CVDR. Nr. CVDR609802_1. Marktreglement Nijmegen Artikel 1. Begripsomschrijvingen

Transcriptie

1 CVDR Officiële uitgave van Nijmegen. Nr. CVDR609802_1 1 mei 2018 Marktreglement Nijmegen 2018 Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Nijmegen; gelet op artikel 160, eerste lid, sub h. van de Gemeentewet juncto artikel 2 van de Marktverordening Nijmegen 2017A; overwegende dat het wenselijk is nadere regels vast te stellen met betrekking tot de uitvoering van de Marktverordening Nijmegen 2017A; besluit vast te stellen het Marktreglement Nijmegen Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen Artikel 1. Begripsomschrijvingen 1. De in artikel 1 van de Marktverordening Nijmegen 2017A gegeven begripsomschrijvingen zijn tevens van toepassing op dit marktreglement. 2. In dit marktreglement en de daarop gebaseerde besluiten wordt verstaan onder: a. GASTEC-keurmerk: een door Kiwa Nederland BV uitgegeven keurmerk, waaruit blijkt dat het voorwerp waarvoor het keurmerk is afgegeven, voldoet aan de relevante GASTEC QAkeuringseis; b. Marktafval: het afval dat de marktplaatshouder tijdens zijn gebruik van de marktplaats op enigerlei wijze verkrijgt of maakt; c. Marktvergunning: vergunning als bedoeld in artikel 5, eerste lid, van de Marktverordening Nijmegen 2017A; d. Marktverordening: de Marktverordening Nijmegen 2017A; e. Marktplaatsvergunning: vergunning als bedoeld in artikel 8, eerste lid, van de Marktverordening Nijmegen 2017A; f. NEN: door de Stichting Nederlands Normalisatie-instituut uitgegeven norm; g. NPR: een door de Stichting Nederlands Normalisatie-instituut uitgegeven richtlijn; h. Skal: Stichting Skal; i. Vervanger: de op de marktplaatsvergunning vermelde vervanger van de vergunninghouder die op de markt namens de vergunninghouder handelt. Artikel 2. Dag, tijd, plaats en opstelling van de markt 1. In de gemeente worden de volgende markten gehouden: a. Maandag Centrum Augustijnenstraat / Grote Markt / Burchtstraat, van uur tot uur en van oktober t/m maart tot uur, zoals aangegeven in Bijlage I op bijbehorende kaart A1 en A2. b. Maandag Centrum Kelfkensbos, van uur tot uur, zoals aangegeven in Bijlage I op bijbehorende kaart B. c. Maandag Centrum Luizenmarkt Grote Markt / St. Stevenskerkhof, van uur tot uur, zoals aangegeven in Bijlage I op bijbehorende kaart A1. d. Zaterdag Centrum Augustijnenstraat / Grote Markt / Burchtstraat, van uur tot uur, zoals aangegeven in Bijlage I op bijbehorende kaart C1 en C2. e. Zaterdag Centrum Kelfkensbos, van uur tot uur, zoals aangegeven in Bijlage I op bijbehorende kaart D. f. Wijkmarkt Hatert Couwenbergstraat, op woensdag van tot uur, zoals aangegeven in Bijlage I op bijbehorende kaart E. 2. De opstelling en indeling van de markten genoemd in het eerste lid vindt plaats zoals op de bij de betreffende markt behorende kaart is aangegeven. Artikel 3. Het organiseren van markten 1. Het college kan op grond van artikel 5 van de marktverordening vergunning verlenen voor het organiseren van markten op de locaties Grote Markt, Burchtstraat, Kelfkensbos, Mariënburg (hoge plein), Plein 1944 en Waalkade of op door het college nader te bepalen locaties. 2. In geval van een themamarkt dient tenminste 70% van de te verkopen waren of de plaatsvindende activiteiten verband te houden met het thema. 3. In het stadscentrum worden op zondag geen andere markten dan themamarkten toegestaan. 4. Ten aanzien van de in het eerste en tweede lid bedoelde markten: a. Is het bepaalde in hoofdstuk 2, 3 en 5 niet van toepassing; 1

