen te spelen. De docent zegt aan het slot van deze eerste les heel duidelijk dat het huiswerk altijd is: het behandelde hoofdstuk bekijken en de bijbehorende kwisses maken. En wie tijd over heeft en 'maatjes' kan vinden speelt thuis een serie oefenspellen die de docent van tevoren gereed kan maken. Heel nuttig, leuk en leerzaam! 2. Slagen tellen en slagen ontwikkelen in een sans-atoutcontract Het tweede hoofdstuk gaat over het afspelen van een sansatout-contract. De cursisten hebben reeds kennis gemaakt met het kiezen van een werkkleur en met het snijden op een ontbrekende honneur. In deze les legt de docent de nadruk op de systematische behandeling van het afspel met behulp van een speelplan. Wat is een speelplan? Na de uitkomst, maar voordat hij bijspeelt uit de dummy, maakt de leider een plan hoe hij zijn contract kan maken volgens de STOP-procedure, zoals die maandelijks door Piet Spruit wordt toegelicht in zijn rubriek over Frans en Simone in het maandblad. Sta stil bij de situatie (wat is het contract, wat is de uitkomst en heeft de tegenpartij geboden) Tel je (vaste) slagen Ontwikkel een plan om voldoende slagen te ontwikkelen Pas dat plan toe in de praktijk Als hulpmiddel, om het speelplan te visualiseren gebruikt de docent een speelplanschema, dat hij vooraf op het whitebord zet. Bij elk voorbeeld vult hij dat met medewerking van de cursisten in. Vaste slagen Te ontwikkelen slagen in de werkkleur Totaal aantal vaste slagen Slagen volgens contract Te ontwikkelen slagen Met de volgende handen op het bord ( west speelt 3SA) kan de docent het tellen van de slagen en het ontwikkelen van honneurslagen toelichten V 3 H V 5 A H A H 4 B A 7 5 Totaal zes vaste slagen. Om negen slagen te kunnen maken moeten er ten minste drie ontwikkeld worden. Dat kan met harten als werkkleur. Vaste slagen Te ontwikkelen slagen in de werkkleur Honneurslagen ( A verjagen) Totaal aantal vaste slagen 9 Slagen volgens contract 3 Te ontwikkelen slagen Daarna laat de docent aan de hand van voorbeeld vijf zien dat honneurslagen ook kunnen worden ontwikkeld als je zowel de aas als de heer mist. Vervolgens legt de docent aan de hand van enkele van de voorbeelden 6, 7 en 8 uit hoe je met samen zeven, acht en negen kaarten in een kleur (en de tegenpartij dus met zes, vijf, resp. vier kaarten in die kleur) lengteslagen kunt ontwikkelen en hoe groot daarbij de kans op succes is. Aan de hand van voorbeeld 9 laat de docent zien dat je in een kleur soms zowel honneurslagen als lengteslagen kunt ontwikkelen. Het eerste deel van deze les wordt afgesloten met de tafelopdracht, gevolgd door een korte pauze.

3 * * * * * * * * * Na de pauze behandelt de docent de vijf meest voorkomende vormen van snijden, waarmee een of meer slagen ontwikkeld kunnen worden, indien de ontbrekende honneurs gunstig gesitueerd zijn: Snijden met een vork (voorbeeld 10) Snijden door honneur voor te zetten (voorbeeld 11) Snijden met een dubbele vork (voorbeeld 12) Herhaald snijden (voorbeeld 13) Snijden door naar een losse honneur toe te spelen (voorbeeld 14) De docent wijst er nadrukkelijk op dat bij het ontwikkelen van slagen door te snijden succes niet zeker is. Door te snijden heeft men een kans om een extra slag te ontwikkelen. Niet snijden betekent zeker geen extra slag! Belangrijk is om bij elk voorbeeld aan te geven waar de ontbrekende honneur(s) kunnen zitten, waar de ontbrekende honneur(s) moet zitten om een extra slag te ontwikkelen en hoe groot in de praktijk de kans is dat dat lukt. Het snijden op één honneur in de voorbeelden 10, 11 en 14 behoort voor de cursisten gesneden koek te zijn. Die voorbeelden kunnen dus zeer kort behandeld worden. Bij het snijden door een honneur voor te zetten kan de docent er op wijzen dat dit eigenlijk een combinatie is van snijden en honneurslagen ontwikkelen. De docent zou een voorbeeld van een chinese snit, die altijd fout zit, kunnen toevoegen. Voor veel beginnende bridgers nog altijd een eye-opener. Het herhaald snijden op een of twee honneurs in de voorbeelden 12 en 13 verdient een gedetailleerde behandelding. De les wordt afgesloten met de tafelpuzzel, waarna er ruimte is voor een aantal oefenspellen. De docent herhaalt nog eens dat het huiswerk altijd is: het behandelde hoofdstuk nog eens nalezen en de bijbehorende kwisses maken. En wie tijd heeft en 'maatjes' kan vinden speelt thuis een serie oefenspellen, die de docent van tevoren gereed kan maken. Heel nuttig, leuk en leerzaam! 3. Jacoby Transfers met precies een vijfkaart hoog In deze les worden de transfers behandeld met precies een vijfkaart in harten of schoppen, de meest voorkomende. De docent legt uit dat een transfer het ideale hulpmiddel is om een 5-3 fit in een hoge kleur te lokaliseren na een opening van 1SA (of na 2SA). De volgende biedserie komt op het bord of op het scherm (na 2SA gaat het net zo, dat kan in het boek worden nagelezen): West Oost 1 SA 2 (transfer) 2?? Hoe gaat het bieden nu verder met precies een vijfkaart in harten (met een vijfkaart in schoppen gaat het analoog)? Dan volgt de behandeling van de biedseries A en B. Deze handen kunnen als voorbeeld dienen bij biedserie A: A B A B 8 V H A V V H B 5 Het bieden eindigt via een JT in 4. West heeft voldoende troefsteun; een driekaart, kan natuurlijk ook een vierkaart zijn. Vervolgens verandert de docent 8 in 8 en wordt het 3SA; west past daarop. De biedserie, een JT, gevolgd door 3SA wordt nu getoond: manchekracht met precies een vijfkaart hoog. En de twee keuzes van de 1SA-openaar: pas, met als eindbod 3SA, of 4 (4 ). De docent benadrukt dat via de JT de vijfkaart / geheel gratis wordt getoond; de troefsteun bepaalt vervolgens het eindcontract.

4 Dan biedserie B, met de herbieding van 2SA. Dat is lastiger, maar de logica valt makkelijk in te zien. Het vorige voorbeeld kan iets worden aangepast: A B 8 V A B H A V V B 8 2 Eerst een JT, dan 2SA, waarop 3 het eindcontract wordt. Dan wordt 8 veranderd in 8 en eindigt het in 2SA; west past daarop. A B 8 V A B H A V A B 8 2 Nu is west maximaal. Na 2SA biedt hij 4 en nadat 8 weer is veranderd in 8 wordt het 3SA. Ook de herbieding van 2SA na een JT wordt zichtbaar gemaakt: limiethand met 8 à 9 punten en weer precies een vijfkaart in de hoge kleur. De 1SA-openaar kiest op basis van zijn puntenkracht en troefsteun: minimaal: 2SA ( pas ) zonder troefsteun, 3 / met troefsteun maximaal: 3SA zonder troefsteun, 4 / met troefsteun De tafelopdracht wordt gedaan en dan is het pauze. * * * * * * * * * De docent zegt dat we na een 1SA-opening bij partner nu twee belangrijke conventies tot onze beschikking hebben: Stayman, met één of twee vierkaarten hoog en een JT met ten minste een vijfkaart hoog. Dan komt de transferweigering ter sprake; de docent bespreekt voorbeeld 11. Het bieden van een tweede kleur wordt besproken aan de hand van voorbeeld 13. De docent benadrukt dat het bieden van een nieuwe kleur na een JT mancheforcing is en een sterk spel toont; de manche is zeker, een slem is mogelijk. Het bieden met lengte in beide hoge kleuren kan worden behandeld aan de hand van dit voorbeeld: H 6 5 A B 9 8 H V A B 9 6 V 8 7 A V B 2 9 West Oost 1 SA pas De docent laat de groep meedenken over het biedverloop. Wat biedt west na 2? Tot besluit wordt voorbeeld 17 besproken. De oosthand is te zwak voor een mancheforcing JT, gevolgd door 3. Dus Stayman, in de hoop dat de 1SA-openaar 2 of 2 biedt. Maar meestal zal het antwoord 2 zijn. Oost biedt dan zijn vijfkaart (2 ): Partner, ik heb een vijfkaart schoppen en ben zwak. West moet passen! Een belangrijke, niet forcing biedserie die zich in de praktijk regelmatig aandient; het doel is contractverbetering, De tafelpuzzel wordt gemaakt en dan is er nog ruimte voor een beperkt aantal oefenspellen. Het intermezzo op pag. 41 kan thuis worden gelezen en verder voor kennisgeving worden aangenomen.

