Telecommunicatiewet. Kernbeschrijving

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Telecommunicatiewet. Kernbeschrijving"

Transcriptie

1 Telecommunicatiewet Kernbeschrijving De Telecommunicatiewet regelt de toegang tot de elektronische communicatiemarkt (registratieplicht, toegang tot frequenties en telefoonnummers en gedoogplicht voor kabels) en regelt het gedrag op die markt door middel van sectorspecifieke mededingingsregels en regels ter bescherming van afnemers. Daarnaast zijn regels opgenomen inzake aftappen, dataretentie buitengewone omstandigheden, handhaving en retributies. Inleiding 1. Algemeen Met de Telecommunicatiewet (verder: Tw) worden blijkens de memorie van toelichting uit 1997 de volgende doelen nagestreefd: 1) versterking van de concurrentiepositie van Nederland door eersteklas telecommunicatievoorzieningen en toepassingen, 2) waarborging kwaliteit en de toegankelijkheid van de telecommunicatie-infrastructuur en 3) het bewaken van maatschappelijke belangen bij de toegang tot en het gebruik van telecommunicatievoorzieningen. Met de Wet implementatie Europees regelgevingskader voor de elektronische communicatiesector 2002 zijn de doelstellingen van de Europese Kaderrichtlijn voor de elektronische communicatiesector (zie artikel 8 van die richtlijn) tot wet verheven. Het gaat hier om de volgende doelstellingen: 1) het bevorderen van concurrentie bij het leveren van elektronische communicatienetwerken en -diensten, 2) de ontwikkeling van de (Europese) interne markt en 3) het bevorderen van belangen van eindgebruikers wat betreft keuze, prijs en kwaliteit. Ter uitvoering van die doelstellingen bevat de Tw rechten en plichten voor aanbieders van (openbare) elektronische communicatienetwerken en -diensten, zoals aanbieders van telefonie, internet-serviceproviders en kabelbedrijven. De Tw heeft in belangrijke mate het karakter van een kaderwet om ruimte te kunnen bieden aan de dynamische ontwikkelingen in de elektronische communicatiesector. Om die reden is een groot aantal algemene maatregelen van bestuur en ministeriële regelingen gebaseerd op Tw. 2. Structuur Telecommunicatiewet In de Tw zijn de volgende hoofdonderdelen in de structuur te onderkennen: - Toetreding tot de markt (hoofdstukken 2, 3, 4 en 5); 13

2 - regels voor marktgedrag (hoofdstukken 6 en 6A); - bescherming van de belangen van eindgebruikers (hoofdstukken 7, 8, 9 en 11); - (rand)apparaten en andere uitrustingen (hoofdstuk 10); - aftapbaar maken van netwerken ten behoeve van de opsporing, dataretentie en voorbereidingsmaatregelen inzake buitengewone omstandigheden (hoofdstukken 13 en 14); - geschilbeslechting (hoofdstuk 12); - handhaving (hoofdstuk 15 en artikel 18.7); - overige onderwerpen (hoofdstukken 16 tot en met 20). Het toezicht en de uitvoering van de Tw is verdeeld over Agentschap Telecom, dat namens de minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie optreedt, en het College van de onafhankelijke Post- en Telecommunicatie-autoriteit (verder: OPTA). Agentschap Telecom is verantwoordelijk voor het gebruik van frequentieruimte, producteisen aan apparaten, aftappen, dataretentie en buitengewone omstandigheden en enkele onderwerpen op het punt van de bescherming van eindgebruikers. OPTA is verantwoordelijk voor de regels voor marktgedrag, uitgifte nummers, graafrechten en de overige regels ter bescherming van eindgebruikers. 3. De toetreding tot de markt Voor de toetreding tot de markt gelden zo weinig mogelijk belemmeringen. Die beleidskeuze volgt voor een belangrijk deel uit de Europese Machtigingsen Kaderrichtlijn. Op basis van internationale afspraken en op basis van nationaal beleid wordt een bestemmingsplan voor het frequentiespectrum vastgesteld. Dit plan dient als basis voor de toewijzing van het gebruik van frequenties krachtens hoofdstuk 3 van de wet. Een ander onderwerp waarbij verdeling en ordening door de overheid aan de orde is, betreft de toewijzing van het gebruik van nummers ten behoeve van openbare elektronische communicatiediensten. Ook hier geldt dat de overheid, op basis van internationale afspraken en nationaal beleid, een bestemmingsplan vaststelt voor het gebruik van diverse categorieën van nummers ten behoeve van openbare elektronische communicatiediensten. Op basis daarvan worden nummers toegekend overeenkomstig de in hoofdstuk 4 vastgelegde regels. Een derde onderwerp dat van belang is in het kader van de toetreding tot de markt betreft de regels die gelden voor de aanleg van kabels en dergelijke in openbare en niet-openbare gronden. Voor de aanleg van kabels geldt in bepaalde gevallen op grond van hoofdstuk 5 Tw een gedoogplicht voor de rechthebbende van de desbetreffende gronden. Voor de toekenning van gebruiksrechten voor frequenties gelden volgens de Machtigingsrichtlijn de volgende principes: indien er geen gevaar bestaat voor schadelijke interferentie moet frequentiegebruik zoveel mogelijk vergunningvrij zijn. Eventuele gebruiksvoorschriften worden bij algemene 14

3 regels gesteld. Als frequentiegebruik wel aan een vergunning wordt gebonden geschiedt de uitgifte bij voorrang, op volgorde van binnenkomst of via een veiling of vergelijkende toets ( beauty contest ). In het eerdergenoemde frequentieplan is aangegeven welk verdeelinstrument gehanteerd wordt. Vergunningen voor het gebruik van frequentieruimte ten behoeve van de uitvoering van vitale overheidstaken, het verzorgen van taken ter uitvoering van de publieke mediaopdracht (publieke omroep) of ter uitvoering van een wettelijk voorschrift worden bij voorrang verleend. Het verdeelinstrument op volgorde van binnenkomst wordt toegepast wanneer er naar verwachting geen sprake is van schaarste. Dit laatste is bijvoorbeeld het geval bij straalverbindingen. Daar waar er naar verwachting wel sprake is van schaarste wordt het instrument veiling of vergelijkende toets ingezet. Dit is met name het geval bij vergunningen voor mobiele elektronische communicatiediensten (GSM, UMTS, LTE) of omroep (AM, FM of DVB-T). Vergunningen voor het gebruik van frequentieruimte worden verleend door Agentschap Telecom. Een veiling of vergelijkende toets start steeds met een bekendmaking als bedoeld in artikel 3 van het Frequentiebesluit. In dat besluit is geregeld of het instrument van veiling dan wel vergelijkende toets wordt gehanteerd en wanneer de procedure start. In een ministeriële regeling worden eisen gesteld aan de aanvraag en de aanvrager en wordt geregeld welke type veiling (één ronde, simultane meerronden-veiling) wordt gehanteerd of wat de selectiecriteria zijn bij een vergelijkende toets. Voor de verdeling worden bij besluit ook de vergunningen vastgesteld zoals zij na de verdeling zullen worden verleend. Zo is vooraf duidelijk hoe het gebruiksrecht concreet wordt vormgegeven. De overdracht van frequentievergunningen is alleen toegestaan met voorafgaande toestemming van de Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie. Een toestemming kan worden geweigerd indien een weigeringsgrond als bedoeld in artikel 3.6 Tw van toepassing is. De wet bevat voor een aantal categorieën van aanbieders specifieke verplichtingen. Om de regels te kunnen handhaven, moet bekend zijn wie die aanbieders zijn. Derhalve is in artikel 2.1 van de wet neergelegd dat aanbieders van elektronische communicatienetwerken, bijbehorende faciliteiten of elektronische communicatiediensten, een kennisgeving moeten overleggen aan OPTA. De registratie is geen voorwaarde voor toetreding tot de markt. 4. Regels voor marktgedrag 4.1 Interoperabiliteit In een concurrerende markt met veel aanbieders van openbare elektronische communicatiediensten is interoperabiliteit van diensten van groot belang, omdat het de mogelijkheden van eindgebruikers om de in hun ogen aantrekkelijkste dienstenaanbieder te kiezen, vergroot. Immers, welke aanbieder 15

4 zij ook kiezen, de mogelijkheid om met gebruikers van andere dienstenaanbieders te kunnen communiceren en de diensten van andere aanbieders te bereiken, is gewaarborgd als de diensten interoperabel zijn. Naast het belang van de eindgebruikers dat zij kunnen communiceren met andere eindgebruikers en de diensten van andere aanbieders kunnen bereiken, staat het belang van de dienstenaanbieders. Dienstenaanbieders zijn er bij gebaat om zelf te kunnen bepalen welke functionaliteit de dienst heeft die zij wensen aan te bieden. Zij moeten, bijvoorbeeld om kosten te besparen, er voor kunnen kiezen dienstverlening aan te bieden met een beperkte functionaliteit, waaronder ook een beperkte interoperabiliteit. Tegenover een beperking in functionaliteit zouden lagere tarieven voor de klanten kunnen staan. Gebruikers kunnen dan zelf kiezen tussen relatief goedkope diensten met een beperkte functionaliteit of duurdere, maar meer volwaardige diensten. Vrijheid voor dienstenaanbieders om zelf te bepalen wat voor dienstverlening zij willen aanbieden verlaagt de drempel om openbare elektronische communicatiediensten te gaan aanbieden en kan zo de concurrentie ten goede komen. Tegenover de vrijheid van dienstenaanbieders om de interoperabiliteit van hun diensten te kunnen beperken, staat het belang van andere dienstenaanbieders die nu juist wel interoperabiliteit wensen. Zij zijn daarvoor vaak afhankelijk van de medewerking van andere dienstenaanbieders of aanbieders van openbare elektronische communicatienetwerken en bijbehorende faciliteiten. Het gaat in de terminologie van de Toegangsrichtlijn dan om ondernemingen die de toegang tot de eindgebruikers controleren. Als deze ondernemingen niet, of alleen op onredelijke voorwaarden, bereid zijn die medewerking te geven kan de interoperabele dienstverlening niet tot stand komen. Het regime voor interoperabiliteit en interconnectie moet rekening houden met al de geschetste belangen. Enerzijds moeten aanbieders van openbare elektronische communicatiediensten vrij zijn zelf te bepalen wat de aard en functionaliteit is van de dienstverlening die zij willen aanbieden. Anderzijds kan het belang (van eindgebruikers en van andere dienstenaanbieders) dat eindgebruikers onderling kunnen communiceren zo groot zijn, dat van aanbieders van openbare elektronische communicatiediensten moet kunnen worden verlangd dat zij zo nodig aan interoperabiliteit meewerken. Om bovengenoemde redenen is in artikel 6.1 Tw bepaald dat aanbieders van openbare elektronische communicatienetwerken of -diensten (en daarbij de toegang tot eindgebruikers controleren) op verzoek van andere aanbieders moeten onderhandelen over interoperabiliteit. Een verzoek om te onderhandelen kan door alle aanbieders van openbare elektronische communicatienetwerken of openbare elektronische communicatiediensten worden gedaan. Op het beginsel van onderhandelingsvrijheid kan een uitzondering worden gemaakt. Als het algemeen maatschappelijk belang dat vereist, moet van bepaalde aanbieders kunnen worden verlangd dat zij voor interoperabiliteit zorgdragen, ook als zij daar zelf niet uit eigen beweging voor 16

