ULTRA GELN. LOWNOx VERWARMINGSKETEL MET ATMOSFERISCHE GASBRANDER Inhoudstafel. 2. Verpakking... 6

Transcriptie

1 ULTRA GELN - B ULTRA GELN LOWNOx VERWARMINGSKETEL MET ATMOSFERISCHE GASBRANDER Inhoudstafel. Technische kenmerkenen afmetingen..... Algemene kenmerken..... Technische kenmerken en afmetingen..... Interne beschikking van de ketel...6. Verpakking Elektrischeaansluitingen Elektrische aansluitingen uit te voeren door de installateur Aansluiting van de kamerthermostaat Werking van de startrelais Aansluiting op een klimaat regeling.... Dewerking vande verwarmingsketel..... Beschrijving van de gaskleppen groep..... Verandering van aardgas in propaan..... Indienststelling..... Instelling van de ketelthermostaat..... Terugslag beveiliging voor rookgassen.... Installatievoorschriften van de 0 l S.W.W. naast elkaar geplaatst boiler Hydraulischeaansluitingen Hydraulischeinstallatievandeverwarmingsketel Algemeenheden De eigenschappen van het water in het verwarmingscircuit Het vullen van de installatie Ketelsteenafzetting en korrosie Hydraulische drukverliezen in de verwarmingsketel Wisselstukken... 9 Handleiding voor montage en gebruik Sollten Sie die Technische Angaben auf Deutsch wünschen, bitte nehmen Sie Kontakt auf mit dem Fabrikant Blz. Bdz. /

2 Algemene regels De afvoerkanalen van de verbrandingsgassen dienen berekend en uitgevoerd te worden volgens de invoegzijnde normen, de locale verplichtingen en de voorschriften van de fabrikant. De hydraulische installaties, stookolie of gas zullen volgens de installatie en veiligheid invoeg-zijnde normen in het land van gebruik opgesteld zijn. Bdz. /

3 Koninkrijk België FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu, Directoraat-generaal Leefmilieu Verklaring van overeenstemmingen overeenkomstig het Koninklijk Besluit van 7 juli 009 Fabrikant: Naam van de fabrikant Saint Roch Couvin Adres van de fabrikant Rue de la gare Couvin Naam van zijn mandataris in de BELGIUM Europese Unie Saint Roch Couvin Product(en): Emissieniveaus: Soort brandstof Soort product Gas Aardgas gestookte ketel uitgerust met atmosferische brander V =00 kw Vermogen 9- KW Model Saint Roch Type 06 BQ0799 EC-nummer Ultra GELN NOX mg/kwh NBN EN 97 CO mg/kwh NBN EN 97 Bijkomende gegevens: Naam van de erkende instantie Coördinaten van de persoon die ertoe gemachtigd is om de verklaring te ondertekenen Plaats en datum van de verklaring NB nr 06 - TECHNIGAZ A.S.B.L. Didier Bomal Couvin DidierBomal Bdz. /

4 . Technische kenmerken en afmetingen.. Algemene kenmerken De Ultra GELN verwarmingsketels hebben volgende algemene kenmerken : - voorzien om te werken met aardgastypes van de tweede familie of met vloeibaar gas - butaan of propaan - (kategorie I E+ of I + in Belgïe, kategorie I E in Luxemburg en kategorie II E++ in Frankrijk) - de verbrandingsgassen worden uitgestoten via een buis met natuurlijke trek (typeb BS ) - de maximum toegelaten hydraulische druk is bar - de maximum ketel-vertrektemperatuur is 9 C - de hydraulische aan- en terugvoeraansluitingen hebben een nominale diameter van (") - de gas aanvoeraansluiting hebben een nominale diameter van mm (/") - de voedingsdruk aan de brander is 0 mbar voor G 0 gas (rijk aardgas) - de voedingsdruk aan de brander is mbar voor G gas (arm aardgas) - de voedingsdruk aan de brander is 8 mbar voor butaan - de voedingsdruk aan de brander is 7 mbar voor propaan - elektrische voeding : 0V ac / 0 Hz - automatische ontsteking en toezicht op vlam door ionisatie voeler - moeten volgens de norm van installatie NBN.00 geplaatst worden.. Technische kenmerken en afmetingen E Ø D A C B ZIJKANT VOORKANT ACHTERKANT Hoogte van de as opde grond Vertrek verwarming Ø" F 90 tot 6 Gas Ø/" M tot 0 Verwarming terugvoer Ø" F tot 0 Bdz. /

