Vrijstellings- regeling Wft

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Vrijstellings- regeling Wft"

Transcriptie

1 Vrijstellings- regeling Wft R.E. Batten, januari

2 Verwerkte publicaties Staatsblad Naam Inwerkingtreding en/of terugwerking tot Stcrt. 2006, nr. 229, Vrijstellingsregeling Wft 1 januari 2007 p Stcrt nr. 201, Wijziging Vrijstellingsregeling Wft 28 oktober 2007 p. 12 Stcrt. 2007, nr. 211, Wijziging Vrijstellingsregeling Wft i.v.m. Wet implementatie MiFID 1 november 2007 p. 9 Stcrt. 2008, nr. 64, Wijziging Vrijstellingsregeling Wft betreffende bewindvoerders Wsnp 4 april 2008 p. 8 Stcrt. 2008, nr. 76, Wijziging Vrijstellingsregeling Wft 1 juli 2008 p. 13 Stcrt. 2008, nr. 119, p. 7 Wijziging Vrijstellingsregeling Wft en Regeling vaststelling bedragen voor eenmalige toezichthandelingen 1 juli 2008 en 1 okt Stcrt. 2009, nr. 51 Wijziging Vrijstellingsregeling Wft 18 mrt Stcrt. 2009, nr Wijziging Vrijstellingsregeling Wft 28 aug. 2009, werkt terug t/m 1 jan Stcrt. 2009, nr Wijziging van de Vrijstellingsregeling Wft in verband met de implementatie van de richtlijn 2007/64/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 13 november 2007 betreffende betalingsdiensten in de interne markt tot wijziging van de Richtlijnen 97/7/EG, 2002/65/EG, 2005/48/EG, en tot intrekking van Richtlijn 97/5/EG 1 nov Stcrt. 2009, nr Wijzigingsregeling financiële markten juli 2011 Stcrt. 2010, nr Wijziging van de Vrijstellingsregeling Wft in verband met een aanpassing van de vrijstellingsvermelding en tot wijziging van de Vrijstellingsregeling geldtransactiekantoren in verband met een aanpassing van de vrijstelling voor ondernemingen die het bedrijf van hotel uitoefenen 1 aug. 2008, 1 juli 2011 en 1 jan Stcrt. 2011, nr Stcrt. 2011, nr Stcrt. 2011, nr Stcrt. 2011, nr Stcrt. 2011, nr Stcrt. 2012, nr Stcrt. 2012, nr Wijziging Vrijstellingsregeling Wft, in verband met de prospectusplicht voor het secundair verhandelen van effecten op een multilaterale handelsfaciliteit Wijziging van Vrijstellingsregeling Wft in verband met aanpassing van de vrijstellingsbepalingen betreffende beleggingsobjecten en rechten van deelneming in de Wet op het financieel toezicht Wijziging van de Uitvoeringsregeling Wft en de Vrijstellingsregeling Wft in verband met wijzigingen in de Wet op het financieel toezicht naar aanleiding van de implementatie van de richtlijn consumentenkrediet en de herziene richtlijn beleggingsinstellingen Wijziging van de Vrijstellingsregeling Wft in verband met een aanpassing van de vrijstellingsbepalingen betreffende het aanbieden van beleggingsobjecten en het aanbieden van rechten van deelneming in een beleggingsinstelling Wijziging van de Vrijstellingsregeling Wft in verband met de implementatie van richtlijn 2009/110/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende de toegang tot, de uitoefening van en het prudentiëel toezicht op de werkzaamheden van instellingen voor elektronisch geld, tot wijziging van de Richtlijnen 2005/60/EG en 2006/48/EG en tot intrekking van Richtlijn 2000/46/EG (PbEU L 267) nr. FM/2011/10259 M Wijziging van de Vrijstellingsregeling Wft in verband met de bepalingen ten aanzien van wisselinstellingen in de Wet op het financieel toezicht en de implementatie van de herziene Prospectusrichtlijn (PbEU L 327/1) en tot wijziging van de Vrijstellingsregeling Wet toezicht trustkantoren in verband met de wijziging van de Wet toezicht trustkantoren Wijziging van enige fiscale uitvoeringsregelingen en van enige overige uitvoeringsregelingen 25 juni jan. 2012, maar ingetrokken per 4 nov door Stcrt. 2011, nr juni nov en 1 jan jan. 2012, werkt deels terug t/m 30 apr juni jan. 2013, werkt terug t/m 1 jan R.E. Batten, januari

3 Staatsblad Naam Inwerkingtreding en/of terugwerking tot Stcrt. 2012, nr Wijziging van de Vrijstellingsregeling Wft in verband met de invoering 1 jan en Stcrt. 2013, nr Stcrt. 2013, nr Stcrt. 2013, nr van het provisieverbod Wijziging van de Uitvoeringsregeling Wft, de Vrijstellingsregeling Wft en de Regeling grensoverschrijdende samenwerking financiële toezichthouders in verband met de implementatie van richtlijn nr. 2011/61/EU van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 8 juni 2011 inzake beheerders van alternatieve beleggingsinstellingen en tot wijziging van de Richtlijnen 2003/41/EG en 2009/65/EG en van de Verordeningen (EG) Nr. 1060/2009 en (EU) Nr. 1095/2010 (PbEU 2011, L 174) Wijziging van Vrijstellingsregeling Wft in verband met een vrijstelling voor bewindvoerders van de vergunningplicht inzake bemiddelen Wijziging van de Vrijstellingsregeling Wft in verband met enkele vrijstellingen voor de vergunningplicht inzake adviseren en bemiddelen en enige technische aanpassingen in verband met de implementatie van richtlijn nr. 2011/61/EU van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 8 juni 2011 inzake beheerders van alternatieve beleggingsinstellingen en tot wijziging van de Richtlijnen 2003/41/EG en 2009/65/EG en van de Verordeningen (EG) Nr. 1060/2009 en (EU) Nr. 1095/2010 (PbEU 2011, L 174) 1 juli juli juli 2013, en werkt terug t/m 26 feb jan Stcrt. 2014, nr Regeling ter uitvoering van de richtlijn en verordening kapitaalvereisten 1 jan Stcrt. 2014, nr Regeling van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 24 november 2014, tot wijziging van ministeriële regelingen in verband met de Invoeringswet Participatiewet 1 jan Stcrt. 2014, nr Stcrt. 2014, nr Stcrt. 2015, nr Stcrt. 2015, nr Wijziging van de Regeling gelijkstelling diploma s vakbekwaamheid Wft, de Regeling eindtermen en toetstermen examens financiële dienstverlening Wft en de Vrijstellingsregeling Wft Wijziging van de Regeling nationale EZ-subsidies in verband met aanpassingen aan de nieuwe Europese staatssteunkaders Wijziging van de Vrijstellingsregeling Wft in verband met een aanpassing van de vrijstellingsbepalingen betreffende het aanbieden van effecten Wijziging van de Vrijstellingsregeling Wft en enkele andere regelingen met het oog op de vrijstelling van kleine natura-uitvaartverzekeraars en kleine schadeverzekeraars en ter implementatie van de richtlijn solvabiliteit II 9 dec jan juli jan Stcrt. 2015, nr Regeling toezicht kredietunies 1 jan Stcrt. 2016, nr Wijziging van de Regeling taakuitoefening en grensoverschrijdende samenwerking financiële toezichthouders Wft, de Uitvoeringsregeling Wft en de Vrijstellingsregeling Wft in verband met de implementatie van richtlijn nr. 2014/91/EU van het Europees Parlement en de Raad van 23 juli 2014 tot wijziging van de richtlijn 2009/65/EG tot coördinatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen betreffende bepaalde instellingen voor collectieve belegging in effecten (icbe s) wat bewaartaken, beloningsbeleid en sancties betreft (PbEU 2014, L 257) 18 maart 2016 Stcrt. 2016, nr Wijziging Vrijstellingsregeling Wft in verband met crowdfunding 1 april 2016 Stcrt. 2016, nr Wijzigingsregeling vrijstelling bewindvoerders en curatoren 8 sept Stcrt. 2017, nr Wijziging van de Vrijstellingsregeling Wft in verband met de verhoging van de vrijstellingsgrens voor de prospectusplicht en de invoering van een meldplicht en informatieverplichtingen 1 oktober 2017 Stcrt. 2018, nr. 237 Regeling van de Minister van Financiën van 22 december 2017, , directie Financiële Markten, houdende regels tot vaststelling van de criteria voor de beoordeling van de vakbekwaamheid van werknemers van een beleggingsonderneming en tot wijziging van de Regeling taakuitoefening en grensoverschrijdende samenwerking financiële toezichthouders Wft ter implementatie van de richtlijn markten voor financiële instrumenten 2014 en van de Vrijstellingsregeling Wft 5 januari 2018 R.E. Batten, januari

4 Staatsblad Naam Inwerkingtreding en/of terugwerking tot R.E. Batten, januari

5 Inhoudsopgave Nr. Titel p. 1. Inleidende bepalingen Definities 7 2. Vrijstelling van het Deel Markttoegang Bedrijf van betaaldienstverlener 8 2.0a Bedrijf van bewaarder 9 2.0b Bedrijf van elektronischgeldinstelling c Bedrijf van natura-uitvaartverzekeraar of 11 schadeverzekeraar met beperkte risicoomvang 2.0d Bedrijf van wisselinstelling d Bedrijf van kredietunie Aanbieden van beleggingsobjecten Aanbieden van krediet Aanbieden van rechten van deelneming* Adviseren Bemiddelen Herverzekeringsbemiddelen Optreden als gevolmachtigde agent of 40 ondergevolmachtigde agent 2.8 Verlenen van beleggingsdiensten Vrijstelling van het Deel Prudentiëel 49 toezicht financiële ondernemingen 3.1 Beheerders, beleggingsinstellingen, beleggingsondernemingen 49 en bewaarders 3.1a Elektronischgeldinstellingen b Verzekeraars met beperkte risicoomvang c Kredietunies Aantrekken van opvorderbare gelden 52 van het publiek 3.3 Waarborg- en garantiefondsen Gebruik van het woord bank Regime voor banken aangesloten bij centrale kredietinstelling Vrijstelling van het Deel Gedragstoezicht 64 financiële ondernemingen 4.1 Werkzaamheden als tussenpersoon bij 64 aantrekken van opvorderbare gelden van het publiek 4.2 Beleggingsinstellingen* Kredietunies Beleggingsondernemingen 65 Nr. Titel p. 4.4 Financiële dienstverleners Aanbieders Adviseurs Bemiddelaars Beleggingsondernemingen Herverzekeringsbemiddelaars Vrijstelling van het Deel Gedragstoezicht 85 financiële markten 5.1 Aanbieden van effecten Optreden op markten in financiële instrumenten a Openbaar bod op effecten Toepassen van een gedragscode door institutionele beleggers Overgangsbepalingen Bijzondere bepalingen Slotbepalingen 103 Bijlage A. Informatiedocument voor aanbiedingen van effecten 104 Toelichting Stcrt. 2006, nr Inleiding Indeling van de regeling Uitgangspunt 112 Vrijstellingsregeling Wfd 113 Vrijstellingsregeling Wtk Vrijstellingsregeling Wtb 114 Vrijstellingsregeling Wte Administratieve lasten Ontvangen adviezen 117 Toelichting Stcrt. 2006, nr Inleiding Afwijkingen van MiFID Gevolgen voor het bedrijfsleven 120 Bijlagen 1 Transponeringstabel Vrijstellingsregeling Wft bestaande Vrijstellingsregelingen *vervallen 127 R.E. Batten, januari

