INSTALLATIE- EN ONDERHOUDSINSTRUCTIES FIGHTER 1120 MOS NL FIGHTER V, 3 x 230 V, 3 x 400 V LEK

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "INSTALLATIE- EN ONDERHOUDSINSTRUCTIES FIGHTER 1120 MOS NL FIGHTER V, 3 x 230 V, 3 x 400 V LEK"

Transcriptie

1 MO L ITALLATIE- E ODERHODITRCTIE 230 V, 3 x 230 V, 3 x 400 V LEK

2 LEK LEK LEK LEK LEK LEK LEK LEK

3 Inhoud 1 Algemeen Beknopte productbeschrijving... 2 Tabel met instellingen... 2 ysteembeschrijving Werkingsprincipe... 3 Bedieningspaneel Opbouw... 4 itleg... 4 Instellingen Algemeen... 6 tandaardinstelling... 6 Wijziging van de ruimtetemperatuur... 6 Basiswaarden voor de automatische verwarmingsregeling... 7 Instelling aan de hand van diagram... 8 Verschuiving stooklijn Verschuiving stooklijn Verschuiving stooklijn Warmteproductie... 9 Warmtapwaterproductie... 9 Alleen bijverwarming (elektrisch element)... 9 Circulatiepomp bronsysteem... 9 Vaste temperatuur... 9 Reservestand... 9 Algemene punten voor de installateur Transport en opslag Installatie tooklijnregeling Vaste temperatuurinstelling Richtwaarden voor collectoren Inspectie van de installatie Aansluiting van de leidingen Algemeen Circulatiepomp CV-systeem Leidingaansluiting (bronsysteem) Leidingaansluiting (CV-systeem) Warmteterugwinning ventilatie Vrije koeling Grafiek pompcapaciteit, CV-systeem (extern beschikbaar) Grafiek pompcapaciteit, bronsysteem (extern beschikbaar) Elektrische aansluiting Aansluiting Leveringsaansluiting 230 V Leveringsaansluiting 230 V -8, Leveringsaansluiting 3 x 400 V Fasevolgordemonitor -15, Leveringsaansluiting 3 x 230 V Tariefaansluiting 3 x 400 V Buitentemperatuurvoeler Temperatuurvoeler voor warmtapwater Temperatuurvoeler voor vaste temperatuurregeling 18 Externe compensatie Max. warmtapwatertemperatuur Max. elektrische bijverwarming Max. fasestroom inclusief elektrische bijverwarming, binair 3 stappen Tariefsturing en vermogensschakelaar Externe contacten Alarm/alarmuitgangen oftstartrelais Aansluitmogelijkheden Algemeen Afkortingen Mogelijkheid 1 elektrische bijverwarming en boiler.. 25 Mogelijkheid 2 CV-ketel Mogelijkheid 3 CV-ketel Mogelijkheid 4 andere warmtebron Inbedrijfstelling en inregeling Voorbereiding Vullen en ontluchten van het bronsysteem Bijvullen van het CV-systeem Intern ontluchtingsventiel, bronsysteem Opstarten en controleren Rotatiecontrole...34 Ontluchten, CV-systeem Vullen bronsysteem Bediening Algemeen Menuvergrendeling nel verplaatsen Wijziging van parameters Menustructuur Hoofdmenu s Warmtapwatertemperatuur Aanvoertemperatuur Aanvoertemperatuur systeem Buitentemperatuur Bron in / uit temperatuur Ruimtetemperatuur / instellingen Klok Overige instellingen ervicemenu's Instellingen bijverwarming Bedrijfsinstellingen nelle start TET Geforceerde sturing Alarmlog Maatregelen in geval van bedrijfsstoringen Alarmindicaties op de display Lage ruimtetemperatuur Hoge ruimtetemperatuur Lage temperatuur of geen warmtapwater Aftappen, CV-systeem Aftappen, bronsysteem tarthulp circulatiepomp Plaats van de componenten Plaats van de componenten 230 V Plaats van de componenten 230 V -8, Plaats van de componenten 3 x 230 V Plaats van de componenten 3 x 400 V Plaats van de componenten Overzicht van de componenten Overzicht van de componenten Afmetingen Afmetingen en aansluitingen et met meegeleverd materiaal et met meegeleverd materiaal Accessoires Accessoires Technische gegevens Technische gegevens 230 V Technische gegevens 3 x 230 V Technische gegevens 3 x 400 V... 72

4 2 Algemeen Voor een optimaal rendement van de warmtepomp dient u deze Installatie- en onderhoudsinstructies zorgvuldig door te lezen. De is een basiswarmtepomp voor het verwarmen van woningen, appartementencomplexen en industriële gebouwen. Als warmtebron kunnen de bodem, gesteente of meren worden gebruikt. De is een in Zweden vervaardigd kwaliteitsproduct met lange levensduur en goede bedrijfszekerheid. Wordt ingevuld door de installateur wanneer de warmtepomp wordt geïnstalleerd Het serienummer (95), moet altijd worden vermeld wanneer u contact opneemt met IBE. - Installatiedatum Accessoires: Elektrische bijverwarming Warmtapwaterregeling... Ruimteregeling... Overig... Installateurs Type bronvloeistof Mengverhouding/vriespunt Actieve boordiepte/collectorlengte Inbedrijfstellingscontrole Temperatuur bronsysteem (in/uit) / Instelling pomp (ominaal temperatuurverschil 2-5 C) Temperatuur CV-systeem (aanvoer/retour) / Instelling pomp (ominaal temperatuurverschil 5-10 C) Instellingen Menu Fabrieksinstelling 1.4 tart Tapw.temp.* top Tapw.temp. * top temp Xtapwater * Interval Xtapwater * tooklijn tooklijn verschuiv Aanvoertemp. / min Aanvoertemp. / max Retourtemp. / max Positie Fabrieksinstelling 100 Zekering Max. elektrisch vermogen... C 102 Max. boilertemp Datum Handtekening * Accessoires

5 ysteembeschrijving 3 Werkingsprincipe De bestaat uit een warmtepomp, circulatiepompen en een besturingssysteem voor de warmtepomp en eventuele bijverwarming (in het basisontwerp is geen elektrisch verwarmingselement opgenomen). Omdat de cv- en broncirculatiepompen in de FIGHT- ER1120 zijn opgenomen kan de warmtepomp op eenvoudige wijze op de cv leidingen en de bron/ bodemcollector aangesloten worden. De opname van warmte uit de warmtebron (bodem of bron) vindt plaats via een gesloten bodemcollector met daarin een mengsel van water en antivries. Ook grondwater kan als warmtebron worden gebruikt. Hiervoor is een tussenliggende warmtewisselaar nodig.. Het bronwater of de brine (water/glycol) geeft in de verdamper van de warmtepomp zijn energie aan het koelmiddel af, dat hierbij verdampt om daarna te worden gecomprimeerd in de compressor. Het koelmiddel wordt met een hogere temperatuur in de condensor geleid, waar het zijn energie afgeeft aan het CV-systeem. De installatie moet zijn voorzien van de noodzakelijke waterzijdige- en elektrische beveiligingen, een en ander conform de geldende voorschriften. Compressor Compressor Retour CV-water Heating water return naarbodemcollector Brine out Bronsysteem Brine in Aanvoer Heating water CV-water flow Circulatiepomp Brine pump bronsysteem Heating Pomp CV-water pump Condensor Verdamper Condenser Evaporator Expansieventiel Expansion valve Collector Horizontal met horizontale loop collector lus Collector Vertical loop met verticale collector lus

