Gasventilatorbranders

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Gasventilatorbranders"

Transcriptie

1 Handleiding voor installatie, gebruik en onderhoud NL Gasventilatorbranders Tweetrapswerking progressief of modulerend CODE MODEL TYPE RS 1000/M BLU 1133 T RS 1200/M BLU 1134 T (11) - 03/2016

2 Vertaling van de originele instructies

3 Inhoud 1 Verklaringen Algemene informatie en waarschuwingen Informatie over de handleiding Inleiding Algemeen gevaar Andere symbolen Levering van de inrichting en van de handleiding Waarborg en aansprakelijkheid Veiligheid en preventie Achtergrond Opleiding van het personeel Technische beschrijving van de brander Omschrijving van de branders Beschikbare modellen Technische gegevens Elektrische gegevens Categorieën van de brander - Landen van bestemming Afmetingen Werkingsvelden Proefketel Beschrijving van de brander Beschrijving van het schakelbord Geleverd materiaal Elektrische controledoos (LFL1.333RL) Servomotor (SQM ) Installatie Aantekeningen over de veiligheid bij de installatie Verplaatsing Voorafgaande controles Werkingspositie Verwijdering blokkeerschroeven afsluiter Voorbereiding van de ketel Boringen in de ketelplaat Lengte van de monding Bevestiging van de brander op de ketel Toegang tot de binnenkant van de kop Positionering elektroden Afstelling van de branderkop Gastoevoer Gastoevoerleiding Gasstraat Installatie gasstraat Gasdruk Elektrische aansluitingen Passage voedingskabels en externe aansluitingen IJking van het thermisch relais Rotatie motor Inbedrijfstelling, ijking en werking van de brander Aantekeningen over de veiligheid bij de eerste inbedrijfstelling Afstellingen vóór de ontsteking Start van de brander NL

4 Inhoud 6.4 Ontsteking van de brander Regeling servomotor Regeling brander en vermogensmodulatie Maximumvermogen Minimumvermogen Tussenliggende vermogens Afstelling van de verbrandingslucht Afstelling van de lucht / brandstof Procedure voor het ijken van de brander Afstelling van de drukschakelaars Drukschakelaar lucht - controle CO Maximumgasdrukschakelaar Minimumgasdrukschakelaar Werkingsvolgorde van de brander Start van de brander Tijdens de werking Uitdoven van de brander tijdens de werking Geen ontsteking Eindcontroles (met brander in werking) Onderhoud Aantekeningen inzake veiligheid voor het onderhoud Onderhoudsprogramma Frequentie van het onderhoud Controle en schoonmaken Opening van de brander Sluiting van de brander Problemen - Oorzaken - Oplossingen...32 A Aanhangsel - Accessoires...35 B Aanhangsel - Schema van schakelbord NL

5 Verklaringen 1 Verklaringen Conformiteitsverklaring volgens ISO / IEC Fabrikant: RIELLO S.p.A. Adres: Via Pilade Riello, Legnago (VR) Product: Model: Gasventilatorbranders RS 1000/M BLU RS 1200/M BLU Deze producten zijn conform de volgende Technische Normen: EN 676 EN en volgens wat voorzien is in de Europese voorschriften: GAD 2009/142/EG Richtlijn Gasapparaten MD 2006/42/EG Richtlijn Machines LVD 2014/35/UE Richtlijn Laagspanning EMC 2014/30/UE Elektromagnetische Compatibiliteit Deze producten worden als volgt gemerkt: RS 1000/M BLU CE-0085CN0119 Klasse 3 (EN 676) RS 1200/M BLU CE-0085CN0120 Klasse 3 (EN 676) De kwaliteit wordt gegarandeerd door middel van een gecertificeerd kwaliteits- en managementssysteem volgens UNI EN ISO Verklaring van de fabrikant RIELLO S.p.A. verklaart dat de volgende producten de limiet uitstootwaarden van NOx respecteren die worden opgelegd door de Duitse norm 1. BImSchV revisie Product Type Model Vermogen Gasventilatorbranders 1133 T RS 1000/M BLU kw 1134 T RS 1200/M BLU kw Legnago, Algemeen Directeur RIELLO S.p.A. - Directie Branders Ir. U. Ferretti Directeur Onderzoek en Ontwikkeling RIELLO S.p.A. - Directie Branders Ir. F. Comencini 3 NL

6 Algemene informatie en waarschuwingen 2 Algemene informatie en waarschuwingen 2.1 Informatie over de handleiding Inleiding De handleiding die samen met de brander geleverd wordt: is een wezenlijk en essentieel onderdeel van het product en moet er altijd bij blijven; hij moet bijgevolg zorgvuldig bewaard worden voor de nodige raadplegingen en moet de brander ook volgen in geval van verkoop aan een andere eigenaar of gebruiker of in geval van verplaatsing naar een andere inrichting. in geval van beschadiging of verlies moet u een ander exemplaar aanvragen bij de Technische Hulpdienst in uw buurt; is bedoeld om gebruikt te worden door gekwalificeerd personeel; levert belangrijke aanwijzingen en waarschuwingen inzake de veiligheid bij de installatie, de inbedrijfstelling, het gebruik en het onderhoud van de brander. In de handleiding gebruikte symbolen In bepaalde delen van de handleiding staan driehoekige GE- VAARsignalen. Let er goed op want ze signaleren potentieel gevaarlijke situaties Algemeen gevaar De gevaren kunnen 3 niveaus hebben, zoals hieronder uitgelegd wordt. GEVAAR OPGELET VOORZICHTIG Andere symbolen GEVAAR Hoogste gevaarsniveau! Dit symbool geeft werkzaamheden aan die, als ze niet correct uitgevoerd worden, ernstige letsels, de dood of langdurige risico's voor de gezondheid veroorzaken. Dit symbool geeft werkzaamheden aan die, als ze niet correct uitgevoerd worden, ernstige letsels, de dood of langdurige risico's voor de gezondheid kunnen veroorzaken. Dit symbool geeft werkzaamheden aan die, als ze niet correct uitgevoerd worden, schade aan de machine en/of personen kunnen veroorzaken. GEVAAR BESTANDDELEN ONDER SPANNING Dit symbool geeft werkzaamheden aan die, als ze niet correct uitgevoerd worden, elektrische schokken met dodelijke gevolg veroorzaken. GEVAAR ONTVLAMBAAR MATERIAAL Dit symbool geeft aan dat er ontvlambare stoffen aanwezig zijn. Gebruikte afkortingen Hfdst. Afb. Pag. Sect. Tab. OPGELET ORGANEN IN BEWEGING Dit symbool geeft aanduidingen om te voorkomen dat ledematen mechanische organen in beweging naderen; gevaar op beknelling. GEVAAR OP EXPLOSIE Dit symbool wijst op plaatsen waar ontploffingsgevaar zou kunnen aanwezig zijn. Met omgeving met ontploffingsgevaar wordt een mengsel van lucht, bij atmosferische omstandigheden, en ontvlambare stoffen in de vorm van gas, dampen, nevel of stof bedoeld, waarvan de verbranding na de ontsteking zich verspreidt samen met het onverbrande mengsel. PERSOONLIJKE BESCHERMINGSMIDDELEN Deze symbolen kenmerken de uitrusting die de bediener dient te dragen en bij zich te hebben teneinde zich te beschermen tegen de risico's die zijn veiligheid of zijn gezondheid bedreigen tijdens het uitvoeren van zijn werkactiviteiten. DE KAP EN ALLE VEILIGHEIDS- EN BE- SCHERMINGSSYSTEMEN MOETEN VER- PLICHT GEMONTEERD WORDEN Dit symbool meldt dat het verplicht is om de kap en alle veiligheids- en beschermingssystemen van de brander te hermonteren nadat de handelingen van het onderhoud, de reiniging of de controle werden uitgevoerd. MILIEUBESCHERMING Dit symbool geeft richtlijnen voor het milieuvriendelijke gebruik van de machine. BELANGRIJKE INFORMATIE Dit symbool geeft belangrijke informatie waarmee u rekening dient te houden. Dit symbool geeft een lijst aan. Hoofdstuk Afbeelding Bladzijde Sectie Tabel GEVAAR OP BRANDWONDEN Dit symbool geeft aan dat er gevaar op brandwonden door hoge temperaturen bestaat. GEVAAR OP BEKNELLING VAN LEDEMATEN Dit symbool wijst op bewegende organen: gevaar op beknelling van ledematen. 4 NL

7 Algemene informatie en waarschuwingen Levering van de inrichting en van de handleiding Wanneer de inrichting geleverd wordt, is het volgende nodig: De handleiding moet door de leverancier van de inrichting aan de gebruiker overhandigd worden, de leverancier waarschuwt dat de handleiding moet worden bewaard in de ruimte waar het verwarmingstoestel geïnstalleerd is. In de handleiding staat het volgende: het serienummer van de brander;... De leverancier van de inrichting licht de gebruiker zorgvuldig in over het volgende: het gebruik van de inrichting, eventuele verdere keuringen die noodzakelijk zouden zijn voordat de inrichting in werking wordt gesteld, het onderhoud en de noodzaak om de inrichting minstens jaarlijks te controleren door een bevoegde van de fabrikant of door een andere gespecialiseerde technicus. Om de periodieke controle te garanderen, raadt de constructeur aan om een Onderhoudscontract op te stellen. het adres en het telefoonnummer van het Dichtstbijzijnde Hulpcentrum; Waarborg en aansprakelijkheid De constructeur garandeert zijn nieuwe producten vanaf de datum van installatie volgens de van kracht zijnde normen en/of volgens het verkoopscontract. Controleer bij de eerste inbedrijfstelling of de brander onbeschadigd en compleet is. OPGELET Het niet nakomen van wat in deze handleiding wordt beschreven, nalatigheid tijdens het bedrijf, een verkeerde installatie en de uitvoering van niet-geautoriseerde wijzigingen veroorzaken de annulering, door de constructeur, van de garantie die hij de brander geeft. In het bijzonder vervallen de rechten op de waarborg en de aansprakelijkheid in geval van schade aan personen en/of voorwerpen, als de beschadigingen terug te voeren zijn tot een of verschillende van de volgende oorzaken: onjuiste installatie, inbedrijfstelling, gebruik en onderhoud van de brander; oneigenlijk, fout en onredelijk gebruik van de brander; werkzaamheden door onbevoegd personeel; uitvoering van niet-geautoriseerde wijzigingen aan het apparaat; gebruik van de brander met veiligheidstoestellen die defect zijn, op verkeerde wijze toegepast werden en/of niet functionerend; installatie van extra bestanddelen die niet samen met de brander gekeurd werden; toevoer van ongeschikte brandstoffen naar de brander; defecten in de brandstoftoevoerleiding; gebruik van de brander nadat zich een fout en/of afwijkend gedrag voorgedaan heeft; reparaties en/of revisies die op verkeerde wijze uitgevoerd worden; wijziging van de verbrandingskamer door het aanbrengen van inzetstukken die de regelmatige ontwikkeling van de vlam, vastgelegd bij de constructie, beletten; onvoldoende en ongeschikt toezicht en zorg van de bestanddelen van de brander die het meest aan slijtage onderhevig zijn; gebruik van niet-originele bestanddelen, zowel reservedelen als kits, accessoires en optionele delen; overmacht. De constructeur wijst ook alle aansprakelijkheid af voor het niet in acht nemen van wat in deze handleiding wordt aangeduid. 5 NL

8 Veiligheid en preventie 3 Veiligheid en preventie 3.1 Achtergrond De branders werden ontworpen en gebouwd conform de van kracht zijnde normen en richtlijnen, waarbij de gekende technische veiligheidsregels toegepast en alle potentiële gevaarlijke situaties voorzien werden. Maar u dient toch rekening te houden met het feit dat onvoorzichtig en onhandig gebruik van het apparaat situaties met dodelijk risico voor de gebruiker of derden kan veroorzaken, en ook schade aan de brander of aan andere goederen. Afleiding, oppervlakkigheid en te groot vertrouwen zijn vaak de oorzaak van ongevallen; en ook vermoeidheid en slaperigheid kunnen ze veroorzaken. Het valt aan te raden om met het volgende rekening te houden: De brander moet uitsluitend bestemd worden voor het gebruik waarvoor hij op uitdrukkelijke wijze bedoeld is. Elk ander gebruik moet als oneigenlijk en dus als gevaarlijk beschouwd worden. Vooral: hij kan worden aangebracht op ketels met water, met stoom, met diathermische olie, en op andere gebruiksmiddelen die uitdrukkelijk voorzien worden door de constructeur; het type en de druk van de brandstof, de spanning en de frequentie van de stroomtoevoer, de minimum en maximum debieten waarop de brander geregeld is, de drukregeling van de verbrandingskamer, de afmetingen van de verbrandingskamer en de omgevingstemperatuur moeten zich binnen de waarden bevinden die aangeduid worden in de gebruiksaanwijzing. Het is niet toegestaan om wijzigingen op de brander toe te brengen om de prestaties en de bestemming er van te veranderen. De brander moet gebruikt worden in onberispelijke, technisch veilige omstandigheden. Eventuele storingen die de veiligheid negatief kunnen beïnvloeden moeten tijdig geëlimineerd worden. Het is niet toegestaan de bestanddelen van de brander te openen of eraan te sleutelen, behalve die delen die in het onderhoud voorzien zijn. Uitsluitend de delen die voorzien worden door de fabrikant mogen vervangen worden. OPGELET De fabrikant garandeert de veiligheid van de goede werking alleen als alle bestanddelen van de brander onbeschadigd en correct geplaatst zijn. 3.2 Opleiding van het personeel De gebruiker is de persoon of de instelling of het vennootschap die de machine gekocht heeft en van plan is ze te gebruiken voor de gebruiksdoeleinden waarvoor hij bedoeld is. Hij is verantwoordelijk voor de machine en voor de opleiding van wie rondom de machine werkt. De gebruiker: belooft om de machine alleen toe te vertrouwen aan gekwalificeerd personeel dat voor dat doel opgeleid werd; zet zich in om zijn personeel op geschikte wijze in te lichten over de toepassing en de inachtneming van de veiligheidsvoorschriften. Daarom zet hij zich in opdat elk personeelslid de gebruiksaanwijzingen en de veiligheidsvoorschriften voor zijn taak kent; Het personeel moet alle aanduidingen van gevaar en voorzichtigheid die op de machine staan in acht nemen. Het personeel mag niet uit eigen beweging werkzaamheden of ingrepen uitvoeren die niet tot zijn taak behoren. Het personeel is verplicht om zijn baas over elk probleem of elke gevaarlijk situatie die zich zou voordoen in te lichten. De montage van onderdelen van andere merken of eventuele wijzigingen kan de karakteristieken van de machine wijzigen en bijgevolg de veiligheid tijdens bedrijf ervan negatief beïnvloeden. De Fabrikant wijst daarom elke aansprakelijkheid af voor alle schade die zich voordoet als gevolg van het gebruik van niet-originele onderdelen. En ook: is verplicht om alle noodzakelijke maatregelen te nemen die voorkomen dat onbevoegde personen toegang tot de machine hebben; dient de fabrikant in te lichten wanneer hij defecten of een slechte werking van de systemen ter voorkoming van arbeidsongevallen vaststelt, en ook over elke vermoedelijk gevaarlijke situatie. het personeel moet altijd de persoonlijke beschermingsmiddelen gebruiken die voorzien worden door de wet, en de uitleg in deze handleiding volgen. 6 NL

