Gaswandketel BOSCH HRS

Transcriptie

1 Gaswandketel BOSCH HRS met basisuitrusting Hoog Rendement 0 Schonere Verbranding Bosch HRS Bosch HRS NL (00.0) OSW

2 Inhoud Inhoud Voor uw veiligheid Verklaring symbolen Toestelbeschrijving algemeen. G-conformiteitsverklaring. Typenoverzicht. Leveringsomvang. Toestelbeschrijving. Toebehoren (zie prijslijst).6 Afmetingen. Opbouw 6.8 lektronische aanwijzingen.9 Technische gegevens 8 Voorschriften 9 Overzicht van verbrandingsgastoebehoren 0 Installatie. Algemene aanwijzingen. Montageplaat. Voormonteren van de installatie. Toestel monteren 6. Aansluitingen controleren.6 Uitzonderingen lektrische aansluiting 8. Netaansluiting 8. Aansluiten temperatuurregelaar, afstandsbedieningen of schakelklokken 9. Aansluiten von de boiler 9. Aansluiten van een temperatuurbegrenzer in een vloerverwarming installatie 0. Aansluiten van een externe boilerpomp of een externe wegklep (met terug stelling d.m.v. veerdruk) voor boileropwarming (AC 0 V, max. 00 W). 0 6 Inbedrijfname 6. Voor het in bedrijf nemen 6. In-/Uitschakelen 6. Verwarming inschakelen 6. Verwarmingsregelingen 6. ZSBR: Instelling van de boiler temperatuur 6.6 Zomerbedrijf (alleen warmwater) 6. Vorstbeveiliging 6.8 Storingen 6.9 Pompblokkeringsbeveiliging Individuele instelling. Mechanische instellingen.. Instellen van de aanvoertemperatuur.. Opvoerhoogte van de pomp veranderen. Instellen van de Bosch Heatronic.. Bosch Heatronic bedienen.. Pompschakeling kiezen voor verwarmingsbedrijf (servicefunctie.) 6.. Boiler opwarmvermogen (servicefunctie.) 6.. Instellen van de antipendel blokkering (servicefunctie.).. Max. aanvoertemperatuur instellen (servicefunctie.) 8..6 Inschakelen van de schakeldifferentie ( t) (servicefunctie.6) 8.. Pompschakeling instellen (servicefunctie.) 9..8 Stilstandstijd circulatiepomp (servicefunctie.) 0..9 Verwarmingsvermogen instellen (servicefunctie.0)..0sifonvulprogramma (servicefunctie 8.)..Waarde uitlezen van de Bosch Heatronic 8 Gasinstellingen 8. Gas/luchtverhouding instellen 8. Verbrandingslucht/rookgasafvoermetingen met een ingesteld verwarmingsvermogen O - of CO -metingen in de verbrandingslucht CO- en CO -waarde in rookgas meten 9 Onderhoud 0 Bijlage 8 0. Storingsaanduiding 8 0. Instelwaarde voor verwarming/ boileropwarmvermogen bij HRS 9 0. Instelwaarde voor verwarming/ boileropwarmvermogen bij HRS 9 0. Instelwaarde voor verwarming/ boileropwarmvermogen bij HRS 0 0. Instelwaarde voor verwarming/ boileropwarmvermogen bij HRS NL (00.0)

3 Voor uw veiligheid Voor uw veiligheid Bij gaslucht y Sluit de gaskraan (zie blz. ). y Ramen openen. y Geen elektriciteitsschakelaars gebruiken. y Open vuur doven. y Direkt gasbedrijf/gastechnisch installateur waarschuwen. Bij gaslucht y Toestel buiten bedrijf stellen (zie blz. ). y Ramen en deuren openen. y Gastechnisch installateur waarschuwen. Opstelling, wijzigingen y De opstelling of wijzigingen aan de gaswandketel mogen alleen volgens de voorschriften en door een gastechnisch installateur veranderd worden. y Rookgasafvoer voerende delen mogen niet veranderd worden. y bij montage van het rookgasafvoer traject volgens B mogen be- en ontluchtingsopeningen in deuren, ramen en muren niet kleiner of afgesloten te worden. Bij kierdichte ramen dient de verbrandingslucht zeker gesteld te worden. Verklaring symbolen Signaalwoorden geven de zwaarte aan van het gevaar wat kan optreden als de voorschriften niet opgevolgd worden. Voorzichtig betekend dat er mogelijk lichte materiele schade kan optreden. Waarschuwing betekend dat er lichte persoonlijke schade of zwaardere materiele schade kan optreden. Gevaar betekend dat zware persoonlijke schade kan optreden. In bijzonder zware gevallen bestaat er levensgevaar. i Veiligheidsaanwijzingen in de tekst worden door middel van een grijs vlak en een gevaren driehoek aangeduid. Aanwijzingen in de tekst met hiernaast aangegeven symbool worden begrenst met een lijn boven en onder de tekst. Aanwijzingen: betekend belangrijke informatie welke in die gevallen geen gevaar voor mens of toestel oplevert. Onderhoud y Aanbeveling voor de gebruiker: Voor het juist functioneren van het toestel, dient het onderhoud jaarlijks door een erkend installateur te worden verricht. y De gebruiker is verantwoordelijk voor het milieu en de veiligheid van de installatie. y r mogen alleen originele Bosch onderdelen gemonteerd worden. xplosieve en licht ontvlambare materialen y Plaats en gebruik geen licht ontvlambare materialen en vloeistoffen in de nabijheid van het toestel. Verbrandings- en omgevingslucht y Om corrosie te vermijden, dient de verbrandingslucht vrij van agressieve stoffen te zijn (o. a. halogeen koolwaterstoffen die chloor of fluorverbindingen bevatten). Gebruiker informeren y Aan de gebruiker de werking en de bediening, het bijvullen, ontluchten tevens het controleren van de installatiedruk uitleggen. y De gebruiker er op wijzen dat hij zelf geen veranderingen of reparaties mag uitvoeren NL (00.0)

4 Toestelbeschrijving algemeen Toestelbeschrijving algemeen. G-conformiteitsverklaring Dit toestel voldoet aan de geldende normen van de uropese richtlijnen 90/96/WG, 9//WG, //WG, 89/6/WG. Het voldoet aan de keuringseisen betreffende HRketels. Het gemiddelde NOx in de rookgassen ligt onder de 80 mg/kwh. Prod.-ID-Nr. C-008 AS 009 Categorie Toepassing Tabel. Typenoverzicht HR Hoogrendement S Solo toestel Verwarmingsvermogen kw Verwarmingsvermogen kw A Gesloten toestel met ventilator Aardgas L S Speciaal nummer II LL B/P C X, C X, C X, C X, C 6X, C 8X, B, B Bosch HRS A S Bosch HRS A S Tabel De typeaanduiding wordt door kencijfers aangevuld. Het geeft het gassoort aan volgens DVGW, werkblad G 60. Kencijfer Wobbe-Index Gassoort 0,- kwh/m Aard- en aardoliegas, groep L/ LL Tabel. Leveringsomvang HR gaswand ketel voor centraleverwarming Afdekklep voor bedeiningspaneel Sifon, met afvoerpijp Bevestiging van het rookgasmateriaal Bevestigingsmateriaal Toesteldocumentatie.. Toestelbeschrijving Toestel voor wandmontage onafhankelijk van schoorsteen en opstellingsruimte. Gaswand ketel op aardgas voldoen aan Gaskeur S.V. Multifunctionele aanduidingen (display). Met automatische elektronische ontsteking. Traploos modulerende regeling. Volledig beveiligd met branderautomaat, ionisatiebeveiliging en magneetventielen (N 98). Minimale wateromloophoeveelheid is niet noodzakelijk. Geschikt voor toepassing vloerverwarming. Concentrische pijp voor rookgasafvoer/luchttoevoer met meetpunten voor CO /CO Toerengeregelde ventilator. Voorgemengde brander. Temperatuurvoeler en temperatuurkeuze voor verwarming. Temperatuurvoeler in aanvoer, temperatuurbegrenzer in V circuit. Pomp (drie toeren). Automatische ontluchter, overdrukveiligheid, manometer. Aansluitmogelijkheid voor boiler NTC of boilerthermostaat. Aansluitmogelijkheid voor boiler pomp of drie weg klep Rookgastemperatuurbeveiliging (0 C).. Toebehoren (zie prijslijst) Montageplaat Rookgasafvoer toebehoren. Weersafhankelijke inbouwregeling Regelthermostaten Inbouw schakelklok NL (00.0)