5 Ultra GELN Nr 6 Nuttig vermogen kw 6,0,00 Diepte zonder tekonderbreker (B) mm totaal (E) mm 8 9 Regelbare hoogte (A) mm tot Breedte (C) mm 0 0 Diameter binnenste buis aansluiting schouw (Ø D) mm 9 9 Bruto verzendingsgewicht kg 9 Aantal gietijzeren elementen 6 Waterinhoud liter 0. p hydraulisch ketel aan T 0 mbar Klasse NOx Aardgas: Warmtedebiet(*) kw 8,8,9 Automatisch ontstekingsdispositief Diametergasvoeding duim /" /" G0/G: Diameter branderinspuiters mm,0,7 Druk aan de inspuiters G0 mbar,, Druk aan de inspuiters G mbar 8,6 9, G0-0 mbar : Volume-debiet m /u,0,80 Massa rookgassen debiet G0 g/s 9 Rookgastemperatuur C 08 6 G - mbar : Volume-debiet m /u,0,0 Optie vloeibaar gas In onderstaande tabel vindt U de diameters van de injectoren. De te plaatsen ontspanner moet de voedingsgasdruk terug brengen tot 8 mbar voor butaangas en tot 7 mbar voor propaangas. Nr 6 Warmtedebiet(*) kw 8,8,9 Automatisch onstekingsdispositief (8/7 mbar) Diameter branderinspuiters mm,60,80 Druk aan de inspuiters G0 (8mbar) mbar 6, 6 Druk aan de inspuiters G (7mbar) mbar, Propaan-verbruik 7 mbar kg/h,,79 Butaan-verbruik 8 mbar kg/h,,8 Massadebiet van de rookgassen g/s 0 (*) Nominale test voorwaarden ( C - 0 mbar) De brandstof propaan vereist een hogere gasdruk en een hogere vlamtemperatuur dan natuurlijk gas, daarom kunnen de pijpen van de brander sneller vernietigd worden. Deze moeten dus tijdens elk onderhoud gecontroleerd en vervangen worden bij het verschijnen van zelfs een gedeeltelijke vernietiging. Bdz. /

6 .. Interne beschikking van de ketel Dompelhuls /" Verbindingsstuk gas DIN mm (/ ) Sightglass Ontstekingsrelais Gasklep (achter de de ontstekingstransfo) Gas drukname /8" Aftapkraan Brandercollector Waakvlamskit + ontstekingselektrode + ionisatie Low NOx gas brander. Waakvlamskit + ontstekingselektrode + ionisatie voeler + relais aansluitingskabels. Thermisch isolatie brander. Aardgas of propaan injector. Gas drukname /8" 9. Gaspijp naar boven /" 6. HoneywellrelaisS 6 BF 79B 7 7. Gaskleppen groep VK 00T Brander buis 0 9. Bochtflens /" 0. Rechte flens /". Brander steun. Sightglass 8. Verpakking Verpakking op houten palette in een stuk. Bdz. 6 /

7 . Elektrische aansluitingen 6 7. Regelthermostaat ketel laat toe de werking te regelen op temperatuur tussen 0 en 90 C.. Thermometer die de temperatuur van de verwarmingsketel weergeeft.. Voedingsschakelaar mogeligheid tot volledig uitschakelen van de ketel (voor een intewentie op de ketel is nochtans noodzakelijk. de hoolfdschakelaar uit te schakelen) Het onder spanning zetten van deze schakelaar laat toe de ketel in werking te zetten.. Veiligheidaquastaat(overhitting) manuele herbewapening meldt het veiligheid stellen van de brander. Voor het heropstarten, het dopje losvijzen en startknop herbewapenen.. Afgesloten opening voorzien voor het plaatsen van een schakelaar ( standen), ingeval een SWW-module wordt gebruikt. 6. Plaats voorziening om regeling in te bouwen (geleverd in optie). 7. Knop Als de thermische terugslagbeveiliging (TTB) de ketel uitschakelt, moet u deze knop indrukken om de ketel opnieuw kunnen laten starten (onder de schakelbord). De europese norm voorziet dat alle gastoestellen van dit type worden uitgerust met een TTB (Thermische Terugslag Beveiliging). Deze TTB moet ten alle tijde functioneren en mag niet vervangen worden door een ander type. Alle niet vooraf toegestane interventies geven aanleiding tot het vernietigen van de garantie. Bij een defecte TTB, mag deze alleen vervangen worden door originele geleverde TTB door de fabrikant. Bij het geregeld uitvallen van de TTB, dient een erkent vakman de oorzaak op te sporen en de nodige maatregelen te treffen. Na iedere interventie op de TTB, dient men de TTB op zijn werking te controleren. De elektrische aansluiting van het bedieningspaneel van de verwarmingsketel aan het 0 V-net wordt verzekerd door zekeringen in de schakelkast die aan de buitenkant van de verwarmingsketel worden geplaatst. De elektrische aansluitingen evenals de aarding moeten conform zijn aan het Algemeen Reglement voor Elektrische Installaties (laatste uitgave) waaraan de elektrische installaties op lage en middelbare spanning moeten voldoen. Bdz. 7 /

