Mobiliteitsproject voor jongeren en jeugdwerkers

Transcriptie

1 Mobiliteitsproject voor jongeren en jeugdwerkers In 2019 zal de nadruk bij de selectie van projecten1 liggen op: het bereiken van kwetsbare jongeren, het promoten van diversiteit, interculturele en interreligieuze dialoog, de gemeenschappelijke waarden vrijheid, tolerantie en eerbiediging van de mensenrechten, evenals op projecten die mediageletterdheid stimuleren, kritisch denken en initiatief nemen ontwikkelen bij jongeren; en het uitrusten van jeugdwerkers met de competenties en methodes voor hun professionele ontwikkeling, met inbegrip van digitaal jeugdwerk, nodig voor het overdragen van de gemeenschappelijke basiswaarden van onze maatschappij, in het bijzonder aan jongeren die moeilijk te bereiken zijn, en voor het voorkomen van gewelddadige radicalisering van jongeren. Rekening houdend met de kritieke context in Europa, en aangezien jeugdwerk, niet-formele leeractiviteiten en vrijwilligerswerk mede kunnen tegemoetkomen aan de behoeften van vluchtelingen, asielzoekers en migranten en/of het bewustzijn rond deze problematiek in lokale gemeenschappen bevorderen, zal in dit verband ook bijzondere aandacht worden besteed aan de ondersteuning van mobiliteitsprojecten voor jongeren waarbij de vluchtelingen/asielzoekers en migranten worden betrokken of centraal staan. Een mobiliteitsproject kan een of meer van de volgende activiteiten combineren: Mobiliteit van jongeren: Uitwisseling van jongeren: Uitwisselingsactiviteiten bieden jongeren uit minstens twee verschillende landen de gelegenheid elkaar te ontmoeten en met elkaar samen te leven gedurende maximaal 21 dagen. Tijdens een uitwisseling van jongeren, ondersteund door groepsleiders, voeren de s gezamenlijk een werkprogramma uit (een combinatie van workshops, oefensessies, debatten, rollenspellen, simulaties, buitenactiviteiten enzovoort) dat zij op voorhand hebben uitgewerkt en voorbereid. Uitwisselingsactiviteiten geven jongeren de kans om: competenties te ontwikkelen; zich bewust te worden van maatschappelijk relevante onderwerpen/themagebieden; nieuwe culturen, gebruiken en levenswijzen te ontdekken, hoofdzakelijk door peer learning; hun gevoel voor waarden als solidariteit, democratie, vriendschap enzovoort te versterken. Het leerproces bij de uitwisseling van jongeren wordt op gang gebracht door niet-formele onderwijsmethoden. Door de eerder korte duur maakt een uitwisseling de betrokkenheid van kansarme jongeren mogelijk; als zodanig biedt een uitwisseling van jongeren een internationale mobiliteitservaring binnen het veilige kader van een groep, waarbij een passend aantal groepsleiders beschikbaar is om zorg te dragen voor de s. Een uitwisseling van jongeren kan ook een geschikt kader bieden om van gedachten te wisselen en te leren over inclusie en diversiteit. Uitwisselingsactiviteiten van jongeren berusten op een transnationale samenwerking 1

