L ::J CJ) co Q) ..c CJ).- Cl) ::J. ..c

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "L ::J CJ) co Q) ..c CJ).- Cl) ::J. ..c"

Transcriptie

1 co L ::J CJ) -I-J C co Q) L C..c C.- c C.- Q) I CJ).- C Q) L..c c ~ Cl) co ::J CY

2 = Cl) Cl) e "'0 :::J 0 Cl)..c c... T"""'I 0

3 Algemeen Inhoud I. Inbreng in natura 1. Inbreng van losse bestanddelen 1.1. In hoofde van de inbrenger 1.2. In hoofde van de inbrenggenietende vennootschap 2. Inbreng van een algemeenheid of bedrijfstak 2.1. In hoofde van de inbrenger 2.2. In hoofde van de inbrenggenietende vennootschap 7

4 Algemeen Inhoud 11. Quasi-inbreng 1. Verkoop van losse bestanddelen 1.1. In hoofde van de verkoper 1.2. In hoofde van de koper 2. Verkoop van een algemeenheid of bedrijfstak 2.1. In hoofde van de verkoper 2.2. In hoofde van de koper 111. Aandachtspunten en rechtspraak vanuit vennootschapsrechtelijk en fiscaal standpunt 8

5 Algemeen Inhoud Fiscale aspecten verschillen substantieel naargelang de aard van de overgedragen activa Cl Cl Losse bestanddelen IJ Onroerende goederen IJ Materiaal IJ Goodwill IJ Aandelen IJ Algemeenheid van goederen of bedrijfstak 9

6 o,.., = QJ ë QJ.- a. L en QJ ca N 0

7 Algemeen Begrip 'Inbreng in natura' = 'aandelen in kapitaal' wet = inbrengen die niet in geld bestaan (geen bankattest) eigendom of het genot met toekenning van maatschappelijke rechten immateriële, materiële enjof financiële vaste activa naar economische maatstaven waardeerbaar wettelijke modaliteiten voor de oprichters en bedrijfsrevisor: (art. 444 en 449 W.Venn. : NV), (art. 657 W.Venn. : Comm. VA), (art. 219 en 224 W.Venn. : BVBA), (art. 395 en 399 W. Venn. : CVBA) Let op : art. 60 W.Venn. + art. 2 2 W.Venn. 11

8 pagina 1 van 1 Wetboek van Vennootschappen Afdeling Il. Inbreng in natura Artikel 218 De tekst van art. 218 is van toepassing met ingang van (Art. 2, W ) B.S Inbreng anders dan in geld, komt slechts in aanmerking voor vergoeding met aandelen die het maatschappelijk kapitaal vertegenwoordigen, wanneer hij bestaat"uit vermogensbestanddelen die naar economische maatstaven kunnen worden gewaardeerd, met uitsluiting van verplichtingen tot het verrichten van werk of diensten. Deze inbreng wordt inbreng in natura genoemd. Art. 218 : art, 218 is van toepassing met ingang van 06,02,2001. (Art, 2, W 07,05,1999) SS Copyright 2010 monkey.be ,. 19/10/2010

9 Artike1219 pagina 1 van 2 Wetboek van Vennootschappen Artikel 219 De tekst van art. 219 is van toepassing met ingang van (Art. 2, KB ) I3.S , bekrachtigd met ingang van (art. 175, W (I3.S., » 1. In geval van een inbreng in natura, wordt vóór de oprichting van de vennootschap een bedrijfsrevisor aangewezen door de oprichters. De revisor maakt een verslag op, inzonderheid over de beschrijving van elke inbreng in natura en over de toegepaste waarderingsmethoden. Het verslag moet aangeven of de waarden waartoe deze methoden leiden, ten minste overeenkomen met het aantal en de nominale waarde of, bij gebreke van nominale waarde, de fractiewaarde van de tegen de inbreng uit te geven aandelen. Het verslag vermeldt welke werkelijke vergoeding als tegenprestatie voor de inbreng wordt verstrekt. In een bijzonder verslag zetten de oprichters uiteen waarom de inbreng in natura van belang is voor de vennootschap en eventueel ook waarom afgeweken wordt van de conclusie van het verslag van de revisor. Dat verslag wordt samen met het verslag van de revisor neergelegd op de griffie van de rechtbank van koophandel, overeenkomstig artikel Paragraaf 1 is niet van toepassing wanneer een inbreng in natura plaatsvindt: 1 in de vorm van effecten of geldmarktinstrumenten zoals bepaald in artikel 2, 31 en 32, van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten, die worden gewaardeerd tegen de gewogen gemiddelde koers waartegen zij gedurende de drie maanden voorafgaand aan de daadwerkelijke datum van de verwezenlijking van de inbreng in natura op een of meer gereglementeerde markten zoals bepaald in artikel 2, 3, 5 en 6, van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten zijn toegelaten; 2 in de vorm van andere vermogensbestanddelen dan de in het 1 bedoelde effecten en geldmarktinstrumenten, welke reeds door een bedrijfsrevisor zijn gewaardeerd en wanneer aan de volgende voorwaarden is voldaan: a) de waarde in het economisch verkeer werd bepaald op een datum die niet meer dan zes maanden aan de effectieve datum van de inbreng voorafgaat; b) de waardering is uitgevoerd met inachtneming van de algemeen aanvaarde normen en beginselen voor de waardering van de categorie vermogensbestanddelen die de inbreng vormen; 3 in de vorm van andere vermogensbestanddelen dan de in het 1 bedoelde effecten en geldmarktinstrumenten, waarbij de waarde in het economisch verkeer van elk vermogensbestanddeel is afgeleid uit de jaarrekeningen van het voorgaande boekjaar, mits de jaarrekeningen door de commissaris of door de met de controle van de jaarrekeningen belaste persoon werden gecontroleerd en mits het verslag van die persoon een verklaring zonder voorbehoud bevat. Paragraaf 1 is evenwel van toepassing op de herwaardering waartoe wordt overgegaan op initiatief en onder de verantwoordelijkheid van de oprichters: 1 op het in paragraaf 2, eerste lid, 1 0, bepaalde geval indien de koers is beïnvloed door uitzonderlijke omstandigheden die zouden leiden tot een aanzienlijke wijziging van de waarde van het vermogensbestanddeel op de effectieve datum van de inbreng ervan, met inbegrip van situaties waarin de markt voor die effecten of geldmarktinstrumenten niet meer liquide is~ 2 op de in paragraaf 2, eerste lid, 2 en 3, bepaalde gevallen indien nieuwe bijzondere omstandigheden zouden leiden tot een aanzienlijke wijziging van de waarde in het economisch verkeer van het vermogensbestanddeel op de effectieve datum van de inbreng ervan. 3. In de gevallen bepaald in paragraaf 2 waarin de inbreng plaatsvindt zonder toepassing van paragraaf 1, wordt binnen één maand na de effectieve datum van de inbreng van het vermogensbestanddeel een verklaring neergelegd overeenkomstig artikel 75, waarin de volgende inlichtingen worden vermeld: 1 een beschrijving van de desbetreffende inbreng in natura; 2 de naam van de inbrenger; /

10 Artikel 219 pagina 2 van 2 3 de waarde van deze inbreng, de herkomst van deze waardering, en in voorkomend geval, de waarderingsmethode; 4 de nominale waarde van de aandelen of, bij gebreke van een nominale waarde, het aantal aandelen die tegen elke inbreng in natura zijn uitgegeven; 5 een attest dat bepaalt of de verkregen waarde ten minste met het aantal en de nominale waarde of, bij gebreke van een nominale waarde, de fractiewaarde van de tegen de inbreng uit te geven aandelen overeenkomt; 6 een attest dat er zich geen nieuwe bijzondere omstandigheden hebben voorgedaan ten opzichte van de oorspronkelijke waardering die deze kunnen beïnvloeden. Art. 219 : art. 219 is van toepassing met ingang van (Art. 2. KB l B , bekrachtigd met ingang van (art, 175, W (B.5" )) art. 219 is van toepassing met ingang van (Art. 2, W 07.05,1999) Ss. 06,08,1999 Copyright 2010 monkey.be /10/2010

11 t: Ei Q) ~ Cf) Cf) = - 0 c = c- Q) ro Q).,... >"'0 i t t bij = Q)+-J ~ t t "'0 OlC c ro L Cf)..cQ) c..c I--t T"""I

12 Inbreng van losse bestanddelen 1.1. In hoofde van de inbrenger Realisatie van een meerwaarde / minderwaarde Fiscale waarde van de in ruil ontvangen aandelen BTW Registratierecht 13

13 Inbreng van losse bestanddelen 1.1. In hoofde van de inbrenger l.l.a. Realisatie van een meerwaarde I minderwaarde door een natuurlijke persoon - inbrenger 1.1.a.1. Inbreng vanuit het privé-vermogen ~ Principe: Meerwaarde: onbelast Minderwaarde: niet aftrekbaar ~ Uitzonderingen: a) Niet-normaal beheer van privé-vermogen b) Onroerende goederen c) Aandelen 14

14 Inbreng van losse bestanddelen dooreen natuurlijke persoon a) Niet normaal beheer van privé-vermogen 1. Verschuiving visie administratie o Voorheen: principe = normaal beheer van privé-vermogen o Nu: normaa I beheer moet worden aa ngetoond Voorbeeld Bibliotheek overdracht enkele jaren nadat een stopzetting werd verricht. 2. Problematiek 'interne meerwaarden' naar aanleiding van inbreng aandelen o "Standpunt" Dienst van Voorafgaande Beslissingen met engagement van de inbrenger 15