2 b. Is van het bepaalde in hoofdstuk 4 uitsluitend het bepaalde in, artikel 12, derde tot en met vijfde lid, artikel 14, artikel 15, eerste lid, aanhef en onder a en b, en tweede lid, artikel 16, eerste lid, aanhef en onder e, f en h, en tweede lid, en artikel 17 tot en met 21 en artikel 23 van overeenkomstige toepassing. Artikel 4. Afgelasting terstond 1. Indien bij aanvang van de markt, of gedurende de tijdsperiode waarop de markt wordt gehouden de orde op de markt wordt verstoord of dreigt te worden verstoord kan het college besluiten: a. de vergunninghouder te verplichten de noodzakelijke (voorzorgs)maatregelen te treffen; b. de markt anders op te stellen c.q. in te richten; c. de markt onmiddellijk te beëindigen. Artikel 5. Afmeting marktplaats 2. De afmeting van een marktplaats is bepaald op 4 strekkende meter of een veelvoud daarvan, met een maximum van 16 meter frontbreedte behalve op Kelfkensbos waar maximaal 20 meter frontbreedte is toegestaan. 3. Het college kan bij de verlening van een vergunning voor het organiseren van een markt als bedoeld in artikel 3, eerste lid, en in verband met eigen materiaal van de marktplaatshouder of om andere redenen, afwijken van de standaardmaten. Artikel 6. Bijzondere omstandigheden Onder bijzondere omstandigheden zoals bedoeld in de artikelen 2 en 4 van de marktverordening wordt in ieder geval verstaan een gelijktijdig met de markt gehouden kermis, evenement of activiteit in verband met de Nijmeegse Vierdaagse. Hoofdstuk 2. Vaste marktplaatsen Artikel 7. Aanvraag vergunning vaste marktplaats 1. Het college stelt een aanvraagformulier voor de aanvraag voor marktplaatsvergunning vast. 2. Voor een marktplaatsvergunning komt, afgezien van het voor een bepaalde tijd rekening houden met bestaande rechten, uitsluitend in aanmerking een natuurlijk persoon, die schriftelijk een aanvraag voor een vergunning heeft ingediend bij het college en die: a. staat ingeschreven in het Handelsregister; b. een kopie van een geldig identiteitsbewijs overlegt; c. een omschrijving met foto verstrekt van de verkoopinrichting die de aanvrager wil gebruiken, voorzien van een keuringsrapport ten bewijze dat de jaarlijkse keuring heeft plaatsgevonden. 3. In afwijking van het bepaalde in het tweede lid, dient een aanvrager, afkomstig uit een land dat aangesloten is bij de Europese Economische Ruimte (EER), met de in het eerste lid van dit artikel bedoelde vereisten gelijkwaardige inschrijvingsbewijzen over te leggen. 4. Het college kan op schriftelijk verzoek van aanvrager maximaal twee personen als vervanger van aanvrager op de marktplaatsvergunning vermelden. Voor vermelding als vervanger op de vergunning komen uitsluitend in aanmerking: a. de echtgenoot of echtgenote van de aanvrager; b. de geregistreerde partner van de aanvrager; c. een meerderjarig kind van de aanvrager; d. de vennoot van de aanvrager; e. een medewerker van de aanvrager. 5. Bij het in het vorige lid bedoelde verzoek wordt ten aanzien van elke vervanger de volgende stukken worden overgelegd: a. een uittreksel uit de basisadministratie personen, niet ouder dan een maand en een kopie van een geldig identiteitsbewijs; b. indien de vervanger een werknemer is: een loonbelastingverklaring niet ouder dan een jaar en een arbeidsovereenkomst voor het aantal uren dat minimaal overeenkomt met het aantal uren dat de vervanger op de markt marktplaats gaat innemen; c. een door de vervanger ondertekende verklaring waarin hij of zij verklaart voor de aanvrager als vervanger werkzaam te zijn en verklaart in te stemmen met vermelding als vervanger op de vergunning. 2

3 Artikel 8. Overschrijven en wijzigen van de marktplaatsvergunning 1. In geval van overlijden, stoppen in verband met bedrijfsbeëindiging, dan wel bij blijvende arbeidsongeschiktheid van meer dan 50% van de vergunninghouder kan het college de marktplaatsvergunning overschrijven op de echtgenoot of de geregistreerde partner van de vergunninghouder, een meerderjarig kind van de vergunninghouder of een medewerker in loondienst voor de duur van de resterende looptijd van de vergunning. 2. Een aanvraag tot overschrijving wordt, op straffe van afwijzing van de aanvraag, ingediend binnen twee maanden: a. na het overlijden van de vergunninghouder; b. na het stoppen in verband met bedrijfsbeëindiging; c. dan wel nadat blijvende arbeidsongeschiktheid door een onafhankelijke keuringsarts is vastgesteld. 