BESLUIT WET NATUURBESCHERMING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

Transcriptie

1 BESLUIT WET NATUURBESCHERMING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Wet natuurbescherming hoofdstuk 3, ontheffing soorten Datum besluit : 21 november 2017 Onderwerp : Wet natuurbescherming gemeente Wijchen Activiteit : ontwikkeling woonwijk Huurlingsedam Fase 2 aan de Huurlingsedam te Wijchen Verlenen/weigeren : verlenen ontheffing Aanvrager : VOF Huurlingsedam, H. de Baaij Zaaknummer :

2 Beslissing van GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND op het verzoek van VOF Huurlingsedam, Postbus 179, 5340 AD, Oss, hierna te noemen de aanvrager, van 14 april 2017 om een ontheffing op grond van de Wet natuurbescherming. De opbouw van deze beslissing is als volgt: Allereerst worden de ingediende aanvraag en het procesverloop toegelicht; Daarna volgt het besluit met inbegrip van de voorschriften; Onder het kopje beoordeling wordt de onderbouwing van het besluit gegeven; De beslissing wordt afgesloten met enkele algemene bepalingen en een toelichting op het verdere procesverloop ( overige verplichtingen en zienswijzen ). AANVRAAG EN PROCESVERLOOP Op 12 april 2017 ontvingen wij een aanvraag van VOF Huurlingsedam voor een ontheffing in het kader van hoofdstuk 3 van de Wnb voor de Das op grond van artikel 3.10 lid 1b beschadigen en vernielen van vaste voortplantings- en rustplaatsen. De ontheffing wordt aangevraagd voor de ontwikkeling van het plangebied Huurlingsedam fase 2a tot een woonwijk met 321 woningen. De ontheffing wordt aangevraagd in het kader van het in de wet genoemde belang van ruimtelijke inrichting of ontwikkeling van gebieden, daaronder begrepen het daaropvolgende gebruik van het ingerichte of ontwikkelde gebied. De aanvraag maakt onderdeel uit van deze ontheffing. Er is niet eerder een ontheffing afgegeven en er wordt geen gebruik gemaakt van een gedragscode. De volgende documenten zijn gebruikt bij de beoordeling van de aanvraag: Natuurtoets Huurlingsedam Fase 2, 2014; Onderzoek naar de compensatiemaatregelen voor de Das in het gebied Huurlingsedam fase 2a (gemeente Wijchen), 2016; Notitie t.b.v. ontheffingsaanvraag Wnb Huurlingsedam fase 2 te Wijchen, 2017; Onderzoek naar grote modderkruiper, steenuil en kerkuil, 2017; Notitie Compensatieplan Das Huurlingsedam te Wijchen, 2017; Ontheffing FF/75C/2007/0435, 2008, RVO. Op 10 juli, 28 augustus en 14 september 2017 hebben wij van de aanvrager per de volgende aanvullende stukken ontvangen waarom wij op 30 juni, 16 augustus en 29 augustus 2017 hebben verzocht: Aanvullende informatie d.d. 10 juli 2017; Aanvullende informatie d.d. 28 augustus 2017; Aanvullende informatie d.d. 14 september Het ontwerpbesluit heeft gedurende zes weken ter inzage gelegen. Wij hebben binnen deze termijn geen zienswijzen ontvangen. Op deze aanvraag is afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing verklaard. 2