5 kiezen. Daarom kunnen bij algemene maatregel van bestuur openbare diensten worden aangewezen waarvoor in beginsel een plicht tot interoperabiliteit geldt. In die gevallen geldt dus niet slechts een plicht om over interoperabiliteit te onderhandelen, maar een resultaatsverplichting. In het Besluit interoperabiliteit is een dergelijke resultaatsverplichting opgelegd voor openbare telefoondiensten (vast en mobiel). Naast de mogelijkheid dat bij algemene maatregel van bestuur diensten kunnen worden aangewezen waarvoor een interoperabiliteitsplicht bestaat, kan in uitzonderlijke gevallen OPTA al dan niet op verzoek in een concreet geval aan betrokken partijen een interoperabiliteitsplicht opleggen. Niet voor alle diensten kan in algemene zin worden vastgesteld dat interoperabiliteit van zo groot belang is, dat de interoperabiliteit verzekerd moet zijn, ook als de betrokken aanbieders daar niet uit eigen beweging voor kiezen. 4.2 Aanmerkelijke marktmacht De Tw heeft onder andere tot doel om op alle relevante markten van de elektronische communicatiesector daadwerkelijke concurrentie te bevorderen, zodat er voor eindgebruikers voldoende keuzevrijheid bestaat, ook voor wat betreft prijs en kwaliteit. Teneinde te bevorderen dat markten, waarop nog geen sprake is van daadwerkelijke concurrentie, daadwerkelijk concurrerend worden, kan OPTA op grond van hoofdstuk 6a Tw verplichtingen opleggen. Ook kan OPTA verplichtingen opleggen die er op gericht zijn te voorkomen dat bepaalde marktpartijen misbruik maken van de afwezigheid van daadwerkelijke mededinging. Deze verplichtingen kunnen alleen worden opgelegd aan aanbieders met aanmerkelijke marktmacht. In deze wet is, kort gezegd, het begrip aanmerkelijke marktmacht gelijkgesteld aan het begrip economische machtspositie, zoals dat wordt gehanteerd in het algemene Europese mededingingsrecht. Om te kunnen bepalen of een aanbieder aanmerkelijke marktmacht heeft moet eerst worden vastgesteld welke markt daarbij als uitgangspunt moet worden genomen. Marktafbakening is in wezen de afbakening van het speelveld van de concurrentie; welke ondernemingen concurreren met elkaar. In het algemene mededingingsrecht worden markten op basis van twee invalshoeken afgebakend: om welk product of dienst gaat het en in welk gebied concurreren bedrijven met elkaar. Deze methode zal ook worden gebruikt voor de toepassing van de sectorspecifieke mededingingsregels die in hoofdstuk 6a zijn neergelegd. Nadat de markt is afgebakend, zal OPTA nagaan of er sprake is van daadwerkelijke mededinging op de betrokken markt. Deze analyse komt in feite neer op het vaststellen of er op de desbetreffende markt een of meer aanbieders zijn met aanmerkelijke marktmacht. Bepalend daarbij is of een onderneming zich onafhankelijk op de markt kan gedragen, bijvoorbeeld door duurzaam zijn prijzen te verhogen, zonder daarvan (per saldo) negatieve effecten te ondervinden. Bij de vaststelling van een economische machtspositie wordt met meer factoren rekening gehouden dan alleen 17

6 marktaandeel. Niettemin kan grofweg gesteld worden dat in het mededingingsrecht er in het algemeen van wordt uitgegaan dat er sprake kan zijn van een economische machtspositie indien een bedrijf een marktaandeel heeft van meer dan 40% en dat daarvan vaak sprake zal zijn indien het marktaandeel groter is dan 50%. Op grond van hoofdstuk 6a Tw zijn verplichtingen voor aanbieders met aanmerkelijke marktmacht geen automatisme meer. OPTA moet aan de hand van een analyse van de concrete marktomstandigheden bepalen welke verplichtingen op groothandels- of eindgebruikersniveau passend zijn. In artikel 6a.2, derde lid, Tw is aangegeven dat een verplichting passend is indien deze gebaseerd is op de aard van het op de desbetreffende markt geconstateerde probleem en in het licht van de doelstellingen van artikel 1.3 Tw proportioneel en gerechtvaardigd is. OPTA kan onder meer de volgende verplichtingen op groothandelsniveau opleggen: - Verplichting tot transparantie; - verplichting inzake non-discriminatie; - verplichting tot het voeren van een gescheiden boekhouding; - verplichtingen inzake toegang en gebruik van specifieke netwerkfaciliteiten; - verplichtingen inzake prijscontrole en kostentoerekening. Bij toegang gaat het om het gebruik van de infrastructuur van een andere partij, om elektronische communicatiediensten te kunnen aanbieden. De partij die toegang vraagt, gebruikt de gevraagde toegangsvoorzieningen dus om zelf elektronische communicatiediensten te kunnen aanbieden aan zijn eindgebruikers. Carrierselectie is hier een goed voorbeeld van: een aanbieder van een carrierselectiedienst die zijn abonnees wil bereiken om gesprekken op te halen, gebruikt daarvoor de (telefonie-)infrastructuur van een andere partij. Daartoe vraagt hij toegang bij die andere partij. Nadat de carrierselectie-aanbieder het telefoonverkeer heeft opgehaald, zal hij het afgeleverd willen hebben bij degenen die door zijn carrierselectieklanten worden gebeld. Op grond van hoofdstuk 6a Tw kunnen aan ondernemingen die een aanmerkelijke marktmacht hebben op een eindgebruikersmarkt verplichtingen worden opgelegd met betrekking tot de diensten die zij op deze markt aanbieden. Van belang is dat verplichtingen met betrekking tot eindgebruikersdiensten alleen kunnen worden opgelegd indien blijkt dat toegangsverplichtingen en/of de daarmee samenhangende verplichtingen niet toereikend zijn om het op de desbetreffende markt geconstateerde probleem op te lossen. Indien bijvoorbeeld een toegangsverplichting wordt opgelegd kunnen andere aanbieders toegang krijgen tot het netwerk van de onderneming met aanmerkelijke marktmacht en met gebruikmaking van dit netwerk zelfstandig hun diensten aanbieden aan de eindgebruikers van de onderneming met aanmerkelijke marktmacht. Laatstgenoemde eindgebruikers kunnen dus als gevolg van een toegangsverplichting een keuze maken uit de diensten van aanbieders die toegang hebben tot dit 18

7 netwerk en, uiteraard, ook van de diensten van de onderneming met aanmerkelijke marktmacht. Een van de belangrijkste verplichtingen die OPTA met betrekking tot eindgebruikersdiensten kan opleggen is een prijsmaatregel. Dat wil zeggen een verplichting die betrekking heeft op de eindgebruikerstarieven van een bepaalde dienst. Hieronder valt bijvoorbeeld de verplichting tot kostenoriëntatie. Een prijsmaatregel kan er onder meer op gericht zijn om excessieve prijzen of juist te lage prijzen te voorkomen. Op grond van hoofdstuk 6a Tw kan voorts nog een drietal andere verplichtingen met betrekking tot eindgebruikersdiensten worden opgelegd. Het gaat om: non-discriminatieverplichtingen, verplichtingen om een dienst ontbundeld aan te bieden en verplichtingen om informatie te verstrekken aan eindgebruikers. Hoofdstuk 6a strekt tot implementatie van delen van de Kaderrichtlijn, de Machtigingsrichtlijn en de Universele dienstrichtlijn. 4.3 Site en duct sharing Artikel 12 Kaderrichtlijn geeft de lidstaten de bevoegdheid om in bepaalde gevallen een toegangsverplichting op te leggen aan partijen die geen aanmerkelijke marktmacht hebben. De Tw maakt voor twee situaties gebruik van deze mogelijkheid. In de eerste plaats is in artikel 3.11 Tw bepaald dat houders voor een vergunning voor het gebruik van frequentieruimte of aanbieders van antenne-opstelpunten moeten voldoen aan redelijke verzoeken tot medegebruik. Die verplichting is onder meer opgenomen omdat het vanuit oogpunt van ruimtelijke ordening wenselijk is dat er niet teveel nieuwe opstelpunten worden opgericht. Daarnaast is een aantal hoge opstelpunten voor omroep, zoals de zendmast te Lopik, moeilijk te dupliceren. Ook om die reden is verplichting tot medegebruik opgenomen. De tweede verplichting betreft het medegebruik van voorzieningen ter zake van de aanleg en instandhouding van kabels ten dienste van openbare elektronische communicatienetwerken. Het verplichte medegebruik geldt onder andere voor de bij de kabel behorende ondersteunings- en beschermingswerken. Het medegebruik betreft niet de kabeldraad of glasvezel zelf. Heeft een aanbieder een voorziening, bijvoorbeeld een mantelbuis in een gebouw, en bestaat er op grond van de gedoogplicht geen recht om op, aan of in dat gebouw kabels aan te leggen, dan kan er op grond van artikel 5.13 Tw nooit een verplichting tot medegebruik bestaan. 5. Bescherming van de belangen van eindgebruikers In een elektronische communicatiemarkt die in vergaande mate geliberaliseerd is en waar in alle onderdelen concurrentie kan ontstaan, is het van belang om regels te stellen op grond waarvan een aantal aspecten van algemeen maatschappelijk belang zeker kan worden gesteld. Die regels strekken voor een belangrijk deel tot implementatie van de Universeledienstrichtlijn 19