2 Erasmus+ Programme Guide tussen twee of meer deelnemende organisaties uit verschillende EU-lidstaten en derde landen. De volgende activiteiten komen niet in aanmerking voor subsidieverlening in het kader van uitwisselingen van jongeren: academische studiereizen; uitwisselingsactiviteiten die gericht zijn op het maken van financiële winst; uitwisselingsactiviteiten die kunnen worden aangemerkt als toerisme; festivals; vakantiereizen; concerttournees. Mobiliteit van jeugdwerkers: Deze activiteit ondersteunt de beroepsontwikkeling van jeugdwerkers door de uitvoering van activiteiten zoals transnationale/internationale seminars, opleidingscursussen, contactbevorderende evenementen, studiebezoeken enzovoort of job shadowing/observatieperiodes in het buitenland bij een organisatie die zich actief met jeugdzaken bezighoudt. Al deze activiteiten kunnen worden afgestemd en gecombineerd om te voldoen aan de behoeften die, en het gewenste effect dat de deelnemende organisaties hebben vastgesteld bij het organiseren van het project. De professionele ontwikkeling van de deelnemende jeugdwerkers moet bijdragen aan de capaciteitsopbouw ten behoeve van hoogwaardig jeugdwerk van hun organisatie en moet een duidelijk effect hebben op het reguliere werk met jongeren van de deelnemende jeugdwerkers. De leerresultaten, waaronder alle materiaal, innovatieve methoden en instrumenten, moeten verder worden verspreid binnen het gebied van jeugdzaken om bij te dragen aan kwaliteitsverbeteringen van jeugdwerk en/of ontwikkeling en samenwerking op het gebied van jeugdbeleid te bevorderen. Wat is de rol van de organisaties die aan dit project deelnemen? De organisaties die deelnemen aan het mobiliteitsproject vervullen de volgende rollen en taken: Coördinator van een mobiliteitsproject voor jongeren: dient namens alle partnerorganisaties een aanvraag in voor het project als geheel. Uitzendende organisatie: zendt jongeren en jeugdwerkers uit naar het buitenland (en staat daarbij in voor: praktische regelingen, het voorbereiden van s op hun vertrek en het ondersteunen van s in alle projectfasen). Ontvangende organisatie: treedt op als gastorganisatie voor de activiteit, ontwikkelt een activiteitenprogramma voor s in samenwerking met s en partnerorganisaties, ondersteunt de s in alle projectfasen. Welke criteria worden gehanteerd om dit project te evalueren? Hieronder worden de formele criteria opgesomd waaraan het mobiliteitsproject moet voldoen om in aanmerking te komen voor een subsidie uit het Erasmus+-programma: Algemene subsidiabiliteitscriteria Subsidiabele activiteiten Een mobiliteitsproject voor jongeren moet uit een of meer van de volgende activiteiten bestaan: uitwisseling van jongeren; mobiliteit van jeugdwerkers 2

3 Organisaties die kunnen deelnemen: Wie kan een aanvraag indienen? Aantal deelnemende organisaties en profiel daarvan Projectduur Waar aanvragen? Erasmus+ Deelnemende organisaties kunnen zijn: organisaties of verenigingen zonder winstoogmerk, niet-gouvernementele organisaties (ngo's); Europese jeugd-ngo's; sociale ondernemingen; lokale publieke organen; groepen jongeren die actief zijn in het jeugdwerk, maar niet noodzakelijkerwijs in het kader van een jeugdorganisatie (dus ook informele groepen jongeren); alsook: regionale of nationale publieke organen2, verenigingen van regio's, Europese groeperingen voor territoriale samenwerking, en organen met winstoogmerk die zich inzetten voor maatschappelijk verantwoord ondernemen. die gevestigd zijn in een programmaland of in een partner-buurland van de EU (regio's 1 tot en met 4; zie deel A van deze gids onder "Begunstigde landen"). Elke deelnemende organisatie of groep die in een programmaland gevestigd is, kan een subsidie aanvragen.3 Deze organisatie dient de aanvraag in namens alle deelnemende organisaties die bij het project betrokken zijn. Een mobiliteitsproject voor jongeren wordt op een specifieke wijze gefinancierd (zie het deel "Financieringsregels") wanneer de financiële steun wordt aangevraagd door: regionale of nationale publieke organen4. verenigingen van regio's; Europese groeperingen voor territoriale samenwerking; organen met winstoogmerk die zich inzetten voor maatschappelijk verantwoord ondernemen. Een mobiliteitsactiviteit heeft een transnationale opzet, wat betekent dat minstens twee deelnemende organisaties (uitzendende en ontvangende organisatie) uit verschillende landen daarbij betrokken zijn. Bestaat een mobiliteitsproject voor jongeren uit slechts één activiteit, dan moet de coördinator ook optreden als uitzendende of ontvangende organisatie. Bestaat een mobiliteitsproject voor jongeren uit meerdere activiteiten, dan kan de projectcoördinator, zij het niet noodzakelijkerwijs, optreden als uitzendende of ontvangende organisatie. De coördinator kan hoe dan ook geen organisatie uit een partner-buurland van de Europese Unie zijn. Activiteiten binnen de programmalanden: alle deelnemende organisaties moeten afkomstig zijn uit een programmaland. Activiteiten met partner-buurlanden van de EU: bij de activiteit moet minstens één deelnemende organisatie uit een programmaland betrokken zijn alsook één deelnemende organisatie uit een partner-buurland van de EU. 3 tot 24 maanden. Bij het nationaal agentschap van het land waar de aanvragende organisatie gevestigd is. 3