6 R.E. Batten, januari

7 Vrijstellingsregeling Wft Hoofdstuk 1 Inleidende bepalingen 1.1 Definities Artikel 1 In deze regeling wordt, voorzover niet anders is bepaald, verstaan onder: a. het besluit: het Besluit Gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft; b. kredietbeheerder: bemiddelaar die in het kader van de overgang van vorderingen uit hoofde van overeenkomsten van krediet de verkrijgende onderneming assisteert bij het beheer en de uitvoering van die overeenkomsten; c. de wet: de Wet op het financieel toezicht. Stcrt. 2006, nr. 229 De definitie van kredietbeheerder dient te worden gelezen in samenhang met artikel 3. R.E. Batten, januari

8 Hoofdstuk 2. Vrijstelling van het Deel Markttoegang financiële ondernemingen 2.0. Bedrijf van betaaldienstverlener 1 Vrijstelling als bedoeld in artikel 2:3d van de wet Artikel 1a 1. Van artikel 2:3a, eerste lid, van de wet zijn vrijgesteld betaaldienstverleners: a. voor zover zij in Nederland betaaldiensten verlenen als bedoeld onder 1 tot en met 5 en 7 van de bijlage bij de richtlijn betaaldiensten; b. waarvan het gemiddelde van het totale bedrag van de betalingstransacties die zij de voorafgaande twaalf maanden hebben verricht, met inbegrip van die van agenten waarvoor zij volledig aansprakelijk zijn, niet hoger is dan per maand; c. waarvan geen van de personen die het beleid bepalen of mede bepalen personen zijn met antecedenten als bedoeld in artikel 6, onderdelen a, b en d, van het Besluit prudentiële regels Wft voor zover deze betrekking hebben op het witwassen van geld, terrorismefinanciering of vermogensmisdrijven of als misdrijf aangemerkte overtredingen van financiële toezichtswetgeving; en d. die de Nederlandsche Bank in kennis hebben gesteld van hun voornemen om de bedoelde betaaldiensten te verlenen. 2. Het eerste lid is slechts van toepassing indien de betaaldienstverlener de geldmiddelen die worden of zijn ontvangen van betaaldienstgebruikers zeker stelt. Het ingevolge artikel 3:29a van de wet bepaalde is van overeenkomstige toepassing. 3. Indien een betaaldienstverlener als bedoeld in het eerste lid zijn werkzaamheden niet gedurende de gehele periode van de voorafgaande twaalf maanden heeft verricht, kan voor de toepassing van het eerste lid, onderdeel b, worden uitgegaan van een programma van werkzaamheden waarin naar het oordeel van de Nederlandsche Bank een reële begroting van het totale bedrag aan betalingstransacties is opgenomen. 4. Een betaaldienstverlener als bedoeld in het eerste lid stelt de Nederlandsche Bank in kennis van elke verandering in zijn 1 Deze paragraaf is ingevoegd door art. I, onderdeel A, Stcrt. 2009, nr en treedt volgens art. II van Stcrt. 2009, nr in werking op 1 nov (red.). situatie die relevant is voor het naleven van de in het eerste lid gestelde voorschriften. Stcrt 2009 nr Onderhavige regeling dient ter implementatie van richtlijn nr. 2007/64/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 13 november 2007 betreffende betalingsdiensten in de interne markt tot wijziging van de Richtlijnen 97/7/EG, 2002/65/EG en 2006/48/EG, en tot intrekking van Richtlijn 97/5/EG (PbEU L 319) (verder: richtlijn betaaldiensten). Deze richtlijn voorziet kort gezegd in de harmonisering van de interne markt voor betaaldiensten. Deze harmonisering is tweeledig. Ten eerste wordt de markttoegang voor betaaldienstverleners geregeld door middel van de introductie van een vergunning. Ten tweede worden regels gesteld die betrekking hebben op de relatie tussen de betaaldienstverlener en de consument. Hiertoe zijn de Wet op het financieel toezicht (verder: Wft), het Burgerlijk Wetboek, de Wet inzake geldtransactiekantoren (verder: Wgt) en enkele andere wetten gewijzigd. Tevens zijn diverse algemene maatregelen van bestuur gewijzigd. Samen met onderhavige regeling voorzien de wijzigingswet en de wijziging van de besluiten in de implementatie van de genoemde richtlijn. Deze wijziging van de Vrijstellingsregeling Wft ziet op een aspect van Titel II van de richtlijn. Deze titel betreft de markttoegang voor betaaldienstverleners. Om de markttoegang te reguleren wordt een vergunning geïntroduceerd, hetgeen in de Wft is geïmplementeerd in Afdeling De lidstaten kunnen volgens artikel 26 van de richtlijn betaaldiensten echter besluiten om geheel of gedeeltelijke vrijstelling te verlenen van de procedure en de voorwaarden voor een vergunning. De basis voor een dergelijke vrijstelling is opgenomen in artikel 2:3d van de Wft wat de vergunningplicht betreft. Uiteraard dienen hierbij wel de voorwaarden die de richtlijn betaaldiensten aan een vrijstelling van de vergunningplicht stelt in acht te worden genomen. Voor de Nederlandse situatie is vanuit het oogpunt van gemakkelijke markttoetreding en proportionaliteit gekozen voor het gebruikmaken van de mogelijkheid tot het verlenen van een vrijstelling. Betaaldienstverleners die een of meer van de onder 1 tot en met 5 en 7 in de bijlage bij de richtlijn betaaldiensten bedoelde betaaldiensten verlenen, zijn vrijgesteld van de vergunningplicht, maar dienen nog wel aan enkele andere eisen te voldoen. Dit zal in de artikelsgewijze toelichting worden toegelicht. Er is gekozen voor een onderscheid tussen het verrichten van geldtransfers als bedoeld onder 6 van de bijlage bij de richtlijn betaaldiensten en de overige in die bijlage genoemde betaaldiensten. Dit omdat geldtransfers zeer gevoelig zijn voor fraude, het witwassen van misdaadgelden en het financieren van terrorisme. Van de 25 geldtransactiekantoren die op grond van het tot 1 november 2009 geldende wettelijke stelsel bevoegd zijn in Nederland geldtransfers te verrichten, zouden er ongeveer 20 onder het bedrag van 3 miljoen euro aan betalingstransacties per maand blijven. Deze geldtransactiekantoren werden tot de inwerkingtreding van de wijzigingen van de Wft in verband met de richtlijn betaaldiensten gereguleerd door de Wgt. Indien geldtransfers wel onder dezelfde vrijstelling als de overige betaaldiensten zouden vallen, zou R.E. Batten, januari

9 een groot deel van het toezicht op het merendeel van de geldtransactiekantoren komen te vervallen. Hierdoor zou onder meer niet meer kunnen worden getoetst op de inrichting en integriteit van de bedrijfsvoering en de deskundigheid van de leidinggevenden of exploitanten van betaalinstellingen die geldtransfers verrichten. De betaaldienstverleners die deze betaaldienst verlenen, vallen dus wel onder de vergunningplicht. Uiteraard zijn de in artikel 26, eerste, tweede, derde en vijfde lid, van de richtlijn betaaldiensten gestelde eisen overgenomen in het voorgestelde artikel 1a. Verder zijn de vrijgestelde betaaldienstverleners op grond van artikel 1:107 van de Wft verplicht om zich te laten registreren om de toezichthouder zicht te laten houden op de markt en de consument enige houvast te bieden, hetgeen is opgenomen in artikel 1a, eerste lid, onderdeel d. Tevens is er voor gekozen om, met het oog op de belangen van de consument, ook van betaaldienstverleners die gebruikmaken van onderhavige vrijstelling te verlangen dat zij de gelden die zij ontvangen of hebben ontvangen in het kader van het verlenen van betaaldiensten zekerstellen op een zelfde wijze als betaalinstellingen, die wel over een vergunning beschikken (artikel 3:29a van de Wft), hetgeen blijkt uit artikel 1a, tweede lid. Stcrt. 2011, nr Dit betreft een redactionele verbetering. Uit het oorspronkelijke artikel 1a, eerste lid, onderdeel a, bleek niet duidelijk bij welke richtlijn de bijlage was opgenomen. Artikel 1b 2 Een elektronischgeldinstelling als bedoeld in artikel 1c is vrijgesteld van artikel 2:3a, eerste lid, van de wet voor het deel van haar werkzaamheden dat betrekking heeft op het verlenen van betaaldiensten die verband houden met de uitgifte van elektronisch geld. Stcrt 2011, nr Ten eerste wordt de Vrijstellingsregeling Wft gewijzigd, waarmee invulling wordt gegeven aan artikel 9 van richtlijn 2009/110/EG. Onder bepaalde voorwaarden kan een elektronischgeldinstelling met zetel in Nederland gebruik maken van een vrijstelling van het verbod om zonder vergunning haar bedrijf uit te oefenen. artikel 2:10d van de Wet op het financieel toezicht (Wft) geeft een grondslag voor vrijstelling van de vergunningplicht; op grond van artikel 3:3 van de Wft wordt met deze regeling tevens vrijstelling geregeld van (een deel van) de prudentiële bepalingen in het doorlopende toezicht op elektronischgeldinstellingen. Een vrijgestelde elektronischgeldinstelling is niet vrijgesteld van de bepalingen in het deel Gedragstoezicht financiële ondernemingen van de Wft. Aan een vrijgestelde elektronischgeldinstelling kunnen betaaldienstagenten verbonden zijn. Evenmin als aan een vrijgestelde elektronischgeldinstelling is het aan een daaraan verbonden betaaldienstagent niet toegestaan om grensover- 2 Artikel XIV van Stcrt. 2011, nr bepaalt dat de invoeging van art 1b in werking treedt op 1 jan en terug werkt t/m 30 april 2011 (red.). schrijdende diensten te verlenen. Aangezien het nieuwe artikel 1c van de Vrijstellingregeling Wft slechts vrijstelling verleent van artikel 2:10a van de Wft, zal een vrijgestelde elektronischgeldinstelling die voornemens is betaaldiensten te verlenen door tussenkomst van een betaaldienstagent, gehouden zijn te voldoen aan het bepaalde ingevolge 2:10c van de wet. Een elektronischgeldinstelling die op grond van het in onderdeel B ingevoegde artikel 1c is vrijgesteld van het verbod om zonder vergunning elektronisch geld uit te geven, mag op grond van het bij het onderhavige onderdeel ingevoegde artikel 1b tevens betaaldiensten verlenen die verband houden met de uitgifte van dat elektronisch geld zonder daarvoor over een vergunning als betaalinstelling te beschikken. Indien een vrijgestelde elektronischgeldinstelling tevens betaaldiensten wil verlenen die niet samenhangen met de uitgifte van elektronisch geld, moet apart beoordeeld worden of ze daarvoor op grond van artikel 1a vrijgesteld is van de vergunningplicht voor betaaldienstverleners. 2.0a. Bedrijf van bewaarder 3 Vrijstelling als bedoeld in artikel 2:3h van de wet Artikel 1c 4 Van artikel 2:3g, eerste lid, van de wet zijn vrijgesteld entiteiten voorzover zij: a. optreden als bewaarder van beleggingsinstellingen waarvan door de deelnemers gedurende een periode van vijf jaar vanaf het tijdstip waarop de rechten van deelneming voor het eerst zijn verworven geen recht tot inkoop of terugbetaling van rechten van deelneming kan worden uitgeoefend en de beleggingsinstellingen: 1. overeenkomstig hun beleggingsbeleid over het algemeen niet beleggen in activa die in bewaring moeten worden gegeven; of 2. over het algemeen beleggen in uitgevende instellingen en niet-beursgenoteerde uitgevende instellingen om controle als bedoeld in de artikelen 4:37q en 4:37w van de wet in deze instellingen te verkrijgen; b. de taken als bewaarder verrichten in het kader van hun beroeps- of bedrijfsuitoefening; en c. in het kader van de in onderdeel b bedoelde beroeps- of bedrijfsuitoefening ver- 3 ARTIKEL IV van Stcrt. 2016, nr bepaalt dat de invoeging van paragraaf 2.0a (niuew) in werking treedt op het tijdstip waarop de Implementatiewet wijziging richtlijn icbe s in werking treedt. Dat is 18 maart 2016 volgens artikel VI, Stb. 2016, nr. 91 (red.). 4 Artikel II van Stcrt. 2016, nr bepaalt dat deze vernummering van artikel 1d tot 1c in werking treedt met ingang van 8 september 2016 (red.). R.E. Batten, januari