5 Toestelbeschrijving algemeen.6 Afmetingen min min = = ~ ~60 0 ~ O Afb. Montageplaat Nr. (Bosch HRS) Montageplaat Nr. 9 (Bosch HRS) 0 Mantel 0 Deksel voor bedieningspaneel 8 Maatvoering voor elektrokabels uit de muur NL (00.0)

6 Toestelbeschrijving algemeen. Opbouw Afb. 6 Drukmeet nippel brandendruk Besturingsautomaat. Pomp aansluit moduul 6 Temperatuurbegrenzer (ketelblok) Drukmeetnippel voor gasverbruiksdruk 8. Manometer 9 Temperatuurbegrenzer (Rookgassen) Montageplaat ) Afvoertrechter ) Overdrukveiligheid 8 Circulatiepomp Automatische vlotterontluchter 9 Mengkamer met verbrandingslucht openingen 9. Bimetaal voor verbrandingslucht compensatie 0 Branderdek Bewakingselektrode Ontstekingselektrode Ketelblok met gekoelde verbrandingskamer 6 Temperatuurvoeler (NTC) aanvoer ) Behoort niet tot de levering O Aanvoer Gas Retour 8 Afvoer Magneetklep. Magneetklep Zeef 6 Gasarmatuur C Hoofdgasklep 6 Ontstoringsknop (reset) 6 Instelschroef gashoeveelheid 6 Instelschroef voor min. hoeveelheid gas Rookgasafvoerpijp 6 Ventilator 8 Drukverschilschakelaar HRS 9 Luchtkast Meetstuts rookgassen. Meetstuts verbrandingslucht Digitaal display 8 Condenswater sifon 6 Vul en aftapkraan 96 Vul slang NL (00.0)

7 Toestelbeschrijving algemeen.8 lektronische aanwijzingen V 0 V 6 0V/A C L N Ns Ls LR M 6. M O Afb.. Ontstekingstrafo. Pompaansluitmoduul 6 Temperatuurbegrenzer (ketelblok) 9 Temperatuurbegrenzer (rookgassen) 8 Circulatiepomp Bewakingselektrode Ontstekingselektrode 6 Temperatuurvoeler (NTC) aanvoer Magneetklep. Magneetklep 6 Gasarmatuur C 6 Ontstoringsknop (reset) Hoofdschakelaar 6 Temperatuurregelaar voor verwarming Zekering T, A, AC 0 V Trafo 6 Brug 6 Ventilator 8 Drukverschilschakelaar (ZBR ()-...) 00 Codeerstekker 0 Aansluiting voor aarde 0 Stekeraansluiting voor NTC boiler 0 Temperatuurregelaar voor warmwater Zekering T,6 A Zekering T 0, A Stekeraansluiting inbouwregelaar TA of Busmodul Aansluiting regelaar Digitaal display 8 Stekeraansluiting voor schakelklok 9 Stekeraansluiting voor boiler 8 AC 0 V klemaansluiting 8. Brug 9 LSM stekeraansluiting 6 Controlelamp branderbedrijf 6 Controlelamp 0/ (uit/aan) 6 Schoorsteenveger druktoets 66 Service druktoets 6 druktoets 8 Klemaansluiting voor boilerpomp of drie wegklep NL (00.0)

8 Toestelbeschrijving algemeen.9 Technische gegevens Nominaal vermogen 0/0 C Nominaal vermogen 0/0 C Nominaal vermogen 80/60 C enheid HRS HRS HRS HRS kw kw kw,,,0 Propaan,,,0,,8 8,8 Nominale belasting kw,0,0 0,0 0,0 Minimaal vermogen 0/0 C Minimaal vermogen 0/0 C Minimaal vermogen 80/60 C kw kw kw,, 6,,8,8,,,6,6 Propaan,,8 8,8 6,,8, Minimale belasting kw,,0,0,0 Max. boilervermogen kw,0,0 8,8 8,8 Max. boilerbelasting kw,0,0 0,0 0,0 Gas-aansluitwaarde Aardgas L (H ib = 8, kwh/m ) m /h,0 -,9 - Flessegas (H i =,8 kwh/kg) kg/h -,9, Min. max. voordruk Aardgas L mbar Flessegas mbar Waarden verbrandingsgassen Massastroom rookgassen max/ kleinlast. g/s 0,/, 0,/, 8,/,,/6,6 Temperatuur rookgassen 80/60 C max/kleinlast C /6 /6 /6 /6 Temperatuur rookgassen 0/0 C max/kleinlast C 6/ 6/ 6/ 6/ Opvoerhoogte Pa CO bij nom. vermogen CO bij min. vermogen % % 9,8 9,, 0,8 9, 9,,0,0 Rookgas condensaat Max. hoeveelheid condensaat (t R = 0 C) l/h,,,, PH waarde ca.,8,8,8,8 Algemeen lektrische spanning AC... V Frequentie Hz Opgenomen vermogen W Beschermingsgraad IP XD XD XD XD Max. toelaatbare waterdruk C ca. 90 ca. 90 ca. 90 ca. 90 Max. toelaatbare werkdruk bar Inhoud ketelblok l 9, 9, 9, 9, Gewicht zonder verpakking kg Tabel NL (00.0)

9 Voorschriften Condensanalyse mg/l Voorschriften Ammoniak, Nikkel 0, Lood 0,0 Kwikzilver 0,000 Cadmium 0,00 Sulfaat Chroom 0,00 Zink 0,0 Halogeenkoolwaterstof 0,00 Koolwaterstof 0,0 Tin 0,0 Vanadium 0,00 Koper 0,08 PH-waarde,8 Tabel Voor de Bosch gaswandketels HRS, zijn de navolgende voorschriften van toepassing. DIN 0 Berekening van de warmtebehoefte van gebouwen. NN 08 Veiligheidseisen voor centrale verwarming installaties. NN 08 Voorschriften voor aardgasinstallaties NPR 8 toelichting bij NN 08. NN 00 Veiligheidsvoorschriften voor laagspanningsinstallaties. GAVO 98 Diverse artikelen en plaatselijk geldende voorschriften. De gaswandketel voldoet aan de richtlijnen 6/889/ G en 6/890/G ten aanzien van radio en t.v. ontstoring NL (00.0) 9