4 Wanneer aanvragen? Erasmus+ Programme Guide De aanvragers moeten hun subsidieaanvraag uiterlijk indienen op: 5 februari om 12 uur 's middags (Belgische tijd) voor projecten die van start gaan tussen 1 mei en 30 september van datzelfde jaar. 30 april om 12 uur 's middags (Belgische tijd) voor projecten die van start gaan tussen 1 augustus en 31 december van datzelfde jaar. 1 oktober om 12 uur 's middags (Belgische tijd) voor projecten die van start gaan tussen 1 januari en 31 mei van het daaropvolgende jaar. Hoe aanvragen? Overige criteria In deel C van deze gids wordt uitgelegd hoe de aanvraag wordt ingediend. Voor iedere geplande projectactiviteit in het kader van Uitwisseling van jongeren en de Mobiliteit van jeugdwerkers moet een tijdschema bij het aanvraagformulier worden gevoegd. Een verklaring op erewoord van de wettelijke vertegenwoordiger moet bij het aanvraagformulier worden gevoegd. Aanvullende subsidiabiliteitscriteria voor de uitwisseling van jongeren Duur van de activiteit Locatie(s) van de activiteit Wie komt in aanmerking? Aantal s en samenstelling van nationale groepen Overige criteria 5 tot 21 dagen, exclusief reistijd. De activiteit moet plaatsvinden in het land van een van de deelnemende organisaties. Jongeren tussen 13 en 30 jaar5 die ingezetenen zijn van het land van de uitzendende of ontvangende organisatie. Groepsleiders6 die betrokken zijn bij de uitwisseling van jongeren moeten minstens 18 jaar zijn. Minimaal 16 en maximaal 60 s (groepsleider(s) niet meegerekend) per activiteit. Minimaal 4 s per groep (groepsleider(s) niet meegerekend) per activiteit. Elke nationale groep moet minstens één groepsleider hebben. Bij elke activiteit moet een deel van de s afkomstig zijn uit het land waar de ontvangende organisatie gevestigd is. Om een duidelijk verband te leggen met het land waar het nationaal agentschap gevestigd is, moet bij iedere activiteit minstens één uitzendende of de ontvangende organisatie afkomstig zijn uit het land van het nationaal agentschap waarbij de aanvraag wordt ingediend. Voorbereidend bezoek: Als het project voorziet in een voorbereidend bezoek, moet worden voldaan aan de volgende subsidiabiliteitscriteria: duur van het voorbereidend bezoek: maximaal 2 dagen (exclusief reisdagen); aantal s: 1 per groep7. Het aantal s kan worden verhoogd naar 2 op voorwaarde dat de tweede een jongere is die deelneemt aan de activiteit, maar niet als groepsleider of opleider fungeert. Aanvullende subsidiabiliteitscriteria voor de mobiliteit van jeugdwerkers Duur van de activiteit Locatie(s) van de activiteit 2 dagen tot 2 maanden, exclusief reistijd. In geval van 2 dagen, moeten dit opeenvolgende dagen zijn. De activiteit moet plaatsvinden in het land van een van de deelnemende organisaties. 4