8 .. Elektrische aansluitingen uit te voeren door de installateur ) Sluit het bedieningspaneel aan de 0 V schakelkast aan (let hierbij op de fase en de nulleider) en steek deze voedingskabel door de buizen, daartoe voorzien onder het deksel. ) De kamerthermostaat aansluiten aan het bedieningspaneel (6-7). In geval van een net met nulleider, moet de fase op L verbonden zijn L Basisschema van de verwarming Positiebepaling van de klemmen van de ketelthermostaat ContactP-isactiefindienthermostaatnaarwarmtevraagt. ContactP- isactiefindien detemperatuuringesteldopde thermostaatbereiktis Hoofdschakelaar Spanning controle lampje TT B P Kamer thermostaat Ketel aquastaat (0 C-90 C) P Aquastat de surchauffe (0 C) P Voeler N Gasklep Circulatiepomp verwarmingscircuit.. Aansluiting van de SWW-module IndienUeenboilernaastdeketelplaatstkuntUdeboileropwarmingdoordeVentecSWW-modulesturen(ingevalvan eenoptioneelregelaar, ditprincipeisverschillend, deaanwijzingenvolgen). Fase L Hoofdschakelaar P Boiler thermostaat ( -60 C) R Kamer thermostaat Principe: Spanning controle lampje N Neutraal R Sturing van het relais R P Ketelthermostaat SWW circuit (8 C) TT B Oververhitting thermostaat (0 C) R Gasklep P Ketelthermostaat verwarmingscircuit (0-90 C) P R Sturing van het relais R Zomer/winter schakelaar R Circulatiepomp verwarmingscircuit R Circulatiepomp verwarmingscircuit De brander wordt gestuurd door de boilerthermostaat of de verwarmingskring (kamervoeler indien geïnstalleerd) Indien de warmtevraag van de boiler komt, gaat de ketel opgewarmd worden tot 8 C (= ingestelde temperatuur op ketelthermostaat SWW kring, in het kastje geplaatst). Indien de warmtevraag van de verwarmingskring komt, zal de watertemperatuur aan de ketelaanvoer afhangen van de instelling van de ketelthermostaat, vooraan op de ketel geplaatst. De recuperatie van de warmte opgehoopt door het gietijzer gebeurt : - na warmtevraag van het verwarmingscircuit via de nadraaitijd van de circulatiepomp van het verwarmingscircuit, indien de temperatuur van de ketel hoger is dan de ingestelde waarde op de ketelthermostaat van het verwarmingscircuit. - Na een warmtevraag van de SWW kring, dank zij het nadraaien van de boilerlaadpomp indien de temperatuur van de cv-ketel hoger is dan de ingestelde waarde van de ketelthermostaat van de SWW kring. De warmtevraag van de boiler heeft voorrang op de warmtevraag van de verwarming. Bdz. 8 /

9 Kabelingsschema van de ketel en de SWW module Brug weg te nemen indien U er een kamerthermostaat opaansluit (*) De bruggen verwijderenom de SWW-module te kunnen aansluiten Relais S6 BF 79 B In geval van gebruik van een GTC0, E9.000, E9.06 regelaar, de brug van de kamerthermostaat verwijderen (*). Voor meer inlichtingen, gelieve aan de regelaar handleiding zich verwijzen. S.W.W. begrenzer thermostaat (In de fabriek afgesteld op 8 C). Deel uitmakend van de Ventec, de voeler wordt in de dompelhuls van de ketel geplaatst. -polige molex connector 0 V - 0 Hz L N L N 6 C L 78 N L N 90 P P 8 9 Veiligsheid aq. SP-0 HE 8 P P 9 Thermische terugslag beveiliging TTB Hoofdschakelaar L N L N Regelaquastaat NT 7 HE/ S.W.W. boilerthermostaat niet meegeleverd met de Ventec en te plaatsen in de boiler SWW - module «Ventec» Opletten dat de kapillairen van de ketel-sww thermostaat niet in kontact komen met de klemmen van de elektridche aansluitingen als U de voeler in de dompelhuls van de ketel plaatst. Zomer / winter schakelaar Het is verboden de TTB te overbruggen AANSLUITINGVANS.W.W.-MODULE"VENTEC" - De schroeven aan de achterkant van het deksel losmaken, deksel afnemen teneinde toegang te hebben tot de klemmenstrook van het hierloven afgebeeld schakelbord. - De overbruggingen op de 9-polige strook verwijderen en alle schroeven op de SWW-aansluitingstrook zo ver mogelijk losmaken. - De boilercirculatiepomp aan het schakelbord aansluiten en de boilerthermostaat aan de klemmenstrook van de SWWmodule aansluiten. - De SWW module inpluggen en de vooraf genoemde schroeven terug vastzetten op de plugs. - Met de kruisvormige 8 X /8" schroeven, de module aan het bedieningspaneel vast maken. - Het aanwezige afdekplaatje op de voorzijde van het bedieningspaneel wegnemen en op deze plaats, de zomer/winter-schakelaar aanbrengen. - De schakelaar terug aan de twee draden van de module aansluiten. - In de dompelhuls van de ketel moeten de voelers van de twee ketelthermostaten (verwarmings- en boilercircuit), van de veiligheidsthermostaat en van de thermometer worden geplaatst. Aansluiting van desww-module "Ventec" Zomer/winter schakelaar Aarding Thermostaat ketelsww circuit Bdz. 9 /