10 Overzicht van verbrandingsgastoebehoren Overzicht van verbrandingsgastoebehoren Verbrandingsgas-toebehoren voor apparaten Dakuitmonding kombidoorvoer-vertikaal Dakuitmonding kombidoorvoer-vertikaal (plat dak) Afb. 6 Dakuitmonding dubbel-pijpsdoorvoer vertikaal (bouwkundige schoorsteen of schuin dak) Afb. Dakuitmonding dubbel-pijpsdoorvoer vertikaal (plat dak) Afb. Max. rechte leiding lengte parallel Ø 80 mm bij HRS Horizontaal RG Vertikaal RG 0 mtr mtr Tabel 6 Gezamelijke leidinglengte max. mtr Max. rechtleiding lengte Ø 80 mm bij HRS Horizontaal RG Vertikaal RG 6 mtr 8 mtr Afb. Tabel NL (00.0)

11 Overzicht van verbrandingsgastoebehoren Weerstand bocht 90 =, mtr Weerstand bocht = 0, mtr Langere leiding lengte is mogelijk met grotere diameter. C.6 toestellen Alleen monteren met gecertificeerde (Gastec QA Komo Keur) Rookgas afvoermateriaal. Temperatuur klasse minstens 60 C Dakuitmonding prefabschoorsteen Afb. 9 Concentrische dakuitmonding vertikaal Afb. 0 Concentrische gevel doorvoer, horizontaal Afb. 8 Prefabschoorsteen (minimale konstruktie eisen) Alleen als kap door GASTC is beoordeeld. Afb NL (00.0)

12 Overzicht van verbrandingsgastoebehoren Dakuitmonding C.L.V.-systeem HRS Minimale doortocht van het gemeenschappelijke afvoersysteem Aantal toestellen Minimale doortocht A cm Steenachtig afvoersysteem Metalen afvoersysteem Afb. Concentrische muurdoorvoer met broekstuk naar parallel 80 mm Tabel 8 Minimale doortocht van het gemeenschappelijke afvoersysteem Uitvoering CLV-systeem Minimale doortocht cm concentrisch parallel Tabel 9 Balkondoorvoer, A tot en met, A A tot en met A Afb. Afb NL (00.0)

13 Overzicht van verbrandingsgastoebehoren Dakuitmonding met luchttoevoer vanuit de gevel Centraal afvoer rookgas systeem HRS Afb. Prefabschoorsteen (minimale konstruktie eisen) Alleen als kap door GASTC is beoordeeld. Afb. 6 Afb NL (00.0)

14 Installatie Installatie Afb. 8 Installatievoorbeeld (hydraulisch) AG i Montage, gas, afvoer en stroomaansluitingen en het in bedrijf nemen van de installatie mag alleen plaatsvinden door een erkend intallateur. expansievat AG O. Algemene aanwijzingen y Voor het installeren van het toestel moet er van uitgegaan worden, dat aan alle voorschriften wordt voldaan en alle voorschriften worden opgevolgd. y Toestel alleen monteren in een gesloten circule (DIN -). y Open installaties ombouwen naar gesloten circuits. y Bij vloerverwarming de voorgeschreven richtlijnen in acht nemen. y Toepassen van verzinkte verwarmingselementen is niet toegestaan i.v.m. eventueel optreden van gasvorming. y Bij toepassen van een ruimte temperatuurregelaar mag op de radiator in de representatieve ruimte geen radiatorthermostaat worden gemonteerd. y Als corrosiebeveiligingsmiddel is Schilling Chemie Varidos + toegelaten. y Stromingsgeruis kan worden voorkomen door het monteren op de laatste radiator van een thermostatische drie wegsklep. y en expansievat monteren volgens DIN 80 zie Afb. 8.. Montageplaat Voorschriften ten opzichte van de opstellingsruimte y Des betreffende normen toepassen. y Installatieleiding van de rookgasafvoer monteren met voldoende afstand ten opzichte van andere materialen. Verbrandingslucht Om corrosie te vermijden, dient de verbrandingslucht vrij van agressieve stoffen te zijn. Als sterk corrosiebevorderende stoffen gelden o.a. halogeenkoolwaterstoffen, die chloor- of fluorverbindingen bevatten, welke bijvoorbeeld in oplosmiddelen, verf, kleefstoffen, drijfgassen en huishoudelijke reinigingsmiddelen kunnen voorkomen. Oppervlakte temperatuur De maximale oppervlakte temperatuur ligt beneden de 8 C. Daardoor zijn overeenkomstig TRGI en TRF geen speciale veiligheidsmaatregelen voor brandbare bouwmaterialen en inbouwmeubelen noodzakelijk. r dient rekening te worden gehouden met afwijkende voorschriften. Propaan installaties onder aard oppervlak Het toestel voldoet aan de norm TRF 996 punt. bij opstellingen onderst aard oppervlak. Wij bevelen het aan om in de propaan aansluiting een magneet ventiel te monteren welk bij warmte vraag over een LSM moduul de gastoevoer vrij geeft NL (00.0)

15 Installatie. Voormonteren van de installatie y Montage aansluitplaat ) met bijverpakte schroeven 6 x 0 aan de wand monteren. y Gasleiding en aansluitpijpen volgens de voorschriften monteren. y Servicekranen ) en gaskraan ) monteren. y Om het toestel tegen te hoge gasdruk te beschermen moet bij Propaan een drukregelaar met veiligheidsventiel gemonteerd worden. y Voor het vullen en aftappen van de installatie dient op het laagste punt van de installatie een vul/aftapkraan gemonteerd te worden. y Voor de condensafvoer dient een condensopvang sifon gemonteerd te worden. Ø Ø Ø 6 Afb. 9 Montageplaat Nr. (levering) VORLAUF 00 GAS RÜCKLAUF, Afb. Montageplaat Nr. (gemonteerd) VORLAUF RÜCKLAUF O GAS 68, R / ", R" R" R / " 6 R" R" 0 60 Afb. 0 Montageplaat Nr. 9 (levering) O Afb. Montageplaat Nr. 9 (gemonteerd) y Condensafvoerleiding van corrosielast materiaal monteren b.v. PVC enz. ) Behoort niet tot de levering NL (00.0)

16 Installatie. Toestel monteren y Installatiespoelen om vuil te verwijderen. y Verpakking verwijderen, let op de aanwijzingen op de verpakking. y Bevestigingsmateriaal aan de gas aansluitpijp verwijderen. Mantel demonteren i De mantel is met een schroef tegen onbevoegd monteren geborgd (elektrische veiligheid). Borg altijd de mantel met deze schroef.. Aansluitpijp in ontlastpijp steken.. Condensafvoerslang in de ontlastpijp steken. y Borgschroef aan de rechterkant verwijderen (). y Beide hevels naar achteren drukken (). y Mantel naar voren halen en naar boven afnemen (). Afb. Rookgasafvoer materiaal aansluiten y Rookgasmateriaal op toestel zetten. y Rookgasafvoer met beugel vast zetten. -. R Afb. y Bijgepakte toebehoren uit nemen. Bevestiging voorbereiden y Met behulp van het montagevoorschrift en het montagesjabloon de gaten om het toestel op te hangen, af tekenen en boren. y Pluggen monteren. y Pakkingen op de nippels van de montage aansluitplaat leggen. Toestel bevestigen y Toestel op de voorbereide pijpaansluitingen zetten en met de bijverpakte ringen en schroeven op de wand monteren. Wantels op de pijpaansluitingen vast draaien. Afb. y Voor verdere montage van het afvoermateriaal de bijbehorende montage voorschriften in acht nemen. Condensafvoer monteren. Ontlastpijp in het overdrukventiel draaien NL (00.0)