5 Erasmus+ Wie komt in aanmerking? Number of participants (Aantal s) Overige criteria Geen leeftijdsgrenzen. De s, met uitzondering van opleiders en faciliterende medewerkers, moeten ingezetenen zijn van het land van de uitzendende of ontvangende organisatie. Maximaal 50 s (inclusief, indien van toepassing, opleiders en faciliterende medewerkers) in elke voor het project geplande activiteit. Bij elke activiteit moeten s betrokken zijn uit het land waar de ontvangende organisatie gevestigd is. Om een duidelijk verband te leggen met het land waar het nationaal agentschap gevestigd is, moet bij iedere activiteit minstens één uitzendende organisatie of de ontvangende organisatie afkomstig zijn uit het land van het nationaal agentschap waarbij de aanvraag wordt ingediend. Aanvragende organisaties worden getoetst aan de relevante uitsluitings- en selectiecriteria. Zie deel C van deze gids voor meer informatie. Subsidiabiliteitscriteria Projecten worden beoordeeld op grond van de volgende criteria: Relevantie van het project (maximaal 30 punten): De mate waarin het voorstel relevant is voor: de doelstellingen van de actie (zie "Wat zijn de doelstellingen van een mobiliteitsproject?"): de behoeften en doelstellingen van de deelnemende organisaties en van de individuele s. De mate waarin het voorstel kwetsbare jongeren, waaronder vluchtelingen, asielzoekers en migranten, tracht te bereiken; diversiteit, interculturele en interreligieuze dialoog, de gemeenschappelijke waarden vrijheid, tolerantie en respect van mensenrechten promoot en mediageletterdheid, kritisch denken en initiatief nemen stimuleert bij jongeren; jeugdwerkers uitrust met de competenties en methodes voor hun professionele ontwikkeling, waaronder die voor digitaal jeugdwerk, die nodig zijn voor het overdragen van de gemeenschappelijke basiswaarden van onze maatschappij, in het bijzonder naar de jongeren die moeilijk te bereiken zijn en om gewelddadige radicalisering van jongeren te voorkomen. De mate waarin het voorstel - s in staat stelt hoogwaardige leerresultaten te behalen; - de capaciteiten en de internationale werkingssfeer van de deelnemende organisaties verruimt. - leidt tot kwaliteitsverbeteringen in het jeugdwerk van de deelnemende organisaties. De mate waarin bij het voorstel ook nieuwe s aan de actie betrokken zijn. 5