5 Aan het eind van de les dringt de docent erop aan dat iedereen thuis hoofdstuk 3 met de kwisvragen bekijkt en zelf zijn antwoorden controleert met behulp van de antwoordenlijst. Ook wordt het thuis spelen van oefenspellen nog eens gestimuleerd (dat kan niet vaak genoeg gebeuren!) 4. De speelvolgorde in een sans-atoutcontract Het vierde hoofdstuk gaat over de volgorde, waarin gespeeld moet worden, bij het benutten van de mogelijkheden om slagen te ontwikkelen. Bij één werkkleur hebben wij dat in de tweede les uitgelegd: eerst de werkkleur ontwikkelen en pas daarna de (resterende) vaste slagen maken. Maar hoe benut je de kansen van meer dan één werkkleur en hoe ga je om met de risico s, die het benutten van die kansen bedreigen? De docent geeft aan dat hij in deze les de kansen en bedreigingen stuk voor stuk de revue zal laten passeren. Bij het maken van het speelplan worden de kansen en bedreigingen zo nodig tegen elkaar afgewogen. Als hulpmiddel, om het speelplan te visualiseren gebruikt de docent weer een speelplanschema, dat hij vooraf op het whitebord zet. Deze keer met een extra kolom voor de volgorde. Bij elk voorbeeld vult hij dat met medewerking van de cursisten in. Vaste Te ontwikkelen slagen Volg slagen in de werkkleur orde Totaal aantal vaste slagen Slagen volgens contract Te ontwikkelen slagen Aan de hand van voorbeeld een of twee laat de docent zien dat bij twee werkkleuren de voorkeur uitgaan naar de werkkleur, waarmee de meeste slagen kunnen worden ontwikkeld. Bij twee werkkleuren, waarmee evenveel slagen kunnen worden ontwikkeld, gaat de voorkeur uit naar de werkkleur die de grootste kans heeft om een slag op te leveren. Met voorbeeld 3 kan dat goed geïllustreerd worden. Dan stelt de docent de vraag aan de orde hoe je moet omgaan met het ontwikkelen van slagen om overslagen te maken. Op zich is het ontwikkelen van overslagen natuurlijk prima. Maar aan de hand van voorbeeld 5 laat hij zien dat dat niet verstandig is als daarmee het halen van het contract in gevaar komt. A H 2 H B H V H 8 2 A 9 West speelt 1SA en noord komt uit met V. Door de drie honneurslagen te ontwikkelen kan hij zijn contract maken. Maar als noord A heeft kan hij ook nog een overslag maken. Vaste slagen Te ontwikkelen slagen in de werkkleur Volg orde Honneurslagen ( A verjagen) 1 0 0/1 Snijden op A (50%) Totaal vaste slagen Resterende vaste slagen incasseren 7 Slagen volgens contract 3 Te ontwikkelen slagen 2 De docent laat zien dat als zuid echter A heeft het contract down gaat. Daarom eerst de drie honneurslagen ontwikkelen, vervolgens de resterende vaste slagen incasseren (contract is gemaakt) en pas daarna op A snijden. In de rechter kolom kan deze volgorde met 1, 2 en 3 worden aangegeven. Het eerste deel van deze les wordt afgesloten met de tafelopdracht, gevolgd door een korte pauze. * * * * * * * Na de pauze vraagt de docent aandacht voor de risico s bij de behandeling van werkkleuren en voor de de speelvolgorde, eventueel nuttige informatie door het meebieden van de tegenpartij of door de uitkomst.

6 Eerst staat de docent stil bij de risico s. Hij wijst nadrukkelijk op het gevaar dat bij een onzorgvuldige speelvolgorde slagen wel ontwikkeld kunnen worden, maar niet geïncasseerd. En dan is alle moeite voor niets geweest. Aan de hand van de voorbeelden 6 en 7 illustreert de docent de regel Honneurs korte kant eerst en het principe van uitduiken. Tenslotte wijst de docent er op dat bij het bepalen van de speelvolgorde ook informatie van de tegenpartij doorslaggevend kan zijn. Aan de hand van voorbeeld 8 illustreert hij hoe belangrijk de uitkomst kan zijn voor de speelvolgorde. Voorbeeld 9 of 10 kan hij gebruiken om te laten zien hoe belangrijk het bieden van de tegenpartij kan zijn. Voor het andere voorbeeld verwijst hij naar het boek. De les wordt afgesloten met de tafelpuzzel, waarna er ruimte is voor een aantal oefenspellen. De docent herhaalt nog maar eens dat het huiswerk altijd is: het behandelde hoofdstuk nog eens nalezen in het boek en de bijbehorende kwisses maken. Hij stimuleert ook het thuis spelen van een serie oefenspellen, die de docent van tevoren gereed kan maken. Nuttig, leuk en leerzaam! 5. Vijfkaart hoog, een eerste verkenning De docent vertelt iets over de ontstaansgeschiedenis. De meeste bridgers in Nederland zijn opgegroeid met iedere vierkaart is biedbaar. Makkelijk; als cursist had je daar houvast aan. In de jaren 90 werd dat anders. Steeds meer spelers gingen over op vijfkaart hoog, met alle consequenties van dien. Een 1 -opening kon opeens voorbereidend zijn. Niet vaak, maar je moest er toch rekening mee houden. Lastig uit te leggen aan beginnende bridgers en docenten hielden zich dus liever aan de didactisch vertrouwde regels; een goed leerplan voor vijfkaart hoog bleef uit. Na de Finish is een eerste aanzet daartoe. Het belangrijkste voordeel wordt genoemd. Als partner 1 opent of 1 weet je direct al dat hij ten minste een vijfkaart heeft; een driekaart steun is dus al genoeg om bij te bieden. Dit wordt ons eerste voorbeeld: V 8 B 5 H B 3 2 A B 2 H H 9 6 B Vroeger kon west zowel een vier- als een vijfkaart harten hebben en bood je als oost 1SA; nu staat de vijfkaart vast en bied je 2, duidelijk een beter contract. Dan voorbeeld 5. Geen probleem; we openen 1 en herbieden 2. De problemen ontstaan als we een vierkaart / hebben. Met een vierkaart erbij in / gaat het nog steeds goed; we openen 1 / zoals we vroeger ook deden. Maar wat doen we met bijvoorbeeld een of een ? De docent probeert de groep aan de hand van voorbeeld 6 een antwoord te ontlokken. Het werkt het beste als de cursisten een biddingbox gebruiken en het kaartje met het gekozen antwoord tegelijk neerleggen. De docent legt uit dat 1 niet altijd echt hoeft te zijn en in sommige gevallen op een driekaart kan/moet worden gedaan. Nu komt voorbeeld 7. Handen met twee vierkaarten hoog en 3-2 of 2-3 in de lage kleuren hebben geleid tot ellenlange discussies tussen voor- en tegenstanders van vijfkaart hoog. Wat te openen? De docent laat de cursisten opnieuw meedenken; iedereen zal nu wel voor 1 kiezen. Vervolgens komt de uitleg. Opnieuw 1 ; in dit geval dus op een tweekaart.

7 De 1 -opening is dus een soort vergaarbak geworden. We noemen dat de voorbereidende klaveren, soms ook wel Dutch doubleton. Omdat 1 niet echt hoeft te zijn is het in een wedstrijd verplicht de tegenpartij daarop opmerkzaam te maken. De partner van openaar doet dat door een alertkaartje neer te leggen en desgevraagd mee te delen dat 1 voorbereidend kan zijn. Overigens kan niet vaak genoeg worden gezegd dat 1 meestal, ruwweg drie van de vier keer, echt is, een vierkaart dus of langer; de kans op een tweekaart is slechts ca 6%. In hoofdstuk 7 komen we daarop terug. Het overzicht van bl. 58 komt nu op het bord of op het scherm. Dan volgt de tafelopdracht en een korte pauze. * * * * * * * * * Na de pauze gaan we op zoek naar de fit en vooral met een zwakke of gelimiteerde hand leggen we een fit, samen acht kaarten of meer, zo snel mogelijk vast. De voorbeelden 8 en 9 worden besproken. De docent benadrukt dat het vastleggen van de fit vooral belangrijk is bij minder sterke handen. De tegenpartij biedt dan vaak mee en tegenwoordig wordt niets nagelaten om elkaar de deelscore te betwisten. Als een cursist vraagt hoe we reageren met een sterke hand zegt de docent dat we dan minder haast hebben en het bieden rustig kunnen opbouwen; hij gaat hier verder niet op in. Dan voorbeeld 13. Weinig punten, maar wel negen troeven samen. En die negende troef blijkt in de praktijk bijna altijd een extra slag op te leveren, zoals we straks nog zullen zien. En dus hup 3! Het mes snijdt aan twee kanten; 3 heeft een goede maakkans en het maakt het voor de tegenpartij lastig om nog in de bieding te komen. Voorbeeld 14 kan makkelijk worden toegevoegd door in 13 een harten te vervangen door een vijfde schoppen. Nu volgt voorbeeld 15 met de biedserie: West Noord Oost Zuid pas pas?? Beide partijen hebben een fit en betwisten elkaar de deelscore, een situatie die zich in de praktijk regelmatig voordoet. De punten zullen ongeveer gelijk verdeeld zijn. Wat doet oost: 3 of pas? Is er een soort wet die ons kan helpen? Ja, die is er (volgt straks) en volgens die wet moet oost 3 bieden! Hoeveel troeven hebben west en oost samen? De docent ontlokt het antwoord aan de groep en vertelt dan dat het aantal troeven (hier 9) onze keus bepaalt. De Wet komt nu aan de orde, de Wet van het totaal aantal slagen ; een moeilijk, maar fascinerend onderwerp. De docent vertelt dat die belangrijke wet al in 1956 werd ontdekt door de Fransman Jean René Vernes die, als lid van de International Academy, onderzoek deed naar allerlei aspecten van bridge in relatie tot de kansrekening. Hij onderzocht een groot aantal WK-spellen met een concurrerend biedverloop en constateerde dat de som der slagen die NZ en OW afzonderlijk konden maken met hun kleur als troef, vrijwel altijd gelijk was aan de som der troeven die NZ en OW elk in hun troefkleur hadden. Ofwel met acht troeven bij NZ en negen bij OW zijn er in totaal 17 slagen. Dat aantal is niet afhankelijk van punten of distributie. Een heer die goed zit voor de ene partij zit fout voor de andere, maar het totaal aantal slagen blijft gelijk. Vernes onderging het lot van veel wetenschappers; de wet kreeg nauwelijks aandacht en werd vervolgens vergeten. Tot de Amerikaan Larry Cohen in 1993 zijn Bolstip inzond: Eight never, nine ever (met acht nooit, met negen altijd). Gebaseerd op de wet van Vernes en later door Cohen ook als zodanig benoemd. Het is leuk om te vertellen dat de Bolstips gebaseerd waren op een idee van Herman Filarski, waarbij topspelers werd gevraagd een voor mindere spelers bruikbare bied- of speeltip te geven. De tip van Cohen werd een wereldhit en bracht een omwenteling teweeg in de aanpak van het competitieve (concurrerende) bieden. Hoe werkt dat nu in de praktijk?