3 BESLUIT Gedeputeerde Staten van Gelderland HEBBEN BESLOTEN gelet op artikel 3.10 lid 2 van de Wet natuurbescherming ONTHEFFING TE VERLENEN aan VOF Huurlingsedam, Postbus 179, 5340 AD, Oss; voor de soorten, van de verbodsbepalingen en voor de wettelijke belangen zoals weergegeven in tabel 1. Tabel 1 Soorten en verboden Soort Verbod Belang 1 Das Artikel 3.10 lid 1b a Wnb 1 Belangen: a) artikel 3.10 lid 2 onder a van de Wnb: in het belang van ruimtelijke inrichting of ontwikkeling van gebieden, daaronder begrepen het daaropvolgend gebruik van het ingerichte of ontwikkelde gebied. Aan deze ontheffing zijn de volgende voorwaarden verbonden: Het opzettelijk beschadigen of vernielen van vaste voortplantingsplaatsen of rustplaatsen van dieren Algemene voorschriften 1) De ontheffing geldt voor het gebied Huurlingsedam fase 2a in de gemeente Wijchen, gelegen tussen de Huurlingsedam aan de zuidkant, de Graafseweg (N324) aan de oostzijde en de Oosterweg aan de noordzijde. De beoogde locatie is aangegeven op de kaart in bijlage 1. 2) De geldigheidsduur van de ontheffing eindigt op 2 september ) De ontheffing geldt uitsluitend voor de soort, verboden en belangen zoals weergegeven in de tabel 1. 4) Indien bij het uitvoeren van de werkzaamheden van het project andere beschermde soorten dan de genoemde worden aangetroffen of andere handelingen als bedoeld in voorschrift 3 noodzakelijk zijn, dient de ontheffinghouder onverwijld contact op te nemen met de Provincie Gelderland. 5) Deze ontheffing kan uitsluitend gebruikt worden door (medewerkers van) de ontheffinghouder of in opdracht van de ontheffinghouder handelende (rechts-)personen. De ontheffinghouder blijft verantwoordelijk en aansprakelijk voor de juiste naleving van deze ontheffing. 6) De in voorschrift 5 genoemde (rechts)personen beschikken op de plaats waar de activiteiten van de ontheffing worden uitgevoerd over een (digitale) kopie van deze ontheffing, en tonen deze op verzoek aan de daartoe bevoegde toezichthouders en opsporingsambtenaren. 7) De in voorschrift 5 genoemde (rechts)personen zijn op de hoogte van de inhoud en het doel van deze ontheffing en de daaraan verbonden voorschriften, zodanig dat zij daar ook invulling en uitvoering aan kunnen geven. 3

4 8) Indien de ontheffinghouder de ontheffing in zijn geheel wil overdragen dan dient voor deze naamswijziging toestemming te worden gevraagd bij de Provincie Gelderland, via adres onder vermelding van het zaaknummer ) Minimaal vier weken voor aanvang van de werkzaamheden moet melding worden gedaan van de datum van start van de werkzaamheden bij de Provincie Gelderland, via adres onder vermelding van het zaaknummer ; 10) De werkzaamheden en bovengenoemde voorschriften dienen te worden uitgevoerd onder begeleiding van een deskundige 1 op het gebied van de Das. 11) De deskundige op het gebied van de Das houdt alle bevindingen bij in een logboek en heeft deze beschikbaar op het project. Daarnaast wordt het logboek uiterlijk 2 weken na afronding van de werkzaamheden verstrekt aan de Provincie Gelderland, via adres post@gelderland.nl, onder vermelding van het zaaknummer In het logboek wordt vermeld op welke data de deskundige aanwezig was, welke werkzaamheden zijn uitgevoerd en (indien van toepassing) hoeveel exemplaren van welke soorten op welke locatie zijn waargenomen. 12) Binnen twee weken na realisering van de activiteit/het project dient een gereedmelding te worden gedaan aan de Provincie Gelderland, via adres post@gelderland.nl, onder vermelding van het zaaknummer Specifieke voorschriften 13) Alle mitigerende/compenserende maatregelen zoals opgenomen in deze ontheffing dienen met in achtneming van alle overige voorschriften uit deze ontheffing, te worden uitgevoerd. 14) De mitigerende maatregelen worden uitgevoerd volgens de bestektekening in bijlage 2 van deze ontheffing. Het gaat daarbij om het plaatsen van 3 dassentunnels met geleidend raster onder de Meerdreef, Zuiderdreef en Oosterweg. Verder worden 3 dassenloopbalken over de noordelijke watergang aangebracht worden een aantal geleidende hagen aan de noordkant van het plangebied aangeplant. Daarnaast zal gebruik gemaakt worden van plantmateriaal zoals geadviseerd door Das&Boom en zal het grasland rondom het plangebied extensief worden beheerd (zie bijlage 2). 15) Er dient geen werkverlichting geplaatst te worden binnen een straal van 20 meter rondom een dassenburcht. De verlichting mag niet uitstralen richting opgaande begroeiing in de omgeving. 16) Werkzaamheden die binnen een straal van 20 meter rondom een dassenburcht plaatsvinden moeten zo kort mogelijk duren en uitgevoerd worden met zo min mogelijk geluid en trillingen. 1 Onder deskundige verstaat de Provincie Gelderland: Onder een ecologisch deskundige verstaan we een persoon die in een bepaalde situatie en voor specifieke soorten gevraagd wordt te adviseren en/of begeleiden, aantoonbare ervaring en kennis heeft op het gebied van soort-specifieke ecologie. Hij voldoet aan een of meer van deze punten: Hij/zij heeft een afgeronde hbo- of universitaire opleiding, met als zwaartepunt (Nederlandse) ecologie; Hij/zij heeft een afgeronde mbo-opleiding, met als zwaartepunt de Wet natuurbescherming, soortenherkenning en zorgvuldig handelen ten opzichte van die soorten; Hij/zij is werkzaam voor een ecologisch adviesbureau, zoals een bureau dat is aangesloten bij het Netwerk Groene Bureaus; Hij/zij zet zich aantoonbaar actief in op het gebied van de soortenbescherming en is werkzaam of aangesloten bij de volgende Nederlandse organisaties: Zoogdiervereniging, RAVON, Stichting Das en Boom, Vogelbescherming Nederland, Vlinderstichting, Natuurhistorisch Genootschap, KNNV, NJN, IVN, EIS Nederland, FLORON, SOVON, STONE, Staatsbosbeheer, Natuurmonumenten, De Landschappen en Stichting Beheer Natuur en Landelijk gebied; Hij/zij zet zich aantoonbaar actief in op het gebied van de monitoring en/of bescherming. 4