15 Inbreng van losse bestanddelen dooreen natuurlijke persoon b) Onroerende goederen Onbebouwd o Binnen 5 jaar na verwerving: 33% o Na 5 jaar, maar binnen 8 jaar: 16,5% Bebouwd o Binnen 5 jaar na verwerving: 16,5% 16

16 Inbreng van losse bestanddelen dooreen natuurlijke persoon c) Aandelen Overdracht van een "aanmerkelijk belang"aan buitenlandse rechtspersoon gevestigd buiten de EER o 16,5% o Clausule in overname-contracten: 1 jaar 17

17 Inbreng van losse bestanddelen dooreen natuurlijke persoon 1.1.a.2. Inbreng vanuit het beroepsvermogen Principe: Meerwaarde: belast Minderwaarde: aftrekbaar Aandachtspunt - toepassing stopzettingsmeerwaarden : Stopzettingsmeerwaarden = definitief stopgezet Meerwaarden MVA 16,5 % Meerwaarde IVA 16,5 of 33 % o Minder dan 60 jaar en geen gedwongen stopzetting: 33 % o Meer dan 60 jaar of gedwongen stopzetting: 16,5 % Voor zover de waardering van immateriële vaste activa niet hoger dan de belastbare basis van de laatste 4 jaar voorafgaand aan het jaar van stopzetting Een bedrag boven de 4x4-regel wordt belast aan het progressief personenbelastingstarief Noot: De 5 jaar-regel van gebruik voor beroepsdoeleinden is niet van toepassing 18

18 Inbreng van losse bestanddelen dooreen natuurlijke persoon Persoon is 58 jaar en doet stopzetting. Fiscaal inkomen Jaar - 4 Jaar - 3 Jaar - 2 Jaar , , , ,00 1. Goodwill PB tarief = 50 % ,00 2. Materiële vaste activa: Boekwaarde Inbrengwaarde , ,00 Vraag: Bereken de totale belasting. 19

19 Inbreng van losse bestanddelen dooreen natuurlijke persoon Oplossing Immateriële vaste activa Som fiscale 4 jaar Goodvllill overdrachtwaarde , ,00 Bedrag in 58 jaar, dus: 33% (1) x , , ,00 = ,00 x 50 % (1) Totale belasting immateriële vaste activa (A) , , ,00 Materiële vaste activa , ,00 = ,00 x 16,5 % (1) (B) 8.250,00 Totale personenbelasting (A) + (B) ,00 (1): gemeentebelasting P.M. 20

20 Inbreng van losse bestanddelen dooreen natuurlijke persoon 16,50% (of gespreide.belasting) 16,50% Progressief tarief Progrèssief,tarièf (of gespreide belasting, uitz: zelf opgeboûwde goodwill) 33% 01.16;50% >"4x4-regel": progressief tarief o %.of16,5% Progressief tarief 21

21 Inbreng van losse bestanddelen doorvennootschap- inbrenger 1.1. b. Realisatie van een meerwaarde I minderwaarde door vennootschap - inbrenger ~ Principe: Meerwaarde: belast Minderwaarde: aftrekbaar 22

22 Inbreng van losse bestanddelen doorvennootschap- inbrenger ~ Uitzonderingen: a) Aandelen: Meerwaarde onbelast (taxatievoorwaarde OBI 7) Minderwaarde niet aftrekbaar (behouders uitz.) b) Materiële en immateriële vaste activa die reeds meer dan vijf jaar de aard hadden van vaste activa Gespreide belasting van de meerwaarde indien passende herbelegging van de verkoopprijs - in brengwaa rde c) Meerwaarden op bedrijfsvoertuigen 23

23 Inbreng van losse bestanddelen door vennootschap. inbrenger ~ Uitzonderingen: d) Fiscale waarde van de in ruil verkregen aandelen }> PRINCIPE Werkelijke waarde van de aandelen = werkelijke waarde van een in ruil ontvangen aandeel in de inbrengakte conventioneel bepaald aantal uitgegeven aandelen }> VERDOKEN SCHENKING Werkelijke waarde van de ingebrachte bestanddelen is merkelijk hoger dan de in de inbrengakte conventioneel bepaalde waarde ebn - Adviezen 126/17 en 126/18 van november contra - zie ook latere rechtspraak. 24

24 Inbreng van losse bestanddelen natuurlijke persoon (beroep), vennootschap 1.2. BTW 1.2.a. BTW op overdracht [J Levering onder bezwarende titel [J Nieuwe gebouwen Let op : 'nieuw' gewijzigd begrip B.T. W. Nieuw: tot 31 december van het 2 jaar volgend op de eerste ingebruikname of de eerste inbezitname. 1.2.b. BTW - herziening [J Indien geen BTW op overdracht 25

25 Inbreng van losse bestanddelen natuurlijke persoon (beroep), vennootschap 1.3. Registratierecht 1.3.a. Basisbegrip registratierecht op onroerende goederen inbrengrecht van 0% (RR. Art. 115) inbreng van een woning (RR. Art. 115bis) [] tegen 12,5 % of 10 % (voor Vlaanderen) geheel of gedeeltelijk tot bewoning vatbaar Inbreng door een natuurlijke persoon 'nieuwe' woning met heffing van B.T.W. vrijgesteld van registratierecht (zie vorige slide) Noot: Inbreng met kasteel met weilanden 26

26 Artikel1l5 pagina 1 van I Wetboek der registratie-, hypotheek- en griffierechten Artikel 115 Aan een recht van 0 pct. wordt onderworpen de inbreng van roerende goederen in burgerlijke of handelsvennootschappen waarvan hetzij de zetel der werkelijke leiding in België, hetzij de statutaire zetel in België en de zetel der werkelijke leiding buiten het grondgebied der Lid-Staten van de Europese Economische Gemeenschap, is gevestigd, onverschillig of de inbreng bij de oprichting van de vennootschap of naderhand plaats heeft. Het recht wordt vereffend op het totaal bedrag van de inbrengen. Bij de inbreng van geldspecie in coöperatieve vennootschappen is het recht desgevallend slechts verschuldigd in de mate dat het bedrag van het nieuw maatschappelijk fonds hoger is dan het voordien belast bedrag van dit fonds. Wetshistoriek Gewijzigd bij art. 6 W (B.S., ), bij art. 4 W (B.S., ), met ingang van (art. 11), bij art. 1 W (B.S., ), bij art. 44 W (B.S., (tweede uitg.)) en bij art. 20 W (B.S., (eerste uitg.)), met ingang van (art. 21). Voorgeschiedenis Gewijzigd bij art. 6 W (B.S., ), met ingang van (art. Copyright 2010 monkey,be /

27 Artikel 115bis pagina 1 van 1 Wetboek der registratie-, hypotheek- en griffierechten Artikel 115bis De inbrengen van onroerende goederen, andere dan die welke gedeeltelijk of geheel tot bewoning aangewend worden of bestemd zijn en door een natuurlijke persoon ingebracht worden, in burgerlijke vennootschappen of handelsvennootschappen waarvan de zetel van werkelijke leiding in België gevestigd is, of de statutaire zetel in België en de zetel van werkelijke leiding buiten het grondgebied van de Lid-Staten van de Europese Gemeenschap gevestigd is, worden aan het recht van 0 pct. onderworpen. In geval van onjuiste verklaring betreffende de aanwending of de bestemming van het onroerend goed, zijn de aanvullende rechten opeisbaar en verbeurt iedere partij een boete gelijk aan de rechten. Wetshistoriek Ingevoegd bij art. 45 W (B.S., (tweede ultg.)) en gewijzigd bij art. 20 W (B.S., (eerste ultg.)), met Ingang van (art. 21). Artikel llsb!s van het Wetboek van registratie-, hypotheek- en griffierechten, in de interpretatie dat het de inbreng van een onroerend goed aangewend als bejaardentehuis in een vennootschap waarvan het maatschappelijk doel bestaat in het duurzaam huisvesten van bejaarden uitsluit van het voordelig registratierecht van 0/5 pct., schendt de artikelen 10 en 11 van de Grondwet. Artikel 115bis van het Wetboek van registratie-, hypotheek- en griffierechten, in de interpretatie dat het de inbreng van een onroerend goed aangewend als bejaardentehuis in een vennootschap waarvan het maatschappelijk doel bestaat in het duurzaam huisvesten van bejaarden niet uitsluit van het voordelig registratierecht van 0,5 pct., schendt de artikelen 10 en 11 van de Grondwet niet ( Arbitragehof nr. 118/2002, (prejudiciële vraag) (B.S., Copyright 2010 monkey.be /1 0/20 1 0

28 Inbreng van losse bestanddelen natuurlijke persoon (beroep), vennootschap Inbreng met 'gemengde vergoeding' (deel niet vergoed in aandelen) [J wijze van vergoeding deel inbreng deel verkoop of overname schuld [J geacht evenredig verdeeld te zijn (RR. Art. 120). 27