8 West Noord Oost Zuid pas pas?? 3 is goed als zowel 3 als 3 wordt gemaakt (9+9=18 slagen) 3 is ook goed als het wordt gemaakt en 3 niet meer dan één down gaat (9+8=17 slagen) 3 is niet goed als zowel 3 als 3 één down gaat (8+8=16 slagen) De docent toont deze twee voorbeelden: West 1 West 2 V V A A H 6 5 H We passen de wet toe; de negende troef is de sleutelkaart. Met een vierkaart schoppen (west 1) en dus negen troeven samen wordt 3 geboden. Met hand 2 moet west passen; met maar acht troeven is 3 meestal te hoog. Ofwel: Met acht nooit, met negen altijd! De docent rondt af en zegt dat de wet internationaal zo ongeveer heilig wordt verklaard. Dat is wat overdreven; de wet is niet meer dan een hulpmiddel. Meestal klopt het, maar zeker niet altijd. De kwetsbaarheid is uiteraard ook van belang; kwetsbaar moet je vaak wat voorzichtiger zijn. De tafelpuzzel wordt gemaakt en dan is er nog ruimte voor een beperkt aantal oefenspellen. De docent dringt erop aan dat iedereen thuis hoofdstuk 5 nog eens goed bekijkt en de kwisvragen invult; de antwoorden kunnen worden gecontroleerd met behulp van de antwoordenlijst achter in het boek. Het intermezzo op pag. 65 is nuttig en kan ook thuis worden gelezen. 6. Verliezers tellen bij het spelen van een troefcontract Het afspelen van een troefcontract verschilt wezenlijk van het afspelen van een sans-atoutcontract vanwege de mogelijkheid om te kunnen troeven. De basis voor het afspel is weliswaar nog steeds het speelplan op basis van de STOP-procedure, zoals uitgelegd in hoofdstuk twee, maar niet in termen van vaste slagen en te ontwikkelen slagen, maar in termen van verliezers en weg te werken verliezers. De docent doet er verstandig aan om de cursisten vooraf te vertellen dat de ervaring leert dat het tellen van verliezers als lastig wordt ervaren. En niet alleen door beginnende bridgers! Daarom zal hij de gehele les besteden aan het leren tellen van het aantal verliezers door de leider als basis voor het speelplan van een troefcontract. Juist omdat verliezers tellen als moeilijk wordt ervaren is het belangrijk dat de docent begint met uit te leggen waarom er in een troefcontract verliezers in plaats van vaste slagen worden geteld. Hij kan hiervoor de voorbeelden 1 en 2 gebruiken, die maar een paar kaarten van elkaar verschillen. Als hulpmiddel, om het speelplan te visualiseren gebruikt de docent weer een speelplanschema, dat hij vooraf op het whitebord zet. De vaste slagen zijn vervangen door verliezers, de te ontwikkelen slagen door weg te werken verliezers. Bij elk voorbeeld vult hij dat met medewerking van de cursisten in. Verliezers Weg te werken verliezers Totaal aantal verliezers Verliezers volgens contract Weg te werken verliezers De docent vertelt dat de verliezers in eerste instantie worden geteld vanuit de hand van de leider, maar dat hij na de pauze zal ingaan op de situatie waarin de dummy meer troeven heeft dan de leider.

9 Bij het oefenen in het tellen van het aantal verliezers in de troefkleur kan de docent het beste een voorbeeld van de troeven van oost en west (of van noord en zuid) op het bord zetten en steeds een kaart te wijzigen, bijvoorbeeld: HVB32 A765 HVB AVB AB Hetzelfde geldt voor het oefenen in het tellen van het aantal verliezers in de zijkleuren met als thema s: Tel bij het bepalen van het aantal verliezers vanuit de hand de honneurs in de dummy mee Een honneur, die je kunt maken of verliezen wordt geteld als een (mogelijke) verliezer Een lengteslag, die je kunt maken bij een gunstige verdeling wordt geteld als (mogelijke) verliezer In een zijkleur zijn nooit meer verliezers dan het aantal kaarten van die kleur in de hand van waaruit geteld wordt Daarvoor kan de docent bijvoorbeeld de volgende reeks gebruiken: AV6 H75 A86 H75 AB6 H75 A864 H753 A864 H75 A86 H H753 8 H753 Tenslotte kunnen de verliezers per spel worden geteld; bijvoorbeeld met voorbeeld 10. De voorbeelden 8 en 9 kunnen de cursisten nalezen in het boek. A H A 5 3 V 9 7 V B 7 6 A A Het aantal verliezers kan door de dopcent in samenspraak met zijn cursisten in het speelplanschema worden gezet dat hij tevoren op het whitebord heeft gezet. Verliezers Weg te werken verliezers Totaal aantal verliezers 3 Verliezers volgens contract 2 Weg te werken verliezers West speelt 4 en noord komt uit met H. In schoppen heeft hij geen verliezers. In harten slechts één, want een derde harten troeft hij af. In ruiten heeft hij twee verliezers en in klaveren ook als H bij noord zit. Totaal dus vijf verliezers terwijl hij volgens zijn contract maar drie slagen mag verliezen. Hij moet er dus twee verliezers zien weg te werken. Als er tijd over is zou de docent aan de cursisten kunnen vragen of zij een idee hebben welke twee dat (kunnen) zijn. Het eerste deel van deze les wordt afgesloten met de tafelopdracht, gevolgd door een korte pauze. * * * * * * * Na de pauze laat de docent aan de hand van de voorbeelden 11 en 12 zien dat de dummy soms meer troeven heeft dan de leider en dat de leider in dat geval zijn verliezers telt vanuit de hand van de dummy. Als laatste staat de docent aan de hand van de voorbeelden 13 en 14 stil bij de mogelijkheid dat de uitkomst van de tegenpartij van invloed is op het aantal verliezers. De les wordt afgesloten met de tafelpuzzel, waarna er ruimte is voor een aantal oefenspellen. De docent blijft herhalen dat het huiswerk altijd is: het behandelde hoofdstuk nog eens nalezen in het boek en de bijbehorende kwisses maken. Ook benadrukt hij weer het belang van thuis een serie oefenspellen, die de docent van tevoren gereed kan maken.

10 7. Vijfkaart hoog, de consequenties De docent herhaalt de afspraken die we in hoofdstuk 5 maakten voor het openen met een vijfkaart hoog. De voorwaarden voor een 1 -opening worden apart genoemd en zo mogelijk getoond. De docent vertelt dat de volgende mededeling bij het begin van een nieuwe ronde tegenwoordig heel gebruikelijk is: Wij spelen vijfkaarten hoog; onze één klaveren kan dus een tweekaart zijn. Een leuk opstapje om te vertellen dat een 1 -opening weliswaar voorbereidend is, maar dat het met die tweekaart wel meevalt. Als je 1 opent is de kans dat die kleur echt is, een vierkaart of langer, ca 76%; de kans op een driekaart is ca 18%. Een tweekaart dient zich in ca 6% van de gevallen aan; slechts één van de ca 16 keer dat we 1 openen. De conclusie is dat we er in principe vanuit moeten gaan dat 1 echt is. En we moeten dus niet al te bang zijn om partner in die kleur te steunen. De voorbeelden 2a en b worden getoond, beide een voorbereidende 1 -opening. In dat geval heeft openaar dus altijd één of twee vierkaarten hoog. Dan komen deze vier handen op het bord of op het scherm: 1) 2) 3) 4) V B B V 9 8 B 6 3 V V B 7 6 V 10 8 A A H B V B 7 3 Partner opent 1 ; wat is ons bijbod? De docent laat de groep eerst zelf het antwoord geven met behulp van hun biddingbox. In 1 bieden we 1SA. Weliswaar 10 punten, maar geen hand waar je warm voor loopt; als partner minimaal is zit je gauw te hoog. In 2 bieden we 2. Partners 1 is meestal echt, maar je moet toch rekening houden met een korte kleur; ons steunbod belooft daarom een vijfkaart. In 3 bieden we 1 ; een 1-over-1 antwoord in een hoge kleur heeft altijd voorrang. In 4) is ons bijbod pas. We gaan er vanuit dat 1 echt is; als je bijbiedt kom je gauw te hoog. De testvragen op pag. 81 zijn verwerkt in de tafelopdracht. * * * * * * * * * Na de pauze komt het verdere bieden na 1 of 1 aan de orde. De docent benadrukt nog eens dat we met een zwak of gelimiteerd spel zo snel mogelijk de fit vastleggen (de voorbeelden 11 en 12). Met een sterk spel heeft dat vastleggen van een fit minder haast; de docent geeft geen voorbeeld en volstaat met te zeggen dat we in dat geval meer tijd hebben om de bieding rustig op te bouwen. Dan voorbeeld 15, het limietantwoord. De docent herhaalt nog eens dat we met een vierkaart troefsteun, dus negen troeven, ook met een puntje minder al snel 3 / mogen bijbieden (pluspunten). De docent vertelt dat in het moderne bieden een limietantwoord van 2SA na 1 / zelden voorkomt (met 10 punten kan immers ook een kleur op 2-niveau worden geboden). Topspelers bedachten daarom een meer praktische invulling voor het 2SA-antwoord: een limietantwoord met 10/12 punten, met een vierkaart troefsteun. Of een driekaart, met aan het hoofd een tophonneur. De docent toont voorbeeld 16; het zogeheten fitbod, ook wel Jacoby 2SA genoemd. Vermeld wordt dat openaar, in antwoord op een 2SA-fitbod, 3 / biedt als hij minimaal is en 4 / als hij dat wil spelen; ieder ander bod toont een sterk spel. Wat is het voordeel van zo n fitbod? Aan direct 3 / (of 4 / ) na 1 / kan nu een preëmptieve betekenis worden toegekend. In het moderne bridge wordt nu eenmaal niets nagelaten om het de tegenpartij moeilijk te maken (voorbeeld 17).

