Gasventilatorbranders

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Gasventilatorbranders"

Transcriptie

1 Installatie-, gebruiks- en onderhoudsvoorschriften NL Gasventilatorbranders Progressieve tweetraps of modulerende branders CODE MODEL TYPE RS 45/M BLU 827 T RS 45/M BLU 827 T (0)

2 INDEX TECHNISCHE GEGEVENS page 3 Accessoires Beschrijving brander Verpakking - Gewicht Afmetingen Standaard uitvoering Werkingsveld Proefketel Ketels in de handel Gasdruk INSTALLATIE Ketelplaat Lengte branderkop Bevestiging brander op ketel Afstelling van de branderkop Gasleiding Elektrische installatie Afstellingen voor de ontsteking Servomotor Starten brander Ontsteking brander Afstelling brander: Vermogen bij ontsteking Vermogen MAX Vermogen MIN Tussenliggende vermogens Luchtdrukschakelaar Min. gasdrukschakelaar Vlambewaking Werking brander Eindcontroles Onderhoud Problemen / Oplossingen Normale Werking / Vlamdetectie Opgelet De figuren waarnaar verwezen wordt, zijn als volgt aangeduid: 1)(A) =Detail 1 van figuur A op dezelfde pagina als de tekst; 1)(A)p.4 =Detail 1 van figuur A op pagina 4. 2

3 TECHNISCHE GEGEVENS MODEL TYPE VERMOGEN BRANDER (1) BRANDSTOF MAX. MIN. RS 45/M BLU 827 T2 kw Mcal/h kw 90 Mcal/h 78 GAZ NATUREL: G20 - G21 - G22 - G23 - G25 G20 G25 - kalorische onderwaarde kwh/nm ,6 Mcal/Nm 3 8,6 7,4 - absolute densiteit kg/nm 3 0,71 0,78 - max. debiet Nm 3 /h druk bij max. debiet (2) mbar 13,5 17,5 Intermitterend (minstens 1 stop elke 24 uur) WERKING Tweetraps progressief of modulerend met kit (zie ACCES- SOIRES) STANDAARD GEBRUIK Warm water-, stoom-, en thermische olieketels OMGEVINGSTEMPERATUUR C 0-40 TEMPERATUUR VERBRANDINGSLUCHT C max 60 ELEKTRISCHE VOEDING V ~ 50 Hz 230 V (+/- 10%) ELEKTRISCHE MOTOR (1) Referentievoorwaarden: Omgevingstemperatuur 20 C - Luchtdruk 1000 mbar - Hoogte 100 m boven de zeespiegel. (2) Druk op meetpunt 8)(A)p.4 met verbrandingskamer op 0 en bij het maximale brandervermogen. (3) Geluidsdruk gemeten in het verbrandingslaboratorium van de fabrikant, waar de brander functioneerde op een proefketel op vollast. W V A ,9 CONDENSATOR µf / V 12,5/450 ONTSTEKINGSTRANSFORMATOR V1 - V2 I1 - I2 220/240 V - 1x15 kv 45 va - 25 ma ELEKTRISCH ENERGIEVERBRUIK W max 600 BESCHERMINGSGRAAD IP 44 CONFORM CEE RICHTLIJN 90/396-89/336-73/23-92/42 GELUIDSNIVEAU (3) dba 70 HOMOLOGATIE CE HOMOLOGATIE BUWAL Nr LAND SE - FI - AT - GR - DK -ES - GB - IT - IE - PT - IS - CH - NO DE NL FR BE LU CATEGORIE I 2H I 2ELL I 2L I 2Er I 2E(R)B I 2E ACCESSOIRES (op aanvraag): KIT AANPASSING VERMOGEN VOOR MODULERENDE WERKING: bij modulerende werking, past de brander het vermogen continu aan in functie van de warmtevraag waarbij een hoge stabiliteit van de gecontroleerde parameter wordt gewaarborgd: temperatuur of druk. Er moeten twee delen worden besteld: de vermogenregelaar die op de brander wordt gemonteerd de voeler die op de warmtegenerator wordt gemonteerd. TE CONTROLEREN PARAMETER VOELER VERMOGENREGELAAR Regelbereik Type Kode Type Kode Temperatuur C PT ,5 bar Voeler met uitgang RWF Druk bar ma GASSTRAAT CONFORM NORM EN 676 (met kleppen, drukregelaar en filter): zie p.9. OPGELET Als de installateur bijkomende veiligheidsorganen installateert, die niet in deze handleiding zijn voorzien, dan draagt hij daarvoor de volledige verantwoordelijkheid. 3

4 D1074 (A) D2193 mm A B C kg RS 45/M BLU (C) D1077 mm A B C D (1) E F G H I L M RS 45/M BLU /2 (1) Branderkop: kort - lang D88 D2208 BESCHRIJVING BRANDER (A) 1 Verbrandingskop 2 Ontstekingselektrode 3 Regelsschroef verbrandingskop 4 Mof 5 Min. luchtdrukschakelaar (differentieel type) 6 Sonde controle aanwezigheid vlam (ionisatiesonde) 7 Luchtdrukmeetpunt 8 Meetpunt gasdruk en schroef bevestiging kop 9 Schroef voor bevestiging ventilator aan de mof 10 Glijstangen voor inspectie van brander en verbrandingskop 11 Servomotor, stuurt de gassmoorklep en, door middel van een nok met variabel profiel, de luchtklep. Tijdens stilstand van de brander is de luchtklep volledig gesloten om het warmteverlies van de ketel te beperken als gevolg van de trek in de schoorsteen, die de lucht aanzuigt door de aanzuigopening van de ventilator. 12 Plaatje voorzien van 4 gaten voor kabeldoorgang 13 Luchttoevoer van de ventilator 14 Gastoevoerleiding 15 Gassmoorklep 16 Flens voor de bevestiging van de ketel 17 Vlamhaker 18 Vlamkijkvenster 19 Branderautomaat met veiligheidslampje en ontgrendelingsknop 20 Keuzeschakelaar voor: werking automatisch-manueel-uit Drukknop voor: verhogen verlagen vermogen 21 Stekkers voor de elektrische aansluiting 22 Luchtklep 23 Stekker m/v op kabel van de ionisatiesonde Vergrendeling van de branderautomaat: het controlelampje op de knop van de branderautomaat 19)(A) geeft aan dat de veiligheidsstop van de brander ingeschakeld is. De knop indrukken om de veiligheidschakeling te ontgrendelen. VERPAKKING - GEWICHT Afmetingen - bij benadering Alle branders worden geleverd in een kartonnen verpakking. De tabel geeft een overzicht van de afmetingen. De tabel geeft het gewicht weer van de brander met verpakking. AFMETINGEN (C) Afmetingen - bij benadering In de tabel (C) vindt u alle afmetingen terug van de brander. Denk eraan dat voor de inspectie van de branderkop de brander achteruitgebracht en omhoog gedraaid dient te worden. Zie onder H voor de ruimte nodig met geopende brander. STANDAARD UITVOERING 1 - Flens voor gasstraat 1 - Flensdichting 4 - Schroeven voor de bevestiging van de flens M 8 x Thermische flensdichting 4 - Schroeven om de branderflens vast te zetten aan de ketel: M 8 x Wartels voor elektrische aansluiting 1 - Handleiding 1 - Catalogus onderdelen 4

5 DRUK VERBRANDINGSKAMER mbar RS 45/M BLU A WERKINGSVELD (A) Het vermogen van de brander in werking varieert tussen: een MAXIMUM VERMOGEN, gekozen in zone A, een MINIMUM VERMOGEN, dat niet onder de minimum waarde van de diagram mag liggen. Opgelet: het WERKINGSVELD is berekend bij een omgevingstemperatuur van 20 C, een luchtdruk van 1000 mbar (ongeveer 100 m boven de zeespiegel) en met de verbrandingskop afgesteld zoals aangegeven op blz. 8. (A) LENGTE VERBRANDINGSKAMER m D2194 D497 PROEFKETEL Het werkingsveld is het resultaat van testen met speciale proefketels, conform norm EN 676. In het figuur zijn de diameter en de lengte van de testverbrandingskamer aangegeven. Voorbeeld: Vermogen 350 Mcal/h: diameter = 50 cm; lengte = 1,5 m. KETELS IN DE HANDEL (C) - OPGELET De branders RS 45/M BLU zijn geschikt voor werking op ketels met vlaminversie of drietreksketels. Met deze keteltypes worden de beste resultaten bereikt inzake lage NOx uitstoten. De max. dikte van de keteldeur mag 200 mm niet overschrijden (zie fig. C). De ketel/brander combinatie is gewaardborgd indien de ketel CE gekeurd is. Voor ketels of ovens met vuurhaarden waarvan de afmetingen sterk afwijken van het diagram, is het raadzaam vooraf te controleren of de combinatie mogelijk is. 200 mm MAX D1079 (C) 5

6 RS 45/M BLU (A) kw ,5 5,5 7,5 9,3 10,7 12,0 13,0 13,5 0,3 0,4 0,5 0,6 0,7 0,8 0,9 1,0 Ø 3/ ,0 23,0 31,0 40,0 53,0 105,0 128,0 140,0 Ø ,5 11,0 13,6 18,3 25,5 27,6 32,1 38,7 p (mbar) Ø 1 1/ ,0 6,4 8,0 10,6 13,6 15,9 18,5 22,0 3 Ø 1 1/ ,7 4,0 6,1 7,6 10,0 11,9 13,9 16,9 Ø 1 1/ ,3 3,6 4,5 5,9 7,0 8,3 10,0 11,2 Ø ,5 2,2 3,0 3,9 4,7 5,6 6,8 Ø ,2 2,8 3,6 4,2 5,1 6,1 7,0 D934 GASDRUK De tabel hiernaast geeft de minimale drukverliezen op de gastoevoerlijn in functie van het maximum vermogen van de brander. Kolom 1 Drukverlies verbrandingskop. Gasdruk gemeten aan het meetpunt 1), met: Verbrandingskamer op 0 mbar; Brander werkend op maximum vermogen; Gasring 2)p.8 afgesteld zoals in diagram (C)p.8. Kolom 2 Drukverlies gassmoorklep 2) met maximale opening: 90. Kolom 3 Drukverlies van gasstraat 3) omvat: regelklep VR, veiligheidsklep VS (beiden met maximale opening), drukregelaar R, filter F. De in de tabellen aangegeven waarden hebben betrekking op: aardgas G20 PCI 10 kwh/nm3 (8,6 Mcal/Nm 3 ). Met aardgas G25 PCI 8,6 kwh/nm3 (7,4 Mcal/ Nm 3 ) de waarden uit de tabel met 1,3 vermenigvuldigen. Om het maximum vermogen (bij benadering) te kennen waarop de brander werkt: - Trek van de gasdruk aan het meetpunt 1) de druk in de verbrandingskamer af. - Zoek in de bij de brander behorende tabel, kolom 1, de drukwaarde die het dichtst bij het resultaat van de aftrekking ligt. - Lees aan de linkerkant het corresponderende vermogen af. Voorbeeld Werking op maximum vermogen Aardgas G20 PCI 10 kwh/nm 3 Gasring 2)p.8 afgesteld zoals in diagram (C)p.8. Gasdruk op het gasmeetpunt 1) = 15 mbar Druk in de verbrandingskamer = 1,5 mbar 15-1,5 = 13,5 mbar Een druk van 13,5,0 mbar, kolom 1, stemt in de tabel (A) overeen met een vermogen van 550 kw. Het betreft hier slechts een eerste schatting. Het werkelijke debiet wordt daarna gemeten op de gasmeter. Om de gasdruk te kennen die nodig is aan het meetpunt 1), na het vaststellen van het maximum vermogen waarop de brander moet werken: - Zoek in de tabel (A) het vermogen dat het dichtst in de buurt ligt van de gewenste waarde. - Lees aan de rechterkant, kolom 1, de druk aan het meetpunt 1) af. - Tel bij deze waarde de veronderstelde druk in de verbrandingskamer op. Voorbeeld: Gewenst maximum vermogen: 550 kw Aardgas G20 PCI 10 kwh/nm 3 Gasring 2)p.8 afgesteld zoals in diagram (C)p.8. Gasdruk bij een vermogen van 550 kw, uit tabel (A), kolom 1 = 13,5 mbar Druk in de verbrandingskamer = 1,5 mbar 13,5 + 1,5 = 15 mbar benodigde druk aan het meetpunt 1). 6