9 Technische beschrijving van de brander 4 Technische beschrijving van de brander 4.1 Omschrijving van de branders Serie: R Brandstof: S L LS N Aardgas Stookolie Stookolie / Methaan Olie Grootte Regeling: BP E EV P M Twee vlamgangen (stookolie) / Proportionele klep (gas) Elektronische nok Elektronische nok en variabele snelheid (met Invertor) Proportionele klep lucht/gas Mechanische nok Uitstoot: C01 of... Klasse 1 EN667 C02 of MZ Klasse 2 EN667 BLAUW of BLAUW Klasse 3 EN676 Kop: TC Standaardkop TL Lange kop Systeem van vlamcontrole: FS1 Standaard (1 stop elke 24 uren) FS2 Continue werking (1 stop elke 72 uren) Elektrische voeding van het systeem: 3/400/50 3N / 400V / 50Hz 3/230/50 3 / 230V / 50Hz Spanning van hulpmiddelen: 230/50/60 230V / 50-60Hz 110/50/60 110V / 50-60Hz R S 1000 M BLU TC FS1 3/400/50 230/50/60 BASISOMSCHRIJVING UITGEBREIDE OMSCHRIJVING 4.2 Beschikbare modellen Omschrijving Spanning Start Code RS 1000/M BLU TC 3/400/50 Ster/Driehoek RS 1200/M BLU TC 3/400/50 Ster/Driehoek Tab. A 7 NL

10 Technische beschrijving van de brander 4.3 Technische gegevens Model RS 1000/M BLU RS 1200/M BLU Type 1133 T 1134 T Vermogen (1) Debiet (1) min - max kw 1100/ / Brandstoffen Druk van gas bij max. vermogen (2) - Gas: G20/G25 Werking Standaardtoepassing Aardgas: G20 (methaan) - G21 - G22 - G23 - G25 mbar 67,1/101,2 97,2/145 Intermitterend (min. 1 stop elke 24 uren). Twee progressieve stadia of modulerend met kit (zie accessoires) Ketels: warm water-, stoom-, en thermische olieketels Omgevingstemperatuur C 0-50 Temperatuur verbrandingslucht C max 60 Geluidsniveau (3) Geluidsdruk Geluidsvermogen db(a) Gewicht Kg Tab. B (1) Referentievoorwaarden: Omgevingstemperatuur 20 C - Temperatuur gas 15 C - Barometerdruk 1013 mbar Hoogte 0 m boven de zeespiegel (2) Druk aan het afnamepunt 5)(Fig. 4) met druk nul in de verbrandingskamer, aan het maximumvermogen van de brander. (3) Geluidsemissietest uitgevoerd volgens het normenstelsel EN met meetnauwkeurigheid σ = ± 1,5 db, in het verbrandingslaboratorium van de constructeur, met brander die werkt op de proefketel aan het maximumvermogen ,3 99,7 4.4 Elektrische gegevens Model RS 1000/M BLU RS 1200/M BLU Elektrische voeding Motor van de ventilator IE2 Ontstekingstransformator tpm Hz V kw A V1 - V2 I1 - I / ,6/22,3 3N ~ 400V +/-10% 50 Hz 230 V - 2 x 5 kv 1,9 A - 35 ma / ,1-25,5 Opgenomen elektrische vermogen kw max Beschermingsgraad IP 54 Tab. C Model RS 1000/M BLU RS 1200/M BLU Elektrische voeding Motor van de ventilator IE3 Ontstekingstransformator tpm Hz V kw A V1 - V2 I1 - I / ,2/22,3 3N ~ 400V +/-10% 50 Hz 230 V - 2 x 5 kv 1,9 A - 35 ma / ,4/25,1 Opgenomen elektrische vermogen kw max ,2 Beschermingsgraad IP 54 Tab. D 8 NL

11 Technische beschrijving van de brander 4.5 Categorieën van de brander - Landen van bestemming Land van bestemming SE - FI - AT - GR - DK - ES - GB - IT - IE - PT - IS - CH - NO DE NL FR BE LU - PL Categorie gas I 2H I 2ELL I 2L I 2Er I 2E(R)B I 2E Tab. E 4.6 Afmetingen De buitenafmetingen van de brander staan in Afb. 1. Houd er rekening mee dat voor controle van de branderkop de brander moet worden geopend en dat het voorste gedeelte op de scharnier moet worden geroteerd. De buitenafmetingen van de open brander zijn de afmetingen L en R. De afmeting I betreft de dikte van het vuurvaste materiaal van de keteldeur Afb. 1 mm A B C D E F G H I L R RS 1000/M BLU DN RS 1200/M BLU DN Tab. F 9 NL

12 Technische beschrijving van de brander 4.7 Werkingsvelden Het MAXIMUM VERMOGEN moet worden gekozen binnen het continue gebied van het diagram (Afb. 2). Het MINIMUM VERMOGEN mag niet minder bedragen dan de stippellijn in het diagram: RS 1000/M BLU = 4000 kw RS 1200/M BLU = 5500 kw OPGELET Het werkingsveld (Afb. 2) is berekend bij een omgevingstemperatuur van 20 C, een luchtdruk van 1013 mbar (ongeveer 0 m boven de zeespiegel) en met de branderkop afgesteld zoals aangegeven op pag. 18. D RS 1000/M BLU RS 1200/M BLU Druk in de verbrandingskamer - mbar Thermisch vermogen kw Afb Proefketel De combinatie brander-ketel stelt geen enkel probleem als de ketel EG gehomologeerd is en als de afmetingen van de verbrandingskamer de waarden in het diagram (Afb. 3) benaderen. Indien de brander moet toegepast worden op een ketel zonder EG homologatie en/of waarvan de afmetingen van de verbrandingskamer duidelijk kleiner zijn dan diegenen die worden aangeduid in het diagram, moeten de constructeurs geraadpleegd worden. De werkingsvelden zijn het resultaat van testen met speciale proefketels, volgens norm EN 676. In Afb. 3 zijn de diameter en de lengte van de proefverbrandingskamer aangegeven. Voorbeeld: Vermogen 7000 kw - diameter 120 cm - lengte = 6 m MODULATIEVERHOUDING De modulatieverhouding in testketels volgens de norm EN 676 is 2,5:1. Verbrandingskamer m D2448 Afb NL

13 Technische beschrijving van de brander 4.9 Beschrijving van de brander Hefringen 2 Waaier 3 Motor van de ventilator 4 Servomotor 5 Drukafnamepunt gas branderkop 6 Branderkop 7 Stabiliteitsschijf vlam 8 Kap schakelbord 9 Scharnier om brander te openen 10 Luchttoevoer van de ventilator 11 Mof 12 Scherm die op de brander bevestigd wordt 13 Flens voor gasstraat 14 Afsluiter 15 Hendel voor verplaatsing van branderkop Fig Stangen voor beweging luchtklep 17 Luchtdrukschakelaar (type differentieel) 18 Drukafnamepunt lucht branderkop 19 Maximumgasdrukschakelaar met drukafnamepunt 20 UV-cel 21 Drukafnamepunt voor luchtdrukschakelaar + 22 Blokkeerschroeven afsluiter Tijdens het transport (vervang deze met de bijgeleverde schroeven M12x25) 11 NL

14 Technische beschrijving van de brander 4.10 Beschrijving van het schakelbord Klemmenbord hoofdvoeding 2 Uitgang relais schone contacten 3 Ontstekingstransformator 4 Stopknop 5 Keuzeschakelaar uit-automatisch-manueel 6 Keuzeschakelaar verhogen-verlagen vermogen 7 Lichtsignaal ingreep thermisch relais motor, ventilator 8 Lichtsignaal vergrendeling brander en ontgrendelingsknop 9 Elektrische apparatuur 10 Tijdschakelaar 11 Luchtdrukschakelaar 12 Relais en thermisch relais motor ventilator, starter ster driehoek 13 Passage voedingskabels, externe aansluitingen en kit 14 Klemmenbord voor kit RWF 15 Zekering hulpcircuits 16 Stekker/stopcontact servomotor 17 Lichtsignaal hoofdzakelijk brandstofventiel open 18 Lichtsignaal verzoek warmte 19 Lichtsignaal aanwezigheid stroomnet 20 Stekker/stopcontact vlamsensor N.B. Afb. 5 De brander kent twee soorten vergrendelingen: Vergrendeling van de brander: het oplichten van de knop (rode led) van de controledoos 9)(Afb. 5) en de verlichte knop 8) waarschuwt dat de brander is vergrendeld. Druk op de knop 8) om te ontgrendelen. Vergrendeling van de motoren: druk om te ontgrendelen op de drukknop van het bijbehorende thernisch relais Geleverd materiaal Pakking voor flens gasstraat N. 1 Hitteschild N. 1 Schroeven M12x N. 2 Bevestigingsschroeven M16x70 gasflens N. 8 Schroeven M20x70 voor bevestiging branderflens op ketel. N. 4 Kit kabelgangen voor invoer optionele elektrische aansluitingen N. 1 Handleiding N. 1 Onderdelencatalogus N NL

15 Technische beschrijving van de brander 4.12 Elektrische controledoos (LFL1.333RL) Belangrijke aantekeningen OPGELET Alle werkzaamheden (voor montage, installatie en hulp, enz.) moeten door gekwalificeerd personeel uitgevoerd worden. Voordat de bekabeling wordt gewijzigd in de zone van de aansluiting van de controledoos LFL1.333RL moet de installatie compleet geïsoleerd worden van de stroomtoevoer van het net (omnipolaire scheiding). De bescherming tegen risico's op elektrische schokken op de controledoos en op alle elektrische onderdelen die zijn aangesloten, wordt verkregen indien de montage correct wordt uitgevoerd. Controleer vóór elke werkzaamheid (werkzaamheden voor montage, installatie en hulp, enz.) of de bedrading in orde is en of de parameters correct ingesteld zijn, en voer dan de veiligheidscontroles uit. Vallen en stoten hebben een negatieve invloed op de veiligheidsfuncties. In zulke gevallen moet de controledoos niet in werking gezet worden, ook niet als hij niet zichtbaar beschadigd is. Druk de ontgrendelingsknop of de remote ontgrendelingsknop van de controledoos niet langer dan 10 seconden in omdat anders het interne relais wordt beschadigd. OPGELET Voor de veiligheid en de betrouwbaarheid moeten de volgende aanwijzingen gerespecteerd worden: Voorkom condities die de vorming van condens en vocht bevorderen. Controleer anders, alvorens de brander opnieuw te ontsteken, of de controledoos helemaal perfect droog is! Voorkom dat elektrostatische ladingen opgeslagen worden die bij contact de elektronische bestanddelen van de controledoos kunnen beschadigen. Gebruik Volg onderstaande voorschriften om ongevallen, schade aan voorwerpen of omgeving te voorkomen! De controledoos LFL1.333RL is een veiligheidssysteem! Maak hem niet open, breng geen wijzigingen aan en forceer de werking ervan niet. Riello S.p.A. is niet aansprakelijk voor eventuele schade veroorzaakt door niet-geautoriseerde werkzaamheden! Druk de ontgrendelingsknop of de remote ontgrendelingsknop van de controledoos niet langer dan 10 seconden in omdat anders het interne relais wordt beschadigd. De controledoos LFL1.333RL is een controlesysteem van branders met aangeblazen lucht met middelgrote en grote capaciteit, voor intermitterende werking (minstens 1 gecontroleerde uitschakeling elke 24 uren). Aantekeningen voor de installatie Controleer of de elektrische aansluitingen in de ketel conform de nationale en plaatselijke veiligheidsnormen zijn. Verwar de draden onder spanning niet met de neutraalgeleiders. Controleer of de verbonden draden niet met de nabijliggende aansluitklemmen in contact komen. Gebruik geschikte aansluitklemmen. Leg de hoogspanningskabels voor ontsteking apart, zo ver mogelijk van de controledoos en van de andere kabels. Zorg er tijdens de bekabeling van de inrichting voor dat de kabels met netwerkspanning AC 230 V een andere ligging hebben dan de laagspanningskabels, om te voorkomen dat u door elektriciteit getroffen wordt. Elektrische aansluiting van de vlamdetector Het is belangrijk dat de transmissie van de signalen zo goed als vrij van storingen en verlies is: Houd de kabels van de detector altijd gescheiden van de andere kabels: De capacitieve reactantie van de lijn beperkt de grootte van het vlamsignaal. Gebruik een afzonderlijke kabel. Houd rekening met de toelaatbare kabellengtes. De ionisatiesonde is niet beveiligd tegen risico's op elektrocutie. De op het stroomnet aangesloten ionisatiesonde moet tegen toevallig contact beveiligd worden. Positioneer de ontstekingselektrode en de ionisatiesonde zodanig dat de ontstekingsvonk geen boog op de sonde kan vormen (risico op elektrische overbelasting). Technische gegevens Stroomnetspanning AC 230 V -15 % / +10 % Stroomnetfrequentie 50 / 60 Hz ±6 % Zekering (intern) Primaire zekering (extern) Gewicht Opgenomen vermogen Beschermingsgraad Veiligheidsklasse Ingaande stroom in terminal 1 Belasting op controleterminals Omgevingsvoorwaarden: Werking Klimaatvoorwaarden Mechanische voorwaarden Temperatuurbereik Vochtigheid S8414 T6.3H250V max. 10 A ongeveer 1 kg ongeveer AC 3.5 VA IP40 II max. 5 A continu (pieken van 20 A / 20 ms) max. 4 A continu (pieken van 20 A / 20 ms) DIN EN Klasse 1K3 Klasse 1M C < 95% RV Afb. 6 Tab. G 13 NL