11 Tot besluit onderschrijft de docent nogmaals het belang van de Wet : bied met minder sterke spellen en negen troeven op 3-niveau, met tien troeven op 4-niveau en kwetsbaar zijn we iets voorzichtiger. De tafelpuzzel wordt gemaakt en we sluiten weer af met een serie oefenspellen. 8. Verliezers wegwerken en speelvolgorde in een troefcontract Het achtste hoofdstuk gaat over de mogelijkheden om verliezers weg te werken en over de daarbij behorende speelvolgorde. Ook nu legt de docent de nadruk op de systematische behandeling van het afspel met behulp van een speelplan, dat gemaakt wordt met behulp van de STOP-procedure: Sta stil bij de situatie (wat is het contract, wat is de uitkomst en heeft de tegenpartij geboden) Tel je (mogelijke) verliezers Ontwikkel een plan om voldoende verliezers weg te werken Pas dat plan toe in de praktijk Als hulpmiddel, om het speelplan te visualiseren gebruikt de docent opnieuw een speelplanschema, dat hij vooraf op het whitebord zet. Vaste slagen zijn vervangen door verliezers, te ontwikkelen slagen door weg te werken verliezers. Bij elk voorbeeld laat hij de cursisten de verliezers tellen en suggesties doen welke verliezers op welke manier kunnen worden weggewerkt. Verliezers Weg te werken verliezers Totaal aantal verliezers Verliezers volgens contract Weg te werken verliezers Volgorde De docent benadrukt dat het wegwerken van verliezers in een troefcontract anders gaat dan het ontwikkelen van extra slagen in een sans-atoutcontract. Bij een troefcontract staat de vraag centraal of de leider moet beginnen met de troeven te trekken of dat hij dat beter kan uitstellen. De docent begint te stellen dat eerst de troeven trekken meestal goed is. Hij laat vervolgens drie manieren zien hoe verliezers na het troeftrekken kunnen worden weggewerkt. Aan de hand van voorbeeld een laat hij zien dat na het troeftrekken een verliezer kan worden weggewerkt door in te troeven aan de korte (met de minste troeven) kant. In het speelplanschema hebben de cursisten eerst de verliezers geteld en daarna onder regie van de docent vastgesteld dat de derde ruitenslag in de dummy kan worden getroefd. Ook de speelvolgorde wordt in het schema aangegeven. De eerste slag nemen met A, daarna de troeven trekken en vervolgens een ruiten weggeven. Weer aan slag kan de derde ruiten (een van de verliezers) in dummy worden getroefd. Verliezers Weg te werken verliezers 0 Troeven trekken e slag nemen met A -slag weggeven Weer aan slag 3 e troeven in dummy Totaal aantal verliezers 3 Verliezers volgens contract 1 Weg te werken verliezers Volgorde Dat met een introever aan de lange (met de meeste troeven) kant geen verliezer wordt weggewerkt, laat hij zien aan de hand van voorbeeld 2. Met voorbeeld 3 laat hij zien hoe na het troeftrekken een verliezer kan worden weggewerkt door deze af te gooien op een honneur van de dummy.

12 Tenslotte vertelt hij dat als alle troeven van de tegenpartij zijn getrokken, je ook de technieken zoals besproken bij sans-atoutcontracten, kunt gebruiken om verliezers weg te werken, i.c. het ontwikkelen van lengteslagen en het snijden. Hij verwijst daarbij naar voorbeeld 4 in het boek en naar het tweede deel van hoofdstuk 4. Aan de hand van voorbeeld 6 laat hij zien dat soms ook tijdens het troeftrekken een verliezer kan worden weggewerkt. Voor meer voorbeelden verwijst hij naar het boek. Het eerste deel van deze les wordt afgesloten met de tafelopdracht, gevolgd door een korte pauze. * * * * * * * Na de pauze stelt de docent aan de orde dat eerst de troeven trekken weliswaar meestal goed is, maar niet altijd. Met voorbeeld 8 laat hij zien dat, indien na het troeftrekken er aan de korte kant geen troeven meer over zijn om verliezers te troeven, de leider er verstandig aan doet om het troeftrekken even uit te stellen totdat hij zijn introever(s) heeft gemaakt. Aan de hand van voorbeeld 9 laat hij zien dat ook het ontbreken van troef aas voor de leider een reden kan zijn om het troeftrekken even uit te stellen. Namelijk als hij een verliezer kan afgooien op een honneur van de dummy voordat de tegenpartij die kan incasseren doordat ze met troef aas aan slag komt. Daarna stelt de docent aan de orde dat er ook spellen zijn, waarbij verliezers weggewerkt kunnen worden zonder troeftrekken. De docent vertelt er bij dat deze techniek gebaseerd is op het over en weer troeven als leider en dummy kort zijn in een verschillende zijkleur. Hiervoor wordt ook vaak de engelse term cross ruff gebruikt. De docent illustreert dat met voorbeeld 10. Tenslotte vertelt de docent dat ook in troefcontracten het meebieden van de tegenpartij bepalend kan zijn voor de speelvolgorde, zoals hij met voorbeeld elf laat zien. De les wordt afgesloten met de tafelpuzzel, waarna er ruimte is voor een aantal oefenspellen. Onder het motto oefening baart kunst adviseert de docent zijn cursisten om zo veel mogelijk te oefenen, zowel thuis als op de club, om het geleerde in praktijk te brengen.

Martin en Henk Slagmolen

Martin en Henk Slagmolen Bridgeleerboek voor iedereen natuurlijk met Standaard Hoog DIDACTISCH MODEL, OPZET LESMETHODE en INHOUD VAN DE HOOFDSTUKKEN Martin en Henk Slagmolen 1 Opzet en didactisch model Doel Leerboek voor toekomstige

Nadere informatie

Langste kleur eerst. Van twee of drie 4 kaarten de laagste eerst. Van twee 5 kaarten de hoogste eerst.

Langste kleur eerst. Van twee of drie 4 kaarten de laagste eerst. Van twee 5 kaarten de hoogste eerst. 1. Bieden Bridge Handleiding versie 1-0 Openen op 1 niveau in een kleur (11-19 punten): Langste kleur eerst. Van twee of drie 4 kaarten de laagste eerst. Van twee 5 kaarten de hoogste eerst. Regel van

Nadere informatie

Flits 1. Les 6 IN GESPREK

Flits 1. Les 6 IN GESPREK Flits 1 Les 6 IN GESPREK Tafelopdracht 7.1 Hoeveel ruiten slagen mogelijk? vier 3SA zuid leider V 7 2 B 8 3 B 108 7 7 6 5 Wat is de entree in de dummy? V Welke kleur als eerste ontwikkelen? ruiten dummy

Nadere informatie

Flits 2. Bridge in een flits II

Flits 2. Bridge in een flits II Flits 2 Bridge in een flits II Speelplan Sans Atout Maak een speelplan VOORDAT je in slag 1 bijspeelt 1. Welke (hoeveel) vaste slagen heb ik 2. Waar en hoe komen de ontbrekende slagen vandaan Dwing hoge

Nadere informatie

De herbieding van de antwoordende hand

De herbieding van de antwoordende hand De herbieding van de antwoordende hand Als uw partner heeft geopend met één in een kleur, u een bijbod heeft gegeven en uw partner zijn herbieding heeft gedaan, heeft u meestal een goed beeld van het spel.

Nadere informatie

Contract 2 Volgbod en informatiedoublet Leidraad hoofdstuk 1

Contract 2 Volgbod en informatiedoublet Leidraad hoofdstuk 1 Contract 2 Volgbod en informatiedoublet Leidraad hoofdstuk 1 Kerndoelen De cursist kan vertellen - welke redenen er zijn om een volgbod te doen - aan welke voorwaarden een volgbod moet voldoen - wat de

Nadere informatie

Les 3. Les 3 AFSPELEN. richtlijnen voor goed afspel

Les 3. Les 3 AFSPELEN. richtlijnen voor goed afspel Les 3 Les 3 AFSPELE richtlijnen voor goed afspel De aanpak Open met 12 punten of meer. Partner overweegt of een manche (25pt samen) mogelijk is (punten tellen) Ga op zoek naar een fit (samen tenminste

Nadere informatie

Bridge in een flits II

Bridge in een flits II Flits 2 Speelplan Sans tout Maak een speelplan VOORDT je in slag 1 bijspeelt 1. Welke (hoeveel) vaste slagen heb ik 2. Waar en hoe komen de ontbrekende slagen vandaan Bridge in een flits II Dwing hoge

Nadere informatie

Les 6 IN GESPREK. Tafelopdracht 7.1. Tafelopdracht 7.2. Tafelopdracht 7.3. Tafelopdracht 7.5. Tafelopdracht 7.4. Hoeveel ruiten slagen mogelijk?

Les 6 IN GESPREK. Tafelopdracht 7.1. Tafelopdracht 7.2. Tafelopdracht 7.3. Tafelopdracht 7.5. Tafelopdracht 7.4. Hoeveel ruiten slagen mogelijk? Tafelopdracht 7.1 Les 6 I GESPREK Hoeveel ruiten slagen mogelijk? vier Wat is de entree in de? V Welke kleur als eerste ontwikkelen? ruiten zuid V 7 2 B 8 3 B 10 8 7 7 6 5 A H 3 A 9 2 A H V H B 4 3 Tafelopdracht

Nadere informatie

Les 9 Slembieden. Zelftest! Klein slem (6-bod: 12 slagen) Groot slem (7-bod: 13 slagen) Distributiepunten:

Les 9 Slembieden. Zelftest! Klein slem (6-bod: 12 slagen) Groot slem (7-bod: 13 slagen) Distributiepunten: Les 9 Slembieden elftest! Klein slem (6-bod: 12 slagen) Groot slem (7-bod: 13 slagen) Distributiepunten: Grote aantrekkingskracht premie: klein slem 500/750 groot slem 1000/1500 Wat is hiervoor nodig?

Nadere informatie

Les 4. Antwoorden op Partners opening. vormgeving: Ton Walbeek. Ons antwoord op openingsbod partner

Les 4. Antwoorden op Partners opening. vormgeving: Ton Walbeek. Ons antwoord op openingsbod partner Les 4 Antwoorden op Partners opening vormgeving: Ton Walbeek Ons antwoord op openingsbod partner Resumé les 3 Troefcontract: Trek troef SA: ontwikkel lange kleur Slagen maken: - Incasseren - Ontwikkelen

Nadere informatie

Transfer - biedingen na de 1SA / 2SA opening

Transfer - biedingen na de 1SA / 2SA opening Transfer - biedingen na de / 2SA opening De gebruikelijke antwoorden op een SA opening zijn: na pas 0-8 punten, verdeelde kaart 2 SA limietbod, 9 punten en een verdeelde kaart 2 Stayman, vanaf 8 punten

Nadere informatie

Tip: Bouw het bieden rustig op. Spring pas als je de juiste speelsoort hebt gevonden.