7 INSTALLATIE mm A B C RS 45/M BLU M 8 (A) D455 KETELPLAAT (A) Boor gaten in de dichtingsplaat van de verbrandingskamer zoals aangegeven in fig. (A). Met behulp van de thermische flensdichting - samen met de brander geleverd - kunt u de juiste positie van de te boren gaten vinden. LENGTE BRANDERKOP De kop moet langer zijn dan de totale dikte van de keteldeur voorzien van hittebestendig materiaal. Volgende lengtes, L (mm), zijn verkrijgbaar: Branderkop 10): RS 45/M BLU kort 229 lang 354 Er dient een hittebestendige bescherming 11) aangebracht te worden tussen het hittebestendig materiaal van de ketel 12) en de branderkop 10). De bescherming moet zodanig aangebracht worden dat de branderkop verwijderd kan worden. Voor ketels waarvan de voorkant afgekoeld wordt met water is geen hittebestendige bescherming 11)-12) nodig, als dat niet uitdrukkelijk gevraagd wordt door de fabrikant van de ketel. (C) IONOSATIESONDE D1081 ONTSTEKINGSELEKTRODE D1080 BEVESTIGING BRANDER OP KETEL Alvorens de brander op de ketel te bevestigen, controleer door de opening van de branderkop of de ionosatiesonde en de ontstekingselektrode wel in de juiste stand staan zoals in (C). Haal daarna de branderkop van de rest van de brander, fig. : - Verwijder de schroef 13) en de branderkap 14). - Haak het gewricht 4) los van de gegradueerde sector 5). - Verwijder de schroeven 2) uit de twee geleiders 3). - Verwijder de schroef 1) en schuif de brander over de geleiders 3) ongeveer 100 mm naar achteren. Ontkoppel de sonde- en elektrodekabels en trek de brander vervolgens helemaal van de geleiders af, na de veiligheidspen van de geleider 3) te hebben verwijderd. De flens 9) op de ketelplaat bevestigen, na eerst de isolatieflens 6), die samen met de brander geleverd wordt, te hebben aangebracht. Gebruik de 4 schroeven, die ook geleverd worden, na ze met een produkt tegen het vastlopen te hebben ingesmeerd. De sluiting brander-ketel moet hermetisch zijn. Mocht bij de voorafgaande controle de stand van de ionisatiesonde en van de ontstekingselektrode niet juist zijn, de schroef 1)(D) verwijderen, het binnenste gedeelte van de kop 2)(D) naar buiten trekken en hun stand bijregelen. De ionisatiesonde niet draaien, maar in de stand laten zoals in (C). Als de sonde te dicht bij de ontstekingselektrode staat, dan kan de versterker van de branderautomaat beschadigd worden. (D) D1082 7

8 AFSTELLING VAN DE BRANDERKOP Op dit punt van de installatie zijn de branderkop en de mof aan de ketel bevestigd zoals in fig (A). De afstelling van de branderkop is dus uiterst gemakkelijk, het is een afstelling die uitsluitend afhangt van het MAX. vermogen dat de brander ontwikkelt. Deze waarde moet dus eerst bepaald worden, alvorens tot de afstelling van de branderkop over te gaan. Er zijn drie afstellingen van de kop mogelijk: - van de buitenste lucht R1 - van de centrale lucht R2 - van het gas R3. Zoek in het diagram (C) de referentie waarop zowel lucht als gas moeten worden afgesteld: (A) D1083 Afstelling buitenste lucht R1 (A) Draai de schroef 4)(A) totdat hij correspondeert met de referentie die gevonden is met het voorste vlak 5)(A) van de flens. N inkepingen Afstelling gas R3 Draai de schroeven 1) en 4) los en draai de gasring 2) totdat de gevonden inkeping overeenstemt met de index 3). Afstelling centrale lucht R2 Draai de smoorklep 5) totdat de gevonden inkeping overeenstemt met de schroef 4). De schroeven 1) en 4) blokkeren. Voorbeeld: Vermogen brander = 400 kw. Het diagram (C) toont aan wat de afstellingen voor dit vermogen zijn: - buitenste lucht : R1 = 5,3 - centrale lucht : R2 = 2,7 - gas : R3 = 0,7 Na de afstelling van de kop, de brander 4)(D) weer op de geleiders 3) monteren op ongeveer 100 mm afstand van de mof. 5) - brander in de positie die is aangegeven op fig. p.7 - breng de sonde- en elektrodekabels naar binnen en laat de brander vervolgens tot aan de mof glijden, brander in de positie die is aangegeven op fig. (D). Zet de twee schroeven 2) terug op de geleiders 3). Bevestig de brander aan de mof met de schroef 1) en zet de veiligheidspin terug in één van de twee geleiders 3). Maak het gewricht 8) weer vast aan de gegradueerde sector 7). (C) Vermogen max brander D2209 D1085 Let op Bij het sluiten van de brander op de geleiders is het aan te raden de hoogspanningskabel en de kabel van de ionisatiesonde naar buiten te trekken tot ze lichtjes aangespannen zijn. (D) 8

9 (A) D505 GASLEIDING De gasstraat dient te worden aangesloten op de gasaansluiting 1)(A) door middel van de flens 2), de pakking 3) en de schroeven 4), die samen met de brander zijn geleverd. De gasstraat kan zich zowel rechts als links bevinden, afhankelijk van wat het gemakkelijkst is, zie fig. (A). De elektromagnetische gasafsluiters 8)-9) moeten zich zo dicht mogelijk bij de brander bevinden, opdat het gas de branderkop kan bereiken binnen de veiligheidstijd van 3 sec. Controleer of de druk, nodig voor de brander, binnen het afstellingsbereik van de drukregelaar (kleur van de veer) ligt. BRANDERS EN BIJHORENDE GASSTRATEN GEKEURD CONFORM EN 676 (C) GASSTRAAT L Ø C.T. Code Code Code 3/ / / / / / ONDERDELEN GASSTRAAT ONDERDELEN CODE Multiblock MB DLE Multiblock MB DLE Multiblock MB DLE GF 515/1 FRS 515 DMV DLE 512/ Multiblock MB DLE GF 520/1 FRS 520 DMV DLE 520/ Multiblock MB DLE 420 D935 GASSTRAAT De gasstraat is gekeurd conform de norm EN 676 en wordt afzonderlijk geleverd met de code aangegeven in tab. (C). LEGENDE 1 - Gastoevoerleiding 2 - Hoofdkraan 3 - Antitril-koppeling 4 - Manometer met drukknopkraan 5 - Filter 6 - Drukregelaar (verticaal) 7 - Min. gasdrukschakelaar 8 - Elektromagnetische veiligheidsafsluiter VS (verticaal) 9 - Elektromagnetische regelklep VR (verticaal) Twee regelingen: debiet bij ontsteking (snelle opening) max. debiet (trage opening) 10 - Flensdichting en flens, geleverd met brander 11 - Smoorklep gasregeling 12 - Brander 13 - Gasdichtheidscontroleapparaat 8)-9) Conform de norm EN 676 is de dichtheidscontrole verplicht voor branders met een max. vermogen boven 1200 kw Adaptor gasstraat-brander. P1 - Druk bij de verbrandingskop P2 - Druk na de regelaar P3 - Druk voor de filter L - Gasstraat afzonderlijk geleverd met code aangegeven in tab. (C). L1 - Ten laste van de installateur LEGENDE TABEL (C) C.T. = Dichtheidscontrole gaskleppen 8) - 9): - = Gasstraat geleverd zonder dichtheidscontrole. De dichtheidscontrole kan afzonderlijk besteld en achteraf gemonteerd worden. Zie kolom 13. = Gasstraat met gemonteerde VPS dichtheidscontrole. 13 = VPS dichtheidscontrole klep. Op aanvraag apart met de gasstraat geleverd. 14 = Adaptor gasstraat-brander. Op aanvraag apart met de gasstraat geleverd. Noot Zie handleiding gasstraat voor de afstelling. 9

10 ELEKTRISCHE INSTALLATIE UITGEVOERD IN FABRIEK ELEKTRISCHE INSTALLATIE uitgevoerd in de fabriek Legende schema C - Condensator F1 - Filter tegen radiostoringen LMG Branderautomaat MB - (Hulp) klemmenbord MV - Motor ventilator PA - Luchtdrukschakelaar S1 - Keuzeschakelaar voor werking: MAN = manueel AUT = automatisch OFF = uit S2 - Drukknop voor - = verlagen vermogen + = verhogen vermogen SM - Servomotor SO - Ionisatiesonde SP - Stekker m/v TA - Ontstekingstransformator TB - Aarding brander XP4 - Vierpolig stopcontact XP6 - Zespolig stopcontact XP7 - Zevenpolig stopcontact (A) D

11 (A) (C) D2196 D2197 D2198 ELEKTRISCHE AANSLUITINGEN Gebruik flexibels conform EN : in PVC goot, min.type H05 VV-F in rubberen goot, min.type H05 RR-F. Alle kabels die met de stekkers 7)(A) van de brander verbonden moeten worden, moet men door de wartels trekken die bij de standaarduitrusting geleverd worden en die in de gaten van het plaatje aangebracht worden, van rechts of van links, na de schroeven 8) te hebben losgeschroefd, het plaatje in de delen 9) en 10) te hebben verwijderd en het dunne diafragma waarmee de gaten zijn afgesloten te hebben verwijderd. Wartels en uitgesneden gaten kunnen op verschillende manieren gebruikt worden. Bijvoorbeeld op de volgende manier: 1 - Pg 11 Monofasige voeding 2 - Pg 11 Gasklep 3 - Pg 9 Thermostaat TL 4 - Pg 9 Thermostaat TR 5 - Pg 11 Gasdrukschakelaar of dichtheidscontrole SCHEMA Elektrische aansluiting branders RS 45/M BLU zonder dichtheidscontrole. SCHEMA (C) Elektrische aansluiting branders RS 45/M BLU met gasdichtheidscontrole VPS. De gasdichtheidscontrole heeft plaats alvorens de brander start. LEGENDE SCHEMA'S - (C) h1 - Urenteller h2 - Urenteller IN - Schakelaar voor manueel uitschakelen MB - (Hulp) klemmenbord XP - Stekker voor dichtheidscontrole X4 - Vierpolige stekker X6 - Zespolige stekker X7 - Zevenpolige stekker PC - Gascontroledrukschakelaar PG - Min. gasdrukschakelaar PS - Ontgrendelingsknop S - Controlelampje vergrendeling S1 - Controlelampje vergrendeling dichtheidscontrole TR - Regelingsthermostaat: regelt min. en max. vermogen TL - Begrenzingsthermostaat: stopt de brander wanneer de temperatuur of de druk in de ketel de vastgestelde waarde bereikt TS - Veiligheidsthermostaat: treedt in werking wanneer de TL defect is VPS - Dichtheidscontrole VR - Regelklep VS - Veiligheidsafsluiter Noot De thermostaten TR en TL zijn niet nodig indien de RWF40 is aangesloten voor modulerende werking. Hun functie wordt dan waargenomen door de RWF40. 11

12 a - b : Rood c - d : Wit (A) D4008 SCHEMA (A) Aansluiting vermogenregelaar RWF40 en bijhorende voeler op brander RS 45/M BLU (modulerende werking) Noot De thermostaten TR en TS zijn overbodig indien de RWF40 is aangesloten voor modulerende werking. Hun functie wordt dan waargenomen door de RWF40. Kan worden aangesloten op de klemmen: - 2-3, ter vervanging van thermostaat TL - AL - AL1, om een alarmsignalisatie te sturen LEGENDE SCHEMA (A) BT - Temperatuurvoeler BP - Drukvoeler X4 - Vierpolige stekker X7 - Zevenpolige stekker MB - (Hulp) klemmenbord PS - Ontgrendelingsknop NOTE De brander RS 45/M BLU is gehomologeerd voor een intermitterende werking. Dit betekent dat ze "volgens de Norm" tenminste 1 maal per 24 uur moeten stoppen, opdat de elektrische apparatuur een controle van de eigen doeltreffendheid bij het starten kan uitvoeren. Normaal gesproken wordt de stilstand van de brander verzekerd door de afstandsschakelaar van de ketel. Als dit niet zo is is het noodzakelijk om in serie met IN een tijdschakelaar aan te brengen die ervoor zorgt dat de brander tenminste 1 maal per 24 uur stopt. OPGELET De nulleider en de fase niet op de elektrische voedingslijn omkeren. 12