16 Technische beschrijving van de brander 4.13 Servomotor (SQM ) Belangrijke aantekeningen OPGELET Het valt aan te raden om onderstaande voorschriften te volgen om ongevallen, schade aan voorwerpen of omgeving te voorkomen! Open, wijzig of forceer de actuatoren niet. Alle werkzaamheden (voor montage, installatie en hulp, enz.) moeten door gekwalificeerd personeel uitgevoerd worden. Voordat de bekabeling wordt gewijzigd in de zone van de aansluiting van de servomotor moet het controlesysteem van de brander compleet geïsoleerd worden van de stroomtoevoer van het net (omnipolaire scheiding). Beveilig, om elektrocutierisico's te voorkomen,de aansluitklemmen op gepaste wijze en bevestig de kap op de correcte wijze. Controleer of de bekabeling in orde is. Vallen en stoten hebben een negatieve invloed op de veiligheidsfuncties. In zulke gevallen moet de servomotor niet in werking gezet worden, ook niet als hij niet zichtbaar beschadigd is. Aantekeningen voor montage Controleer of de van toepassing zijnde nationale veiligheidsnormen in acht genomen worden. Tijdens de montage van de servomotor en de verbinding van de luchtklep kunnen de raderwerken ontkoppeld worden met behulp van een hendel, zodat de drijfas gemakkelijk in beide draairichtingen kan geregeld worden. Technische gegevens Bedrijfsspanning AC V, 50 Hz 15 % / +10 % AC 220 V, 60 Hz 15 % / +10 % Capaciteit van omschakeling schakelaars eindeloop en aux Hoekpositie Montagestand 10 (3) A, AC V tot 160 (schaalminimum) facultatief Beschermingsgraad IP 54, DIN Veiligheidsklasse Gewicht Motor actuator S8413 Opgenomen vermogen Omgevingsvoorwaarden: Werking Klimaatvoorwaarden Mechanische voorwaarden Temperatuurbereik Vochtigheid I ongeveer 1,7 kg synchrone motor 9 VA DIN EN Klasse 1K3 Klasse 1M C < 95% RV Afb. 7 Tab. H 14 NL

17 Installatie 5 Installatie 5.1 Aantekeningen over de veiligheid bij de installatie Maak eerst de ruimte rond de zone waar de brander geïnstalleerd wordt zorgvuldig schoon, zorg voor een correcte verlichting van de omgeving en voer dan de installatiewerkzaamheden uit. GEVAAR Alle werkzaamheden voor de installatie, het onderhoud en de demontage moeten absoluut uitgevoerd worden wanneer de elektriciteitsleiding losgekoppeld is. OPGELET GEVAAR De installatie van de brander moet uitgevoerd worden door bevoegd personeel volgens de uitleg in deze handleiding en conform de van kracht zijnde normen en wetsbepalingen. De verbrandingslucht in de ketel mag geen gevaarlijke mengsels bevatten (bijv.: chloride, fluoride, halogeen); bij aanwezigheid ervan wordt aanbevolen om de reiniging en het onderhoud nog vaker uit te voeren. 5.2 Verplaatsing De emballage van de brander bevat ook een houten platform, en dus kan de brander, als hij nog ingepakt is, verplaatst worden met een transpalet of met een vorkheftruck. OPGELET De werkzaamheden voor de verplaatsing van de brander kunnen heel gevaarlijk zijn als ze niet heel aandachtig uitgevoerd worden: verwijder alle onbevoegde personen; controleer of de middelen die ter beschikking staan onbeschadigd en geschikt zijn. U dient ook te controleren of de zone waarin u werkt leeg is en of er voldoende vluchtruimte is, dat betekent een vrije en veilige zone waarnaar u zich snel kunt verplaatsen als de brander zou vallen. Houd tijdens de verplaatsing de lading niet meer dan cm van de grond. VOORZICHTIG Selecteer na het plaatsen van de brander naast de installatiezone de verschillende materialen van de emballage en verwerk ze op de juiste wijze. Maak, voordat u de installatiewerkzaamheden uitvoert, de ruimte rond de zone waar u de brander wenst te installeren zorgvuldig schoon. 5.3 Voorafgaande controles Controle van de levering VOORZICHTIG Nadat de verpakking verwijderd werd, moet de integriteit van de inhoud gecontroleerd worden. In geval van twijfels mag de brander niet gebruikt worden, en moet de leverancier gecontacteerd worden. De elementen van de verpakking (houten kooi of kartonnen doos, nagels, gespen, plastic zakjes, enz.) mogen niet achtergelaten worden omdat ze een potentieel gevaar vormen en vervuilend zijn, maar moeten op een daarvoor bestemde plaats verwerkt worden. Controle van de karakteristieken van de brander Controleer de identificatieplaat van de brander (Afb. 8), die het volgende bevat: A het model van brander; B het type van brander; C het bouwjaar (gecryptografeerd); D het serienummer; E de gegevens van de elektrishe voeding en de beschermingsgraad; F het geabsorbeerde elektrische vermogen; G de gebruikte gastypes en de relatieve voedingsdrukken; H de gegevens van de mogelijke minimum em maximum vermogens van de brander (raadpleeg Werkingsveld) Aandacht. Het vermogen van de brander moet binnen het werkingsveld van de ketel liggen; I de categorie van de controledoos/landen van bestemming. R.B.L. D GAS-KAASU GAZ-AEPIO D10411 OPGELET X A G G I E RIELLOS.p.A. I Legnago (VR) Als het plaatje van de brander geschonden of verwijderd wordt of ontbreekt of op een andere wijze niet in orde is, kan de brander niet met zekerheid geïdentificeerd worden en wordt elke installatieen onderhoudswerkzaamheid moeilijk. B C F H H Afb NL

18 Installatie 5.4 Werkingspositie OPGELET De brander is uitsluitend voorzien voor de werking in de volgende posities 1, 2, 3 en 4 (Afb. 9). Het beste kan hij in de positie 1 geïnstalleerd worden omdat alleen in deze positie het onderhoud uitgevoerd kan worden zoals in deze handleiding beschreven wordt. De installaties 2, 3 en 4 staan de werking toe, maar maken de onderhouds- en inspectiehandelingen van de branderkop minder toegankelijk. GEVAAR Alle andere posities zijn niet goed voor een goede werking. Positie 5 is om veiligheidsredenen verboden Afb Verwijdering blokkeerschroeven afsluiter OPGELET Voordat de brander op de ketel wordt gemonteerd, moeten de schroeven en de moeren 1)- 2)(Afb. 10) verwijderd worden. Vervang deze met de bijgeleverde schroeven 3) M12x Afb Voorbereiding van de ketel Boringen in de ketelplaat Boor gaten in de dichtingsplaat van de verbrandingskamer, zoals aangegeven wordt in Afb. 11. Met behulp van de thermische flensdichting - samen met de brander geleverd - kunt u de juiste positie van te boren gaten vinden Lengte van de monding Bij het kiezen van de lengte van de monding moet u rekening houden met de voorschriften van de ketelfabrikant. De kop moet in ieder geval langer zijn dan de totale dikte van de keteldeur en het hittebestendig materiaal. Voor ketels met circulatie van rookgassen vooraan 1)(Fig. 12) of met vlaminversiekamer, moet een vuurvaste bescherming 5) aangebracht worden tussen het vuurvast materiaal van de ketel 2) en de monding 4). De bescherming moet zodanig aangebracht worden dat de monding verwijderd kan worden. Voor ketels waarvan de voorkant met water gekoeld wordt is een vuurvaste bescherming niet nodig 2)-5)(Fig. 12), als de fabrikant van de ketel er niet uitdrukkelijk om vraagt. D455 mm A B C RS 1000/M BLU M 20 RS 1200/M BLU M 20 Afb. 11 Tab. I 16 NL

19 Installatie 5.7 Bevestiging van de brander op de ketel Zorg voor een geschikt hefsysteem dat u aan de ringen 3)(Fig. 12) vastmaakt. Schuif de bijgeleverde thermische afscherming op de monding 4). Schuif de gehele brander op de eerder voorziene branderboring, zoals uitgelegd op Afb. 11, en bevestig met de bijgeleverde schroeven. OPGELET De dichting brander-ketel moet hermetisch zijn Fig Toegang tot de binnenkant van de kop Ga als volgt te werk om de binnenkant van de branderkop te bereiken (Afb. 13): koppel de elektrische aansluitingen van de servomotor los; koppel de drie stangen 3) van de mechanische nok en de beweging van de kop 12) los; draai de 4 bevestigingsschroeven 1) los en open de brander op het scharnier; koppel de kabels 14) van de elektroden 2) los; verwijder de schroef/gasdrukafnamepunt 6) van de kop; trek het binnenstuk van de kop 5) uit Afb NL

20 Installatie 5.9 Positionering elektroden OPGELET Positioneer de elektroden door de afmetingen te respecteren die worden aangeduid in Afb. 14. Elektroden D11587 Gaspijpstuk Afb Afstelling van de branderkop De servomotor van de luchtklep 4)(Fig. 4) varieert niet alleen het luchtdebiet in functie van de vraag om vermogen, maar varieert via hendels ook de regeling van de branderkop. Dankzij dit systeem is de regeling optimaal, ook bij het minimum van het werkingsveld. Bij gelijke rotatie van de servomotor kan de opening van de verbrandingskop gevarieerd worden door de trekker op de openingen ( )(Afb. 15) te verplaatsen Afb. 15 De keuze van de opening wordt bepaald op basis van het gevraagde maximum vermogen, zoals wordt aangeduid in Tab. J. In de fabriek wordt de maximumslag (boring 10, Afb. 15) ingesteld. RS 1000 RS 1200 Opening stangen OPGELET Van Vermogen (kw) A Tab. J De gasleidingen verlaten de fabriek met ijking op merkteken 1. Dankzij de regeling die wordt aangeduid in Afb. 16 kunnen de gasleidingen in de optimale positie gedraaid worden in functie van het systeem waarop de brander is gemonteerd (bijv. ketels met vlaminversiekamer) Afb NL

21 Installatie 5.11 Gastoevoer OPGELET Risico op explosie te wijten aan brandstoflekken in aanwezigheid van een ontvlambare bron. Voorzorgsmaatregelen: voorkom stoten, wrijvingen, vonken, warmte. Controleer of het afsluitkraantje van de brandstof gesloten is alvorens werkzaamheden op de brander uit te voeren. De installatie van de toevoerleiding van de brandstof moet uitgevoerd worden door bevoegd personeel, volgens de uitleg in deze handleiding en conform de van kracht zijnde normen en wetsbepalingen. MBC met schroefdraad Afb Gastoevoerleiding Legende (Afb Afb Afb Afb. 20) 1 Gastoevoerleiding 2 Manueel ventiel 3 Antivibratiekoppeling 4 Manometer met drukknopkraan 5 Filter 6A Bevat: filter werkingsventiel veiligheidsklep drukregelaar 6B Bevat: werkingsventiel veiligheidsklep drukregelaar 6C Bevat: veiligheidsklep werkingsventiel 6D Bevat: veiligheidsklep werkingsventiel 7 Minimum gasdrukschakelaar 8 Dichtingscontrole, geleverd als accessoire of geïntegreerd, in functie van de code van de gasstraat. Volgens de norm EN 676 is de dichtingscontrole verplicht voor branders met een maximumvermogen boven 1200 kw. 9 Pakking 10 Drukregelaar 11 Adapter straat-brander, afzonderlijk geleverd P2 Druk vóór de ventielen/regelaars P3 Druk vóór de filter L L1 Gasstraat, afzonderlijk geleverd Ten laste van de installateur MBC met flens Afb. 18 DMV met flens of schroefdraad Afb. 19 CB met flens of schroefdraad Afb NL

22 Installatie Gasstraat Gehomologeerd volgens de norm EN 676, en wordt afzonderlijk geleverd. Voor de selectie van het correcte model van gasstraat wordt verwezen naar de bijgeleverde handleiding Combinatie brandergasstraat Installatie gasstraat GEVAAR De gasstraat is voorzien voor aansluiting op de brander met de flens 1)(Afb. 21) Onderbreek de stroomtoevoer met de hoofdschakelaar van de inrichting. Controleer of geen gaslekken aanwezig zijn. Let op voor de beweging van de gasstraat: gevaar op beknelling van ledematen Controleer of de gasstraat correct geïnstalleerd is en of er geen brandstoflekken zijn. De bediener dient de uitrusting, nodig voor het uitvoeren van de installatie, te gebruiken. Afb Gasdruk Tab. K duidt het vermogensverlies van de verbrandingskop en van de gassmoorklep aan in functie van het werkingsvermogen van de brander. RS 1000/M BLU RS 1200/M BLU De waarden vermeld in Tab. K verwijzen naar: Aardgas G 20 Cal. ond. 9,45 kwh/sm 3 (8,2 Mcal/Sm 3 ) Aardgas G 25 Cal. ond. 8,13 kwh/sm 3 (7,0 Mcal/Sm 3 ) Kolom 1 kw 1 p (mbar) 2 p (mbar) G 20 G 25 G 20 G ,9 14,4 1,2 1, ,0 18,8 1,5 2, ,0 23,2 1,8 2, ,1 27,6 2,2 3, ,1 32,0 2,6 3, ,2 36,3 3,1 4, ,9 41,6 3,6 5, ,9 47,2 4,1 6, ,9 52,7 4,7 7, ,5 59,4 5,3 7, ,4 66,3 5,9 8, ,2 73,3 6,6 9, ,0 80,2 7,3 10, ,0 81,6 7,5 11, ,2 26,6 2,2 3, ,1 32,1 2,6 3, ,0 37,6 3,1 4, ,9 43,2 3,6 5, ,8 48,7 4,1 6, ,6 55,4 4,7 7, ,4 62,1 5,3 7, ,2 68,8 6,0 8, ,1 75,5 6,6 9, ,6 83,1 7,4 10, ,4 91,0 8,1 12, ,2 99,0 8,9 13, ,4 100,6 9,1 13,4 Tab. K Drukverlies branderkop. Gasdruk gemeten op afnamepunt 1)(Afb. 22), met: verbrandingskamer op 0 mbar; brander functionerend aan het maximum modulatievermogen; verbrandingskop geregeld op pag. 18. Kolom 2 Drukverlies gassmoorklep 2)(Afb. 22) met maximumopening: 90. Om het ruw geschatte vermogen van de werking van de brander te kennen: trek van de gasdruk aan het afnamepunt 1)(Afb. 22) de druk in de verbrandingskamer af. Zoek in Tab. K van de brander de drukwaarde die het dichtst bij het resultaat van de aftrekking ligt. Lees aan de linkerkant het overeenkomstige vermogen af. 20 NL