8 en de bijzondere privacyrichtlijn. Daarnaast is er een Europese roamingsverordening die ervoor zorgt dat de tarieven voor mobiele communicatie vanuit het buitenland niet buitensporig zijn. 5.1 Algemene regels Hoofdstuk 7 is geheel gewijd aan de bescherming van consumenten en deels aan eindgebruikers (hier vallen ook bedrijven onder). Daarbij gaat het om een breed scala aan typen verplichtingen, zoals onder andere verplichtingen over: - Informatie die in overeenkomsten met consumenten opgenomen moet worden (artikel 7.1); - het beëindigen van overeenkomsten bij (nadelige) wijzigingen van de overeenkomst (artikel 7.2); - het door consumenten opzeggen van overeenkomsten (artikel 7.2a); - het afsluiten van betaalnummers waarmee misbruik wordt gemaakt en het opschorting van de betaling aan de houders van die nummers (artikelen 7.3a en 7.3b); - tarief- en kwaliteittransparantie (artikelen 7.3 en 7.4); - beschikbaar stellen van abonneegegevens voor uitgifte van een telefoongids of abonnee-informatiedienst (artikel 7.5) - toegang tot een abonnee-informatiedienst (artikel 7.6); - toegang tot alarmnummers (112) (artikel 7.7). Bovengenoemde regels strekken met name tot implementatie van de Universeledienstrichtlijn. Een aanzienlijk deel van de algemene regels ter bescherming van eindgebruikers is neergelegd in lagere regelgeving. Het betreft hier hoofdstuk 3 van het Besluit universele dienstverlenging en eindgebruikersbelangen, het Besluit nummerportabiliteit en hoofdstuk 3 van de Regeling universele dienstverlenging en eindgebruikersbelangen. 5.2 Roamingverordening De Europese roamingverordening (nr. 717/2007) zorgt ervoor dat gebruikers van openbare mobiele communicatienetwerken die zich bevinden in een andere EU-lidstaat geen buitensporig hoge tarieven betalen voor telefonie, sms-berichten of pakketgeschakelde datadiensten. De verordening is van toepassing op zowel de tarieven die op wholesaleniveau door de netwerkexploitanten in rekening worden gebracht als die welke op retailniveau door de thuisaanbieders worden gehanteerd. Op grond van de artikelen 15.1, derde lid, en 18.2a Tw voert OPTA de roamingverordening uit in Nederland en houdt zij hierop toezicht. 5.3 Universele dienstverlening Voordat de Tw in werking trad werd de beschikbaarheid en betaalbaarheid van een aantal basisvoorzieningen gewaarborgd door het in de Wet op de telecommunicatievoorzieningen opgenomen concessieregime. Na de liberalisering van de telecommunicatiesector is de beschikbaarheid en betaal- 20

9 baarheid gewaarborgd door het regime van de universele dienst, zoals opgenomen in hoofdstuk 9 van de Tw. Belangrijk met betrekking tot de universele dienst is de vraag welke diensten onderdeel uitmaken van de universele dienst. De omvang van de universele dienst is in artikel 9.1 van de Tw vastgelegd. De volgende diensten vormen de universele dienst: a Aansluiting op het openbare telefoonnetwerk op een vaste locatie en het bieden van toegang tot de vaste openbare telefoondienst; b telefoongidsen; c de abonnee-informatiedienst; d telefooncellen. Betaalbaarheid van de diensten die behoren tot de universele dienst, houdt in dat de kosten geen belemmering vormen voor het gebruik van deze diensten. De regels hiervoor zijn opgenomen in hoofdstuk 2 van het Besluit universele dienstverlenging en eindgebruikersbelangen en hoofdstuk 2 van de Regeling universele dienstverlenging en eindgebruikersbelangen. Een belangrijk aspect hierbij is dat de kosten beheersbaar en controleerbaar zijn, zodat ze voorspelbaar zijn voor de consument. Daarnaast moet ter voorkoming van marktverstoring worden gestreefd naar een zo groot mogelijke beperking van de uitvoeringskosten. Op basis van deze overwegingen wordt als uitgangspunt genomen dat de betaalbaarheid van de in de universele dienst opgenomen diensten gewaarborgd is, indien zij tegen kostendekkende tarieven (inclusief redelijk rendement) worden aangeboden. Vooral bij degenen die de telefoondienst gebruiken om bereikbaar te zijn kan de betaalbaarheid in het geding komen. Om die reden is er een belbudgetdienst, waarbij de abonnementskosten op een relatief laag niveau gemaximeerd zijn. De beltarieven blijven ook gemaximeerd, maar op een relatief hoog niveau. Hierdoor wordt gewaarborgd dat de telefoondienst betaalbaar blijft voor burgers die relatief weinig bellen. De verplichting voor KPN om de UD-diensten te leveren is geregeld in het overgangsrecht (artikel 20.1 Tw). KPN heeft hierbij geen recht op vergoeding van eventuele nettokosten. Daar staat tegenover dat zij de opdracht eenzijdig geheel of gedeeltelijk kan beëindigen. Het recht om de opdracht geheel of gedeeltelijk te beëindigen komt ook toe aan de minister. In december 2008 heeft KPN de plicht tot het leveren van telefooncellen opgezegd op grond van artikel 20.1 van de Tw. De verplichting tot het leveren van telefooncellen is niet opnieuw aan een (ander) bedrijf opdragen. Indien het overgangsrecht is uitgewerkt, wordt -indien de UD-diensten niet door de markt worden geleverd- een soort aanbestedingsprocedure ingesteld, waaraan eenieder die dat wenst kan deelnemen. Het voornemen om tot deze procedure over te gaan wordt bekendgemaakt in de Staatscourant. Daarbij wordt aangegeven voor welke periode een aanwijzing geschiedt (ten hoogste vijf jaar), welke verzorgingsgebieden het betreft en welke diensten worden opgedragen. 21

10 5.4 Bescherming van persoonsgegevens en de persoonlijke levenssfeer De bijzondere privacyrichtlijn is geïmplementeerd in hoofdstuk 11 van de Tw en de daarop berustende uitvoeringsregelgeving. Deze richtlijn en de uitwerking daarvan in hoofdstuk 11 hebben ten opzichte van richtlijn nr. 95/46/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 24 oktober 1995 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en het vrije verkeer van die gegevens (PbEG 1995, L 81) en de uitwerking daarvan in de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp) een aanvullende werking, waarbij op onderdelen sprake is van een nadere uitwerking van de meer algemene normen uit de algemene privacyrichtlijn onderscheidenlijk de Wbp. Voor specifieke in de sfeer van elektronische communicatie voorkomende verwerkingen van persoonsgegevens worden namelijk daarop toegesneden (en in voorkomend geval uitputtende) normen gesteld. Het gaat hierbij onder andere om regels over: - Bel me niet register, dat wil zeggen een register waar abonnees zich kunnen aanmelden als zij niet meer gebeld wensen te worden voor telemarketingdoeleinden; - verbod op spam; - de verwerking van verkeers- en locatiegevens; - niet-gespecificeerde nota s; - de opname van persoonsgegevens in abonneelijsten; - nummeridentificatie; - Regels over het plaatsen cookies en spyware (artikel 4.1 van het Besluit universele dienstverlenging en eindgebruikersbelangen). 6. (Rand)apparaten en andere uitrustingen De EMC-richtlijn (richtlijn nr. 2004/108/EG) en de RTE-richtlijn (richtlijn nr. 1999/5/EG) zijn geïmplementeerd in hoofdstuk 10 van de Tw. Beide richtlijnen stellen regels over elektrische apparaten of vaste installaties en behoren tot de categorie van richtlijnen die gestoeld is op de zogenaamde nieuwe aanpak. Kort gezegd, houdt dit in dat de richtlijn voor een productgroep geldt, algemeen geformuleerd is en dat er geen gedetailleerde technische specificaties in zijn uitgewerkt. De EMC-richtlijn beoogt het vrije verkeer van elektrische en elektronische apparaten te garanderen door in de gehele Europese Unie een aanvaardbare elektromagnetische omgeving te creëren. De EMC-richtlijn is van toepassing op uitrustingen, een term die zowel apparaten als vaste installaties omvat. Onder elektromagnetische compatibiliteit wordt verstaan het vermogen van uitrusting om op bevredigende wijze in haar elektromagnetische omgeving te functioneren zonder zelf elektromagnetische storingen te veroorzaken die ontoelaatbaar zijn voor andere uitrusting in die omgeving. Het gaat dus om de invloed van de elektromagnetische omgeving op uitrusting en omgekeerd de invloed van deze uitrusting op zijn elektromagnetische 22