5 17) Werkzaamheden en activiteiten die binnen een straal van 20 meter rondom een dassenburcht plaatsvinden dienen overdag uitgevoerd te worden, tussen zonsopgang en zonsondergang, maar nooit later dan 19:00 uur. 18) Werkzaamheden en activiteiten die binnen een straal van 20 meter rondom een dassenburcht mogen niet plaatsvinden in de kwetsbare kraamperiode van de Das, deze loopt van december tot en met juni. 19) Ingangen van de dassenburcht en wissels mogen niet beschadigd of geblokkeerd worden. BEOORDELING Project In de aanvraag beschreven project, De ontheffing wordt aangevraagd voor de ontwikkeling van het plangebied Huurlingsedam fase 2a tot een woonwijk met 231 woningen. Fase 2a betreft het zuidwestelijke deel van het plangebied. Fase 2b wordt buiten beschouwing gelaten omdat nog niet duidelijk is of deze fase daadwerkelijk gerealiseerd zal worden. In de periode zijn woningen in het kader van fase 1 gerealiseerd, waarvoor in 2008 door RVO een ontheffing is verleend (FF/75C/2007/0435). De ontwikkeling van de woonwijk bestaat uit de volgende werkzaamheden: Bouwrijp maken van de landbouwgrond; Aanleg van ondergrondse en bovengrondse infrastructuur; Bouw van 231 woningen. Een deel van het plangebied blijft gehandhaafd, dit gebied is aangegeven als te handhaven gebied. In bijlage 1 is een kaart opgenomen van het plangebied met de bouwfase 2a en het te handhaven gebied. Het gebied van fase 2b blijft vooralsnog de komende jaren gehandhaafd. De uitvoering van het bouwrijp maken van het terrein zal starten in december 2017 en zal lopen tot februari De bouw van de woningen zal starten in maart Onderzoek In de aanvraag beschreven wijze van uitvoering van het onderzoek In 2014 is een natuurtoets uitgevoerd binnen het plangebied. Voorafgaand aan het oriënterend veldbezoek heeft een bronnenonderzoek plaatsgevonden waarbij onder andere een oude natuurtoets uit 2009 is gebruikt. Verder zijn diverse verspreidingsgegevens en gegevens uit de NDFF geraadpleegd. Op basis daarvan is een inschatting gemaakt naar de te verwachten soorten binnen het plangebied. Op 9 april 2014 is een oriënterend veldbezoek uitgevoerd. Aan de hand van dit veldbezoek bleek nader onderzoek naar de Das, Steenuil, Kerkuil en Grote modderkruiper nodig. Omdat er geen gebouwen gesloopt zullen worden, werd nader onderzoek naar de Gierzwaluw, Huismus, Steenmarter en vleermuizen niet noodzakelijk geacht. In de jaren 2012, 2014 en 2015 is een soortgericht onderzoek naar de Das uitgevoerd. In 2017 is een onderzoek naar de Steenuil, Kerkuil en Grote modderkruiper uitgevoerd. Vogelsoorten Op basis van verspreidingsgegevens uit 2012 blijken Steenuil en Kerkuil binnen het plangebied aanwezig. Tijdens het veldbezoek op 9 april 2014 is gekeken naar verblijfplaatsen en geschiktheid van het plangebied voor deze vogelsoorten. Nader onderzoek bleek nodig om te bepalen welke functies het plangebied vervult voor deze vogelsoorten. Steenuil Voor de Steenuil is de lokale uilenwerkgroep benaderd en hen is gevraagd naar bekend nesten en waarnemingen van de Steenuil. Daarnaast is gericht veldonderzoek uitgevoerd op 7 en 17 maart en 3 april De inventarisatie is uitgevoerd volgens de handleiding STONE en de 5