29 Artikel 120 pagina 1 van I Wetboek der registratie-, hypotheek- en griffierechten Artikel 120 Wanneer een inbreng in vennootschap gedeeltelijk vergolden wordt anders dan bij toekenning van maatschappelijke rechten, wordt de overeenkomst, naarmate van deze vergelding, onderworpen aan de rechten zoals ze in dit hoofdstuk vastgesteld zijn voor de overeenkomsten onder bezwarende titel die goederen van dezelfde aard tot voorwerp hebben. Zo een inbreng meteen onroerende goederen vermeld in artikel 115bis en goederen van een andere aard begrijpt, worden, niettegenstaande elk strijdig beding l de maatschappelijke rechten en de andere lasten, die de vergelding van bedoelde inbreng uitmaken, geacht evenredig verdeeld te zijn tussen de waarde die aan de onroerende goederen is toegekend en die welke aan de andere goederen is toegekend, bij de overeenkomst. De te vervallen huurprijzen van de huurcontracten waarvan de rechten worden ingebracht, worden evenwel geacht enkel op laatstbedoelde rechten betrekking te hebben. Deze bepalingen zijn evenwel niet toepasselijk bij inbreng van de universaliteit van de goederen of van een bedrijfstak overeenkomstig artikel 117. Wetshistoriek Vervangen bij art. 11 W (B.S., ) en gewijzigd bij art. 47, 1 en 2 W (B.S., (tweede uitg.». Voorgeschiedenis Gewijzigd bij art. 8 W (B.S., ), met ingang van (art. 11). Uitvoeringsbesluiten - Koninklijk besluit van betreffende de uitvoering der artikelen 117 en 120 van het Wetboek der registratie-, hypotheek- en griffierechten (B.S., ) Copyright 2010 monkey.be E:\kluso\editiesado.2\&parenUd= /10/2010

30 Inbreng van losse bestanddelen natuurlijke persoon (beroep), vennootschap Vraagstelling 1 : Een onroerend goed - terrein en magazijn - te Luik wordt ingebracht door een natuurlijk persoon in een vennootschap met een waarde van ,00. In ruil voor deze inbreng creëert de vennootschap aandelen voor een totale waarde van ,00 en neemt ze het saldobedrag over van de hypothecaire schuld (of het saldo van leveranciersschulden of het bedrag van overige schulden) van ,00 die het goed bezwaart. Vraag: hoeveel registratierecht? 28

31 Inbreng van losse bestanddelen natuurlijke persoon (beroep), vennootschap Er zal registratierecht worden geheven: - het inbrengrecht : 0% x het verkooprecht: 12,5 % x Totaal registratierecht

32 Inbreng van losse bestanddelen natuurlijke persoon (beroep), vennootschap Vraagstelling 2 : De inbreng van een woning in Sint-Niklaas door een natuurlijk persoon met een overeengekomen waarde van wordt als volgt vergoed : - ten belope van door aandelen; - ten belope van door overname door de vennootschap van het saldo van de hypothecaire schuld die het ingebrachte goed bezwaart; - ten belope van door inboeking op lopende rekening. Bovendien wordt in de inbrengakte bedongen dat de vennootschap de reeds verlopen nog niet betaalde onroerende voorheffing voor haar rekening zal nemen met ingang vanaf 1 januari voor een geraamd bedrag van Registratierecht heffing: C x 10 % = C

33 Inbreng van losse bestanddelen natuurlijke persoon (beroep), vennootschap 1.3.b. Verschillend registratierecht van roerende en onroerende goederen 1. Onroerende goederen voor beroepsmatig gebruik: 0% 2. Onroerende goederen voor bewoning vatbaar ingebracht door een natuurlijk persoon: 12,5% of 10% in Vlaanderen 3. Roerende goederen: in principe 0% registratierecht 31

34 Inbreng van losse bestanddelen natuurlijke persoon (beroep), vennootschap 1.3.c. Aandachtspunten Noot 1 : verrichtingen die van het inbrengrecht zijn vrijgesteld - toepassing BTW-regime Aandacht: Inbreng van nieuwbouw onder B.T.W.-regime (artikel 159, 8 W.Reg.). Noot: B.T.W.-termijn "nieuw gebouw" tot 31 december van het tweede jaar dat volgt op het jaar van de eerste ingebruikname of de eerste inbezitname 32

35 Inbreng van losse bestanddelen natuurlijke persoon (beroep), vennootschap Noot 2 : registratierechten inbreng van onroerende goederen - rusthuis Rusthuis = Bewoning is onlosmakelijk verbonden aan economische activiteit van de dienstverlening van de vennootschap en in principe niet onderworpen aan evenredig recht van 10 % of 12,5 % registratierecht o Arbitragehof 03/07/2002 o Zie ook Parlementaire Vraag Senaat 1995/ /03/

36 Gislenus BATS Ere-bedrijfsrevisor. Aandachtspunt: inbreng van een rusthuis Registratierechten, inbreng van onroerende goederen - rusthuis Overeenkomstig artikel 115 W. Reg.R, worden de inbrengen van onroerende goederen in vennootschappen aan het recht van 0,5 % (0 % vanaf 1 januari 2006) onderworpen behalve als de goederen gedeeltelijk of geheel tot bewoning aangewend worden. In dit geval is het tarief van 12,5 % of 10 % voor Vlaanderen van toepassing. De administratie had geoordeeld dat een onroerend goed dat op het ogenblik van de inbreng ervan in een naamloze vennootschap een rusthuis was, als een woning moest worden beschouwd zodat bet te innen registratierecht 12,5 pct. van de waarde van het onroerend goed bedroeg. Hierover werd een prejudiciële vraag aan het arbitragehof gesteld. Het hof herinnert eraan dat de uitsluiting van de verminderde tarief indien het goed aan de bewoning aangewend is, ertoe strekt de oprichting van patrimoniumvennootschappen, via de inbreng door een natuurlijk persoon van zijn woonhuis in een vennootschap, te penaliseren : voor deze inbreng geldt het overdrachtsrecht dat geldt voor overdrachten onder bezwarende titel. Dit maatregel is niet pertinent als het tot bewoning aangewende goed wordt ingebracht in een vennootschap die als doel heeft- zoals in casu - een bejaardentehuis te exploiteren. In dit geval is de bewoning op onlosmakelijke wijze verbonden met de economische activiteit van de vennootschap. Volgens het Hof moet nochtans onderzocht worden of de in het geding zijnde bepaling niet voor een andere inteijlretatie vatbaar is die haar bestaanbaar maakt met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet De Minister van Financiën heeft innners op een parlementaire vraag geanrnoord «dat de inbreng van een rusthuis in principe uiet onderworpen is aan het evenredig recht van 12,5 pct. als inbreng van een woning, wanneer het gaat om de woning waar een instelling is ondergebracht die onderdak verschaft aan hulpbehoevende bejaarden» 01r. en Antw., Senaat, ,26 maart 1996, nr. 1-13, pp ). In die interpretatie, die in overeenstemming is met de voormelde doelstellingen om de oprichting van vennootschappen aan te moedigen, doch de oprichting van patrimoniumvennootschappen daarentegen te ontmoedigen, is er geen verschil in behandeling en zijn de artikelen 10 en 11 van de Grondwet derhalve niet geschonden. Arbitragehof 3 iuli arrest nro 118/2002

37 Gislenus BATS Ere-bedrijfsrevisor Uittreksel uit arrest m van 3 juli 2002 Rolnummer 2138 In zake : de prejudiciële vraag over artikel 115bis van het Wetboek van registratie-, hypotheeken griffierechten, zoals ingevoegd bij de wet van 30 maart 1994, gesteld door de Rechtbank van eerste aanleg te Charleroi. Het Arbitragehof, samengesteld uit de voorzitters M Melchior en A. Arts, en derechters P. Martens, L. Lavrysen, A. Alen, J.-P. Snappe en E. Derycke, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter M. Melchior, wijst na beraad het volgende arrest : 1. Onderwe;rp van de prejudiciële vraag Bij vonnis van I maart 2001 in zake de n. v. Résidence Le Bon S~our tegen de Belgische Staat, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is ingekomen op 6 maart 2001, heeft de -Rechtbank van eerste aanleg te Charleroi de volgende prejudiciële vraag gesteld: «Is artikel 115bis van het koninklijk besluit m. 64 van 30 november 1939 houdende het Wetboek van registratie-, hypotheek- en griffierechten, ingevoegd bij artikel 45 van de wet van 30 maart 1994, in overeenstemming met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet in zoverre het het tarief van 12,5 pct. toepast op de inbreng, in een vennootschap, van een onroerend goed aangewend voor beroepsdoeleinden wanneer die beroepsactiviteit bestaat in het duurzaam huisvesten van bejaarden, en het tarief van 0,5 pct. toepast op de inbreng van een omoerend goed aangewend voor andere beroepsdoeleinden dan die activiteit?» (... ). N. In rechte (... ) B.l.l. De akten houdende inbreng van goederen in vennootschappen met rechtspersoonlijkheid moeten binnen vier maanden worden geregistreerd (artikelen 19 en 32 van het Wetboek van registratie-, hypotheek- en griffierechten). De overdrachten onder bezwarende titel van omoerende goederen zijn in beginsel onderworpen aan een registratierecht van 12,5 pct. (artikel 44 van hetzelfde Wetboek). Evenwel, om de oprichting van vennootschappen aan te moedigen en aldus bij te dragen tot de econoruische ontwikkeling, is de inbreng van omoerende goederen in burgerlijke of handelsvennootschappen steeds onderworpen geweest aan een verlaagd registratierecht dat thans 0,5 pct. bedraagt (artikel 115 van hetzelfde Wetboek).