11 omgeving. De bedoeling van regels over elektromagnetische compatibiliteit is er voor te zorgen dat storingen die door uitrusting veroorzaakt wordt zoveel mogelijk beperkt blijven en dat uitrusting zelf een passend niveau van immuniteit voor storingen heeft, zodat uitrusting ongestoord kan samenwerken. De RTE- richtlijn strekt tot harmonisatie van de voorschriften van de lidstaten met betrekking tot randapparaten en radioapparaten (radiozenden ontvangapparaten), met het oog op het tot stand brengen van een gemeenschappelijke markt voor deze apparaten. De richtlijn behelst voorschriften voor randapparaten en radioapparaten (radiozendapparaten en ontvangers). Uitrusting die onder de RTE-richtlijn valt, valt niet onder de EMCrichtlijn. Hoofdstuk 10 bevat naast de artikelen die strekken tot implementatie van de EMC- en RTE-richtlijn een aantal artikelen van nationale oorsprong. Het belangrijkste artikel betreft artikel 10.9 Tw. Dat artikel verbiedt het aanleggen, het geheel of gedeeltelijk aangelegd aanwezig hebben, of het gebruik van radiozendapparaten zonder dat de aanlegger of gebruiker houder is van een vergunning voor het gebruik van frequentieruimte als bedoeld in artikel 3.3 Tw. Dit artikel wordt door Agentschap Telecom met name gebruikt om op te treden tegen etherpiraten die illegaal uitzenden in de FM-band. 7. Aftappen en buitengewone omstandigheden Gezien de noodzaak om in het kader van de criminaliteitsbestrijding en de veiligheid van de staat af te kunnen tappen, is in artikel 13.1 Tw bepaald dat zowel aanbieders van openbare telecommunicatienetwerken als aanbieders van openbare telecommunicatiediensten hun netwerken respectievelijk diensten slechts mogen aanbieden indien die netwerken en diensten aftapbaar zijn, zodat die door de bevoegde autoriteiten kunnen worden afgetapt. In hoofdstuk 13 Tw en de bijlage bij de Tw is de dataretentierichtlijn (richtlijn 2006/24/EG) geïmplementeerd. Die richtlijn stelt regels voor telecombedrijven: zij moeten verkeersgegevens, locatiegegevens en identificerende gegevens van telecommunicatie (telefoon, en internetverkeer) voor een bepaalde tijd bewaren, zodat de overheid die kan opvragen voor de bestrijding van ernstige criminaliteit. De richtlijn heeft geen betrekking op de inhoud van de communicatie. In hoofdstuk 14 Tw is een regeling getroffen voor het geval er sprake is van buitengewone omstandigheden (beperkte of algehele noodtoestand). Deze regeling komt grotendeels overeen met die welke in de WTV was voorzien. De kern wordt gevormd door dat indien in werking gesteld aan de Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie de bevoegdheid toekent om aanbieders van openbare telecommunicatienetwerken, openbare telecommunicatiediensten, huurlijnen en aan gebruikers van de 23

12 frequentieruimte met betrekking tot een aantal limitatief opgesomde aangelegenheden bindende aanwijzingen te geven. Bij het geven van deze aanwijzingen kan worden afgeweken van de verplichtingen die ingevolge de Tw op genoemde organisaties rusten. Hoofdstuk 14 voorziet voorts in de mogelijkheid tot het stellen van regels met betrekking tot het voorbereiden en verzorgen van telecommunicatie in buitengewone omstandigheden; aan deze bevoegdheid is uitvoering gegeven (zie de Regeling voorbereiding buitengewone omstandigheden sector telecommunicatie 2007). 8. Geschilbeslechting De Kaderrichtlijn en de Universeledienstrichtlijn bevatten regels met betrekking tot het beschikbaar zijn van eenvoudige en transparante procedures voor het beslechten van geschillen tussen aanbieders of ondernemingen die openbare elektronische communicatienetwerken, openbare elektronische communicatiediensten of bijbehorende faciliteiten aanbieden onderling en het beslechten van geschillen tussen eindgebruikers en een aanbieder of een onderneming in vorenstaande zin. Het beslechten van geschillen tussen aanbieders door OPTA en de Minister (Agentschap Telecom) is geregeld in artikel 12.2 en volgende van de Tw. Hierbij is OPTA bevoegd om de geschillen te beslechten over die onderwerpen waarop zij toezicht houdt krachtens artikel 15.1, derde lid, Tw. De Minister is bevoegd geschillen te beslechten over frequentiegebruik (artikel 3.9 Tw). Artikel 34 van de Universeledienstrichtlijn bepaalt dat er transparante, eenvoudige en goedkope buitengerechtelijke procedures beschikbaar moeten zijn voor het behandelen van niet beslechte geschillen waarbij consumenten zijn betrokken en die onderwerpen betreffen die onder die richtlijn vallen. Bedoeld artikel is geïmplementeerd in de artikelen 12.1 en 12.9 van de Tw. Contractuele geschillen kunnen voorgelegd worden aan een van overheidswege aangewezen geschillencommissie (artikel 12.1). Voorts verplicht artikel 12.1, tweede lid, Tw bepaalde gebruikers van (betaal)nummers om zich aan te sluiten bij een geschillencommissie. Overige geschillen die betrekking hebben op een onderwerp dat valt binnen de reikwijdte van de Universeledienstrichtlijn kunnen worden voorgelegd aan OPTA (artikel 12.9). 9. Handhaving Nagenoeg de gehele Tw en de daarop gebaseerde lagere regelgeving kan bestuursrechtelijk gehandhaafd worden door Agentschap Telecom, namens de Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, en OPTA. Beide toezichthouders hebben de mogelijkheid om bestuursdwang toe te passen, een last onder dwangsom of een bestuurlijke boete op te leggen. De hoogte van de boete bedraagt maximaal euro. OPTA kan, net 24

13 als de NMa, ondernemingen die de regels voor marktgedrag overtreden een boete opleggen van ten hoogste 10% van de omzet. Verder kunnen beide toezichthouders een onderneming tijdelijk verbieden nog elektronische communicatiediensten aan te bieden als er sprake is van ernstige en herhaaldelijk niet-nakomen van de gestelde verplichtingen. Artikel 18.7 Tw geeft Agentschap Telecom en OPTA de bevoegdheid om van een ieder te allen tijde inlichtingen te vorderen voor zover dit redelijkerwijs voor de vervulling van zijn taak nodig is. Tot slot is relevant dat de belangrijkste verplichtingen in de Tw strafrechtelijk gehandhaafd kunnen worden via de Wet op de economische delicten. 10. Overige onderwerpen Voorts worden in deze wet verschillende overige onderwerpen geregeld. Zo zijn bepalingen opgenomen op het gebied van vergoedingen welke in rekening kunnen worden gebracht voor werkzaamheden die door Agentschap Telecom of OPTA zijn verricht (hoofdstuk 16). In hoofdstuk 17 is geregeld dat tegen bepaalde besluiten van OPTA geen bezwaar kan worden gemaakt en alleen beroep kan worden ingesteld bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven. In hoofdstuk 18 zijn regels opgenomen over (de betrouwbaarheid van) elektronische handtekeningen. In de hoofdstukken 19 en 20 is overgangsrecht opgenomen. 11. Aanhangige wetsvoorstellen De volgende wetsvoorstellen zijn, voor zover relevant, op de sluitingsdatum van deze druk aanhangig bij het parlement: - Wijziging van de Telecommunicatiewet in verband met de Nota frequentiebeleid 2005 (Kamerstuk ); dit wetsvoorstel wijzigt met name hoofdstuk 3 (frequenties) en streeft ernaar dat er meer flexibiliteit komt bij het gebruik van frequentieruimte; - wijziging van de Telecommunicatiewet in verband met de aanpassing van de bewaartermijn voor telecommunicatiegegevens met betrekking tot internettoegang, over het internet en internettelefonie (Kamerstuk ); met dit wetsvoorstel wordt de bewaartermijn voor telecommunicatiegegevens ten behoeve van de opsporing gesplitst in een bewaartermijn van twaalf maanden voor gegevens in verband met telefonie en een bewaartermijn van zes maanden voor gegevens in verband met internettoegang, over het internet en internettelefonie; - wijziging van de Algemene wet bestuursrecht en aanverwante wetten met het oog op enige verbeteringen en vereenvoudigingen van het bestuursprocesrecht (Wet aanpassing bestuursprocesrecht) (Kamerstuk ); dit wetsvoorstel laat de artikelen 17.1 en van de Telecommunicatiewet vervallen; 25

14 Art wijziging van de Telecommunicatiewet ter implementatie van de herziene telecommunicatierichtlijnen (Kamerstuk ); het voorstel strekt tot implementatie van twee wijzigingsrichtlijnen (2009/136/EG, de richtlijn burgerrechten, en 2009/140/EG, de richtlijn betere regelgeving, en verordening 1211/2009. Met deze wijzigingsrichtlijnen wordt een actualisering van het Europese regelgevend kader voor de elektronische communicatiesector gerealiseerd. De richtlijn betere regelgeving wijzigt de Kader-, Toegangs- en Machtigingsrichtlijn. De richtlijn burgerrechten wijzigt de Universeledienstrichtlijn en de Bijzondere. Wet van 19 oktober 1998, houdende regels inzake de telecommunicatie, Stb. 1998, 610, zoals laatstelijk gewijzigd bij de wet van 18 maart 2010, Stb. 2010, 135. Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten: Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het in verband met de algehele liberalisering van de telecommunicatie-infrastructuur en de telecommunicatiediensten wenselijk is regels te stellen ter waarborging van een samenhangende infrastructuur en ter bevordering van de daadwerkelijke mededinging; Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Artikel 1.1 In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder: a Onze Minister: Onze Minister van Economische Zaken; b college: college, genoemd in artikel 2 van de Wet Onafhankelijke post- en telecommunicatieautoriteit; c raad van bestuur van de mededingingsautoriteit: raad van bestuur van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 2 van de Mededingingswet; d nationale regelgevende instantie: instantie in een andere lidstaat van de Europese Unie die krachtens het recht van die lidstaat is belast met een of meer regelgevende of daarmee verband houdende uitvoerende taken die zijn toegekend in de richtlijnen nrs. 2002/19/EG, 2002/20/EG, 2002/21/EG, 2002/22/EG of 2002/58/EG; e elektronisch communicatienetwerk: transmissiesystemen, waaronder mede begrepen de schakel- of routeringsapparatuur en andere mid- 26