6 Erasmus+ Programme Guide Kwaliteit van projectontwerp en - uitvoering (maximaal 40 punten): Effect en verspreiding (maximaal 30 punten): De duidelijkheid, volledigheid en kwaliteit van alle fasen van het projectvoorstel (voorbereiding, uitvoering van mobiliteitsactiviteiten en follow-up); De consistentie tussen vastgestelde behoeften, projectdoelstellingen, profielen en leerinhoud van de voorgestelde activiteiten; De consistentie tussen de projectdoelstellingen en de voorgestelde activiteiten; De kwaliteit van de praktische regelingen, beheersvoorschriften en vormen van ondersteuning; De kwaliteit van het voorbereidingsproces ten behoeve van de s; De kwaliteit van de niet-formele participatieve leermethoden; De mate waarin de jongeren of jeugdwerkers op alle niveaus van het project actief betrokken zijn bij het project mate waarin de jongeren op alle niveaus van het project actief betrokken zijn bij het project; De kwaliteit van regelingen met het oog op de erkenning en validering van leerresultaten van de s, alsook het consistente gebruik van de Europese instrumenten voor transparantie en erkenning; De geschiktheid van maatregelen om s te selecteren voor en/of te betrekken bij de mobiliteitsactiviteiten; In geval van activiteiten met partner-buurlanden van de EU, de evenwichtige vertegenwoordiging van organisaties uit programma- en partnerlanden; De kwaliteit van samenwerking en communicatie, niet alleen tussen de deelnemende organisaties, maar ook met andere relevante belanghebbenden. De kwaliteit van maatregelen om de projectresultaten te evalueren. De potentiële effecten van het project: op s en deelnemende organisaties tijdens en na afloop van het project; buiten de organisaties en personen die rechtstreeks deelnemen aan het project, op lokaal, regionaal, nationaal en/of Europees niveau. De geschiktheid en kwaliteit van maatregelen met het oog op de verspreiding van de projectresultaten binnen de deelnemende organisaties en daarbuiten. De voorstellen moeten een minimumscore van 60 punten behalen om voor financiële steun in aanmerking te komen. Bovendien moeten de voorstellen een score behalen van minstens de helft van het maximumaantal punten in elke categorie van de hierboven vermelde toekenningscriteria (dat wil zeggen ten minste 15 punten voor de categorieën "Relevantie van het project" en "Effect en verspreiding"; 20 punten voor de categorie "Kwaliteit van projectontwerp en -uitvoering"). Wat moet u nog weten over deze actie? Buitengewone voor dure reizen Aanvragers van mobiliteitsprojecten kunnen financiële steun aanvragen voor reis van s onder de begrotingsrubriek "buitengewone " (tot een maximum van 80 % van het totaal aan : zie ook "Wat zijn de financieringsregels?"). Dit zal worden toegestaan op voorwaarde dat de aanvrager kan aantonen dat volgens de standaardfinancieringsregels (gebaseerd op de tegemoetkoming in de eenheidskost per ) niet minimaal 70 % van de reis van de s is gedekt. Indien deze worden toegekend, vervangen de buitengewone voor dure reizen de standaardreissubsidie. 6

7 Erasmus+ Andere informatie Meer verplichte criteria en aanvullende nuttige gegevens over deze actie zijn terug te vinden in bijlage I bij deze gids. Belangstellende organisaties wordt verzocht de relevante delen van deze bijlage aandachtig te lezen voordat ze financiële steun aanvragen. Wat zijn de financieringsregels? Het budget voor het mobiliteitsproject wordt opgesteld met inachtneming van de volgende financieringsregels (in euro): Uitwisseling van jongeren 7

8 Reis Erasmus+ Programme Guide Subsidiabele Financieringsregeling Bedrag Toewijzingsregel Tegemoetkoming in de die s, met inbegrip van begeleiders, maken om van de plaats van oorsprong naar de locatie van de activiteit en terug te reizen Bovendien, in voorkomend geval, de reis voor een eventueel voorbereidend bezoek. Tegemoetkoming in de tussen 10 en 99 km: 20 euro per tussen 100 en 499 km: 180 euro per tussen 500 en km: 275 euro per tussen en km: 360 euro per tussen en km: 530 euro per tussen en km: 820 euro per van km of meer: 1500 euro per Op basis van de per. De moet worden berekend met behulp van het door de Europese Commissie ondersteunde instrument8. De aanvrager moet de afstand van een enkele reis vermelden voor de berekening van het EUsubsidiebedrag voor de heen- en terugreis9. 8