17 Installatie. Aansluitingen controleren Wateraansluiting y Service kranen van aanvoer en retourverwarming indien aanwezig openen en installatie vullen. y Afdichten en verpakkingen op dichtheid controleren (test druk: max., bar op manometer). y Toestel via de automatische ontluchter ontluchten. y Alle overige onderdelen op lekkage controleren. Gasleiding y Gasstopkraan dichtdraaien, dit om het armatuur tegen overdruk te beveiligen (max. druk 0 mbar). y Gasleiding controleren. y Drukproef doorvoeren (afpersen) daarna druk aflaten..6 Uitzonderingen Cascade schakelen (open verdeler toepassen) r kunnen tot toestellen in cascade geschakeld worden. Hiervoor is de weersafhankelijkeregelaar TA 0 en voor het andere toestel een cascade moduul BM nodig. y Montage volgens de bijgeleverde montagevoorschriften van de toebehoren NL (00.0)

18 lektrische aansluiting lektrische aansluiting Gevaar: Door stroom schok! y Bij het aansluiten en werken aan elektrische delen altijd toestel spanningsvrij maken: (zekering, hoofdschakelaar). y Schroef losdraaien en afdichting naar voren eruit nemen. De regel-, besturings- en veiligheidsinrichtingen zijn door de fabrikant van bedrading voorzien en gekeurd. y Het toestel is voorzien van een snoer met stekker voor aansluiting (AC 0 V, 0 Hz). De navolgende kabels bij vaste aansluitingen zijn toegestaan: NYM-I x, mm HOVV-F x 0, mm (niet in de nabijheid van bad of douche: zone en volgens VD 000 deel 0) HOVV-F x,0 mm (niet in de nabijheid van bad of douche: zone en volgens VD 000 deel 0) Zie ook NN 00. y Kabel minstens 0 cm uit de wand laten steken. y Voor spatwaterdichtheid (IP): Het gat van de kabeldoorvoering net zo groot maken als de kabeldiameter, Afb. 8. y Aansluiten op een twee-phasenet (IT NT): Om een verzekerde ionisatiestroom te waarborgen, is een weerstand met best. nr tussen N en aarde aansluiting in te bouwen. Afb. y Trekontlasting naar onder eruit drukken. y Doorvoer zover afsnijden dat het gat overeenkomt met de diameter van de kabel.. Netaansluiting y Handel volgens NN 00 i.v.m. veiligheid en beschermingsmaatregelen en volgens de plaatselijke voorschriften. y Toestel volgens de voorschriften aansluiten de voorgeschreven klemlijst in de schakelkast; (eventueel beveiligen, LMS schakelmoduul aansluiten). r mogen geen andere delen aangesteld worden. y Afdekking onder los halen en wegnemen. Afb. 8 y Kabel door trekontlasting doorvoeren en volgens Afb. 9 aansluiten. y Trekontlasting weer terugdrukken en kabel vastzetten. Afb. 6 Afb NL (00.0)

19 lektrische aansluiting. Aansluiten temperatuurregelaar, afstandsbedieningen of schakelklokken y Steker van boiler op de print aanbrengen (). De gaswandketel kan alleen met Bosch regelaar uitgevoerd worden. Busgeschikte verwarmingsregelaars TR 0, TA 0, TA 0 y Overeenkomstig het installatievoorschrift dient de regelaar met een aderigekabel aangesloten te worden. Aansluiten weersafhankelijke regelaar TA, TA A oder TA A y De elektrische aansluiting is volgens het montagevoorschrift uit te voeren. y Modulerende ruimtetemperatuur TR 00, TR 00, TRQ.., TRP volgens onderstaande afbeelding aansluiten: Afb. Aansluiten van een indirect gestookte boiler met boilerthermostaat y Aansluiten op klemmen, 8 en 9. DCV S Afb. B De brug 8 en 9 niet verwijderen Afb. 0 Afstandsbedieningen en schakelklokken y Aansluiten de afstandsbedieningen TF 0, TW, TFP, TFQ T/W of de schakelklokken U D, U T, U 8T volgens het montagevoorschrift. Aansluiten modulerende ruimtetemperatuurregelaar Bij montage van een ander merk boiler: y Boilertemperatuur voeler SF bestel nr (voeler Ø 6 mm) gebruiken Afb.. -ofy Boilerschakel inzet S 8 (B), bestel nr gebruiken, Afb... Aansluiten van de boiler Aansluiten van een indirect gestookte boiler met NTC voeler Boilers (Junkers) met NTC voeler worden direct op de print van het toestel aangesloten. De kabel met steker zit bij de boiler. y Doorvoer uitbreken (). y Kabel van boiler NTCs doorvoeren () NL (00.0) 9

20 lektrische aansluiting. Aansluiten van een temperatuurbegrenzer in een vloerverwarming installatie Bij verwarmingsinstallatie uitsluitend met vloerverwarming en directe hydraulische aansluiting op het toestel is een temperatuurbegrenzer noodzakelijk. Voor elektrische aansluiting van de temperatuurbegrenzer is een LSM bestel nr nodig.. Aansluiten van een externe boilerpomp of een externe wegklep (met terug stelling d.m.v. veerdruk) voor boileropwarming (AC 0 V, max. 00 W). Bij aansluiten van een externe wegklep met pompschakeling gesteld te worden (zie blz. 9). De wegklep moet zo gemonteerd worden dat hij in spanningsvrije stand, op het boilercircuit staat. y Kabel door de kabeldoorvoering steken. y Kabel kabel volgens Afb. aansluiten. y Kabeldoorvoering monteren en kabel vastzetten met trekontlasting. P (S) P (H) PWH(H) P (S) Afb. Bij het aanspreken van de begrenzer wordt zowel de verwarming als het warmwaterbedrijf oderbroken. Ns L P Afb.. Pompschakel moduul O NL (00.0)

21 Inbedrijfname 6 Inbedrijfname Afb. 8. Manometer Trechtersifon Veiligheidsventiel. Uitlooppijp Automatische vlotterontluchter 6 Resetknop Hoofdschakelaar 6 Temperatuurregelaar verwarming 0 Servicekraan verwarming Gasstopkraan (gesloten) 9 Type-stikker 0 Temperatuurregelaar warmwater Display 8 Condenswater sifon 6 Vul/aftapkraan 6 Controlelamp branderbedrijf 6 Controlelamp 0/ (uit/aan) 6 Druktoets schoorsteenveger 66 Druktoets service 6 Druktoets 96 Vulslang i 6. Voor het in bedrijf nemen Bijgeleverde inbedrijfname protocol (zie blz. ) invullen en op een zichtbare plaats plakken. Waarschuwing: Toestel alvorens in bedrijf te nemen eerst vullen. y Voordruk van het externe expansievat controleren (druk vaststellen op statische hoogte installatie). y Radiatorkraan opendraaien. y Servicekranen (0) indien aanwezig opendraaien en installatie vullen tot - bar. Vul- aftapkraan sluiten. y Radiatoren ontluchten. y Automatische ontluchter () openen, ontluchten en weer sluiten NL (00.0)