38 Gislenus BATS Ere bedrijfsrevisor B-1.2. De wet van 30 maart 1994 tot uitvoering van het globaal plan op het stuk van de fiscaliteit heeft in het Wetboek van registratie-, hypotheek-en griffierechten een artikell15bis ingevoegd, dat bepaalt: «De inbrengen van onroerende goederen, andere dan die welke gedeeltelijk of geheel tot bewoning aangewend worden of bestemd zijn en door een natuurlijk persoon ingebracht worden, in burgerlijke vennootschappen of handelsvennootschappen waarvan de zetel van werkelijke leiding in België gevestigd is, of de statntaire zetel in België en de zetel van werkelijke leiding buiten het grondgebied van de Lid-Staten van de Europese Economische Gemeenschap gevestigd is, worden aan het recht van 0,5 % onderworpen. [... ]» B.2.1. Zowel de Administratie van de registratie als de verwijzende rechter hebben in de zaak die aan het Hof is voorgelegd, geoordeeld dat een onroerend goed dat op het ogenblik van de l inbreng. ervan in een naamloze vennootschap een rusthuis is, als een woning moest worden beschouwd zodat het te innen registratierecht 12,5 pct van de waarde van het omoerend goed bedroeg. B.2.2. De verwijzende rechter vraagt het Hof of artikellisbis van het Wetboek van registratie-, hypotheek- en griffierechten de artikelen 10 en 11 van de Grondwet schendt in zoverre het ertoe leidt dat de inbreng van een onroerend goed aangewend als bej aardentehuis wordt uitgesloten van het voordelig tarief van 0,5 pct De vraag noopt derhalve tot de vergelijking van twee categorieën van vennootschappen waarin een onroerend goed wordt ingebracht, naargelang het gaat om de inbreng in een vennootschap die het duurzaam huisvesten van bejaarden tot doel heeft, of om de inbreng in een vennootschap met een ander doel. Het Hofbeperkt zijn onderzoek tot dat aspect van de in het geding zijnde bepaling. Het vermag de draagwijdte van de prejudiciële vraag niet-te verruimen, zoals de eisende partij voor de verwijzende rechter wenst, tot de inbreng van onroerende goederen in andere vennootschappen die als doel hebben bewoning te verschaffen. B.3. De grondwettelijke regels van de gelijkheid en de niet-discriminatie sluiten niet uit dat een verschil in behandeling tussen categorieën van personen wordt ingesteld, voor zover dat verschil op een objectief criterium berust en het redelijk verantwoord is. Het bestaan van een dergelijke verantwoording moet worden beoordeeld rekening houdend met het doel en de gevolgen van de betwiste maatregel en met de aard van de ter zake geldende beginselen; het gelijkheidsbeginsel is geschonden wanneer vaststaat dat er geen redelijk verband van evenredigheid bestaat tussen de aangewende middelen en het beoogde doel.

39 Gislenus BATS Ere-bedrijfsrevisor f B.4. Tijdens de parlementaire voorbereiding ondervraagd over de redenen van het verschil dat men van plan was in te voeren tnssen de registratierechten op de inbreng van omoerende goederen die geheel of gedeeltelijk voor bewoning worden aangewend (die ondei:worpen zijn aan een recht van 12,5 pct) en de registratierechten op de andere omoerende goederen (die aan een recht van 0,5 pct. onderworpen zijn), heeft de Minister van Financiën geantwoord dat «de voorgestelde wijziging ertoe strekt de inbreng ID vennootschap van de eigen woning te ontmoedigen door de inbreng in natura en de aankoop achteraf van het goed met het bijeengebrachte kapitaal op voet van gelijkheid te plaatsen» (pari. St., Kamer, , m. 1290/1, pp ). Tijdens het debat in de commissie heeft hij gepreciseerd dat«de ratio legis anderzijds [... ] het penaliseren [is] van de oprichting vanpatrimoniumvennootschappen, via de inbreng door een natuurlijk persoon van zijn woonhuis in een vennootschap: voor deze inbreng geldt het overdrachtsrecht dat geldt voor overdrachten onder bezwarende titel» (ibid., pp ). B.5. Het criterium van onderscheid dat de wetgever heeft aangewend, heeft in de interpretatie van de verwijzende rechter tot gevolg dat onroerende goederen die voor bewoning bestemd zijn en die worden ingebracht in een vennootschap die, zoals te dezen, als doel heeft een bejaardentehuis te exploiteren, aan het registratierecht van 12,5 pct. worden onderworpen. Het criterium is niet pertinent in zoverre het de inbreng van omoerende goederen aangewend als bejaardentehnis uitsluit van het voordelig tarief. De bestemming als bewoning van het omoerend goed staat immers niet in verband met het bovenvermelde doel van de maatregel wanneer die bewoning op onlosmakelijke wijze is verbonden met de economische activiteit van de vennootschap. B.6. Onderzocht moet nog worden of de in het geding zijnde bepaling niet voor een andere interpretatie vatbaar is die haar bestaanbaar maakt met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet. In dit verband merkt het Hof op dat de Minister van Financiën op een parlementaire vraag heeft geantwoord «dat de inbreng van een rusthnis in principe niet-onderworpen is aan het evemedig recht van 12,5 pct als inbreng van een woning, wanneer het gaat om de woning waar een instelling is ondergebracht die onderdak verschaft aan hulpbehoevende bejaarden» CVr. en Antw., Senaat, ,26 maart 1996, m. 1-13, pp ). In die interpretatie, die in overeenstemming is met de voormelde doelstellingen om de oprichting van vennootschappen aan te moedigen (B.l. 1 ), doch de oprichting van patrimoniumvennootschappen daarentegen te ontmoedigen (BA), is er geen verschil in behandeling en zijn de artikelen 10 en 11 van de Grondwet derhalve niet geschonden. Om die redenen, het Hof zegt voor recht:

40 Gislenus BATS Ere-bedrijfsrevisor - Artikell15bis van het Wetboek van registratie-, hypotheek- en griffierechten, in de interpretatie dat het de inbreng van een omoerend goed aangewend als bejaardentehuis in een vennootschap waarvan het maatschappelijk doel bestaat in het dnurzaam huisvesten van bejaarden uitsluit van het voordelig registratierecht van 0,5 pct., schendt de artikelen 10 en 11 van de Grondwet. - Artikel 1 15bis van het Wetboek van registratie-, hypotheek- en griffierechten, in de interpretatie dat het de inbreng van een omoerend goed aangewend á1s bejaardentehuis in een vennootschap waarvan het maatschappelijk doel bestaat in het duurzaam huisvesten van bejaarden niet uitsluit van het voordelig registratierecht van 0,5 pct., schendt de artikelen 10 en 11 van de Grondwet niet. Aldus uitgesproken in het Frans en het Nederlands, overeenkomstig artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof; op de openbare terechtzitting van 3 juli De griffier, P.-Y. Dutilleux De voorzitter, MMelchior

41 Inbreng van losse bestanddelen natuurlijke persoon (beroep), vennootschap Noot 3 : teruggave van registratierecht Ook bij inbreng van een onroerend goed onderworpen aan verkooprecht van 12,5% of 10% voor Vlaanderen. 34

Rolnummer 2138. Arrest nr. 118/2002 van 3 juli 2002 A R R E S T

Rolnummer 2138. Arrest nr. 118/2002 van 3 juli 2002 A R R E S T Rolnummer 2138 Arrest nr. 118/2002 van 3 juli 2002 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag over artikel 115bis van het Wetboek van registratie-, hypotheek- en griffierechten, zoals ingevoegd bij de

Nadere informatie

Fiscale aspecten bij éénmalige revisorale opdrachten

Fiscale aspecten bij éénmalige revisorale opdrachten Fiscale aspecten bij éénmalige revisorale opdrachten 03.12.2008 1 Inleiding INHOUD I. Inbreng in natura 1. Inbreng van losse bestanddelen - In hoofde van de inbrenger - In hoofde van de inbrenggenietende

Nadere informatie

Fiscale aspecten bij éénmalige revisorale opdrachten. ViasDFK3 BEDRIJFSREVISOREN

Fiscale aspecten bij éénmalige revisorale opdrachten. ViasDFK3 BEDRIJFSREVISOREN Fiscale aspecten bij éénmalige revisorale opdrachten 1 ViasDFK3 BEDRIJFSREVISOREN INHOUD Inleiding I. Inbreng in natura 1. Inbreng van losse bestanddelen - In hoofde van de inbrenger - In hoofde van de

Nadere informatie

BRUS. Gislenus BATS Ere-bedrijfsrevisor. ~~I~D. bergstr

BRUS. Gislenus BATS Ere-bedrijfsrevisor. ~~I~D. bergstr ~~I~D. bergstr BRUS EN Gislenus BATS Ere-bedrijfsrevisor Niets uit deze opgave, inclusief de specifieke vormgeving, mag door middel van elektronische of andere middelen, met inbegrip van automatische informatiesystemen,

Nadere informatie

inbreng van aandelen / aandelenruil (artikel R. W) - inbreng van aandelen - tenminste 75 % van kapitaal - maximum oplegging geld: 10 %

inbreng van aandelen / aandelenruil (artikel R. W) - inbreng van aandelen - tenminste 75 % van kapitaal - maximum oplegging geld: 10 % 29. inbreng van aandelen / aandelenruil (artikel 117 1 R. W) - inbreng van aandelen - tenminste 75 % van kapitaal - maximum oplegging geld: 10 % Let op : attest bedrijfsrevisor dient gehecht aan de akte

Nadere informatie

INHOUDSOPGAVE DEEL I : INBRENG IN NATURA EN QUASI-INBRENG. 0. Algemeen GB. 1. Inhoud GB Inbreng in natura GB. 1.2.

INHOUDSOPGAVE DEEL I : INBRENG IN NATURA EN QUASI-INBRENG. 0. Algemeen GB. 1. Inhoud GB Inbreng in natura GB. 1.2. INHOUDSOPGAVE DEEL I : INBRENG IN NATURA EN QUASI-INBRENG Verdeling Paginanr. I. INBRENG IN NATURA 0. Algemeen GB 1. Inhoud GB 1.1. Inbreng in natura GB 1.2. Quasi-inbreng GB 2. Begrip GB 1. Inbreng in

Nadere informatie

Inbreng in natura en quasi-inbreng

Inbreng in natura en quasi-inbreng ~-------------_._----------~ SEMINARIE Deel 2: Slides Inbreng in natura en quasi-inbreng voorgesteld door de heer G. BATS 24 juni 2002 HOTEL ABBEY, Grimbergen Instituut der en Arenbergstraat 13 1000 BRUSSEL

Nadere informatie

Rolnummer 5942. Arrest nr. 156/2014 van 23 oktober 2014 A R R E S T

Rolnummer 5942. Arrest nr. 156/2014 van 23 oktober 2014 A R R E S T Rolnummer 5942 Arrest nr. 156/2014 van 23 oktober 2014 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 218, 2, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, zoals van toepassing op

Nadere informatie

A R R E S T. In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 307bis van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door het Hof van Cassatie.