3. Voor overschrijving komt uitsluitend in aanmerking een van de in het eerste lid genoemde personen mits deze persoon: a. staat ingeschreven in het Handelsregister; b. een kopie van een geldig identiteitsbewijs overlegt. 4. Het college kan op schriftelijk verzoek van vergunninghouder de marktplaatsvergunning vermelde vervangers wijzigen. Het bepaalde in artikel 7, vierde en vijfde lid, is op dat verzoek van overeenkomstige toepassing. 5. Het college kan op schriftelijk verzoek van vergunninghouder de in de marktplaatsvergunning voorgeschreven afmetingen van zijn marktplaats wijzigen. Hoofdstuk 3. Uitgeven en toewijzen van marktplaatsen Artikel 9. Vrijgekomen vaste marktplaats 1. Een vrijgekomen vaste marktplaats wordt door middel van een openbare publicatie aangeboden. 2. Het college kan in verband met het rekening houden met bestaande rechten en voorts bij een tijdelijke of incidentele marktverplaatsing het bepaalde in het voorgaande lid van dit artikel buiten beschouwing laten. 3. Indien de markt geheel of gedeeltelijk opnieuw wordt ingedeeld, kunnen de bestaande marktplaatsvergunningen worden gewijzigd of ingetrokken en kan het college ambtshalve nieuwe marktplaatsvergunningen verlenen. Artikel 10. Selectie 1. In overleg met de marktkooplieden wordt door het college een selectiecommissie ingesteld. 2. De selectiecommissie bestaat uit een voorzitter en tenminste twee leden. De voorzitter en de leden van de selectiecommissie: a. worden door het college benoemd, geschorst en ontslagen; b. worden benoemd voor een termijn van vier jaar en zijn bij aftreden opnieuw benoembaar; c. kunnen op elk moment ontslag nemen. Zij doen daarvan schriftelijk mededeling aan het college; d. zijn niet betrokken bij de voorbereiding van een advies over een aanvraag indien hun onpartijdigheid in het geding kan zijn. Zij laten zich zo nodig vervangen. 3. De selectiecommissie regelt de vervanging van de voorzitter. 4. De selectiecommissie heeft tot taak advies uit te brengen aan het college of een vergunning op aanvraag al dan niet kan worden verleend en toetst daarbij op: a. aard en soort product; b. afmetingen van de marktplaats, presentatie en uitstraling; c. innovatie en vernieuwing waaronder duurzaamheid; d. beschikbaarheid in de branche-indeling. Indien het aantal aanvragen waarover de selectiecommissie adviseert het aantal beschikbare vaste marktplaatsen overschrijdt, kan de selectiecommissie in haar advies de volgorde noemen waarin de aanvragers voor de beschikbare vaste marktplaatsen naar haar oordeel en gelet op de in de vorige zin genoemde criteria in aanmerking dienen te komen. De selectiecommissie brengt schriftelijk advies uit. 5. Indien het aantal aanvragen waarvan de selectiecommissie van mening is dat de indiener voor de gevraagde marktplaatsvergunning in aanmerking kan komen het aantal beschikbare vaste marktplaatsen overtreft, kan het college door loting bepalen aan wie de marktplaatsvergunning verleend wordt. 3

4 6. Bij loting kent het college aan alle aanvragen bedoeld in het vijfde lid een individueel nummer toe. Vervolgens trekt het college uit de toegekende nummers een nummer. De marktplaatsvergunning wordt verleend aan de indiener van de aanvraag waaraan het getrokken nummer is toegekend. Artikel 11. Toewijzing standwerkersplaats en dagplaats 1. Handelaren die in aanmerking willen komen voor een standwerkersplaats dienen zich minimaal een week vóór het houden van de markt waarvoor zij een toewijzing willen hebben schriftelijk aan te melden bij de marktmeester. 