22 Inbedrijfname y Installatie weer bijvullen op - bar. y Afdekkap van vulslang (96) losnemen. y Condenswatersifon via de vulslang (96) vullen, totdat het water in de afvoersifon loopt (). y Afdekkap weer monteren. y Controleren of de gassoort overeenkomt met de gassoort op het typeplaatje. y Gasstopkraan () openen. y Bijgeleverde afdekklep voor het bedieningspaneel monteren (inhaken). 6. In-/Uitschakelen 6. Verwarming inschakelen y Temperatuurregelaar verwarming draaien, om de aanvoertemperatuur van de verwarmingsinstallatie aan te passen: Vloerverwarming b. v. stand (ca. 0 C). Lage temperatuurverwarming b. v. stand (ca. C). Verwarmingsinstallaties met aanvoertemperatuur van 90 C: stand zie blz. lage temperatuur begrenzing. Wanneer de brander in bedrijf is brandt het controlelampje rood. Inschakelen y Hoofdschakelaar (I) inschakelen. De controlelampje brandt groen en op de display verschijnt de aanvoertemperatur. 0 I -0./O Afb. 6. Verwarmingsregelingen y Weersafhankelijke regelaar (TA...) op de juiste verwarmingscurve en bedrijfsstand instellen. y Ruimtetemperatuurregelaars (TR...) op de gewenste ruimtetemperatuur draaien. -06./O Afb. 6 i Wanneer op de display -II- in afwisseling met de aanvoertemperatuur verschijnt, is het sifonvulprogramma in werking, zie hiervoor blz., sifonvulprogramma. Uitschakelen y Hoofdschakelaar (0) uitschakelen. Het controlelampje gaat uit, de schakelklok gaat na de gangreserve stilstaan. 0 0 C 0 Aus -. R Afb NL (00.0)

23 Inbedrijfname 6. ZSBR: Instelling van de boiler temperatuur Boiler met NTC voeler y Boilertemperatuur met temperatuur instelknop van het toestel instellen. De warmwater temperatuur wordt op de boiler aangegeven. Afb. 9 Waarschuwing: Verbrandingsgevaar! y Temperatuur bij normaal gebruik niet hoger als 60 C instellen. y Temperatuur tot C alleen kortstondig instellen voor thermische desinfectering. Regelaarstand Linkeraanslag ca. 60 C Rechteraanslag ca. C Tabel 0 Boiler met een eigen boilerthermostaat Bij boilers met een eigen boilerthermostaat: Hierbij is de temperatuur regelaar buiten werking. y Boilertemperatuur met boilerthermostaat instellen. De warmwater temperatuur wordt op de boiler aangegeven. -toets Door het indrukken en ingedrukt houden totdat er op de display verschijnt, kan er tussen comfortbedrijf en spaarbedrijf gekozen worden. Comfortbedrijf, toets brandt niet (fabrieksinstelling) Boiler voorrang, hierbij wordt eerst de boiler opgewarmd tot de ingestelde temperatuur daarna gaat de ketel pas over op verwarming. -0./O Warmwatertemperatuur ca. 0 C (Vorstbeveiliging) 6.6 Zomerbedrijf (alleen warmwater) Met weersafhankelijke regelaar y Temperatuurregelaar op het toestel niet verstellen. De regelaar schakelt op een bepaalde buitentemperatuur automatisch de verwarmingspomp en daarmee ook de verwarming uit. Met omgevingstemperatuurregelaar y Temperatuurregelaar op het toestel geheel links omgedraaid. De verwarming is buiten werking. De warmwatervoorziening, de verzorging van de spanning voor de verwarmingsregelaars en schakelklokken blijft gehandhaafd. 6. Vorstbeveiliging y Verwarming in bedrijf laten. -ofy Het c.v.-water met het antivriesmiddel SCHILLING CHMI FSK of BASF Glythermin NF met een percentage van 0-0 % bijvullen. 6.8 Storingen i Tijdens het bedrijf kunnen storingen b. v. door brandervervuiling, drukverlaging in de gasleiding optreden. De toets brandt en op de display verschijnt A of 9. y De toets indrukken en ingedrukt houden tot op de display - - verschijnt. Aansluitend hierop verschijnt de aanvoertemperatuur en het toestel gaat weer in bedrijf. Wanneer de storing zich niet laat resetten: y Waarschuw dan uw installateur of servicebedrijf. 6.9 Pompblokkeringsbeveiliging i en overzicht van eventuele storingen vindt u in de tabel op blz. 8. Deze regeling verhindert het vast gaan zitten van de pomp na een lange stilstandsperiode. Na iedere pompafschakeling volgt een tijdsmeting om na ca. uur de pomp voor minuten in te schakelen. co bedrijf, toets brand Afwisselend om de minuten boiler dan wel verwarming opwarming NL (00.0)

24 Individuele instelling Individuele instelling. Mechanische instellingen.. Instellen van de aanvoertemperatuur De aanvoertemperatuur is tussen C en 88 C instelbaar. i Bij vloerverwarming op de maximale toegelaten aanvoertemperatuur letten. Begrenzing voor lage aanvoertemperatuur De temperatuurregelaar op stand begrenst. Bij deze begrenzing is de maximale aanvoertemperatuur C. en instelling van het vermogen op de berekende warmte behoefte is niet noodzakelijk. Wijzigen lage temperatuurbegrenzing () Bij verwarmingsinstallaties met een hogere aanvoertemperatuur kan de begrenzing eruit genomen worden. y Gele knop van de temeratuurregelaar schroevendraaier los draaien. met een.. Opvoerhoogte van de pomp veranderen en volgordeschakeling (achter elkaar) i aansluiten van pompen zonder open verdeler is niet mogelijk, hierbij kan hydraulische schakelaar (omschakelventiel) niet meer omschakelen! y Toerental van de pomp op de aansluitkast van de pomp instellen. Afb. Pompdiagram van Bosch HRS 0, H (bar) 0,6 0, H (bar) 0,6 0, 0, 0, 0, 0, 0 C B A O 0, 0, B A 0, 0, C 0, O Afb. Pompdiagram van Bosch HRS Afb. 0 y Gele knop 80 draaien en er weer op drukken. De aanvoertemperatuur wordt niet meer begrensd. A Instelling B Instelling C Instelling H Rest opvoerhoogte Q Omloophoeveelheid (c.v. water) Stand Aanvoertemperatuur ca. C ca. C ca. C ca. 9 C UP KV KR KV KR UP KV X KR ca. 6 C UP HV HR -.S ca. C Afb. ca. 88 C Tabel KV: KR: UP: HV: HR: X Ketelaanvoer Ketelretour Pomp Verwarming aanvoer Verwarming retour Open verdeler NL (00.0)