13 MIN. GASDRUKSCHAKELAAR (A) D897 LUCHTDRUKSCHAKELAAR AFSTELLINGEN VOOR DE ONTSTEKING De afstelling van de verbrandingskop, lucht en gas is reeds beschreven op blz. 8. Andere nog uit te voeren afstellingen zijn: - Open de handbediende kleppen voor de gasstraat. - Stel de min. gasdruk af op het begin van de schaal (A) (min. druk). - Stel de luchtdruk af op het begin van de schaal (min. druk). - Ontlucht de gasleiding. Het is aan te raden de ontsnapte lucht met een plastic slang buiten het gebouw te brengen tot men het gas ruikt. - Monteer een U-manometer (D) op het gasdrukmeetpunt van de mof. Deze dient om het max. brandervermogen bij benadering te meten door middel van de tabel op blz Parallel aan de elektromagnetische kleppen VR en VS twee lampjes of testers aansluiten om het juiste moment te zien waarop ze onder spanning komen. Deze handeling is niet nodig als beide elektromagnetische afsluiters voorzien zijn van een controlelampje dat de elektrische spanning aangeeft. Alvorens de brander te ontsteken, is het raadzaam de gasstraat zodanig af te stellen dat de ontsteking plaatsvindt onder optimale veiligheidsomstandigheden; d.w.z. met een zeer zwak gasdebiet. D789 (C) SERVOMOTOR SERVOMOTOR (D) De servomotor regelt tegelijkertijd de luchtklep door middel van de variabele geprofileerde nok en de gassmoorklep. De draaihoek op de servomotor is gelijk aan de hoek op de gegradueerde sector van de smoorklep. De servomotor draait 90 in 24 sec. De vier nokken zijn voorafgesteld in de fabriek. Wijzig deze instelling niet, controleer alleen of ze afgesteld zijn zoals hieronder aangegeven: Nok I : 90 Beperkt de wenteling naar het maximum. Bij werking van de brander op max. vermogen, dient de gassmoorklep helemaal open te zijn: 90. Nok I I : 0 Beperkt de wenteling naar het minimum. Als de brander niet werkt, moeten de luchtklep en de gassmoorklep gesloten zijn: 0. Nok I I I : 20 Regelt de positie van ontsteking en het minimum vermogen. Nok I V : gaat samen met nok III (D) (E) 1 2 D791 D790 STARTEN BRANDER Sluit de afstandsbediening en zet de schakelaar 1)(E) in positie MAN. Zodra de brander start, de draairichting van de turbine van de ventilator controleren vanaf het vlamkijkvenster 18)(A)p.4. Controleer of de lampjes of de testers, aangesloten op de elektromagnetische kleppen, of de controlelampjes op de elektro-magnetische kleppen zelf afwezigheid van spanning aangeven. Geven deze spanning aan, stop dan de brander onmiddellijk en controleer de elektrische verbindingen. ONTSTEKING BRANDER Na de onder het vorige punt beschreven handelingen te hebben uitgevoerd dient de brander aan te slaan. Als de motor start maar de vlam niet ontstoken wordt en de brander vergrendelt, de brander ontgrendelen en een nieuwe startpoging doen. Mocht er ook daarna geen ontsteking plaats vinden, dan kan het zijn dat het gas niet binnen de veiligheidstijd van 3 sec. de branderkop bereikt. Verhoog dan het gasdebiet bij de ontsteking (startdebiet). De U-manometer (C) toont aan wanneer het gas de mof bereikt. Na de ontsteking verdergaan met de volledige afstelling van de brander. 13

14 1 2 AFSTELLING BRANDER Om een optimale afstelling van de brander te verkrijgen is het noodzakelijk de verbrandingsgassen te analyseren. D791 Ga in volgende volgorde te werk: 1 - Vermogen bij ontsteking 2 - Vermogen MAX 3 - Vermogen MIN 4 - Tussenliggende vermogens 5 - Luchtdrukschakelaar 6 - Min. gasdrukschakelaar (A) 1 - VERMOGEN BIJ ONTSTEKING Conform norm EN 676. Branders met MAX. vermogen tot 120 kw De ontsteking mag worden uitgevoerd op max. vermogen. Bijvoorbeeld: Max.werkingsvermogen:120 kw Max. vermogen bij ontsteking:120 kw Branders met MAX. vermogen boven 120 kw De ontsteking dient te worden uitgevoerd op een vermogen lager dan het max. werkingsvermogen. Als het vermogen bij de ontsteking niet boven 120 kw gaat, is geen enkele berekening vereist. Als het vermogen bij de ontsteking daarentegen boven 120 kw ligt dan stelt de norm dat de waarde moet worden berekend in functie van de veiligheidstijd "ts" van de branderautomaat: Bij ts = 2s moet het vermogen bij de ontsteking gelijk aan of lager dan 1/2 van het max. werkingsvermogen zijn. Bij ts = 3s moet het vermogen bij de ontsteking gelijk aan of lager dan 1/3 van het max. werkingsvermogen zijn. Voorbeeld: MAX. werkingsvermogen 600 kw. Het vermogen bij de ontsteking moet gelijk zijn aan of lager dan: 300 kw met ts = 2 s; 200 kw met ts = 3 s. Om het vermogen te meten bij de ontsteking: - De stekker m/v 23)(A)p.4 op de kabel van de ionisatiesonde loskoppelen (de brander slaat aan en vergrendelt na de veiligheidstijd) ontstekingen met daaropvolgende vergrende-lingen uitvoeren. - Op de teller de hoeveelheid verbrand gas aflezen. Die hoeveelheid moet gelijk aan of lager dan het resultaat van volgende formule zijn: Nm 3 /h (max. debiet brander) 360 Voorbeeld voor gas G 20 (10 kwh/nm 3 ): Max. werkingsvermogen 600 kw komt overeen met 60 Nm 3 /h. Na 10 ontstekingen met vergrendeling, lezen wij op de teller een debiet af gelijk aan of lager dan: 60 : 360 = 0,166 Nm VERMOGEN MAX Het max. vermogen wordt gekozen binnen het op blz. 8 aangegeven werkingsveld. In de voorafgaande beschrijving, werkt de brander op max. vermogen. Druk daarna op de drukknop 2) (A) verhogen vermogen en houdt de knop ingedrukt tot de servomotor de luchtklep en de gasvlinderklep opent. Afstelling van het gas Meet het gasdebiet bij de gassteller. Als aanwijzing kan deze worden afgeleid uit de tabellen op blz. 6, het is voldoende de gasdruk op de U-manometer af te lezen, zie fig. (D) op blz. 13 en de aanwijzingen van blz. 6 op te volgen. - Als het gasdebiet moet verkleinen verlaag de gasdruk aan de uitgang. Als de druk al op het min. staat, sluit dan de regelklep VR een beetje. - Als het gasdebiet moet stijgen, verhoog de gasdruk aan de uitgang. 14

15 Afstelling van de lucht Varieer progressief het eindprofiel van de nok 4(A) door te draaien aan de schroeven die zichtbaar worden in de opening 6)(A). - Om het luchtdebiet te verhogen de schroeven aandraaien. - Om het luchtdebiet te verlagen de schroeven losdraaien. D518 1 Servomotor 2 Koppelen / Ontkoppelen nok 4 3 Afdekking nokken 4 Nok met variabel profiel 5 Schroeven voor het regelen van het variabele profiel 6 Opening voor toegang tot de schroeven 5 7 Index van de gegradueerde sector 8 8 Gegradueerde sector gassmoorklep (A) D VERMOGEN MIN Het min. vermogen wordt gekozen binnen het werkingsveld aangegeven op blz. 5. Druk op de drukknop 2(A)p.14 verlagen vermogen en houdt de knop ingedrukt tot de servomotor de luchtklep sluit alsook de gasvlinderklep tot 20 (fabrieksafstelling). Afstelling van het gas Het debiet meten aan de gasteller. - Wanneer het verlaagd moet worden, de hoek van nok I I I een beetje verkleinen met kleine opeenvolgende verplaatsingen, dat wil zeggen van hoek 20 naar 18, Indien nodig, het debiet verhogen door licht op de drukknop verhogen vermogen 2(A)p.14 te drukken (de gasvlinderklep met openen), de hoek van nok I I I vergroten met kleine, opeenvolgende bewegingen d.w.z. van hoek 20 naar 22, 24 brengen. De drukknop verlagen vermogen indrukken tot de servomotor in de stand van minimum opening komt te staan en dan het gasdebiet meten. N.B. De servomotor volgt de afstelling van de nok III alleen wanneer men de hoek verkleint. Indien het nodig is om de hoek van de nok te vergroten, dan moet eerst de hoek van de servomotor worden vergroot met de knop verhogen vermogen. Daarna de hoek van nok III verhogen en daarna de servomotor opnieuw in de stand van MIN. vermogen brengen met de knop verlagen vermogen. Voor eventuele regeling van nok I I I, verwijder het deksel 1) dat met een lichte druk werd vastgemaakt, zoals aangegeven in fig., verwijder het sleuteltje en breng het in de gleuf van nok I I I. Afstelling van de lucht Varieer progressief het beginprofiel van de nok 4)(A) door middel van de schroeven 5). Zo mogelijk de eerste schroef niet vastdraaien: deze schroef moet zorgen voor de complete sluiting van de luchtklep. 4 - TUSSENLIGGENDE VERMOGENS Afstelling van het gas Er zijn geen afstellingen nodig. Afstelling van de lucht DeLichtjes op de drukknop 2(A) p.14 Verhogen vermogen drukken zodat een nieuwe schroef verschijnt in de opening 6)(A). Regel de schroef tot u een optimale verbranding verkrijgt. Op dezelfde manier te werk gaan voor de andere schroeven. Zorg ervoor dat de wijziging van de nok zeer geleidelijk aan gebeurt. De brander afzetten, door op de schakelaar 1)(A)p.14 te drukken, stand UIT, het regelprofiel losdraaien en de gleuf 2(A) van de servomotor in verticale stand brengen. Controleer meerdere malen of de beweging soepel en zonder schokken verloopt door de nok manueel vooruit en achteruit te draaien. Let erop dat de schroeven van de uiteinden van de nok niet worden verplaatst voor de opening van de klep in MIN. en MAX. vermogen. N.B. Na het afstellen van MIN. MAX en TUSSEN- LIGGEND vermogen, de ontsteking opnieuw controleren: deze dient een geluidsniveau te hebben dat gelijk is aan die van de volgende werking. Als er schokken optreden, dan het debiet bij de ontsteking verlagen. 15