10 .. Werking van de startrelais De gebruikte startrelais in het gamma Ultra GELN is van het volgende model : - S6 BF 79B voor de modellen GELN - GELN 6 Thermostaat Ontstekingsvonk Waakvlam gasklep PV PV Vlamcontrole MV Hoofdgasklep MV Tc+ Tw Tstab T FR Tc+ Tw Ts Controle lampje op relais Bij warmte vraag, sluit de thermostaat zich (regelingsaquastaat, veiligheidsheid aquastaat, kamerthermostaat,...). De relais start met een zelfcontrole Tc die +/- sec. duurt waarna een wachttijd in werking treedt tussen de 0 en 0 sec. Na de tijd Tc + Tw, de ontstekingstransfo, geïntegreerd in de relais, levert kv aan de ontstekingselektrode en de gasklep van de waakvlam is onder spanning gezet, levert zodoende gas aan de branderrepen. Hierbij wordt een mengsel van lucht en gas vrij om de waakvlam te ontsteken. Eén maal dat het gebeurd is, wordt deze gecontroleerd door de ionisatiesonde. Na de stabilisatietijd wordt de hoofgasklep onderdruk gezet, zodat de branderbuizen van gas voorzien worden. Bij het uitvallen van de vlam bij normale werking, zal de relais de opstart procedure herhalen. Bij het herhaaldelijk uitvallen, zal de ketel in veiligheid gaan. Startrelais in veiligheid Wanneer de vlam niet stabiel is gedurende de tijd Ts, of wanneer de vlam uitvalt bij normale werking, zal de relais in veiligheid gaan en zal het controle lampje oplichten. Het heropstarten kan enkel gebeuren bij het indrukken van de rode knop op de startrelais. Bdz. 0 /

11 .. AANSLUITING VAN EEN KLIMAATREGELING Het bedieningsbord van de Ultra GELN ketel is voorzien van een bekabeling om één van de weersafhankelijke regelingen te besturen ( regeling in optie - zie blz. 7 punt ). Deze regelingen zijn speciaal ontworpen om een kring direct aan te sturen en tevens ook een mengkraan circuit en de productie van warmwater. ELEMENTEN VAN DE KLIMAATREGELING Weersafhankelijke regeling ( optie ) Boiler sonde SPFS ( geleverd bij regeling ) E9.000 Buitensonde AFS ( geleverd bij regeling ) E9.06 GTC0 Vertrek sonde VFAS ( geleverd bij regeling ) Afstandsbediening FBR ( optie ) Ketelvoeler KFS ( geleverd bij regeling ) Vooraleer de regeling te installeren is het noodzakelijk om tussen het klemmenbord van de ketel en de regeling een 9-polige connectie stekker te plaatsen. Deze is meegeleverd met de regelaar. De weersafhankelijke regelingen E9.000 en E9.06 kunnen worden bestuurd door een afstandsbediening FBR die wordt aangesloten met behulp van draden. Is ook beschikbaar in optie, een kamertermperatuur optimiseur met zelfaanpassing van de verhittingskromme model BM8 ( code ). In het geval van vloerverwarming, moet er een servomotor SM 0 worden aangesloten ( code ) met behulp van draden. Alle elementen van de regelingzijn gemakkelijkbereikbaar en aansluitbaar. Zodoende wint de installateur flink wat tijd. Bdz. /

12 ... VerbindingskitvoorGTC0regeling 0 polige connector ( zijde regelaar ) GTC 0 II ST L N 9 polige connector (A) ( zijde ketel ) AMP connector polige (B) Kamerthermostaat AANSLUITING VAN GTC0 REGELAAR MET KETELS ULTRA GELN Neem het afdekplaatje van het bedieningsbord weg en stop er de regelaar in. Neem de 9 polige connector (vrouwelijk) met de bruggen weg op de achterkant van het bedieningsbord, of neem de warmwater module weg. Sluit de 9 polige connector (A) ( ketel zijde ) aan op het klemmenbord van de ketel. Sluit de polige connector (B) AMP geleverd met de regelaar in de AMP stekker polige van de connector (A). Sluit de 0 polige witte connector aan op het klemmenbord II van de regelaar Verbind onmiddellijk de volgende sondes aan het klemmenbord I van de regelaar: - KFS : ketelvoeler - SPFS : warmwater sonde Sluit de circulator CV aan op de klemmen 8 en 9, sluit ook de circulator SWW aan op de klemmen en van het polig klemmenbord van de ketel ( achterkant bedieningsbord) ALGEMENE OPMERKINGEN - Het is niet meer nodig de volgende schakelaars nog te verbinden : zomer/winter aquastaat SWW. De GTC0 regelaar zal deze functies overnemen. Het is aan te raden de ketel aquastaat op ongeveer 80 C te plaatsen. Indien er geen productie van warmwater is voorzien, is het overbodig de sonde SPFS te verbinden met de regelaar. Bdz. /