25 Individuele instelling. Instellen van de Bosch Heatronic.. Bosch Heatronic bedienen De Bosch Heatronic maakt één comfortabele instelling mogelijk, tevens kan men veel toestelfuncties controleren. De beschrijving beperkt zich tot de noodzakelijke functies bij het inbedrijf nemen. en uitvoerige beschrijving vind u in het Bosch diagnose handboek. Afb. Bedieningspaneel-overzicht Service-toets Schoorsteenveger-toets Temperatuur-regelknop aanvoer verwarmingstemperatuur Temperatuur-regelknop Warmwater Display Servicefunctie kiezen: i 96-.J Markeert u de stand van de temperatuurregelaars en draait u de temperatuurregelaars na het instellen terug op uitgangspositie. De servicefunctie s zijn onderverdeeld in twee delen: Deel omvat de servicefunctie s tot.9, het tweede deel omvat de servicefunctie s vanaf.0. y Om een servicefunctie uit deel op te vragen: service toets indrukken en ingedrukt houden, tot op de display - - verschijnt. y Om een servicefunctie uit deel op te vragen: de service schoorsteentoetsen en gelijktijdig indrukken en ingedrukt houden tot op de display = = verschijnt. y Temperatuurregelaar draaien, om de juiste servicefunctie te kiezen. Servicefunctie Code zie blz. Pompschakeling. 6 Boiler opwarmen bel.. 6 Antipendelprogramma. Max. aanvoertemperatuur. 8 Schakeldifferentie.6 8 Pompmodus. 9 Tabel Servicefunctie Code zie blz. Stilstands tijd. 0 verwarmingspomp Max. verw. vermogen.0 Sifonvulprogramma 8. Tabel Waarde instellen y Om de waarde in te stellen, temperatuur regelknop warmwater draaien. y Waarde noteren op het in bedrijf name protocol. Waarde vastleggen y Deel : Servicetoets indrukken en ingedrukt houden totdat op de display [ ] verschijnt. y Deel : Service en schoorsteenvegerstoetsen indrukken en ingedrukt houden tot op de display [ ] verschijnt. Na het instellen Inbedrijfname protokol Datum inbedrijfstelling Verwarmingswaarde H UB kwh/m Gashoeveelheid l/min CO (Minimaal vermogen) % CO (Nominaal vermogen) % Servicefunctie Instellingen aan de Bosch Heatronic. Pompschakeling. Boiler opwarmen bel. kw. Antipendelprogramma min. Max. aanvoertemp. C.6 Schakeldifferentie K. Pompmodus. Stilstands tijd verwarmingspomp s.0 Max. verw. vermogen kw Installateur invullen (00.0) y Temperatuurregelaars en op de oorspronkelijk ingestelde temperatuur draaien NL (00.0)

26 Individuele instelling.. Pompschakeling kiezen voor verwarmingsbedrijf (servicefunctie.) Verschillende pompschakelingen: Schakelstand Voor installaties zonder externe regelaar. De pomp wordt door de aanvoertemperatuurregelaar geschakeld. Schakelstand (fabriekszijdige instelling) Installaties met ruimtetemperatuurregelingen. De aanvoertemperatuurregelaar schakelt alléén gas, de pomp loopt door. De externe regelaar schakelt gas en pomp. Pomp en ventilator hebben een nadraaitijd tussen sec. en minuten. Schakelstand De pomp wordt door de weersafhankelijke regelaar geschakeld. De pomp wordt door de regelaar geschakeld. Op zomerstand draait de pomp alléén tijdens warmwater bereiding. y Toets indrukken en ingedrukt houden tot op de display - - verschijnt. Toets brandt. Afb. y Temperatuurregelaar verwarming draaien tot. verschijnt. Na een korte tijd verschijnt de ingestelde pompschakeling op de display. i Bij het aansluiten van een weersafhankelijke regeling, wordt automatisch op pompschakeling omgeschakeld. 0-8./O y Temperatuurregelaar draaien, tot op de display de gewenste pompschakelstand tussen en verschijnt. De display en de toets knipperen. y Ingestelde schakelstand invullen op het inbedrijfname protokol (zie blz. ). y Toets indrukken en ingedrukt houden, tot dat op de display [ ] verschijnt. De pompschakelstand is vastgelegd. Afb. y Temperatuurregelaars en op de oorspronkelijk ingestelde temepratuur draaien Op de display verschijnt de aanvoertemperatuur... Boiler opwarmvermogen (servicefunctie.) Het boiler opwarmvermogen kan tussen het kleinste en het maximale opwarmvermogen (fabriekszijdige instelling) ingesteld worden, afhankelijk van overdraagbare vermogen van de boiler. Fabriekszijdige instelling is het nominale verwarmingsvermogen, aanduiding 99 op de display. y Toets indrukken en ingedrukt houden tot dat op de display - - verschijnt. Toets brandt. Afb /O 0-8./O y Temperatuurregelaar verwarming draaien tot op de display. verschijnt. Na een korte tijd verschijnt het ingestelde boilervermogen op de display. 0-0./O Afb. 6 Afb. 9 -./O NL (00.0)

27 Individuele instelling y Boilervermogen in kw: kan men door middel van het kengetal uit de tabel verwarming en boilervermogen (blz. 9 of 0) halen. y Temperatuurregelaar verdraaien tot op de display het juiste kengetal verschijnt. Display en toets knipperen. y Gashoeveelheid meten en met de gegevens van het juiste kengetal vergelijken. Bij afwijkingen kengetal corrigeren! y Boileropwarmvermogen op het bijbehorende inbedrijfname protocol (zie blz. ). y Toets indrukken en ingedrukt houden, tot dat op display [ ] verschijnt. Het boileropwarmvermogen is vastgelegd. Afb. 0 y Temperatuurregelaars en op de oorspronkelijk ingestelde temepratuur draaien Op de display verschijnt de aanvoertemperatuur... Instellen van de antipendel blokkering (servicefunctie.) Op het schakelpaneel kan het antipendelprogramma individueel tussen 0 en minuten ingesteld worden (de fabriekafstelling is minuten). De kortste schakeltijd bedraagt minuut. (adviseren bij eenpijps-installaties en luchtverwarming). i 0-./O Bij het aansluiten van een weersafhankelijke regelaar is een instelling niet nodig. De antipendelprogramma wordt door de regelaar overgenomen. y Temperatuurregelaar draaien tot dat op de display. verschijnt. Na korte tijd verschijnt de ingestelde aanvoertemperatuur op de display. Afb. y Temperatuurregelaar draaien tot dat op de display de gewenste antipendelprogramma tussen 0 en verschijnt. Display en toets knipperen. y De antipendelprogramma invullen op het inbedrijfname protokol (zie blz. ). y Toets indrukken en ingedrukt houden tot dat op de display [ ] verschijnt. De antipendelprogramma is vastgelegd. Afb. 0-0./O 0-./O y Temperatuurregelaars en op de oorspronkelijk ingestelde temperatuur draaien. Op de display verschijnt de aanvoertemperatuur. y Toets indrukken en ingedrukt houden tot dat op de display - - verschijnt. Toets brandt. 0-8./O Afb NL (00.0)

28 Individuele instelling.. Max. aanvoertemperatuur instellen (servicefunctie.) De maximale aanvoertemperatuur kan tussen C en 88 C (fabriekszijdige instelling) begrenst worden. y Service-toets indrukken en ingedrukt houden tot dat op de display - - verschijnt. Toets brandt. Afb. y Temperatuurregelaar draaien tot dat op de display. verschijnt. Na korte tijd verschijnt de ingestelde aanvoertemperatuur op de display. Afb. y Temperatuurregelaar draaien tot dat op de display de gewenste maximale aanvoertemperatuur tussen en 88 verschijnt. Ds display en de toets knipperen. y Maximale aanvoertemperatuur op het bijbehorende inbedrijfname protokol invullen. y Toets indrukken en ingedrukt houden tot dat op de display [ ] verschijnt. De maximale aanvoertemperatuur is vastgelegd. Afb /O 0-8./O 0-./O y Temperatuurregelaars en op de oorspronkelijk ingestelde temepratuur draaien. Op de display verschijnt de aanvoertemperatuur...6 Inschakelen van de schakeldifferentie ( t) (servicefunctie.6) De schakelfifferentie is de toegestane afwijking van de gevraagde aanvoertemperatuur. De schakeldifferentie kan met stappen van K ingesteld worden. Het instelbereik ligt tussen 0 en 0 K (fabriekszijdige instelling: 0 K). De minimale aanvoertemperatuur is 0 C. y Antipendel uitschakelen (instelling 0., zie punt..). y Toets indrukken en ingedrukt houden tot op de display - - verschijnt. Toets brandt. Afb. y Temperatuurregelaar draaien tot op de display.6 verschijnt. Na korte tijd verschijnt de ingestelde schakeldifferentie op de display. i Afb. 8 Bij het aansluiten van een weersafhankelijke regelaar is een instelling niet nodig. De schakeldifferentie wordt door de regelaar overgenomen. 0-8./O 0-./O y Temperatuurregelaar draaien tot dat op de display de gewenste schakeldifferentie tussen 0 en 0 verschijnt. Display en toets knipperen. y ingestelde waarde noteren op het inbedrijfname protokol zie blz NL (00.0)