2. Het toewijzen van de standwerkersplaatsen vindt plaats door middel van loting door de marktmeester op de woensdag voor het houden van de betreffende markt. Bij loting kent de marktmeester aan alle aangemelde standwerkers een individueel nummer toe. Vervolgens trekt de marktmeester uit de toegekende nummers een nummer. De standwerkersplaats wordt toegewezen aan de standwerker aan wie het getrokken nummer is toegekend. De marktmeester herhaalt dit tot dat alle standwerkersplaatsen toegewezen zijn of alle aangemelde standwerkers een standwerkersplaats toegewezen hebben gekregen, 3. Een standwerkersplaats wordt voor maximaal één dag toegewezen. 4. Een standwerker mag slechts met één artikel of artikelsoort werken. 5. Handelaren die in aanmerking willen komen voor een dagplaats, moeten zich persoonlijk minimaal één uur voor de openingstijd van de markt melden bij de marktmeester. 6. Handelaren die in aanmerking willen komen voor een dagplaats met een product of artikel dat nog niet op de markt is vertegenwoordigd, hebben voorrang op de handelaren met producten en/of artikelen die al op de markt ter verkoop worden aangeboden. Bij toewijzing wordt rekening gehouden met het maximum van de voor de betreffende markt geldende branchering. 7. Indien meer handelaren met inachtneming van het bepaalde in dit artikel voor een dagplaats in aanmerking komen dan dat er beschikbare dagplaatsen zijn, geschiedt toewijzing via loting door de marktmeester. Bij loting kent de marktmeester aan de in de vorige zin bedoelde handelaren een individueel nummer toe. Vervolgens trekt de marktmeester uit de toegekende nummers een nummer. De dagplaats wordt toegewezen aan de handelaar aan wie het getrokken nummer is toegekend. De marktmeester herhaalt dit tot dat alle dagplaatsen toegewezen zijn of alle aangemelde handelaren een dagplaats toegewezen hebben gekregen, 8. Het college kan bepalen dat de aanmeldingen, bedoeld in het eerste en vijfde lid, ook op een andere wijze dan bepaald in het eerste of vijfde lid kan plaatsvinden. Hoofdstuk 4. Bepalingen over het gebruik van de marktplaats en het gedrag op de markt Artikel 12. Algemeen 1. Voorschriften, gegeven bij of krachtens de marktverordening, die zich richten tot de vergunninghouder of marktplaatshouder, richten zich tevens tot de eventuele vervangers van de vergunninghouder of medewerkers van de vergunninghouder of marktplaatshouder. 2. Handelen of nalaten door vervangers van de vergunninghouder en medewerkers van de vergunninghouder of marktplaatshouder in strijd met of in afwijking van het bepaalde bij of krachtens de marktverordening, wordt tevens aangemerkt als handelen of nalaten door de vergunninghouder of marktplaatshouder. 3. Het is verboden te handelen in strijd met of in afwijking van het bepaalde bij of krachtens de marktverordening. 4. Het is verboden te handelen in strijd met of in afwijking van een bij of krachtens de marktverordening verleende vergunning. 5. Indien in een in dit hoofdstuk opgenomen voorschrift bepaald is dat een voorziening, installatie of voorwerp dient te voldoen aan een bepaalde norm, behoeft niet aan die norm te worden voldaan voorzover op een andere wijze kan worden aangetoond dat die voorziening, installatie of dat voorwerp ten minste eenzelfde mate van veiligheid of bescherming van de gezondheid biedt, als is beoogd met de in het voorschrift opgenomen norm. Artikel 13. Innemen van de marktplaats 1. De marktplaatshouder neemt de marktplaats persoonlijk in. 2. Het is de marktplaatshouder verboden diens marktplaats aan een ander af te staan of in gebruik te geven. 3. Het in het eerste lid bepaalde is niet van toepassing indien de vergunninghouder zich laat vervangen: a. door een op de vergunning vermelde vervanger; of, b. met inachtneming van het bepaalde in artikel De marktplaatshouder en de handelaar met een dagplaats maakt gebruik van de kraam die van de door het college aangewezen kramenverhuurder kan worden gehuurd. 4