10 plicht zijn zich in te schrijven in een wettelijk erkend beroepsregister of moeten voldoen aan regelgeving inzake de beroepsmoraal. Stcrt. 2016, nr Deze regeling hangt samen met de implementatie van de richtlijn nr. 2014/91/EU van het Europees Parlement en de Raad van 23 juli 2014 tot wijziging van de richtlijn 2009/65/EG tot coördinatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen betreffende bepaalde instellingen voor collectieve belegging in effecten (icbe s) wat bewaartaken, beloningsbeleid en sancties betreft (PbEU 2014, L 257) (hierna: wijzigingsrichtlijn). Deze wijzigingsrichtlijn wijzigt de richtlijn instellingen voor collectieve belegging in effecten. Met deze regeling worden de relevante artikelen uit de wijzigingsrichtlijn inzake taakuitoefening, informatieuitwisseling en samenwerking tussen toezichthouders geïmplementeerd. Daarnaast wordt de Vrijstellingsregeling Wft aangepast zodat bepaalde entiteiten zonder vergunning het bedrijf van bewaarder kunnen uitoefenen. Op grond van artikel 2:3h van de Wft kan vrijstelling worden geregeld van de vergunningplicht voor het uitoefenen van het bedrijf van bewaarder. Van deze mogelijkheid tot vrijstelling van de vergunningplicht is gebruik gemaakt. Artikel 1d bepaalt dat de vrijstelling van de vergunningplicht alleen van toepassing is op entiteiten die optreden als bewaarder bij bepaalde beleggingsinstellingen. Dit artikel is een uitwerking van artikel 21, derde lid, laatste alinea, van de richtlijn beheerders van alternatieve beleggingsinstellingen. 5 Het gaat om beleggingsinstellingen waarvan door de deelnemers gedurende een periode van vijf jaar vanaf het tijdstip waarop de rechten van deelneming zijn verworven geen recht tot inkoop of terugbetaling van rechten van deelneming kan worden uitgeoefend. Deze beleggingsinstellingen dienen bovendien overeenkomstig hun beleggingsbeleid over het algemeen niet te beleggen in activa die in bewaring moeten worden gegeven (bijvoorbeeld vastgoedfondsen) of zij dienen over het algemeen te beleggen in uitgevende instellingen en niet-beursgenoteerde uitgevende instellingen om controle in deze instellingen te verkrijgen (bijvoorbeeld private equity fondsen). De zogenaamde alternatieve bewaarder die optreedt als bewaarder bij bovengenoemde beleggingsinstellingen dient aan een aantal eisen te voldoen. De alternatieve bewaarder dient zijn taken als bewaarder te verrichten in het kader van zijn beroeps- of bedrijfsuitoefening waarvoor hij verplicht is zich in te schrijven in een wettelijk erkend beroepsregister of moet voldoen aan regelgeving inzake de beroepsmoraal. Een trustkantoor dat onder toezicht valt van DNB zou als alternatieve bewaarder van dergelijke beleggingsinstellingen kunnen optreden. In de regeling is geen lijst opgenomen met categorieën van entiteiten die kunnen optreden als een alternatieve bewaar- 5 Richtlijn nr. 2011/61/EU van het Europees Parlement en de Raad van 8 juni 2011 inzake beheerders van alternatieve beleggingsinstellingen en tot wijziging van de richtlijnen 2003/41/EG en 2009/65/EG en van de Verordeningen (EG) nr. 1060/2009 en (EU) nr. 1095/2010 (PbEU 2011, L 174). der. Op deze wijze kunnen ook andere categorieën van entiteiten die voldoen aan de genoemde voorwaarden optreden als alternatieve bewaarder, zonder dat aanpassing van de regeling nodig is. De alternatieve bewaarder dient net als andere bewaarders doorlopend te voldoen aan de eigen vermogenseis ingevolge artikel 3:53 van de Wft en de geschiktheidseis ingevolge artikel 4:9 van de Wft. Ook de overige regels die van toepassing zijn op de bewaarder zijn van toepassing op de alternatieve bewaarder. Stcrt 2016 nr Abusievelijk is eerder een tweede artikel 1d ingevoegd. Met deze wijziging wordt dit hersteld. 2.0b. Bedrijf van elektronischgeldinstelling 6 7 Vrijstelling als bedoeld in artikel 2:10d van de wet Artikel 1c 1. Van artikel 2:10a, eerste lid, van de wet zijn vrijgesteld elektronischgeldinstellingen met rechtspersoonlijkheid, indien: a. de gezamenlijke waarde van de financiële verplichtingen van de onderneming die met de uitgifte van elektronisch geld verband houden, gemiddeld niet hoger is dan ; b. geen van de personen die het beleid bepalen of mede bepalen personen zijn met antecedenten als bedoeld in artikel 6, onderdeel a, b of d, van het Besluit prudentiële regels Wft, voor zover deze betrekking hebben op het witwassen van geld, terrorismefinanciering of vermogensmisdrijven of als misdrijf aangemerkte overtredingen van financiële toezichtswetgeving; c. de onderneming elektronisch geld slechts uitgeeft via een betaalinstrument of rekening voor elektronisch geld waarop maximaal een bedrag van 150 tegelijk kan worden opgeslagen; en d. de onderneming de Nederlandsche Bank in kennis heeft gesteld van haar voornemen om elektronisch geld uit te geven. 2. Indien een elektronischgeldinstelling als bedoeld in het eerste lid zijn werkzaamheden niet gedurende de gehele periode van de voorafgaande twaalf maanden heeft 6 Artikel XIV van Stcrt. 2011, nr bepaalt dat de invoeging van deze nieuwe paragraaf in werking treedt op 1 jan en terug werkt t/m 30 april 2011 (red.). 7 Artikel IV van Stcrt. 2016, nr bepaalt dat de vernummering van paragraaf 2.0a naar 2.0b door art. III, onderdeel A in werking treedt op het tijdstip waarop de Implementatiewet wijziging richtlijn icbe s in werking treedt. Dat is 18 maart 2016 volgens artikel VI, Stb. 2016, nr. 91 (red.). R.E. Batten, januari

11 verricht, kan voor de toepassing van het eerste lid, onderdeel a, worden uitgegaan van een programma van werkzaamheden waarin naar het oordeel van de Nederlandsche Bank een reële begroting is opgenomen van de gezamenlijke waarde van de financiële verplichtingen die verband houden met de uitgifte van elektronisch geld. 3. Een elektronischgeldinstelling als bedoeld in het eerste lid stelt de Nederlandsche Bank onverwijld in kennis van elke verandering in zijn situatie die relevant is voor het naleven van de in het eerste lid gestelde regels. Stcrt 2011, nr Zie de toelichting op art. 1b (red.). Een elektronischgeldinstelling is in Nederland vrijgesteld van het verbod om zonder de betreffende vergunning elektronisch geld uit te geven als zij voldoet aan de vier cumulatieve voorwaarden die in de onderdelen van het eerste lid zijn opgesomd. Naast het vereiste dat het beleid van de onderneming niet (mede) bepaald wordt door personen die zijn veroordeeld wegens strafbare feiten in verband met het witwassen van geld of terrorismefinanciering, dan wel een ander financieel misdrijf (onderdeel b), gelden nog twee inhoudelijke vereisten aan de onderneming om zonder vergunning elektronisch geld te mogen uitgeven. Enerzijds volgt uit onderdeel a dat de totale waarde van het uitstaande elektronisch geld gemiddeld niet hoger mag zijn dan Het derde lid geeft een manier om de hoogte hiervan te kunnen bepalen bij de oprichting van een nieuwe elektronischgeldinstelling. Anderzijds wordt in onderdeel c de voorwaarde gesteld dat de waarde van het elektronisch geld per drager niet hoger mag zijn dan 150. Hiermee wordt bewerkstelligd dat indien de vrijgestelde elektronischgeldinstelling niet in staat zou blijken om de nominale waarde van het aangehouden elektronisch geld aan de houder terug te betalen, de maximale schade voor de houder beperkt is tot 150 per drager. Met de hoogte van dit bedrag wordt aangesloten bij de grens die op grond van Titel 7B van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek bij betaalinstrumenten geldt voor het verlichte oppositieregime. In onderdeel d wordt ten slotte de voorwaarde gesteld dat de onderneming zich meldt bij de toezichthouder. Hiermee wordt aangesloten bij de systematische registratie door de Nederlandsche Bank (DNB) van vrijgestelde ondernemingen als bedoeld in artikel 1:107, tweede lid, aanhef en onderdeel a, onder 2, van de wet. Met het derde lid wordt de verplichting opgelegd aan de vrijgestelde onderneming om elke relevante verandering te melden aan de toezichthouder. Hiermee wordt beoogd dat de voorwaarden voor vrijstelling niet ongemerkt worden overtreden. 2.0c. Bedrijf van natura-uitvaartverzekeraar of schadeverzekeraar met beperkte risicoomvang Artikel V van Stcrt. 2015, nr bepaalt dat de invoeging Vrijstelling als bedoeld in de artikelen 2:49b en 2:54.0a van de wet Stcrt. 2015, nr De onderhavige regeling wijzigt de Vrijstellingsregeling Wft, de Regeling taakuitoefening en grensoverschrijdende samenwerking financiële toezichthouders Wft en de Uitvoeringsregeling Wft. De Regeling theoretisch solvabiliteitscriterium levensverzekeraars Wft wordt ingetrokken. De wijzigingen hangen samen met de implementatie van de richtlijn solvabiliteit II 10, zoals gewijzigd door de richtlijn Omnibus II 11, en met de inwerkingtreding van de Implementatiewet richtlijn solvabiliteit II. De invoering van de richtlijn solvabiliteit II heeft tot gevolg dat in het toezicht onderscheid wordt gemaakt tussen verzekeraars die onder de reikwijdte van de richtlijn vallen en verzekeraars waar dat niet voor geldt (verzekeraars met beperkte risico-omvang). Op deze laatste verzekeraars is een aangepast nationaal regime van toepassing (Solvency II Basic), met dien verstande dat de kleinste naturauitvaartverzekeraars en schadeverzekeraars met beperkte risico-omvang ingevolge de nieuwe artikelen 1d en 1e van de Vrijstellingsregeling Wft worden vrijgesteld van prudentiëel toezicht. Deze vrijstelling geldt voor natura-uitvaartverzekeraars en schadeverzekeraars waarvan de jaarlijkse bruto premie-inkomsten niet meer bedragen dan 2 miljoen euro en de bruto technische voorzieningen niet meer bedragen dan 10 miljoen euro. Daarnaast moeten zij aan enkele aanvullende voorwaarden voldoen, waarvan de belangrijkste is dat zij geen verzekeringen mogen sluiten met een dekking van meer dan euro per overlijdensgeval, respectievelijk per begunstigde per potentieel schadegeval. Levensverzekeraars komen niet voor vrijstelling van het prudentiëel toezicht in aanmerking. Het maximale dekkingsbedrag en de andere hierboven genoemde bedragen zullen eenmaal per vijf jaar worden aangepast aan de inflatie, met gebruikmaking van de systematiek van artikel 300 van de richtlijn solvabiliteit II. Schadeverzekeraars en natura-uitvaartverzekeraars die aan de toepasselijke voorwaarden voldoen, worden tenzij zij op vrijwillige basis kiezen voor een DNB-vergunning - vrijgesteld van het prudentiëel toezicht, maar niet van het van deze nieuwe paragraaf 2.0b in werking treedt met ingang van 1 januari 2016 (red.). 9 Artikel IV van Stcrt. 2016, nr bepaalt dat de vernummering van paragraaf 2.0b naar 2.0c door art. III, onderdeel A in werking treedt op het tijdstip waarop de Implementatiewet wijziging richtlijn icbe s in werking treedt. Dat is 18 maart 2016 volgens artikel VI, Stb. 2016, nr. 91 (red.). 10 Richtlijn 2009/138/EG van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2009 betreffende de toegang tot en uitoefening van het verzekerings- en het herverzekeringsbedrijf (Solvabiliteit II) (PbEU L 335). 11 Richtlijn 2014/51/EU van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 tot wijziging van de Richtlijnen 2003/71/EU en 2009/138/EG, alsmede de Verordeningen (EG) nr. 1060/2009, (EU) nr. 1094/2010 en (EU) nr. 1095/2010 wat de bevoegdheden van de Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen) en de Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Autoriteit voor effecten en markten) betreft (PbEU 2014, L 153) (Wet implementatie Omnibus II-richtlijn). R.E. Batten, januari