6 4 Bedieningspaneel B E C Display Toetsen links D Verschuiving stooklijn A Toetsen rechts chakelaar Opbouw A I II III A B I II 50.0 C W a rmtapwatertemp A B A I II III A B itleg chakelaar met drie standen : 1 ormale stand. Alle bedieningsfuncties ingeschakeld. 0 De boiler is geheel uitgeschakeld. Reservestand Alleen de circulatiepomp en mogelijk de elektrische bijverwarming. Af fabriek niet aangesloten. De schakelaar mag niet in stand 1 of worden gezet voordat de boiler met water wordt gevuld. Display Eerste regel: Compressorsymbool Wordt weergegeven als de compressor in bedrijf is. Bijverwarmingssymbool Wordt weergegeven als het elektrische verwarmingselement is ingeschakeld. De streepjes geven aan welke vermogenstrap(pen) er momenteel is/zijn ingeschakeld. I II III I II II III I III I II III tap 1 is ingeschakeld. tap 2 is ingeschakeld. tap 3 is ingeschakeld. tappen 1+2 zijn ingeschakeld. tappen 2+3 zijn ingeschakeld. tappen 1+3 zijn ingeschakeld. tappen zijn ingeschakeld. ymbool warmtapwater. Tap wordt weergegeven op het moment dat de warmtepomp het water verwarmt. A wordt weergegeven als de temperatuurverhoging is ingeschakeld. B wordt weergegeven als tijdsafhankelijke temperatuurverhoging is ingeschakeld, bijv. periodiek. I II ymbool circulatiepomp. I wordt weergegeven als de circulatiepomp in bedrijf is. II wordt weergegeven als circulatiepomp 2 in bedrijf is (accessoire EV 20 vereist). ymbolen verwarmingssysteem wordt weergegeven als het huis wordt verwarmd.

7 Bedieningspaneel 5 B C Display (vervolg) Tweede regel: Waarde huidige parameter. Derde regel: Beschrijving van huidige weergaveparameter. ormaal gesproken wordt Warmtapwater temp. weergegeven. Vierde regel: Geeft menunummer, knopvergrendeling, kloksymbool en tijd weer In de hoofdmenu s kan de knopvergrendeling worden geactiveerd door tegelijkertijd de plus- en de minknop in te drukken. Er verschijnt dan een sleutelsymbool op de display. Het uitschakelen doet u op dezelfde manier. Het symbool wordt zichtbaar als er een timer-functie is geselecteerd, bijvoorbeeld periodieke verlaging van de aanvoer of tijdinstelling voor extra warmtapwater. Toetsen links Bedrijfsstand Met deze knop stelt u de gewenste bedrijfsstand in voor het toestaan-/blokkeren van de circulatiepomp of de elektrische bijverwarmingsenergie. De wijziging hoeft niet te worden bevestigd met de enter-knop. Dit zijn de verschillende bedrijfsstanden: Automatische stand: De gewenste bedrijfsstand op basis van de buitentemperatuur. De circulatiepomp en het elektrische verwarmingselement mogen ingeschakeld zijn als dat nodig is. Zomerstand: Alleen aanmaak van warmtapwater met de FIGHTER De circulatiepomp en het elektrische verwarmingselement zijn geblokkeerd. Bij inschakeling van Extra warmtapwater kan het verwarmingselement echter worden ingeschakeld. Lente-/herfststand: Verwarming en aanmaak van warmtapwater met de. De circulatiepomp is in bedrijf. Elektrisch verwarmingselement is uitgeschakeld. Bij inschakeling van Extra warmtapwater kan het verwarmingselement echter worden ingeschakeld. Bij een druk op de knop wordt de huidige bedrijfsstand op de display weergegeven. Door vaker op de knop te drukken, wijzigt u de stand. Als de enter-knop wordt ingedrukt, schakelt de display terug naar de normale weergavestand. In de alarmstand schakelt de bedrijfsstand naar de winterstand en wordt de bijverwarming ingeschakeld. D E Extra warmtapwater (accessoire) Met deze knop activeert u de functie Extra warmtapwater. De wijziging hoeft niet te worden bevestigd met de enter-knop. A: betekent dat de warmtapwatertemperatuur wordt verhoogd naar 60 C (instelbaar). Vervolgens wordt teruggeschakeld naar de normale temperatuur. Als A brandt, is de functie actief. Als A uitgaat, is de functie niet actief. Eén keer drukken geeft 3 uur extra warmtapwater. Twee keer drukken geeft 6 uur extra warmtapwater. Drie keer drukken geeft 12 uur extra warmtapwater. Vier keer drukken geeft 24 uur extra warmtapwater. Met vijf keer drukken schakelt u de functie uit. Geen functie. Verschuiving stooklijn Met deze knop wijzigt u de parallelle verschuiving van de stooklijn en daarmee de ruimtetemperatuur. Rechtsom draaien betekent een hogere ruimtetemperatuur. Als er aan de knop wordt gedraaid, verschijnt menu 2.0 op de display en wordt de waarde voor de berekende aanvoertemperatuur gewijzigd. Toetsen rechts Plusknop Met deze knop bladert u door het menu (naar voren) of verhoogt u de waarde van de geselecteerde parameter. Zie het hoofdstuk Bediening - Algemeen. Minknop Met deze knop bladert u door het menu (naar achteren) of verlaagt u de waarde van de geselecteerde parameter. Zie het hoofdstuk Bediening - Algemeen. Enter-knop Met deze knop selecteert u een lager menu in het menusysteem, activeert u een parameterwijziging of bevestigt u een parameterwijziging. Zie het hoofdstuk Bediening - Algemeen.

8 6 Instellingen Algemeen De temperatuur binnenshuis is afhankelijk van meerdere factoren. Tijdens warme seizoenen zijn de naar binnen stralende zon en de warmteafgifte van in huis aanwezige personen en apparaten voldoende om het huis op temperatuur te houden. Wanneer het buiten kouder begint te worden, moet het verwarmingssysteem worden aangezet. Hoe kouder het buiten wordt, hoe meer warmte de radiatoren/vloerverwarming moeten afgeven. De warmtepomp wordt gestuurd door temperatuurvoelers voor de temperatuur van het in- en uitstromende water van het bronsysteem (collector). Voor de minimale uittredende temperatuur van het bronsysteem kan indien gewenst een waarde worden ingesteld (bijvoorbeeld bij grondwatersystemen). De regeling van de temperatuur van het CV-water, geschiedt volgens het principe stooklijnregeling. Het temperatuurniveau dat nodig is voor verwarming bij een gegeven buitentemperatuur wordt berekend op basis van de waardes afkomstig van de buitentemperatuur- en aanvoertemperatuurvoelers (zie koppelingsopties 1-3). Deze aanpassing vindt automatisch plaats. De basisinstellingen moeten echter eerst op de boiler worden verricht. Zie het hoofdstuk Instellingen tandaardinstelling. Als optie kunnen ook ruimtevoelers worden gebruikt om te compenseren voor variaties in de ruimtetemperatuur. Zie menu 6.1 Ruimtecompensatie. tandaardinstelling tooklijn 2.1 Menu 2.1 tooklijn Verschuiving stooklijn Gebruik voor de basisinstelling menu 2.1 en de knop Verschuiving stooklijn. Indien de ruimtetemperatuur niet naar wens is, kan het nodig zijn het systeem bij te regelen. LET OP! Wacht één dag na elke instelling, zodat de temperaturen de tijd krijgen om zich te stabiliseren. Bijregeling van de basisinstellingen. Koude weersomstandigheden Bij een te lage ruimtetemperatuur verhoogt u de waarde tooklijn in menu 2.1 met één stap. Bij een te hoge ruimtetemperatuur verlaagt u de waarde tooklijn in menu 2.1 met één stap. Warme weersomstandigheden Bij een te lage ruimtetemperatuur verhoogt u de instelling Verschuiving stooklijn met één stap. Bij een te hoge ruimtetemperatuur verlaagt u de instelling Verschuiving stooklijn met één stap. 9

9 Wijziging van de ruimtetemperatuur De ruimtetemperatuur handmatig wijzigen. Als u de temperatuur binnenshuis tijdelijk of permanent wilt verhogen of verlagen, draait u de knop Verschuiving, stooklijn linksom of rechtsom. Eén streepje komen overeen met een wijziging van de ruimtetemperatuur van ongeveer 1 graad. LET OP! een verhoging van de ruimtetemperatuur kan worden vertraagd vanwege de ruimtethermostaat en/of geregelde vloerverwarmingsgroepen. Instellingen 7 A I II III A B I II 50.0 C W a rmtapwatertemp Verschuiving stooklijn