15 Art. 1.1 f g h i j k l m delen, die het mogelijk maken signalen over te brengen via kabels, radiogolven, optische of andere elektromagnetische middelen, waaronder satellietnetwerken, vaste en mobiele terrestrische netwerken, elektriciteitsnetten, voor zover deze voor overdracht van signalen worden gebruikt en netwerken voor radio- en televisieomroep en kabeltelevisienetwerken, ongeacht de aard van de overgebrachte informatie; elektronische communicatiedienst: gewoonlijk tegen vergoeding aangeboden dienst die geheel of hoofdzakelijk bestaat in het overbrengen van signalen via elektronische communicatienetwerken, waaronder telecommunicatiediensten en transmissiediensten op netwerken die voor omroep worden gebruikt, doch niet de dienst waarbij met behulp van elektronische communicatienetwerken en -diensten overgebrachte inhoud wordt geleverd of redactioneel wordt gecontroleerd. Het omvat niet de diensten van de informatiemaatschappij zoals omschreven in artikel 1 van de notificatierichtlijn die niet geheel of hoofdzakelijk bestaan uit het overbrengen van signalen via elektronische communicatienetwerken; openbare elektronische communicatiedienst: elektronische communicatiedienst die beschikbaar is voor het publiek; openbaar elektronisch communicatienetwerk: elektronisch communicatienetwerk dat geheel of hoofdzakelijk wordt gebruikt om openbare elektronische communicatiediensten aan te bieden, waaronder mede wordt begrepen een netwerk, bestemd voor het verspreiden van programma's voor zover dit aan het publiek geschiedt; aanbieden van een elektronisch communicatienetwerk: het bouwen, exploiteren, beheren of beschikbaar stellen van een elektronisch communicatienetwerk; bijbehorende faciliteiten: bij een elektronisch communicatienetwerk of een elektronische communicatiedienst behorende faciliteiten die het aanbieden van diensten via dat netwerk of die dienst mogelijk maken of ondersteunen, alsmede systemen voor voorwaardelijke toegang en elektronische programmagidsen; netwerkaansluitpunt: fysiek punt waarop een abonnee de toegang tot een openbaar communicatienetwerk wordt geboden; in het geval van netwerken met schakelings- of routeringsfuncties wordt het netwerkaansluitpunt bepaald door middel van een specifiek netwerkadres, dat met een abonneenummer of -naam kan zijn verbonden; toegang: het aan een andere onderneming beschikbaar stellen van netwerkonderdelen, bijbehorende faciliteiten of diensten onder uitdrukkelijke voorwaarden al dan niet op exclusieve basis ten behoeve van het aanbieden van elektronische communicatiediensten of het verspreiden van programma's aan het publiek door die onderneming; interconnectie: specifiek type toegang dat wordt gerealiseerd tussen exploitanten van openbare netwerken, inhoudende het fysiek en lo- 27

16 Art. 1.1 n o p q r s t u v w gisch verbinden van openbare communicatienetwerken die door dezelfde of een andere onderneming worden gebruikt om het de gebruikers van een onderneming mogelijk te maken te communiceren met die van dezelfde of van een andere onderneming of toegang te hebben tot diensten die door een andere onderneming worden aangeboden; gebruiker: natuurlijk persoon of rechtspersoon die gebruik maakt van of verzoekt om een openbare elektronische communicatiedienst; eindgebruiker: natuurlijke persoon of rechtspersoon die van een openbare elektronische communicatiedienst gebruik maakt of wil gaan maken en die niet tevens openbare elektronische communicatienetwerken of openbare elektronische communicatiediensten aanbiedt; abonnee: natuurlijke persoon of rechtspersoon die partij is bij een overeenkomst met een aanbieder van openbare elektronische communicatiediensten voor de levering van dergelijke diensten; consument: natuurlijke persoon die gebruik maakt van of verzoekt om een openbare elektronische communicatiedienst voor andere dan bedrijfs- of beroepsdoeleinden; onderneming: onderneming in de zin van artikel 81, eerste lid, van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap; onderneming die beschikt over een aanmerkelijke marktmacht: onderneming die alleen of tezamen met andere ondernemingen over een economische kracht beschikt die haar in staat stelt zich in belangrijke mate onafhankelijk van haar concurrenten, klanten en uiteindelijk consumenten te gedragen; transnationale markt: bij beschikking, bedoeld in artikel 15, vierde lid, van richtlijn nr. 2002/21/EG, gedefinieerde markt die ten minste een gedeelte van Nederland beslaat; huurlijn: publiekelijk ter beschikking gestelde transparante transmissiecapaciteit tussen twee netwerkaansluitpunten van een of meer elektronische communicatienetwerken, zonder routeringsfuncties waarover gebruikers kunnen beschikken als onderdeel van de geleverde huurlijn; minimumpakket van huurlijnen: door de Commissie van de Europese Gemeenschappen op grond van de artikelen 17 en 22 van richtlijn nr. 2002/21/EG of de artikelen 18 en 37 van richtlijn nr. 2002/22/EG vastgesteld minimumpakket van huurlijnen, zoals vermeld in een lijst van in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen gepubliceerde normen; openbaar telefoonnetwerk: elektronisch communicatienetwerk dat wordt gebruikt om openbare telefoondiensten aan te bieden; het ondersteunt de overdracht tussen netwerkaansluitpunten van spraakcommunicatie en ook andere vormen van communicatie, zoals fax en data; 28

17 Art. 1.1 x y z aa bb cc dd ee openbare telefoondienst: dienst die voor het publiek beschikbaar is voor uitgaande en binnenkomende gesprekken; programma: programma als bedoeld in artikel 1.1 van de Mediawet 2008; kabels: fysieke geleidingsdraden bestemd voor de rechtstreekse overdracht van signalen tussen punten en de bij deze fysieke geleidingsdraden behorende ondergrondse ondersteuningswerken, beschermingswerken en signaalinrichtingen, alsmede inrichtingen, bestemd om daarin verbinding tot stand te brengen tussen fysieke geleidingsdraden in, op of boven openbare gronden enerzijds en fysieke geleidingsdraden in gebouwen en daarmee één geheel vormende gronden anderzijds dan wel tussen laatstgenoemde fysieke geleidingsdraden onderling; openbare gronden: 1 openbare wegen met inbegrip van de daartoe behorende stoepen, glooiingen, bermen, sloten, bruggen, viaducten, tunnels, duikers, beschoeiingen en andere werken; 2 wateren met de daartoe behorende bruggen, plantsoenen, pleinen en andere plaatsen, die voor eenieder toegankelijk zijn; nummer: cijfers, letters of andere symbolen, al dan niet in combinatie, die bestemd zijn voor toegang tot of identificatie van gebruikers, netwerkexploitanten, diensten, netwerkaansluitpunten of andere netwerkelementen; nummeridentificatie: 1 faciliteit om het nummer van het oproepende netwerkaansluitpunt dan wel een nummer waarmee een individuele gebruiker kan worden geïdentificeerd aan het opgeroepen netwerkaansluitpunt te verstrekken, voordat de verbinding tot stand wordt gebracht; 2 faciliteit om het nummer van het opgeroepen netwerkaansluitpunt dan wel het nummer waarmee een individuele gebruiker kan worden geïdentificeerd aan het oproepende netwerkaansluitpunt te verstrekken, voordat de verbinding tot stand wordt gebracht; in de handel brengen: het voor de eerste maal afleveren na vervaardiging in de Europese Economische Ruimte, het in gebruik nemen na vervaardiging in de Europese Economische Ruimte, het invoeren in de Europese Economische Ruimte uit een land daarbuiten, of het in gebruik nemen na invoer uit een land buiten de Europese Economische Ruimte in de Europese Economische Ruimte; openbaar telecommunicatienetwerk: elektronisch communicatienetwerk dat geheel of gedeeltelijk wordt gebruikt om openbare telecommunicatiediensten aan te bieden, voor zover het netwerk niet gebruikt wordt voor het verspreiden van programma's; 29

18 Art. 1.1 ff openbare telecommunicatiedienst: voor het publiek beschikbare dienst die geheel of gedeeltelijk bestaat in het overbrengen van signalen via een elektronisch communicatienetwerk, voor zover deze dienst niet bestaat uit het verspreiden van programma's; gg uitrusting: elk apparaat of vaste installatie; hh apparaten: elektrische en elektronische apparaten; ii vaste installatie: een specifieke combinatie van verschillende soorten apparaten en eventuele andere inrichtingen, die samengebouwd, geïnstalleerd en bestemd zijn voor permanent gebruik op een van te voren vastgestelde locatie; jj randapparaten: 1 uitrusting die bestemd is om op een openbaar telecommunicatienetwerk te worden aangesloten, zodanig dat zij: rechtstreeks op netwerkaansluitpunten kan worden aangesloten, of kan dienen voor interactie met een openbaar telecommunicatienetwerk via directe of indirecte aansluiting op netwerkaansluitpunten ten behoeve van overbrenging, verwerking of ontvangst van informatie; 2 Radiozendapparaten die geschikt zijn om op een openbaar telecommunicatienetwerk te worden aangesloten; 3 Uitrusting voor satellietgrondstations tenzij bij of krachtens hoofdstuk 10 anders is bepaald, doch met uitsluiting van speciaal geconstrueerde uitrusting die bedoeld is voor gebruik als onderdeel van een openbaar telecommunicatienetwerk; kk radiozendapparaten: uitrusting die naar haar aard bestemd is voor het zenden of het zenden en ontvangen van radiocommunicatiesignalen; ll systeem voor voorwaardelijke toegang: elke technische maatregel of regeling waarbij toegang tot een beschermde radio- of televisieomroepdienst in begrijpelijke vorm afhankelijk wordt gemaakt van een abonnement of een andere vorm van voorafgaande individuele machtiging; mm applicatieprogramma-interface: een software interface tussen externe toepassingen, die beschikbaar is gesteld door omroepen, dienstenleveranciers, alsmede de hulpmiddelen in de eindapparatuur; nn Internationaal Telecommunicatieverdrag: het op 22 december 1992 te Genève tot stand gekomen Statuut en Verdrag van de Internationale Unie voor Telecommunicatie met de daarbij behorende bijlagen en reglementen (Trb. 1993, 138), de op 14 oktober 1994 te Kyoto tot stand gekomen Akten van wijziging van het Statuut en het Verdrag van de Internationale Unie voor Telecommunicatie (Trb. 1995, 201) en de op 6 november 1998 te Minneapolis tot stand gekomen Akten van wijziging van het Statuut en het Verdrag van de Internationale Unie voor Telecommunicatie (Trb. 2001, 90); 30