16 LUCHTDRUKSCHAKELAAR 5)(A)p. 4 1) 5 - LUCHTDRUKSCHAKELAAR (A) De luchtdrukschakelaar is differentieel gekoppeld, zie 1)(A) d.w.z. dat deze zowel wordt gestuurd door de onderdruk als door de druk van de ventilator. Zo kan de brander ook werken op een verbrandingskamer in onderdruk of met andere modulatie-verhoudingen: MIN/MAX vermogen tot 1/6. In dat geval moet de luchtdrukschakelaar niet worden geregeld en beperkt zijn functie zich tot controle van de werking van de ventilator. Opgelet: Het gebruik van een differentieel luchtdrukschakelaar is enkel toegelaten bij industriële toepassingen en als de nationale normen toelaten dat de luchtdrukschakelaar enkel de werking van de ventilator controleert, zonder grenswaarden voor het CO-gehalte. Luchtdrukschakelaar gekoppeld zoals in 2)(A): De regeling van de luchtdrukschakelaar uitvoeren nadat alle andere branderafstellingen gedaan zijn, met de luchtdrukschakelaar afgesteld op het begin van de schaal (A). Met de brander in werking op MIN. vermogen, de regeldruk verhogen door de daartoe voorziene knop langzaam met de klok mee te draaien tot de brander vergrendelt. Daarna de knop met 20% van de afgestelde waarde terugdraaien. De brander opnieuw opstarten en controleren of de opstart normaal verloopt. Als de brander opnieuw vergrendelt, de knop nog een klein beetje terugdraaien, tegen de klok in. Opgelet: Conform de norm moet de luchtdrukschakelaar beletten dat het CO-gehalte in de verbandingsgassen boven 1% ( ppm) ligt. Breng om dit te controleren een rookgasanalysator in de leiding, sluit traag de aanzuigopening van de ventilator (b.v. met een kartonnetje) en ga na of de brander vergrendelt alvorens het CO-gehalte in de verbrandingsgassen 1% overschrijdt. (A) MIN. GASDRUKSCHAKELAAR 7)p. 9 D521 2) D794 D896 LMG MIN. GASDRUKSCHAKELAAR De regeling van de min. gasdrukschakelaar uitvoeren nadat alle andere branderafstellingen gedaan zijn met de gasdrukschakelaar afgesteld op het begin van de schaal. Met de brander in werking op max. vermogen, de regeldruk verhogen door de daartoe voorziene knop langzaam met de klok mee te draaien tot de veiligheidsstop van de brander in werking treedt. Daarna 2 mbar terugdraaien en het starten van de brander herhalen om de regelmatige werking te controleren. Als de veiligheidsstop van de brander opnieuw in werking treedt, nogmaals 1 mbar terugdraaien. (C) D2210 VLAMBEWAKING (C) De brander heeft een ionisatiesysteem om de aanwezigheid van de vlam te controleren. De goede werking van de branderautomaat vereist een min. stroom van 2 µa. De brander levert echter een veel hogere stroom op, zodat geen enkele controle vereist is. Wil men de ionisatiestroom toch meten, ontkoppel de m/v stekker 23)(A)p. 4 op de kabel van de ionisatiesonde en schakel een microampèremeter voor gelijkstroom met 100 µa aan op het einde van de schaal. Let op de polariteit. 16

17 (A) NORMALE ONTSTEKING (n = seconden vanaf het ogenblik 0) D2199 WERKING BRANDER START BRANDER (A) 0s: Sluiting afstandsbesturing (thermostaat) TL. 2,5s: Start servomotor: hij draait naar rechts met 90, tot het contact op nok I (D)p.13 in werking treedt. De luchtklep gaat over naar stand voor MAX. vermogen. 26,5s: Het startprogramma van de relais begint Start van de motor van de ventilator. Voorventilatiefase met luchtdebiet voor MAX.vermogen. Duurtijd 26s. 52,5s: De servomotor draait naar links, tot de ingestelde hoek op nok I I I (D)p.13 voor het MIN.vermogen. 71s: De luchtklep en de gassmoorklep staan in de positie voor het MIN.vermogen, (met nok I I I (D)p.13 op 15 ). 82,5s: Vonk aan de ontstekingselektrode. 85,5s: De elektromagnetische veiligheidsafsluiter VS en de elektromagnetische regelklep VR (snelle opening) gaan open. De vlam ontsteekt bij een laag vermogen, punt A. Het debiet neemt vervolgens geleidelijk toe, trage opening van de elektromagnetische regelklep VR, tot het MIN. vermogen, punt B. 87,5s: Doven van de vonk. 96s: Einde van de startfase, punt C. BRANDER ONTSTEEKT NIET D2200 TIJDENS WERKING (A) Brander zonder vermogenregelaar RWF40 Na de startfase gaat de regeling van de servomotor over op de thermostaat TR die de druk of de temperatuur in de ketel controleert, punt C. (De elektrische branderautomaat zet in ieder geval de controle van de vlamaanwezigheid en van de correcte stand van de luchtdruk- en max. gasdrukschakelaar verder). Als de temperatuur of de druk te laag is en de thermostaat TR dus gesloten is, dan verhoogt de brander progressief het vermogen tot de MAX. waarde (zonde C-D). Als de temperatuur of de druk daarna stijgt tot opening van de TR, dan verlaagt de brander geleidelijk aan het vermogen tot de MIN. waarde, (zonde E-F). En zo verder. De brander komt tot stilstand, wanneer minder warmte gevraagd wordt dan die geleverd door de brander op MIN. vermogen, zone G- H. De thermostaat TL gaat open en de servomotor zakt terug naar de 0 hoek begrensd door het contact met nok II (D)p.13. De luchtklep sluit volledig om zoveel mogelijk thermische verliezen te voorkomen. Bij elke wijziging in het vermogen, zorgt de servomotor voor automatische aanpassing van het gasdebiet (gasvlinderklep) en het luchtdebiet (klep ventilator). Brander met vermogenregelaar RWF40 Zie de handleiding bij de regelaar. GEBREK AAN VLAMONTSTEKING Bij gebrek aan vlamontsteking, treedt de veiligheidsstop van de brander in werking tussen 3 sec. na de opening van de gasregelklep en 122 sec. na de sluiting van TL. HET UITGAAN VAN DE BRANDER IN WERK- ING Als de vlam per ongeluk tijdens het in werking zijn dooft, treedt de veiligheidsstop van de brander binnen 1 sec. in werking. 17

18 VLAMKIJKVENSTER (A) BRANDER OPENEN D484 D535 EINDCONTROLES (met brander in werking) Maak een draad van de min. gasdrukschakelaar los: Open de afstandsbediening TL: Open de afstandsbediening TS: de brander moet stoppen Maak de gemeenschappelijke draad P van de luchtdrukschakelaar los: Maak de draad van de ionisatiesonde los: de brander moet vergrendelen zijn Controleer of de blokkeringen van de regelmechanismen goed zijn aangedraaid. ONDERHOUD Verbranding Analyseer de verbrandingsgassen. Als u een groot verschil waarneemt t.o.v. een vorige controle, dan vergen deze elementen extra aandacht bij het onderhoud. Gaslekken Controleer of er geen gaslekken zijn op de leiding gasteller-brander. Gasfilter Vervang, indien nodig, de vuile gasfilter. Vlamkijkvenster Reinig het glaasje van het vlamkijkvenster (A). Branderkop Open de brander en controleer of alle delen van de branderkop onbeschadigd zijn, niet vervormd zijn door de hoge temperatuur, vrij van onzuiverheden afkomstig uit de omgeving, en in de juiste stand staan. In geval van twijfel de elleboog 7) demonteren. Servomotor Ontkoppel de nok 4)(A)p. 15 van de servomotor door de inkeping 2)(A)p. 15 met 90 te draaien en handmatig te controleren of de wenteling naar voren en naar achteren vloeiend verloopt. Koppel de nok 4)(A)p. 15 opnieuw. Brander Controleren of er geen overdreven slijtages zijn of loszittende schroeven in de beweegmechanismen die de luchtklep en de gassmoorklep aansturen. De kabels in de stekker dienen eveneens stevig vast te zitten. Maak de brander aan de buitenkant schoon, vooral de gewrichten en de nok 4)(A)p.15. Verbranding De brander opnieuw afstellen indien de verbrandingswaarden die u bij het begin van het onderhoud vond niet voldoen aan de geldende normen of niet overeenstemmen met een goede verbranding. Noteer de nieuwe waarden in een rapport. Zij kunnen van nut zijn voor latere controles. BRANDER OPENEN : - Schakel de spanning uit - Verwijder de schroef 1) en het deksel 2). - Maak het gewricht 3) los van de gegradueerde sector 4) - Verwijder de schroef 5) en de veiligheidspin 9) en schuif de brander op de geleiders 6) ongeveer 100 mm naar achteren. Koppel de sonde- en de elektrodekabels los en breng de brander vervolgens geheel naar achteren. - Draai hem zoals op de afbeelding en schuif in het gat van één van de twee geleiders de veiligheidspen 9), zodanig dat de brander in deze positie blijft. Op dit punt is het mogelijk de gasverdeler 7) te verwijderen, na de schroef 8) te hebben weggehaald. SLUITEN VAN DE BRANDER : - Verwijder de veiligheidspen 9) en duw de brander tot op ongeveer 100 mm van de mof. - Sluit de kabels weer aan en laat de brander glijden tot aan de aanslag. - Breng de schroef 5) en de aanslagpen 9) weer op hun plaats en trek de sonde- en elektrodekabels voorzichtig naar buiten, totdat ze enigszins gespannen staan. - Maak het gewricht 3) weer vast aan de gegradueerde sector 4). 18

19 PROBLEMEN / OPLOSSINGEN De standaard geleverde controledoos heeft een diagnose-functie zodat de mogelijke oorzaken van sommige problemen gemakkelijk kunnen worden opgespoord (signalisatie: ROOD LED). Om gebruik te maken van deze functie, wacht minimum 10 seconden na vergrendeling van de controledoos en druk gedurende min. 3 seconden op de ontgrendelingsknop. Zodra u de knop loslaat, begint de rode led te knipperen zoals aangegeven op de figuur hieronder. ROOD LED brandt min. 10 sec wachten Op de knop drukken Interval gedurende > 3 sec Signaal 3 sec Signaal De led pulseert met een frequentie van 1 signaal per 3 sec. Het aantal pulsen per signaal geeft informatie over het mogelijk defect volgens de onderstaande tabel. SIGNAAL PROBLEEM MOGELIJKE OORZAAK AANGERADEN OPLOSSING 2x knipperen De brander start maar 1 - Defect in kring vlamdetectie Controledoos vervangen vergrendelt aan het 2 - Defect electromagnetisch gasventiel Electromagneetventiel vervangen eind van de veiligheidstijd, zonder vla- 3 - Slechte afstelling van brander Brander afregelen (lucht/gasmenging) 4 - Hoogspanningskabel onderbroken Aansluiting controleren in de branderkomontsteking 5 - Kabel ionisatiesonde onderbroken Aansluiting controleren in de branderkop 6 - Fase en nulleider omgekeerd Elektrische aansluiting omdraaien. Monteer de filter RC code met voeding fase/fase of met de nulleider met een spanning > 10V. 7 - Ontstekingstransformator defect Afregelen 8 - Vergrendeling servomotor bij overgang van..... Ontgrendelen of vervangen max. naar min. vermogen 3x knipperen 4x knipperen 5x knipperen 7x knipperen 18x knipperen 19x knipperen 20x knipperen De brander start, blijft in voorventilatie en vergrendelt na 95 sec De brander start niet en vergrendelt na ± 60 sec De brander start maar vergrendelt De brander vergrendelt net na de vlamontsteking De brander vergrendelt tijdens de werking Begin van de voorventilatie, gevolgd door vergrendeling De controledoos kan niet worden ontgrendeld 9 - De min. luchtdrukschakelaar sluit niet: 10 - Defect luchtdrukschakelaar Vervangen 11 - Luchtdrukschakelaar slecht geregeld Afregelen 12 - Drukleiding luchtdrukschakelaar verstopt Reinigen 13 - Branderkop slecht geregeld Afregelen 14 - Elektrische motor defect Vervangen 15 - Aanwezigheid vlamsignaal bij de start Dichtheid van de klep controleren 16 - De min. luchtdrukschakelaar gaat niet open: 17 - Luchtdrukschakelaar defect Vervangen 18 - Luchtdrukschakelaar slecht geregeld Afregelen of vervangen 19 - Aanwezigheid vlamsignaal tijdens de voorventilatie Dichtheid van de klep controleren 20 - Defect controledoos Controledoos vervangen 21 - Branderkop slecht afgesteld Afregelen 22 - Electromagnetisch ventiel defect (weinig gas).... Vervangen 23 - Ionisatiesonde in verbinding met de aarding Kabel verwijderen of vervangen 24 - De min. luchtdrukschakelaar gaat tijdens de werking open: 25 - Slecht afgestelde luchtdrukschakelaar Afregelen 26 - Slechte aansluitingen Verbindingen controleren 27 - Electromagneetklep niet aangesloten of verbinding Electromagneetventiel controleren onderbroken 28 - Controledoos defect Vervangen Geen knipperen De brander start niet 29 - Geen elektrische voeding Schakelaars sluiten aansluitingen controleren 30 - Begrenzings- of veiligheidsthermostaat open..... Afregelen of vervangen 31 - Controledoos vergrendeld Controledoos ontgrendelen 32 - Gastoevoer onderbroken De manuele kleppen openen tussen de teller en de gasstraat 33 - Onvoldoende gasdruk van het net Gasmaatschappij contacteren 34 - De min. gasdrukschakelaar sluit niet Afregelen of vervangen 35 - Aanwezigheid van vlamsignaal bij branderstilstand Electromagneetventieel controleren 36 - Vergrendeling servomotor tijdens opening Ontgrendelen of vervangen van de luchtklep (0 90 ) Geen knipperen Geen knipperen De brander blijft de startcyclus herhalen en vergrendelt niet Daveren bij start vlamvorming 37 - De gasdruk in het net ligt dicht bij de waarde.... De druk waarop de 38 - waarop de min. gasdrukschakelaar luchtdrukschakelaar in werking treedt is afgesteld. Na opening van de klep, veroorzaaktverminderen. de plotse daling van de druk de tijdelijke openingde min. gasfilter vervangen. van de drukschakelaar. De klep sluit onmiddellijk en de brander stopt. De druk wordt opnieuw verhoogt, de drukschakelaar gaat dicht en daardoor wordt de startcyclus herhaald, enz Branderkop slecht afgesteld Afregelen 40 - Ontstekingselectrode slecht afgesteld Afregelen, zie fig. (C) blz Luchtklep slecht afgesteld, té veel lucht Afregelen 42 - Te hoog vermogenbij de ontsteking Verminderen 19