10 8 Instellingen Instelling aan de hand van diagram De FIGHTER COMBI 1120 is uitgerust met een buitentemperatuurgestuurde verwarmingsregeling. Dit betekent dat de aanvoertemperatuur op basis van de heersende buitentemperatuur wordt geregeld. De verhouding tussen buitentemperatuur en aanvoertemperatuur kan worden ingesteld met behulp van het besturingssysteem, zie hoofdstuk Verwarmingsregeling Basisinstelling. De grafiek is gebaseerd op basis van de buitentemperatuur en de berekende aanvoertemperaturen van het verwarmingssysteem. Op het punt waar deze twee waarden elkaar snijden, kan de in te stellen stooklijn worden afgelezen. Dit kunt u instellen in menu 2.1, tooklijn. A tooklijn 2.1 Menu 2.1 tooklijn Vervolgens wordt de knop Verschuiving stooklijn ingesteld. Een geschikte waarde voor vloerverwarming is -1 en voor een radiatorsysteem -2. I II III A B I II 50.0 C W a rmtapwatertemp FRAMLEDIGTEMPERATR AAVOERTEMPERATR FRAMLEDIGTEMPERATR AAVOERTEMPERATR C C Verschuiving stooklijn VERCHIVIG FÖRKJTIG TOOKLIJ VÄRMEKRVA (-2) VÄRMEKRVA TOOKLIJ C BITETEMPERATR TETEMPERATR Verschuiving stooklijn 0-5 VÄRMEKRVA TOOKLIJ C FÖRKJTIG VERCHIVIG BITETEMPERATR TETEMPERATR VÄRMEKRVA TOOKLIJ (0) Verschuiving stooklijn VÄRMEKRVA TOOKLIJ FRAMLEDIGTEMPERATR AAVOERTEMPERATR + 5 C Verschuiving stooklijn VERCHIVIG FÖRKJTIG TOOKLIJ VÄRMEKRVA (+2) C BITETEMPERATR TETEMPERATR

11 Instellingen 9 Warmteproductie De levering van warmte aan de woning of het gebouw wordt geregeld via de instellingen van het besturingssysteem (helling en verschuiving van de stooklijn). a het instellen van de stooklijn wordt de gewenste CV-waterteperatuur aangevoerd bij de heersende buitentemperatuur. De aanvoertemperatuur zal rond de theoretisch berekende waarde schommelen (de waarde tussen haakjes op de display). Bij een ondertemperatuur berekent het besturingssysteem een tekort in de vorm van graadminuten. Bij -60 graadminuten schakelt de compressor in bedrijf. Hoe groter de ondertemperatuur, des te hoger is de warmteproductie. Het besturingssysteem van de warmtepomp kan een eventueel gemonteerd elektrisch verwarmingselement in maximaal zeven stappen regelen of een CV-ketel inschakelen voor bijverwarming. Warmtapwaterproductie De kan worden uitgebreid met Warmtapwater functie, waarbij een VPA boiler ( L) kan worden verwarmd voor huishoudelijk warmtapwater. Alleen bijverwarming (elektrisch element) Als het elektrisch verwarmingselement ET12/ ET121 wordt ingebouwd is het mogelijk om de woning/ het gebouw en het tapwater geheel elektrisch te verwarmen. Dit kan nodig zijn in de opstartfase als de bodemcollector nog niet gereed is. De Elektrische bijverwarming kan worden gewijzigd in menu LET OP! electeer it om alleen de elektrische bijverwarming uit te schakelen en selecteer de gewenste bedrijfsstand (zomer-winter) met de knop Bedrijfsstand. Circulatiepomp bronsysteem De circulatiepomp van het bronsysteem volgt normaal gesproken de werking van de warmtepomp. Tijdens de opstart van de warmtepomp en bodemcollector is er een speciale stand voor continu bedrijf gedurende 10 dagen, waarna automatisch op normaal bedrijf wordt teruggeschakeld. Deze stand wordt alleen gebruikt voor het ontluchten van de bodemcollector en het opmengen van water/ glycol. De instelling wordt verricht in menu Circulatiepomp bronsysteem 10 dagen. Vaste temperatuurinstellingen Indien nodig kan de worden een externe thermostaat of GB-regeling. De FIGHTER 1120 levert dan warmte tot een vast temperatuurniveau. Dit noemen we vaste condensatie. Raadpleeg voor de regeling van de ruimtetemperatuur de instructies voor de externe regeling. Reservestand Af fabriek niet aangesloten, vereist accessoire ET 12 / ET 121.

12 HM flow49 (50) C H o t w a te r 51 C R HM flow49 (50) C Hot wate r 51 C R 10 Algemene informatie voor de installateur Transport en opslag De moet rechtopstaand en droog getransporteerd en opgeslagen worden. Installatie Plaats de op een vaste ondergrond, bij voorkeur een betonnen vloer of een betonnen fundament. De moet met de achterkant tegen de muur worden geplaatst in een bijkeuken of een vergelijkbare ruimte om geluidsoverlast te voorkomen. Indien dit niet mogelijk is, moet de opstelling in nabijheid van slaapkamers of andere geluidsgevoelige kamers worden vermeden. In de ruimte waar de unit wordt opgesteld, moet geluidsisolatie worden aangebracht. Bevestig geen leidingen aan binnenmuren die aan slaap- of woonvertrekken grenzen. tooklijnregeling De regeling van de warmteproductie geschiedt normaal gesproken volgens het principe van de stooklijnregeling. Het temperatuurniveau dat nodig is voor verwarming bij de actuele buitentemperatuur wordt hierbij berekend op basis van de waarden afkomstig van de buitentemperatuur- en aanvoertemperatuurvoelers (zie aansluitmogelijkheden 1-3). Vaste temperatuurinstellingen Indien nodig kan de worden geregeld door een externe thermostaat of GB-regeling. De levert dan warmte tot een vast temperatuurniveau. Dit noemen we vaste temperatuurinstelling. Zie voor het instellen van de juiste parameters voor vaste temperatuur regeling aansluitmogelijkheidoptie 4. De circulatiepomp CV-systeem hoeft niet te worden aangepast. Raadpleeg voor de regeling van de ruimtetemperatuur de instructies voor de externe regeling. De buitentemperatuurvoeler heeft bij deze optie geen functie, maar moet wel worden aangesloten om te voorkomen dat er een sensor-alarmmelding in de display optreedt. Het is niet nodig om de voeler buiten te installeren. Richtwaarden voor collectoren Type Bodemwarmte, Bodemwater, aanbevolen aanbevolen meters horizontale boordiepte voor een collectorlengte verticale collector ( 150 mtr.per groep ) (max.120m per boring) m m m m m m m m m m m m m m Van toepassing op PEM-slang 40 x 2,4 P 6,3. De lengte van de collectorslang varieert en is afhankelijk van de bodemeigenschappen en het verwarmingssysteem, bijvoorbeeld radiatoren of vloerverwarming. De maximum lengte per collector mag niet meer dan 400 m zijn. Bij meerdere collectoren moeten deze parallel worden geschakeld, met een mogelijkheid voor inregeling van de waterdoorstroming. Bij grondwarmte moet de slang op een diepte van ongeveer 1 meter worden aangebracht en moet de afstand tussen de slangen minstens 1 meter zijn. Bij meerdere boorgaten dient de afstand tussen de gaten onderling minimaal 15 meter te bedragen. Inspectie van de installatie Volgens de geldende voorschriften moet de cv-ketel aan een controle worden onderworpen voordat deze in gebruik wordt genomen. Deze controle mag alleen door daartoe bevoegde personen worden uitgevoerd en dient te worden gedocumenteerd. Het bovenvermelde geldt voor gesloten verwarmingssystemen. Wanneer de warmtepomp wordt vervangen, moet de installatie opnieuw worden gecontroleerd. LET OP! Vul de instellingen en gemeten waarden in op pagina 2 in deze Installatie-instructies in. De gegevens zijn van belang voor servicewerkzaamheden.