6 Soortenstandaard Steenuil (RVO, 2012). De veldbezoeken zijn uitgevoerd onder gunstige weersomstandigheden vanaf een half uur na zonsondergang tot middernacht. Op vaste punten in het plangebied werd een serie territoriumroepen afgespeeld: 3 x 10 roepen met een minuut pauze tussen de series. Bij het uitblijven van reactie werd de serie nogmaals herhaald. Wanneer er respons was van een uil, dan werd de locatie van de roepende uil op kaart ingetekend. Kerkuil Net als bij de steenuil is de lokale vogelwerkgroep gevraagd naar bestaande gegevens van nesten of losse waarnemingen. Daarnaast is gericht veldonderzoek uitgevoerd. Dit heeft tegelijkertijd met de steenuil plaatsgevonden. Op ieder potentieel geschikt erf is gedurende de avond en nacht twee maal 10 minuten geluisterd om kerkuilen waar te nemen. Ook is in de avondschemer in het tussenliggende open gebied gezocht naar overvliegende en foeragerende uilen. Grote modderkruiper Op 10 maart 2017 is de watergang in het plangebied onderzocht op aanwezigheid van Grote modderkuiper. Het onderzoek is uitgevoerd met behulp van Electro visserij. Das Op basis van verspreidingsgegevens blijkt de Das aanwezig binnen het plangebied. Door Stichting Das&Boom is een nader onderzoek uitgevoerd naar het voorkomen van de Das binnen het plangebied en welke functies het plangebied heeft voor deze soort. Op 3 juli 2012, 17 juni 2014 en 6 januari 2015 is het plangebied en het aangrenzende gebied bezocht. Tijdens de inventarisatie is gekeken naar de aanwezigheid van dassenburchten, graafsporen, snuitputjes, mestputjes, wissels, pootafdrukken en dassenharen. De aanwezige dassentunnels onder de N324 en onder de Huurlingsedam zijn onderzocht op het gebruik door de Das. Om het potentiele voedselgebied in kaart te brengen is het grondgebruik onderzocht. Om de omvang van het foerageergebied van de Das te kunnen beoordelen is ook gebruik gemaakt van de database van Das&Boom waarin de verkeersslachtoffers onder dassen zijn geregistreerd. In de aanvraag beschreven ecologische waarden Steenuil Volgens de vogelwerkgroep zijn op drie locaties net buiten het plangebied waarnemingen gedaan van de Steenuil. Bij het eerste bezoek op 7 maart 2017 zijn geen steenuilen waargenomen. Bij het tweede bezoek op 17 maart 2017 is net buiten het plangebied kort een Steenuil gehoord op het erf van de woning aan de Oosterweg 186/188. Bij het bezoek op 3 april 2017 werd op het erf van de woning aan de Huurlingsedam 16 kort een Steenuil waargenomen. Het gaat in beide gevallen om een foeragerende uil. De erven vallen binnen het te handhaven gebied. De nestlocaties liggen buiten het plangebied. De erven en een deel van het plangebied zijn onderdeel van foerageergebied, maar gezien het niet stelselmatige gebruik van het gebied, is het niet van essentieel belang voor het functioneren van de nestlocatie. Kerkuil De kerkuil is gedurende het soortgericht onderzoek niet waargenomen in het plangebied en de directe omgeving ervan. Grote modderkruiper De grote modderkruiper is tijdens het soortgericht onderzoek niet aangetroffen. Das Burchten buiten het plangebied 6