A R R E S T. In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 307bis van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door het Hof van Cassatie. Rolnummer 2287 Arrest nr. 163/2001 van 19 december 2001 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 307bis van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door het Hof van Cassatie. Het Arbitragehof,

Nadere informatie

Rolnummer 4790. Arrest nr. 10/2010 van 4 februari 2010 A R R E S T

Rolnummer 4790. Arrest nr. 10/2010 van 4 februari 2010 A R R E S T Rolnummer 4790 Arrest nr. 10/2010 van 4 februari 2010 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 73 van de programmawet (I) van 27 december 2006, gesteld door de Vrederechter van het

Nadere informatie

Inbrengrecht onroerend goed : 0,5 % of 10% Inbreng in natura gebeurt bij oprichting van een vennootschap of bij kapitaalverhoging.

Inbrengrecht onroerend goed : 0,5 % of 10% Inbreng in natura gebeurt bij oprichting van een vennootschap of bij kapitaalverhoging. Inbrengrecht onroerend goed : 0,5 % of 10% Inbreng in natura gebeurt bij oprichting van een vennootschap of bij kapitaalverhoging. Oprichters en aandeelhouders kunnen bepaalde goederen andere dan geld

Nadere informatie

Rolnummer 5059. Arrest nr. 121/2011 van 30 juni 2011 A R R E S T

Rolnummer 5059. Arrest nr. 121/2011 van 30 juni 2011 A R R E S T Rolnummer 5059 Arrest nr. 121/2011 van 30 juni 2011 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 46bis, derde lid, 1, van het Wetboek der registratie-, hypotheek- en griffierechten,

Nadere informatie

Rolnummer Arrest nr. 84/2007 van 7 juni 2007 A R R E S T

Rolnummer Arrest nr. 84/2007 van 7 juni 2007 A R R E S T Rolnummer 4100 Arrest nr. 84/2007 van 7 juni 2007 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende de artikelen 12, 1, en 253 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, gesteld door het Hof

Nadere informatie

Rolnummer 2704. Arrest nr. 109/2003 van 22 juli 2003 A R R E S T

Rolnummer 2704. Arrest nr. 109/2003 van 22 juli 2003 A R R E S T Rolnummer 2704 Arrest nr. 109/2003 van 22 juli 2003 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag over artikel 1, 3, eerste lid, van artikel III, overgangsbepalingen, van de wet van 14 juli 1976 betreffende

Nadere informatie

Rolnummer 4560. Arrest nr. 21/2009 van 12 februari 2009 A R R E S T

Rolnummer 4560. Arrest nr. 21/2009 van 12 februari 2009 A R R E S T Rolnummer 4560 Arrest nr. 21/2009 van 12 februari 2009 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag over artikel 13 van de wet van 21 april 2007 betreffende de verhaalbaarheid van de erelonen en de kosten

Nadere informatie

Rolnummer 3630. Arrest nr. 174/2005 van 30 november 2005 A R R E S T

Rolnummer 3630. Arrest nr. 174/2005 van 30 november 2005 A R R E S T Rolnummer 3630 Arrest nr. 174/2005 van 30 november 2005 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 320, 4, van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door de Rechtbank van eerste aanleg te

Nadere informatie

niet verbeterde kopie

niet verbeterde kopie Rolnummer 2978 Arrest nr. 37/2005 van 16 februari 2005 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 215, derde lid, 4, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, zoals van toepassing

Nadere informatie

Fiscaalrechtelijke aandachtspunten asset deals. Olivier De Keukelaere

Fiscaalrechtelijke aandachtspunten asset deals. Olivier De Keukelaere Fiscaalrechtelijke aandachtspunten asset deals Olivier De Keukelaere Overzicht Inkomstenbelasting BTW Registratierechten Successierechten 2 Overzicht Inkomstenbelasting BTW Registratierechten Successierechten

Nadere informatie

niet verbeterde kopie

niet verbeterde kopie Rolnummer 3859 Arrest nr. 191/2006 van 5 december 2006 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 728, 2, van het Gerechtelijk Wetboek, gesteld door de Rechtbank van eerste aanleg

Nadere informatie

Rolnummer 5541. Arrest nr. 159/2013 van 21 november 2013 A R R E S T

Rolnummer 5541. Arrest nr. 159/2013 van 21 november 2013 A R R E S T Rolnummer 5541 Arrest nr. 159/2013 van 21 november 2013 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 218, 2, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, zoals van toepassing op

Nadere informatie

A R R E S T. In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 704 van het Gerechtelijk Wetboek, gesteld door het Arbeidshof te Antwerpen.

A R R E S T. In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 704 van het Gerechtelijk Wetboek, gesteld door het Arbeidshof te Antwerpen. Rolnummer 2268 Arrest nr. 29/2002 van 30 januari 2002 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 704 van het Gerechtelijk Wetboek, gesteld door het Arbeidshof te Antwerpen. Het Arbitragehof,

Nadere informatie

niet verbeterde kopie

niet verbeterde kopie Rolnummer 4452 Arrest nr. 65/2009 van 2 april 2009 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 150 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, zoals van toepassing vanaf het aanslagjaar

Nadere informatie

Rolnummer 2847. Arrest nr. 57/2004 van 24 maart 2004 A R R E S T

Rolnummer 2847. Arrest nr. 57/2004 van 24 maart 2004 A R R E S T Rolnummer 2847 Arrest nr. 57/2004 van 24 maart 2004 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 394 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, vóór de wijziging ervan bij de

Nadere informatie

Rolnummer 2576. Arrest nr. 146/2003 van 12 november 2003 A R R E S T

Rolnummer 2576. Arrest nr. 146/2003 van 12 november 2003 A R R E S T Rolnummer 2576 Arrest nr. 146/2003 van 12 november 2003 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 145/1, 3, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, gesteld door de Rechtbank

Nadere informatie

Rolnummer Arrest nr. 86/2004 van 12 mei 2004 A R R E S T

Rolnummer Arrest nr. 86/2004 van 12 mei 2004 A R R E S T Rolnummer 2881 Arrest nr. 86/2004 van 12 mei 2004 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag over artikel 1, eerste lid, a), van de wet van 6 februari 1970 betreffende de verjaring van schuldvorderingen

Nadere informatie

Rolnummer 4878. Arrest nr. 156/2010 van 22 december 2010 A R R E S T

Rolnummer 4878. Arrest nr. 156/2010 van 22 december 2010 A R R E S T Rolnummer 4878 Arrest nr. 156/2010 van 22 december 2010 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 289bis, 2, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, gesteld door de Rechtbank

Nadere informatie

Rolnummers 4293, 4294, 4295 en 4296. Arrest nr. 138/2008 van 22 oktober 2008 A R R E S T

Rolnummers 4293, 4294, 4295 en 4296. Arrest nr. 138/2008 van 22 oktober 2008 A R R E S T Rolnummers 4293, 4294, 4295 en 4296 Arrest nr. 138/2008 van 22 oktober 2008 A R R E S T In zake : de prejudiciële vragen over de artikelen 3, 1, b), en 9, 1, van de ordonnantie van het Brusselse Hoofdstedelijke

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 25 OKTOBER 2013 F.12.0198.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. F.12.0198.F SUPER MARCHÉ SOVET nv, Mr. Michel Mahieu, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen BELGISCHE STAAT, vertegenwoordigd door

Nadere informatie

Rolnummers 6797 en Arrest nr. 160/2018 van 22 november 2018 A R R E S T

Rolnummers 6797 en Arrest nr. 160/2018 van 22 november 2018 A R R E S T Rolnummers 6797 en 6800 Arrest nr. 160/2018 van 22 november 2018 A R R E S T In zake : de prejudiciële vragen betreffende artikel III.26 van het Wetboek van economisch recht, gesteld door de Vrederechter

Nadere informatie

Rolnummer 4024. Arrest nr. 42/2007 van 15 maart 2007 A R R E S T

Rolnummer 4024. Arrest nr. 42/2007 van 15 maart 2007 A R R E S T Rolnummer 4024 Arrest nr. 42/2007 van 15 maart 2007 A R R E S T In zake : het beroep tot vernietiging van artikel 102 van de wet van 23 december 2005 betreffende het generatiepact, ingesteld door Réginald

Nadere informatie

niet verbeterde kopie

niet verbeterde kopie Rolnummer 4851 Arrest nr. 47/2010 van 29 april 2010 A R R E S T In zake : de prejudiciële vragen betreffende artikel 1675/15 van het Gerechtelijk Wetboek, gesteld door de Arbeidsrechtbank te Luik. Het

Nadere informatie

Rolnummer 2409. Arrest nr. 113/2002 van 26 juni 2002 A R R E S T

Rolnummer 2409. Arrest nr. 113/2002 van 26 juni 2002 A R R E S T Rolnummer 2409 Arrest nr. 113/2002 van 26 juni 2002 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende de artikelen 80 en 82 van de faillissementswet van 8 augustus 1997, gesteld door het Hof van