Tip: Bouw het bieden rustig op. Spring pas als je de juiste speelsoort hebt gevonden. Bridge Handleiding versie 2 1. Bieden Tip: Bouw het bieden rustig op. Spring pas als je de juiste speelsoort hebt gevonden. Openen op 1 niveau in een kleur (11-19 punten): Langste kleur eerst. Van twee

Nadere informatie

5. Het speelplan in troef. Leerboekjes op elk niveau CD s

5. Het speelplan in troef. Leerboekjes op elk niveau CD s 5. Het speelplan in troef Leerboekjes op elk niveau CD s Het Speelplan Na de uitkomst: Eérst nadenken : - bekijk dummy, - ga biedverloop na, - beoordeel uitkomst Maak dan een speelplan Speel dàn pas bij

Nadere informatie

Herhaling: Een in een kleur opening

Herhaling: Een in een kleur opening Welkom bij les 8 Herhaling een in een kleur opening Herhaling bijbieden Herhaling opening 1Sa Herhaling Stayman conventie/jacoby caonventie Tussen bieden Openingen op 2 niveau. Biedoefeningen. Azen vragen

Nadere informatie

Les 10. Hoog in de boom. Openingen op 2 niveau en hoger. vormgeving: Ton Walbeek. Die begint gelijk hoog

Les 10. Hoog in de boom. Openingen op 2 niveau en hoger. vormgeving: Ton Walbeek. Die begint gelijk hoog Les 10 Hoog in de boom 3 Openingen op 2 niveau en hoger vormgeving: Ton Walbeek Die begint gelijk hoog Flits 2 Sterke openingen 2SA : SA verdeling 20 22 punten 2 : andere verdelingen 20 + punten óf heel

Nadere informatie

Reverse bieden. 1. Voorbeelden van sterke herbiedingen

Reverse bieden. 1. Voorbeelden van sterke herbiedingen Reverse bieden Tot de belangrijkste biedingen in het bridge behoren het tweede bod van de openaar en het tweede bod van de antwoordende hand. Hiermee worden zowel de verdeling als de kracht van de hand

Nadere informatie

Inhoudsopgave TINTELENDE TIPS:

Inhoudsopgave TINTELENDE TIPS: Inhoudsopgave TINTELENDE TIPS: 1. Openen en de regel van 20 en 15...2 2. De Biddingbox...5 3. Bijbieding na kleuropening...7 4. Herbieding...9 5. Bijbieding na 1SA-opening...10 6. Kaartwaardering...12

Nadere informatie

Bridge voor beginners Bridge, een spel voor jong en oud

Bridge voor beginners Bridge, een spel voor jong en oud Bridge voor beginners Bridge, een spel voor jong en oud Auteur: Barth Bakker Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. De kaarten 3. Bieden 4. Het openingsbod 5. Het contract 6. Puntentelling 7. Bijbod 8. Limietbod

Nadere informatie

Oost A1064 West. HV6 A HV95 A75 Oost A HV6 8

Oost A1064 West. HV6 A HV95 A75 Oost A HV6 8 Kaartwaardering Sinds het begin van het bridgespel zijn er vele methoden van kaartwaardering ontworpen. Het huidige 4-3- 2-1 puntensysteem is al in 1915 door Bryan McCambell bedacht. Pas vele jaren later

Nadere informatie

5. Het speelplan in troef. Speelplan SA vs troef (1) 3 een verliezer wegwerken. Stap 1 SA-contract. Stap 1 troef-contract.

5. Het speelplan in troef. Speelplan SA vs troef (1) 3 een verliezer wegwerken. Stap 1 SA-contract. Stap 1 troef-contract. biedsituaties A B 5. Het speelplan in???? Bieden? Ja nee Partner heeft + Alleen met 8/9 pt Speelplan SA vs () Stap SA- Stap - a de uitkomst: Eerst nadenken : Het Speelplan bekijk dummy, ga biedverloop

Nadere informatie

1. Vijfkaart hoog. a. A V B 4 3 b. A B 7 6 c. A B 7 6 V B 4 3 A B 7 A B V B 4 H 9 5 V

1. Vijfkaart hoog. a. A V B 4 3 b. A B 7 6 c. A B 7 6 V B 4 3 A B 7 A B V B 4 H 9 5 V 1. Vijfkaart hoog In de beide voorgaande delen van Begin met Bridge is het openingsbod van 1 in een kleur besproken. Dit hoofdstuk beginnen we met een samenvatting van die afspraken. Vervolgens gaan we

Nadere informatie

Les 8. Tussenbieden. vormgeving: Ton Walbeek. lekker storen, het liefst met een sprong

Les 8. Tussenbieden. vormgeving: Ton Walbeek. lekker storen, het liefst met een sprong Les 8 Tussenbieden vormgeving: Ton Walbeek lekker storen, het liefst met een sprong Het Volgbod Met goede lange (5+) kaart en / of Met puntenkracht (zonder lengte: opening) Tussenbieden Waaromzou je het

Nadere informatie

Les 2. The bloody limit. vormgeving: Ton Walbeek

Les 2. The bloody limit. vormgeving: Ton Walbeek Les 2 The bloody limit vormgeving: Ton Walbeek Ongelimiteerd vs gelimiteerd (1) Wat belooft Zuid? 4+ krt 6 + pnt Mag Noord sen? Neen! B 7 9 H 8 7 6 9 7 B 8 4 2 1 1 Leerpunt Zuid kan 6 punten hebben. maar

Nadere informatie

Een combinatie van kaarten (meestal honneurs), waartussen er één ontbreekt noemt men een 'vork'. Een paar voorbeelden:

Een combinatie van kaarten (meestal honneurs), waartussen er één ontbreekt noemt men een 'vork'. Een paar voorbeelden: Snijden 1. De snit in zijn eenvoudigste vorm Eerst herhalen we even nog wat 'oude' stof over het snijden: 1) AV???? 32 In voorbeeld 1 is dit de positie van de schoppenkleur. De resterende negen kaarten

Nadere informatie

Bridge in een flits II (vervolgcursus)

Bridge in een flits II (vervolgcursus) Flits 2 Bridge in een flits II (vervolgcursus) 10 maandagavonden 19.30- ca 22.15 Docent : Maurice Peereboom mpeereboom@gmail.com Peersite.weebly.com BIC: peer57 (docent): Klas 315 ieuwe boeken Bridgeleerboek

Nadere informatie

5. Het speelplan in troef. Speelplan SA vs troef (1) 3 een verliezer wegwerken. Stap 1 SA-contract. Stap 1 troef-contract.

5. Het speelplan in troef. Speelplan SA vs troef (1) 3 een verliezer wegwerken. Stap 1 SA-contract. Stap 1 troef-contract. biedsituaties A B 5. Het speelplan in???? Bieden? Ja nee Partner heeft + Alleen met 8/9 pt Speelplan SA vs () Stap SA- Stap - a de uitkomst: Eerst nadenken : Het Speelplan bekijk dummy, ga biedverloop

Nadere informatie

Les 12. Conventies. een afspraakje. vormgeving: Ton Walbeek

Les 12. Conventies. een afspraakje. vormgeving: Ton Walbeek Les 12 Conventies vormgeving: Ton Walbeek een afspraakje Conventies en alerteren Natuurlijk bieden: 2 belooft echte klaveren Speciale afspraken 2 (Stayman na 1S) vraagt om en / of partner lert: ls er een

Nadere informatie

Les 8. Tussenbieden. vormgeving: Ton Walbeek. lekker storen, het liefst met een sprong

Les 8. Tussenbieden. vormgeving: Ton Walbeek. lekker storen, het liefst met een sprong Les 8 Tussenbieden vormgeving: Ton Walbeek lekker storen, het liefst met een sprong Terminologie West Noord Oost Zuid 1 1 1 2 openingsbod volgbod of tussenbod bijbod antwoord op volgbod Het bieden is een

Nadere informatie

Les 10. Naar slem. vormgeving: Ton Walbeek

Les 10. Naar slem. vormgeving: Ton Walbeek Les 10 Naar slem vormgeving: Ton Walbeek Slemhanden (1) West leider in SA Uitkomst Noord: H Hoeveel slagen? 13-1 harten - 6 schoppen - 5 ruiten - 1 klaveren A V B T 6 2 8 H 8 3 A 7 4 W N Z O samen H 8

Nadere informatie

Les 6. De herbieding van de openaar. vormgeving: Ton Walbeek. het biedgesprek voortzetten

Les 6. De herbieding van de openaar. vormgeving: Ton Walbeek. het biedgesprek voortzetten Les 6 De herbieding van de openaar het biedgesprek voortzetten vormgeving: Ton Walbeek To bid or not to bid (1) Wat belooft Noord? hartenfit 6-9 punten Manche kansen? Nee Bieding Zuid? pas W N O Zuid gelimiteerd

Nadere informatie

Muiderbergse 2 - en 2 -opening

Muiderbergse 2 - en 2 -opening Muiderbergse 2 - en 2 -opening 1. Inleiding Tot de jaren '70 werd er relatief veel aandacht besteed aan het opbouwen van een constructief biedsysteem. Het doel was: zelf zo accuraat mogelijk bieden. Minder

Nadere informatie

Informatiedoublet en 1SA-volgbod

Informatiedoublet en 1SA-volgbod Informatiedoublet en 1SA-volgbod De partij die de bieding opent, heeft meestal een kleine voorsprong op de tegenpartij. De partner van de openaar beschikt direct over gerichte informatie. Bovendien neemt

Nadere informatie

Les 11. Hoog in de boom. Openingen op 2 niveau en hoger. vormgeving: Ton Walbeek. Die begint gelijk hoog

Les 11. Hoog in de boom. Openingen op 2 niveau en hoger. vormgeving: Ton Walbeek. Die begint gelijk hoog Les 11 Hoog in de boom 3 Openingen op 2 niveau en hoger vormgeving: Ton Walbeek Die begint gelijk hoog SA-biedingen SA-verdeling 4-3-3-3 4-4-3-2 5-3-3-2 12-14 pnt 15-17 pnt 18-19 pnt 20-22 pnt 1 1SA 1

Nadere informatie

Het openingsbod. Het Project Biedermeijer Groen. Het Project Biedermeijer Groen: Eenvoudig en duidelijk bieden