23 Installatie Voorbeeld RS 1000/M BLU met aardgas G20: Werking aan maximum modulatievermogen Gasdruk op het afnamepunt 1)(Afb. 22) = 41,9 mbar Druk in de verbrandingskamer = 5 mbar 41,9-5 = 36,9 mbar Een druk van 36,9 mbar, kolom 1, komt in Tab. K overeen met een vermogen van 8000 kw. Het betreft hier slechts een eerste schatting; het werkelijke debiet wordt daarna gemeten op de gasmeter. Om de noodzakelijke gasdruk op het afnamepunt 1)(Afb. 22) te kennen, na vaststelling van het maximum modulatievermogen waarmee de brander moet werken: zoek in Tab. K van de brander de waarde voor het vermogen die het dichtst in de buurt van de gewenste waarde ligt. Lees aan de rechterkant, kolom 1, de druk aan het afnamepunt 1)(Afb. 22). Tel bij deze waarde de veronderstelde druk in de verbrandingskamer op. Voorbeeld RS 1000/M BLU met aardgas G20: Werking aan maximum modulatievermogen Gasdruk bij een vermogen van 8000 kw = 36,9 mbar Druk in de verbrandingskamer = 5 mbar 36,9 + 5 = 41,9 mbar druk nodig op het afnamepunt 1)(Afb. 22) Afb NL

24 Installatie 5.12 Elektrische aansluitingen Aantekeningen over de veiligheid voor de elektriciteitsaansluitingen GEVAAR De elektriciteitsaansluitingen moeten worden uitgevoerd als er geen elektrische voeding is. De elektriciteitsaansluitingen moeten uitgevoerd worden volgens de normen die van kracht zijn in het land van bestemming, door gekwalificeerd personeel. Raadpleeg de elektrische schema's. De constructeur kan niet aansprakelijk gesteld worden voor wijzigingen of aansluitingen die verschillen van diegene die aangeduid worden op de elektrische schema's. Controleer of de stroomtoevoer van de brander overeenkomt met de stroom die op het identificatieplaatje en in deze handleiding aangeduid wordt. De brander is gehomologeerd voor intermitterende werking (FS1). Dat betekent dat ze volgens voorschrift tenminste 1 keer in 24 uren tot stilstand moeten komen, opdat het toestel zijn eigen efficiëntie bij de ontsteking kan controleren. Gewoonlijk wordt het stilleggen van de brander verzekerd door de thermostaat/drukschakelaar van de ketel. Mocht dat niet het geval zijn, dan moet er in serieschakeling met TL een uurschakelaar aangebracht worden, die er voor zorgt dat de brander minstens eenmaal in 24 uren tot stilstand komt. Raadpleeg de elektrische schema's. De elektrische veiligheid van het toestel wordt enkel bereikt wanneer de brander zelf correct aangesloten is op een doeltreffende aardinstallatie, die uitgevoerd werd volgens de van kracht zijnde normen. Deze fundamentele veiligheidsvereiste moet noodzakelijk gecontroleerd worden. In geval van twijfels moet bevoegd personeel gecontacteerd worden dat een zorgvuldige controle van de elektrische installatie moet uitvoeren. Gebruik de gasleidingen niet als aarding van elektrische toestellen. De elektrische installatie moet geschikt zijn voor het maximumvermogen dat geabsorbeerd wordt door het toestel, dat aangeduid wordt op het plaatje en in de handleiding, door te controleren of vooral de doorsnede van de kabels geschikt is voor het vermogen dat geabsorbeerd wordt door het toestel. Voor de stroomtoevoer van het toestel vanaf het elektriciteitsnet: - gebruik geen adapters, meervoudige stopcontacten, verlengsnoeren; - voorzie een meerpolige schakelaar met een opening van minstens 3 mm tussen de contacten (categorie overspanning III) zoals voorzien wordt door de van kracht zijnde veiligheidsnormen. Raak het toestel niet aan met natte of vochtige lichaamsdelen en/of indien u op blote voeten loopt. Trek niet aan de elektriciteitskabels. Voordat u een onderhouds-, schoonmaak- of controlewerkzaamheid uitvoert: GEVAAR Onderbreek de stroomtoevoer naar de brander met de hoofdschakelaar van de inrichting GEVAAR GEVAAR Sluit de blokkeerkraan van de brandstof. Voorkom de vorming van condens, ijs en waterinsijpelingen. Verwijder de kap als hij nog aanwezig is, en voer de elektrische aansluitingen uit volgens de elektriciteitsschema's. Gebruik flexibele kabels conform EN Passage voedingskabels en externe aansluitingen Alle kabels die op de brander aangesloten worden dienen door kabelkanalen te lopen volgens de uitleg op Afb. 23. OPGELET Om de beschermingsgraad van de brander te garanderen, moeten de eventuele vrijgebleven openingen gesloten worden met behulp van de bijgeleverde doppen Legende (Afb. 23) 1 Elektrische voeding 2 Minimumgasdrukschakelaar 3 Drukschakelaar voor controle dichting gasventielen VPS 4 Gasstraat 5 Goedkeuringen/Beveiligingen 6 Ter beschikking 7 Dop Hermonteer de kap en alle veiligheids- en beschermingssystemen van de brander nadat de handelingen van het onderhoud, de reiniging en de controle werden uitgevoerd Afb NL

25 Installatie 5.13 IJking van het thermisch relais Het thermisch relais (Afb. 24) dient om beschadiging van de motor te voorkomen, te wijten aan een sterke verhoging van de stroomabsorptie of als een fase ontbreekt. Raadpleeg voor de ijking 2) de tabel op het elektriciteitsschema (elektrische aansluitingen ten laste van de installateur). Druk op de drukknop RESET 1) om te ontgrendelen in het geval dat het thermisch relais in werking treedt. De STOP knop 3) opent het contact NC (95-96) en legt de motor stil. Steek een schroevendraaier in het venster TEST/TRIP 4) en verplaats hem in de richting van de pijl (naar rechts) om de test van het thermisch relais uit te voeren. OPGELET Het automatisch opnieuw in werking zetten kan gevaarlijk zijn. Deze werkzaamheid is niet voorzien in de werking van de brander D11821 Afb Rotatie motor Wanneer de brander in werking wordt gesteld, moet u zich voor de koelventilator van de motor ventilator stellen en controleren dat hij linksom draait (Afb. 25). Als dit niet het geval mocht zijn: plaats de schakelaar van de brander in positie 0 (uit) en wacht tot de controledoos de fase van de uitschakeling uitvoert. GEVAAR Onderbreek de stroomtoevoer naar de brander met de hoofdschakelaar van de inrichting. Keer de fasen op de driefasige voeding van de motor om Afb NL

26 Inbedrijfstelling, ijking en werking van de brander 6 Inbedrijfstelling, ijking en werking van de brander 6.1 Aantekeningen over de veiligheid bij de eerste inbedrijfstelling OPGELET De eerste inbedrijfstelling van de brander moet uitgevoerd worden door bevoegd personeel volgens de uitleg in deze handleiding en conform de van kracht zijnde normen en wetsbepalingen. OPGELET Controleer of de mechanismen voor regeling, bediening en veiligheid correct functioneren. 6.2 Afstellingen vóór de ontsteking De volgende regelingen moeten uitgevoerd worden: Open de manuele ventielen vóór de gasstraat langzaam. Regel de minimum gasdrukschakelaar (Afb. 33) op het schaalminimum. Regel de maximum gasdrukschakelaar (Afb. 32) op het schaalmaximum. Regel de luchtdrukschakelaar (Afb. 31) op het schaalminimum. Ontlucht de gasleiding. Er wordt aangeraden om de afgelaten lucht met een plastic leiding buiten het gebouw te brengen tot men het gas ruikt. Monteer een U-vormige manometer of een manometer van het differentiële type (Afb. 26) met koppeling (+) op de gasdruk van de mof en (-) in de verbrandingskamer. Dient om ongeveer het MAX vermogen van de brander te kennen. Sluit in een parallelschakeling met de twee elektromagnetische gaskleppen twee lampjes of testers aan om het juiste moment te zien waarop ze onder spanning komen. Deze handeling is niet nodig als beide elektromagnetische kleppen voorzien zijn van een controlelampje dat de elektrische spanning aangeeft. VOORZICHTIG Voordat de brander wordt aangeschakeld, wordt aanbevolen de gasstraat zodanig af te stellen dat de ontsteking plaatsvindt in optimale veiligheidsomstandigheden en dus met een zeer zwak gasdebiet. Afb Start van de brander Sluit de afstandsbedieningen, en stel de keuzeschakelaar 1)(Afb. 27) in positie AUTO. Controleer of de lampjes of de testers aangesloten op de elektromagnetische kleppen, of de controlelampjes op de elektromagnetische kleppen zelf afwezigheid van spanning aangeven. Geven deze spanning aan, stop dan de brander onmiddellijk en controleer de elektrische verbindingen. Bij de sluiting van de limietthermostaat (TL) moet de signalering van vraag om warmte CALL FOR HEAT 3)(Afb. 27) oplichten en begint de brander de startcyclus S8428 Afb NL

27 Inbedrijfstelling, ijking en werking van de brander 6.4 Ontsteking van de brander Nadat de eerder beschreven procedure is uitgevoerd, zou de brander ingeschakeld moeten zijn. Indien de motor start, maar de vlam verschijnt niet en de brander wordt vergrendeld, moet ontgrendeld worden en moet gewacht worden op een nieuwe poging om te starten. In geval de brander niet wordt ingeschakeld, is het mogelijk dat het gas de verbrandingskop niet bereikt binnen de veiligheidstijd van 3 s; dus moet het gasvermogen bij de ontsteking worden vergroot. De U-vormige manometer geeft aan wanneer het gas de mof bereikt (Afb. 26). In geval de brander nog wordt vergrendeld, wordt verwezen naar het hoofdstuk"problemen - Oorzaken - Oplossingen" op pag. 32. Na de ontsteking moet de brander volledig afgesteld worden. 6.5 Regeling servomotor De servomotor (Afb. 28) regelt door middel van overbrengingen tegelijkertijd het debiet en de druk van de lucht en het debiet van de gebruikte brandstof. Hij is voorzien van regelbare nokken die elk een omschakelaar activeren. Nok I: Nok II: Nok III: Nok IV: Nok V: niet gebruikt beperkt de eindeloop van de servomotor op positie 0. Wanneer de brander uitgeschakeld is, moet de luchtklep helemaal gesloten zijn. niet gebruikt Andere nokken: niet gebruikt Hendel 7: doet de slag van de servomotor eindigen op de maximumstand (ongeveer 130 ). regelt het minimum modulatievermogen; wordt geijkt in de fabriek op positie 45. ontgrendeling van servomotor S Afb Regeling brander en vermogensmodulatie Maximumvermogen De servomotor (Afb. 28) moet geregeld worden op de maximum opening zodat de luchtkleppen compleet geopend zijn Minimumvermogen 1 Het minimumvermogen moet gekozen worden binnen het werkingsveld aangegeven op pag. 10. Draai de keuzeschakelaar 2)(Afb. 27) afname vermogen en houd hem naar - gedraaid tot de servomotor de luchtklep heeft gesloten en de gassmoorklep op 45 (regeling uitgevoerd in de fabriek). Afstelling van de lucht Het beginprofiel van de nok 1)(Afb. 29) moet progressief gevarieerd worden door te handelen op de schroeven 2)(Afb. 29). OPGELET Zo mogelijk de eerste schroef niet draaien: deze schroef moet zorgen voor de complete sluiting van de luchtklep. Legende (Afb. 29) 1 Nok 2 Regelschroeven 3 Blokkeerschroeven 4 Variabel profiel D Afb NL

28 Inbedrijfstelling, ijking en werking van de brander Tussenliggende vermogens Na de regeling van het maximum- en minimumvermogen van de brander moet de regeling van de lucht en het gas uitgevoerd worden op verschillende tussenstanden van de servomotor. De overgang van een positie naar de volgende wordt verkregen door de keuzeschakelaar 2)(Afb. 27) ingedrukt te houden op het symbool + of -. Voor een beter herhaalbaarheid van de regeling moet de rotatie van de unit nokken gestopt worden wanneer het bovenste lager, dat op het profiel 4)(Afb. 29) schuift, is uitgelijnd met een van de stelschroeven 2). Draai de gekozen schroef 2) vast of los om het luchtdebiet te vergroten of te verkleinen zodat het wordt aangepast aan het overeenkomstige gasdebiet. VOORZICHTIG Na de regelingen van de vermogens (maximum, minimum en tussenliggend) moeten alle stelschroeven van de lucht 2) geblokkeerd worden met behulp van de blokkeerschroeven 3) zodat mogelijke verplaatsingen worden vermeden van de posities van de ijking lucht-gas. 6.7 Afstelling van de verbrandingslucht De synchrone toevoer van brandstof/verbrandingslucht wordt ingesteld door middel van een servomotor 1)(Fig. 30), aangesloten op een nok met variabel profiel 2), die handelt op de luchtkleppen van de toevoer en, via hendels, op de branderkop en op de gassmoorklep. LET OP! BEWEGENDE DELEN LET OP! GEVAAR OP VERPLETTERING VAN DE LEDE- MATEN Het valt aan te raden, om lekken te beperken en een breed ijkingsveld te hebben, om de servomotor aan het gebruikte maximumvermogen in te stellen, zo dicht mogelijk bij de maximumopening (130 ). In de gassmoorklep wordt de brandstof gesmoord in functie van het gevraagde potentieel, als de servomotor helemaal openstaat, door middel van de drukstabilisator op de gasstraat Fig. 30 De waarden in Tab. L kunnen gebruikt worden als referentie voor een goede ijking van de verbranding. Teveel aan lucht EN 676 Max. vermogen λ 1,2 Max. vermogen λ 1,3 CO GAS CO 2 max. theoretisch 0 % O 2 IJking CO 2 % λ = 1,2 λ = 1,3 mg/kwh G 20 11,7 9, G 25 11,5 9,5 8, G 30 14,0 11,6 10, G 31 13,7 11,4 10, Tab. L 6.8 Afstelling van de lucht / brandstof Tijdens de handelingen van de ijking van de verhouding lucht/ brandstof moeten de volgende regelingen uitgevoerd worden: Luchtnok: handel op de stelschroeven 2)(Afb. 29) nadat de schroeven 3) werden gelost. Gasnok: handel op de stelschroeven 2)(Afb. 29) nadat de schroeven 3) werden gelost. 26 NL