5 5. Indien een marktplaatshouder of een handelaar met een dagplaats met eigen materiaal een marktplaats wil innemen, kan het college op verzoek ontheffing verlenen van het in het vorige lid bepaalde. 6. Bij het in het vorige lid genoemde verzoek om ontheffing worden in ieder geval de volgende gegevens overgelegd: a. een opgave van de lengte, hoogte en breedte van het eigen materiaal; b. een gedetailleerde tekening of foto s van het eigen materiaal; c. een bewijs van veiligheid, niet ouder dan één jaar, waaruit blijkt dat het eigen materiaal, voor zover dat is voorzien van een elektrische installatie, installaties om te koken, bakken of braden, verwarmingsinstallaties dan wel een gasinstallatie, voldoet aan respectievelijk het bepaalde in artikel 19, 20 of De in het vijfde lid genoemde ontheffing kan in ieder geval worden geweigerd indien het eigen materiaal de door het college vastgestelde maximale afmetingen van een marktplaats overschrijdt, dan wel, mede gelet op het bepaalde in artikel 25, technisch niet inpasbaar is binnen de beschikbare ruimte op de markt. Het college kan aan de ontheffing voorschriften verbinden ten aanzien van het te gebruiken materiaal en het aanzien. Artikel 14. Voertuigen en geluidsapparatuur op de markt 1. Het is verboden zich tijdens de openingstijden van de markt met een voertuig op het marktterrein te bevinden of een voertuig op het marktterrein aanwezig te hebben. 2. Het is verboden tijdens de openingstijden van de markt op het marktterrein geluidsapparatuur te gebruiken. 3. Het college kan van de in het eerste en tweede lid opgenomen verboden ontheffing verlenen. Artikel 15. Bepalingen over het gedrag op het marktterrein 1. Het is de marktplaatshouder verboden: a. het belang van een veilige, eerlijke, transparante en ondernemers- en consumentvriendelijke markt te schaden; b. zich aan wangedrag of bedrog schuldig te maken; c. diens marktplaats zonder voorafgaande toestemming van de marktmeester langer dan één uur onbeheerd achter te laten; d. zich aan de voorzijde van diens marktplaats op te houden bij het te koop aanbieden, verkopen of afleveren van goederen, zonder voorafgaande toestemming van de marktmeester. 2. De marktplaatshouder dient aanwijzingen van de marktmeester of van door het college aangewezen toezichthouders terstond op te volgen. 3. Het is de marktplaatshouder verboden op de markt andere goederen ter verkoop aan te bieden of in voorraad te hebben dan die behorende tot het assortiment uit de branche waarvoor de vergunning is verleend. 4. Het in het derde lid opgenomen verbod geldt niet voor rage-artikelen als bedoeld in artikel 24, zesde lid, van het marktreglement indien en voor zover: a. de vergunning aan de marktplaatshouder is verleend voor de verkoop van producten uit een non food branche; b. het aanbod aan rage-artikelen qua hoeveelheid en uitstraling ondergeschikt is aan het reguliere, vergunde, aanbod van marktplaatshouder; en c. de rage-artikelen niet langer dan drie maanden door marktplaatshouder te koop worden aangeboden. Artikel 16. Bepalingen over het gebruik van de marktplaats 1. Het is de marktplaatshouder verboden: a. buiten de in Bijlage II genoemde openingstijden op het marktterrein goederen of diensten aan te bieden; b. buiten de in Bijlage II genoemde tijden een marktplaats te bezetten; c. na de in Bijlage II genoemde tijden voertuigen te verwijderen; d. voor de in Bijlage II genoemde tijden af te rijden; e. het marktterrein te beschadigen, onder meer door daarin pinnen, haringen of andere verankeringen aan te brengen; f. goederen uit te stallen, aan te prijzen, te koop aan te bieden of te verkopen van een zodanige aard of op een zodanige wijze dat de orde op de markt verstoord wordt, in gevaar wordt gebracht of hinder wordt veroorzaakt; g. de opstal op diens marktplaats gedurende de in Bijlage II vermelde openingstijden van de markt af te breken of te verplaatsen; 5