29 Individuele instelling y Toets indrukken en ingedrukt houden tot dat op de display [ ] verschijnt. De schakeldifferentie is vastgelegd. y Temperatuurregelaar draaien tot op de display. verschijnt. Na korte tijd verschijnt de ingestelde pompschakeling op de display. 0-./O Afb. 9 y Temperatuurregelaars en op de oorspronkelijk ingestelde temepratuur draaien. Op de display verschijnt de aanvoertemperatuur... Pompschakeling instellen (servicefunctie.) Mogelijke instellingen zijn: Schakelstand : Wanneer een circulatiepomp en een drie wegklep voor boileropwarming aangesloten zijn. De driewegklep is spanningsvrij bij boileropwarming. Schakelstand (fabrieksinstelling): Wanneer een circulatiepomp en een boilerpomp aangesloten zijn: Bij een gelijktijdige warmte vraag van verwarming of boiler, en toestel staat ingesteld op stand wisselen de pompen om de ca. minuten van verwarming naar boilerbedrijf of anders om. Schakelstand : Wanneer een circulatiepomp en een boilerpomp aangesloten zijn: Bij een gelijktijdige warmtevraag en toestel staat ingesteld op stand lopen beide pompen gelijktijdig. De boiler temperatuur vraag heeft voorrang (tot 8 C). De hydraulische verhoudingen moeten bij deze schakelstand afgestemd zijn (montage van een mengklep en open verdelen). y Service-toets indrukken en ingedrukt houden tot op de display - - verschijnt. Toets brandt. Afb. 6 y Temperatuurregelaar draaien tot dat op de display de gewenste pompschakeling verschijnt. Display en toets knipperen. y Pompschakeling op het bijbehorende in bedrijf name protocol invullen (zie blz. ). y Service-toets indrukken en ingedrukt houden tot op de display [ ] verschijnt. De pompschakeling is vastgelegd. Afb O 0-./O y Temperatuurregelaars en weer instellen op de oorspronkelijke temperatuur. Op de display verschijnt de aanvoertemperatuur. 0-8./O Afb NL (00.0) 9

30 Individuele instelling..8 Stilstandstijd circulatiepomp (servicefunctie.) Tijdens de omlooptijd van de gemonteerde driewegklep word de verwarmingspomp afhankelijk van de omlooptijd driewegklep instellen. De stilstandstijd kan in stappen van 0-6 ingesteld worden. en stap komt overeen met seconden. Dit geeft in het geheel een instelbereik van 0-0 seconden. Fabriekszijdige instelling is (0 seconden). y Toets indrukken en ingedrukt houden tot op de display - - verschijnt. Toets brandt. i Alleen bij pompschakel stand (wanneer gemonteerde drie wegklep voor boileropwarming is aangesloten) anders zonder functie. y Temperatuurregelaar draaien tot op de display de gewenste stilstandstijd b. v. ( seconden) verschijnt. Display en toets knipperen. y Stilstandstijd op het in bedrijf name protocol noteren (zie blz. ). y Toets indrukken en ingedrukt houden tot op de display [ ] verschijnt. De stilstandstijd is vastgelegd. Afb /O y Temperatuurregelaars en weer instellen op de oorspronkelijke stand. Op de display verschijnt de aanvoertemperatuur. Afb /O y Temperatuurregelaar draaien tot op de display. verschijnt. Na korte tijd verschijnt de ingestelde stilstandtijd op de display. 86-.O Afb NL (00.0)

31 Individuele instelling..9 Verwarmingsvermogen instellen (servicefunctie.0) Het is mogelijk het toestel verwarmingszijdig op de juiste transmissieberekening in te stellen. i Dit tussen minimaal en maximaal vermogen, terwijl voor de warmwatervoorziening het maximale vermogen ter beschikking staat.. Fabreiksinstelling is de nominaal vermogen instelling, instelling, kenteken,,99 op de display. y Toets en indrukken en ingedrukt houden tot op de display = = verschijnt. Toets en brandt. y Verwarmingsvermogen in kw kan men doormiddel van het kengetal uit de tabel verwarming en boilervermogen (zie blz. 9 0) halen. y Temperatuurregelaar draaien tot op de display de gewenste temperatuur verschijnt. De display en de toets en knipperen. y Gashoeveelheid meten en met de gegevens van het juiste kengetal vergelijken. Bij afwijkingen kengetal corrigeren! y Toets en indrukken en ingedrukt houden tot op de display [ ] verschijnt. De verwarmingsvermogen is vastgelegd. 0-a./O Afb /O y Temperatuurregelaar draaien tot op de Display.0 verschijnt. Na korte tijd verschijnt het ingesteld verwarmingsvermogen in procenten op de display (99. = nominaal vermogen). Afb. 68 y Verwarmingsvermogen in kw op het inbedrijname protokol noteren, zie blz.. y Temperatuurregelaars en weer instellen op de oorspronkelijke stand. Op de display verschijnt de aanvoertemperatuur. 0-.a/O Afb NL (00.0)

32 Individuele instelling..0 Sifonvulprogramma (servicefunctie 8.) Het sifonvulprogramma waarborgt, dat de condenswatersifon na het installeren of een langere stilstandsperiode gevuld wordt. Het sifonvulprogramma wordt geaktiveerd wanneer: De hoofschakelaar ingeschakeld wordt Minstens 8 uur geen warmtevraag is geweest Van zomer- op winterbedrijf of omgekeerd geschakeld wordt. Na de eerste warmtevraag voor verwarming of warmwater wordt het toestel minuten lang op het minimale vermogen gehouden. Het sifonvulprogramma blijft zo lang in bedrijf, totdat de minuten op klein vermogen bereikt is. Op de display verschijnt -II- in afwisseling met de relatieve aanvoertemperatuur. Werkzijdige instelling is (ingeschakeld). y Temperatuurregelaar draaien tot op de display 0. (= uitgeschakelt) verschijnt. Display en toets en knipperen. y Toets en indrukken en ingedrukt houden tot op de display [ ] verschijnt. Het sifonvulprogramma is uitgeschakeld. Afb. y Temperatuurregelaars en weer instellen op de oorspronkelijke stand. Op de display verschijnt de aanvoertemperatuur. 0-a./O Waarschuwing: Bij een niet gevulde condenswatersifon kunnen er rookgassen uit de sifon treden! y Het sifonvulprogramma mag alleen tijdens de onderhoudswerkzaamheden uitgeschakeld worden! y Het sifonvulprogramma is, na het beëindigen van het onderhoud weer in te schakelen. Uitschakelen van het sifonvulprogramma tijdens de onderhoudswerkzaamheden: y Toets en indrukken en ingedrukt houden tot op de display = = verschijnt. Toets en brandt. Afb /O y Temperatuurregelaar draaien tot op de display 8. verschijnt. Na korte tijd verschijnt het ingestelde sifon vulprogramma (. = ingeschakeld) op de display O Afb NL (00.0)