20 NORMALE WERKING / VLAMDETECTIE De controledoos heeft ook nog een tweede evaluatiefunctie (correcte werking) (signalisatie: GROEN LED brandt constant). Om gebruik te maken van deze functie, wacht minimum 10 seconden na de ontsteking van de brander en druk op de knop van de controledoos gedurende min. 3 sec. Zodra u de knop loslaat, begint de GROENE LED te knipperen zoals aangegeven op het volgende schema. GROEN LED brandt min. 10 sec wachten Op de knop drukken Interval gedurende > 3 sec Signaal 3 sec Signaal De led pulseert met een frequentie van 1 signaal per 3 sec. Het aantal pulsen geeft de tijd weer waarna een stabiel vlamsignaal verkregen wordt van de ionisatiesonde, na opening van de gaskleppen, zoals in de tabel hieronder. SIGNAAL TIJD VLAMSIGNAAL Deze informatie wordt aangepast bij elke start van de brander. 1x knipperen Na het inlezen van de informatie, volstaat het om kort op 0.4 s de knop van de controledoos te drukken zodat de brander de startcyclus herbegint. 2x knipperen 6x knipperen 0.8 s 2.8 s OPGELET De ontsteking wordt vertraagd als de wachttijd > 2 sec. Controleer de afstelling van de hydraulische rem op de gasklep alsook de afstelling van de luchtklep en de verbrandngskop. 20

Gasventilatorbranders

Gasventilatorbranders Installatie-, gebruiks- en onderhoudsvoorschriften NL Gasventilatorbranders Progressieve tweetraps of modulerende branders CODE MODEL TYPE 3897402 RS 68/M BLU 846 T 3897403 RS 68/M BLU 846 T 3897602 RS

Nadere informatie

Gasventilatorbranders

Gasventilatorbranders Installatie-, gebruiks- en onderhoudsvoorschriften NL Gasventilatorbranders Progressieve tweetraps of modulerende branders CODE MODEL TYPE 3897404-3897406 RS 68/M BLU 846 T 3897405-3897407 RS 68/M BLU

Nadere informatie

Gasventilatorbranders

Gasventilatorbranders Installatie-, gebruiks- en onderhoudsvoorschriften NL Gasventilatorbranders Progressieve tweetraps of modulerende branders CODE MODEL TYPE 3897302 RS 45/M BLU 827 T2 3897303 RS 45/M BLU 827 T2 2915888

Nadere informatie

Stookoliebranders. Drietrapsbrander. Installatie-, gebruiks- en onderhoudsvoorschriften CODE MODEL TYPE

Stookoliebranders. Drietrapsbrander. Installatie-, gebruiks- en onderhoudsvoorschriften CODE MODEL TYPE Installatie-, gebruiks- en onderhoudsvoorschriften NL Stookoliebranders Drietrapsbrander CODE MODEL TYPE 3476823 P 140 T/G 476 M1 3476824 P 140 T/G 476 M1 3477723 P 200 T/G 477 M1 3477724 P 200 T/G 477

Nadere informatie

Gasventilatorbranders

Gasventilatorbranders Installatie-, gebruiks- en onderhoudsvoorschriften NL Gasventilatorbranders Progressieve tweetraps of modulerende branders CODE MODEL TYPE 3788002 RS 160/M BLU 843 T 3788003 RS 160/M BLU 843 T 2915887

Nadere informatie

Gasventilatorbranders

Gasventilatorbranders Installatie-, gebruiks- en onderhoudsvoorschriften NL Gasventilatorbranders Progressieve tweetrapsbranders KODE MODEL TYPE 3787012 RS 70/M 828 T1 3787013 RS 70/M 828 T1 3787212 RS 100/M 829 T1 3787213

Nadere informatie

GASGESTOOKTE LUCHTVERWARMERS

GASGESTOOKTE LUCHTVERWARMERS STORINGSDIAGRAM GASGESTOOKTE LUCHTVERWARMERS BOUWAR 2011 VRA-2-8 VRA-2-12 VRA-2-16 VRA-2-20 VRA-2-28 VRA-2-32 VRA-2-38 VRA-2-46 VRA-2-53 VRA-2-60 VRA-2-70 VRA-2-80 VRA-2-93 VRA-2-106 Probleem Reden Oplossing

Nadere informatie

Heteluchtkanon HP18 / HP 30 / HP 45 RVS BEDRIJFSVOORSCHRIFTEN

Heteluchtkanon HP18 / HP 30 / HP 45 RVS BEDRIJFSVOORSCHRIFTEN Heteluchtkanon HP18 / HP 30 / HP 45 RVS BEDRIJFSVOORSCHRIFTEN 1G:\002 Leverancier\030 Producten\005 Onderhoudsinstructies\TECHNISCHE GEGEVENS EN ONDERDELEN BOEKJES\BEDRIJFSVOORSCHRIFTEN Belangrijk Alvorens

Nadere informatie

Gasventilatorbranders

Gasventilatorbranders Installatie-, gebruiks- en onderhoudsvoorschriften NL Gasventilatorbranders Progressieve tweetraps of modulerende branders CODE MODEL TYPE 3897404-3897406 RS 68/M BLU 846 T 3897405-3897407 RS 68/M BLU

Nadere informatie

Gasventilatorbranders

Gasventilatorbranders Installatie-, gebruiks- en onderhoudsvoorschriften NL Gasventilatorbranders Progressieve tweetraps of modulerende branders CODE MODEL TYPE 3897406 RS 68/M BLU 846 T 3897407 RS 68/M BLU 846 T 3897606 RS

Nadere informatie

STORINGSHANDLEIDING GASGESTOOKTE LUCHTVERWARMERS

STORINGSHANDLEIDING GASGESTOOKTE LUCHTVERWARMERS STORINGSHANDLEIDING GASGESTOOKTE LUCHTVERWARMERS BOUWJAAR 2004-2008 VRA-8 VRA-12 VRA-16 VRA-20 VRA-28 VRA-32 VRA-38 VRA-46 VRA-53 VRA-60 VRA-70 VRA-80 VRA-93 VRA-106 Werking Controle installatie Controleer

Nadere informatie

STORINGSHANDLEIDING GASGESTOOKTE LUCHTVERWARMERS

STORINGSHANDLEIDING GASGESTOOKTE LUCHTVERWARMERS STORINGSHANDLEIDING GASGESTOOKTE LUCHTVERWARMERS BOUWJAAR 1997-2000 URA-10 URA-15 URA-19 Werking Door het inschakelen van externe regelapparatuur wordt een elektrisch circuit tot stand gebracht en de rookgasventilator

Nadere informatie

Stookoliebranders. Drietrapsbrander. Installatie-, gebruiks- en onderhoudsvoorschriften (10) - 01/2015 CODE MODEL TYPE

Stookoliebranders. Drietrapsbrander. Installatie-, gebruiks- en onderhoudsvoorschriften (10) - 01/2015 CODE MODEL TYPE Installatie-, gebruiks- en onderhoudsvoorschriften NL Stookoliebranders Drietrapsbrander CODE MODEL TYPE 3476821-3476823 P 140 T/G 476 M1 3476822-3476824 P 140 T/G 476 M1 3477721-3477723 P 200 T/G 477

Nadere informatie

STORINGSHANDLEIDING GASGESTOOKTE LUCHTVERWARMERS

STORINGSHANDLEIDING GASGESTOOKTE LUCHTVERWARMERS STORINGSHANDLEIDING GASGESTOOKTE LUCHTVERWARMERS BOUWJAAR 2008-2014 VRA-2-8 VRA-2-12 VRA-2-16 VRA-2-20 VRA-2-28 VRA-2-32 VRA-2-38 VRA-2-46 VRA-2-53 VRA-2-60 VRA-2-70 VRA-2-80 VRA-2-93 VRA-2-106 Volgorde

Nadere informatie

Elios OES 150 G van 16 tot 79 kw p 18 Elios OEN 250 G van 50 tot 123 kw p 19 OES 350 G van 60 tot 410 kw p 20 OEN 350 G van 55 tot 400 kw p 21 OES

Elios OES 150 G van 16 tot 79 kw p 18 Elios OEN 250 G van 50 tot 123 kw p 19 OES 350 G van 60 tot 410 kw p 20 OEN 350 G van 55 tot 400 kw p 21 OES Elios OES 150 G van 16 tot 79 kw p 18 Elios OEN 50 G van 50 tot 13 kw p 19 OES 350 G van 60 tot 410 kw p 0 OEN 350 G van 55 tot 400 kw p 1 OES 440 G van 05 tot 1030 kw p -3 15 OERTLI KETELS VERMOGEN Aanbevelingen

Nadere informatie

STORINGSHANDLEIDING GASGESTOOKTE LUCHTVERWARMERS

STORINGSHANDLEIDING GASGESTOOKTE LUCHTVERWARMERS STORINGSHANDLEIDING GASGESTOOKTE LUCHTVERWARMERS BOUWJAAR 2000-2004 URA-20 URA-25 URA-35 URA-45 URA-55 URA-65 URA-80 URA-95 Werking Voor men begint met de in bedrijfstelling is het raadzaam te controleren

Nadere informatie

Aanbevelingen Branders

Aanbevelingen Branders Elios OES 150 G van 16 tot 79 kw p 16 Elios OEN 50 G van 50 tot 13 kw p 17 OES 350 G van 60 tot 410 kw p 18 OEN 350 G van 55 tot 400 kw p 19 OES 440 G van 05 tot 1030 kw p 0-1 13 OERTLI KETELS VERMOGEN

Nadere informatie

Multi-fuelbranders gasolie/gas

Multi-fuelbranders gasolie/gas Installatie-, gebruiks- en onderhoudsvoorschriften NL Multi-fuelbranders gasolie/gas Tweetrapsbranders CODE MODEL TYPE 3485000-3485001 - 20052635 RLS 70 687 T1 3485200-3485201 - 20052636 RLS 100 688 T1

Nadere informatie

De ET31F (die alleen de vloertemperatuur meet) kan in een andere ruimte geplaatst worden.

De ET31F (die alleen de vloertemperatuur meet) kan in een andere ruimte geplaatst worden. De EasyTemp thermostaat ET31A/AF/F Deze handleiding geldt voor de onderstaande types: Op de doos Model ET31A, ET31AF en ET31F Model ET31A. Thermostaat regelt de ruimte temperatuur. (Niet geschikt voor

Nadere informatie

Handleiding voor ombouw van Aardgas naar Propaan

Handleiding voor ombouw van Aardgas naar Propaan Handleiding voor ombouw van Aardgas naar Propaan EHLE 17, EHLE 23 EHLE 27, EHLE 34 EHLE 39 6.720.67.216 (T30.3216.04) (200812) Aanbevelingen Inhoudsopgave Uitleg van de symbolen 2 1 Aanbevelingen 2 2 Verandering

Nadere informatie

Kortsluiting van de aanvoer- Defecte of niet (goed) aangesloten aanvoer- of retourtemperatuursensor. Geen doorstroming

Kortsluiting van de aanvoer- Defecte of niet (goed) aangesloten aanvoer- of retourtemperatuursensor. Geen doorstroming 4 STORINGEN 4.1 Algemeen De Remeha Avanta is uitgerust met een geavanceerde besturingsautomaat. Het hart van de besturing is een microprocessor, de Comfort Master, die de ketel zowel beveiligt als bestuurt.