7 Tijdens de onderzoeken door Das&Boom in 2012 en 2014 is er nabij de illegaal vernietigde burcht die was aangetroffen in 2009, één dassenhol aangetroffen. Het hol werd in 2012 nog belopen, maar in 2014 niet. In de zuidoosthoek, op de grens van het plangebied, is in 2014 een bijburcht van een Das waargenomen met één gang. De bijburcht heeft tevens een wissel die loopt naar een hoofdburcht in de noordoosthoek van het plangebied. Deze langgerekte burcht bevindt zich in een wal en was in 2012 ook bewoond. De burcht wordt ook gebruikt als voortplantingsplaats, gezien het vele nestmateriaal. Gezien de grootte van de burcht met circa zes gangen, is deze al vele jaren in gebruik. Dezelfde burcht is in 2014 ook aangetroffen. Medio september 2014 werd door de gemeente Wijchen melding gemaakt van een dassenburcht ten westen van het plangebied bij het Oosterpark. Deze hoofdburcht is op 6 januari 2015 bezocht door Das&Boom. De burcht had meerdere holen op diverse plaatsen in een houtwal tussen het Oosterpark en een dode arm van de Maas. In totaal zijn zes holen gevonden, waarvan drie duidelijk door de Das belopen waren. Sporen van recent sleepwerk met nestmateriaal waren te zien. Aan de grootte van de stortbergen kon afgeleid worden dat de burcht meerdere jaren oud was. Op circa 500 meter ten oosten van de burcht in de noordoosthoek bevindt zich op het voormalige terrein van defensie de oudst bekende bewoonde dassenburcht van het gebied. Deze burcht is al sinds 1990 vrijwel ononderbroken bewoond geweest door dassen. Ook hier werden regelmatig jongen geboren. Een kilometer ten noorden van het plangebied, bevindt zich een bewoonde burcht die ook als voortplantingsplaats wordt gebruikt. De burcht is sinds 2007 bekend bij Das&Boom. Dassenwissels en prenten Buiten het plangebied zijn op drie plaatsen langs de maisakkers graafsporen en prenten van dassen gevonden. Ook in het gebied ten noorden en ten westen van het plangebied. Ter hoogte van de Meerdreef en tussen de Meerdreef en de Zuiderdreef zijn dassenwissels aanwezig. Tussen de burcht in de noordoosthoek en de bijburcht in het zuidoosten is in 2014 een (zeer) actieve wissel waargenomen, parallel aan de N324. Gebruik aanwezige dassentunnels wegen In 2002 zijn onder de N324 een aantal dassentunnels aangelegd. De twee meest noordelijke worden goed belopen door dassen. De tunnel onder de Huurlingsedam nabij de rotonde met de N324 is aangelegd als compensatiemaatregel voor het project Huurlingsedam fase 1. Deze functioneerde tijdens de onderzoeken door Das&Boom niet. De tunnelmonding was dichtgegroeid met gras en de tunnel ligt op een ongunstige plek. Mogelijk kunnen de dassen de tunnel niet vinden omdat deze in een ruigtestrook boven een droge greppel is aangelegd. In de afgelopen 5 jaar zijn 4 dassen doodgereden in de omgeving van het plangebied. Dit was langs de wegen Oosterweg, Zuiderdreef en N324. Foerageergebied Het gehele plangebied voor fase 2, wordt door dassen gebruikt als foerageergebied (2014). Het gaat met name om de dassenfamilies uit de burchten aan de westkant en noordoosthoek van het plangebied. Ten noorden en vooral ten oosten van het plangebied bevinden zich enige graslanden (vooral hooilanden) waar de Das zijn hoofdvoedsel, regenwormen, vindt. Aan de westzijde bevinden zich drie door hagen gescheiden graslanden. Ten noorden van de oosterweg bevinden zich akkers van een kwekerij (gladiolen in 2014) die oninteressant zijn voor de Das. Ten zuiden van het plangebied bevinden zich voor de Das minder interessante ruigtegebieden en secundair foerageergebied in de vorm van maisakkers. In de aanvraag beschreven effecten van het project op de ecologische waarden 7