13 ... VerbindingskitvoorregelingE9.000/E polige connector ( zijde regelaar ) E9.000 / E9.06 GTC / GTC II ST N PE N L PE 9 polige connector (A) ( zijde ketel ) AMP connector polige (B) Circuit connector afgesteld klep AANSLUITING VAN REGELAAR E9.000 / E9.06 MET KETELS ULTRA GELN Neem het afdekplaatje van het bedieningsbord weg en stop er de regelaar in. Neem de 9 polige connector (vrouwelijk) met de bruggen weg op de achterkant van het bedieningsbord, of neem de warmwater module weg. Sluit de 9 polige connector (A) ( ketel zijde ) aan op het klemmenbord van de ketel. Sluit de polige connector (B) AMP geleverd met de regelaar in de AMP stekker polige van de connector (A). Sluit de 0 polige witte connector aan op het klemmenbord II van de regelaar Verbind onmiddellijk de volgende sondes aan het klemmenbord I van de regelaar: - AFS : buitensonde - KFS : ketelvoeler - SPFS : warmwater sonde - VFAS : sonde vertrek temperatuur Sluit de circulator CV aan op de klemmen 8 en 9, indien nodig sluit ook de circulator SWW aan op de klemmen en van het polig klemmenbord van de ketel (achterkant bedieningsbord) ALGEMENE OPMERKINGEN - Het is niet meer nodig de volgende schakelaars nog te verbinden : zomer/winter aquastaat SWW. De klimaat regelaar E9.000 / E9.06 zal deze functies overnemen. Het is aan te raden de ketel aquastaat op ongeveer 80 C te plaatsen. Indien er geen productie van warmwater is voorzien, is het overbodig de sonde SPFS te verbinden met de regelaar. Bdz. /

14 . De werking van de verwarmingsketel.. Beschrijving van de gaskleppen groep Gasklep VK 00 T Branderautomaat (ontstekingsrelais) Fiche voor aansluiting aan het bedieningspanneel Controlelampje voor in veiligheidstelling van de brander Aanvoer druknippel Manuele herbewapingsknop voor het heropstarten na een in veiligheidstelling van de brander Softlite : instelschroef voor druk bij opstarten van de ketel (op midden-positie ingesteld in de fabriek). u. Klem voor ontstekingselektrode u. De zwarte dop afnemen om te kunnen regelen u. Klem voor kabel ionisatieelektrode (vlamdetectie) Verzegelde drukregelaar (instelling mag niet worden veranderd) 6 u. +.. Verandering van aardgas in propaan In geval van ombouw van een ketel die oorspronkelijk op stadsgas werkt naar een alimentatie in vloeibaar gas (propaan [7 mbar]), onderstaande instructie volgen. De werken dienen uitgevoerd te worden door een bekwaam vakman: Sluit het gas van de ketel af, Het voorpaneel van de ketel afnemen. Voorzichtig de kraan van de gastoevoer sluiten. De ontstekingskabel, de ionisatiekabel en de aarding op de houder van de branderbuizen ontkoppelen. De injectoren met behulp van een sleutel van losvijzen () en vervangen door de geleverde propaan injectoren en hun dichtingen. De waakvlam injector met behulp van een sleutel van losvijzen () en vervangen door de geleverde propaan injector Ø 0, mm. Een ontspanner plaatsen die de aanvoerdruk aan de brander terugbrengt naar 7 mbar voor propaan en naar 8 mbar voor butaan. De brander opnieuw monteren er goed op lettend dat de brander isolatie de luchtingang niet bedekt. De opening snelheid op het starten op maximale positie 6 u. regelen. In geval van ontploffing deze waarde aanpassen. Het herkenningsetiket "brander gewijzigd voor vloeibaar gas" op de brandercollector aanbrengen. De gasvoeding heropenen en de waakvlam ontsteken. De dichtheid van alle gedemonteerd delen controleren. Regeling van de Softlite (snelheid opening) u u 6u + () () Samenstelling propaan kit Be schrijving Propaan kit Injectoren Ø (mm) Injectoren codes Aantal injectoren Pakkingen code voor injectoren Aantal pakkingen Waakvlam injector code Aantal waakvlam injector Waakvlam injector Ø (mm) ,60, , 0, Etiket "brander ge wijzigd voor vloe ibaar gas" Blaadje " Propaan kit Ultra GELN " Bdz. /