6 h. de doorgang en wandelpaden op en langs het marktterrein op enigerlei wijze te verhinderen of te belemmeren. 2. De marktplaatshouder: a. zorgt ervoor dat diens marktplaats en de daarop te koop aangeboden goederen steeds een goed verzorgd aanzien bieden; b. gebruikt, indien diens marktplaats voor winkels gelegen is, alleen hangende zeilen van doorzichtig materiaal; c. verankert de opstallen waarmee de marktplaats wordt ingenomen deugdelijk in de van gemeentewege daartoe aangebrachte voorzieningen; d. plaatst gedurende het innemen van de marktplaats een voor marktbezoekers duidelijk zichtbaar en leesbaar bord met daarop zijn of haar naam en voorletters; e. zamelt zelf tijdens het gebruik van de marktplaats zijn afval, verpakkingsmaterialen en dergelijke in en slaat dat op een voor marktbezoekers niet zichtbare wijze op; f. maakt, voordat hij het marktterrein verlaat, zijn marktplaats en de onmiddellijke omgeving daarvan schoon en zorgt zelf voor de afvoer van zijn marktafval. Artikel 17. Bepalingen over de prijsaanduiding van goederen en het bereiden van eet- of drinkwaren 1. Onverminderd het bepaalde in het Besluit prijsaanduiding producten is de prijsaanduiding op de op een marktplaats te koop aangeboden goederen voor marktbezoekers duidelijk zichtbaar en dient deze op geen enkele wijze tot misverstanden leiden. 2. Indien de marktplaatshouder op de marktplaats geringe eet- of drinkwaren voor consumptie gereed maakt: a. plaats hij of zij aan de voorzijde van de marktplaats tenminste twee voor marktbezoekers bruikbare afvalbakken met een inhoud van 50 liter en voorzien van een deksel; b. wordt, onverminderd het bepaalde in de Warenwet, voldaan aan redelijke eisen van uiterlijk aanzien en hygiëne. 3. Een marktplaatshouder die voor marktbezoekers bruikbare afvalbakken heeft geplaatst, ledigt de afvalbakken tenminste zodra zij vol zijn. Artikel 18. Voorschriften inzake brandveiligheid 1. De marktplaatshouder en de houder van een marktvergunning neemt het bepaalde in het Besluit brandveilig gebruik en basishulpverlening overige plaatsen in acht. 2. De marktplaatshouder en de houder van een marktvergunning houdt te allen tijde de rijroute ten behoeve van blusvoertuigen vrij. 3. Brandkranen en droge stijgleidingen worden door de marktplaatshouder en de houder van een marktvergunning vrijgehouden voor blusvoertuigen en wel zodanig dat hiervan onbelemmerd gebruik kan worden gemaakt. Artikel 19. Veiligheid van elektrische voorzieningen 1. Indien de marktplaatshouder of de houder van een marktvergunning gebruik maakt van elektrische energie, dient deze betrokken te worden vanuit de door het college beschikbaar gestelde elektriciteitsvoorzieningen. 2. De elektrische installatie die de marktplaatshouder of de houder van een marktvergunning gebruikt: a. voldoet aan de norm NEN 1010 (veiligheidsbepalingen voor laagspanningsinstallaties); b. is voorzien van groepszekeringen en een aardlekschakelaar met een normale aanspreekstroom van 30 ma; c. maakt ten behoeve van verlichting uitsluitend gebruik van spaarlampen of LED-lampen. 3. Kabels die in de looppaden op de grond liggen, zijn zodanig afgedekt met rubberen afdekmatten, dat zij geen gevaar opleveren voor personen of voertuigen van hulpdiensten. Artikel 20. Veiligheidsnormen bakken, braden en verwarming 1. Kook-, bak- en braadinstallaties en verwarmingsapparatuur mag alleen gebruikt worden na voorafgaande schriftelijke toestemming van het college. 2. Kook-, bak- en braadinstallaties en verwarmingsapparatuur voldoen aan de norm NPR 2577 (installaties in mobiele werktuigen). 3. De bak- en braadtoestellen moeten vast op de vloer of tafel staan opgesteld en tegen omvallen of omstoten worden beschermd. 4. Bak- en braadtoestellen: 6