29 Inbedrijfstelling, ijking en werking van de brander Procedure voor het ijken van de brander Controleer, na de eerste ontsteking, de correcte functionering aan het gewenste vermogen. Indien dit niet het geval is, moet de ijking van de gasnok uitgevoerd worden. Als de optimale regeling bereikt is, vergeet dan niet om de regelschroeven van de profielen van de nokken te blokkeren met de schroeven 3)(Afb. 29). OPGELET Overschrijd, tijdens de ijking van de nokken, de limieten van de slag van de servomotor niet zodat het vastlopen wordt vermeden. Controleer, door middel van een manuele verplaatsing van de nokken, of geen mechanische blokkeringen aanwezig zijn voordat de microschakelaars 1-2 van de servomotor ingrijpen. 6.9 Afstelling van de drukschakelaars Drukschakelaar lucht - controle CO Voer de regeling van de luchtdrukschakelaar uit nadat alle andere branderafstellingen gedaan zijn, met de luchtdrukschakelaar afgesteld op het begin van de schaal (Afb. 31). Verhoog de regelingdruk wanneer de brander aan het minimumvermogen werkt en draai daarvoor het daarvoor bestemde knopje langzaam in wijzerzin rond totdat de brander vergrendelt. Draai daarna het knopje met 20% van de afgestelde waarde in tegenwijzerszin. Start de brander opnieuw en controleer of de start normaal verloopt. Als de brander opnieuw vergrendelt, draai dan het knopje nog een klein beetje in tegenwijzerzin. OPGELET Volgens de norm moet de luchtdrukschakelaar beletten dat de luchtdruk tot onder 80% van de afstellingswaarde daalt, en dat het CO-gehalte van de rookgassen 1% overschrijdt ( ppm). Breng om dit te controleren een verbrandingsanalysator in het rookkanaal, sluit traag de aanzuigopening van de ventilator (b.v. met een kartonnetje) en ga na of de brander vergrendelt alvorens het CO-gehalte in de verbrandingsgassen 1% overschrijdt. De luchtdrukschakelaar is absoluut geïnstalleerd, dat betekent alleen aangesloten op het drukafnamepunt + 22)(Fig. 4). D3854 D3856 Afb. 31 Afb Maximumgasdrukschakelaar Regel de maximumgasdrukschakelaar na alle andere afstellingen van de brander uitgevoerd te hebben met de maximumgasdrukschakelaar afgesteld op het einde van zijn schaal (Afb. 32). Verlaag de regelingdruk wanneer de brander aan het maximumvermogen werkt en draai daarvoor het daarvoor bestemde knopje langzaam in tegenwijzerzin rond totdat de brander vergrendelt. Draai dan het draaiknopje 0,2 kpa (2 mbar) in wijzerzin rond en herhaal het starten van de brander. Als de stop van de brander opnieuw in werking treedt, draai dan nogmaals 0,1 kpa (1 mbar) in wijzerzin rond. D3855 Afb Minimumgasdrukschakelaar Voer de regeling van de minimumgasdrukschakelaar uit nadat alle andere branderafstellingen uitgevoerd zijn, met de drukschakelaar afgesteld op het begin van de schaal (Afb. 33). Verhoog de regelingsdruk wanneer de brander aan het maximumvermogen werkt en draai daarvoor het daarvoor bestemde knopje langzaam in wijzerszin tot de brander vergrendelt. Draai daarna 0,2 kpa (2 mbar) terug en herhaal de start van de brander om de regelmatige werking te controleren. Als de stop van de brander opnieuw in werking treedt, draai dan nogmaals 0,1 kpa (1 mbar) terug. OPGELET 1 kpa = 10 mbar 27 NL

30 Inbedrijfstelling, ijking en werking van de brander 6.10 Werkingsvolgorde van de brander Start van de brander 0s 6s 48s 48s 80s 112s 113s 130s 122s 143s Sluiting thermostaat/drukschakelaar TL. Start motor ventilator. Start servomotor: draai 130 naar rechts, tot het contact op de nok 4) ingrijpt De luchtklep positioneert zich op het MAX vermogen. Fase van voorventilatie met luchtdebiet van het MAX vermogen. Duur 32 seconden. De servomotor draait naar links tot de hoek die is ingesteld op de nok 2)(B)p.27. De luchtklep en de gassmoorklep positioneren zich op het MIN vermogen (met nok 2). Vonk van de ontstekingselektrode. Het veiligheidsventiel VS en het regelventiel VR gaan open (snelle opening). De vlam ontvlamt met een laag vermogen, punt A (Afb. 34). Het debiet neemt vervolgens geleidelijk toe, trage opening van het ventiel, tot het minimumvermogen, punt B (Afb. 34). De vonk dooft. Einde van de startcyclus van de elektrische controledoos Tijdens de werking Brander zonder vermogensregelaar RWF Na de startfase gaat de bediening van de servomotor over naar de thermostaat/drukschakelaar TR die de druk of de temperatuur in de ketel controleert, punt C (Afb. 34). (De elektrische controledoos zet de controle van de vlamaanwezigheid en van de correcte stand van de maximumlucht- en gasdrukschakelaars voort). Als de temperatuur of de druk laag is zodat de thermostaat/ drukschakelaar TR gesloten is, verhoogt de brander geleidelijk het vermogen tot de maximumwaarde (deel C-D). Als dan de temperatuur of de druk verhoogt zodat de TR opengaat, verlaagt de brander geleidelijk het vermogen tot de minimumwaarde (deel E-F). Enzovoort. De brander valt stil als er om minder warmte gevraagd wordt dan de brander levert bij minimumvermogen, deel G-H. De thermostaat/drukschakelaar TL opent, de servomotor keert terug naar de hoek 0 beperkt door het contact van de nok 2). De luchtklep sluit volledig, om zoveel mogelijk thermische dispersie te voorkomen. Bij elke vermogenwijziging zorgt de servomotor automatisch voor een wijziging in het gasdebiet (gassmoorklep), het luchtdebiet (luchtklep van ventilator) en de luchtdruk (2 afsluiters in de branderkop). Brander met de vermogensregelaar RWF Zie de handleiding van de regelaar. TL TR M VS VR M Uitdoven van de brander tijdens de werking Als de vlam tijdens de werking per ongeluk dooft, treedt de vergrendeling van de brander binnen 1 sec. in werking Geen ontsteking NORMALE ONTSTEKING GEEN ONTSTEKING D8339 Afb. 34 D8340 Afb. 35 Bij gebrek aan ontsteking (Afb. 35) vergrendelt de brander binnen 3 sec. na de opening van het gasventiel en 122 sec. na de sluiting van de TL. 28 NL

31 Inbedrijfstelling, ijking en werking van de brander 6.11 Eindcontroles (met brander in werking) Open de thermostaat/drukschakelaar TL Open de thermostaat/drukschakelaar TS Draai het draaiknopje van de maximumgasdrukschakelaar rond tot in de stand minimumschaaleinde Draai het draaiknopje van de luchtdrukschakelaar rond tot in de stand maximumschaaleinde Schakel de brander en de spanning uit Koppel de connector van de minimum gasdrukschakelaar los Koppel de draad van de UV-sonde los De De brander moet stoppen met werken brander moet vergrendelen De brander mag niet starten De brander moet vergrendeld worden als gevolg van de niet-ontsteking Tab. M OPGELET Controleer of de mechanische blokkeringen van de afstellingsmechanismen goed zijn aangedraaid. 29 NL

32 Onderhoud 7 Onderhoud 7.1 Aantekeningen inzake veiligheid voor het onderhoud Het periodieke onderhoud is essentieel voor de goede werking, de veiligheid, het rendement en de bedrijfsduur van de brander. Dankzij het onderhoud worden het verbruik en de vervuilende uitstoten gereduceerd en blijft het product betrouwbaar door de tijd heen. GEVAAR De onderhoudswerkzaamheden en het ijken van de brander moeten uitsluitend door gecertificeerd en bevoegd personeel uitgevoerd worden, volgens de uitleg in deze handleiding en conform de van kracht zijnde normen en wetsbepalingen. Voordat u een onderhouds-, schoonmaak- of controlewerkzaamheid uitvoert: GEVAAR GEVAAR Onderbreek de stroomtoevoer naar de brander met de hoofdschakelaar van de inrichting. Sluit de blokkeerkraan van de brandstof. Wacht totdat de bestanddelen in contact met warmtebronnen helemaal afgekoeld zijn. 7.2 Onderhoudsprogramma Frequentie van het onderhoud De gasverbrandingsinrichting moet tenminste eens per jaar gecontroleerd worden door een technicus van de fabrikant of door een andere gespecialiseerde technicus Controle en schoonmaken De bediener dient de uitrusting, nodig voor het uitvoeren van het onderhoud, te gebruiken. Stroom naar de UV-cel (Afb. 36) Verwijder eventueel stof van het raampje. Trek de fotocel krachtig naar buiten om hem uit te trekken; hij wordt alleen door druk op zijn plaats gehouden. Minimumwaarde voor een correcte werking: 70 µa. Als de waarde minder bedraagt, kan dat afhangen van het volgende: cel is leeg lage spanning (lager dan 187 V) slechte regeling van de brander Gebruik voor de meting een microampèremeter van 100 µa c.c., in serieschakeling aangesloten op de cel, volgens het schema, met een condensator van 100 µf - 1V c.c. in parallelschakeling aangesloten op het instrument. Verbranding Analyseer de verbrandingsgassen. Als u een groot verschil waarneemt tegenover een vorige controle, dan vergen deze elementen extra aandacht bij het onderhoud Afb. 36 Branderkop Open de brander en controleer of alle delen van de branderkop onbeschadigd zijn, niet vervormd door de hoge temperatuur, vrij van onzuiverheden afkomstig uit de omgeving, en in de juiste stand staan. Brander Controleer of geen abnormale slijtage of geloste schroeven aanwezig zijn, vooral op de nokken 3)(Afb. 29). Maak de buitenkant van de brander schoon. Maak het variabele profiel van de nokken schoon en smeer hem. Ketel Reinig de ketel volgens de voorschriften zodat u opnieuw de originele verbrandingsgegevens heeft. En in het bijzonder: druk in de verbrandingskamer en temperatuur van rookgassen. Gaslekken Controleer of er geen gaslekken zijn op de leiding gasmeterbrander. Gasfilter Vervang de gasfilter wanneer hij vuil is. Ventilator Ga na of er zich geen stof heeft vastgezet aan de binnenzijde van de ventilator en op de schoepen. Door het stof vermindert het luchtdebiet met als gevolg een vervuilende verbranding. 30 NL

33 Onderhoud Verbranding Als de waarden van verbranding, gemeten bij het begin van de werkzaamheid, niet voldoen aan de van kracht zijnde normen, of in ieder geval niet de waarden van een goede verbranding zijn, raadpleeg dan onderstaande tabel en neem indien nodig contact op met de Technisch Hulpdienst om de nodige regelingen uit te voeren. GAS EN 676 CO 2 max. theoretisch 0 % O 2 Teveel aan lucht Max. vermogen λ 1,2 IJking CO 2 % Max. vermogen λ 1,3 λ = 1,2 λ = 1,3 CO mg/kwh G 20 11,7 9, G 25 11,5 9,5 8, G 30 14,0 11,6 10, G 31 13,7 11,4 10, Tab. N 7.3 Opening van de brander GEVAAR GEVAAR Onderbreek de stroomtoevoer naar de brander met de hoofdschakelaar van de inrichting. Sluit de blokkeerkraan van de brandstof. Verwijder de trekkers 1) en 4)(Afb. 37) van de hendel voor de beweging van de kop en de opening van de luchtkleppen, door de moeren 2) te lossen; koppel het stopcontact 3) van de servomotor los; verwijder de schroeven 5). Nu kunt u de brander op het scharnier openen. Wacht totdat de bestanddelen in contact met warmtebronnen helemaal afgekoeld zijn Afb Sluiting van de brander Voer voor de hermontage de bovenstaande werkzaamheden in de omgekeerde volgorde uit, zodat alle onderdelen van de brander zich weer op de originele positie bevinden. Monteer de branderkap opnieuw nadat alle installatiewerkzaamheden uitgevoerd zijn. 31 NL

34 Problemen - Oorzaken - Oplossingen 8 Problemen - Oorzaken - Oplossingen De elektrische controledoos LFL1.333RL heeft een vergrendelaanduiding (Afb. 38) die tijdens het startprogamma ronddraait en zichtbaar is langs het ontgrendelkijkglas. Wanneer de brander niet start of stilvalt door een storing, geeft het symbool dat op de aanduiding verschijnt het soort onderbreking aan. De standen van de vergrendelaanduiding staan in Afb. 39. Vergrendelaanduiding a-b b-b b(b )-a Startvolgorde Stappen Idle (zonder bevestiging contact) Programma postventilatie S8889 Afb. 38 S8888 P 1 2 Afb. 39 Vervanging van zekering De zekering 2)(Afb. 40) bevindt zich aan de achterzijde van de apparatuur. Er is ook een reservezekering 1) voorhanden die kan worden uitgenomen nadat u het strookje A) breekt dat uit het paneel steekt en dat hem op zijn plaats houdt. Als de zekering 2) onderbroken is, moet hij vervangen worden zoals aangegeven wordt in Afb. 40. T6,3H 250V 2 Hieronder vindt u een lijst met enkele defecten, oorzaken en mogelijke oplossingen voor een reeks afwijkingen die zich kunnen voordoen en die aanleiding geven tot geen werking of een abnormale werking van de brander. 1 Wanneer de brander slecht werkt, moet eerst en vooral het volgende uitgevoerd worden: controleer of de elektrische aansluitingen correct uitgevoerd zijn; controleer of het brandstofdebiet voorhanden is; controleer of alle regelparameters correct geijkt zijn. A S8884 Afb. 40 OPGELET Indien de brander uitvalt, mag deze niet meer dan twee maal achtereenvolgens ontgrendeld worden om schade aan de installatie te vermijden. Als de brander de derde maal vergrendeld wordt, moet de assistentiedienst gecontacteerd worden. GEVAAR Indien de brander nog wordt vergrendeld of andere defecten vertoont, mogen de ingrepen uitsluitend uitgevoerd worden door bevoegd verklaard en gespecialiseerd personeel, volgens de aanduidingen in deze aanwijzingen en in overeenstemming met de normen en de wetsbepalingen. 32 NL

Gasventilatorbranders

Gasventilatorbranders Handleiding voor installatie, gebruik en onderhoud NL Gasventilatorbranders Tweetrapswerking progressief of modulerend CODE MODEL TYPE 20061873 RS 1000/M C01 1139 T 20061850 RS 1200/M C01 1140 T (8) -

Nadere informatie

Gasventilatorbranders

Gasventilatorbranders Handleiding voor installatie, gebruik en onderhoud NL Gasventilatorbranders Modulerende werking CODE MODEL TYPE 20074125-20074121 20074122 20074126-20074123 20074124 RS 310/M BLU FS1 RS 410/M BLU FS1 1138T

Nadere informatie

Gasventilatorbranders

Gasventilatorbranders Handleiding voor installatie, gebruik en onderhoud NL Gasventilatorbranders Modulerende werking CODE MODEL TYPE 3899410 RS 300/M BLU 849T 3899510 RS 400/M BLU 850T 3899110 RS 500/M BLU 856T 20006131 RS