12 gedragstoezicht. Voor zover zij adviseren of bemiddelen dienen zij over een vergunning van de Autoriteit Financiële Markten (AFM) te beschikken, tenzij zij daarvan zijn vrijgesteld. Voor kleine natura-uitvaartverzekeraars en kleine schadeverzekeraars die op 31 december 2015 werkzaam zijn op basis van een vergunning respectievelijk een verklaring van DNB geldt dat deze vergunning respectievelijk verklaring van rechtswege wordt omgezet in een AFMvergunning (zie de overgangsregelingen dienaangaande ingevolge artikel XIII, eerste lid, van de Implementatiewet richtlijn solvabiliteit II respectievelijk artikel XI, derde lid, en artikel XII, derde lid van laatstgenoemde wet). Startende verzekeraars zullen, indien zij onder de onderhavige vrijstelling vallen maar wel adviseren of bemiddelen, een vergunning bij de AFM moeten aanvragen, tenzij een vrijstelling van toepassing is. Consultatiereacties De conceptregeling is op de gebruikelijke wijze door middel van internetconsultatie voor commentaar voorgelegd aan marktpartijen en andere betrokkenen. Dit heeft reacties opgeleverd van het Verbond van Verzekeraars, van Nardus samenwerkende uitvaartorganisaties en van of namens diverse kleine verzekeraars. Veel van de reacties waren afkomstig uit de hoek van de natura-uitvaartverzekeraars. Uit de reacties bleek zorg over de positie van kleine verzekeraars. Verschillende partijen vonden dat het proportionaliteitsbeginsel nog onvoldoende was toegepast en dat de vrijstellingsregeling op onderdelen verruimd zou moeten worden. Sommige partijen hebben daartoe ook concrete voorstellen gedaan. Aangezien proportionaliteit een belangrijk uitgangspunt is bij de vormgeving van het toezicht op kleine verzekeraars zijn de consultatiereacties aanleiding geweest om de regeling op enkele punten aan te passen. Zo is de vrijstellingsgrens van euro per overlijden of per schadegeval verhoogd naar euro. Verder zijn de vrijstellingsvoorwaarden aangepast, waardoor kleine naturauitvaartverzekeraars en schadeverzekeraars in aanmerking komen voor vrijstelling als hun jaarlijkse premie-inkomsten niet meer bedragen dan 2 miljoen euro (was 1 miljoen), en hun bruto technische voorzieningen niet meer bedragen dan 10 miljoen euro (was 5 miljoen). Ook is de termijn waarbinnen vrijgestelde verzekeraars hun verzekeringnemers moeten informeren over het feit dat ze niet (meer) onder toezicht van DNB vallen, verruimd naar zes maanden (was drie maanden). Tot slot is de toelichting op enkele punten verduidelijkt. De aanpassing van de Vrijstellingsregeling Wft houdt in dat kleine natura-uitvaartverzekeraars en kleine schadeverzekeraars onder bepaalde voorwaarden worden vrijgesteld van prudentiëel toezicht. De vrijstelling wordt, voor zover deze betrekking heeft op het Deel Markttoegang Financiële Ondernemingen, geregeld door in hoofdstuk 2 van de Vrijstellingsregeling Wft een nieuwe paragraaf 2.0b in te voegen, onder vernummering van de oude paragraaf 2.0b tot 2.0c. Artikel 1d 1. Van artikel 2:48, eerste lid, van de wet zijn vrijgesteld natura-uitvaartverzekeraars: a. waarvan de jaarlijkse bruto geboekte premie-inkomsten niet meer bedragen dan 2 miljoen euro; b. waarvan de technische voorzieningen, berekend overeenkomstig titel 9, afdeling 15, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, zonder aftrek van de bedragen die op grond van herverzekeringsovereenkomsten en op entiteiten voor risico-acceptatie kunnen worden verhaald, niet meer bedragen dan 10 miljoen euro; c. die niet behoren tot een groep waarvan de totale technische voorzieningen, berekend overeenkomstig titel 9, afdeling 15, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, meer dan 25 miljoen euro bedragen of waarvan een verzekeraar, niet zijnde een verzekeraar met beperkte risico-omvang, deel uitmaakt; d. waarvan het bedrijf geen herverzekeringsactiviteiten omvat die: 1. meer bedragen dan 0,5 miljoen euro van de bruto geboekte premie-inkomsten, of meer dan 2,5 miljoen euro van de technische voorzieningen berekend ingevolge Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, zonder aftrek van de bedragen die op grond van herverzekeringsovereenkomsten en van entiteiten voor risico-acceptatie kunnen worden verhaald, of 2. meer dan 10% uitmaken van de bruto geboekte premie-inkomsten of meer dan 10% uitmaken van de technische voorzieningen, zonder aftrek van de bedragen die op grond van herverzekeringsovereenkomsten en op entiteiten voor risico-acceptatie kunnen worden verhaald; e. die geen ander bedrijf uitoefenen dan het natura-uitvaartverzekeringsbedrijf, met uitzondering van handelsactiviteiten die voortvloeien uit het natura-uitvaartverzekeringsbedrijf en het uitoefenen van het bedrijf van herverzekeraar in de activiteit natura-uitvaartherverzekering; en f. die geen verzekeringen sluiten met een dekking van meer dan euro per overlijdensgeval. 2. Het eerste lid is niet van toepassing op een natura-uitvaartverzekeraar die ervoor gekozen heeft zijn werkzaamheden met een vergunning als bedoeld in artikel 2:48, eerste lid, van de wet te verrichten. 3. Een ingevolge het eerste lid vrijgestelde natura-uitvaartverzekeraar informeert binnen zes maanden volgend op het van toe- R.E. Batten, januari