8 Steenuil De Steenuil heeft binnen het plangebied geen nesten of rustplaatsen. De nestlocaties die buiten het plangebied liggen, blijven behouden. De twee erven van de Oosterweg 186/188 en de Huurlingsedam 16, waar tijdens het veldonderzoek steenuilen zijn waargenomen, vormen een klein onderdeel van een groter foerageergebied. Steenuilen maken gebruik van het plangebied als foerageergebied maar het plangebied voor fase 2a vormt geen essentieel foerageergebied. Das Uit het onderzoek door Das&Boom blijkt dat er met de nieuwbouwplannen van fase 2a een deel van essentieel foerageergebied (leefgebied) van twee dassenfamilies verloren gaat. Het gaat daarbij om circa 8,3 ha akkerland en 0,7 ha grasland. Het grasland vormt primair foerageergebied voor de Das, het akkerland vormt secundair foerageergebied. De dassenfamilie uit de burcht bij het Oosterpark aan de westzijde, zal de meeste nadelige gevolgen ondervinden van verlies aan foerageergebied. Zij zullen meer afstanden moeten afleggen om aan eten te komen. De twee hoofdburchten zelf blijven intact. De wissels liggen buiten het plangebied en blijven met fase 2a behouden. De dassen van de burcht bij het Oosterpark zullen vrijwel geïsoleerd raken, tenzij maatregelen worden getroffen. De dassen zijn na de realisatie van de woningbouw aangewezen op foerageergebied in de buurt van andere dassenfamilies, wat voedselconcurrentie kan opleveren. In de aanvraag beschreven gedragscode Uit de aanvraag blijkt dat geen gebruik gemaakt wordt van een gedragscode. Nu preventieve maatregelen, ter voorkoming van overtreding van de in hoofdstuk 3 van de Wnb vermelde verboden, niet voldoende in deze aanvraag zijn opgenomen en er geen gedragscode van toepassing is, is voor het uitvoeren van de aangevraagde activiteit een ontheffing nodig. In de aanvraag beschreven preventieve maatregelen om effecten te voorkomen Er worden geen preventieve maatregelen voorgesteld. In de aanvraag beschreven mitigerende maatregelen Voor de ontwikkeling van fase 2a zijn compenserende maatregelen nodig als gevolg van het verlies aan essentieel foerageergebied (leefgebied) van de Das. Door stichting Das&Boom is een compensatieplan opgesteld, hierbij is rekening gehouden met de Soortenstandaard Das (RVO, 2014). In het plan zijn maatregelen voor zowel fase 2a, als voor fase 2b opgenomen. De maatregelen zullen door de initiatiefnemer conform dit plan worden uitgevoerd. De compensatie opgave zal grotendeels binnen het plangebied worden gerealiseerd, omdat er buiten het plangebied voedselconcurrentie zal zijn van andere dassenfamilies. De maatregelen worden uitgevoerd in november 2017, een maand voordat het bouwrijp maken start en zullen functioneel zijn op het moment dat het oude foerageergebied verloren gaat. Met de nieuwbouw in fase 2a gaat essentieel foerageergebied van twee dassenfamilies verloren. De hoofdburchten van deze twee families liggen buiten het plangebied van fase 2a. Maatregelen ter compensatie voor het verlies van primair foerageergebied (vochtig grasland) zijn volgens de Soortenstandaard Das in de vorm van 120% kwaliteitsverbetering van het leefgebied door de aanleg van blijvende graslanden voorzien van lijnbeplantingen (hagen/houtwallen). Het verlies aan secundair foerageergebied (akkers) dient gecompenseerd te worden door de aanleg van 50% primair foerageergebied. Voor fase 2a zou circa 5 ha primair foerageergebied in de vorm van vochtig grasland moeten worden aangelegd. Er is voor gekozen om het gebied rondom het 8

9 plangebied te optimaliseren voor de Das. Doordat in fase 2a vooral een groot deel van het foerageergebied in het westelijk deel van het plangebied verloren gaat, is het noodzakelijk om ervoor te zorgen dat de dassenfamilie die hier de meest nadelige gevolgen van ondervindt, namelijk de dassenfamilie bij het Oosterpark, de mogelijkheid blijft houden om te kunnen foerageren in het resterende foerageergebied. Das&Boom heeft bepaald dat de belangrijkste compensatieopgave voor fase 2a het verbeteren van de verbindingszone vanuit de burcht bij het Oosterpark naar het resterende foerageergebied ten oosten van de weg Huurlingsedam en ten noorden van de Oosterweg is. Op basis van advies door Das&Boom wordt hiervoor concreet het volgende gedaan: 1. Voor de burcht bij het Oosterpark wordt een verbindingszone gemaakt naar foerageergebied ten oosten van de Zuiderdreef. Maatregelen die daarvoor worden getroffen zijn: de aanleg van een dassentunnel bij de Meerdreef en een tunnel bij de Zuiderdreef, op de plek waar wissels aanwezig zijn. Daarnaast worden geleidende rasters aangelegd en geleidende haagbeplanting. Bij de tunnel onder de Meerdreef wordt beplanting aangelegd vanuit de tunnelmondingen naar de bestaande groenelementen voor een optimale ontsluiting van de tunnel. Doordat de gronden aan de noordzijde van de sloot niet in eigendom zijn van de gemeente of VOF Huurlingsedam wordt een bufferzone aangelegd tussen de nieuw aan te leggen weg en de sloot (foto 11 bijlage 2). Deze bufferzone bestaat uit een dichte vegetatiestrook (4 rijen plantmateriaal, 4 planten op een meter) van bes- en doorn dragende struiken afgeschermd door een raster aan de straatzijde. De aanleg van een raster voorkomt dat deze strook gebruikt gaat worden door kinderen en/of honden waardoor de functionaliteit van de haag verloren zou gaan. Deze bufferzone loopt door tot de weg Huurlingsedam. In het verlengde van deze bufferzone wordt onder de Huurlingsedam een dassentunnel inclusief geleidend raster aangelegd. Vervolgens wordt de brede haag aan de zuidzijde van de sloot doorgetrokken tot aan de wal van het sierbestratingsbedrijf (foto 12 bijlage 2). Er worden 3 bruggetjes (paar loopplanken, foto 17 bijlage 2) over de bestaande sloot aan de noordelijke grens van het plangebied geplaatst zodat dassen makkelijk de foerageergronden ten noorden van de sloot en de aan te leggen dassentunnel onder de Oosterweg kunnen bereiken. De maatregelen zijn aangegeven op de bestektekening in bijlage 2; 2. Aan de noordkant van het plangebied wordt voor fase 2a een verbindingszone gecreëerd naar de foerageergebieden ten noorden van de Oosterweg. Maatregelen die daarvoor worden getroffen zijn: het aanleggen van een dassentunnel onder de Oosterweg circa 100 meter ten oosten van de kruising met de Waszinkweg, inclusief geleidend raster (foto 13 en 14 bijlage 2). Dit om ervoor te zorgen dat de dassen op een veilige manier de foerageergronden kunnen bereiken die zich ten noorden van de Oosterweg. Om de kans te verhogen dat de tunnel daadwerkelijk wordt gebruikt worden vanuit de tunnel zowel ten noorden (foto 15 bijlage 2) als ten zuiden van de Oosterweg groene lijnelementen (hagen) aangelegd die de dassen naar de tunnel te geleiden. Bovendien wordt door het kleinschaliger maken van dit gebied het foerageergebied geoptimaliseerd. De maatregelen zijn aangegeven op de bestektekening in bijlage 2. Door Das&Boom is, naast de te treffen maatregelen, het te gebruiken plantmateriaal voor de hagen aangegeven en zijn beheermaatregelen voor het bestaande grasland opgenomen om het te optimaliseren voor de Das. Hieraan zal gehoor gegeven worden. Voor de hagen worden 4 planten per meter gebruikt en wordt gekozen voor groter plantmateriaal (veren, ca. 1,5 m). In bijlage 2 is een overzicht opgenomen van de nieuwe tunnels, bruggen en begeleidende beplanting, inclusief foto s en bestektekening. In de aanvraag beschreven overtreding van verbodsbepalingen 9