Nadere informatie

Gasventilatorbranders

Gasventilatorbranders Handleiding voor installatie, gebruik en onderhoud NL Gasventilatorbranders Modulerende werking CODE MODEL TYPE 20068343-20068351 20061373 20068356-20068361 20067141 RS 310/M MZ RS 410/M MZ 1142T 1143T

Nadere informatie

Gasventilatorbranders

Gasventilatorbranders Handleiding voor installatie, gebruik en onderhoud NL Gasventilatorbranders Modulerende werking CODE MODEL TYPE 20068219-20068245 20067964 RS 310/M BLU 1138T 20068270-20068284 20069841 RS 410/M BLU 1135T

Nadere informatie

Gasventilatorbranders

Gasventilatorbranders Handleiding voor installatie, gebruik en onderhoud NL Gasventilatorbranders Tweetrapswerking progressief of modulerend CODE MODEL TYPE 20044638-20044639 RS 150/M 890T 20051315-20051316 RS 150/M 890T (4)

Nadere informatie

Gasventilatorbranders

Gasventilatorbranders Handleiding voor installatie, gebruik en onderhoud NL Gasventilatorbranders Modulerende werking CODE MODEL TYPE 20072967 RS 1000/E BLU 1133 T1 20072968 RS 1200/E BLU 1134 T1 (2) - 12/2015 Vertaling van

Nadere informatie

Gasventilatorbranders

Gasventilatorbranders Handleiding voor installatie, gebruik en onderhoud NL Gasventilatorbranders Modulerende werking CODE MODEL TYPE 20062128 RS 1000/EV C01 1139 T2 20062129 RS 1200/EV C01 11340 T2 (6) - 12/2015 Vertaling

Nadere informatie

Gasventilatorbranders

Gasventilatorbranders Handleiding voor installatie, gebruik en onderhoud NL Gasventilatorbranders Modulerende werking CODE MODEL TYPE 3898330 RS 300/E BLU 849T1 3898432 RS 400/E BLU 850T1 3899130 RS 500/E BLU 856T1 20040218

Nadere informatie

Gasventilatorbranders

Gasventilatorbranders Handleiding voor installatie, gebruik en onderhoud NL Gasventilatorbranders Tweetrapswerking progressief of modulerend CODE MODEL TYPE 3897304-3897306 RS 45/M BLU 827 T2 3897305-3897307 RS 45/M BLU 827

Nadere informatie

Gasventilatorbranders

Gasventilatorbranders Handleiding voor installatie, gebruik en onderhoud NL Gasventilatorbranders Modulerende werking CODE MODEL TYE 20065783-20068217 20068261 20056927-20068279 20068294 RS 310/E BLU FS1 RS 410/E BLU FS1 1138T1

Nadere informatie

Gasventilatorbranders

Gasventilatorbranders Handleiding voor installatie, gebruik en onderhoud NL Gasventilatorbranders Modulerende werking CODE MODEL TYPE 3898350 RS 300/EV BLU 849T2 3898452 RS 400/EV BLU 850T2 3899152 RS 500/EV BLU 856T2 20040547

Nadere informatie

Multibrandstofbranders stookolie/gas

Multibrandstofbranders stookolie/gas Handleiding voor installatie, gebruik en onderhoud NL Multibrandstofbranders stookolie/gas Tweetrapswerking progressief of modulerend CODE MODEL TYPE 20057525 RLS 1000/M MX 1311 T 20053012 RLS 1200/M MX

Nadere informatie

Gasventilatorbranders

Gasventilatorbranders Handleiding voor installatie, gebruik en onderhoud NL Gasventilatorbranders Modulerende werking CODE MODEL TYE 20068349-20068353 20068026 RS 310/E MZ 1142T1 20068358-20068363 20067961 RS 410/E MZ 1143T1

Nadere informatie

Gasventilatorbranders

Gasventilatorbranders Handleiding voor installatie, gebruik en onderhoud NL Gasventilatorbranders Modulerende werking CODE MODEL TYPE 3898350 RS 300/EV BLU 849T2 3898452 RS 400/EV BLU 850T2 3899152 RS 500/EV BLU 856T2 20040547

Nadere informatie

Gasventilatorbranders

Gasventilatorbranders Handleiding voor installatie, gebruik en onderhoud NL Gasventilatorbranders Tweetrapswerking progressief of modulerend CODE MODEL TYPE 20096670 BS1/M 915M 3762200-3762250 BS2/M 916M 3762300-3762350 BS3/M

Nadere informatie

Gasventilatorbrander. Tweetrapswerking. Handleiding voor installatie, gebruik en onderhoud RIELLO 40 FS20D 591M (3) - 02/2017

Gasventilatorbrander. Tweetrapswerking. Handleiding voor installatie, gebruik en onderhoud RIELLO 40 FS20D 591M (3) - 02/2017 Handleiding voor installatie, gebruik en onderhoud NL Gasventilatorbrander Tweetrapswerking CODE MODEL TYPE 3759105 RIELLO 40 FS20D 591M (3) - 02/2017 Vertaling van de originele aanwijzingen Inhoud 1 Verklaringen...

Nadere informatie

Multibrandstofbranders stookolie/gas

Multibrandstofbranders stookolie/gas Handleiding voor installatie, gebruik en onderhoud NL Multibrandstofbranders stookolie/gas Modulerende werking CODE MODEL TYPE 20051416 RLS 1000/EV MX 1311 T2 20047475 RLS 1200/EV MX 1312 T2 (8) - 12/2015

Nadere informatie

Gasventilatorbrander. Eentrapswerking. Handleiding voor installatie, gebruik en onderhoud RIELLO 40 FS5 566M (1) - 03/2018

Gasventilatorbrander. Eentrapswerking. Handleiding voor installatie, gebruik en onderhoud RIELLO 40 FS5 566M (1) - 03/2018 Handleiding voor installatie, gebruik en onderhoud NL Gasventilatorbrander Eentrapswerking CODE MODEL TYPE 3756606 RIELLO 40 FS5 566M (1) - 03/2018 Vertaling van de originele aanwijzingen Inhoud 1 Verklaringen...

Nadere informatie

Gasventilatorbrander. Eentrapswerking. Handleiding voor installatie, gebruik en onderhoud RIELLO 40 GS20 556T (3) - 01/2017

Gasventilatorbrander. Eentrapswerking. Handleiding voor installatie, gebruik en onderhoud RIELLO 40 GS20 556T (3) - 01/2017 Handleiding voor installatie, gebruik en onderhoud NL Gasventilatorbrander Eentrapswerking CODE MODEL TYPE 3755644 RIELLO 40 GS20 556T40 (3) - 01/2017 Vertaling van de originele aanwijzingen Inhoud 1 Verklaringen...

Nadere informatie

MT ELEKTRONISCHE REGELAAR. Montage & gebruiksvoorschriften

MT ELEKTRONISCHE REGELAAR. Montage & gebruiksvoorschriften Montage & gebruiksvoorschriften Inhoudstafel VEILIGHEIDS - & VOORZORGSMAATREGELEN 3 PRODUCTBESCHRIJVING 4 ARTIKEL CODE 4 GEBRUIKSTOEPASSING 4 TECHNISCHE GEGEVENS 4 STANDAARDEN 4 OPERATIONELE DIAGRAMMEN

Nadere informatie

METER VAN WARMTEVERBRUIK Module sanitair water Warm en koud

METER VAN WARMTEVERBRUIK Module sanitair water Warm en koud Warmteverbruiksmeter Module sanitair warm en koud water METER VAN WARMTEVERBRUIK Module sanitair water Warm en koud Versie M-bus Versie plaatselijke aflezing Handleiding voor montage Module sanitair warm

Nadere informatie

Gasventilatorbrander. Tweetrapswerking. Handleiding voor installatie, gebruik en onderhoud RIELLO 40 FS5D 587M (1) - 02/2018

Gasventilatorbrander. Tweetrapswerking. Handleiding voor installatie, gebruik en onderhoud RIELLO 40 FS5D 587M (1) - 02/2018 Handleiding voor installatie, gebruik en onderhoud NL Gasventilatorbrander Tweetrapswerking CODE MODEL TYPE 3758705 RIELLO 40 FS5D 587M (1) - 02/2018 Vertaling van de originele aanwijzingen Inhoud 1 Verklaringen...

Nadere informatie

Gasventilatorbrander. Eentrapswerking. Handleiding voor installatie, gebruik en onderhoud RIELLO 40 GS20 556T (4) - 07/2018

Gasventilatorbrander. Eentrapswerking. Handleiding voor installatie, gebruik en onderhoud RIELLO 40 GS20 556T (4) - 07/2018 Handleiding voor installatie, gebruik en onderhoud NL Gasventilatorbrander Eentrapswerking CODE MODEL TYPE 3755616 RIELLO 40 GS20 556T1 (4) - 07/2018 Vertaling van de originele aanwijzingen Inhoud 1 Verklaringen...

Nadere informatie

Gasventilatorbrander. Eentrapswerking. Handleiding voor installatie, gebruik en onderhoud RIELLO 40 FS3 565M (4) - 01/2017

Gasventilatorbrander. Eentrapswerking. Handleiding voor installatie, gebruik en onderhoud RIELLO 40 FS3 565M (4) - 01/2017 Handleiding voor installatie, gebruik en onderhoud NL Gasventilatorbrander Eentrapswerking CODE MODEL TYPE 3756506 RIELLO 40 FS3 565M (4) - 01/2017 Vertaling van de originele aanwijzingen Inhoud 1 Verklaringen...

Nadere informatie

31 cm. 31 cm. 7,8 cm. 89,8 cm. 65 cm 50 cm HOB SURFACE

31 cm. 31 cm. 7,8 cm. 89,8 cm. 65 cm 50 cm HOB SURFACE 31 cm 31 cm 7,8 cm 89,8 cm 65 cm 50 cm 1 HOB SURFACE 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 NL VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN BELANGRIJK MOET WORDEN GELEZEN EN IN ACHT GENOMEN

Nadere informatie

Multibrandstofbrander stookolie/gas

Multibrandstofbrander stookolie/gas Installatie-, gebruiks- en onderhoudsvoorschriften NL Multibrandstofbrander stookolie/gas Tweetrapswerking progressief of modulerend CODE MODEL TYPE 20026857 RLS 650/E MX 1310T1 (10) - 02/2016 Vertaling

Nadere informatie

Gasventilatorbranders

Gasventilatorbranders Handleiding voor installatie, gebruik en onderhoud NL Gasventilatorbranders Tweetrapswerking progressief of modulerend CODE MODEL TYE 20038488-20038491 RS 55/E BLU 832T3 20038489-20038492 RS 55/E BLU 832T3

Nadere informatie

Stookoliebranders. Drietrapsbrander. Installatie-, gebruiks- en onderhoudsvoorschriften CODE MODEL TYPE

Stookoliebranders. Drietrapsbrander. Installatie-, gebruiks- en onderhoudsvoorschriften CODE MODEL TYPE Installatie-, gebruiks- en onderhoudsvoorschriften NL Stookoliebranders Drietrapsbrander CODE MODEL TYPE 3476823 P 140 T/G 476 M1 3476824 P 140 T/G 476 M1 3477723 P 200 T/G 477 M1 3477724 P 200 T/G 477

Nadere informatie

INLEIDING VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN SYMBOLEN. De symbolen in deze gebruiksaanwijzing. Symbolen op het apparaat

INLEIDING VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN SYMBOLEN. De symbolen in deze gebruiksaanwijzing. Symbolen op het apparaat INLEIDING Deze gebruiksaanwijzing is bedoeld voor Rapid 100E. Lees ze eerst grondig door alvorens u het apparaat in gebruik neemt. Deze gebruiksaanwijzing bevat de veiligheidsvoorschriften, de voorschriften

Nadere informatie

GASTRO BUFFET - SALADEBAR GEBRUIKSAANWIJZING EN ONDERHOUDSHANDLEIDING

GASTRO BUFFET - SALADEBAR GEBRUIKSAANWIJZING EN ONDERHOUDSHANDLEIDING GASTRO BUFFET - SALADEBAR GEBRUIKSAANWIJZING EN ONDERHOUDSHANDLEIDING SBM3 / 125.505 SBM4 / 125.510 SBM6 / 125.520 INHOUDSOPGAVE 1. DOEL en BEREIK 2. AANSPRAKELIJKHEID 3. AANWIJZINGEN 4. BASISEIGENSCHAPPEN

Nadere informatie

ALVORENS DE KOOKPLAAT TE GEBRUIKEN Blz. 19. ADVIEZEN VOOR MILIEUBESCHERMING Blz. 19. WAARSCHUWINGEN EN ALGEMENE WENKEN Blz. 19

ALVORENS DE KOOKPLAAT TE GEBRUIKEN Blz. 19. ADVIEZEN VOOR MILIEUBESCHERMING Blz. 19. WAARSCHUWINGEN EN ALGEMENE WENKEN Blz. 19 NL INHOUD ALVORENS DE KOOKPLAAT TE GEBRUIKEN Blz. 19 ADVIEZEN VOOR MILIEUBESCHERMING Blz. 19 WAARSCHUWINGEN EN ALGEMENE WENKEN Blz. 19 ADVIEZEN VOOR ENERGIEBESPARING Blz. 20 REINIGING EN ONDERHOUD VAN

Nadere informatie

Elios OES 150 G van 16 tot 79 kw p 18 Elios OEN 250 G van 50 tot 123 kw p 19 OES 350 G van 60 tot 410 kw p 20 OEN 350 G van 55 tot 400 kw p 21 OES

Elios OES 150 G van 16 tot 79 kw p 18 Elios OEN 250 G van 50 tot 123 kw p 19 OES 350 G van 60 tot 410 kw p 20 OEN 350 G van 55 tot 400 kw p 21 OES Elios OES 150 G van 16 tot 79 kw p 18 Elios OEN 50 G van 50 tot 13 kw p 19 OES 350 G van 60 tot 410 kw p 0 OEN 350 G van 55 tot 400 kw p 1 OES 440 G van 05 tot 1030 kw p -3 15 OERTLI KETELS VERMOGEN Aanbevelingen

Nadere informatie

Gasventilatorbrander. Eentrapswerking. Handleiding voor installatie, gebruik en onderhoud RIELLO 40 GS3 551T (2) - 06/2018

Gasventilatorbrander. Eentrapswerking. Handleiding voor installatie, gebruik en onderhoud RIELLO 40 GS3 551T (2) - 06/2018 Handleiding voor installatie, gebruik en onderhoud NL Gasventilatorbrander Eentrapswerking CODE MODEL TYPE 3755119 RIELLO 40 GS3 551T1 (2) - 06/2018 Vertaling van de originele aanwijzingen Inhoud 1 Verklaringen...