33 Individuele instelling.. Waarde uitlezen van de Bosch Heatronic Dit vereenvoudigt, in geval van storing, de instellingen weer over te nemen. y Uitlezen van de ingestelde waarde in de display (zie Tabelle ) en in de inbedrijfname protokol invullen. y Inbedrijfname protokol zichtbaar bevestigen. weer instellen op de oor- Na het uitlezen: y Temperatuurregelaar spronkelijke stand. Servicefunctie Pompschakeling. Afb. Hoe uitlezen? -6./O ƒ draaien tot. verschijnt. Wachten tot wisselt. Getal invoeren. Boiler opwarmingsvermogen. ƒ draaien tot. verschijnt. Wachten tot wisselt. Getal invoeren. Anti-pendelprogramma. ƒ draaien tot. verschijnt. Wachten tot wisselt. Getal invoeren. Max. aanvoertemperatuur. indrukken tot op display - - verschijnt. Wachten tot display 00. of 0. verschijnt. ƒ draaien tot. verschijnt. Wachten tot wisselt. Getal invoeren. indrukken tot - - verschijnt. Schakeldifferentie.6 Pompschakeling. ƒ draaien tot.6 verschijnt. Wachten tot wisselt. Getal invoeren. ƒ draaien tot. verschijnt. Wachten tot wisselt. Getal invoeren. Stilstandstijd verwarmingspomp. ƒ draaien tot. verschijnt. Wachten tot wisselt. Getal invoeren. Max. verwarmings vermogen.0 en indrukken tot op display = = verschijnt. Wachten tot display 0. verschijnt. ƒ draaien tot.0 verschijnt. Wachten tot wisselt. Getal invoeren. en indrukken tot = = verschijnt. Tabel NL (00.0)

34 Gasinstellingen 8 Gasinstellingen Het toestel is fabriekszijdig ingesteld op aardgas L. De fabriekszijdige instelling is afgezegeld. en instelling op nominale of minimale belasting is niet noodzakelijk. De gas/luchtverhoudig mag alleen door middel van CO met een elektronisch meetapparaat op minimaal en maximaal vermogen ingesteld worden. Het monteren van diafragma s en remplaatjes bij verschillende rookgasafvoer constructies is niet noodzakelijk. Aardgas i Flessegas i Bij gasvoordrukken onder de 0 en boven de 0 mbar mag het toestel niet in bedrijf genomen worden. Bij gasvoordrukken onder de en boven de mbar mag het toestel niet in bedrijf genomen worden. 8. Gas/luchtverhouding instellen y Hoofdschakelaar op (0) draaien. y Mantels demonteren zie blz. 6. y Schroeven (c) van voorplaat (b) demonteren en voorplaat losnemen. y Hoofdschakelaar op (I) draaien. De groene controlelampje brandt. Op de display verschijnt de aanvoertemperatuur. y Afdekschroeven van de rookgasmeetstuts () verwijderen. y Voeler van meetapparaat ca. mm in de rookgasstuts doorvoeren en meetpunt afdichten. Afb. y Toets indrukken en ingedrukt houden tot op de display - - verschijnt Toets brandt. c c Afb. 0-8./O b y Temperatuurregelaar draaien, tot op de display.0 verschijnt. Na korte tijd verschijnt de ingestelde bedrijfsstand (0. = normaalbedrijf) op de display. c c -89.S Afb. Afb /O NL (00.0)

35 Gasinstellingen y Temperatuurregelaar draaien, tot op de display. (= nominaal vermogen / max. boilervermogen) verschijnt. Display en toets knipperen. HRS Gassoort CO bij nominaal en minimaal vermogen Afb. y CO -waarde meten. 0-9./O y Verzegeling van de instelschroef gashoeveelheid (6) verwijderen en CO -waarde voor nominaal vermogen volgens tabel of instellen. Aardgas L () 9, % Flessegas (Propaan) Tabel y Temperatuurregelaar linksom draaien tot op de display. (= min. vermogen) verschijnt. Display en toets knipperen.,0 % Afb. 9 y CO -waarde meten. -0./O y Verzegeling van de instelschroef gashoeveelheid (6) verwijderen en CO -waarde voor minimaal vermogen volgens tabel of instellen. Afb. 8 y CO-waarde meten. Is de CO waarde hoger als 00 ppm, dan is de gashoeveelheid te hoog, deze instellen met gasinregelschroef (6) zodat de CO waarde lager wordt. 00 ppm bij HRS en lager als 00 ppm bij de HRS. y CO -waarde instellen. HRS Gassoort CO bij nominaal vermogen CO bij minimaal vermogen Aardgas L () 9,8 % 9, % Flessegas (Propaan) Tabel, % 0,8 % Afb. 80 y CO-waarde meten. Is de CO waarde hoger als 00 ppm, dan is de gashoeveelheid te hoog, deze instellen met gasinstelschroef (6) op het gasarmatuur. y CO -waarde instellen. y CO waarde opnieuw bij maximaal verwarmingsvermogen meten en vergelijken met de waarde van het mimimale verwarmingsvermogen, evt. gasinstelling opnieuw instellen. y CO -waarde invullen op het inbedrijfname protokol. y Temperatuurregelaar linksom draaien tot op de display 0. (= normaal bedrijf) verschijnt. Display en toets knipperen NL (00.0)

36 Gasinstellingen y Toets indrukken en ingedrukt houden tot op de display [ ] verschijnt. y Temperatuurregelaar en weer instellen op de oorspronkelijke stand. Op de display verschijnt de aanvoertemperatuur. y Voeler uit rookgasstuts () nemen en afdekschroef weer monteren. y Gasarmatuur en gasinstelschroef afzegelen. y Stikker voor de instelling verwijderen. y Branderkamerdeksel (b) met schroeven (c) monteren. y Mantel monteren en vergrendelen. 8. Verbrandingslucht/rookgasafvoermetingen met een ingesteld verwarmingsvermogen 8.. O - of CO -metingen in de verbrandingslucht i Met een O - of CO -meting in de verbrandingslucht kan bij een rookgasafvoer systeem volgens C X, C X en C X de dichtheid van de rookgasafvoer gecontroleerd worden. De O -waarde mag niet onder de 0,6 % zijn. De CO -waarde mag de 0, % niet overschrijden. y Toets indrukken en ingedrukt houden tot op de display - - verschijnt. Het schoorsteenveger programma is actief. Toets brandt ein op de display verschijnt de aanvoertemperatuur. i Men heeft minuten de tijd om de waarde te meten, daarna schakelt het programma automatisch weer terug op normaal bedrijf. y Afdekschroef van rookgasstuts (.) afschroeven, Afb. 8. y Voeler van meetapparatuur ca. 80 mm in rookgasstuts doorvoeren en meetopening afdichten R Afb. 8 y CO -waarde meten. y Afdekschroef weer monteren. y Toets indrukken en ingedrukt houden tot op de display - - verschijnt. De toets gaat uit en op de display verschijnt de aanvoertemperatuur NL (00.0)