13 I II III A B I II I II A B A B 50.0 C V a rmvattentemp. 1.0 I II III A B I II I II A B A B 50.0 C V a rmvattentemp. 1.0 Aansluiting van de leidingen 11 Algemeen Leidingen moeten volgens de geldende voorschriften worden aangesloten. De kan werken tot een retourtemperatuur van zo n 58* C en een aanvoertemperatuur vanuit de warmtepomp van zo n 70* C. De compressor levert tot maximaal 65* C, de rest wordt met bijverwarming gerealiseerd. * Van toepassing op 5 kw 1-fase, 6 kw 3-fasen 3 x 400 V, 8 kw 3-fasen 3 x 400 V en 10 kw 3-fasen 3 x 400 V. De andere warmtepompen hebben een maximale retourtemperatuur van 50 C een maximale aanvoertemperatuur vanuit de warmtepomp van ongeveer 60 C. Aangezien de niet is uitgerust met afsluiters, dienen deze afsluiters buiten de warmtepomp te worden gemonteerd om eventuele service te vereenvoudigen. LET OP! Voordat de warmtepomp wordt aangesloten, moet het leidingsysteem worden doorgespoeld om te voorkomen dat componenten beschadigd raken door verontreinigingen. Circulatiepomp CV-systeem De circulatiepomp van het CV-systeem (VBP) werkt gelijktijdig met de circulatiepomp van het bronsysteem (KBP) bij de optie: vaste temperatuur instelling (installatie mogelijkheid 4). Leidingaansluiting (bronsysteem) Voor de berekening van de colledctor moet rekening worden gehouden met de bodemstructuur en het vermogen van de warmtepompen. Tijdens het leggen van de horizontale collectorslang moet ervoor worden gezorgd dat deze voortdurend omhoog loopt naar de warmtepomp. Hierdoor worden luchtbellen in het systeem voorkomen. Indien dit niet mogelijk is, moeten hooggelegen punten van ontluchtingsmogelijkheden worden voorzien. Alle bronleidingen in verwarmde ruimtes moeten tegen condensatie worden geïsoleerd. Het niveaureservoir (K) moet als hoogste punt in het bronsysteem worden geïnstalleerd, op de aanvoerleiding vóór de circulatiepomp van het bronsysteem. Bij het niveaureservoir kan condensvorming optreden. Plaats het reservoir daarom zodanig dat andere apparatuur niet kan worden beschadigd. Indien de temperatuur van het bronsysteem tot onder het vriespunt kan dalen, moet het systeem tegen bevriezing worden beveiligd tot -15 C. Een goede richtwaarde voor het berekenen van het volume is een liter voorgemengd koelmedium (brine) per meter collectorslang (bij gebruik van PEM-slang 40 x 2,4 P 6,3). Op het niveaureservoir moet worden aangegeven welk type antivries er is gebruikt. Afsluiters moeten zo dicht mogelijk bij de warmtepomp worden gemonteerd. Monteer een vuilfilter op de ingaande leiding. Bij een open grondwatersysteem moet er, met het oog op verontreiniging en bevriezingsgevaar voor de verdamper, een tussenliggend en tegen bevriezing beveiligd circuit worden geïnstalleerd (bijvoorbeeld 10% glycol). Hiervoor is een extra warmtewisselaar nodig. Leidingaansluiting (CV-systeem) De leidingen voor het verwarmingssysteem moeten aan de bovenzijde worden aangesloten. De benodigde beveiligingen, afsluiters (zo dicht mogelijk bij warmtepomp installeren) en het meegeleverde vuilfilter moet in de retour, voor de condensor worden gemonteerd. Bij aansluiting op een systeem met thermostaatkranen op alle radiatoren moet er een overstortventiel (of buffer) worden gemonteerd of moet er een aantal thermostaatkranen worden verwijderd om voldoende doorstroming te waarborgen. Warmteterugwinning ventilatie De installatie kan uitgebreid worden met de afvoerluchtmodule FLM om warmteterugwinning uit de ventilatielucht mogelijk te maken. Om condensatie te voorkomen, moeten alle leidingen en kanalen en andere koude oppervlakken geïsoleerd worden met dampdicht isolatiemateriaal. Het bronsysteem (de bodemcollector) moet worden voorzien van een expansievat. Als er een niveaureservoir is, moet dit worden vervangen. EXP Bronsysteem Köldb in in De installatie kan worden voorzien van ventilatorconvectoren om een aansluiting voor vrije koeling mogelijk te maken.om condensatie te voorkomen, moeten alle leidingen en andere koude oppervlakken geïsoleerd worden met dampdicht isolatiemateriaal. Als er veel moet worden gekoeld, is een ventilatorconvector met condensbak en afvoerleiding noodzakelijk. Het bronsysteem (de bodemcollector) moet worden voorzien van een expansievat. Als er een niveaureservoir is, moet dit worden vervangen. RV BV ÄV FLM 30 F P Bronsysteem Köldb uit ut Vrije koeling Ventilatorconvectors Fläktkonvektor Afblaaslucht Ø 160 Bronsysteem Köldb uit ut P Afvoerlucht Ø 160 Köldb Bronsysteem in in

14 230V- 50Hz 2.5uF GRDFO 1m(A) P,(W) HEJA PC;0017IB DK IP 44 TF 110 Class H Max. 10bar 12 Aansluiting van de leidingen Grafiek pompcapaciteit, CV-systeem (extern beschikbaar) Opvoerhoogte Tillgängligt tryck kpa Opvoerhoogte Tillgängligt tryck kpa 80 6 FIGHTER Flow Flöde Flöde Flow 0 0 0,07 0,13 0,21 0,27 0,35 0,42 0,48 0,55 0,62 0,69 l/s 0 0,07 0,13 0,21 0,27 0,35 0,42 0,48 0,55 0,62 0,69 l/s Opvoerhoogte Tillgängligt tryck kpa Opvoerhoogte 8 Tillgängligt tryck kpa FIGHTER FIGHTER , Flow Flow Flöde Flöde 0 0 0,07 0,13 0,21 0,27 0,35 0,42 0,48 0,55 0,62 0,69 l/s 0 0,07 0,13 0,21 0,27 0,35 0,42 0,48 0,55 0,62 0,69 l/s Opvoerhoogte Tillgängligt tryck kpa Flow Flöde 0,2 0,4 0,6 0,8 1,0 1,2 l/s Opvoerhoogte Tillgängligt tryck kpa / ,2 0,4 0,6 0,8 1,0 1,2 Flow Flöde l/s De pomp kan worden bijgesteld om het vermogen te regelen: 1, 2, of 3. LEK Type P P/:

15 230V- 50Hz 2.5uF GRDFO 1m(A) P,(W) HEJA PC;0017IB DK IP 44 TF 110 Class H Max. 10bar Aansluiting van de leidingen 13 Grafiek pompcapaciteit, bronsysteem Opvoerhoogte Tillgängligt tryck kpa FIGHTER FIGHTER Flow Flöde 0 0 0,1 0,2 0,3 0,4 0,5 0,6 0,7 0,8 0,9 1 l/s Opvoerhoogte Tillgängligt tryck kpa FIGHTER Flow Flöde 0 0 0,1 0,2 0,3 0,4 0,5 0,6 0,7 0,8 0,9 1 l/s Opvoerhoogte Tillgängligt tryck kpa Flow Flöde 0 0 0,1 0,2 0,3 0,4 0,5 0,6 0,7 0,8 0,9 1 l/s Opvoerhoogte Tillgängligt tryck ,5 kpa FIGHTER 1130/ Flow Flöde 0 0 0,1 0,2 0,3 0,4 0,5 0,6 0,7 0,8 0,9 1 l/s Opvoerhoogte Tillgängligt tryck kpa 12/15/ Flow Flöde ,1 0,2 0,3 0,4 0,5 0,6 0,7 0,8 0,9 1 l/s De pomp kan worden bijgesteld om het vermogen te regelen: 1, 2, of 3 (4). LEK Type P P/:

16 14 Elektrische aansluiting Aansluiting De elektrische installatie van de moet worden uitgevoerd met toestemming van de energieleverancier en onder toezicht van een erkend elektrotechnisch installateur. De moet worden geïnstalleerd met een werkschakelaar met minimaal 3 mm schakelafstand. De overige elektrische apparatuur, met uitzondering van de buitentemperatuurvoeler en de stroomspoelen, is af fabriek kant-en-klaar aangesloten. Vóór een isolatietest van het pand moet de warmtepomp worden losgekoppeld. De warmtepomp is niet schakelbaar tussen 1-fase en 3-fase en evenmin tussen 3 x 230 V en 3 x 400 V. Indien van een zekeringautomaat gebruik wordt gemaakt, moet deze een motorkarakteristiek D (compressorbedrijf) hebben. Kijk voor de zekeringcapaciteit bij de technische gegevens, Zekering beveiliging. Als het pand aardlekschakelaars heeft, moet de warmtepomp van een afzonderlijke aardlekschakelaar worden voorzien. Controleer of de motorbeveiliging (26) is ingesteld op de automatische stand en of de bedrijfsstroom goed is ingesteld, zie technische gegevens, Max. bedrijfsstroom, compressor. De automatische regeling van het verwarmingssysteem, de circulatiepompen en hun kabels zijn intern gezekerd met een automatische zekering (1). 26 Kabeldoorvoeren voor voelers. Kabeldoorvoeren voor de voeding. -X9 LET OP! De elektrische installatie en onderhoud aan elektriciteit moet worden uitgevoerd onder toezicht van een erkend elektrotechnisch installateur. De elektrische installatie en de bedrading moeten worden uitgevoerd conform de geldende voorschriften.

17 Elektrische aansluiting 15 Leveringsaansluiting 230 V -5 L PE -X9 230 V: De warmtepomp moet op klemmenstrook -X9 op 230 V+ PE worden aangesloten via een elektrische schakelkast voorzien van zekeringen. Leveringsaansluiting 230 V -8, -12 L PE -X9 230 V: De warmtepomp moet op klemmenstrook -X9 op 230 V+ PE worden aangesloten via een elektrische schakelkast voorzien van zekeringen.

18 16 Elektrische aansluiting Leveringsaansluiting 3 x 400 V + + PE L 1 L 2 L 3 PE -X9 164 De warmtepomp moet op klemmenstrook X9 op 3 x 400 V + + PE worden aangesloten via een elektrische schakelkast voorzien van zekeringen. Fasevolgordemonitor -15, -17 3x400V Bij een correcte fasevolgorde brandt een oranje led. Bij stroomtoevoer brandt een groende led.

19 Elektrische aansluiting 17 Tariefaansluiting 3 x 400 V + + PE Handel als volgt als u een afzonderlijke schakeling wilt voor de compressor en de elektrische bijverwarming om ze afzonderlijke te schakelen op basis van de zogenaamde tariefregeling: Verwijder de 3 kabels tussen klemmenstrook -X9 en het EMC-filter (60). luit de voeding rechtstreeks op het EMCfilter aan. Verwijder de 2 oranje doorverbindingen op de aansluitstrook -X9 en sluit de regelspanning aan op de buitenste klemmen, L en op het elektrisch schema. 60 L 1 L 2 L 3 PE L 1 L 2 L 3 PE -X9 Afzonderlijke voeding bijverwarming Afzonderlijke voeding compressor 60 L1 L2 L3 Line Afzonderlijke voeding besturingssysteem -X9 L L1 L2 L3 O Afzonderlijke voeding besturingssysteem Leveringsaansluiting 3 x 230 V (alleen voor oorwegen) L 1 L 2 L 3 PE -X9 3 x 230 V: De warmtepomp moet op klemmenstrook - X9 op 3 x 230 V + PE worden aangesloten via een elektrische schakelkast voorzien van zekeringen.

20 18 Elektrische aansluiting Buitentemperatuurvoeler De buitentemperatuurvoeler (15) moet in de schaduw op een muur op het noorden of noordwesten worden geplaatst, zodat de werking ervan niet kan worden beïnvloed door de zon. De voeler wordt aangesloten op klemmenstrook X1:1 en X1:2 op de EBV-kaart (2). Gebruik een 2-aderige kabel van minimaal 0,5 mm 2. Indien de bedrading van de buitentemperatuurvoeler in de nabijheid van een krachtstroomkabel komt te liggen, moet een afgeschermde kabel worden gebruikt. Een eventuele kabelbuis dient te worden afgedicht om condens- en of regenwater in de behuizing van de buitentemperatuurvoeler te voorkomen. Temperatuurvoeler voor vaste temperatuurregeling Bij deze aansluitmogelijkheid moeten de witte connector (print, rechts onder) voor de aanvoerleidingstemperatuurvoeler (FG) en retourvoeler (RG) worden losgekoppeld. De aanvoerleidingstemperatuurvoeler (FG) wordt in de dompelbuis in de accumulator/vpa geplaatst en aangesloten op de klemmen X4: De aanwezige retourvoeler (RG) wordt losgekoppeld van de witte connector en aangesloten op X4: Zie koppelingsoptie 4. Buitentemperatuurvoeler Aanvoerleidingstemperatuur voeler (FG) X4 Retourvoeler (RG) Temperatuurvoeler voor warmtapwater De geleverde voeler wordt met een 2-aderige kabel aangesloten op posities X4.11 en X4.12 van de klemmenstrook op de EBV-kaart (2). De voeler wordt zover mogelijk in de dompelbuis van de VPA-boiler geschoven (contact pasta). X4 Warmtapwater, mantel Externe compensatie Door een extern contact aan te sluiten, bijvoorbeeld een kamerthermostaat (accessoire) of een schakelklok, kan de aanvoertemperatuur en daarmee ook de temperatuur in de ruimte tijdelijk of periodiek worden verhoogd of verlaagd. Aansluiten op klemmenstrook X1:3 en X1:4 op de EBV-kaart (2). Zie Menu 2.5 voor instellingen. Compensatie extern 1 X1 2 X4

21 Elektrische aansluiting 19 Max. warmtapwatertemperatuur Het instellen van de verschillende maximale warmtapwatertemperaturen doet u met de knop (102) op de printplaat van de vermogensschakelaar (2). De instellingen kunnen worden gecontroleerd in menu Boilertemperatuur Knopstand A 55 B 65 C* 70 D 75 E 80 F Het instellen van verschillende maximale elektrische verwarmingvermogens doet u met de knop (101) op de EBV-print (2). De instellingen kunnen worden gecontroleerd in menu De instelling van het elektrisch verwarmingselement vindt plaats in menu Mogelijke instellingen zijn: Binair 3 stappen, Lineair 3 stappen, Binair 7 stappen en it. electeer Binair 3 stappen als ET 12/ET 121 is aangesloten. Max. elektrische bijverwarming Aantal stappen Knopstand 0 A 1 B 2 C 3 D 5 E 7 F Max. fasestroom inclusief elektrische bijverwarming, binair 3 stappen 230 V voor de met ET 121 Max. elektrisch Elektrisch verwarmingselement, Knopstand Max. fase (A) Max. fase (A) Max. fase (A) vermogen vermogen (kw) Type 5 Type 8 Type A 9,0 16,3 23,5 6 2 B 18,0 25,3 32,2 6 4 C* 26,7 34,0 40,9 6 6 D 35,4 42,7 49,6 3 x 230 V voor de met ET 12 Max. elektrisch Elektrisch verwarmingselement, Knop Max. fase (A) Max. fase (A) Max. fase (A) Max. fase (A) Max. fase (A) Max. fase (A) vermogen vermogen (kw) stand Type 6 Type 8 Type 10 Type 12 Type 15 Type A 12,3 14,3 16,3 19,9 22,9 26,9 6 2 B 19,8 21,8 23,8 27,4 30,4 34,4 6 4 C* 27,3 29,3 31,3 34,9 37,9 41,9 6 6 D 31,3 33,3 35,3 38,9 41,9 45,9 3 x 400 V voor de met ET 12 Max. elektrisch Elektrisch verwarmingselement, Knop Max. fase (A) Max. fase (A) Max. fase (A) Max. fase (A) Max. fase (A) Max. fase (A) vermogen vermogen (kw) stand Type 6 Type 8 Type 10 Type 12 Type 15 Type A 4,9 6,8 8, ,1 14,8 9 3 B 9,2 11,1 12,3 14,3 17,4 19,1 9 6 C* 13,6 15,5 16,7 18,6 21,7 23,4 9 9 D 17,9 19,8 21,0 22,9 26,0 27,7 * Fabrieksinstelling.