Nadere informatie

Gasventilatorbranders

Gasventilatorbranders Installatie-, gebruiks- en onderhoudsvoorschriften NL Gasventilatorbranders Progressieve tweetraps of modulerende branders CODE MODEL TYPE 3897406 RS 68/M BLU 846 T 3897407 RS 68/M BLU 846 T 3897606 RS

Nadere informatie

Aanbevelingen Branders

Aanbevelingen Branders Elios OES 150 G van 16 tot 79 kw p 16 Elios OEN 50 G van 50 tot 13 kw p 17 OES 350 G van 60 tot 410 kw p 18 OEN 350 G van 55 tot 400 kw p 19 OES 440 G van 05 tot 1030 kw p 0-1 13 OERTLI KETELS VERMOGEN

Nadere informatie

Gasventilatorbranders

Gasventilatorbranders Handleiding voor installatie, gebruik en onderhoud NL Gasventilatorbranders Tweetrapswerking progressief of modulerend CODE MODEL TYE 3897332 RS 45/E BLU 827 T3 3897333 RS 45/E BLU 827 T3 (3) - 10/2016

Nadere informatie

* /1 * /1 * x40

* /1 * /1 * x40 Item: *710.020 1/1 *710.021 2/1 *710.022 60x40 1. Inhoud 1. Instructie waarschuwingen... 2 2. Waarschuwingen voor een veilig en juist gebruik... 2 3. Garantie... 2 4. Installatie... 3 4.1 Technische eigenschappen...

Nadere informatie

Gasventilatorbranders

Gasventilatorbranders Handleiding voor installatie, gebruik en onderhoud NL Gasventilatorbranders Tweetrapswerking progressief of modulerend CODE MODEL TYE 3910700-3910710 RS 25/E BLU 878 T 3910701-3910711 RS 25/E BLU 878 T

Nadere informatie

Handleiding voor ombouw van Aardgas naar Propaan

Handleiding voor ombouw van Aardgas naar Propaan Handleiding voor ombouw van Aardgas naar Propaan EHLE 17, EHLE 23 EHLE 27, EHLE 34 EHLE 39 6.720.67.216 (T30.3216.04) (200812) Aanbevelingen Inhoudsopgave Uitleg van de symbolen 2 1 Aanbevelingen 2 2 Verandering

Nadere informatie

Gebruiks- en onderhoudsaanwijzing- NL

Gebruiks- en onderhoudsaanwijzing- NL Elektrische Infrarood Verwarming Model 93485 Gebruiks- en onderhoudsaanwijzing- NL 1 Algemene veiligheidsinstructies LEES DE GEBRUIKSAANWIJZING Alvorens de radiateur in bedrijf te nemen, moet u deze gebruiks

Nadere informatie

Multibrandstofbranders stookolie/gas

Multibrandstofbranders stookolie/gas Handleiding voor installatie, gebruik en onderhoud NL Multibrandstofbranders stookolie/gas Tweetrapswerking progressief of modulerend CODE MODEL TYE 20070482-20070483 RLS 160/EVi MX FS1 781T2 20081715-20081716

Nadere informatie

Tuincontactdoos met piket

Tuincontactdoos met piket NL Handleiding GS 2 DE GS 4 DE Belangrijk! Lees deze handleiding en bewaar ze. Neem de veiligheidsaanwijzingen in acht. Inhoudsopgave pagina 1 Inleiding... 29 2 Leveringsomvang... 29 3 Conform gebruik...

Nadere informatie

PDM-8-MB POM (VOEDING OVER MODBUS) Montage & gebruiksvoorschriften

PDM-8-MB POM (VOEDING OVER MODBUS) Montage & gebruiksvoorschriften POM ( MODBUS) Montage & gebruiksvoorschriften Inhoudstafel VEILIGHEIDS - & VOORZORGSMAATREGELEN 3 PRODUCTBESCHRIJVING 4 GEBRUIKSTOEPASSING 4 TECHNISCHE GEGEVENS 4 STANDAARDEN 4 OPERATIONELE DIAGRAMMEN

Nadere informatie

Bestnr Toerentalregelaar voor ventilator

Bestnr Toerentalregelaar voor ventilator Bestnr. 53 73 73 Toerentalregelaar voor ventilator Alle rechten, ook vertalingen, voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een automatische gegevensbestand, of openbaar

Nadere informatie

Brander met voorgemengd gas

Brander met voorgemengd gas Handleiding voor installatie, gebruik en onderhoud NL Brander met voorgemengd gas Tweetrapswerking progressief of modulerend CODE MODEL TYPE 20077444 RX 500 S/PV 852T3 (4) - 02/2016 Vertaling van de originele

Nadere informatie

Gasventilatorbrander. Eentrapswerking. Handleiding voor installatie, gebruik en onderhoud RIELLO 40 GS3 511T (1) - 02/2013

Gasventilatorbrander. Eentrapswerking. Handleiding voor installatie, gebruik en onderhoud RIELLO 40 GS3 511T (1) - 02/2013 Handleiding voor installatie, gebruik en onderhoud NL Gasventilatorbrander Eentrapswerking CODE MODEL TYPE 3755119 RIELLO 40 GS3 511T1 (1) - 02/2013 Vertaling van de originele aanwijzingen Inhoud 1 Verklaringen...

Nadere informatie

Heteluchtkanon HP18 / HP 30 / HP 45 RVS BEDRIJFSVOORSCHRIFTEN

Heteluchtkanon HP18 / HP 30 / HP 45 RVS BEDRIJFSVOORSCHRIFTEN Heteluchtkanon HP18 / HP 30 / HP 45 RVS BEDRIJFSVOORSCHRIFTEN 1G:\002 Leverancier\030 Producten\005 Onderhoudsinstructies\TECHNISCHE GEGEVENS EN ONDERDELEN BOEKJES\BEDRIJFSVOORSCHRIFTEN Belangrijk Alvorens

Nadere informatie

Uw gebruiksaanwijzing. SMEG P755SG1

Uw gebruiksaanwijzing. SMEG P755SG1 U kunt de aanbevelingen in de handleiding, de technische gids of de installatie gids voor. U vindt de antwoorden op al uw vragen over de in de gebruikershandleiding (informatie, specificaties, veiligheidsaanbevelingen,

Nadere informatie

GEBRUIKSAANWIJZING EIGENSCHAPPEN VOOR HET GEBRUIK

GEBRUIKSAANWIJZING EIGENSCHAPPEN VOOR HET GEBRUIK Hartelijk dank voor de aankoop van dit product van JB Systems. Lees deze gebruiksaanwijzing zeer zorgvuldig door, om volledig van alle mogelijkheden te kunnen profiteren. EIGENSCHAPPEN Gebruikersvriendelijke

Nadere informatie

GASGESTOOKTE LUCHTVERWARMERS

GASGESTOOKTE LUCHTVERWARMERS STORINGSDIAGRAM GASGESTOOKTE LUCHTVERWARMERS BOUWAR 2011 VRA-2-8 VRA-2-12 VRA-2-16 VRA-2-20 VRA-2-28 VRA-2-32 VRA-2-38 VRA-2-46 VRA-2-53 VRA-2-60 VRA-2-70 VRA-2-80 VRA-2-93 VRA-2-106 Probleem Reden Oplossing

Nadere informatie

www.somfy.com ilmo 50 WT Ref. 5050496B

www.somfy.com ilmo 50 WT Ref. 5050496B www.somfy.com FR DE IT ilmo 50 WT Ref. 5050496B CS PL HU RU EL PT ES EN Inhoud. Inleiding 6. Veiligheid 6. Algemeen 6. Algemene veiligheidsvoorschriften 6.3 Specifieke veiligheidsvoorschriften 7 3. Installatie

Nadere informatie

HANDLEIDING. Sesame. Thermoplastic Tank Technologies

HANDLEIDING. Sesame. Thermoplastic Tank Technologies HANDLEIDING Sesame Thermoplastic Tank Technologies INSTALLATIE- EN GEBRUIKSAANWIJZING INHOUD 1. ALGEMEEN 3 2. BELANGRIJK 3 3. INSTALLATIE EXPANSIEVAT 4 4. GEBRUIK EXPANSIEVAT 5 5. VERVANGEN LUCHTCEL 5

Nadere informatie

TDS 75. NL Gebruikshandleiding Elektrische warmeluchtblazer

TDS 75. NL Gebruikshandleiding Elektrische warmeluchtblazer TDS 75 NL Gebruikshandleiding Elektrische warmeluchtblazer TRT-BA-TDS 75 -TC-001-NL TROTEC GmbH & Co. KG Grebbener Straße 7 D-52525 Heinsberg Tel.: +49 2452 962-400 Fax: +49 2452 962-200 www.trotec.com

Nadere informatie

WHIRLPOOL AKM331. Gebruiksaanwijzing

WHIRLPOOL AKM331. Gebruiksaanwijzing WHIRLPOOL AKM331 Gebruiksaanwijzing NL INHOUD ALVORENS DE KOOKPLAAT TE GEBRUIKEN Blz. 19 ADVIEZEN VOOR MILIEUBESCHERMING Blz. 19 WAARSCHUWINGEN EN ALGEMENE WENKEN Blz. 19 ADVIEZEN VOOR ENERGIEBESPARING

Nadere informatie

ES-S7B. Buitensirene.

ES-S7B. Buitensirene. ES-S7B Buitensirene www.etiger.com Inhoud van de verpakking 1 x ES-S7B 1 x 12V adapter 1 x back-upbatterij (ingebouwd) 1 x siliconen frame Schroeven, pluggen en siliconen doppen Documentatie Belangrijke

Nadere informatie

HeatMaster. Montage- en installatiehandleiding. 201 Booster. HeatMaster. 200N (Gas) Booster. HeatMaster ENGLISH FRANCAIS NEDERLANDS ITALIANO NL 1

HeatMaster. Montage- en installatiehandleiding. 201 Booster. HeatMaster. 200N (Gas) Booster. HeatMaster ENGLISH FRANCAIS NEDERLANDS ITALIANO NL 1 Heataster ENGLISH ontage- en installatiehandleiding Heataster 201 Booster FANCAIS Heataster 200N (Gas) Booster NEDELANDS NL 1 ENGLISH WAASCHUWINGEN 2 Bestemmelingen van deze handleiding 2 Symbolen 2 Certificatie

Nadere informatie

Gebruiks- en onderhoudsvoorschriften. Centraal stofzuigsysteem DUO

Gebruiks- en onderhoudsvoorschriften. Centraal stofzuigsysteem DUO Gebruiks- en onderhoudsvoorschriften Centraal stofzuigsysteem DUO 1 2 2 3 3 4 4 5 6 7 5 8 Gebruik altijd een Allaway microfiber stofzak voor de DUO. 9 6 Gefeliciteerd met de aanschaf van uw Allaway centrale

Nadere informatie

USV ACTIVE POTENTIOMETER. Montage & gebruiksvoorschriften

USV ACTIVE POTENTIOMETER. Montage & gebruiksvoorschriften Montage & gebruiksvoorschriften Table of contents VEILIGHEIDS - & VOORZORGSMAATREGELEN 3 PRODUCTBESCHRIJVING 4 GEBRUIKSTOEPASSING 4 TECHNISCHE GEGEVENS 4 NORMEN 4 BEKABELING EN AANSLUITING 5 WERKINGSSCHEMA

Nadere informatie

Inhoud. 1. Veiligheidsinstructies

Inhoud. 1. Veiligheidsinstructies 1 2 Inhoud 1. Veiligheidsinstructies... 3 2. Gebruik volgens de voorschriften... 4 3. Omschrijving... 4 4. Toepassingstabel... 4 5. Montage... 4 5.1 Omschrijving van de onderdelen... 5 5.2 Meeneemring

Nadere informatie

Banden de- en montage machine

Banden de- en montage machine Banden de- en montage machine - 1 - Algemene veiligheidsregels Deze handleiding bevat belangrijke informatie, lees deze aandachtig door voordat men de machine gaat gebruiken. 1. Omschrijving van de machine

Nadere informatie

Calortrans M55. Handleiding

Calortrans M55. Handleiding Calortrans M55 Handleiding Voorwoord BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES Voor veilig gebruik van de Calortrans M55 mokkenpers moeten de volgende voorzorgsmaatregelen genomen worden: Vóór gebruik: Lees de

Nadere informatie

Gasventilatorbranders

Gasventilatorbranders Installatie-, gebruiks- en onderhoudsvoorschriften NL Gasventilatorbranders Progressieve tweetraps of modulerende branders CODE MODEL TYPE 3897302 RS 45/M BLU 827 T2 3897303 RS 45/M BLU 827 T2 2915888

Nadere informatie

Calortrans M55. Handleiding.