Het openingsbod. Het Project Biedermeijer Groen. Het Project Biedermeijer Groen: Eenvoudig en duidelijk bieden Het Project Biedermeijer Groen Het Project Biedermeijer Groen: Eenvoudig en duidelijk bieden Klik hier voor de systeemkaart Biedermeijer Groen. Haat u ook die ellenlange besprekingen als u eens met een

Nadere informatie

Les 4. Gestoord Biedverloop

Les 4. Gestoord Biedverloop Les 4 Gestoord Biedverloop Tegenpartij biedt tussen A. Gevolgen voor bijbieder B. Gevolgen voor openaar Gevolgen voor de bijbieder? Volgbod Opening Storing door volgbod (1) Wat bied je als Oost? 1 Maar,

Nadere informatie

1. West Oost 2. West Oost In beide biedverlopen heeft West 2 kleuren: klaveren en harten

1. West Oost 2. West Oost In beide biedverlopen heeft West 2 kleuren: klaveren en harten Reverse bieden Iedereen heeft zijn mede-bridgers wel eens horen praten over een reverse zonder te begrijpen wat daar precies mee bedoeld wordt. Letterlijk betekent reverse : omgekeerd. Het gaat dus over

Nadere informatie

Les 4. Gevolgen voor de bijbieder. Gestoord Biedverloop. niet hinderlijk. hinderlijk. Situatie na volgbod. kan geplande bod niet doen

Les 4. Gevolgen voor de bijbieder. Gestoord Biedverloop. niet hinderlijk. hinderlijk. Situatie na volgbod. kan geplande bod niet doen Tegenpartij biedt tussen Les 4 Gestoord Biedverloop A. Gevolgen voor bijbieder B. Gevolgen voor openaar Gevolgen voor de bijbieder Situatie na volgbod? niet Volgbod Opening kan geplande bod niet doen bied

Nadere informatie

1 of 1 : minimaal 5-kaart 1

1 of 1 : minimaal 5-kaart 1 De aanpak Les 3 AFSPELE pen met 12 punten of meer. Partner overweegt of een manche (25pt samen) mogelijk is (punten tellen) Ga op zoek naar een fit (samen tenminste 8 kaarten in een kleur) Speel met een

Nadere informatie

Les 3. Uitgekiend uitkomen. vormgeving: Ton Walbeek

Les 3. Uitgekiend uitkomen. vormgeving: Ton Walbeek Les 3 Uitgekiend uitkomen vormgeving: Ton Walbeek Doel uitkomst Doel De eerste klap Informatie Partner, ik heb ook Welke uitkomst (1) Zuid: 3SA In welke kleur slagen voor OW Harten Uitkomst West? 2 Resultaat?

Nadere informatie

Type tussenbiedingen. De herbieding: Les 8 TUSSENBIEDEN. Terminologie. West Noord Oost Zuid. Volgbod op 1 niveau. Tussenbieden. West Noord Oost Zuid

Type tussenbiedingen. De herbieding: Les 8 TUSSENBIEDEN. Terminologie. West Noord Oost Zuid. Volgbod op 1 niveau. Tussenbieden. West Noord Oost Zuid De herbieding: Flits 1 Geef Kracht 12-14 15-17 18-19 en Verdeling SA 2kleuren 1kleur SA (4333, 4432,5332) herbieding: 12-14 of 18-19 (sprong) Kleurherhaling 6+ kaart 12-14 (2-niveau) 15-17 (3-niveau) 2-Kleurenspel

Nadere informatie

RECREANTENTORNOOI HALVE FINALE 9 MAART 2019

RECREANTENTORNOOI HALVE FINALE 9 MAART 2019 RECREANTENTORNOOI HALVE FINALE 9 MAART 2019 Spel 1 K Q 6 A J 3 J 10 5 3 8 3 2 J 4 3 2 Q 9 4 2 A K 6 Q J NOORD 1 NIEMAND A 9 5 K 6 5 7 4 2 K 10 9 7 10 8 7 10 8 7 Q 9 8 A 6 5 4 ACOL 1 pas 1ZT pas pas pas

Nadere informatie

Les 4. Gestoord bieden. vormgeving: Ton Walbeek

Les 4. Gestoord bieden. vormgeving: Ton Walbeek Les 4 Gestoord bieden vormgeving: Ton Walbeek Storing door volgbod (1) Wat bied je als Oost? 1 Maar, Noord: 1 Wat nu? W N Oost 8 2 B 8 4 A V 7 6 2 8 7 4 1 1 1? Voorgenomen bijbod op 1 niveau kan niet:

Nadere informatie

Blackwood. Negatief Doublet. Les 10. Alerteren Negatief Doublet Vierde kleur Cuebod. Wanneer alerteren

Blackwood. Negatief Doublet. Les 10. Alerteren Negatief Doublet Vierde kleur Cuebod. Wanneer alerteren Les 10 lerteren Negatief Vierde kleur Cuebod Conventies en alerteren Natuurlijk bieden: 2 belooft echte klaveren Speciale afspraken 2 (Stayman na 1S) vraagt om en / of partner lert: ls er een kleur geboden

Nadere informatie

Voor de minder ervaren spelers

Voor de minder ervaren spelers Voor de minder ervaren spelers Spel 1 H V 2 5 4 3 2 A 3 2 A H 7 6 5 B 3 A H 6 V B 4 Tegen jouw 4 -contract start west met V. Hoe probeer je je contract te maken? Ofwel: hoe probeer je het aantal mogelijke

Nadere informatie

Les 10 -deel 1- Opening van 1SA hoe verder? Staymanconventie. vormgeving: Ton Walbeek. antwoorder: The captain

Les 10 -deel 1- Opening van 1SA hoe verder? Staymanconventie. vormgeving: Ton Walbeek. antwoorder: The captain Les 10 -deel 1- Opening van 1SA hoe verder? Staymanconventie vormgeving: Ton Walbeek antwoorder: The captain De captain Opening 1 SA Punten - 15, 16 of 17 verdeling - 4-3-3-3 - 4-4-3-2 - 5-3-3-2 Antwoordende

Nadere informatie

TELLEN. Op ontdekkingsreis. Ontdek de verdeling. Je zit zuid met de volgende hand: AB1063 HB8 B764 5

TELLEN. Op ontdekkingsreis. Ontdek de verdeling. Je zit zuid met de volgende hand: AB1063 HB8 B764 5 TELLEN Op ontdekkingsreis Ontdek de verdeling Je zit zuid met de volgende hand: AB1063 HB8 B764 5 Je rechter tegenstander opent met 2, een zwakke twee in die kleur. Je past want je hebt te weinig om te

Nadere informatie

Het bijbod van de antwoordende hand na een volgbod

Het bijbod van de antwoordende hand na een volgbod Het bijbod van de antwoordende hand na een volgbod Als partner opent is het natuurlijk prettig als we ongehinderd kunnen bieden. Vaak is dat echter niet het geval: de tegenstander achter de openaar doet

Nadere informatie

Informatiedoublet en volg-sa

Informatiedoublet en volg-sa Informatiedoublet en volg-sa De partij die de bieding opent, heeft meestal een kleine voorsprong op de tegenpartij. De partner van de openaar beschikt direct over gerichte informatie. Bovendien neemt een

Nadere informatie

Wat hebben we o.a. geleerd in bridgecursus 1

Wat hebben we o.a. geleerd in bridgecursus 1 Wim Sam Wat hebben we o.a. geleerd in bridgecursus 1 OPENEN OP ÉÉNNIVEAU: Vanaf 12 met een goed rebit, anders vanaf 13 punten (zie voorwaarden les 7) Langste kleur eerst Van 2 of 3 vierkaarten de laagste

Nadere informatie

Bridge in een flits II (vervolgcursus)

Bridge in een flits II (vervolgcursus) Flits 2 Bridge in een flits II (vervolgcursus) 10 donderdagavonden 19.30- ca 22.15 Docent : Maurice Peereboom mpeereboom@gmail.com Peersite.weebly.com BIC: peer57 (docent): Klas 293 Correcties boekje Blz.

Nadere informatie

Les 7. sprongherbiedingen. Les 7: Het doublet. doublet. Typen doubletten. Het Rode Kaartje. Elke sprong in SA Elke sprong in een nieuwe kleur

Les 7. sprongherbiedingen. Les 7: Het doublet. doublet. Typen doubletten. Het Rode Kaartje. Elke sprong in SA Elke sprong in een nieuwe kleur Les 7 Het Rode Kaartje X Reverse = Herbieding in een nieuwe kleur, die hoger is dan de openingskleur en op 2-hoogte geboden wordt zonder sprong 16-19 5-kaart 1 e kleur, 4-kaart 2 e kleur Partner mag niet

Nadere informatie

Les 1. Een man met een plan in een SA-contract. vormgeving: Ton Walbeek

Les 1. Een man met een plan in een SA-contract. vormgeving: Ton Walbeek Les 1 Een man met een plan in een SA-contract vormgeving: Ton Walbeek Een man met een plan Doel bij bridge is: zoveel mogelijk slagen maken Meeste succes met een plan Stap voor stap een speelplan maken!

Nadere informatie

Wat moeten we doen als we sterk zijn, maar geen natuurlijk bod tot onze beschikking hebben? Laten we eerst eens naar de volgende problemen kijken.

Wat moeten we doen als we sterk zijn, maar geen natuurlijk bod tot onze beschikking hebben? Laten we eerst eens naar de volgende problemen kijken. Bridgewijzer BLAU 2 De vierde kleur 1. Probleem at moeten we doen als we sterk zijn, maar geen natuurlijk bod tot onze beschikking hebben? Laten we eerst eens naar de volgende problemen kijken. est ost???