22 20 Elektrische aansluiting Tariefsturing en vermogensschakelaar Vermogensschakelaar LET OP! Geen functie bij 1-fase-installatie. Als er in het pand veel stroomverbruikers zijn ingeschakeld terwijl het elektrisch verwarmingselement in bedrijf is, bestaat het risico dat de hoofdzekeringen doorslaan. De warmtepomp is voorzien van een ingebouwde vermogensschakelaar die de elektrische stappen van het elektrische verwarmingselement regelt. Als de opgenomen fasestroom zo groot is dat het risico bestaat dat de hoofdzekeringen doorslaan, verlaagt de vermogensschakelaar het vermogen van het elektrisch verwarmingselement tot er geen sprake meer is van een dergelijk risico. Als het overige stroomverbruik afneemt, wordt het elektrisch verwarmingselement weer ingeschakeld. Om de stroom te meten, moeten de los meegeleverde stroomspoelen worden gemonteerd op iedere ingaande fase uit het elektrische net. De installatie van de stroomspoelen kan het best in de meterkast plaatsvinden. luit de transformatoren aan op een meeraderige kabel in een behuizing naast de verdeelkast. Gebruik een niet-afgeschermde, meeraderige kabel met minimaal 0,50 mm 2 tussen de behuizing en de warmtepomp. In de warmtepomp wordt de kabel aangesloten op de EBV-kaart op klemmenstrook X1:8 - X1:11. X1:11 is de gemeenschappelijke klemmenstrook voor de drie stroomtransformatoren. De grootte van de hoofdzekering van het pand wordt ingesteld met de knop (100) op de EBV-kaart. De instelling kan worden afgelezen in menu X Ingaande elektriciteit PE L1 L 2 L 3 Elektrische hoofdverdeelkast aar de warmtepomp Externe sturing (tarief)-thermostaat) Bij centrale vermogensregeling of tariefsturing kan worden aangesloten op klemmenstrook X1 van de EBV print (meetprint) van de vermogensschakelaar (2), die zich achter het bovenste servicepaneel bevindt. Tarief A, het vermogen van het elektrische verwarmingselement wordt uitgeschakeld. luit een potentiaalvrije contact aan op klemmenstrook X1:5 en X1:7. Tarief B, de compressor wordt uitgeschakeld. luit een potentiaalvrij contact aan op klemmenstrook X1:6 en X1:7. Tarief A en tarief B kunnen worden gecombineerd. Een gesloten contact betekent dat het elektrisch vermogen is uitgeschakeld. Buitentemperatuurvoeler Compensatie extern 1 Tarief A (cel. verw) Tarief B (compr.) stroomspoel L1 stroomspoel L2 stroomspoel L3 zwembadtemperatuur Compensatie extern 2 Druk-/niveauregelaar bronsysteem

23 Elektrische aansluiting 21 Externe contacten RG 10, voeler voor instellen van de ruimtetemp. Er kan een externe voeler op de worden aangesloten om de aanvoertemperatuur en daarmee de ruimtetemperatuur te wijzigen, bijvoorbeeld een ruimtevoeler (RG10, accessoire). De voeler wordt aangesloten op de aansluitingen X1:3, X1:4 en X1:14 op de printkaart van de vermogensschakelaar (2). De aanvoertemperatuur wordt bepaald aan de hand van het verschil tussen de ruimtetemperatuur en de ingestelde temperatuur. De gewenste ruimtetemperatuur wordt ingesteld met de knop op de RG 10 en kan worden afgelezen in menu 6.0. Contact voor wijziging van de ruimtetemp. Contact voor wijziging van de ruimtetemperatuur Er kan een externe contactfunctie op de worden aangesloten om de aanvoertemperatuur en daarmee de ruimtetemperatuur te wijzigen, bijvoorbeeld een kamerthermostaat (accessoire RT10) of een schakelklok. Het magneetrelais moet potentiaalvrij zijn en worden aangesloten op klemmenstrook X1:3 en X1:4 op de printkaart van de vermogensschakelaar (2). Als het contact sluit, wordt de verschuiving van de stooklijn gewijzigd met het aantal stappen dat hier wordt geselecteerd. De waarde kan worden ingesteld tussen -10 en +10. De waarde voor de wijziging wordt ingesteld in menu 2.5 Compensatie extern. Contact voor activeren van Extra warmtapwater Een externe contactfunctie kan op de worden aangesloten om de functie Tijdelijk extra warmtapwater te activeren. Het magneetrelais moet potentiaalvrij zijn en worden aangesloten op klemmenstrook X4:3 en X4:4 van de kaart van de vermogensschakelaar (2). Als het contact minimaal een seconde wordt gesloten, wordt de functie Tijdelijk extra warmtapwater geactiveerd. a 24 uur wordt automatisch teruggeschakeld naar de eerder ingestelde functie. V 10, Druk-/niveauregelaar bronsysteem Als niveauschakelaar V 10 (accessoire) of een flowschakelaar aangesloten wordt. voor het bronsysteem, kan deze worden aangesloten op klemmenstrook X1:16 en X1:17. Om de functie actief te maken, moet ook menu , brondruk regeling, worden gewijzigd in Aan. Het contact moet gesloten zijn onder normale bedrijfsomstandigheden. Buitentemperatuurvoeler Compensatie extern 1 Tarief A (el. verw) Extra warmtapwater Tarief B (compr.) Retourvoeler 2 troomspoel L3 troomspoel L2 troomspoel L1 boilervoeler top Aanvoervoeler 2 Zwembadtemperatuur Compensatie extern 2 Retourvoeler 1 Warmtapwater, boiler Druk-/niveauregelaar bronsysteem Aanvoervoeler 1 X1 2 X4

24 22 Elektrische aansluiting Alarm/alarmuitgangen Alarm In de volgende gevallen wordt een hoofdalarm gegeven: De hogedrukpressostaat (HP) is geactiveerd. Wordt aangeduid als HP-alarm. De lagedrukpressostaat (LP) is geactiveerd. Wordt aangeduid als LP-alarm. De schakelaar van de motorbeveiliging (MP) is geactiveerd, wordt aangeduid als MP-alarm. Druk-/niveauregeling bronsysteem (accessoire) wordt aangeduid als druk/niveau bronsysteem. Temp. bronsysteem laag duidt op een lage temperatuur voor het bronsysteem. Wordt niet aangegeven als menu 5.2 is ingesteld op automatisch terugschakelen Aan. Fouten in de temperatuurvoeler in de CV-aanvoer worden aangeduid als Voeleralarm. Fouten in de warmtapwatervoeler worden aangeduid als Voeleralarm. Er is een mogelijkheid voor een centrale storingsmelding door een relaisfunctie op de print (potentiaal vrij) van de vermogensschakelaar (2), klemmenstrook X2:1 3. De illustratie toont het relais in de alarmstand. Met de schakelaar (8) in de stand 0 of staat het relais in de alarmstand. X2 2 Alarmuitgang, hoofdalarm X2 oftstartrelais* De is voorzien van een softstartrelais (97) voor het begrenzen van de aanloopstroom van de compressor, zie het hoofdstuk Technische gegevens. De compressor mag niet gedwongen worden gestart met intervallen die korter zijn dan 1 start per 15 minuten. *Geldt voor 3 x 400 V en 1 x 230 V 8 en 12