Nadere informatie

Rolnummer 2485. Arrest nr. 84/2003 van 11 juni 2003 A R R E S T

Rolnummer 2485. Arrest nr. 84/2003 van 11 juni 2003 A R R E S T Rolnummer 2485 Arrest nr. 84/2003 van 11 juni 2003 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende de wet van 4 juli 2001 tot wijziging van artikel 633 van het Gerechtelijk Wetboek, gesteld door

Nadere informatie

Rolnummer 4967. Arrest nr. 68/2011 van 5 mei 2011 A R R E S T

Rolnummer 4967. Arrest nr. 68/2011 van 5 mei 2011 A R R E S T Rolnummer 4967 Arrest nr. 68/2011 van 5 mei 2011 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 3, eerste lid, 3, van het decreet van het Waalse Gewest van 27 mei 2004 tot invoering van

Nadere informatie

Rolnummer 5133. Arrest nr. 182/2011 van 1 december 2011 A R R E S T

Rolnummer 5133. Arrest nr. 182/2011 van 1 december 2011 A R R E S T Rolnummer 5133 Arrest nr. 182/2011 van 1 december 2011 A R R E S T In zake : de prejudiciële vragen betreffende artikel 3, 5, derde lid, van boek III, titel VIII, hoofdstuk II, afdeling 2, van het Burgerlijk

Nadere informatie

VLAAMS PARLEMENT ONTWERP VAN DECREET. houdende wijziging van het wetboek der registratie-, hypotheek- en griffierechten

VLAAMS PARLEMENT ONTWERP VAN DECREET. houdende wijziging van het wetboek der registratie-, hypotheek- en griffierechten Stuk 963 (2001-2002) Nr. 7 VLAAMS PARLEMENT Zitting 2001-2002 16 januari 2002 ONTWERP VAN DECREET houdende wijziging van het wetboek der registratie-, hypotheek- en griffierechten TEKST AANGENOMEN DOOR

Nadere informatie

Rolnummer 5815. Arrest nr. 8/2015 van 22 januari 2015 A R R E S T

Rolnummer 5815. Arrest nr. 8/2015 van 22 januari 2015 A R R E S T Rolnummer 5815 Arrest nr. 8/2015 van 22 januari 2015 A R R E S T In zake : de prejudiciële vragen betreffende artikel 145 24, 1, 1, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, zoals het van toepassing

Nadere informatie

NITURA.., NUITBREN. ...,..,-,.----ber Gislenus BATS Ere-bedrij fsrevisor. "'...;Ihstituut der

NITURA.., NUITBREN. ...,..,-,.----ber Gislenus BATS Ere-bedrij fsrevisor. '...;Ihstituut der "'...;Ihstituut der NITURA.., NUITBREN ~. 't,,~', ",t..;"" Gislenus BATS Ere-bedrij fsrevisor...,..,-,.----ber 2010 Niets uit deze opgave, inclusief de specifieke vormgeving, mag door middel van elektronische

Nadere informatie

Rolnummer Arrest nr. 172/2009 van 29 oktober 2009 A R R E S T

Rolnummer Arrest nr. 172/2009 van 29 oktober 2009 A R R E S T Rolnummer 4725 Arrest nr. 172/2009 van 29 oktober 2009 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 323 van het Burgerlijk Wetboek, zoals van kracht vóór de opheffing ervan bij artikel

Nadere informatie

A R R E S T. In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 1382 van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door het Hof van Beroep te Antwerpen.

A R R E S T. In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 1382 van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door het Hof van Beroep te Antwerpen. Rolnummer 2540 Arrest nr. 17/2003 van 28 januari 2003 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 1382 van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door het Hof van Beroep te Antwerpen. Het

Nadere informatie

Rolnummer Arrest nr. 85/2009 van 14 mei 2009 A R R E S T

Rolnummer Arrest nr. 85/2009 van 14 mei 2009 A R R E S T Rolnummer 4550 Arrest nr. 85/2009 van 14 mei 2009 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 23 van het Wetboek van de Belgische nationaliteit, gesteld door het Hof van Beroep te Brussel.

Nadere informatie

Rolnummer Arrest nr. 62/2012 van 3 mei 2012 A R R E S T

Rolnummer Arrest nr. 62/2012 van 3 mei 2012 A R R E S T Rolnummer 5297 Arrest nr. 62/2012 van 3 mei 2012 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag over artikel 38, 5, van de wetten betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd bij koninklijk besluit

Nadere informatie

Rolnummer 5633. Arrest nr. 26/2014 van 6 februari 2014 A R R E S T

Rolnummer 5633. Arrest nr. 26/2014 van 6 februari 2014 A R R E S T Rolnummer 5633 Arrest nr. 26/2014 van 6 februari 2014 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 4 van het koninklijk besluit van 18 november 1996 «houdende invoering van een sociale

Nadere informatie

niet verbeterde kopie

niet verbeterde kopie Rolnummer 4055 Arrest nr. 16/2007 van 17 januari 2007 A R R E S T In zake : de prejudiciële vragen over de wet van 2 augustus 2002 betreffende de bestrijding van de betalingsachterstand bij handelstransacties,

Nadere informatie

Rolnummer 2652. Arrest nr. 86/2003 van 11 juni 2003 A R R E S T

Rolnummer 2652. Arrest nr. 86/2003 van 11 juni 2003 A R R E S T Rolnummer 2652 Arrest nr. 86/2003 van 11 juni 2003 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag over artikel 4, 1, van de wet van 21 november 1989 betreffende de verplichte aansprakelijkheidsverzekering

Nadere informatie

Rolnummer 4255. Arrest nr. 9/2008 van 17 januari 2008 A R R E S T

Rolnummer 4255. Arrest nr. 9/2008 van 17 januari 2008 A R R E S T Rolnummer 4255 Arrest nr. 9/2008 van 17 januari 2008 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag over artikel 82 van de faillissementswet van 8 augustus 1997, zoals vervangen bij artikel 29 van de wet

Nadere informatie

Rolnummer 5678. Arrest nr. 108/2014 van 17 juli 2014 A R R E S T

Rolnummer 5678. Arrest nr. 108/2014 van 17 juli 2014 A R R E S T Rolnummer 5678 Arrest nr. 108/2014 van 17 juli 2014 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 418, eerste lid, van het Wetboek van strafvordering, gesteld door het Hof van Cassatie.

Nadere informatie

Rolnummer Arrest nr. 82/2015 van 28 mei 2015 A R R E S T

Rolnummer Arrest nr. 82/2015 van 28 mei 2015 A R R E S T Rolnummer 6141 Arrest nr. 82/2015 van 28 mei 2015 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 171, 5, b), van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, gesteld door de Rechtbank

Nadere informatie

Rolnummer Arrest nr. 80/2013 van 6 juni 2013 A R R E S T

Rolnummer Arrest nr. 80/2013 van 6 juni 2013 A R R E S T Rolnummer 5503 Arrest nr. 80/2013 van 6 juni 2013 A R R E S T In zake : de prejudiciële vragen betreffende artikel 142 van het Wetboek der registratie-, hypotheek- en griffierechten, gesteld door het Hof

Nadere informatie

Rolnummer 3284. Arrest nr. 169/2005 van 23 november 2005 A R R E S T

Rolnummer 3284. Arrest nr. 169/2005 van 23 november 2005 A R R E S T Rolnummer 3284 Arrest nr. 169/2005 van 23 november 2005 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag over artikel 191, 14, 15, 15 quater en 15 quinquies, van de wet van 14 juli 1994 betreffende de verplichte

Nadere informatie

Rolnummer 4045. Arrest nr. 200/2006 van 13 december 2006 A R R E S T

Rolnummer 4045. Arrest nr. 200/2006 van 13 december 2006 A R R E S T Rolnummer 4045 Arrest nr. 200/2006 van 13 december 2006 A R R E S T In zake : het beroep tot gedeeltelijke vernietiging van artikel 468, 3, van het Gerechtelijk Wetboek, zoals gewijzigd bij artikel 21

Nadere informatie

Rolnummer 3795. Arrest nr. 64/2006 van 26 april 2006 A R R E S T

Rolnummer 3795. Arrest nr. 64/2006 van 26 april 2006 A R R E S T Rolnummer 3795 Arrest nr. 64/2006 van 26 april 2006 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 54 van het Wetboek van registratie-, hypotheek- en griffierechten, gesteld door het Hof

Nadere informatie

Rolnummer 2713. Arrest nr. 45/2004 van 17 maart 2004 A R R E S T

Rolnummer 2713. Arrest nr. 45/2004 van 17 maart 2004 A R R E S T Rolnummer 2713 Arrest nr. 45/2004 van 17 maart 2004 A R R E S T In zake : het beroep tot vernietiging van artikel 43 van de wet van 2 mei 2002 betreffende de verenigingen zonder winstoogmerk, de internationale

Nadere informatie

Rolnummer 5855. Arrest nr. 178/2014 van 4 december 2014 A R R E S T

Rolnummer 5855. Arrest nr. 178/2014 van 4 december 2014 A R R E S T Rolnummer 5855 Arrest nr. 178/2014 van 4 december 2014 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag over artikel 13, tweede lid, van de wet van 3 juli 1967 betreffende preventie van of de schadevergoeding

Nadere informatie

Lexalert : Gespreide belasting meerwaarden - herbelegging via belastingvrije fusie of splitsing kan!