7 a. staan op een draagvlak dat, gemeten van de rand van het toestel, tot ten minste 15 centimeter buiten de toestellen onbrandbaar is dan wel bekleed is met afdoende onbrandbaar en de warmte slecht geleidend materiaal; b. zijn op een afstand van ten minste 0,50 meter geplaatst van wanden en zeilen. De eventueel binnen die afstand van 0,50 meter aanwezige wanden en zeilen dienen onbrandbaar te zijn dan wel voorzien te zijn van materiaal dat de warmte slecht geleid; c. is voorzien van een goed werkende thermostaat of thermokoppel met een maximaal ingestelde waarde van 190 graden Celsius. 5. Indien in de kraam of verkoopwagen wordt gebakken, gekookt of verhit is een goedgekeurd blustoestel met een inhoud van ten minste 6 kg poeder of 5 kg koolzuursneeuw of gelijkwaardige vulling aanwezig. 6. In de onmiddellijke nabijheid van een bak-, braad-, kook- of frituurtoestel zijn goed passende deksels of een blusdeken aanwezig om het toestel in geval van brand te kunnen afdekken. Artikel 21. Veiligheidsnormen gasinstallatie 1. Op een marktplaats zijn niet meer losse gastank(s) of gasflessen aanwezig dan de benodigde werkvoorraad per dag. Een op het marktterrein aanwezige losse gastank of gasfles heeft een waterinhoud van ten hoogste 115 liter. 2. Een op het marktterrein aanwezige: a. gasfles moet voldoende geventileerd en buiten bereik van onbevoegden staan opgesteld. Een lege of niet in gebruik zijnde gasfles moet veilig worden opgesteld; b. gasinstallatie voldoet aan het bepaalde in norm NPR 2577 (mobiele verwarmingssystemen). 3. Een op het marktterrein in gebruik zijnde verbindingsslang tussen drukhouder en verbruikstoestel is voorzien van het relevante GASTEC-keurmerk en is door middel van deugdelijke rvs slangklemmen bevestigd. Het gebruik van gasslangen ouder dan 2 jaar en een reduceerventiel (drukregelaar) ouder dan 5 jaar is verboden. Artikel 22. Afmelden bij verhindering 1. De vergunninghouder die wegens ziekte, vakantie of een bijzondere omstandigheid diens marktplaats niet in kan nemen, meldt dit zo spoedig mogelijk schriftelijk bij het college. 2. Bij de in het eerste lid bedoelde melding verstrekt de vergunninghouder de volgende informatie: a. de aanleiding van het feit dat de vergunninghouder de marktplaats niet in kan nemen; b. de verwachte duur van de periode waarin de vergunninghouder de marktplaats niet in kan nemen. 3. Bij de in het eerste lid bedoelde melding kan de vergunninghouder het college verzoeken om in te stemmen met zijn vervanging. Bij het verzoek om vervanging verstrekt de vergunninghouder de volgende informatie: a. naam, woonplaats en adres van de persoon die de vergunninghouder zal vervangen en een kopie van diens geldige identiteitsbewijs; b. een verklaring van de vervanger waarin hij of zij verklaart voor de aanvrager als vervanger werkzaam te zijn; c. de verwachte duur van de vervanging. 4. De vergunninghouder kan gedurende de hierna vermelde maximumtermijnen vervangen worden: a. in geval van ziekte: gedurende een half jaar te rekenen vanaf de dag waarom de melding bedoeld in het tweede en derde lid is gedaan; b. in geval van vakantie: gedurende zes weken per kalenderjaar; c. in geval van een bijzondere omstandigheid: gedurende een termijn die naar het oordeel van het college, gelet op de aard van de bijzondere omstandigheid, redelijk is. 5. Het college stemt in met de verzochte vervanging indien: a. de maximale duur van de vervanging als bedoeld in het vierde lid niet overschreden wordt; b. vast staat dat gedurende de vervanging op de marktplaats nog steeds uitsluitend voor rekening en risico van de vergunninghouder goederen worden verkocht; en, c. vast staat dat het belang van een veilige, eerlijke, transparante en ondernemers- en consumentvriendelijke markt door de vervanging niet geschaad wordt. 6. Het college kan bepalen dat de in het eerste lid bedoelde melding en het in het derde lid bedoelde verzoek, ook op een andere wijze dan in genoemde leden bepaald kan plaatsvinden. 7