25 Installatie mogelijkheden 23 Algemeen De kan op diverse manieren geïnstalleerd worden, waarvan er hieronder enkele worden beschreven. Accessoires, zoals als apparatuur voor warmtapwaterregeling VT 11 en bijverwarming ET 12/ET 121 enz., moeten afzonderlijk worden besteld. De veiligheidsuitrusting moet worden geïnstalleerd conform de geldenden voorschriften voor alle koppelingsopties. Afkortingen AV topafsluiter BK/JK teencollector/grondcollector BV Terugslagklep ELK Elektrisch verwarmingselement Zit bij accessoire ET 12/ET 121 El VVB Elektrische boiler K iveaureservoir Zit bij de F Vuilfilter Zit bij de ÄV Veiligheidsklep PG Boilertemperatuurvoeler Zit bij de FG Aanvoervoeler Zit bij de VVG Warmtapwatertemperatuurvoeler (88) Zit bij de G Buitentemperatuurvoeler Zit bij de RG Retourtemperatuurvoeler Zit bij de VVB/ACK Accumulator met boiler bijv. VPA VXV huttleklep Accessoire in VT 11 V Regelafsluiter Motorshunt (230V)

26 24 Installatie mogelijkheden Mogelijkheid 1 De gekoppeld met elektrisch verwarmingselement en CV-ketel (stooklijnregeling) ÄV K VXV B AB A T AV ÄV AV F AV EXP F AV VVG VPA VVB / ACK ELVVB G AV AV AV BK / JK FG ELK Werkingsprincipe De geeft de voorkeur aan het verwarmen van warmtapwater via een wisselventiel (VXV). Bij een opgeladen boiler (VPA) wisselt (VXV) over naar het CV-systeem. De warmtepomp wordt dan geregeld door de buitentemperatuurvoeler (G) in combinatie met de ingebouwde aanvoertemperatuurvoeler (FG). De elektrische bijverwarming (ELK) wordt automatisch ingeschakeld wanneer de behoefte aan verwarming het vermogen van de warmtepomp overschrijdt. Voor deze mogelijkheid zijn de accessoires ET 12/ET 121 en VT 11 vereist. Menuoptie Voor deze mogelijkheid moeten de volgende selecties worden verricht in: electeer ervice in menu Menu gekozen optie, kies mogelijkheid 1. Menu warmtapwater, instellen op Aan. Menu Type elektrisch verwarmingselement, instellen op basis van het type elektrisch verwarmingselement van de instalatie Binair 3-staps: Wordt gekozen als accessoire ET 12/ET 121 is ingeschakeld it: basisinstellingen LET OP! Deze instellingen worden bevestigd en opgeslagen door de warmtepomp uit te schakelen en weer aan te zetten. Controleer het ingestelde max. elektrische verwarmingsvermogen met knop (101), zie hoofdstuk Elektrische aansluiting Max. elektrische bijverwarming. De elektrische bijverwarming kan alleen worden ingeschakeld als de automatische bedrijfsstand wordt geselecteerd.

27 Installatie mogelijkheden 25 Mogelijkheid 1 De gekoppeld met elektrisch bijverwarming en boiler (stooklijnregeling) Aansluiting van de buitentemperatuurvoeler Aansluiting voor warmtapwatervoeler Buitentemperatuurvoeler (G) Aansluiting ET 12/ET 121* Zie hoofdstuk koppeling - Aansluiting ET 12 (3-fase)'' of koppeling- aansluiting ET 121 (1-fase)''. X4 Warmtapwater, mantel (VVG) Aansluiting VT 11* huttleklep X4 X1 -X6 * Accessoires. De afbeeldingen laten zien waar de aansluitingen zich bevinden. Zie de betreffende ''montagehandleiding'' voor informatie over de aansluitingen.

28 26 Installatie mogelijkheden Mogelijkheid 2 De gekoppeld aan een CV-ketel (stooklijnregeling) ÄV ÄV kethel Gaspanna FG K EXP AV F ÄV AV VXV B A AB ÄV AV EXP F AV VVG VPA VVB / ACK G AV AV AV BK / JK Werkingsprincipe De geeft de voorkeur aan het opwarmen van warmtapwater (VPA).. Als de vooraf ingestelde warmtapwatertemperatuur is bereikt, schakelt de wisselafsluiter naar CV-verwarming. Als de warmtepomp niet in staat is om de juiste aanvoertemperatuur te handhaven, start de CV-ketel. De aanvoertemperatuur (FG) en retourtemperatuurvoeler (RG) en de retourtemperatuurvoeler (RG) dienen op de hoofdleiding naar de het (vloer)verwarmingsysteem te worden gemonteerd. Voor deze mogelijkheid is accessoire VT 11 vereist. De bijverwarming met de CV-ketel kan alleen worden ingeschakeld als bedrijfsstand ''Auto'' is geselecteerd. Het elektrisch verwarmingselement in de boiler wordt ingeschakeld als Extra warmtapwater wordt geactiveerd (>55 C). Als de reservestand is geactiveerd, staat de circulatiepomp van het CV-systeem aan en wordt de cvketel geactiveerd word de CV-ketel geactiveerd. De thermostaat van de CV-ketel regelt de temperatuur. LET OP! De CV-ketel moet van een thermostaat zijn voorzien om de water aanvoertemperatuur te begrenzen. Menuinstellingen Voor deze mogelijkeid moeten de volgende instellingen worden verricht in: electeer ervice in menu Menu Gekozen optie, kies mogelijkheid 2. Menu Type elektrisch verwarmingselement selecteer it Als er ook een boiler is, moet ook het volgende worden ingesteld: Menu Warmwater, selecteer Aan. LET OP! Deze instellingen worden bevestigd en opgeslagen door de warmtepomp uit te schakelen en weer aan te zetten. Voeleraansluiting Bij deze aansluitmogelijkheid moet de witte connector (rechtsonder,x4 voor de aanvoerleidingstemperatuurvoeler (FG) en retourvoeler (RG) worden losgekoppeld. De aanvoerleidingstemperatuurvoeler (FG) moet op de CV-aanvoerleiding worden geplaatst en worden aangesloten op de schroefaansluitingen X4: De aanwezige retoursensor (RG) wordt losgekoppeld van de randconnector en aangesloten op X4:13-14.

29 Installatie mogelijkheden 27 Mogelijkheid 2 De gekoppeld aan een CV-ketel (stooklijnregeling) Voeleraansluiting aansluiting aanvoertemperatuutvoeler (FG), klemmenstrook X4:15* en X4:16* op EBV-kaart(2) Aansluiting retourtemperatuurvoeler (RG), klemmenstrook X4:13*en X4:14* op de EBV-kaart (2) Aansluiting elektrisch verwarmingselement voor XHW (extra heet water) X4 CV-ketelaansluiting aansluiting warmtapwatertempereratuurvoeler (VVG), klemmenstrook X4:11 en X4:12 op EBV-kaart (2) Elektrisch verwarmingselement Elpatron för XVV voor XXV Aansluiting VT 11* cv-ketel Gaspanna wisselafsluiter Aansluiting van de buitentemperatuurvoeler Buitentemperatuurvoeler (G) X4 X1 -X6 * Accessoires. De afbeeldingen laten zien waar de aansluitingen zich bevinden. Zie betreffende ''montagehandleiding'' voor volledige informatie over de aansluiting.