Lexalert : Gespreide belasting meerwaarden - herbelegging via belastingvrije fusie of splitsing kan! EXTERNE PUBLICATIES // 18.07.2015 Lexalert : Gespreide belasting meerwaarden - herbelegging via belastingvrije fusie of splitsing kan! Auteurs: Stijn Lamote, Anouck Sandra Meerwaarden verwezenlijkt door

Nadere informatie

Rolnummer Arrest nr. 55/2015 van 7 mei 2015 A R R E S T

Rolnummer Arrest nr. 55/2015 van 7 mei 2015 A R R E S T Rolnummer 5847 Arrest nr. 55/2015 van 7 mei 2015 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 347-2 van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door de Rechtbank van eerste aanleg te Luik. Het

Nadere informatie

Ontbinding en vereffening

Ontbinding en vereffening Ontbinding en vereffening Art. 208-214 Situering TITEL III : VENNOOTSCHAPSBELASTING Art. 179-219bis HOOFDSTUK I : AAN DE BELASTING ONDERWORPEN VENNOOTSCHAPPEN Art. 179-182 HOOFDSTUK II : GRONDSLAG VAN

Nadere informatie

Rolnummer 1618. Arrest nr. 75/2000 van 21 juni 2000 A R R E S T

Rolnummer 1618. Arrest nr. 75/2000 van 21 juni 2000 A R R E S T Rolnummer 1618 Arrest nr. 75/2000 van 21 juni 2000 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende de artikelen 23, 1, 3, 28, 49 en 53, 1, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, gesteld

Nadere informatie

Rolnummer 2005. Arrest nr. 121/2001 van 10 oktober 2001 A R R E S T

Rolnummer 2005. Arrest nr. 121/2001 van 10 oktober 2001 A R R E S T Rolnummer 2005 Arrest nr. 121/2001 van 10 oktober 2001 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 4 van de wet van 20 februari 1939 op de bescherming van de titel en van het beroep

Nadere informatie

Rolnummer 3739. Arrest nr. 79/2006 van 17 mei 2006 A R R E S T

Rolnummer 3739. Arrest nr. 79/2006 van 17 mei 2006 A R R E S T Rolnummer 3739 Arrest nr. 79/2006 van 17 mei 2006 A R R E S T In zake : het beroep tot vernietiging van de artikelen 413bis tot 413octies van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, ingevoegd bij

Nadere informatie

Rolnummer 5091. Arrest nr. 190/2011 van 15 december 2011 A R R E S T

Rolnummer 5091. Arrest nr. 190/2011 van 15 december 2011 A R R E S T Rolnummer 5091 Arrest nr. 190/2011 van 15 december 2011 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende de artikelen 49 en 53, 1, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, gesteld door

Nadere informatie

2.3.3. REGISTRATIE- HYPOTHEEK- EN GRIFFIERECHTEN

2.3.3. REGISTRATIE- HYPOTHEEK- EN GRIFFIERECHTEN NL FR Enquête Trefwoord Contact Sitemap Help Zoek: 2.3.3. REGISTRATIE- HYPOTHEEK- EN GRIFFIERECHTEN 2.3.3. REGISTRATIE- HYPOTHEEK- EN GRIFFIERECHTEN 2.3.3. REGISTRATIE- HYPOTHEEK- EN GRIFFIERECHTEN De

Nadere informatie

Artikel 60bis tot 60bis/3 van het Wetboek der Successierechten

Artikel 60bis tot 60bis/3 van het Wetboek der Successierechten Artikel 60bis tot 60bis/3 van het Wetboek der Successierechten (van toepassing vanaf 01.01.2017) Artikel 60bis 1. In afwijking van de artikelen 48 en 48², worden het successierecht en het recht van overgang

Nadere informatie

Rolnummer 3444. Arrest nr. 170/2005 van 23 november 2005 A R R E S T

Rolnummer 3444. Arrest nr. 170/2005 van 23 november 2005 A R R E S T Rolnummer 3444 Arrest nr. 170/2005 van 23 november 2005 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende de artikelen 299, 300 en 1429 van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door de Rechtbank van eerste

Nadere informatie

Rolnummer Arrest nr. 33/99 van 17 maart 1999 A R R E S T

Rolnummer Arrest nr. 33/99 van 17 maart 1999 A R R E S T Rolnummer 1294 Arrest nr. 33/99 van 17 maart 1999 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 419, eerste lid, 1, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, gesteld door de Rechtbank

Nadere informatie

Artikel 140/1 tot 140/6 van het Wetboek der registratie-, hypotheeken griffierechten

Artikel 140/1 tot 140/6 van het Wetboek der registratie-, hypotheeken griffierechten Artikel 140/1 tot 140/6 van het Wetboek der registratie-, hypotheeken griffierechten (van toepassing vanaf 01.01.2017) Artikel 140/1 1. In afwijking van artikel 131, wordt van het schenkingsrecht vrijgesteld:

Nadere informatie

Rolnummer 3134. Arrest nr. 41/2005 van 16 februari 2005 A R R E S T

Rolnummer 3134. Arrest nr. 41/2005 van 16 februari 2005 A R R E S T Rolnummer 3134 Arrest nr. 41/2005 van 16 februari 2005 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag over artikel 3, 2, van de wet van 13 april 1995 betreffende de handelsagentuurovereenkomst, vóór de opheffing

Nadere informatie

Voorstel van decreet. van de heren Sven Gatz, Dirk Van Mechelen, Marino Keulen en Sas van Rouveroij. 367 ( ) Nr. 1 9 februari 2010 ( )

Voorstel van decreet. van de heren Sven Gatz, Dirk Van Mechelen, Marino Keulen en Sas van Rouveroij. 367 ( ) Nr. 1 9 februari 2010 ( ) stuk ingediend op 367 (2009-2010) Nr. 1 9 februari 2010 (2009-2010) Voorstel van decreet van de heren Sven Gatz, Dirk Van Mechelen, Marino Keulen en Sas van Rouveroij houdende wijziging van artikel 159

Nadere informatie

2.3. Taxatieregime bij stopzettingsmeerwaarden

2.3. Taxatieregime bij stopzettingsmeerwaarden www.vdvaccountants.be 30 2.3. Taxatieregime bij stopzettingsmeerwaarden Hiervoor werd reeds aangegeven dat bepaalde activabestanddelen van de éénmanszaak als stopzettingsmeerwaarden worden belast, andere

Nadere informatie

Rolnummer 3958. Arrest nr. 13/2007 van 17 januari 2007 A R R E S T

Rolnummer 3958. Arrest nr. 13/2007 van 17 januari 2007 A R R E S T Rolnummer 3958 Arrest nr. 13/2007 van 17 januari 2007 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 2277 van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door de Rechtbank van eerste aanleg te Aarlen.

Nadere informatie

Rolnummer 3029. Arrest nr. 80/2005 van 27 april 2005 A R R E S T

Rolnummer 3029. Arrest nr. 80/2005 van 27 april 2005 A R R E S T Rolnummer 3029 Arrest nr. 80/2005 van 27 april 2005 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag over artikel 6 van de wet van 2 augustus 2002 betreffende de bestrijding van de betalingsachterstand bij

Nadere informatie

Rolnummer 2734. Arrest nr. 112/2004 van 23 juni 2004 A R R E S T

Rolnummer 2734. Arrest nr. 112/2004 van 23 juni 2004 A R R E S T Rolnummer 2734 Arrest nr. 112/2004 van 23 juni 2004 A R R E S T In zake : het beroep tot vernietiging van artikel 46bis, vijfde lid, van het Wetboek der registratie-, hypotheek- en griffierechten, zoals

Nadere informatie

Rolnummer 949. Arrest nr. 26/97 van 6 mei 1997 A R R E S T

Rolnummer 949. Arrest nr. 26/97 van 6 mei 1997 A R R E S T Rolnummer 949 Arrest nr. 26/97 van 6 mei 1997 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag over artikel 35bis van de gecoördineerde wetten van 3 juni 1970 betreffende de schadeloosstelling voor beroepsziekten,

Nadere informatie

Rolnummer 4499. Arrest nr. 106/2009 van 9 juli 2009 A R R E S T

Rolnummer 4499. Arrest nr. 106/2009 van 9 juli 2009 A R R E S T Rolnummer 4499 Arrest nr. 106/2009 van 9 juli 2009 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 14, 1, eerste lid, 2, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State, zoals dat artikel

Nadere informatie

Rolnummer 2307. Arrest nr. 7/2003 van 22 januari 2003 A R R E S T

Rolnummer 2307. Arrest nr. 7/2003 van 22 januari 2003 A R R E S T Rolnummer 2307 Arrest nr. 7/2003 van 22 januari 2003 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag over artikel 1, 3, eerste lid, van artikel III, Overgangsbepalingen, van de wet van 14 juli 1976 betreffende

Nadere informatie

Rolnummer 2192. Arrest nr. 67/2002 van 28 maart 2002 A R R E S T

Rolnummer 2192. Arrest nr. 67/2002 van 28 maart 2002 A R R E S T Rolnummer 2192 Arrest nr. 67/2002 van 28 maart 2002 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 418 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, gesteld door het Hof van Beroep

Nadere informatie

Inhoud INLEIDING... 1 HOOFDSTUK 1. VERKOOPRECHTEN... 17

Inhoud INLEIDING... 1 HOOFDSTUK 1. VERKOOPRECHTEN... 17 Inhoud INLEIDING.................................................................... 1 HOOFDSTUK 1. VERKOOPRECHTEN.......................................................... 17 1. Wat is een verkoop?......................................................