19 Art. 1.1 oo pp qq rr ss tt uu vv ww xx yy zz richtlijn nr. 2002/19/EG: Richtlijn nr. 2002/19/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 7 maart 2002 inzake de toegang tot en interconnectie van elektronische-communicatienetwerken en bijbehorende faciliteiten (Toegangsrichtlijn) (PbEG L 108); richtlijn nr. 2002/20/EG: Richtlijn nr. 2002/20/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 7 maart 2002 betreffende de machtiging voor elektronische-communicatienetwerken en -diensten (Machtigingsrichtlijn) (PbEG L 108); richtlijn nr. 2002/21/EG: Richtlijn nr. 2002/21/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 7 maart 2002 inzake een gemeenschappelijk regelgevingskader voor elektronische-communicatienetwerken en -diensten (Kaderrichtlijn) (PbEG L 108); richtlijn nr. 2002/22/EG: Richtlijn nr. 2002/22/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 7 maart 2002 inzake de universele dienst en gebruikersrechten met betrekking tot elektronische-communicatienetwerken en -diensten (Universeledienstrichtlijn) (PbEG L 108); certificaat: elektronische bevestiging die gegevens voor het verifiëren van een elektronische handtekening met een bepaalde persoon verbindt en de identiteit van die persoon bevestigt; gekwalificeerd certificaat: certificaat dat voldoet aan de eisen, gesteld krachtens artikel 18.15, tweede lid, en is afgegeven door een certificatiedienstverlener die voldoet aan de eisen, gesteld krachtens artikel 18.15, eerste lid; certificatiedienstverlener: een natuurlijke persoon of rechtspersoon die certificaten afgeeft of andere diensten in verband met elektronische handtekeningen verleent; middel voor het aanmaken van elektronische handtekeningen: geconfigureerde software of hardware die wordt gebruikt om de gegevens voor het aanmaken van elektronische handtekeningen te implementeren; veilig middel voor het aanmaken van elektronische handtekeningen: een middel voor het aanmaken van elektronische handtekeningen dat voldoet aan de eisen gesteld krachtens artikel 18.17, eerste lid; elektronische handtekening: elektronische handtekening als bedoeld in artikel 15a, vierde lid, van Titel 1, afdeling 1A van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek; ondertekenaar: voor de toepassing van deze wet geldt de definitiebepaling van artikel 15a, vijfde lid, van Titel 1, afdeling 1A van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek; openbare betaaltelefoon: voor het publiek toegankelijk telefoontoestel waarmee uitgaande gesprekken gevoerd kunnen worden en waarvan de betaling voor het gebruik kan geschieden door middel van munten, krediet- of debetkaarten of vooruitbetaalde telefoonkaarten; 31

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2002 2003 28 851 Wijziging van de Telecommunicatiewet en enkele andere wetten in verband met de implementatie van een nieuw Europees geharmoniseerd regelgevingskader

Nadere informatie

Telecommunicatiewet. Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen. (Tekst geldend op: )

Telecommunicatiewet. Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen. (Tekst geldend op: ) Telecommunicatiewet (Tekst geldend op: 28-08-2014) Wet van 19 oktober 1998, houdende regels inzake de telecommunicatie (Telecommunicatiewet) Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses

Nadere informatie

Wet van 19 oktober 1998, houdende regels inzake de telecommunicatie (Telecommunicatiewet)

Wet van 19 oktober 1998, houdende regels inzake de telecommunicatie (Telecommunicatiewet) (Tekst geldend op: 10-07-2012) Wet van 19 oktober 1998, houdende regels inzake de telecommunicatie (Telecommunicatiewet) Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,

Nadere informatie

CONCEPT (versie 5 juni 2012) TELECOMMUNICATIEWET INCLUSIEF VOORGENOMEN WIJZIGINGEN

CONCEPT (versie 5 juni 2012) TELECOMMUNICATIEWET INCLUSIEF VOORGENOMEN WIJZIGINGEN TELECOMMUNICATIEWET INCLUSIEF VOORGENOMEN WIJZIGINGEN (deze geconsolideerde versie is bedoeld als handreiking ten behoeve van de internetconsultatie; er kunnen op geen enkele wijze rechten aan worden ontleend)

Nadere informatie

Telecommunicatiewet Geldend van t/m heden

Telecommunicatiewet Geldend van t/m heden Telecommunicatiewet Geldend van 01-07-2017 t/m heden Wet van 19 oktober 1998, houdende regels inzake de telecommunicatie (Telecommunicatiewet) Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden,

Nadere informatie

Telecommunicatiewet Geldend van t/m heden

Telecommunicatiewet Geldend van t/m heden Telecommunicatiewet Geldend van 01-05-2018 t/m heden Wet van 19 oktober 1998, houdende regels inzake de telecommunicatie (Telecommunicatiewet) Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden,

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2016 55 Wet van 3 februari 2016 tot wijziging van de Telecommunicatiewet in verband met de versterking van de positie van abonnees bij netwerkstoringen,

Nadere informatie

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje- Nassau, enz. enz. enz.

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje- Nassau, enz. enz. enz. Besluit van tot wijziging van het Besluit Interoperabiliteit, het Besluit randapparaten en radioapparaten 2007, het Besluit universele dienstverlening en eindgebruikersbelangen, het Besluit vergoedingen

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2003 199 Wet van 8 mei 2003 tot aanpassing van Boek 3 en Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek, de Telecommunicatiewet en de Wet op de economische delicten

Nadere informatie

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. 14049984 Wijziging van de Telecommunicatiewet in verband met de versterking van de positie van eindgebruikers bij netwerkstoringen, het wegnemen van overstapdrempels voor kleinzakelijke gebruikers, de

Nadere informatie

Het Besluit universele dienstverlening en eindgebruikersbelangen wordt als volgt gewijzigd:

Het Besluit universele dienstverlening en eindgebruikersbelangen wordt als volgt gewijzigd: Besluit van 17 juli 2012 tot wijziging van het Besluit universele dienstverlening en eindgebruikersbelangen ter implementatie van de herziene universeledienstrichtlijn in verband met diensten voor eindgebruikers

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2010 2011 32 424 Wijziging van de Wet personenvervoer 2000, houdende regels ter bevordering van de kwaliteit in het taxivervoer A GEWIJZIGD VOORSTEL VAN

Nadere informatie

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Wijziging van de Telecommunicatiewet en de Wet op de economische delicten in verband met de implementatie van Richtlijn 2006/24/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie betreffende

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2007 2008 30 661 Wijziging van de Telecommunicatiewet verband houdende met de instelling van een antenneregister, de uitbreiding van het verbod op het verzenden

Nadere informatie

In overweging genomen hebbende:

In overweging genomen hebbende: STATEN VAN DE NEDERLANDSE ANTILLEN ZITTING 2000-2001 ------------------------------------------------------------- - LANDSVERORDENING van de houdende regels inzake telecommunicatie (Landsverordening telecommunicatie).

Nadere informatie

VOORWOORD. Bij de vierde druk

VOORWOORD. Bij de vierde druk VOORWOORD Bij de vierde druk De eerste druk van deze uitgave verscheen in december 2001 onder de titel Telecommunicatiewet. In de tweede en derde druk werd de titel aangepast tot Telecommunicatierecht

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2015 2016 34 260 Wijziging van de Telecommunicatiewet in verband met de implementatie van richtlijn 2014/30/EU en richtlijn 2014/53/EU A GEWIJZIGD VOORSTEL

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2016 524 Besluit van 12 december 2016, houdende regels inzake eindapparaten ter implementatie van richtlijn 2008/63/EG (Besluit eindapparaten) 0 Wij

Nadere informatie

HOOFDSTUK 5. AANLEG, INSTANDHOUDING EN OPRUIMING VAN KABELS

HOOFDSTUK 5. AANLEG, INSTANDHOUDING EN OPRUIMING VAN KABELS HOOFDSTUK 5. AANLEG, INSTANDHOUDING EN OPRUIMING VAN KABELS 5.1 De gedoogplicht 5.1.1 Algemene bepalingen Artikel 5.1 In dit hoofdstuk en de daarop berustende bepalingen wordt onder een aanbieder van een

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 34 379 Wijziging van de Telecommunicatiewet ter uitvoering van de netneutraliteitsverordening Nr. 3 MEMORIE VAN TOELICHTING I. ALGEMEEN DEEL 1.