13 passing worden van de vrijstelling eenmalig alle verzekeringnemers over het feit dat hij niet meer onder prudentiëel toezicht staat van de Nederlandsche Bank. Bij ieder aanbod voor het sluiten van een verzekering, in reclame-uitingen en documenten waarin een dergelijk aanbod in het vooruitzicht wordt gesteld, in andere precontractuele informatie aan aspirant-verzekeringnemers en in de verzekeringovereenkomst, vermeldt de verzekeraar dat hij voor het sluiten van natura-uitvaartverzekeringen niet onder prudentiëel toezicht staat van de Nederlandsche Bank. 4. Een ingevolge het eerste lid vrijgestelde natura-uitvaartverzekeraar stelt de Nederlandsche Bank in kennis van elke verandering in zijn situatie die relevant is voor de toepassing van de vrijstelling van het eerste lid. 5. Indien de in het eerste lid, onderdelen a tot en met d, genoemde bedragen onderscheidenlijk percentages drie achtereenvolgende jaren worden overschreden, is de vrijstelling met ingang van het vierde jaar niet meer van toepassing. De vrijstelling is opnieuw van toepassing indien de verzekeraar gedurende drie achtereenvolgende jaren aan de eisen van het eerste lid heeft voldaan. Stcrt. 2015, nr Artikel 1d, eerste lid, bepaalt dat natura-uitvaartverzekeraars die aan de in de onderdelen a tot en met f bedoelde voorwaarden voldoen, zijn vrijgesteld van het verbod om zonder vergunning van DNB het verzekeringsbedrijf uit te oefenen. De onderdelen a en b hebben betrekking op de omvang van de natura-uitvaartverzekeraar, gemeten aan zijn bruto premie-inkomsten en zijn technische voorzieningen. Indien de verzekeraar deel uitmaakt van een groep is ook de omvang van die groep, gemeten aan de technische voorzieningen, van belang (onderdeel c). De totale technische voorzieningen van de groep mogen niet meer bedragen dan 25 miljoen euro. Groep heeft hier de betekenis die dat begrip in het BW heeft, dat wil zeggen dat sprake moet zijn van een economische eenheid onder centrale leiding. Voor een natura-uitvaartverzekeraar of schadeverzekeraar die deel uitmaakt van een groep waartoe een Solvency II-verzekeraar behoort, geldt de vrijstelling niet, ongeacht de omvang van de groep. Onderdeel d houdt in dat de verzekeraar geen of slechts heel beperkte herverzekeringsactiviteiten mag verrichten. Ook het verbod op nevenbedrijf is van toepassing op vrijgestelde naturauitvaartverzekeraars (onderdeel e). Een vrijgestelde naturauitvaartverzekeraar mag geen verzekeringen sluiten met een dekking van meer dan euro per overlijdensgeval (onderdeel f). Uit een oogpunt van consumentenbescherming is wel een vergunning (van DNB) vereist als een verzekeraar verzekeringen aanbiedt met een hogere dekking. Een natura-uitvaartverzekeraar die voldoet aan de vrijstellingsvoorwaarden kan niettemin voor DNB toezicht kiezen ingevolge het tweede lid. Ingevolge het derde lid dient een vrijgestelde natura-uitvaartverzekeraar zijn polishouders op de hoogte te stellen van het feit dat hij niet (meer) onder toezicht van DNB valt op het moment dat de vrijstelling van toepassing wordt. Deze eenmalige mededeling dient binnen zes maanden na het van toepassing worden van de vrijstelling aan bestaande polishouders te worden gedaan. Ten aanzien van de aspirant-verzekerden na dat moment dient dezelfde mededeling te worden opgenomen in alle precontractuele informatie-uitingen. Het vierde lid bepaalt dat de betrokken verzekeraars DNB in kennis moeten stellen van wijzigingen die gevolgen kunnen hebben voor de toepassing van de vrijstelling. Het vijfde lid beoogt te voorkomen dat fluctuaties in bijvoorbeeld de premie-inkomsten of de technische voorzieningen tot gevolg zouden hebben dat een verzekeraar het ene jaar wel en het andere jaar niet onder de vrijstelling valt. De vrijstelling is niet langer van toepassing indien de in het eerste lid, onderdelen a tot en met c, genoemde bedragen respectievelijk percentages drie jaar achtereen zijn overschreden. Omgekeerd moet een verzekeraar waarop de vrijstelling niet meer van toepassing is drie jaar achtereen aan de vrijstellingsvoorwaarden van het eerste lid hebben voldaan alvorens de vrijstelling opnieuw van toepassing wordt. Wellicht ten overvloede wordt nog opgemerkt dat indien een niet meer vrijgestelde verzekeraar een vergunning verkrijgt van DNB, deze geen vergunning van de AFM meer nodig heeft. Artikel 1e 1. Van artikel 2:48, eerste lid, van de wet zijn vrijgesteld schadeverzekeraars: a. waarvan de jaarlijkse bruto geboekte premie-inkomsten niet meer bedragen dan 2 miljoen euro; b. waarvan de technische voorzieningen, berekend overeenkomstig titel 9, afdeling 15, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, zonder aftrek van de bedragen die op grond van herverzekeringsovereenkomsten of op entiteiten voor risico-acceptatie kunnen worden verhaald, niet meer bedragen dan 10 miljoen euro; c. die niet behoort tot een groep waarvan de totale technische voorzieningen, berekend overeenkomstig titel 9, afdeling 15, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, meer dan 25 miljoen euro bedragen of waarvan een verzekeraar, niet zijnde een verzekeraar met beperkte risico-omvang, deel uitmaakt; d. waarvan het bedrijf geen herverzekeringsactiviteiten omvat die: 1. meer bedragen dan 0,5 miljoen euro van de bruto geboekte premie-inkomsten, of meer dan 2,5 miljoen euro van de technische voorzieningen berekend ingevolge Boek 2 van R.E. Batten, januari

14 het Burgerlijk Wetboek, zonder aftrek van de bedragen die op grond van herverzekeringsovereenkomsten en van entiteiten voor risico-acceptatie kunnen worden verhaald, of 2. meer dan 10% uitmaken van de bruto geboekte premie-inkomsten of meer dan 10% uitmaken van de technische voorzieningen, zonder aftrek van de bedragen die op grond van herverzekeringsovereenkomsten en op entiteiten voor risico-acceptatie kunnen worden verhaald; e. die geen ander bedrijf uitoefenen dan het schadeverzekeringsbedrijf, met uitzondering van handelsactiviteiten die voortvloeien uit het schadeverzekeringsbedrijf en het uitoefenen van het bedrijf van herverzekeraar in de activiteit schadeherverzekering; f. die geen verzekeringen sluiten met een dekking van meer dan euro per begunstigde per potentieel schadegeval; en g. die geen schaden verzekeren veroorzaakt door of ontstaan uit gewapend conflict, burgeroorlog, opstand, binnenlandse onlusten, oproer of muiterij die zich in Nederland voordoen, behoudens het verzekeren van risico s van molest in de algemeen gebruikelijke molestclausules in zee-, transport-, luchtvaarten reisverzekeringen, zolang de Nederlandsche Bank daartegen geen bedenkingen naar voren heeft gebracht. 2. Artikel 1d, tweede tot en met vijfde lid, is van overeenkomstige toepassing. Stcrt. 2015, nr Artikel 1e heeft betrekking op de vrijstelling voor kleine schadeverzekeraars. Het artikel is, mutatis mutandis, nagenoeg gelijk aan artikel 1d. Voor vrijgestelde schadeverzekeraars geldt als aanvullende voorwaarde dat deze geen oorlogsmolest mogen verzekeren. Voor het overige is de toelichting bij artikel 1d van overeenkomstige toepassing. Artikel 1f 1. Van artikel 2:50, eerste lid, van de wet zijn vrijgesteld natura-uitvaartverzekeraars die voldoen aan de eisen, bedoeld in artikel 1d, eerste lid, onderdelen a tot en met f. 2. Van artikel 2:50, eerste lid, van de wet zijn vrijgesteld schadeverzekeraars die voldoen aan de eisen, bedoeld in artikel 1e, eerste lid, onderdelen a tot en met g. 3. Het eerste en tweede lid zijn niet van toepassing op een verzekeraar die ervoor gekozen heeft zijn werkzaamheden met een vergunning als bedoeld in artikel 2:50, eerste lid, van de wet te verrichten. 4. Artikel 1d, derde tot en met vijfde lid, is van overeenkomstige toepassing. Stcrt. 2015, nr Artikel 1f geeft een analoge regeling aan de regeling in de artikelen 1d en 1e voor natura-uitvaartverzekeraars en kleine schadeverzekeraars met zetel buiten Nederland. Voor de goede orde wordt opgemerkt dat de eisen, bedoeld in de artikelen 1d en 1e voor de verzekeraar als geheel gelden en niet alleen voor het bijkantoor in Nederland. 2.0d. Bedrijf van wisselinstelling Vrijstelling als bedoeld in artikel 2:54k, eerste lid, van de wet Stcrt. 2012, nr De onderhavige regeling bevat wijzigingen van de Vrijstellingsregeling Wft en de Vrijstellingsregeling Wet toezicht trustkantoren. De aanpassingen houden verband met wijzigingen in de Wijzigingswet financiële markten 2012 van de Wet op het financieel toezicht (Wft) en de Wet toezicht trustkantoren (Wtt). De Wet inzake de geldtransactiekantoren (Wgt) wordt materieel opgenomen in de Wft (artikel VIII van de Wijzigingswet financiële markten 2012). De bestaande vrijstellingen onder de Wgt worden om deze reden opgenomen in de Vrijstellingsregeling Wft. In de onderhavige regeling wordt de inhoud van de Vrijstellingsregeling geldtransactiekantoren zoveel mogelijk opgenomen in de Vrijstellingsregeling Wft. In artikel I worden verder enkele wijzigingen doorgevoerd in verband met de implementatie van Richtlijn 2010/73/EU van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010 tot wijziging van Richtlijn 2003/71/EG betreffende het prospectus dat gepubliceerd moet worden wanneer effecten aan het publiek worden aangeboden of tot de handel worden toegelaten en Richtlijn 2004/109/EG betreffende de transparantievereisten die gelden voor informatie over uitgevende instellingen waarvan effecten tot de handel op een gereglementeerde markt zijn toegelaten (PbEU L 327/1) (herziene richtlijn prospectus). Deze wijzigingen houden verband met het wijzigen van bestaande vrijstellingen door de herziening van de richtlijn prospectus. Daarnaast wordt een eerder vervallen vrijstelling geherintroduceerd en een omissie hersteld in de Wet van 10 mei 2012 tot wijziging van de Wet op het financieel toezicht en de Wet toezicht financiële verslaggeving in verband met de herziene richtlijn prospectus 15. Artikel 1c Van artikel 2:54i, eerste lid, van de wet zijn vrijgesteld ondernemingen die het bedrijf van hotel uitoefenen en die als logies- 12 Artikel IV van Stcrt. 2012, nr bepaalt dat de invoeging van paragraaf 2.0b in werking treedt op 22 juni 2012 (red.). 13 Artikel I, onderdeel A van Stcrt. 2015, nr vernummert paragraaf 2.0b tot 2.0c (red.). 14 Artikel IV van Stcrt. 2016, nr bepaalt dat de vernummering van paragraaf 2.0a naar 2.0b door art. III, onderdeel A in werking treedt op het tijdstip waarop de Implementatiewet wijziging richtlijn icbe s in werking treedt. Dat is 18 maart 2016 volgens artikel VI, Stb. 2016, nr. 91 (red.). 15 Stb. 2012, nr Artikel I, onderdeel B van Stcrt. 2015, nr vernummert artikel 1c tot artikel 1h (red.). R.E. Batten, januari