Nadere informatie

ROGER Belgium KIT MOTOR MET KNIKARM R23 TECHNISCHE EIGENSCHAPPEN AFMETINGEN. Nominaal vermogen. Openingstijd voor 90 Thermische veiligheid 140 C

ROGER Belgium KIT MOTOR MET KNIKARM R23 TECHNISCHE EIGENSCHAPPEN AFMETINGEN. Nominaal vermogen. Openingstijd voor 90 Thermische veiligheid 140 C TECHNISCHE EIGENSCHAPPEN Voedingsspanning 230V 50Hz Nominaal vermogen 200 W Koppel 400 Nm Openingstijd voor 90 14 sec. Thermische veiligheid 140 C Werkingstemperatuur -20 C +70 C Beschermingsfactor IP43

Nadere informatie

GASGESTOOKTE LUCHTVERHITTERS BLONDEAU INDUSTRIAL HEATING

GASGESTOOKTE LUCHTVERHITTERS BLONDEAU INDUSTRIAL HEATING GASGESTOOKTE LUCHTVERHITTERS De gasgestookte luchtverhitters SOLARONICS zijn toestellen geschikt voor verwarming van industriële en tertiaire gebouwen, goed geïsoleerd, met een geringe hoogte, die volledig

Nadere informatie

TARIEF-CATALOGUS 2010 Geldig vanaf 1 april 2010

TARIEF-CATALOGUS 2010 Geldig vanaf 1 april 2010 TARIEF-CATALOGUS 2010 - BE(NL) TARIEF-CATALOGUS 2010 Geldig vanaf 1 april 2010 (Pagina 164-173) www.oertli.be 164 Eau chaude sanitaire Elios OES 150 G van 16 tot 7 kw p. 168 Elios OEN 250 G van 50 tot

Nadere informatie

JAZZ. Geblokkeerde (onomkeerbare) elektro-mechanische motorreductor met handmatige ontgrendeling. Éénfasevoeding 230 Vac.

JAZZ. Geblokkeerde (onomkeerbare) elektro-mechanische motorreductor met handmatige ontgrendeling. Éénfasevoeding 230 Vac. JAZZ Specificaties JAZZ: Geblokkeerde (onomkeerbare) elektro-mechanische motorreductor met handmatige ontgrendeling. Éénfasevoeding 230 Vac. TECHNISCHE GEGEVENS U.M Jazz Voedingsspanning Vac 230 Maximaal

Nadere informatie

Gebruiksaanwijzing. Gasbranders. 057.130.7 Gasbrander zonder vlambeveiliging 057.131.7-057.146.3 Gasbranders met vlambeveiliging.

Gebruiksaanwijzing. Gasbranders. 057.130.7 Gasbrander zonder vlambeveiliging 057.131.7-057.146.3 Gasbranders met vlambeveiliging. Gasbranders Overzicht 057.130.7 gasbrander 20cm, butaan/propaan, 5 kw, zonder vlambeveiliging 057.131.5 gasbrander 30cm, butaan/propaan, 7 kw + vlambeveiliging 057.132.3 gasbrander 40cm, butaan/propaan,

Nadere informatie

www.somfy.com ilmo 50 WT Ref. 5050496B

www.somfy.com ilmo 50 WT Ref. 5050496B www.somfy.com FR DE IT ilmo 50 WT Ref. 5050496B CS PL HU RU EL PT ES EN Inhoud. Inleiding 6. Veiligheid 6. Algemeen 6. Algemene veiligheidsvoorschriften 6.3 Specifieke veiligheidsvoorschriften 7 3. Installatie

Nadere informatie

EL5060 / EL5061 Elektrische servomotor

EL5060 / EL5061 Elektrische servomotor IM-P321-06 CH-BEn-02 3.2.4.060 EL5060 / EL5061 Elektrische servomotor 1.2. Werking Door een stel sleetvaste precisietandwielen met moer en draadstang wordt de draaiende beweging van de servomotor omgezet

Nadere informatie

HANDLEIDING PROGRAMMAREGELAAR 40/16 SE

HANDLEIDING PROGRAMMAREGELAAR 40/16 SE Handleiding Programmaregelaar 40/16 SE rev. 01 blad 1 van 11 HANDLEIDING PROGRAMMAREGELAAR 40/16 SE WESTENENG OVENBOUW B.V. Elektrische- en gas- industrie-ovens Wielweg 46 3785 KR ZWARTEBROEK Telefoon

Nadere informatie

GfS Day Alarm. Algemene omschrijving...p. 2. Montage handleiding en functies...p. 3. Instellingen van magneet contacten...p. 4

GfS Day Alarm. Algemene omschrijving...p. 2. Montage handleiding en functies...p. 3. Instellingen van magneet contacten...p. 4 Art.-Nr.: Art.-Nr.: Montage handleiding Inhoud Algemene omschrijving...p. Montage handleiding en functies...p. Instellingen van magneet contacten...p. Aansluiting met draadloos magneet contact...p. Aansluiting

Nadere informatie

Reeks EcoAIR DESIGN. ecoair DESIGN: centrifugale ventilator met DC motor CENTRIFUGALE VENTILATOREN MET DC MOTOR NIEUW. Ecowatt EcoAIR DESIGN

Reeks EcoAIR DESIGN. ecoair DESIGN: centrifugale ventilator met DC motor CENTRIFUGALE VENTILATOREN MET DC MOTOR NIEUW. Ecowatt EcoAIR DESIGN NIEUW Toepassingen EcoAIR DESIGN mag continu werken en is conform met de debieten volgens EPB. - WC = via EcoAIR DESIGN 30 m 3 /h - Badkamer en berging = Ecoair Design 54 m³/h - Keuken = 2x Ecoair design

Nadere informatie

Handleiding rookgascondensor INHOUDSOPGAVE: WERKING. 1.1 Algemeen 1.2 Werking INSTALLATIE

Handleiding rookgascondensor INHOUDSOPGAVE: WERKING. 1.1 Algemeen 1.2 Werking INSTALLATIE Handleiding rookgascondensor INHOUDSOPGAVE: WERKING 1.1 Algemeen 1.2 Werking INSTALLATIE 2.1 Aflevering 2.2 Voorschriften 2.3 Opstelling 2.4 Montage beveiligingen 2.5 Montage rookgasafvoer 2.6 Montage

Nadere informatie

VERWARMING «RED HOT» Ref 93475

VERWARMING «RED HOT» Ref 93475 VERWARMING «RED HOT» Ref 93475 GEBRUIKSAANWIJZING VOOR DE VERWARMING - NL OVERZICHT 1. ALGEMENE VEILIGHEID 2. ELEKTRISCHE AANSLUITINGEN 3. GEBRUIK 4. ONDERHOUD 5. TECHNISCHE GEGEVENS LEES, VÓÓR HET GEBRUIK

Nadere informatie

TECNO. Leidingspanning Vac 230

TECNO. Leidingspanning Vac 230 TECNO Modellen en specificaties TECNO: Elektromechanische onomkeerbare motorreductieaandrijving voor hekken met een max. gewicht van 200 kg. Voeding van 24 Vac. Elektronische koppeling. Tandwiel met een

Nadere informatie

SWING. Modellen en specificaties SWING/I SWING/R

SWING. Modellen en specificaties SWING/I SWING/R SWING Modellen en specificaties SWING/I Elektromechanische zuiger met blokkering (onomkeerbaar). éénfasevoeding 230 Vac. Is uitgerust met een epicycloïde-reductietandwielaandrijving met een leischroef

Nadere informatie

v.10/2010 3. Thermische beveiliging. Alle electrische batterijen zijn voorzien van een dubbele thermische beveiliging :

v.10/2010 3. Thermische beveiliging. Alle electrische batterijen zijn voorzien van een dubbele thermische beveiliging : 1. Beschrijving In al onze kasten kunnen wij volledig voorbekabelde electrische verwarmings-batterijen voorzien en geregeld om een constante toevoor T zorgen. Het geheel is op glijders gemonteerd dus gemakkelijk

Nadere informatie

SM Inclusief: condensator, eindaanslagbeugels, verankeringsplaat en bevestigingsschroeven.

SM Inclusief: condensator, eindaanslagbeugels, verankeringsplaat en bevestigingsschroeven. SM 2000 Modellen en specificaties SM 2000 Elektromechanische motorreductor in oliebad voor poortvleugels met een gewicht van max. 2000 kg; met: Mechanische droge koppeling Elektrische rem Handmatige ontgrendeling

Nadere informatie

Gasaerothermen PC RA Warmtewisselaar en verbrandingskamer in roestvrij staal AISI 441.

Gasaerothermen PC RA Warmtewisselaar en verbrandingskamer in roestvrij staal AISI 441. Gasaerothermen PC RA Warmtewisselaar en verbrandingskamer in roestvrij staal AISI 441. Premix Brander in roestvrij staal 105 % Rendement PC modulerende aerothermen condenserend 105 % Rendement NOx

Nadere informatie

MYSON. Kickspace 500, 600 & 800. Installatie-, bedienings- en onderhoudsvoorschriften. Deze instructies dienen bij het toestel bewaard te worden

MYSON. Kickspace 500, 600 & 800. Installatie-, bedienings- en onderhoudsvoorschriften. Deze instructies dienen bij het toestel bewaard te worden MYSON Kickspace 500, 600 & 800 Installatie-, bedienings- en onderhoudsvoorschriften Deze instructies dienen bij het toestel bewaard te worden 1 INHOUDSOPGAVE 1. ALGEMENE INFORMATIE 3 2. ONTWERP CV INSTALLATIE

Nadere informatie

Magneetklep DN15 t/m DN150

Magneetklep DN15 t/m DN150 Madas type EVP(C)/NC Magneetklep DN15 t/m DN150 Kenmerken Aansluiting schroefdraad G1/2 t/m G2 EN10226 Aansluitingen flenzen DN25 t/m DN150 PN16 ISO 7005 Maximale inlaatdruk 200 mbar optioneel 360 mbar

Nadere informatie

Gebruiks- en onderhoudsvoorschriften. Centraal stofzuigsysteem DUO

Gebruiks- en onderhoudsvoorschriften. Centraal stofzuigsysteem DUO Gebruiks- en onderhoudsvoorschriften Centraal stofzuigsysteem DUO 1 2 2 3 3 4 4 5 6 7 5 8 Gebruik altijd een Allaway microfiber stofzak voor de DUO. 9 6 Gefeliciteerd met de aanschaf van uw Allaway centrale

Nadere informatie

MONTAGEHANDLEIDING WINDBEVEILIGING EOLIS 2

MONTAGEHANDLEIDING WINDBEVEILIGING EOLIS 2 MONTAGEHANDLEIDING WINDBEVEILIGING EOLIS 2 Windbeveiliging Eolis 2 VOEDING 230 V - 50 Hz Pulsschakelaar Centralis IB INLEIDING Deze montagehandleiding bevat instructies voor de montage van de windbeveiliging

Nadere informatie

Elektra H ... 13 ... 7 GB... 9 NO... 11 ... 15 ... 21 ... 23 ... 27 ... 25

Elektra H ... 13 ... 7 GB... 9 NO... 11 ... 15 ... 21 ... 23 ... 27 ... 25 SE... 7 GB... 9 NO... 11 FR... 13 RU... 15 DE... 17 PL... 19 FI... 21 NL... 23 ES... 25 IT... 27 ELH623, ELH633, ELH933 445 375 430 min 300 mm min 300 mm min 500 mm Fig. 1 2 c-c 350/274 9 50 16 10 405/465

Nadere informatie

CONVECTIEVERWARMING. GASGESTOOKTE LUCHTVERHITTERS Met hoog / laag branders Gesloten uitvoering. Type MH, MC en MV Eco. Vermogens : 13 tot 74 kw

CONVECTIEVERWARMING. GASGESTOOKTE LUCHTVERHITTERS Met hoog / laag branders Gesloten uitvoering. Type MH, MC en MV Eco. Vermogens : 13 tot 74 kw CONVECTIEVERWARMING BVBA BLONDEAU & ZONEN Fabriekstraat, 56 B - 2547 Lint Tel. +32-3/454.38.50 Fax +32-3/454.38.44 info@blondeau.be www.blondeau.be GASGESTOOKTE LUCHTVERHITTERS Met hoog / laag branders