Nadere informatie

De biedingen. bv West Noord Oost Zuid. tweede bijbod. herbieding

De biedingen. bv West Noord Oost Zuid. tweede bijbod. herbieding De biedingen openingsbod bijbod bv West Noord Oost Zuid pas? 1 pas 2 herbieding tweede bijbod 2 Samen minder dan 25 punten: pas Samen misschien 25 punten: inviterend Samen zeker 25 punten: manche Puntenranges

Nadere informatie

Speelplan bij troefcontracten

Speelplan bij troefcontracten Speelplan bij troefcontracten Er valt veel te vertellen over het spelen van troefcontracten. Te veel voor een lesbrief als deze. Daarom wordt deze lesbrief beperkt tot enige algemene principes. Als u deze

Nadere informatie

Basis Afspeeltechniek. Clinic 12 maart 2018 Wouter Fitski

Basis Afspeeltechniek. Clinic 12 maart 2018 Wouter Fitski Basis Afspeeltechniek Clinic 12 maart 2018 Wouter Fitski Vandaag Speelplan Sans Ophouden Positionele stoppers de gevaarlijke hand Entrees en deblokkeren Spelen spellen 1-6 en nabespreken Troefcontracten

Nadere informatie

De herbieding van de openaar

De herbieding van de openaar De herbieding van de openaar Als u hebt geopend met één in een kleur (circa 12-19 punten), en uw partner geeft een antwoord (bijbod), moet u proberen met uw tweede beurt (herbieding of rebid genaamd) aan

Nadere informatie

De herbieding na 1-kleur opening hoofdstuk 6 les 6

De herbieding na 1-kleur opening hoofdstuk 6 les 6 De herbieding na 1-kleur opening hoofdstuk 6 les 6 pas? 1 pas 2 1 Hand indelingen 2 Kaartverdeling (Handtypen) SA verdeling 4333, 4432, 5332 éénkleurenspel 6-kaart of langer, niet nog een 4 + -kaart 6322,

Nadere informatie

Waar gaan we vandaag naar kijken? Hoeveel punten nodig voor slem Handwaardering na vastgestelde fit Moderne biedtechniek

Waar gaan we vandaag naar kijken? Hoeveel punten nodig voor slem Handwaardering na vastgestelde fit Moderne biedtechniek Troefvrouw opvragen Heren vragen 4SA Opening 1SA 4SA SLEMBIEDEN Waar gaan we vandaag naar kijken? Hoeveel punten nodig voor slem Handwaardering na vastgestelde fit Moderne biedtechniek Splinters Controlebiedingen

Nadere informatie

RECREANTENTORNOOI FINALE 23 MAART 2019

RECREANTENTORNOOI FINALE 23 MAART 2019 RECREANTENTORNOOI FINALE 23 MAART 2019 Spel 1 ª Q J 10 9 6 J 9 2 8 4 J 9 7 ª 8 5 A K Q 8 5 3 K 9 2 10 6 NOORD 1 NIEMAND ª 7 3 7 6 4 Q J 7 5 3 K Q 3 ª A K 4 2 10 A 10 6 A 8 5 4 2 ACOL 1 X pas 1ª 2 2ª 3

Nadere informatie

Les 9. Tom Tom (2) Conclusies trekken. leider. West Noord Oost Zuid pas pas 3 pas 3SA pas 4 pas pas pas A AV92 A654 V73 HVB B2

Les 9. Tom Tom (2) Conclusies trekken. leider. West Noord Oost Zuid pas pas 3 pas 3SA pas 4 pas pas pas A AV92 A654 V73 HVB B2 Tom Tom (2) vormgeving: Ton Walbeek Les 9 Hoofdstuk 10 kaartlezen bij afspel A V 8 2 10 4 3 A B 9 7 6 5 H 10 3 B 8 6 V 10 V 8 7 5 2 West oord Oost uid 1 1 1 Dbl 1 2 3 2 4 West start A, na( 4, 9 en 9).

Nadere informatie

Les 8 Hoofdstuk 9. Tegenspel troef. N W O Z leider. kansen en valkuilen

Les 8 Hoofdstuk 9. Tegenspel troef. N W O Z leider. kansen en valkuilen Les 8 Hoofdstuk 9 Tegenspel troef leider kansen en valkuilen B973 632 9874 65 est oord ost uid 1 1SA doublet 2 2 3 V4 AVB1087 B6 AH2 est start A, vervolgt met H en ruiten voor V van ost, door uid getroefd.

Nadere informatie

Informatiedoublet en volg-sa

Informatiedoublet en volg-sa Bridgewijzer GRE 4 Informatiedoublet en volg-sa De partij die de bieding opent, heeft meestal een kleine voorsprong op de tegenpartij. De partner van de openaar beschikt direct over gerichte informatie.

Nadere informatie

Uitkomen en signaleren

Uitkomen en signaleren Uitkomen en signaleren Tegenspelen is wellicht het moeilijkste onderdeel van het bridgespel. De leider heeft het grote voordeel dat hij alle 26 kaarten van zijn partij ziet. Een tegenspeler moet zich redden

Nadere informatie

Les 5. Plan B. vormgeving: Ton Walbeek

Les 5. Plan B. vormgeving: Ton Walbeek Les 5 Plan B vormgeving: Ton albeek Speelplan SA vs troef (1) Stap 1 SA-contract Stap 1 troef-contract vaste slagen tellen verliezers tellen werkt niet in troef-contract Speelplan SA vs troef (2) Vaste

Nadere informatie

Les 8. Het rode kaartje. vormgeving: Ton Walbeek

Les 8. Het rode kaartje. vormgeving: Ton Walbeek Les 8 Het rode kaartje vormgeving: Ton Walbeek Doublet Hoeveel slagen voor West? 4 - A en A - 2 troefslagen Bieding West? X West N O Z A 7 2 V B T 9 9 5 2 A 7 2 1 pas 3 pas 4 pas pas Doublet? dbl Primaire

Nadere informatie

Het tellen van de slagen in het Hil-biedsysteem.

Het tellen van de slagen in het Hil-biedsysteem. De belangrijkste openingen in het HiL-biedsysteem. Voor een opening op 1-nivo zijn 4- slagen nodig en een dekking in 2 kleuren. De opening hangt af van de groep waartoe de kaartverdeling behoort, het HiL-getal

Nadere informatie

Les 7. De snit. vormgeving: Ton Walbeek

Les 7. De snit. vormgeving: Ton Walbeek Les 7 De snit vormgeving: Ton albeek Basis van de snit 50% kans op 2 hartenslagen H bij est A V 7 Speel 2 naar V snit op H B H T 94 53 B H T 94 53 at een pech! 8 6 2 snijden wordt beloond Vier snit varianten

Nadere informatie

Flits 2. Noord West Noord Oost Zuid 1 pas 2 pas?? A H V 9 2 H 6 B 8 3 2SA

Flits 2. Noord West Noord Oost Zuid 1 pas 2 pas?? A H V 9 2 H 6 B 8 3 2SA QUIZ Noord West Noord Oost Zuid 1 2?? 8 4 2 A H V 9 2 H 6 B 8 3 2SA Noord West Noord Oost Zuid 1 1 2?? A V 7 2 8 4 H B 9 3 10 7 6 2SA Noord West Noord Oost Zuid 1 1 1?? H 8 7 2 A B 7 2 8 A 9 3 2 4 Noord

Nadere informatie

Les 10. Alerteren Negatief Doublet Vierde kleur Cuebod. Wanneer alerteren

Les 10. Alerteren Negatief Doublet Vierde kleur Cuebod. Wanneer alerteren Les 10 lerteren Negatief Doublet Vierde kleur Cuebod Conventies en alerteren Natuurlijk bieden: 2 belooft echte klaveren Speciale afspraken 2 (Stayman na 1S) vraagt om en / of partner lert: ls er een kleur

Nadere informatie

B.C. t Onstein. Kaartwaardering

B.C. t Onstein. Kaartwaardering B.C. t Onstein Bridge clinic : Kaartwaardering door Magdaléna Tichá Kaartwaardering Een belangrijk, maar vaak onderschat onderdeel van het bridgespel. Niet alleen punten tellen, maar ook rekening houden

Nadere informatie

Uitkomen hoofdstuk 3 les 3

Uitkomen hoofdstuk 3 les 3 1 Uitkomen hoofdstuk 3 les 3 Flits 1 Hoogste van een serie honneurs kleintje belooft plaatje hoge middenkaart van niks Voorbeeld H van HV65 3 van H83 8 van 865 2 Flits 1 Algemene adviezen voor uitkomen:

Nadere informatie

De LTC is een methode van kaart- of handwaardering anders dan op basis van honneur punten.

De LTC is een methode van kaart- of handwaardering anders dan op basis van honneur punten. De Losing Trick Count (LTC) De LTC is een methode van kaart- of handwaardering anders dan op basis van honneur punten. De eerste uitvoerige publicatie over de LTC is geschreven in de jaren 30. Hoewel het

Nadere informatie

Flits 2. Bridge in een flits-2

Flits 2. Bridge in een flits-2 Flits 2 Bridge in een flits-2 Flits 2 Les 7 HET RODE KAARTJE (Het doublet) doublet Actie Beschermend Competitief Coöperatief Herhaald Heropenings Informatief Lightner Manche-inviterend Negatief Optional

Nadere informatie

Bridge in een flits 2 Speelplan SA hoofdstuk 1 les 1. Riek van Bussel Eta Geuzebroek Wil Kluijtmans Lineke Bron

Bridge in een flits 2 Speelplan SA hoofdstuk 1 les 1. Riek van Bussel Eta Geuzebroek Wil Kluijtmans Lineke Bron Bridge in een flits 2 Speelplan SA hoofdstuk 1 les 1 Riek van Bussel Eta Geuzebroek Wil Kluijtmans Lineke Bron 1 Herhaling SA openingen 15-17 punten: 1NT (18-19 punten: 1-1 - 2NT) 20-22 punten: 2NT 23-24

Nadere informatie

Drie verdedigingen tegen de Multi 2 ruiten opening: Trek de schoen aan die u past

Drie verdedigingen tegen de Multi 2 ruiten opening: Trek de schoen aan die u past Drie verdedigingen tegen de Multi 2 ruiten opening: Trek de schoen aan die u past Vroeg of laat komt iedereen hem een keer tegen: de Multicoloured 2 ruiten, ofwel de Multi. Zelfs als u wars bent van conventies,

Nadere informatie

BRIDGE : woorden en begrippen

BRIDGE : woorden en begrippen BRIDGE : woorden en begrippen aanmoediging: a-lijn: afwachtbod: alerteren: arbiter: bekennen: het bijspelen van een kaart met een positief signaal. de sterkste lijn bij een bridgeclub. een bod dat partner

Nadere informatie

Les 6- Prioriteiten. Het aangeven van de kracht. Het aangeven van de verdeling. De herbieding. Minimum: Medium:

Les 6- Prioriteiten. Het aangeven van de kracht. Het aangeven van de verdeling. De herbieding. Minimum: Medium: Taak van de herbieding: Het aangeven van de kracht Les 6- Prioriteiten Het aangeven van de verdeling De herbieding De kracht van een hand (opening 1-niveau: 12-19) Minimum: 12-14 SA verdeling Eén Vier

Nadere informatie

Voor de minder ervaren spelers

Voor de minder ervaren spelers Bron: Bridge Service.nl Voor de minder ervaren spelers Biedvraag Voor welk bod kies je in je 2e beurt met de gegeven oosthand? West 2 3 Oost 2 Oosthand V 7 6 5 A 9 8 7 3 7 4 2 9 Ik geef een overpeinzing!