15 .. Indienststelling - Controleer of de installatie met water gevuld is en ontlucht de circulatiepomp en de radiatoren. Voedingskraan openen en gastoevoerbuizen ontluchten. Schroef daarom lichtjes de aanvoer druknippel los aan de gasklep tot er geen lucht meer in de kanalisatie is. Schroef de testaansluiting terug dicht en let erop dat het geheel volkomen luchtdicht is (met zeeps op). Zet de elekrische voedingsschakelaar van de verwarmingsketel aan (in de buitenste schakelkast). Zet de algemene schakelaar van het instrumentenbord van de verwarmingsketel aan. Stel de besturingsapparaten van de verwarmingsketel (schakelaar, aquastaat van de verwarmingsketel, kamerthermostaat of voeler) in op vraag naar warmte. Kijk na via het vlam-kijkglas of er een boog aanwezig is aan de ontstekingselektrode. Indien de brander niet aanslaat binnen de seconden en het lichtje van de in veiligheidsstelling brandt, na één minuut de brander opnieuw aanzetten door op de knop van het ontstekingsmechanisme te duwen. De regeling van het drukniveau bij het opstarten is voorgeregeld in de fabriek op positie u. In geval van ontploffing deze waarde aanpassen. Doe beroep op een specialist wanneer de brander niet na enkele pogingen aanslaat. Controleer de goede werking van de circulatie pomp(en). Na een werkingsduur van uur, de dichtheid van alle aansluitingen controleren. Indien nodig, de aansluitingen opnieuw aanspannen. Veiligheidsmechanisme - De ketels zijn voorzien van een automatisch veiligheidsaquastaat die de besturing stopzet van het ontstekingssysteem van de brander als de temperatuur van het water de limiet van 0 C overschrijdt. Controleer na een uitdoving veroorzaakt door de veiligheidsaquastaat, de temperatuur van het water in de installatie, de doeltreffenheid van de automatische ontluchters de goede werking van de circulatie pomp alvorens U de brander opnieuw. Wanneer de temperatuur van de ketel onder 90 C gedaald is, de waakvlam terug ontsteken. In geval de brander opnieuw uitgaat, raadpleeg dan uw installateur... Instelling van de ketelaquastaat Bij een montage met kamerthermostaat moet de aquastaat van de verwarmingsketel beslist op +/- 80 C worden ingesteld. De regeling van de aquastaat van de verwarmingsketel op 80 C (regeling door de kamerthermostaat ) schaadt het principevandewerkingop GLIJDENDETEMPERATUURNIET. Het is inderdaad de kamerthermostaat die de brander en de circulatiepomp van de verwarming controleert en de begintemperatuur van de verwarmingsketel aanpast in functie van de werkelijke vraag van de installatie. Ingeval van radiatorthermostaten en de afwezigheid van een kamerthermostaat wordt de aquastaat van de verwarmingsketel in functie van de seizoenen ingesteld: - tussenseizoen : 60 C - winter: 70 tot 7 C - bij -0 : 80 C.. Terugslag beveiliging voor rookgassen De verwarmingsketels ULTRA GELN zijn allen uitgerust met een TTB. De TTB zorgt ervoor dat indien er rookgassen zouden terugkeren in het stooklokaal, de ketel automatisch wordt stopgezet. Alle verwarmingsketels van dit type moeten volgens de europese norm voorzien zijn van een TTB. De TTB is een temperatuursvoeler die de rookgastemperatuur opmeet. De TTB wordt geïnstalleerd in de rookgascollector. De TTB wordt geplaatst op een welbepaalde plaatst en mog onder geen enkel beding verplaatst worden. Ook het uitschakelen van de TTB mag NIET, dit kan aanleiding geven tot CO vergiftiging. Bij werking van de TTB, zal deze onmiddelijk de gastoevoer afsluiten. Vooraleer opnieuwop te starten, gelieve enige tijd te wachten, zodoende dat de TTB kan afkoelen. Bij het heropstarten moet je de knop onder de afdekkap links onder het bedieningsbord herindrukken. Indien de TTB herhaaldelijk uitvalt, dient men een vakman te raadplegen om dit euvel op te lossen. Bij een defecte TTB mag deze uitsluitend worden vervangen door een TTB van hetzelfde type.!!! Het kan bij levering gebeuren dat de TTB werd uitgeschakeld. Gelieve bij opstart knop in te drukken aub. Bdz. /

16 . Installatievoorschriften ULTRAGELN met staand boiler (BS).... Positie warm water as / met grond (mm) --> Positie boiler vertrek as / met grond (mm) --> Positie circulatie as / met grond (mm) --> Positie terugvoer ketel as / met grond (mm)--> 800 tot 8 96 tot tot 60 6 tot Positie Positie Positie Positie koud kwater as / met grond (mm) --> tot 68 ketel vertrek as / met grond (mm) --> 90 tot 6 gas as / met grond (mm) --> tot 0 terugvoer verwarming as / met grond (mm) --> tot Hydraulische aansluitingen Raadplaagde, met de S.W.W. hydraulische kit geleverde, handleiding voor de hydraulische aansluiting. Ultra GELN 6 BS links kit : Ultra GELN 6 BS rechts kit : BS gemeenschappelijk links en rechts kit voor : Opgelet Voor de inox versie, voor een langdurige bescherming van de inox boiler te waarborgen is het aangeraden koud water uur te laten stromen na de plaatsing. Het is teven aangeraden veel water in de begin periode te gebruiken. De aansluiting van een boiler aan een koperen leiding moet absoluut gebeuren door middel van een gietijzeren of stalen mof, of eender welk materiaal dat een galvanische brug vermijdt. Model Vermogen warmte wisselaar SWW, kw temperatuur ketel 90 - émail Vermogen warmte wisselaar SWW, kw temperatuur ketel 90 - inox Boiler waterinhoud, liter Continudebiet Δt=, temperatuur ketel 90 inox Continudebiet Δt=, temperatuur ketel 90 émail Piekdebiet Δt= /0 min, temperatuur ketel 90 inox Piekdebiet Δt= /0 min, temperatuur ketel 90 émail Warmte wisselaar drukverlies, mbar M aximum werkdruk, bar Koud water temperatuur, C SWW regelingsthermostaat, C Aansluiting sanitair, Ø mannelijk Aansluiting ketel, Ø mannelijk Aansluiting circulatie, Ø mannelijk Optie geïntegreerd hydraulisch kit Optie hydraulisch kit rechts Optie hydraulisch kit links Buiten Hoogte H afmetingen, Breedte L mm Diepte P Totaal gewicht boiler, kg BS /" /" /" BI /" /" /" BHU /" /" /" Bdz. 6 /