Nadere informatie

INLEIDING VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN SYMBOLEN. De symbolen in deze gebruiksaanwijzing. Symbolen op het apparaat

INLEIDING VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN SYMBOLEN. De symbolen in deze gebruiksaanwijzing. Symbolen op het apparaat INLEIDING Deze gebruiksaanwijzing is bedoeld voor Rapid 100E. Lees ze eerst grondig door alvorens u het apparaat in gebruik neemt. Deze gebruiksaanwijzing bevat de veiligheidsvoorschriften, de voorschriften

Nadere informatie

Combibrander type: marathon MC 301 Branderbelasting: 120 tot 660 kw

Combibrander type: marathon MC 301 Branderbelasting: 120 tot 660 kw Technisch Informatieblad Combibrander type: marathon MC 301 Branderbelasting: 120 tot 660 kw dreizler combibrander in MONObloc-uitvoering Bedieningswijze traploos modulerend (gas) en tweetraps (olie) CE-gecertificeerd

Nadere informatie

Professional Supplies EIERKOOKAPPARAAT. Modelnr.: *688.107

Professional Supplies EIERKOOKAPPARAAT. Modelnr.: *688.107 Professional Supplies EIERKOOKAPPARAAT Modelnr.: *688.107 GEBRUIKSAANWIJZING Om volledig gebruik te maken van de mogelijkheden en storingen tot het minimum te beperken raden wij u aan om de gebruiksaanwijzing

Nadere informatie

Weersafhankelijke regelaar SAM 2200

Weersafhankelijke regelaar SAM 2200 VERWARIGSREGEIG Weersafhankelijke regelaar SA 00 De SA 00 vervangt de SA 003 en de oude modellen SA 83 en SA 83.1 die gebruikt werden voor sturing van mengkranen. O DIP 1 34 Éen enkele regelaar, 6 hydraulische

Nadere informatie

Installeren van de FOREST SHUTTLE AC

Installeren van de FOREST SHUTTLE AC 2 Installeren van de FOREST SHUTTLE AC Bepalen van de installatie mode van de FOREST SHUTTLE AC De Shuttle AC motor kan op twee manieren aangesloten worden: 1. Remote control mode. Beide draden bruin en

Nadere informatie

Fig.1a Fig.1b

Fig.1a Fig.1b SIET SIET 1 3 Fig.1a 4 2 1 3 5 4 2 Fig.1b Fig.2 Fig.3 Fig.4 s Fig.5 s Fig.6 Fig.7 T (min) SIET CRZ SIET CDZ T (min) 30 20 5 A SIET CRIZ s Fig.8 Fig.9 T (min) Fig.10 HR (%) 5 (!) (!) 20 90% 10 80% 5 70%

Nadere informatie

INSTRUCTIES VOOR HET VERVANGEN VAN DE

INSTRUCTIES VOOR HET VERVANGEN VAN DE PLUS en KONDENSA Luchtverwarmer INSTRUCTIES VOOR HET VERVANGEN VAN DE HONEYWELL PRINT DOOR DE CPU-PLUS PRINT - KIT G15010 - 1) Inhoud G15010 ombouwkit: - 1x Printplaat G 15010-R05 (fig.1) - 1x Kabelboom

Nadere informatie

Magneetklep DN10, DN15 en DN20 Kenmerken

Magneetklep DN10, DN15 en DN20 Kenmerken Madas type EVO/NC Magneetklep DN10, DN15 en DN20 Kenmerken Aansluiting schroefdraad G3/8, G1/2 of G3/4 Maximale inlaatdruk 200 mbar Temperatuur bereik - 15 o C tot + 60 o C, energiebesparende versie -

Nadere informatie

INFRAROODSTRALER FUEL IS 40 INSTRUCTIEBOEKJE

INFRAROODSTRALER FUEL IS 40 INSTRUCTIEBOEKJE INFRAROODSTRALER FUEL IS 40 INSTRUCTIEBOEKJE 1 1. ALGEMENE VEILIGHEIDSMAATREGELEN U dient dit instructieboekje zorgvuldig te bewaren voor verdere raadpleging. Het toestel dient geïnstalleerd en gebruikt

Nadere informatie

AD B

AD B NL Met de optie plaatje voor brander met 2 vlamgangen / modulerende brander / 3-wegklep kan bediend worden: - 1 Brander 2 vlamgangen of 1 Modulerende brander - 1 Mengkraan met elektromechanische motor

Nadere informatie

ONDERHOUD GASLUCHTVERWARMERS BOUWJAAR 2008-2014

ONDERHOUD GASLUCHTVERWARMERS BOUWJAAR 2008-2014 ONDERHOUD GASLUCHTVERWARMERS BOUWJAAR 2008-2014 VRA-8-2 VRA-12-2 VRA-16-2 VRA-20-2 VRA-28-2 VRA-32-2 VRA-38-2 VRA-46-2 VRA-53-2 VRA-60-2 VRA-70-2 VRA-80-2 VRA-93-2 VRA-106-2 Onderhoud en Service De sectie

Nadere informatie

SML. Technische gegevens. Leidingspanning Vac 230

SML. Technische gegevens. Leidingspanning Vac 230 SML Modellen en specificaties SML 40: Elektromechanische onomkeerbare motorreductieaandrijving voor hekken met een max. gewicht van 400 kg. éénfase-voeding van 230 Vac. Elektronische koppeling. Tandwiel

Nadere informatie

Elegant design voor inpassing in elke omgeving. Natuurlijke ventilatie. Omkeerbaar. Automatische kleppen

Elegant design voor inpassing in elke omgeving. Natuurlijke ventilatie. Omkeerbaar. Automatische kleppen Helicoidale ventilatoren voor muur of glas Reeks HV-STYLVENT Helicoïdale ventilator met behuizing uit abs, ingebouwde klep, motor v-5hz, IPX4, klasse II. Gamma samengesteld uit diameters: 5, en mm, met

Nadere informatie

Productinformatieblad

Productinformatieblad Productinformatieblad Bedieningspaneel 4 Verwarmingslade 4 Werking 4 Keuze van de temperatuur 5 Verwarmingstijden 5 Laadcapaciteit 6 Naar buiten trekken van de lade 7 Bedieningspaneel 1. Temperatuurknop

Nadere informatie

ELWSE sturing met BOX10

ELWSE sturing met BOX10 ELWSE sturing met BOX10 Deze handleiding kan gebruikt worden voor de monofasige en de 3-fasige BOX10-motor met snelontgrendeling of kettingtakel. Belangrijk: De motor en de sturing zijn reeds volledig

Nadere informatie

FAAC Tubular Motors Schaapweg BA Vlodrop

FAAC Tubular Motors Schaapweg BA Vlodrop 2 Inhoud 1. Algemeen... 4 1.1 Hindernisherkenning en stoppen op een aanslag... 4 2. Beschreibung... 4 3. Technische eigenschappen... 5 4. Montage... 5 4.1 Bouwen van de motor... 5 4.2 Installeren van de

Nadere informatie

Montagehandleiding Screens screenstotaalshop.nl 1. Instructie plaatsen screen. 1.1 Aftekenen montage gaten

Montagehandleiding Screens screenstotaalshop.nl 1. Instructie plaatsen screen. 1.1 Aftekenen montage gaten Montagehandleiding Screens screenstotaalshop.nl 1. Instructie plaatsen screen Neem het screen uit de verpakking. Om beschadiging van het screen te voorkomen raden wij u aan hierbij geen mes te gebruiken.

Nadere informatie

Gebruikers- en installatie- handleiding SUNWOOD MARINO. Propaan

Gebruikers- en installatie- handleiding SUNWOOD MARINO. Propaan Gebruikers- en installatie- handleiding SUNWOOD MARINO Versie: Aardgas Propaan Specificaties Fabrikant Sunderman Openhaarden V.O.F. / Sunwood Contactgegevens Christiaan Huygensstraat 10 2665 KX Bleiswijk

Nadere informatie

PARTYQ GEBRUIKERSHANDLEIDING 1.0 VOOR FIRMWARE 1.0

PARTYQ GEBRUIKERSHANDLEIDING 1.0 VOOR FIRMWARE 1.0 PARTYQ GEBRUIKERSHANDLEIDING 1.0 VOOR FIRMWARE 1.0 Nederlandse vertaling door: noskos (BBQ-NL.com) voor probbqshop.nl 1. Kenmerken van de PartyQ! 3 2. Installatie en Bediening! 3 3. Temperatuurvoeler!

Nadere informatie

INSTRUCTIES VOOR HET VERVANGEN VAN DE

INSTRUCTIES VOOR HET VERVANGEN VAN DE PLUS en KONDENSA Luchtverwarmer INSTRUCTIES VOOR HET VERVANGEN VAN DE HONEYWELL PRINT DOOR DE CPU-PLUS PRINT - KIT G15010 - Introductie Handel als volgt om de Honeywell print te vervangen voor een CPU-PLUS

Nadere informatie

II PROGRAMMEERBARE STURING

II PROGRAMMEERBARE STURING 1 ROY 4 Schuifhekmotor met POLARIS II PROGRAMMEERBARE STURING 2 STURING MODEL POLARIS II K C A 11 12 13 14 15 16 17 zekering 315m A 24 V AC voeding fotocellen 4 3 2 1 KRACHTREGELING + zekering 6,3 A KRACHT

Nadere informatie

RAP3. Leidingspanning Vac 230 Motorvoeding Vdc 24 Max. stroomafname A 6 Max. opgenomen vermogen VA 180 Nominale koppel danm 26 Openingstijd sec. 2.

RAP3. Leidingspanning Vac 230 Motorvoeding Vdc 24 Max. stroomafname A 6 Max. opgenomen vermogen VA 180 Nominale koppel danm 26 Openingstijd sec. 2. RAP3 Modellen en specificaties De RAP-3 is een elektromechanische slagboom die toegepast kan worden om respectievelijk toegang te verlenen en te ontzeggen naar: parkeerplaatsen, parkeergarages, bedrijven,

Nadere informatie

BDS-001, besturing voor handbediende schuifdeuren

BDS-001, besturing voor handbediende schuifdeuren , besturing voor handbediende schuifdeuren HW V1.0 SW V1.0 NL. Inhoudsopgaven: 1 Veiligheidsvoorschriften 2 2 Werking 3 3 Overzicht 4 4 Aansluiten 6 5 Storingen/specificaties 9 1 1 Veiligheidsvoorschriften:

Nadere informatie

Erratablad Comfort Classic

Erratablad Comfort Classic Erratablad Dit document is een wijziging van resp. aanvulling op de : Gebruikershandleiding (07.98.92.009.2) Installatiehandleiding (07.98.92.010.2) De Itho Daalderop cv-ketels zijn vanaf 1/8/2015 op enkele

Nadere informatie

AluTech 500 Series Gebruikershandleiding.