10 Aan de hand van het voorgaande is in de aanvraag bepaald welke verbodsbepalingen worden overtreden. Dit is aangegeven in het aanvraagformulier. Er is ontheffing aangevraagd voor de soort en verboden genoemd in tabel 1. Beoordeling Beoordeling van de resultaten van het ecologisch onderzoek Das Wij hebben het ecologisch onderzoek beoordeeld en wij oordelen dat het onderzoek op de juiste wijze is uitgevoerd en compleet is. Het nader onderzoek naar de Das is uitgevoerd door Das&Boom, een stichting met veel kennis over de Das. Daarmee is voldoende zekerheid verkregen over de juistheid van de onderzoeksresultaten en de opgestelde compenserende maatregelen. Daarnaast zijn over meerdere jaren inventarisaties naar de Das uitgevoerd om een goed beeld te krijgen over de ontwikkeling van de Das in en rondom het plangebied. Het voorkomen van vaste voortplantingsplaatsen en rustplaatsen en foerageergebied van de Das binnen en direct buiten het plangebied is voldoende in kaart gebracht. Van belang is de monitoring van de werking van de aanwezige dassentunnels, dit wordt bijgehouden door de stichting. Beoordeling mitigerende maatregelen Het compensatieplan voor de Das is opgesteld door stichting Das&Boom. De getroffen maatregelen zijn toereikend en voldoen grotendeels aan de vereisten uit de Soortenstandaard Das (RVO, 2014). Met de aanleg van verbindingszones voor de Das, wordt gezorgd voor voldoende toegang tot alternatief foerageergebied dat in kwantiteit en kwaliteit overeenkomt met de huidige functionaliteit van het foerageergebied. Met de huidige planning is de gewenningstijd van een maand voor de compenserende maatregelen voldoende, vooral omdat er voor de verbindingszones groter plantmateriaal wordt gebruikt. Het grootste deel van het compensatiegebied is al bekend bij de dassen en wordt al gebruikt als foerageergebied. Het is het aannemelijk dat de dassen het gebied snel in gebruik zullen nemen. De aantasting van het foerageergebied door de nieuwbouw, zal met de getroffen maatregelen geen negatief effect hebben op voortplantings- of rustplaatsen van de Das. De burchten blijven behouden en er zal met de compensatie voldoende alternatief foerageergebied voorhanden zijn. Omdat er met de nieuwbouw 9 hectare functioneel leefgebied van de Das verloren gaat, is er wel sprake van beschadigen en vernielen van vaste voortplantings- en rustplaatsen van de Das. De functionaliteit van rustplaatsen en voortplantingsplaatsen van de Das blijft tijdens en na de werkzaamheden wel gewaarborgd omdat leefgebied voorafgaand aan de nieuwbouw wordt geoptimaliseerd. Op basis van het voorgaande hebben wij bepaald voor welke (aangevraagde) soorten welke verbodsbepalingen worden overtreden. Deze zijn weergegeven in tabel 1. Voor deze soorten en verboden wordt de ontheffing verleend. Dit komt overeen met de aangevraagde soorten en verboden. Andere bevredigende oplossing In de aanvraag beschreven andere bevredigende oplossingen De ingreep is locatie gebonden, er is geen sprake van een alternatieve locatie. Het plan vormt onderdeel van een groter woningbouwproject, waarvan fase 1 reeds gerealiseerd is. Een andere locatie zou geen minder schadelijk effect veroorzaken omdat in het gehele gebied ten noorden en zuidoosten van Wijchen ook dassen en burchten aanwezig zijn. 10