Nadere informatie

Rolnummer 5600. Arrest nr. 86/2013 van 13 juni 2013 A R R E S T

Rolnummer 5600. Arrest nr. 86/2013 van 13 juni 2013 A R R E S T Rolnummer 5600 Arrest nr. 86/2013 van 13 juni 2013 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 82, tweede lid, van de faillissementswet van 8 augustus 1997, zoals vervangen bij de wet

Nadere informatie

Rolnummer 3781. Arrest nr. 125/2006 van 28 juli 2006 A R R E S T

Rolnummer 3781. Arrest nr. 125/2006 van 28 juli 2006 A R R E S T Rolnummer 3781 Arrest nr. 125/2006 van 28 juli 2006 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag over artikel 42, 1, tweede lid, van de wet van 26 maart 1999 betreffende het Belgisch actieplan voor de werkgelegenheid

Nadere informatie

A R R E S T. In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 203 van het Wetboek van Strafvordering, gesteld door het Hof van Beroep te Luik.

A R R E S T. In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 203 van het Wetboek van Strafvordering, gesteld door het Hof van Beroep te Luik. Rolnummer 2151 Arrest nr. 119/2002 van 3 juli 2002 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 203 van het Wetboek van Strafvordering, gesteld door het Hof van Beroep te Luik. Het Arbitragehof,

Nadere informatie

Rolnummer 5742. Arrest nr. 168/2014 van 27 november 2014 A R R E S T

Rolnummer 5742. Arrest nr. 168/2014 van 27 november 2014 A R R E S T Rolnummer 5742 Arrest nr. 168/2014 van 27 november 2014 A R R E S T In zake : de prejudiciële vragen over artikel 1, 3, van artikel 3 (Overgangsbepalingen) van de wet van 14 juli 1976 betreffende de wederzijdse

Nadere informatie

Rolnummer 5264. Arrest nr. 24/2012 van 16 februari 2012 A R R E S T

Rolnummer 5264. Arrest nr. 24/2012 van 16 februari 2012 A R R E S T Rolnummer 5264 Arrest nr. 24/2012 van 16 februari 2012 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag over artikel 38, 5, van de wetten betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd bij koninklijk

Nadere informatie

Rolnummer 4471. Arrest nr. 46/2009 van 11 maart 2009 A R R E S T

Rolnummer 4471. Arrest nr. 46/2009 van 11 maart 2009 A R R E S T Rolnummer 4471 Arrest nr. 46/2009 van 11 maart 2009 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag over artikel 1022, eerste lid, van het Gerechtelijk Wetboek, zoals vervangen bij artikel 7 van de wet van

Nadere informatie

Relevante feiten. Beoordeling. RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG VAN ANTWERPEN Vonnis van 09 oktober 2002 - Rol nr 00/2654/A - Aanslagjaar 1996

Relevante feiten. Beoordeling. RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG VAN ANTWERPEN Vonnis van 09 oktober 2002 - Rol nr 00/2654/A - Aanslagjaar 1996 RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG VAN ANTWERPEN Vonnis van 09 oktober 2002 - Rol nr 00/2654/A - Aanslagjaar 1996 Relevante feiten Als kaderlid van M heeft eerste eiser in 1993 aandelenopties verkregen op aandelen

Nadere informatie

DOSSIER : VRAGENLIJST INZAKE EVENTUELE VERMINDERINGEN VAN REGISTRATIERECHTEN. GELIEVE STEEDS MET JA of NEEN TE ANTWOORDEN

DOSSIER : VRAGENLIJST INZAKE EVENTUELE VERMINDERINGEN VAN REGISTRATIERECHTEN. GELIEVE STEEDS MET JA of NEEN TE ANTWOORDEN DOSSIER : VRAGENLIJST INZAKE EVENTUELE VERMINDERINGEN VAN REGISTRATIERECHTEN GELIEVE STEEDS MET JA of NEEN TE ANTWOORDEN A) Verminderd registratierecht (bescheiden woning klein beschrijf ) Dit betekent

Nadere informatie

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN CBN-advies 2012/8 De boekhoudkundige verwerking van de inbreng in eigendom in een Belgische burgerlijke maatschap die niet de rechtsvorm heeft aangenomen van een handelsvennootschap

Nadere informatie

A R R E S T. In zake : de prejudiciële vraag betreffende de arbeidsongevallenwet van 10 april 1971, gesteld door het Arbeidshof te Gent.

A R R E S T. In zake : de prejudiciële vraag betreffende de arbeidsongevallenwet van 10 april 1971, gesteld door het Arbeidshof te Gent. Rolnummer 2926 Arrest nr. 186/2004 van 16 november 2004 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende de arbeidsongevallenwet van 10 april 1971, gesteld door het Arbeidshof te Gent. Het Arbitragehof,

Nadere informatie

Rolnummer 4604. Arrest nr. 143/2009 van 17 september 2009 A R R E S T

Rolnummer 4604. Arrest nr. 143/2009 van 17 september 2009 A R R E S T Rolnummer 4604 Arrest nr. 143/2009 van 17 september 2009 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 90, 9, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, gesteld door de Rechtbank

Nadere informatie

Rolnummer 1448. Arrest nr. 10/2000 van 2 februari 2000 A R R E S T

Rolnummer 1448. Arrest nr. 10/2000 van 2 februari 2000 A R R E S T Rolnummer 1448 Arrest nr. 10/2000 van 2 februari 2000 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 51, 1, 3, van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde, gesteld door

Nadere informatie

Rolnummer 4792. Arrest nr. 65/2010 van 27 mei 2010 A R R E S T

Rolnummer 4792. Arrest nr. 65/2010 van 27 mei 2010 A R R E S T Rolnummer 4792 Arrest nr. 65/2010 van 27 mei 2010 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende de artikelen 4, 2, en 6, 2, van de wet van 15 juni 1935 op het gebruik der talen in gerechtszaken,

Nadere informatie

Rolnummer 4533. Arrest nr. 110/2009 van 9 juli 2009 A R R E S T

Rolnummer 4533. Arrest nr. 110/2009 van 9 juli 2009 A R R E S T Rolnummer 4533 Arrest nr. 110/2009 van 9 juli 2009 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag over artikel 162bis van het Wetboek van strafvordering, zoals ingevoegd bij artikel 9 van de wet van 21 april

Nadere informatie

Rolnummer 4880. Arrest nr. 34/2011 van 10 maart 2011 A R R E S T

Rolnummer 4880. Arrest nr. 34/2011 van 10 maart 2011 A R R E S T Rolnummer 4880 Arrest nr. 34/2011 van 10 maart 2011 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag over de wet van 28 juni 1966 betreffende de schadeloosstelling van de werknemers die ontslagen worden bij

Nadere informatie

A R R E S T. In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 135, 3, van het Wetboek van Strafvordering, gesteld door het Hof van Beroep te Gent.

A R R E S T. In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 135, 3, van het Wetboek van Strafvordering, gesteld door het Hof van Beroep te Gent. Rolnummer 1924 Arrest nr. 81/2001 van 13 juni 2001 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 135, 3, van het Wetboek van Strafvordering, gesteld door het Hof van Beroep te Gent. Het

Nadere informatie

Rolnummer 4434. Arrest nr. 15/2009 van 5 februari 2009 A R R E S T

Rolnummer 4434. Arrest nr. 15/2009 van 5 februari 2009 A R R E S T Rolnummer 4434 Arrest nr. 15/2009 van 5 februari 2009 A R R E S T In zake : de prejudiciële vragen over artikel 1022 van het Gerechtelijk Wetboek, zoals vervangen bij artikel 7 van de wet van 21 april

Nadere informatie

Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, titel III, hoofdstuk II, afdeling III, onderafdeling 4. Ondernemingen die investeren in een raamovereenkomst voor de productie van een audiovisueel werk Art. 194ter.

Nadere informatie

Rolnummer Arrestnr. 20/2017 van 16 februari 2017 ARREST

Rolnummer Arrestnr. 20/2017 van 16 februari 2017 ARREST Rolnummer 6359 Arrestnr. 20/2017 van 16 februari 2017 ARREST In zake : het beroep tot vernietiging van de artikelen 82 en 83. eerste lid, van de programmawet van 10 augustus 2015, ingesteld door de nv

Nadere informatie

niet verbeterde kopie

niet verbeterde kopie Rolnummer 4484 Arrest nr. 100/2009 van 18 juni 2009 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag over de artikelen 229, 1, en 301, 2, van het Burgerlijk Wetboek, artikel 1254, 5, van het Gerechtelijk Wetboek,

Nadere informatie

Rolnummer 5148. Arrest nr. 38/2012 van 8 maart 2012 A R R E S T

Rolnummer 5148. Arrest nr. 38/2012 van 8 maart 2012 A R R E S T Rolnummer 5148 Arrest nr. 38/2012 van 8 maart 2012 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 145/24, 1, vijfde lid, eerste streepje, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992,

Nadere informatie

Rolnummer 4995. Arrest nr. 86/2011 van 18 mei 2011 A R R E S T

Rolnummer 4995. Arrest nr. 86/2011 van 18 mei 2011 A R R E S T Rolnummer 4995 Arrest nr. 86/2011 van 18 mei 2011 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag over artikel 29bis van de wet van 21 november 1989 betreffende de verplichte aansprakelijkheidsverzekering

Nadere informatie

INBRENG IN de naamloze vennootschap: N.V. UNIVÉ HET ZUIDEN SCHADEVERZEKERINGEN, gevestigd te Wouw (gemeente Roosendaal)

INBRENG IN de naamloze vennootschap: N.V. UNIVÉ HET ZUIDEN SCHADEVERZEKERINGEN, gevestigd te Wouw (gemeente Roosendaal) Blad 1 INBRENG IN de naamloze vennootschap: N.V. UNIVÉ HET ZUIDEN SCHADEVERZEKERINGEN, gevestigd te Wouw (gemeente Roosendaal) Heden, ***, verscheen voor mij, mr. **, notaris te **: **, te dezen handelend

Nadere informatie