AluTech 500 Series Gebruikershandleiding. Gebruikershandleiding. AluTech 3400 serie (opbouw) AluTech 3500 serie (inbouw) AluTech 540 AluTech 540/O Inhoud Pagina Overzicht bedieningselementen 2 Rugleuning instellen 3 Hoogte voetensteun instellen

Nadere informatie

Handleiding aansluiten en in gebruik nemen zelfaanzuigende SHE pompen

Handleiding aansluiten en in gebruik nemen zelfaanzuigende SHE pompen Handleiding aansluiten en in gebruik nemen zelfaanzuigende SHE pompen Inhoudsopgave Inhoudsopgave 2 Inleiding 3 Uitvoering 3 Installatie 3 Vullen 5 Starten ( eerste keer) 5 Starten ( normaal gebruik) 5

Nadere informatie

Powerpack. gebruikshandleiding

Powerpack. gebruikshandleiding Powerpack gebruikshandleiding 1 INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding De RMA powerpack is een hulpmiddel voor de begeleiding. Het vergemakkelijkt het duwen van een rolstoel gebruiker. De hulpmotor is niet ontworpen

Nadere informatie

HINDI 880 ELECTRO - HYDRAULISCHE DRAAIHEKOPENER ENKEL OF DUBBEL GEBLOKKEERD. Handleiding Hindi 880

HINDI 880 ELECTRO - HYDRAULISCHE DRAAIHEKOPENER ENKEL OF DUBBEL GEBLOKKEERD. Handleiding Hindi 880 HINDI 880 ELECTRO - HYDRAULISCHE DRAAIHEKOPENER ENKEL OF DUBBEL GEBLOKKEERD INSTRUCTIES VOOR DE INSTALLATIE VAN DE HINDI 880, EEN ELECTRO - ACHTERPAT HYDRAULISCHE OPENER, ENKEL OF DUBBEL BLOKKEREND. BEVESTIGINGSBOUT

Nadere informatie

Draadloze zoneregelaar HCE80. Handleiding bij het inleren

Draadloze zoneregelaar HCE80. Handleiding bij het inleren Inleer handleiding Draadloze zoneregelaar HCE80 Handleiding bij het inleren Wat doen we eerst? 1. Het aansluiten van de motoren MT4-230-NC op de HCE80!!!! 2. Op 1 zone kunnen maximaal 3 motoren MT4-230-NC

Nadere informatie

Banden de- en montage machine

Banden de- en montage machine Banden de- en montage machine - 1 - Algemene veiligheidsregels Deze handleiding bevat belangrijke informatie, lees deze aandachtig door voordat men de machine gaat gebruiken. 1. Omschrijving van de machine

Nadere informatie

TECHNISCHE GEBRUIKSAANWIJZING RTI-C

TECHNISCHE GEBRUIKSAANWIJZING RTI-C TECHNISCHE GEBRUIKSAANWIJZING RTI-C 1 OVERZICHT I) TECHNISCHE GEGEVENS I.1) Presentatie I.2) Kenmerken I.3) Installatie II) AANSLUITING II.1) Aansluiting hydraulisch II.2) Aansluiting elektrisch III) WERKING

Nadere informatie

CAU-1 & CAU-1T NUL-EMISSIE AFZUIGUNIT VOOR ROETMETINGEN i.c.m. SSM 2000 en DSS-2

CAU-1 & CAU-1T NUL-EMISSIE AFZUIGUNIT VOOR ROETMETINGEN i.c.m. SSM 2000 en DSS-2 CAU-1 & CAU-1T NUL-EMISSIE AFZUIGUNIT VOOR ROETMETINGEN i.c.m. SSM 2000 en DSS-2-1 - Het CAU-1 en CAU-1T afzuigsysteem is getest betreffende meetnauwkeurigheid door NMI Testcertificaat 1. VOORWOORD Deze

Nadere informatie

COMBIFORT. Storingen en blokkeringen

COMBIFORT. Storingen en blokkeringen COMBIFORT Storingen en blokkeringen INHOUDSOPGAVE Storingen en blokkeringen 1 Algemeen 2 Overzicht meldingen 2.1 Waarschuwingsmeldingen 4 2.2 Blokkeringsmeldingen 4 2.3 Storingsmeldingen 5 3 Oorzaken van

Nadere informatie

Branderketel 12V DC/ 24 V DC

Branderketel 12V DC/ 24 V DC Branderketel 12V DC/ 24 V DC Inhoudsopgave: blz Technische specificaties 2 Speciale waarschuwingen 3 Branderverstuiver / elektroden 3 Brandstofpomp 4-5 Elektrisch schema 6 Printplaat 6 Probleem / oplossing

Nadere informatie

L N L N. Fig.3 L N L N. Fig.4

L N L N. Fig.3 L N L N. Fig.4 SILET DESIG L L Fig.3 L L Fig.4 L L Ls Fig.5 L L Ls Fig.6 T (min) Fig.7 SILET CRZ L L Ls Fig.8 L L Fig.9 T (min) Fig.10 HR (%) CT-12/14 12 V 50Hz 230 V 50Hz TIME-DELAY FUSE 125 ma MAX. L SILET-100 CZ

Nadere informatie

MiniBlack Black BlackOut MaxiBlack MaxiBlackOut

MiniBlack Black BlackOut MaxiBlack MaxiBlackOut MiniBlack Black BlackOut MaxiBlack MaxiBlackOut INHOUD 1. Algemeen... 2 2. Beschrijving... 2 3. Technische specificaties... 3 4. Richtlijnen bij de keuze van de motor... 3 4.1 Voor rolluiken en screens...

Nadere informatie

RFI 1000 / RFI 1000-2. Magnetische sleutellezer INSTRUCTIEHANDLEIDING 01.09.96

RFI 1000 / RFI 1000-2. Magnetische sleutellezer INSTRUCTIEHANDLEIDING 01.09.96 RFI 1000 / RFI 1000-2 Magnetische sleutellezer INSTRUCTIEHANDLEIDING 01.09.96 Instructiehandleiding RFI 1000 / RFI 1000-2 Eerst de handleiding lezen alvorens het systeem in werking te stellen Het systeem

Nadere informatie

EASY AANDRIJVING VOOR BINNEN DE GEVEL WENTELENDE GARAGEPOORT

EASY AANDRIJVING VOOR BINNEN DE GEVEL WENTELENDE GARAGEPOORT 1 EASY AANDRIJVING VOOR BINNEN DE GEVEL WENTELENDE GARAGEPOORT 2 WELK SYSTEEM GEBRUIKEN? * Het is van groot belang dat U weet welk model het best geschikt is voor de kantelpoort die U wenst te automatiseren.

Nadere informatie

SC 70-230 V. SC-70 230 V.xls 1 / 9

SC 70-230 V. SC-70 230 V.xls 1 / 9 SC-70 230 V.xls 1 / 9 Elektromechanische onomkeerbare motor voor schuifhekken tot 800 kg voor intensief gebruik. Technische gegevens: Voeding Normaal opgenomen vermogen Opgenomen stroom 230 V AC 360 W

Nadere informatie

Gasbrander type: marathon M 121 ARZ Branderbelasting: 25 tot 185 kw

Gasbrander type: marathon M 121 ARZ Branderbelasting: 25 tot 185 kw Technisch Informatieblad Gasbrander type: marathon M 121 ARZ Branderbelasting: 25 tot 185 kw dreizler Gasbrander in de modulerende MONObloc-uitvoering Met interne rookgasrecirculatie ARZ, Euro-Patent Nr.

Nadere informatie

Gebruikershandleiding

Gebruikershandleiding Gebruikershandleiding EXCLUSIV COMPACT THERMOSTAAT Dit product heeft de volgende eigenschappen: 1) Regeling van de verwarming 2) Eenvoudig te programmeren 3) Twee programma's: programma ingesteld af fabriek

Nadere informatie

F O R E S T S H U T T L E S / L

F O R E S T S H U T T L E S / L 2 Installeren van de FOREST SHUTTLE S / L Installeren van de FOREST SHUTTLE S / L 1 Assembleer de rail 2 Installeer de steunen en monteer de rail in de steunen 3 Hang de gordijnen pas na het instellen

Nadere informatie

Handleiding. AirQlean H luchtfiltersysteem voor montage aan het plafond

Handleiding. AirQlean H luchtfiltersysteem voor montage aan het plafond Handleiding AirQlean H luchtfiltersysteem voor montage aan het plafond ... Copyright 2014 QleanAir Scandinavia 2 DEEL 1 Informatie over de veiligheid 1.1. Inleiding Dit hoofdstuk bevat informatie over

Nadere informatie

VDH doc Versie: v1.0 Datum: Software: ALFA75-MTT File: Do WPD Bereik: 0,0/+80,0 C per 0,1 C

VDH doc Versie: v1.0 Datum: Software: ALFA75-MTT File: Do WPD Bereik: 0,0/+80,0 C per 0,1 C Gebruikershandleiding ALFA 75MTT MelkTankThermostaat. VDH doc. 080743 Versie: v.0 Datum: 29052008 Software: ALFA75MTT File: Do080743.WPD Bereik: 0,0/+80,0 C per 0, C * Beschrijving. De ALFA 75MTT is een

Nadere informatie

Gebruiksaanwijzing doseergoten, type DSX.

Gebruiksaanwijzing doseergoten, type DSX. Pag. 1-10 Gebruiksaanwijzing doseergoten, type DSX. INTRODUCTIE De lineaire trillers van STILETTO bestaan uit een aandrijfdeel en beweegbaar deel die verbonden zijn door bladveren. De functie van de trillers

Nadere informatie

Balanceermachine GEBRUIKERSHANDLEIDING

Balanceermachine GEBRUIKERSHANDLEIDING - 1 - 1 Algemeen 1.1 Algemene veiligheidsregels De balanceermachine mag alleen gebruikt worden door personeel dat daar gemachtigd voor is en voldoende opgeleid is. De balanceermachine mag alleen maar gebruikt

Nadere informatie

CCE-200, 201, 202, 203, 204 & 206 NL Elektronisch bedieningspaneel Installatie-, Montage- en Gebruikshandleiding Voor de Installateur

CCE-200, 201, 202, 203, 204 & 206 NL Elektronisch bedieningspaneel Installatie-, Montage- en Gebruikshandleiding Voor de Installateur CCE-200, 201, 202, 203, 204 & 206 NL Elektronisch bedieningspaneel Installatie-, Montage- en Gebruikshandleiding Voor de Installateur Inhoudsopgave Overzicht van elektronische ketelpanelen en bedieningen...

Nadere informatie

ROGER Belgium SCHUIFHEK OPENER R30 TECHNISCHE EIGENSCHAPPEN AFMETINGEN R30 MODELLEN R30/ R30/ R30/ R30/1209

ROGER Belgium SCHUIFHEK OPENER R30 TECHNISCHE EIGENSCHAPPEN AFMETINGEN R30 MODELLEN R30/ R30/ R30/ R30/1209 ROGER TECHNISCHE EIGENSCHAPPEN R30 MODELLEN R30/403-404 R30/803-804 R30/1203-1204 R30/1209 Voedingsspanning Nominaal vermogen Duwkracht Openingstijd X90 Thermische veiligheid Werkingstemperatuur Gewicht

Nadere informatie

TARIEF-CATALOGUS 2010 Geldig vanaf 1 april 2010

TARIEF-CATALOGUS 2010 Geldig vanaf 1 april 2010 TARIEF-CATALOGUS 2010 - BE(NL) TARIEF-CATALOGUS 2010 Geldig vanaf 1 april 2010 STOOKOLIEBRANDERS (Pagina 154-163) www.oertli.be STOOKOLIEBRANDERS 154 STOOKOLIEBRANDERS OES 150 L van 16 tot 65 kw p. 15

Nadere informatie

MGC OpenTherm regelaar

MGC OpenTherm regelaar MOS NL-780-2 MGC 061100 MGC OpenTherm regelaar Montage- en gebruikshandleiding Gebruikte symbolen In dit document worden de volgende symbolen gebruikt: Gevaar voor elektrische spanning! Let op! Gebruikte

Nadere informatie

Calortrans CT3845(M) Handleiding.

Calortrans CT3845(M) Handleiding. Calortrans CT3845(M) Handleiding BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES Voor veilig gebruik van de Calortrans CT3845(M) transferpers moeten de volgende voorzorgsmaatregelen genomen worden: Vóór gebruik: Lees

Nadere informatie

Installatiehandleiding. DEVIreg 132. Elektronische thermostaat. www.devi.com

Installatiehandleiding. DEVIreg 132. Elektronische thermostaat. www.devi.com Installatiehandleiding DEVIreg 132 Elektronische thermostaat www.devi.com Inhoudsopgave 1 Inleiding................. 3 1.1 Technische specificaties..... 4 1.2 Veiligheidsinstructies...... 5 2 Montage-instructies..........

Nadere informatie

Gebruiksaanwijzing ST6/8 regeling.

Gebruiksaanwijzing ST6/8 regeling. Pag. 1-7 Gebruiksaanwijzing ST6/8 regeling. Pag. 2-7 Montagevoorschriften. De netspanning kabel en de vibratorkabel dienen zo naar de regeling te worden gevoerd, dat beschadiging van de kabel nooit kan

Nadere informatie

Montage handleiding Broilfire 4 Poot powerfire/gas komfoor 4p-01p

Montage handleiding Broilfire 4 Poot powerfire/gas komfoor 4p-01p Montage handleiding Broilfire 4 Poot powerfire/gas komfoor 4p-01p Instructies voor het monteren en gebruik van de Powerfire: Technische data: Gas type Butaan Propaan Werk druk: mbar 30-50 37-52 Categorie

Nadere informatie