11 De projectontwikkelaar laat zijn planning afhangen van de aanwezige beschermde soorten en stemt zijn uitvoering hierop af. Op deze wijze kan altijd in de minst kwetsbare periode van de Das gewerkt worden en zijn er geen minder schadelijke alternatieven voorhanden. Beoordeling van de andere bevredigende oplossingen Er is aangetoond dat er geen andere bevredigende oplossing bestaat. Belang In de aanvraag beschreven belang(en) In de aanvraag is bepaald welk wettelijk belang op het project van toepassing is. Dit is aangegeven in tabel 1. Beoordeling van belang(en) Wij kunnen instemmen met de in de aanvraag beschreven belang. Het belang is aangegeven in tabel 1. Gunstige staat van instandhouding In de aanvraag beschreven effect op de staat van instandhouding van de desbetreffende soorten De Das komt op basis van de onderzoeksgegevens door Das&Boom algemeen voor in (de omgeving van) het plangebied, gezien het aantal aangetroffen burchten, graafsporen en het aantal verkeersslachtoffers van de afgelopen jaren. De Das maakt voornamelijk gebruik van de hoofdburcht bij het Oosterpark en de hoofdburcht in de noordoosthoek. Daarnaast heeft de Das nog een aantal kleinere verblijfplaatsen, die kunnen dienen als alternatieve rust- of voortplantingsplaats. De dassen kunnen uitwijken naar de landerijen aansluitend op het plangebied om te foerageren. De gunstige staat van instandhouding van de Das komt niet in gevaar, mits gewerkt wordt conform de voorgestelde mitigerende maatregelen en volgens de overige in de ontheffing opgelegde voorschriften. De nieuwbouwwerkzaamheden zullen geen negatief effect hebben op de gunstige staat van instandhouding van de lokale populaties van de Das. Beoordeling van de effecten op de staat van instandhouding van de desbetreffende soorten De landelijke staat van instandhouding van de Das is relatief gunstig. Het uitvoeren van het project als bedoeld in de aanvraag leidt niet tot verslechtering van de staat van instandhouding van de Das. CONCLUSIE Gelet op het voorgaande kan de gevraagde ontheffing worden verleend. OVERIGE VERPLICHTINGEN Wij wijzen u erop dat u zelf verantwoordelijk bent voor het verkrijgen van eventueel benodigde ontheffingen, vergunningen of toestemmingen op grond van andere wet- en regelgeving. Namens Gedeputeerde Staten van Gelderland, mr. H. Boerdam Beroep Belanghebbenden kunnen binnen zes weken na dagtekening van het besluit hiertegen een 11

12 beroepschrift indienen bij de rechtbank Gelderland (Postbus 9030, 6800 EM Arnhem). Zij die partij zijn in de hoofdzaak kunnen bij de voorzieningenrechter van de rechtbank Gelderland (Postbus 9030, 6800 EM Arnhem) een verzoek indienen om een voorlopige voorziening te treffen. Voor individuele burgers (niet voor advocaten en ook niet voor gemachtigden namens een bedrijf of een organisatie) bestaat de mogelijkheid digitaal beroep of een verzoek om een voorlopige voorziening in te dienen. Meer informatie kunt u vinden op Voor het behandelen van een verzoek om een voorlopige voorziening wordt griffierecht geheven. Over de hoogte en de wijze van betaling van het griffierecht kunt u informatie verkrijgen bij de rechtbank Gelderland via telefoonnummer (088) of op bijlagen: 12

13 - Bijlage 1: Kaart projectlocatie - Bijlage 2: Compenserende en mitigerende maatregelen 13

14 BIJLAGE 1 Kaart projectlocatie Uitvoeringsfase 2a 14

15 Kaart te handhaven gebied en EHS 15

16 BIJLAGE 3 Compenserende en mitigerende maatregelen fase 2a 16

17 17

18 18

19 19

20 20