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2018 358 Besluit van 5 oktober 2018, houdende wijziging van het Besluit vergoedingen Telecommunicatiewet in verband met het actualiseren van vergoedingencategorieën

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2008 2009 31 354 Wijziging van de Mededingingswet ter invoering van regels inzake ondernemingen die deel uitmaken van een publiekrechtelijke rechtspersoon

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 33 501 Wijziging van de Postwet 2009 ter invoering van ex ante toezicht op een postvervoerbedrijf met aanmerkelijke marktmacht Nr. 2 VOORSTEL VAN

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 1996 1997 Nr. 297 25 171 Wijziging van de Wet op de telecommunicatie-voorzieningen in verband met de invoering van het veilen van schaarse frequenties voor

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2010 2011 32 549 Wijziging van de Telecommunicatiewet ter implementatie van de herziene telecommunicatierichtlijnen Nr. 4 ADVIES RAAD VAN STATE EN NADER

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2007 2008 31 354 Wijziging van de Mededingingswet ter invoering van regels inzake ondernemingen die deel uitmaken van een publiekrechtelijke rechtspersoon

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2011 2012 32 376 Wijziging van de Wet personenvervoer 2000 in verband met verordening (EG) nr. 1370/2007 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds De Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie;

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds De Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie; STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 13915 10 juli 2012 Regeling van de Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie van 1 juli 2012, nr. WJZ / 12077791,

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2014 2015 34 049 Wijziging van de Wet op het financieel toezicht en enige andere wetten in verband met Verordening (EU) Nr. 1024/2013 van de Raad van 15

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2001 2002 28 074 Wijziging van de Wet luchtvaart inzake de exploitatie van de luchthaven Schiphol Nr. 1 KONINKLIJKE BOODSCHAP Aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2012 352 Besluit van 17 juli 2012 tot vaststelling van de procedure voor verlenging van vergunningen als bedoeld in artikel 20.2 van de Telecommunicatiewet

Nadere informatie

Voorlopig oordeel inzake interconnectie

Voorlopig oordeel inzake interconnectie Contactpersoon Ons kenmerk Uw kenmerk Doorkiesnummer OPTA/IBT/2003/203596 Datum Onderwerp Bijlage(n) Interconnectieplicht Voorlopig oordeel inzake interconnectie Het college van de Onafhankelijke Post

Nadere informatie

CONCEPT ( ) Besluit: Artikel 1

CONCEPT ( ) Besluit: Artikel 1 CONCEPT (26-8-2016) Regeling van de Minister van Economische Zaken van, nr. WJZ, tot vaststelling van categorieën niet-automatisch voortrollende vergunningen en andere wijzigingen als gevolg van de wet

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2014 2015 33 662 Wijziging van de Wet bescherming persoonsgegevens en enige andere wetten in verband met de invoering van een meldplicht bij de doorbreking

Nadere informatie

RICHTSNOEREN AANWIJZING AANMERKELIJKE MACHT OP DE MARKT

RICHTSNOEREN AANWIJZING AANMERKELIJKE MACHT OP DE MARKT RICHTSNOEREN AANWIJZING AANMERKELIJKE MACHT OP DE MARKT I Inleiding 1. Het college van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit (hierna: het college) publiceert hierbij richtsnoeren die aangeven

Nadere informatie

Bijlage 2 Richtlijnen indienen omzetopgave

Bijlage 2 Richtlijnen indienen omzetopgave Bijlage 2 Richtlijnen indienen omzetopgave Het omzet gerelateerde vergoedingenstelsel Het college brengt voor de kosten die hij maakt voor het toezicht aanbieders van openbare elektronische communicatieactiviteiten

Nadere informatie

Wijziging van de Telecommunicatiewet en van de Mediawet 2008 (gebruiksbeperking FM en digitale radio-omroep)

Wijziging van de Telecommunicatiewet en van de Mediawet 2008 (gebruiksbeperking FM en digitale radio-omroep) Wijziging van de Telecommunicatiewet en van de Mediawet 2008 (gebruiksbeperking FM en digitale radio-omroep) VOORSTEL VAN WET (18-05-2016) Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden,

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2011 323 Besluit van 22 juni 2011 tot wijziging van het Besluit Gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft in verband met de implementatie van titel

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2011 163 Wet van 24 maart 2011 tot wijziging van de Wet milieubeheer, de Wet op de economische delicten en de Elektriciteitswet 1998 ter implementatie

Nadere informatie

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje Nassau, enz. enz. enz.

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje Nassau, enz. enz. enz. WOB STUK VOORSTEL VAN WET Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje Nassau, enz. enz. enz. Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten: Alzo Wij

Nadere informatie

NOTA VAN TOELICHTING I. ALGEMEEN

NOTA VAN TOELICHTING I. ALGEMEEN Besluit van. tot wijziging van het Besluit universele dienstverlening en eindgebruikersbelangen in verband met in verband met de wijziging van artikel 12.1 Telecommunicatiewet NOTA VAN TOELICHTING I. ALGEMEEN

Nadere informatie

Bijlage 2 Toelichting indienen omzetopgave

Bijlage 2 Toelichting indienen omzetopgave Bijlage 2 Toelichting indienen omzetopgave Het omzet gerelateerde vergoedingenstelsel Het college brengt voor de kosten die hij maakt voor het toezicht aanbieders van openbare elektronische communicatieactiviteiten

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2010 2011 32 549 Wijziging van de Telecommunicatiewet ter implementatie van de herziene telecommunicatierichtlijnen Nr. 2 VOORSTEL VAN WET Wij Beatrix, bij

Nadere informatie

eindgebruikersbelangen en privacy

eindgebruikersbelangen en privacy TELECOM SOCIETY wat verandert er per 25 mei 2011..? eindgebruikersbelangen en privacy 28 oktober 2010 Gerrit-Jan Zwenne Richtlijn 2009/136/EG 25 25 november 2009 2009 concept wetsvoorstel 15 15 april april

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2004 206 Besluit van 7 mei 2004, houdende wijziging van enkele algemene maatregelen van bestuur in verband met aanpassingen aan de Telecommunicatiewet

Nadere informatie

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje- Nassau, enz. enz. enz.

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje- Nassau, enz. enz. enz. Wijziging van de Wet bescherming persoonsgegevens en de Telecommunicatiewet in verband met de invoering van een meldplicht bij de doorbreking van maatregelen voor de beveiliging van persoonsgegevens (meldplicht

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2009 533 Besluit van 30 november 2009, houdende wijziging van het Warenwetbesluit algemene chemische produktveiligheid in verband met verordening

Nadere informatie

Openbaar. Besluit. 1 Samenvatting. Ons kenmerk : ACM/UIT/ Zaaknummer : ACM/17/ Datum : 17 september 2018

Openbaar. Besluit. 1 Samenvatting. Ons kenmerk : ACM/UIT/ Zaaknummer : ACM/17/ Datum : 17 september 2018 Besluit Ons kenmerk : ACM/UIT/499919 Zaaknummer : ACM/17/019328 Datum : 17 september 2018 Besluit van de Autoriteit Consument en Markt met betrekking tot het verzoek van Radio Monster BV/SB Radio ingevolge

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2007 2008 31 466 Wijziging van de Wet gebruik burgerservicenummer in de zorg in verband met de elektronische informatieuitwisseling in de zorg Nr. 2 VOORSTEL

Nadere informatie

32 549 Wijziging van de Telecommunicatiewet ter implementatie van de herziene telecommunicatierichtlijnen

32 549 Wijziging van de Telecommunicatiewet ter implementatie van de herziene telecommunicatierichtlijnen T W E E D E K A M E R D E R S T A T E N - G E N E R A A L 2 Vergaderjaar 2010-2011 32 549 Wijziging van de Telecommunicatiewet ter implementatie van de herziene telecommunicatierichtlijnen Nr. 11 AMENDEMENT

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2012 2013 33 501 Wijziging van de Postwet 2009 ter invoering van ex ante toezicht op een postvervoerbedrijf met aanmerkelijke marktmacht A GEWIJZIGD VOORSTEL

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1996 320 Wet van 28 maart 1996, houdende wijziging van de Wet op de telecommunicatievoorzieningen, de Mediawet, de Radio-Omroep-Zender-Wet 1935 en

Nadere informatie

Regels omtrent de instelling van de Autoriteit Consument en Markt (Instellingswet Autoriteit Consument en Markt)

Regels omtrent de instelling van de Autoriteit Consument en Markt (Instellingswet Autoriteit Consument en Markt) Regels omtrent de instelling van de Autoriteit Consument en Markt (Instellingswet Autoriteit Consument en Markt) NOTA VAN WIJZIGING Het voorstel van wet wordt gewijzigd als volgt: A In artikel 1 vervalt

Nadere informatie

Besluit Openbaar. Ons kenmerk: OPTA/IPB/2007/ Zaaknummer: Datum

Besluit Openbaar. Ons kenmerk: OPTA/IPB/2007/ Zaaknummer: Datum Ons kenmerk: OPTA/IPB/2007/202118 Zaaknummer: 07.0137.22 Datum 17-10-2007 Besluit van het college van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit op de aanvraag van het De Telefoongids B.V. tot

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2006 2007 31 145 Wijziging van de Telecommunicatiewet en de Wet op de economische delicten in verband met de implementatie van Richtlijn 2006/24/EG van het

Nadere informatie

Samenwerkingsprotocol CBP-OPTA

Samenwerkingsprotocol CBP-OPTA Samenwerkingsprotocol CBP-OPTA Afspraken tussen het College bescherming persoonsgegevens en het college van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit over de wijze van samenwerking bij het

Nadere informatie

3. Bij e-mail van 1 juli 2014 heeft ACM de ontvangst van het verzoek van Ymere bevestigd.

3. Bij e-mail van 1 juli 2014 heeft ACM de ontvangst van het verzoek van Ymere bevestigd. Ons kenmerk: ACM/DTVP/2014/204149 Zaaknummer: 14.0761.35 Datum: 21 augustus 2014 Besluit van de Autoriteit Consument en Markt waarbij het verzoek van woningcorporatie Ymere om een beschikking als bedoeld

Nadere informatie

Bekendmaking Aanwijzingsbesluit en Beleidsregels Nummerportabiliteit 2008

Bekendmaking Aanwijzingsbesluit en Beleidsregels Nummerportabiliteit 2008 Ons kenmerk: OPTA/ACNB/2008/200371 Datum: 26 februari 2008 Bekendmaking Aanwijzingsbesluit en Beleidsregels Nummerportabiliteit 2008 Inleiding Het college van de Onafhankelijke Post- en Telecommunicatieautoriteit

Nadere informatie

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Wijziging van de Wet op het financieel toezicht, de Wet handhaving consumentenbescherming, de Wet op de economische delicten en het Wetboek van strafvordering in verband met de implementatie van Verordening

Nadere informatie

Reactie Groep Graafrechten wijziging Telecommunicatiewet (implementatie herziene Telecomrichtlijnen)

Reactie Groep Graafrechten wijziging Telecommunicatiewet (implementatie herziene Telecomrichtlijnen) Reactie Groep wijziging Telecommunicatiewet (implementatie herziene Telecomrichtlijnen) Groep 28 mei 2010 Feyo Sickinghe INLEIDING 1. Deze reactie volgt artikelsgewijs het concept wetsvoorstel wijziging

Nadere informatie

Wijziging van de Wet op de kansspelen in verband met de modernisering van het speelcasinoregime

Wijziging van de Wet op de kansspelen in verband met de modernisering van het speelcasinoregime Wijziging van de Wet op de kansspelen in verband met de modernisering van het speelcasinoregime Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje- Nassau, enz. enz. enz.