9 Organisatorische steun Steun voor personen met specifieke behoeften Buitengewone Erasmus+ Subsidiabele Financieringsregeling Bedrag Toewijzingsregel Kosten die rechtstreeks verband houden met de uitvoering van mobiliteitsactiviteiten (met inbegrip van voorbereiding, monitoring Tegemoetkoming in de en ondersteuning van s tijdens de mobiliteitsperiode, ondersteuning bij de validering van leerresultaten, verspreidingsactiviteiten). Extra die rechtstreeks verband houden met s met een handicap en begeleiders (met inbegrip van reis- en verblijf, indien gerechtvaardigd en voor zover voor deze s geen subsidie is aangevraagd in het kader van de rubrieken "reis" of "organisatorische steun"). Werkelijke Visum- en visumgerelateerde, verblijfsvergunningen, vaccinaties, medische verklaringen. Kosten ter bevordering van de deelname van kansarme jongeren onder gelijke voorwaarden (exclusief reis en organisatorische steun voor s). Werkelijke Kosten voor kost en inwoning van s tijdens een voorbereidend bezoek. Kosten voor een financiële garantie, indien het nationaal agentschap daarom verzoekt. Hoge reis van s (voor meer informatie, zie het deel "Wat moet u nog meer weten over deze actie?"). Op basis van activiteitsduur per (indien nodig, met per dag per inbegrip van één 10 reisdag vóór de activiteit en één reisdag na de activiteit). 100% van de Kosten voor financiële garantie: 75 % van de Hoge reis: Maximaal 80% van de Andere : 100 % van de Voorwaardelijk: het verzoek om financiële steun ter dekking van specifieke behoeften en buitengewone moet worden gemotiveerd in het aanvraagformulier 9

10 Erasmus+ Programme Guide Mobiliteit van jeugdwerkers Reis Subsidiabele Financieringsregeling Bedrag Toewijzingsregel Tegemoetkoming in de die s, met inbegrip van begeleiders, maken om van de plaats van oorsprong naar de locatie van de activiteit en terug te reizen Bovendien, in voorkomend geval, de reis voor een eventueel voorbereidend bezoek. Tegemoetkoming in de tussen 10 en 99 km: 20 euro per tussen 100 en 499 km: 180 euro per tussen 500 en km: 275 euro per tussen en km: 360 euro per tussen en km: 530 euro per tussen en km: 820 euro per van km of meer: 1500 euro per Op basis van de per. De moet worden berekend met behulp van het door de Europese Commissie ondersteunde instrument11. De aanvrager moet de afstand van een enkele reis vermelden voor de berekening van het EUsubsidiebedrag voor de heen- en terugreis12. 10

11 Organisatorische steun Steun voor personen met specifieke behoeften Buitengewone Erasmus+ Subsidiabele Financieringsregeling Bedrag Toewijzingsregel Organisatorische steun Kosten die rechtstreeks verband houden met de uitvoering van mobiliteitsactiviteiten (met inbegrip van voorbereiding, monitoring Tegemoetkoming in de en ondersteuning van s tijdens de mobiliteitsperiode, ondersteuning bij de validering van leerresultaten, verspreidingsactiviteiten). Extra die rechtstreeks verband houden met s met een handicap en begeleiders (met inbegrip van reis- en verblijf, indien gerechtvaardigd en voor zover voor deze s geen subsidie is aangevraagd in het kader van de rubrieken "reis" of "organisatorische steun"). Werkelijke Visum- en visumgerelateerde, verblijfsvergunningen, vaccinaties. Kosten voor een financiële garantie, indien Werkelijke het nationaal agentschap daarom verzoekt. Hoge reis van s (voor meer informatie, zie het deel "Wat moet u nog weten over deze actie?"). Op basis van de A5.2 per dag verblijfsduur per per (indien vrijwilliger13 nodig, met Maximaal inbegrip van één EUR reisdag vóór de per activiteit en één 14 reisdag na de activiteit). 100% van de Kosten voor financiële garantie: 75% van de Hoge reis: Maximaal 80% van de Andere : 100% van de Voorwaardelijk: het verzoek om financiële steun ter dekking van specifieke behoeften en buitengewone moet worden gemotiveerd in het aanvraagformulier De steunbedragen hangen af van het land waar de mobiliteitsactiviteit plaatsvindt. Voor projecten die worden ingediend door regionale of nationale publieke organen, verenigingen van regio's, Europese groeperingen voor territoriale samenwerking of organen met winstoogmerk die zich inzetten voor maatschappelijk verantwoord ondernemen, wordt het bedrag met 50 % verminderd. 11