17 7. Hydraulische installatie van de verwarmingsketel VOORBEELDVANINSTALLATIEMETBOILERVANSANITAIRWARMWATERPRODUCTIE Sanitair terug loopleidingen (facultatief) Sanitair warm water Thermostatische mengkraan Automatische ontluchter Ontluchter Manometer Veiligheidsklep Sanitair expansie- Radiatoren Boiler vat (aanbevolen) Afsluitkraan Circulatiepomp voor boilercircuit Verwarmingsketel Verschildrukregelkraan (*) Exp. vat Afsluitkraan Circulatiepomp voor Terugslagklep verwarmingscircuit Vulkraan Koudwater Sanitairveiligheidsgroep NF 7 bar Afloop Drukverlager (noodzakelijk indien PKOUDWATER > bar) Disconnectie van het type CA. (*) Indienalleradiatorenzijnuitgerustmet radiatorthermostaten,dient eenoverstortregelaartewordenvoorzientussen deaanvoer enterugvoervandeverwarmingsketel 7.. Algemeenheden De ketels mogen nooit in natuurlijke circulatie (zonder circulatiepomp) werken. De installateur moet beslist een veiligheidsklep monteren direkt aan de uitgang van de verwarmingsketel en dit voorafgaand aan enige verdeling of doorgang van één of ander hydraulisch onderdeel. De installatie moet zo bedacht worden dat het aanvullen met en het aanvoeren van water zo veel mogelijk beperkt wordt en steeds gecontroleerd. Elk niet-gecontroleerd automatisch watervullingssysteem is verboden. Indien de verwarmingsketel aan een bestaande verwarmingsinstallatie wordt aangesloten, is het noodzakelijk de installatie zorgvuldig te reinigen om onzuiverheden en bezinksel te verwijderen. Onzuiverheden en bezinksel zouden zich inderdaad kunnen afzetten en zich in de verwarmingsketel ophopen en zo oververhitting, korrosie en lawaaihinder veroorzaken. Om het volledig aflaten van de installatie te vermijden in geval van problemen met de verwarmingsketel of het verwarmingscircuit, raadt Saint Roch Couvin u aan om grendelinrichtingen op de vertrekkende en terugkomende warmwaterleidingen te plaatsen, de circulatiepomp(en) hydraulisch te isoleren en een verbindingsstuk te gebruiken dat het demonteren van het gietijzeren ketelblok toelaat zonder de leidingen te moeten ontkoppelen. Alle noodzakelijke maatregelen moeten genomen worden om de accumulatie van gas in het bovenste gedeelte van de verwarmingsketel te vermijden en het zich afzetten van bezinksel in het onderste gedeelte van de verwarmingsketel tegen tegaan.degarantievansaintrochcouvingeldtnietvoorschadedieveroorzaaktwordtdoorinbreukenopdehierboven vermeldevoorzorgsmaatregelen. 7.. De eigenschappen van het water in het verwarmingscircuit Om alle schadelijke ketelsteenafzetting en korrosie door water te vermijden, dient er rekening te worden gehouden met de eigenschappen van het water dat in het verwarmingscircuit gebruikt wordt. De normale eigenschappen van water dat in een verwarmingscircuit gebruikt wordt, zijn als volgt : hardheid (gehalte aan calciumcarbonaat of kalksteen) lager dan, mol/m ( THF) en de weerstand hoger dan 000 Ohm/cm. Waterontharding is noodzakelijk wanneer de TH van het water van het verwarmingscircuit hoger is dan, mol/m. Indien de ph lager is dan 7, en de weerstand lager dan 000 Ohm/cm en voor zover de hardheid lager is dan, mol/m (ofwel natuurlijk, of na ontharding) moet het water ofwel behandeld worden om deze waarden te bereiken ofwel tot een filmogene behandeling overgegaan worden. Bdz. 7 /