Nadere informatie

Les 4. Antwoorden. vormgeving: Ton Walbeek. Ons antwoord op openingsbod partner

Les 4. Antwoorden. vormgeving: Ton Walbeek. Ons antwoord op openingsbod partner Les 4 Antwoorden vormgeving: Ton Walbeek Ons antwoord op openingsbod partner Waarheen, waarvoor? Doel bieden: Uitzoeken beste speelsoort Samen voldoende punten voor de manche Contracten Manchepremie Slagenpunten

Nadere informatie

De gevaarlijke hand. 1. Voorbeeld

De gevaarlijke hand. 1. Voorbeeld De gevaarlijke hand In deze lesbrief gaan we het hebben over de hand die u liever niet aan slag wilt laten komen, omdat die bijvoorbeeld door een honneur van u heen kan spelen. Dit speelt vooral een grote

Nadere informatie

Flits 1. Les 5 UITKOMEN /STRATEGIE

Flits 1. Les 5 UITKOMEN /STRATEGIE Flits 1 Les 5 UITKOME /STRATEGIE Partner opent met 1 of 1 2 / 6-9, minstens 3 kaart 3 / 10-11 idem 4 / 12+ idem Partner opent met 1 of 1 2 : 6-9 min. 6-kaart 2 : 6-9 min.4-kaart 3 : 10-11 min. 6-kaart

Nadere informatie

Ik kon het op een Klaverslagje niet bekijken

Ik kon het op een Klaverslagje niet bekijken Ik kon het op een Klaverslagje niet bekijken Bulletin BC Klaverslag, nr. 193 (11 december 2018) Chris Frowein Veel afwisseling deze keer in de spellen. Veel handen met heel weinig punten en veel handen

Nadere informatie

De populariteit van de Multi heeft ook diverse verdedigingsmechanismen tegen de Multi opgeroepen. Deze komen in een aparte lesbrief aan de orde.

De populariteit van de Multi heeft ook diverse verdedigingsmechanismen tegen de Multi opgeroepen. Deze komen in een aparte lesbrief aan de orde. De Multi 2 -opening 1. Inleiding De afgelopen tien jaar is de Multi-coloured 2 -opening uitgegroeid tot één van de populairste conventionele openingen. De Multi (zoals de opening kortweg aangeduid wordt)

Nadere informatie

BEGIN met BRIDGE Beginnerscursus

BEGIN met BRIDGE Beginnerscursus BEGIN met BRIDGE Beginnerscursus Begin met Bridge 1 Hoofdstuk 5 LES 5 SPELEN ME ROEF LESPLAN Leerdoelstellingen De cursist begrijpt het begrip troef en kan de regels bekennen moet en troeven mag toepassen.

Nadere informatie

Flits 2. Les 3-1 UITGEKIEND UITKOMEN

Flits 2. Les 3-1 UITGEKIEND UITKOMEN Les 3-1 UITGEKIEND UITKOMEN uitkomen Doel van het tegenspel (te beginnen met het uitkomen): - Het aantal slagen van de leider beperken, dus - zelf zoveel mogelijk slagen maken om leider down te spelen

Nadere informatie

Eenvoudige Safety Plays

Eenvoudige Safety Plays Eenvoudige Safety Plays In deze les gaan we dieper in op de Safety Play. Letterlijk vertaald uit het Engels betekent deze term veilig afspel. Veilig afspel is in zijn algemeenheid bij viertallenbridge

Nadere informatie

Les 6. Prioriteiten. vormgeving: Ton Walbeek

Les 6. Prioriteiten. vormgeving: Ton Walbeek Les 6 Prioriteiten vormgeving: Ton Walbeek Vier handtypen SA verdeling Eén kleuren spel Twee kleuren spel Drie kleuren spel 4-3-3-3 6-3-2-2 5-4-2-2 4-4-4-1 4-4-3-2 6-3-3-1 5-4-3-1 5-4-4-0 5-3-3-2 7-3-2-1

Nadere informatie

Communicatie. Zuid is leider in een SA-contract. 2 AH. Hoeveel slagen maakt de leider in dit eindspel? - - N. Dat hangt af van wie er aan slag is!

Communicatie. Zuid is leider in een SA-contract. 2 AH. Hoeveel slagen maakt de leider in dit eindspel? - - N. Dat hangt af van wie er aan slag is! Communicatie Een essentieel onderdeel van het bridgespel is het maken van zoveel mogelijk slagen. Aangezien deze slagen vaak verdeeld zijn over de beide partners zijn er soms problemen om de afzonderlijke

Nadere informatie

Ik kon het op een Klaverslagje niet bekijken Weekbulletin BC Klaverslag, nr. 81 (3 maart 2015) Chris Frowein

Ik kon het op een Klaverslagje niet bekijken Weekbulletin BC Klaverslag, nr. 81 (3 maart 2015) Chris Frowein Ik kon het op een Klaverslagje niet bekijken eekbulletin BC Klaverslag, nr. 81 (3 maart 201) Chris Frowein Met iets meer paren gelukkig dan vorige week speelden we gisteravond de 3 de avond van de de PC.

Nadere informatie

Troef werkplan hoofdstuk 5 les 5. Riek van Bussel Eta Geuzebroek Wil Kluijtmans Lineke Bron

Troef werkplan hoofdstuk 5 les 5. Riek van Bussel Eta Geuzebroek Wil Kluijtmans Lineke Bron Troef werkplan hoofdstuk 5 les 5 Riek van Bussel Eta Geuzebroek Wil Kluijtmans Lineke Bron 1 SA werkplan toepassen Dummy H V 7 6 9 6 5 B 8 V B 7 3 Leider A B T 8 V 8 A 7 A H T 5 4 Contract: 4 Vaste slagen:

Nadere informatie

De strijd om de deelscore

De strijd om de deelscore De strijd om de deelscore In het moderne bridge biedt iedereen er lustig op los. Een goede speler zal proberen continu zand in biedmachine van de tegenpartij te strooien, maar zal tegelijkertijd oppassen

Nadere informatie

Korte kleuren B.C. t Onstein

Korte kleuren B.C. t Onstein Korte kleuren B.C. t Onstein door Richard Ritmeijer 31 mei 2017 Mijn stelling van vandaag: Het bieden van korte kleuren is nuttig bij het inviteren voor: - (scherpe) manches - (scherpe) slems Je kunt korte

Nadere informatie

Les 6. Tempo Timing. N W O Z leider. vormgeving: Ton Walbeek. wie het eerst slagen ontwikkelt?

Les 6. Tempo Timing. N W O Z leider. vormgeving: Ton Walbeek. wie het eerst slagen ontwikkelt? Les 6 Tempo Timing leider vormgeving: Ton albeek wie het eerst slagen ontwikkelt? H H B 10 4 B 10 4 A H B 7 2 est oord ost uid 1 Dbl 3 4 /A Huiswerk Les 5 V 8 6 5 A 8 7 6 2 V 5 3 2 est komt uit met 9 1.

Nadere informatie

Les 7. Tom Tom. West Noord Oost Zuid 1 pas 1 pas 1SA pas 3SA pas pas pas V B 2 H 7 V B H B 7 H A 7 A V 9 3 2

Les 7. Tom Tom. West Noord Oost Zuid 1 pas 1 pas 1SA pas 3SA pas pas pas V B 2 H 7 V B H B 7 H A 7 A V 9 3 2 Tom Tom Les 7 V B 2 H 7 V B 10 9 3 H B 7 H 8 4 9 6 5 A 7 A V 9 3 2 West oord Oost uid 1 1 1SA 3SA West begint met V, Je speelt H die de slag wint. 1. Hoeveel punten mis je, 14 hoe verdeeld? 2. Hoeveel

Nadere informatie

BEGINNERSTEST BIEDEN

BEGINNERSTEST BIEDEN BEGINNERSTEST BIEDEN beginnerstest Pagina 1 BIEDEN ANTWOORDEN Spellen 1 a b c d H V 5 3 2 H B 3 4 3 7 6 A B 7 6 3 2 A 5 4 7 6 H 7 6 A H 5 4 H V B 8 A H 10 7 6 5 2 7 A V 5 4 H 5 4 3 B 4 Voor welke opening

Nadere informatie

Ik kon het op een Klaverslagje niet bekijken

Ik kon het op een Klaverslagje niet bekijken Ik kon het op een Klaverslagje niet bekijken Bulletin BC Klaverslag, nr. 192 (4 december 2018) Chris Frowein Vorige week moesten wij helaas overslaan wegens verkoudheid. Zo ging de laatste Butleravond

Nadere informatie

Programma van vandaag: Opgaven Vorige keer Bieden Veiling bij opbod De opening. Bijbieden Puntentelling Gebruik biedhulp Oefenen met bijbieden

Programma van vandaag: Opgaven Vorige keer Bieden Veiling bij opbod De opening. Bijbieden Puntentelling Gebruik biedhulp Oefenen met bijbieden Welkom bij Les 3 Programma van vandaag: Opgaven Vorige keer Bieden Veiling bij opbod De opening. Bijbieden Puntentelling Gebruik biedhulp Oefenen met bijbieden Huiswerk bij Les 2. Als ik een contract wil

Nadere informatie

EXAMEN CLUBLEIDER A (CLA)

EXAMEN CLUBLEIDER A (CLA) EXAMEN CLUBLEIDER A (CLA) U hebt voor het examen 2 uur de tijd. 11.00 uur 13.00 uur De opgaven 1 t/m 18 gaan over organisatie en rekenen. De opgaven 19 t/m 30 gaan over de spelregels. Opgave 1-16 Opgave

Nadere informatie