12 Erasmus+ Programme Guide Uitwisseling van jongeren (in euro per dag) Mobiliteit van jeugdwerkers (in euro per dag) A5.1 A5.2 België Bulgarije Tsjechië Denemarken Duitsland Estland Ierland Griekenland Spanje Frankrijk Kroatië Italië Cyprus Letland Litouwen Luxemburg Hongarije Malta Nederland Oostenrijk Polen Portugal Roemenië Servië Slovenië Slowakije Finland Zweden Verenigd Koninkrijk voormalige Joegoslavische republiek Macedonië: IJsland Liechtenstein Noorwegen Turkije Partnerland Het grootste deel van het budget voor deze mobiliteitsprojecten wordt toegewezen ter ondersteuning van transnationale activiteiten waarbij organisaties en s uit programmalanden zijn betrokken. Ongeveer 25% van 12

13 Erasmus+ het beschikbare budget kan evenwel worden benut om internationale activiteiten met inbegrip van organisaties en s uit programma- en partner-buurlanden van de Europese Unie te subsidiëren (regio s 1 tot en met 4; zie deel A van deze gids onder Begunstigde landen ). 2. In dit verband wordt als nationaal of regionaal publiek orgaan beschouwd ieder publiek orgaan dat a) diensten verstrekt of administratieve bevoegdheden heeft die zich uitstrekken over het gehele nationale of regionale grondgebied en b) het monopolie heeft in die zin dat geen andere organen in het land of de regio dezelfde taken vervullen (typische voorbeelden hiervan zijn: ministeries, overheidsinstanties, regionale overheidsinstanties enz.). In dit opzicht vallen scholen, universiteiten of andere organen, zelfs indien zij overeenkomstig nationaal recht zijn opgericht, buiten deze categorie en worden zij beschouwd als publieke organen op lokaal niveau. 3. Als het gaat om een informele groep, moet een van de groepsleden (die minimaal 18 jaar oud moet zijn) de rol van vertegenwoordiger op zich nemen en de verantwoordelijkheid namens de groep aanvaarden. 4. Zie vorige noot 5. Let op het volgende: minimale leeftijdsgrenzen - s moeten de minimumleeftijd hebben bereikt op de dag dat de activiteit van start gaat; maximale leeftijdsgrenzen - s mogen niet ouder zijn dan de aangegeven maximumleeftijd op de uiterste datum van indiening van de aanvraag. 6. Een groepsleider is een volwassene die de s aan een uitwisseling van jongeren begeleidt om een doeltreffende leerervaring, bescherming en veiligheid te waarborgen. 7. De kan een groepsleider of opleider zijn, of een jongere die deelneemt aan de activiteit zonder een rol als groepsleider of opleider te vervullen Indien bijvoorbeeld iemand uit Madrid (Spanje) meedoet aan een activiteit in Rome (Italië), moet de aanvrager a) de afstand van Madrid naar Rome berekenen (1 365,28 km); b) de toepasselijke categorie selecteren (bv. tussen 500 en 1999 km) en c) de EU-subsidie die een bijdrage zal vormen in de reis van de van Madrid naar Rome en terug, berekenen (275 euro). 10. Met inbegrip van groepsleiders en begeleidende personen Indien bijvoorbeeld iemand uit Madrid (Spanje) meedoet aan een activiteit in Rome (Italië), moet de aanvrager a) de afstand van Madrid naar Rome berekenen (1 365,28 km); b) de toepasselijke categorie selecteren (bv. tussen 500 en 1999 km) en c) de EU-subsidie die een bijdrage zal vormen in de reis van de van Madrid naar Rome en terug, berekenen (275 euro). 13. Met inbegrip van opleiders, faciliterende medewerkers en begeleiders. 14. Met inbegrip van opleiders, faciliterende medewerkers en begeleiders. 13

14 14 Erasmus+ Programme Guide