15 verstrekkend bedrijf zijn ingeschreven in een door het Bedrijfschap Horeca en Catering bijgehouden register, voor zover het betreft het wisselen van munten of bankbiljetten en het uitbetalen van munten of bankbiljetten op vertoon van een creditcard of tegen inlevering van een of meer cheques, met een tegenwaarde van ten hoogste 500 per gast per overnachting, voor natuurlijke personen aan wie tevens door het hotel tegen betaling logies wordt verstrekt. 2. Aan de vrijstelling, bedoeld in het eerste lid, zijn de volgende voorschriften verbonden: a. reclame-uitingen met betrekking tot de vrijgestelde werkzaamheden zijn slechts toegelaten voorzover het betreft: 1. het uitstallen van koersenborden die niet vanaf de openbare weg leesbaar zijn; 2. vermelding in folders en brochures die in hoofdzaak de hoofdactiviteit betreffen; 3. vermelding, al dan niet met behulp van pictogrammen, in hotelgidsen; 4. vermelding in het interne communicatiecircuit van het hotel; b. buitenlandse munten en bankbiljetten die worden gebruikt of verworven bij de vrijgestelde werkzaamheden mogen slechts worden betrokken of afgestort bij een financiële onderneming die bevoegd is in Nederland het bedrijf van betaaldienstagent, betaaldienstverlener of bank uit te oefenen dan wel bij een wisselinstelling die beschikt over een vergunning, bedoeld in artikel 2:54i, eerste lid, eerste lid, van de wet, waartoe met de desbetreffende betaaldienstagent, betaaldienstverlener, bank of wisselinstelling een duurzame overeenkomst is gesloten; c. er wordt een administratie bijgehouden waaruit blijkt waar en wanneer buitenlandse munten en bankbiljetten zijn betrokken en afgestort, en waarin van iedere wisseltransactie wordt vastgelegd: de datum, het type transactie, de betrokken valuta s, de omvang van de transactie, de naam van de cliënt en het kamernummer van de cliënt; d. de onder c bedoelde gegevens blijven tot vijf jaar na het uitvoeren van de transactie bewaard. Stcrt. 2012, nr Zie de toelichting bij 2.0b. Bedrijf van wisselinstelling (red.). Materieel blijven de vrijstellingen gelijk aan de Vrijstellingsregeling geldtransactiekantoren. Wel zijn er enkele wijzigingen in terminologie en verwijzingen aangebracht teneinde de vrijstellingen aan te laten sluiten bij de Wft. Concreet ziet de vrijstelling op twee typen ondernemingen: ondernemingen die het bedrijf van hotel uitoefenen en die als logiesverstrekkend bedrijf zijn ingeschreven in een door het Bedrijfschap Horeca en Catering bijgehouden register, en beleggingsondernemingen als bedoeld in artikel 1:1 Wft waaraan een vergunning als bedoeld in artikel 2:96, eerste lid, Wft is verstrekt. Voor beide type ondernemingen gelden randvoorwaarden waarbinnen geopereerd moet worden teneinde onder de vrijstelling te vallen. Stcrt. 2015, nr Deze wijziging vloeit voort uit de invoeging van een nieuwe paragraaf met enkele nieuwe artikelen. Artikel 1d 17 Van artikel 2:54i, eerste lid, van de wet zijn vrijgesteld beleggingsondernemingen waaraan een vergunning als bedoeld in artikel 2:96, eerste lid, van de wet is verleend, voor zover het betreft het uitbetalen van munten en bankbiljetten tegen inlevering van een of meer onderdelen van het couponblad van een waardepapier aan toonder tegen inlevering waarvan de rente op dit waardepapier kan worden geïnd. Stcrt. 2012, nr Zie de toelichting bij art. 1c (red.). Stcrt. 2015, nr Zie de toelichting bij art. 1c (red.). 2.0d. Bedrijf van kredietunie 18 Vrijstelling als bedoeld in artikel 2:54q van de wet Artikel 1j 1. Van artikel 2:54o van de wet zijn vrijgesteld kredietunies waarvan het bedrag aan aangetrokken opvorderbare gelden minder bedraagt dan Een kredietunie als bedoel in het eerste lid vermeldt op haar website, in reclame-uitingen en in documenten over de bedrijfsactiviteiten van de onderneming, dat de onderneming voor de uitoefening van haar activiteiten niet vergunningplichtig is ingevolge de wet en niet onder toezicht staat van de Nederlandsche Bank en de Autoriteit Financiële Markten. 17 Artikel I, onderdeel B van Stcrt. 2015, nr vernummert artikel 1d tot artikel 1i (red.). 18 Artikel III van Stcrt. 2015, nr bepaalt dat de invoeging van paragraaf 2.0d in werking treedt op het tijdstip waarop de Wet toezicht kredietunies in werking treedt. Dat is volgens Stb. 2015, nr. 513 op 1 januari 2016 (red.). R.E. Batten, januari

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Na paragraaf 2.0A wordt een paragraaf ingevoegd, luidende:

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Na paragraaf 2.0A wordt een paragraaf ingevoegd, luidende: STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 12286 21 juni 2012 Regeling van de Minister van Financiën van 13 juni 2012, nr. FM/2012/882M, tot wijziging van de Vrijstellingsregeling

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STTSOURNT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 23140 28 december 2011 Wijziging van de Vrijstellingsregeling Wft in verband met de implementatie van richtlijn 2009/110/EG

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STTSCOURNT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 34610 14 oktober 2015 Regeling van de Minister van Financiën van 7 oktober 2015, FM 2015-0000012489, directie Financiële

Nadere informatie

Regeling in verband met de implementatie van de richtlijn solvabiliteit II

Regeling in verband met de implementatie van de richtlijn solvabiliteit II Regeling in verband met de implementatie van de richtlijn solvabiliteit II Regeling van de Minister van Financiën van (datum) FM 2015/0000 M, directie Financiële Markten, tot wijziging van de Vrijstellingsregeling

Nadere informatie

Overzicht van markttoegang regelgeving Wft BANKEN met zetel in Nederland

Overzicht van markttoegang regelgeving Wft BANKEN met zetel in Nederland Overzicht van markttoegang regelgeving BANKEN met zetel in Nederland Deel 2 Deel Markttoegang Financiële Ondernemingen Art. 1:1 definities a. een afwikkelonderneming; b. een bank; financiële onderneming

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 259 4 januari 2012 Regeling vaststelling bedragen 2012 ex artikelen 2 en 3 Besluit bekostiging financieel toezicht 23

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 17608 30 september 2011 Regeling van de Minister van Financiën tot wijziging van de Uitvoeringsregeling Wft en de Vrijstellingsregeling

Nadere informatie

1. Inleiding. Geacht bestuur, geachte directie,

1. Inleiding. Geacht bestuur, geachte directie, De Nederlandsche Bank N.V. Toezicht horizontale functies en integriteit Expertisecentrum markttoegang Onderwerp Verzoek om reactie vanwege de vrijstelling van kleine schadeverzekeraars Postbus 98 1000

Nadere informatie

Wijzigingsregeling in verband met de implementatie van de richtlijn beheerders van alternatieve belegginginstellingen

Wijzigingsregeling in verband met de implementatie van de richtlijn beheerders van alternatieve belegginginstellingen Wijzigingsregeling in verband met de implementatie van de richtlijn beheerders van alternatieve belegginginstellingen Regeling van de Minister van Financiën van kenmerk: nr. FM 2013/507 M, tot wijziging

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2010 2011 32 292 Wijziging van de Wet op het financieel toezicht ter implementatie van richtlijn nr. 2007/44/EG van het Europees Parlement en de Raad van

Nadere informatie

1:1 definities aanbieden, onderdeel a 1, onderdeel a, 2, lid 1 + 2, onderdelen e + f, 6 en 7 Wfd en 8 Vrijstellingsregeling Wfd

1:1 definities aanbieden, onderdeel a 1, onderdeel a, 2, lid 1 + 2, onderdelen e + f, 6 en 7 Wfd en 8 Vrijstellingsregeling Wfd Bijlage I Transponeringstabel Wet financieel toezicht - Wet financiële dienstverlening Wft Wfd 1:1 definities aanbieden, onderdeel a 1, onderdeel a, 2, lid 1 + 2, onderdelen e + f, 6 en 7 Wfd en 8 aanbieden,

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017 2018 34 859 Wijziging van de Wet op het financieel toezicht en enige andere wetten op het terrein van de financiële markten (Wijzigingswet financiële

Nadere informatie

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Besluit van 15 juli 2008, houdende bepalingen met betrekking tot de reikwijdte van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme, het vaststellen van indicatoren en het overdragen van

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 34549 11 december 2013 Regeling van de Minister van Financiën van 4 december 2013, FM/2013/2124 M, directie Financiële

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2011 323 Besluit van 22 juni 2011 tot wijziging van het Besluit Gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft in verband met de implementatie van titel

Nadere informatie

De Minister van Financiën, Besluit: De Tijdelijke regeling invoering Wft wordt als volgt gewijzigd:

De Minister van Financiën, Besluit: De Tijdelijke regeling invoering Wft wordt als volgt gewijzigd: Directie Financiële Markten Datum Uw brief (Kenmerk) Ons kenmerk 15 augustus 2007 FM 2007-01901 M Onderwerp Regeling tot wijziging van de Tijdelijke regeling invoering Wft De Minister van Financiën, Gelet

Nadere informatie

Wet financieel toezicht

Wet financieel toezicht Wet financieel toezicht Bijlage 2 Transponeringstabellen 1 2 3 Verwerkte publicaties Staatsblad Kamerstuk Naam nrs. 2006, nr. 475 29.708 Wet op het financieel toezicht 2006, nr. 605 30.658 Invoerings-

Nadere informatie

Gelet op de artikelen 2:6, tweede lid, 2:8, tweede lid, en 2:104, eerste en tweede lid, van de Wet op het financieel toezicht;

Gelet op de artikelen 2:6, tweede lid, 2:8, tweede lid, en 2:104, eerste en tweede lid, van de Wet op het financieel toezicht; Regeling van de Minister van Financiën van 4 februari 2019, 2019-16957, directie Financiële Markten, tot wijziging van het Besluit aangewezen staten Wft en de Vrijstellingsregeling Wft in verband met de

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 658 Invoering van de Wet op het financieel toezicht en aanpassing van overige wetten aan die wet (Invoerings- en aanpassingswet Wet op het financieel

Nadere informatie

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Wet tot wijziging van de Wet op het financieel toezicht ter implementatie van richtlijn nr. 2014/91/EU van het Europees Parlement en de Raad van 23 juli 2014 tot wijziging van de richtlijn 2009/65/EG tot

Nadere informatie

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Wijziging van de Wet op het financieel toezicht ter implementatie van de richtlijn nr. 2016/97/EU van het Europees Parlement en de Raad van 20 januari 2016 betreffende verzekeringsdistributie (herschikking)

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2010 2011 32 826 Wijziging van de Wet op het financieel toezicht en enige andere wetten ter implementatie van richtlijn nr. 2009/110/EG van het Europees

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 13733 6 juli 2012 Regeling tot vaststelling voor 2012 van de bedragen, bandbreedtes, verdeelsleutels en tarieven van de

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2018 2019 35 108 Wijziging van de Wet op het financieel toezicht en enkele andere wetten in verband met de implementatie van Verordening (EU) nr. 2017/1129

Nadere informatie

Vrijstellingsregeling Wet toezicht effectenverkeer 1995

Vrijstellingsregeling Wet toezicht effectenverkeer 1995 (Tekst geldend op: 13-01-2004) Vrijstellingsregeling Wet toezicht effectenverkeer 1995 De Minister van Financiën; Gelet op de artikelen 4, eerste lid, 5, tweede lid, 10, eerste lid, en 22, vijfde lid,

Nadere informatie

DE MINISTER VAN FINANCIËN, Gelet op de artikelen 2:104, eerste en tweede lid, en 4:7 van de wet; BESLUIT: ARTIKEL I

DE MINISTER VAN FINANCIËN, Gelet op de artikelen 2:104, eerste en tweede lid, en 4:7 van de wet; BESLUIT: ARTIKEL I Regeling van de Minister van Financiën van PM 2018, 2018- PM, directie Financiële Markten, tot wijziging van de Vrijstellingsregeling Wft in verband met de aanpassing van het Nationaal regime naar aanleiding

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2014 2015 33 949 Voorstel van wet van de leden Agnes Mulder en Nijboer tot wijziging van de Wet op het financieel toezicht en enkele andere wetten met het

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2019 190 Wet van 15 mei 2019 tot wijziging van de Wet op het financieel toezicht en enkele andere wetten in verband met de implementatie van Verordening

Nadere informatie

1 Wat is de Wet op het financieel toezicht?

1 Wat is de Wet op het financieel toezicht? 1 Wat is de Wet op het financieel toezicht? 1.1 Korte introductie Vanaf 1 januari 2007 is de Wet op het financieel toezicht (in het vervolg met de afkorting Wft aangeduid) in werking getreden. Deze wet

Nadere informatie

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Wijziging van de Wet op het financieel toezicht en de Wet bekostiging financieel toezicht in verband met het introduceren van toezicht op het beheren van beleggingsobjecten en het beheren inzake beleggingsobligaties