18 7.. Het vullen van de installatie Vooraleer de installatie definitief te vullen, raadt Saint Roch Couvin aan de installatie volledig te spoelen (zowel voor een nieuwe als een oude installatie), en de dichtheid van de verschillende toebehoren na te gaan alvorens ze te ledigen (hydraulische aansluitingen, expansievat, veiligheidsklep, manometer). Het is noodzakelijk de werkingsdruk aan te passen in funktie van de kenmerken van de installatie (statische hoogte, manometrische hoogten van de installatie en van de circulatiepomp, druk van het expansievat,...)aan een waarde die lager is dan de maximale toegelaten hydraulische druk ( bar - kg/cm²). Ter herinnering : de druk van de installatie moet steeds hoger zijn dan de stikstofdruk van het expansievat (indien de installatie koud is). Tijdenshet vullen van deinstallatie, moet de terugslagklepin openstand wordengeplaatst (boiler opwarming circuit) en deze moet in stand automatisch wordengeplaatst na de eersteopwarming. Ditlaat devolledige ontluchting toe van hetboiler-opwarming circuit. Wanneer alle toebehoren geplaatst zijn (expansievat, veiligheidsklep, manometer...), en de hydraulische circuits goed gedicht zijn, gaat U als volgt te werk voor het vullen van het sanitair warmwater circuit : a) kijk de goede werking na van de automatische ontluchter die op het hydraulisch circuit van de boiler is geplaatst en controleer de dichtheid van alle aansluitingen. b) vul de boiler door de kraan van de veiligheidsgroep te openen. c) open de warmwaterkraan om de luchtophoping in de boiler te laten ontsnappen d) de kraan sluiten van zodra er water uit komt. De dichtheid nagaan van de dekplaat bovenop de boiler. Open stand (Vrije klep) Automatische stand (Aktieve klep) Z Z In elk geval moeten de aanvoerleidingen van het water gecontroleerd worden en de overlopen voor het aflaten perfect zichtbaar zijn. Het is noodzakelijk elke aanvoerleiding van de installatie naar behoren af te laten. Gelijk welk niet-gecontroleerd systeemdat automatischwater bijvult wordt ten stelligste ontraden. Het overdreven bijvullen met water kan een vroegtijdige beschadiging van de ketel veroorzaken door de afzetting van mineraalstoffen die in het water aanwezig zijn. Deze afzettingen veroorzaken abnormale thermische en mechanische belastingen die kunnen leiden tot het breken van de gietijzeren elementen van de verwarmingsketel. 7.. Ketelsteenafzetting en korrosie De hierboven aanbevolen maatregelen zijn essentieel maar volstaan op zich niet om in alle gevallen te kunnen garanderen dat er geen ketelsteenafzetting of korrosie door het water van de verwarmingsketel kan plaats vinden. 7.. Hydraulischedrukverliezenindeverwarmingsketel Bij een temperatuurverschil van 0 C (Delta T = 0 ) tussen de aanen terugvoer van het water van de verwarmingsketel en een verliescoëfficiënt van de verwarmingsdruk van., kunnen de hydraulische drukverliezen van de verwarmingsketel berekend worden: Type Nr Nuttig vermogen kw Drukverlies mmwk 6 6, Bdz. 8 /

19 8. Wisselstukken Gietijzeren blok Ultra GELN Mantel van de Ultra GELN ketel ' Bdz. 9 /

20 Low NOx brander Ultra GELN Rookkast Ultra GELN 0 Bdz. 0 /

21 Bedieningsbord Ultra GELN Bdz. /

22 Fig Hoev. Benaming Code Ketel Ultra GELN (aardgas) KetelUltra GELN6 (aardgas) GietijzerenblokUltra GELN GietijzerenblokUltra GELN Aftapkraan /" Reductie /" - /" Brander isolatie Dompelhuls /" clips Voorste element Reductie /" - /" Tussen element Nipple Inox rookgas brenner Reductie /" - /" Achterste element Achterste isolatie Achterste gietijze plaat Rookkast Ultra GELN Rookkast Ultra GELN 6 Zeskant moer DIN 9 M6 Keramische koord * 6 mm ' Voorpaneel UltraGELN Voorpaneel UltraGELN 6 Tussenpaneel Ultra GELN en 6 LinkerzijpaneelUltraGELN LinkerzijpaneelUltraGELN 6 Kabelgoot Plastiek scharnier Plastiek klinknagel Deksel UltraGELN Deksel UltraGELN 6 Achterpaneel Ultra GELN en 6 Rechter zijpaneel Ultra GELN Condensopvanger Ultra GELN Condensopvanger Ultra GELN 6 Bedieningsbord Sierplaat Metaal sokkel Ultra GELN Metaal sokkel Ultra GELN 6 Geperforeerde luchtafscheidingsplaat Volledig bedieningsbord Ultra GELN en 6 Hoofdschakelaar aan / uit Ketel regelthermostaat NT 7 HE/ Veiligheidsaquastaat SP-0 HE Rechthoekig thermometer Thermische terugslag beveiliging LM 7P00 Zomer/winter schakelaar Bdz. /

23 Fig Hoev. Benaming Code BranderUltraGELN BranderUltraGELN6 Waakvlamskit + ontstekingselektrode + ionisatie voeler + kabels Brander buis steun Rechte flens /" Honeywellrelais S6 BF 79B Gaskleppen groep Honeywell VK 00 T 08 Bochtflens /" Gaspijp naar boven Ultra GELN Gaspijp naar boven Ultra GELN 6 Brander buis Ultra GELN Brander buis Ultra GELN 6 Brander injectoren Ultra GELN (aardgas) Brander injectoren Ultra GELN 6 (aardgas) Brander injectoren Ultra GELN (vloeibaar gas) Brander injectoren Ultra GELN 6 (vloeibaar gas) Propaan waakvlam injector Ø 0, mm Thermische brander isolatie Gas drukname /8" Sightglass + dichtings + bescherming plaat Inlichtingen zonder verbintenis. De technische informaties in deze brochure worden enkel ter informatie gegeven en kunnen op elk ogenblikzondervoorafgaande verwittigingegewijzigdworden. SAINT ROCH COUVIN Rue de la Gare, COUVIN - Belgique Tel : 060 /.6. - Fax : 060 /.6.8 info@saintrochcouvin.com Bdz. /