8 Artikel 23. Doorgeven van relevante wijzigingen 1. De houder van de marktplaatsvergunning en de houder van de marktvergunning zijn verplicht om alle gewijzigde feiten en omstandigheden die relevant zijn voor inhoud, bruikbaarheid en geldigheid van de vergunning per omgaande schriftelijk aan het college te melden. 2. De in het eerste lid bedoelde verplicht heeft in ieder geval betrekking op: a. een wijziging van de ondernemingsvorm van de vergunninghouder of de houder van de marktvergunning; b. een wijziging van de op de vergunning vermelde vervangers van de vergunninghouder; c. een wijziging van het assortiment aan goederen dat de vergunninghouder op de markt te koop aanbiedt; d. een wijziging in het gebruik van elektrische installaties, kook-, bak- en braadinstallaties of verwarmingsapparatuur. Hoofdstuk 5. Branchering Artikel 24. Algemeen 1. Op de markt mag uitsluitend een soort of assortiment van waren of artikelen worden verhandeld uit de hoofdbranches en bijbehorende subbranches die zijn aangewezen in het branchepatroon van de markten in Nijmegen, zoals vermeld in bijlage III Branchepatroon markten Nijmegen. 2. Er worden niet meer vergunningen uitgegeven dan het maximum per branche zoals aangegeven in bijlage III. 3. De vergunninghouder mag op de markt slechts in één hoofdbranche actief zijn. Deze branche wordt vermeld op de vergunning van de vergunninghouder. 4. Een subbranche binnen de hoofdbranche wordt alleen toegestaan indien er binnen de branchering op de betreffende markt voor deze subbranche nog ruimte is. Vermenging van hoofdbranches wordt niet toegestaan. 5. Minimaal een keer per twee jaar zal het college, na advisering door de selectiecommissie, het branchepatroon toetsen op basis van vraag en aanbod, en indien nodig wijzigen, met het doel te komen tot een attractieve markt. 6. Zogenaamde rage-artikelen zijn non-food artikelen zoals speelgoed die slechts tijdens een kortdurende periode zeer gewild bij de consument zijn. Deze rage artikelen zijn niet opgenomen in de branchering en kunnen voor een korte periode worden toegestaan bij alle non food branches. 7. De vergunninghouder in de biologische foodbranche dient Skal gecertificeerd (of voor vergunninghouders in de biologische foodbranche, afkomstig uit een land dat is aangesloten bij de Europese Economische Ruimte, een gelijkwaardige certificering indien een Skal certificering niet zou kunnen worden geëist) te zijn. Hoofdstuk 6. Overige bepalingen Artikel 25. Eisen aan de inrichting van het marktterrein uit hoofde van brandveiligheid 1. Er moet te allen tijde een rijroute ten behoeve van de brandweervoertuigen aanwezig zijn van ten minste 4 meter breedte, met een hoogte van 4,2meter. 2. Er mogen geen brandkranen of droge stijgleidingen worden geblokkeerd. Deze moeten rondom over een afstand van 0,90 meter worden vrijgehouden. 3. De bak- en braadkramen/voertuigen moeten op een afstand van 3 meter van puien en luifels van panden geplaatst worden. In elk van deze kramen dient minimaal 1 poeder- of schuimblusser van minimaal 6 kg blusstof aanwezig te zijn. Gasinstallaties in bak- en braadkramen dienen te voldoen aan de NEN 2920 uit De vergunninghouder is steeds verplicht er op toe te zien dat er geen brandonveilige/-gevaarlijke situaties kunnen ontstaan. Hoofdstuk 7. Overgangs- en slotbepalingen Artikel 26. Overgangsbepalingen Waar vergunninghouders op grond van de Marktverordening Nijmegen 2007 en/of de nadere regels op grond van artikel 4 Marktverordening Nijmegen 2007 over rechten beschikken die strijdig zijn met het bepaalde in dit reglement, blijven die rechten gerespecteerd tot zij door het college zijn gewijzigd of ingetrokken. Artikel 27. Citeertitel en inwerkingtreding 1. Deze nadere regels worden aangehaald als Marktreglement Nijmegen Dit reglement treedt in werking met ingang van de dag na bekendmaking. 8

9 3. Het marktreglement, vastgesteld bij collegebesluit van 7 november 2017 en bekendgemaakt in Gemeenteblad 2018, 10534, wordt per gelijke datum ingetrokken. Aldus vastgesteld in de collegevergadering van 17 april De Gemeentesecretaris, mr. drs. A.H. van Hout De Burgemeester; drs. H.M.F. Bruls 9

10 Bijlage 1:Plattegronden markt (conform artikel 2) 10

11 Bijlage 2: Openingstijden 11

12 Bijlage 3: Branchering Nijmegen aanpassing markt. 12