Nadere informatie

Wft. Regeling Vakbekwaamheid Werknemers Beleggingsondernemingen. Regeling vakbekwaamheid werknemers beleggingsondernemingen Wft

Wft. Regeling Vakbekwaamheid Werknemers Beleggingsondernemingen. Regeling vakbekwaamheid werknemers beleggingsondernemingen Wft Regeling Vakbekwaamheid Werknemers Beleggingsondernemingen Wft R.E. Batten, januari 2018 1 Verwerkte publicaties Staatsblad Naam Inwerkingtreding en/of terugwerking tot Stcrt. 2018, nr. 237 Regeling van

Nadere informatie

Wet. financieel toezicht. deel 4 Gedragstoezicht financiële ondernemingen. DUFAS, december 2015 Gedragstoezicht financiële ondernemingen 1

Wet. financieel toezicht. deel 4 Gedragstoezicht financiële ondernemingen. DUFAS, december 2015 Gedragstoezicht financiële ondernemingen 1 Wet financieel toezicht deel 4 Gedragstoezicht financiële ondernemingen DUFAS, december 2015 Gedragstoezicht financiële ondernemingen 1 Inhoud Titel p. 4. Gedragstoezicht financiële ondernemingen 3 4.1

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 33 949 Voorstel van wet van de leden Van Hijum en Agnes Mulder tot wijziging van de Wet op het financieel toezicht en enkele andere wetten met

Nadere informatie

Wet. financieel toezicht. deel 4 Gedragstoezicht financiële ondernemingen. DUFAS, januari 2015 Gedragstoezicht financiële ondernemingen 1

Wet. financieel toezicht. deel 4 Gedragstoezicht financiële ondernemingen. DUFAS, januari 2015 Gedragstoezicht financiële ondernemingen 1 Wet financieel toezicht deel 4 Gedragstoezicht financiële ondernemingen DUFAS, januari 2015 Gedragstoezicht financiële ondernemingen 1 Copyright DUFAS 2015 In geval van distributie of reproductie van informatie

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2010 2011 32 036 Wijziging van de Wet op het financieel toezicht en enige andere wetten (Wijzigingswet financiële markten 2010) Nr. 16 ZEVENDE NOTA VAN WIJZIGING

Nadere informatie

Gelet op de artikelen 1:25, vierde lid, 1:69, derde lid, 2:85, eerste lid, en 4:7, eerste lid, van de Wet op het financieel toezicht;

Gelet op de artikelen 1:25, vierde lid, 1:69, derde lid, 2:85, eerste lid, en 4:7, eerste lid, van de Wet op het financieel toezicht; Regeling implementatie richtlijn verzekeringsdistributie Regeling van de Minister van Financiën van (PM datum) nr. 2018- PM, directie Financiële Markten, tot wijziging van de Vrijstellingsregeling Wft

Nadere informatie

KORTE INHOUDSOPGAVE. Voorwoord bij de derde druk / V. Voorwoord bij de tweede druk / VII. Voorwoord bij de eerste druk / IX.

KORTE INHOUDSOPGAVE. Voorwoord bij de derde druk / V. Voorwoord bij de tweede druk / VII. Voorwoord bij de eerste druk / IX. KORTE INHOUDSOPGAVE Voorwoord bij de derde druk / V Voorwoord bij de tweede druk / VII Voorwoord bij de eerste druk / IX Ten geleide / XI Korte inhoudsopgave / XIII / XV Lijst met gebruikte afkortingen

Nadere informatie

Update financieel recht. Implementatie richtlijn betaaldiensten. 9 november 2009

Update financieel recht. Implementatie richtlijn betaaldiensten. 9 november 2009 Update financieel recht 9 november 2009 mplementatie richtlijn betaaldiensten Op 1 november 2009 is de wet in werking getreden waarmee de richtlijn betaaldiensten 1 (wellicht beter bekend onder de Engelse

Nadere informatie

Vrijstellingsregeling Wet financiële dienstverlening en Besluit financiële dienstverlening

Vrijstellingsregeling Wet financiële dienstverlening en Besluit financiële dienstverlening Vrijstellingsregeling Wet financiële dienstverlening en Besluit financiële dienstverlening De Minister van Financiën, Gelet op artikel 9 van de Wet financiële dienstverlening; Besluit; Artikel 1 In deze

Nadere informatie

Wet financieel toezicht

Wet financieel toezicht Wet financieel toezicht Bijlage 3 Lijst van verkorte citeertitels Verwerkte publicaties Staatsblad Kamerstuk Naam nrs. 2006, nr. 475 29.708 Wet op het finaniceel toezicht 2006, nr. 605 30.658 Invoerings-

Nadere informatie

Het Besluit uitvoering EU-verordeningen financiële markten wordt als volgt gewijzigd:

Het Besluit uitvoering EU-verordeningen financiële markten wordt als volgt gewijzigd: Besluit van tot wijziging van het Besluit uitvoering EU-verordeningen financiële markten, het Besluit Gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft en het Besluit bestuurlijke boetes financiële sector in

Nadere informatie

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Wijziging van de Wet bekostiging financieel toezicht in verband met de afschaffing van de overheidsbijdrage, de invoering van Europees bankentoezicht en de bestemming van door de Autoriteit Financiële

Nadere informatie

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd: 34 808 Wijziging van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme en enige andere wetten in verband met de implementatie van richtlijn (EU) 2015/849 van het Europees Parlement en de

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2010 2011 32 826 Wijziging van de Wet op het financieel toezicht en enige andere wetten ter implementatie van richtlijn nr. 2009/110/EG van het Europees

Nadere informatie

De Nadere regeling gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft wordt als volgt gewijzigd:

De Nadere regeling gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft wordt als volgt gewijzigd: CONSULTATIEVERSIE Besluit van ( datum), houdende wijziging van de Nadere regeling gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft van 15 november 2006 in verband met regels met betrekking tot de bescherming

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 11809 23 juli 2010 Regeling van de Minister van Financiën tot vaststelling voor 2010 van de maatstaven, bedragen, bandbreedtes,

Nadere informatie

208. De drie toezichtrechtelijke regimes voor Nederlandse verzekeraars

208. De drie toezichtrechtelijke regimes voor Nederlandse verzekeraars De Drie toezichtrechtelijke regimes voor NeDerlaNDse verzekeraars 208. De drie toezichtrechtelijke regimes voor Nederlandse verzekeraars Mr. P. KercKhaert Met de inwerkingtreding van Solvency II per 1

Nadere informatie

Vrijstellingsregeling Wft

Vrijstellingsregeling Wft (Tekst geldend op: 28-10-2007) Vrijstellingsregeling Wft De Minister van Financiën, Gelet op de artikelen 2:59, eerste lid, 2:64, eerste lid, 2:74, 2:79, eerste lid, 2:85, eerste lid, 2:91, eerste lid,

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2018 89 Wet van 9 maart 2018 tot wijziging van de Wet op het financieel toezicht, de Wet marktordening gezondheidszorg, de Pensioenwet en de Wet verplichte

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 7280 13 maart 2014 Regeling van de Nederlandsche Bank NV van 7 maart 2014, kenmerk 2013/346532, houdende wijziging van

Nadere informatie

(Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

(Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN 17.6.2017 L 155/1 II (Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2017/1018 VAN DE COMMISSIE van 29 juni 2016 tot aanvulling van Richtlijn 2014/65/EU van het Europees Parlement

Nadere informatie

Onderwerp Informatieverzoek in verband met nieuwe regelgeving voor elektronischgeldinstellingen

Onderwerp Informatieverzoek in verband met nieuwe regelgeving voor elektronischgeldinstellingen Toezicht expertisecentra Markttoegang Amsterdam Postbus 98 1000 AB Amsterdam Confidentieel Uw kenmerk Behandeld door Bakker, M. (mw. mr. drs.) Doorkiesnummer 020 524 3502 Bijlage(n) 1 Onderwerp Informatieverzoek

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017 2018 34 808 Wijziging van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme en enige andere wetten in verband met de implementatie van

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2013 525 Besluit van 4 december 2013 tot wijziging van het Besluit prudentieel toezicht financiële groepen Wft en het Besluit bestuurlijke boetes

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2011 144 Besluit van 14 maart 2011, houdende wijziging van het Besluit Prudentiële regels Wft en het Besluit Gedragstoezicht financiële ondernemingen

Nadere informatie

Artikel Tekst artikel Toelichting WIJZIGINGSWET FINANCIËLE MARKTEN Wet op het financieel toezicht (Wft) ALGEMEEN DEEL

Artikel Tekst artikel Toelichting WIJZIGINGSWET FINANCIËLE MARKTEN Wet op het financieel toezicht (Wft) ALGEMEEN DEEL Artikel Tekst artikel Toelichting WIJZIGINGSWET FINANCIËLE MARKTEN 2011 Wet op het financieel toezicht () ALGEMEEN DEEL 1:1 Artikel 1:1 wordt als volgt gewijzigd: In alfabetische volgorde wordt een definitie

Nadere informatie

NOTA VAN WIJZIGING. Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

NOTA VAN WIJZIGING. Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd: 32 622 Wijziging van de Wet op het financieel toezicht en het Burgerlijk Wetboek ter implementatie van richtlijn nr. 2009/65/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 13 juli 2009

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 33 849 Wijziging van de Wet op het financieel toezicht en enige andere wetten ter implementatie van richtlijn 2013/36/EU van het Europees Parlement

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2010 2011 32 036 Wijziging van de Wet op het financieel toezicht en enige andere wetten (Wijzigingswet financiële markten 2010) A GEWIJZIGD VOORSTEL VAN

Nadere informatie

Gelet op de artikelen 2:26d, derde lid, en 3:3 van de Wet op het financieel toezicht;

Gelet op de artikelen 2:26d, derde lid, en 3:3 van de Wet op het financieel toezicht; Regeling van de Minister van Financiën van 2018-0000000000, directie Financiële Markten, tot wijziging van het Besluit aangewezen staten Wft en de Vrijstelingsregeling Wft in verband met de bilaterale

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 30832 6 juni 2018 Regeling van de Minister van Financiën van 29 mei 2018, nr. 2018-0000084334, directie Financiële Markten,

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 17208 1 april 2019 Omzetbelasting. Beheer van gemeenschappelijke beleggingsfondsen; bijzonder overheidstoezicht Belastingdienst/Directie

Nadere informatie

WIJy yillem/e%lexander, BIJ DE GRATIE GODS, KONING DER NEDERLANDEN, PRINS VAN ORANJE-NASSAU, ENZ. ENZ. ENZ.