Calortrans M55. Handleiding. Calortrans M55 Handleiding BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES Voor veilig gebruik van de Calortrans M55 mokkenerpers moeten de volgende voorzorgsmaatregelen genomen worden: Vóór gebruik: Lees de complete

Nadere informatie

TDS 20/50/75/120 R. NL Gebruikshandleiding Elektrische warmeluchtblazer

TDS 20/50/75/120 R. NL Gebruikshandleiding Elektrische warmeluchtblazer TDS 20/50/75/120 R NL Gebruikshandleiding Elektrische warmeluchtblazer TRT-BA-TDS R -TC-001-NL TROTEC GmbH & Co. KG Grebbener Straße 7 D-52525 Heinsberg Tel.: +49 2452 962-400 Fax: +49 2452 962-200 www.trotec.com

Nadere informatie

Innovation Protection Conseil

Innovation Protection Conseil Pagina 1 van 7 PULVERISATEUR DORSAL AUTONOME Elektrische autonome rugsproeier met continue druk KENMERKEN : o Het reservoir is uitgerust met een membraanpomp met Viton-afdichting die wordt bediend met

Nadere informatie

Gebruikershandleiding

Gebruikershandleiding Gebruikershandleiding TTV4500 HP Dryfast Kreekweg 22 NL - 3133 AZ - Vlaardingen Tel: +31-(0)10-4261410 Fax: + 31-(0)104730011 Website: www.dryfast.nl E-mail: info@dryfast.nl Dryfast Klein Siberiëstraat

Nadere informatie

Gebruikersveiligheid. Elektrische veiligheid. Phaser 4500-laserprinter

Gebruikersveiligheid. Elektrische veiligheid. Phaser 4500-laserprinter Gebruikersveiligheid De printer en de aanbevolen verbruiksartikelen zijn getest en voldoen aan strikte veiligheidsnormen. Als u de volgende informatie in acht neemt, bent u verzekerd van een ononderbroken

Nadere informatie

TARIEF-CATALOGUS 2010 Geldig vanaf 1 april 2010

TARIEF-CATALOGUS 2010 Geldig vanaf 1 april 2010 TARIEF-CATALOGUS 2010 - BE(NL) TARIEF-CATALOGUS 2010 Geldig vanaf 1 april 2010 (Pagina 164-173) www.oertli.be 164 Eau chaude sanitaire Elios OES 150 G van 16 tot 7 kw p. 168 Elios OEN 250 G van 50 tot

Nadere informatie

Professional Supplies EIERKOOKAPPARAAT. Modelnr.: *688.107

Professional Supplies EIERKOOKAPPARAAT. Modelnr.: *688.107 Professional Supplies EIERKOOKAPPARAAT Modelnr.: *688.107 GEBRUIKSAANWIJZING Om volledig gebruik te maken van de mogelijkheden en storingen tot het minimum te beperken raden wij u aan om de gebruiksaanwijzing

Nadere informatie

PACK TYXIA 541 et 546

PACK TYXIA 541 et 546 PACK 54 et 546 FR EN Notice d installation Installation instructions PL Instrukcja instalacji Installatie-instructies Inhoud van packs Inhoudsopgave Set 54 7 Set 546 7 6 5630 5730 / Installatie van de

Nadere informatie

MYSON. Kickspace 500, 600 & 800. Installatie-, bedienings- en onderhoudsvoorschriften. Deze instructies dienen bij het toestel bewaard te worden

MYSON. Kickspace 500, 600 & 800. Installatie-, bedienings- en onderhoudsvoorschriften. Deze instructies dienen bij het toestel bewaard te worden MYSON Kickspace 500, 600 & 800 Installatie-, bedienings- en onderhoudsvoorschriften Deze instructies dienen bij het toestel bewaard te worden 1 INHOUDSOPGAVE 1. ALGEMENE INFORMATIE 3 2. ONTWERP CV INSTALLATIE

Nadere informatie

Stookoliebranders. Drietrapsbrander. Installatie-, gebruiks- en onderhoudsvoorschriften (10) - 01/2015 CODE MODEL TYPE

Stookoliebranders. Drietrapsbrander. Installatie-, gebruiks- en onderhoudsvoorschriften (10) - 01/2015 CODE MODEL TYPE Installatie-, gebruiks- en onderhoudsvoorschriften NL Stookoliebranders Drietrapsbrander CODE MODEL TYPE 3476821-3476823 P 140 T/G 476 M1 3476822-3476824 P 140 T/G 476 M1 3477721-3477723 P 200 T/G 477

Nadere informatie

KIT FREE LC-LVC KIT FREE LVC VAS/101 LVC/01 KIT FREE LC VAS/101 LC/01. Nederlands KIT FREE_LC-LVC _NL

KIT FREE LC-LVC KIT FREE LVC VAS/101 LVC/01 KIT FREE LC VAS/101 LC/01.   Nederlands KIT FREE_LC-LVC _NL KIT FREE LC-LVC 24810520 KIT FREE LVC LVC/01 KIT FREE LC www.came.com LC/01 NL Nederlands 106 A 70 43,5 7,5 57 45 Algemene waarschuwingen Lees aandachtig de instructies voordat u met de installatie begint

Nadere informatie

ROGER Belgium KIT MOTOR MET KNIKARM R23 TECHNISCHE EIGENSCHAPPEN AFMETINGEN. Nominaal vermogen. Openingstijd voor 90 Thermische veiligheid 140 C

ROGER Belgium KIT MOTOR MET KNIKARM R23 TECHNISCHE EIGENSCHAPPEN AFMETINGEN. Nominaal vermogen. Openingstijd voor 90 Thermische veiligheid 140 C TECHNISCHE EIGENSCHAPPEN Voedingsspanning 230V 50Hz Nominaal vermogen 200 W Koppel 400 Nm Openingstijd voor 90 14 sec. Thermische veiligheid 140 C Werkingstemperatuur -20 C +70 C Beschermingsfactor IP43

Nadere informatie

VERWARMING «RED HOT» Ref 93475

VERWARMING «RED HOT» Ref 93475 VERWARMING «RED HOT» Ref 93475 GEBRUIKSAANWIJZING VOOR DE VERWARMING - NL OVERZICHT 1. ALGEMENE VEILIGHEID 2. ELEKTRISCHE AANSLUITINGEN 3. GEBRUIK 4. ONDERHOUD 5. TECHNISCHE GEGEVENS LEES, VÓÓR HET GEBRUIK

Nadere informatie

DROOGPLATEAU. Handleiding

DROOGPLATEAU. Handleiding DROOGPLATEAU PRGHO Handleiding Rhima-webshop.nl 1 Rhima-webshop.nl Rhima-webshop.nl 2 Rhima-webshop.nl Inhoudsopgave Pagina 1. Belangrijke informatie. 4 2. Algemeen. 5 3. Installeren. 6 4. Instructie voor

Nadere informatie

TOSTI APPARAAT GEBRUIKSAANWIJZING

TOSTI APPARAAT GEBRUIKSAANWIJZING Professional Supplies TOSTI APPARAAT GEBRUIKSAANWIJZING (*680.100 /*680.200) Lees deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig alvorens het apparaat in gebruik te nemen. -1- INDEX Hoofdstuk Omschrijving Blz 1 Inleiding...2

Nadere informatie

Handleiding. AirQlean H luchtfiltersysteem voor montage aan het plafond

Handleiding. AirQlean H luchtfiltersysteem voor montage aan het plafond Handleiding AirQlean H luchtfiltersysteem voor montage aan het plafond ... Copyright 2014 QleanAir Scandinavia 2 DEEL 1 Informatie over de veiligheid 1.1. Inleiding Dit hoofdstuk bevat informatie over

Nadere informatie

Let op! Zware lading. Sta niet onder de hangende lading tijdens het transport of de montage.

Let op! Zware lading. Sta niet onder de hangende lading tijdens het transport of de montage. Instructie handleiding MINIBEL Luchtgordijnen Waarschuwingsadvies symbolen Attention, Gevaar, Waarschuwing! Gevaarlijke stroom of hoge voltages! Kans op verwondingen! Gevaar! Sta niet onder de hangende

Nadere informatie

Overzicht 36 RONDÓ - MIKA - KAMI

Overzicht 36 RONDÓ - MIKA - KAMI Overzicht 1 IN DE HANDLEIDING GEBRUIKTE SYMBOLEN... 37 2 BESTE KLANT... 37 3 WAARSCHUWINGEN...37 4 VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN...38 5 GARANTIEVOORWAARDEN...39 6 RESERVEONDERDELEN...40 7 AANWIJZINGEN VOOR

Nadere informatie

L N L N. Fig.3 L N L N. Fig.4

L N L N. Fig.3 L N L N. Fig.4 SILET DESIG L L Fig.3 L L Fig.4 L L Ls Fig.5 L L Ls Fig.6 T (min) Fig.7 SILET CRZ L L Ls Fig.8 L L Fig.9 T (min) Fig.10 HR (%) CT-12/14 12 V 50Hz 230 V 50Hz TIME-DELAY FUSE 125 ma MAX. L SILET-100 CZ

Nadere informatie

STORINGSHANDLEIDING GASGESTOOKTE LUCHTVERWARMERS

STORINGSHANDLEIDING GASGESTOOKTE LUCHTVERWARMERS STORINGSHANDLEIDING GASGESTOOKTE LUCHTVERWARMERS BOUWJAAR 2004-2008 VRA-8 VRA-12 VRA-16 VRA-20 VRA-28 VRA-32 VRA-38 VRA-46 VRA-53 VRA-60 VRA-70 VRA-80 VRA-93 VRA-106 Werking Controle installatie Controleer

Nadere informatie

551 mm. 497 mm. 20 mm. 447 mm. 455 mm. min. 450 mm. 595 mm. 8 mm 600 mm. min. 550 mm B X2

551 mm. 497 mm. 20 mm. 447 mm. 455 mm. min. 450 mm. 595 mm. 8 mm 600 mm. min. 550 mm B X2 A B C x 2 x 2 90 C 497 mm 551 mm 20 mm 455 mm 447 mm 595 mm min. 450 mm 8 mm 600 mm min. 550 mm B X2 A C X2 VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN Lees voordat u het apparaat gaat gebruiken deze veiligheidsinstructies.

Nadere informatie

3 WEG- OMSCHAKELKLEP. Installatie- en gebruikershandleiding. voor warmtapwaterlading. USV 1" bu USV 5/4" bu USV 6/4" bi

3 WEG- OMSCHAKELKLEP. Installatie- en gebruikershandleiding. voor warmtapwaterlading. USV 1 bu USV 5/4 bu USV 6/4 bi Installatie- en gebruikershandleiding NL 3 WEG- OMSCHAKELKLEP voor warmtapwaterlading USV 1" bu USV 5/4" bu USV 6/4" bi A.u.b. eerst lezen Deze handleiding bevat belangrijke aanwijzingen voor het gebruik

Nadere informatie

SATD1 DIN RAIL VEILIGHEIDS EN ISOLATIETRANSFORMATOR. Montage & gebruiksvoorschriften

SATD1 DIN RAIL VEILIGHEIDS EN ISOLATIETRANSFORMATOR. Montage & gebruiksvoorschriften Montage & gebruiksvoorschriften Inhoudstafel VEILIGHEIDS - & VOORZORGSMAATREGELEN 3 PRODUCTBESCHRIJVING 4 ARTIKELCODE 4 GEBRUIKSTOEPASSING 4 TECHNISCHE GEGEVENS 4 NORMEN 5 BEKABELING EN AANSLUITING 5 MONTAGE

Nadere informatie

Gasventilatorbranders

Gasventilatorbranders Installatie-, gebruiks- en onderhoudsvoorschriften NL Gasventilatorbranders Progressieve tweetraps of modulerende branders CODE MODEL TYPE 3897404-3897406 RS 68/M BLU 846 T 3897405-3897407 RS 68/M BLU

Nadere informatie

Gebruikers- en installatie- handleiding SUNWOOD MARINO. Propaan

Gebruikers- en installatie- handleiding SUNWOOD MARINO. Propaan Gebruikers- en installatie- handleiding SUNWOOD MARINO Versie: Aardgas Propaan Specificaties Fabrikant Sunderman Openhaarden V.O.F. / Sunwood Contactgegevens Christiaan Huygensstraat 10 2665 KX Bleiswijk

Nadere informatie

Gumax Terrasverwarmer

Gumax Terrasverwarmer Gumax Terrasverwarmer De energiezuinige terrasverwarmer op infraroodbasis zonder rode gloed Handleiding Model PAH-2011-1 3200 watt Lees alle instructies zorgvuldig door alvorens dit apparaat te installeren

Nadere informatie

Gebruikersveiligheid. Veiligheid bij het gebruik van elektriciteit. Phaser 7750-kleurenlaserprinter

Gebruikersveiligheid. Veiligheid bij het gebruik van elektriciteit. Phaser 7750-kleurenlaserprinter Gebruikersveiligheid De printer en de aanbevolen verbruiksartikelen zijn getest en voldoen aan strikte veiligheidsnormen. Als u de volgende informatie in acht neemt, bent u verzekerd van een ononderbroken

Nadere informatie

08/2005. Mod: HS1(inox grid) Production code: GCV/SX. The catering program

08/2005. Mod: HS1(inox grid) Production code: GCV/SX. The catering program 08/2005 Mod: HS1(inox grid) Production code: GCV/SX The catering program ELEKTRISCHE WATERGRILL HS-1, HS-1½, HS-2 HS1-S70, HS1/2-S70, HS2-S70 SPECIFICATIES De onderstaande tabel verwijst naar de specificaties

Nadere informatie

MiniBlack Black BlackOut MaxiBlack MaxiBlackOut

MiniBlack Black BlackOut MaxiBlack MaxiBlackOut MiniBlack Black BlackOut MaxiBlack MaxiBlackOut INHOUD 1. Algemeen... 2 2. Beschrijving... 2 3. Technische specificaties... 3 4. Richtlijnen bij de keuze van de motor... 3 4.1 Voor rolluiken en screens...

Nadere informatie

GPRS-A. Universele monitoringsmodule. Quick start. De volledige handleiding is verkrijgbaar op Firmware versie 1.00 gprs-a_sii_nl 02/18

GPRS-A. Universele monitoringsmodule. Quick start. De volledige handleiding is verkrijgbaar op   Firmware versie 1.00 gprs-a_sii_nl 02/18 GPRS-A Universele monitoringsmodule Quick start De volledige handleiding is verkrijgbaar op www.osec.nl Firmware versie 1.00 gprs-a_sii_nl 02/18 SATEL sp. z o.o. ul. Budowlanych 66 80-298 Gdańsk POLAND

Nadere informatie

Magneetklep DN15 t/m DN150

Magneetklep DN15 t/m DN150 Madas type EVP(C)/NC Magneetklep DN15 t/m DN150 Kenmerken Aansluiting schroefdraad G1/2 t/m G2 EN10226 Aansluitingen flenzen DN25 t/m DN150 PN16 ISO 7005 Maximale inlaatdruk 200 mbar optioneel 360 mbar

Nadere informatie

BORA Waterwand t.b.v. stofvrij schuren/slijpen

BORA Waterwand t.b.v. stofvrij schuren/slijpen BORA Waterwand t.b.v. stofvrij schuren/slijpen Introductie De gebruiksaanwijzingen zijn een belangrijk bestanddeel van de machine en moeten samen met de machine aan de gebruiker geleverd worden. Het handboek

Nadere informatie

Calortrans CT3845(M) Handleiding.

Calortrans CT3845(M) Handleiding. Calortrans CT3845(M) Handleiding BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES Voor veilig gebruik van de Calortrans CT3845(M) transferpers moeten de volgende voorzorgsmaatregelen genomen worden: Vóór gebruik: Lees

Nadere informatie

BDS-001, besturing voor handbediende schuifdeuren

BDS-001, besturing voor handbediende schuifdeuren , besturing voor handbediende schuifdeuren HW V1.0 SW V1.0 NL. Inhoudsopgaven: 1 Veiligheidsvoorschriften 2 2 Werking 3 3 Overzicht 4 4 Aansluiten 6 5 Storingen/specificaties 9 1 1 Veiligheidsvoorschriften:

Nadere informatie

AANWIJZINGEN VOOR DE INSTALLATIE

AANWIJZINGEN VOOR DE INSTALLATIE SbS_Inst_102_00286_NL 23-04-2007 10:43 Pagina 20 AANWIJZINGEN VOOR DE INSTALLATIE ALVORENS DE KOELKAST TE INSTALLEREN WATERAANSLUITING ELEKTRISCHE AANSLUITING NIVELLEREN VAN DE KOELKAST INSTALLATIE VAN

Nadere informatie