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2013 20 Wet van 14 december 2012, houdende regels inzake de verstrekking van subsidies door de Minister van Infrastructuur en Milieu (Kaderwet subsidies

Nadere informatie

Contactpersoon Ons kenmerk Uw kenmerk Doorkiesnummer. Reactie OPTA consultatiedocument nummeridentificatie

Contactpersoon Ons kenmerk Uw kenmerk Doorkiesnummer. Reactie OPTA consultatiedocument nummeridentificatie OPENBARE VERSIE College Bescherming Persoonsgegevens Contactpersoon Ons kenmerk Uw kenmerk Doorkiesnummer OPTA/EGM/2005/200257 z2003-0091 Datum Onderwerp Bijlage(n) Reactie OPTA consultatiedocument nummeridentificatie

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2008 428 Wet van 24 oktober 2008 tot wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 op een aantal punten van uiteenlopende aard alsmede wijziging van de Wet

Nadere informatie

Wet aanvullende bepalingen verwerking persoonsgegevens in de zorg Geldend van t/m heden

Wet aanvullende bepalingen verwerking persoonsgegevens in de zorg Geldend van t/m heden Wet aanvullende bepalingen verwerking persoonsgegevens in de zorg Geldend van 01-01-2018 t/m heden Wet van 10 april 2008, houdende regels inzake het gebruik van het burgerservicenummer in de zorg (Wet

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2012 235 Wet van 10 mei 2012 tot wijziging van de Telecommunicatiewet ter implementatie van de herziene telecommunicatierichtlijnen 0 Wij Beatrix,

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Nr. Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. 15977 26 oktober 2009 Regeling van de Staatssecretaris van Economische Zaken van 18 oktober 2009, nr. WJZ/9182058, houdende

Nadere informatie

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje Nassau, enz. enz. enz.

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje Nassau, enz. enz. enz. VOORSTEL VAN WET (consultatieversie dd 15 april 2010) Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje Nassau, enz. enz. enz. Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut!

Nadere informatie

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Wijziging van de Wet op het financieel toezicht, de Wet handhaving consumentenbescherming, de Wet op de economische delicten en het Wetboek van strafvordering in verband met de implementatie van Verordening

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2016 2017 34 506 Voorstel van wet van het lid Van Laar houdende de invoering van een zorgplicht ter voorkoming van de levering van goederen en diensten die

Nadere informatie

Besluit Openbaar bedrijfsvertrouwelijke passages zijn aangemerkt als [bedrijfsvertrouwelijk]

Besluit Openbaar bedrijfsvertrouwelijke passages zijn aangemerkt als [bedrijfsvertrouwelijk] Ons kenmerk: OPTA/EGM/2005/200255 [openbare versie] Zaaknummer: E04203085 Datum: 19 januari 2005 van het College van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit op grond van de overgangsrechtelijke

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 380 Regels inzake het gebruik van het burgerservicenummer in de zorg (Wet gebruik burgerservicenummer in de zorg) Nr. 2 VOORSTEL VAN WET Wij

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2002 2003 Nr. 185 28 217 Regels over de documentatie van vennootschappen (Wet documentatie vennootschappen) GEWIJZIGD VOORSTEL VAN WET 3 april 2003 Wij Beatrix,

Nadere informatie

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Wijziging van de Wet handhaving consumentenbescherming ter uitvoering van Verordening (EU) 2017/2394 van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2017 betreffende samenwerking tussen de nationale

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1999 459 Wet van 6 oktober 1999, houdende wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 met betrekking tot de afgifte en inname van kentekenplaten Wij Beatrix,

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2009 333 Wet van 18 juli 2009 tot wijziging van de Telecommunicatiewet en de Wet op de economische delicten in verband met de implementatie van Richtlijn

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2001 517 Wet van 18 oktober 2001, houdende wijziging van de Wet milieubeheer, de Wet milieugevaarlijke stoffen en de Wet bodembescherming (verbetering

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2009 235 Besluit van 2 juni 2009, houdende regels aangaande de registratie van elektronische adressen van derden en het elektronisch betekenen in

Nadere informatie

Biedt u openbare telefonie, internettoegang of een netwerk aan?

Biedt u openbare telefonie, internettoegang of een netwerk aan? Biedt u openbare telefonie, internettoegang of een netwerk aan? Biedt u openbare 1) telefonie, internettoegang en/of een netwerk 2) aan? Aanbieders 3) van deze netwerken of diensten 4) hebben op grond

Nadere informatie

Regels. voor openbare aanbieders

Regels. voor openbare aanbieders Regels voor openbare aanbieders Als aanbieder van openbare telecommunicatienetwerken en/of -diensten, bijvoorbeeld (mobiele) telefonie en interne t oegang moet u aan een aantal verplichtingen voldoen.

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2017 2018 34 694 Wijziging van de Geneesmiddelenwet in verband met technische verbeteringen en verhoging van het boetemaximum A GEWIJZIGD VOORSTEL VAN WET

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2006 2007 30 994 Wijziging van de Telecommunicatiewet en de Wet Onafhankelijke post- en telecommunicatieautoriteit ter uitvoering van de roamingverordening

Nadere informatie

WET OP DE MEDISCHE HULPMIDDELEN

WET OP DE MEDISCHE HULPMIDDELEN WET OP DE MEDISCHE HULPMIDDELEN Tekst zoals deze geldt op 22 januari 2010 WET van 15 januari 1970, houdende regelen met betrekking tot medische hulpmiddelen WIJ JULIANA, bij de gratie Gods, Koningin der

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2003 2004 29 276 Wijziging van de Mededingingswet en van enige andere wetten in verband met de implementatie van EG-verordening 1/2003 Nr. 1 KONINKLIJKE

Nadere informatie

Bijlage 2 Richtlijnen indienen omzetopgave

Bijlage 2 Richtlijnen indienen omzetopgave Bijlage 2 Richtlijnen indienen omzetopgave Het omzet gerelateerde vergoedingenstelsel Voor de kosten van het toezicht in de elektronische communicatiesector brengt ACM aanbieders van openbare elektronische

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1998 637 Besluit van 10 november 1998, houdende regels met betrekking tot universele dienstverlening (Besluit universele dienstverlening) Wij Beatrix,

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 29/06/2017

Datum van inontvangstneming : 29/06/2017 Datum van inontvangstneming : 29/06/2017 Vertaling C-298/17-1 Zaak C-298/17 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 23 mei 2017 Verwijzende rechter: Conseil d État (Frankrijk) Datum

Nadere informatie

L181) en van Verordening (EU) nr. 601/2012 van de Commissie van 21 juni 2012 inzake de

L181) en van Verordening (EU) nr. 601/2012 van de Commissie van 21 juni 2012 inzake de TWEEDE KAMER DER STATEN- 2 GENERAAL Vergaderjaar 2012-2013 33 466 Wijziging van de Wet milieubeheer en de Wet op de economische delicten in verband met de vaststelling van Verordening (EU) nr. 600/2012

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2004 203 Besluit van 7 mei 2004, houdende regels met betrekking tot universele dienstverlening en eindgebruikersbelangen (Besluit universele dienstverlening

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2018 2019 34 182 Wijziging van de Wet rijonderricht motorrijtuigen 1993 (wijzigingen naar aanleiding van evaluatie, nascholing beroepschauffeurs, bestuursrechtelijke

Nadere informatie

Openbaar. Besluit. 1 Samenvatting. Ons kenmerk : ACM/UIT/ Zaaknummer : ACM/17/ Datum : 17 september 2018

Openbaar. Besluit. 1 Samenvatting. Ons kenmerk : ACM/UIT/ Zaaknummer : ACM/17/ Datum : 17 september 2018 Besluit Ons kenmerk : ACM/UIT/499920 Zaaknummer : ACM/17/019326 Datum : 17 september 2018 Besluit van de Autoriteit Consument en Markt met betrekking tot het verzoek van Radio Monster BV/SB Radio ingevolge

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1997 215 Wet van 10 april 1997 tot wijziging van de Wet inzake bloedtransfusie Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2012 556 Wet van 5 november 2012 tot wijziging van de Wet personenvervoer 2000 teneinde inbesteding van openbaar vervoer mogelijk te maken in een

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016 2017 34 694 Wijziging van de Geneesmiddelenwet in verband met technische verbeteringen en verhoging van het boetemaximum Nr. 2 VOORSTEL VAN WET Wij

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2008 99 Wet van 13 maart 2008 tot wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 in verband met het aanmerken van het kentekenregister als basisregistratie

Nadere informatie

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. http://wetten.overheid.nl/bwbr00069/07-06-7/0/afdrukken De wegwijzer naar informatie en diensten van alle overheden Wet toezicht financiële verslaggeving Geldend van 7-06-07 t/m heden Wet van 8 september

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1995 1996 24 615 Wijziging van de Wet op de ondernemingsraden en titel 7.10 (arbeidsovereenkomst) van het nieuw Burgerlijk Wetboek Nr. 1 KONINKLIJKE BOODSCHAP

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2006 2007 31 038 Wijziging van de Natuurbeschermingswet 1998 in verband met de regulering van bestaand gebruik en enkele andere zaken Nr. 2 VOORSTEL VAN

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2007 2008 31 291 Bepalingen houdende regeling van de inwerkingtreding van de Binnenvaartwet (Invoeringswet Binnenvaartwet) A GEWIJZIGD VOORSTEL VAN WET 20

Nadere informatie