WIJy yillem/e%lexander, BIJ DE GRATIE GODS, KONING DER NEDERLANDEN, PRINS VAN ORANJE-NASSAU, ENZ. ENZ. ENZ. WIJy yillem/e%lexander, BIJ DE GRATIE GODS, KONING DER NEDERLANDEN, PRINS VAN ORANJE-NASSAU, ENZ. ENZ. ENZ. Besluit van tot wijziging van het Besluit melding zeggenschap in uitgevende instellingen Wft,

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2019 235 Besluit van 14 juni 2019 tot wijziging van het Besluit bestuurlijke boetes financiële sector, het Besluit Gedragstoezicht financiële ondernemingen

Nadere informatie

Vrijstellingsregeling Wft

Vrijstellingsregeling Wft FI Vrijstellingsregeling Wft 15 november 2006/Nr. FM 2006-02672 M Directie Financiële Markten De Minister van Financiën, Gelet op de artikelen 2:59, eerste lid, 2:64, eerste lid, 2:74, 2:79, eerste lid,

Nadere informatie

Uitvoerings- regeling Wft

Uitvoerings- regeling Wft Uitvoerings- regeling Wft R.E. Batten, januari 2018 1 Verwerkte publicaties Staatscourant Naam Inwerkingtreding en/of terugwerking tot Uitvoeringsregeling Wft 1 jan. 2007 Stcrt. 2008, nr. 121 Regeling

Nadere informatie

VERORDENINGEN. (Voor de EER relevante tekst)

VERORDENINGEN. (Voor de EER relevante tekst) L 340/6 20.12.2017 VERORDENINGEN UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2017/2382 VAN DE COMMISSIE van 14 december 2017 tot vaststelling van technische uitvoeringsnormen met betrekking tot standaardformulieren, templates

Nadere informatie

Regeling vakbekwaamheid medewerkers beleggingsondernemingen Wft

Regeling vakbekwaamheid medewerkers beleggingsondernemingen Wft Regeling vakbekwaamheid medewerkers beleggingsondernemingen Wft Regeling van de Minister van Financiën van 2017-0000211126, directie Financiële Markten, houdende regels tot vaststelling van de criteria

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2010 2011 32 622 Wijziging van de Wet op het financieel toezicht en het Burgerlijk Wetboek ter implementatie van richtlijn nr. 2009/65/EG van het Europees

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 34 100 Wijziging van de Implementatiewet richtlijn solvabiliteit II en de Implementatiewet richtlijn financiële conglomeraten I ter implementatie

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2006 2007 31 131 Wijziging van de Wet op het financieel toezicht in verband met de uitvoering van Richtlijn nr. 2005/68/EG van het Europees Parlement en

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 34 232 Wijziging van de Wet op het financieel toezicht, het Burgerlijk Wetboek en enige andere wetten ter implementatie van richtlijn nr. 2013/50/EU

Nadere informatie

Financieringsmaatschappijen onder de Wet op het financieel toezicht

Financieringsmaatschappijen onder de Wet op het financieel toezicht Financieringsmaatschappijen onder de Wet op het financieel toezicht Inleiding Het is de verwachting dat per 1 januari 2007 de nieuwe Wet op het financieel toezicht (Wft) van kracht wordt. 1 De Wft vervangt

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2008 2009 32 036 Wijziging van de Wet op het financieel toezicht en enige andere wetten (Wijzigingswet financiële markten 2010) Nr. 2 VOORSTEL VAN WET Wij

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2014 524 Besluit van 28 november 2014 tot wijziging van het Besluit prudentiële regels Wft, het Besluit Gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft

Nadere informatie

Vindplaats EU publicatieblad. L 335/1 d.d L 294/13 d.d

Vindplaats EU publicatieblad. L 335/1 d.d L 294/13 d.d Bijlage IV Europees wetgevingsprogramma financiële markten I. Reeds aangenomen Europese regelgeving Type EUbesluit Eerstverantwoordelijk departement Titel Vindplaats EU publicatieblad Uiterste implementatiedatum

Nadere informatie

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje- Nassau, enz. enz. enz.

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje- Nassau, enz. enz. enz. Wijziging van de Wet op het financieel toezicht en enige andere wetten op het terrein van de financiële markten (Wijzigingswet financiële markten 2019) VOORSTEL VAN WET Wij Willem-Alexander, bij de gratie

Nadere informatie

Het Besluit Gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft wordt als volgt gewijzigd:

Het Besluit Gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft wordt als volgt gewijzigd: Besluit van tot wijziging van het Besluit Gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft en het Besluit bestuurlijke boetes financiële sector (Implementatiebesluit richtlijn betaalrekeningen) Op de voordracht

Nadere informatie

Wet financieel toezicht

Wet financieel toezicht Wet financieel toezicht deel 4 Gedragstoezicht financiële ondernemingen september 2016 Gedragstoezicht financiële ondernemingen 1 Inhoud Titel p. 4. Gedragstoezicht financiële ondernemingen 3 4.1 Inleidende

Nadere informatie

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Wijziging van de Wet op het financieel toezicht ter implementatie van richtlijn nr. 2013/50/EU van het Europees Parlement en de Raad van 22 oktober 2013 tot wijziging van Richtlijn 2004/109/EG van het

Nadere informatie

MODEL financieringsmaatschappijen; invoering Wet op het financieel toezicht

MODEL financieringsmaatschappijen; invoering Wet op het financieel toezicht Expertisecentrum Markttoetreding Amsterdam Postbus 98 1000 AB Amsterdam Datum Uw kenmerk Doorkiesnummer 020 524 Bijlage(n) Onderwerp MODEL financieringsmaatschappijen; invoering Wet op het financieel toezicht

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 1671 31 januari 2012 Mededeling van DNB van de aanpassing van bepaalde bedragen in het Besluit prudentiële regels Wft

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2006 506 Besluit van 12 oktober 2006, houdende regels ter uitvoering van de Wet op het financieel toezicht met betrekking tot de reikwijdte en toegang

Nadere informatie

De Nederlandsche Bank N.V. Consultatie. CRD II Implementatie (nieuwe) Regeling Hybride kapitaalinstrumenten banken 2010

De Nederlandsche Bank N.V. Consultatie. CRD II Implementatie (nieuwe) Regeling Hybride kapitaalinstrumenten banken 2010 De Nederlandsche Bank N.V. Consultatie CRD II Implementatie (nieuwe) Regeling Hybride kapitaalinstrumenten banken 2010 28 juni 2010 1 Regeling van De Nederlandsche Bank NV van [datum], tot vaststelling

Nadere informatie

Het Besluit Gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft wordt gewijzigd als volgt:

Het Besluit Gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft wordt gewijzigd als volgt: Besluit van tot wijziging van het Besluit Gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft, het Besluit bestuurlijke boetes financiële sector en het Besluit financiële markten BES (Wijzigingsbesluit financiële

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal 1

Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2011-2012 32 826 Wijziging van de Wet op het financieel toezicht en enige andere wetten ter implementatie van richtlijn nr. 2009/110/EG van het Europees

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2019 265 Wet van 3 juli 2019 tot wijziging van de Wet op het financieel toezicht en enige andere wetten op het terrein van de financiële markten (Wijzigingswet

Nadere informatie

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Wijziging van de Wet op het financieel toezicht en de Implementatiewet richtlijn solvabiliteit II ter implementatie van de richtlijn.../eu van het Europees Parlement en de Raad van... 2013[4] houdende

Nadere informatie

1 van :11. Wet bekostiging financieel toezicht Geldend van t/m heden

1 van :11. Wet bekostiging financieel toezicht Geldend van t/m heden De wegwijzer naar informatie en diensten van alle overheden Wet bekostiging financieel toezicht Geldend van 0-07-08 t/m heden Wet van 4 mei 0, houdende regels met betrekking tot de financiering van het

Nadere informatie

de Koning > Retouradres Postbus 20201 2500 EE Den Haag Directie Financiele Markten

de Koning > Retouradres Postbus 20201 2500 EE Den Haag Directie Financiele Markten > Retouradres Postbus 20201 2500 EE Den Haag de Koning Korte Voorhout 7 2511 CW Den Haag Postbus 20201 2500 EE Den Haag www.rijksoverheid.nl Uw brief (kenmerk) Datum 24 september 2015 Betreft Nader rapport

Nadere informatie

Voorstel van wet tot wijziging van de Wet op het financieel toezicht en enige andere wetten (Wijzigingswet financiële markten 2010)

Voorstel van wet tot wijziging van de Wet op het financieel toezicht en enige andere wetten (Wijzigingswet financiële markten 2010) Voorstel van wet tot wijziging van de Wet op het financieel toezicht en enige andere wetten (Wijzigingswet financiële markten 2010) Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten: Alzo

Nadere informatie

In het Besluit uitvoering EU-verordeningen financiële markten wordt na artikel 6a een artikel ingevoegd, luidende:

In het Besluit uitvoering EU-verordeningen financiële markten wordt na artikel 6a een artikel ingevoegd, luidende: Besluit van houdende regels tot wijziging van het Besluit uitvoering EU-verordeningen financiële markten in verband met de uitvoering van de Verordening (EU) nr. 2015/2365 Op de voordracht van Onze Minister

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 33 023 Wijziging van de Wet op het financieel toezicht en de Wet toezicht financiële verslaggeving in verband met de herziene richtlijn prospectus

Nadere informatie

DE MINISTER VAN FINANCIËN; BESLUIT:

DE MINISTER VAN FINANCIËN; BESLUIT: Ministeriële regeling Korte Voorhout 7 2511 CW Den Haag Postbus 20201 2500 EE Den Haag www.minfin.nl Inlichtingen Staatscourant nr. 51 Datum 5 maart 2009 Betreft Wijziging Vrijstellingsregeling Wft Uw

Nadere informatie

Besluit van. Hebben goedgevonden en verstaan: ARTIKEL I. Het Besluit prudentiële regels Wft wordt gewijzigd als volgt:

Besluit van. Hebben goedgevonden en verstaan: ARTIKEL I. Het Besluit prudentiële regels Wft wordt gewijzigd als volgt: Besluit van tot wijziging van het Besluit prudentiële regels Wft, het Besluit Gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft en enige andere besluiten op het terrein van de financiële markten (Wijzigingsbesluit

Nadere informatie

beheerder van een icbe: degene die in de uitoefening van een beroep of bedrijf het beheer voert over een of meer icbe s;

beheerder van een icbe: degene die in de uitoefening van een beroep of bedrijf het beheer voert over een of meer icbe s; W06.11.0514/III Wijziging van de Wet op het financieel toezicht, het Burgerlijk Wetboek en de Wet op de economische delicten ter implementatie van richtlijn nr. 2011/61/EU van het Europees Parlement en

Nadere informatie

(Tekst geldend op: 07-09-2011Voorstel wetswijziging September 2011) Wet op het financieel toezicht

(Tekst geldend op: 07-09-2011Voorstel wetswijziging September 2011) Wet op het financieel toezicht (Tekst geldend op: 07-09-2011Voorstel wetswijziging September 2011) Wet op het financieel toezicht Hoofdstuk 4.2. Regels voor het werkzaam zijn op de financiële markten betreffende alle financiële diensten

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2019 26 Besluit van 12 december 2018 tot wijziging van het Besluit uitvoering EU-verordeningen financiële markten in verband met de uitvoering van

Nadere informatie

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. http://wetten.overheid.nl/bwbr00069/07-06-7/0/afdrukken De wegwijzer naar informatie en diensten van alle overheden Wet toezicht financiële verslaggeving Geldend van 7-06-07 t/m heden Wet van 8 september

Nadere informatie

Het Besluit Gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft wordt gewijzigd als volgt:

Het Besluit Gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft wordt gewijzigd als volgt: Besluit van tot wijziging van het Besluit Gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft, Besluit bestuurlijke boetes financiële sector en Besluit uitvoering EUverordeningen financiële markten in verband

Nadere informatie