30 28 Installatie mogelijkheden Mogelijkheid 3 De gekoppeld aan een CV-ketel (stooklijnregeling) PG V FG ÄV K VXV AV F AV Olieboiler Oljepanna ÄV EXP AV B A AB F AV VVG VPA VVB / ACK G AV AV AV BK / JK Werkingsprincipe De geeft de voorkeur aan het opwarmen van warmtapwater (VPA).. Als de vooraf ingestelde warmtapwatertemperatuur is bereikt, schakelt de wisselafsluiter naar CV-verwarming. Als de warmtepomp niet in staat is om de juiste aanvoertemperatuur te handhaven, zal de CV-ketel gestart worden en de (V) shunt vanaf de ketel beginnen te openen. Deze besturingsmogelijkheid wordt automatisch geactiveerd als de keteltemperatuurvoeler (PG) wordt aangesloten. De aanvoer (FG) en retourtemperatuurvoeler (RG) moeten op de hoofdleiding naar de vloerverwarming worden geplaatst. Voor deze mogelijkheid is accessoire VT 11 vereist. Menuoptie Voor deze optie moeten de volgende selecties worden verricht in: electeer ervice in menu Menu gekozen optie, selecteer optie 3. Menu CV-ketel begrenzing. Hier wordt de temperatuur geselecteerd waarbij de shunt moet gaan werken (openen). Als er ook een boiler is, moet ook het volgende worden ingesteld: Menu Warmwater, wordt ingesteld op Aan. LET OP! Deze instellingen worden bevestigd en opgeslagen door de warmtepomp uit en aan te zetten. Voeleraansluiting Bij deze aansluitmogelijkheid moet de witte connector (rechtsonder,x4) voor de aanvoerleidingstemperatuurvoeler (FG) en retourvoeler (RG) worden losgekoppeld. De aanvoerleidingstemperatuurvoeler (FG) moet op de CV-aanvoerleiding worden geplaatst en worden aangesloten op de schroefaansluitingen X4: De aanwezige retoursensor (RG) wordt losgekoppeld van de randconnector en aangesloten op X4:13-14.

31 Installatie mogelijkheden 29 Mogelijkheid 3 De gekoppeld aan een CV-ketel (stooklijnregeling) Voeleraansluiting Aansluiting aanvoertemperatuutvoeler (FG), klemmenstrook X4:15* en X4:16* op EBV-kaart(2) Aansluiting retourtemperatuurvoeler (RG), klemmenstrook X4:13* en X4:14* op de EBV-kaart (2). Warmtapwater, mantel (VVG) Aansluiting van regelafsluiter* -X6:20 sluit de regelafsluiter. -X6:21 opent de regelafsluiter. -X6:22 nulleiding. -X6 X4 voeler CV-ketel (PG) Aansluiting wisselafsluiter VT 11* Regelafsluiter Aansluiting van de CV-ketel via extern hulprelais (230Volt - potentiaal vrij maken met extern relais) wisselafsluiter Aansluiting van de buitentemperatuurvoeler Buitentemperatuurvoeler (G) cv-ketel Aansluiting elektrisch verwarmingselement voor XHW (extra heet water) X4 X1 -X6 Elektrisch verwarmingselement Elpatron för XVV voor XXV * Accessoires. De afbeeldingen laten zien waar de aansluitingen zich bevinden. Zie de betreffende ''montagehandleiding'' voor informatie over de aansluitingen.

32 30 Installatie mogelijkheden Mogelijkheid 4 De gekoppeld aan een andere warmtebron (vaste condensatie) G G ÄV K RC Accessoire Tillbehör alt of aanwezige befintlig reglerutrustning. regelapparatuu r AV AV BV F AV ÄV F AV FG VPA VVB / ACK AV AV AV BK / JK Werkingsprincipe De laadt de boiler/accumulatortank (VPA). Bijtoepassing van een ketel, zullen de warmtepomp en het elektrische verwarmingselement worden uitgeschakeld zodra de temperatuur op de temperatuurvoeler (FG) stijgt en zullen ze automatisch weer worden ingeschakeld als de temperatuur weer daalt. Recirculatie door de warmtepomp wordt voorkomen door een terugslagventiel (BV). De aanvoertemperatuurvoeler (FG) wordt in een dompelbuis op de accumulatortank geplaatst. Bij vaste temperatuurinstelling kunt u het best kiezen voor 50 C voor zowel het min. als max. niveau. (De plaatsing van de voelers en de flow van de pomp worden gecontroleerd). De aanvoertemperatuur kan worden geregeld vanaf de warmtepomp met behulp van accessoire EV 20. Houtgestookte Vedpanna ketel Menuoptie Voor deze optie moeten de volgende instellingen worden verricht in: electeer ervice in menu Menu Gekozen optie, moet worden ingesteld op 4. Menu Lineair-3 stappen moet zijn geselecteerd. Menu Warmwater moet worden ingesteld op it. LET OP! Bevestig deze instellingen door de warmtepomp uit en aan te zetten. Menu 2,3 Aanvoertemp. / min de waarde wordt ingesteld op bijv. 50 C. Menu 2.4 Aanvoertemp. / max de waarde wordt ingesteld op bijv. 50 C. Menu Aanvoer diff WP, 3 moet zijn geselecteerd. Menu Verschil WP-bijverw., 2 moet zijn geselecteerd. Voeleraansluiting Bij deze aansluitmogelijkheid moet de witte connector (rechtsonder,x4) voor de aanvoerleidingstemperatuurvoeler (FG) en retourvoeler (RG) worden losgekoppeld. De aanvoerleidingstemperatuurvoeler (FG) wordt in de ondergedompelde leiding op de accumulatortank geplaatst en aangesloten op de schroefaansluitingen X4:1516. De aanwezige retoursensor (RG) wordt losgekoppeld van de randconnector en aangesloten op X4:13-14.

33 Installatie mogelijkheden 31 Mogelijkheid 4 De gekoppeld aan een andere warmtebron (vaste temperatuurinstelling) Aansluiting van de buitentemperatuurvoeler Aansluiting van de aanvoervoeler Buitentemperatuurvoeler (G) Aansluiting van de externe elektrische bijverwarming X4 Aansluiting aanvoertemperatuutvoeler (FG), klemmenstrook X4:15* en X4:16* op EBV-kaart(2) Aansluiting retourtemperatuurvoeler (RG), klemmenstrook X4:13* en X4:14* op de EBV-kaart (2). Warmtapwater, mantel (VVG) Elektrisch tep 2 e stap 2 Elektrisch tep 1 e stap 1 Elektrisch tep 3 e stap 3 Elektrisch verwarmingselement 1 Elektrisch verwarmingselement 2 Elektrisch verwarmingselement 3 X4 X1 -X6 * Accessoires. De afbeeldingen laten zien waar de aansluitingen zich bevinden. Zie betreffende ''montagehandleiding'' voor volledige informatie over de aansluiting.

34 Kontrollera att vatten finns i pannan innan den inkopplas. Cirk.pump Värmepump Varmvatten Tillsatsvärme Larm 1 0 R 32 Inbedrijfstelling en inregeling Voorbereiding Voor de inbedrijfstelling moet worden gecontroleerd of het bronsysteem en het CV-systeem zijn gevuld en goed zijn ontlucht. Controleer de afdichting van het leidingsysteem. Vullen en ontluchten van het bronsysteem Bij het vullen van de bodemcollector dient men water in een open vat te mengen met antivriesmiddel. Het mengsel moet bestand zijn tegen bevriezing bij temperaturen tot -15 C. De bodemcollector wordt gevuld met behulp van een externe vulpomp. 1. Controleer het bronsysteem op lekkage. 2. luit de vulpomp en de retourleiding aan op de serviceaansluitingen van het bronsysteem zoals aangegeven in de figuur. 3. luit de afsluiter onder het niveaureservoir. 4. luit de afsluiter tussen de serviceaansluitingen. 5. Open de afsluiters op de serviceaansluitingen. 6. tart de vulpomp en blijf bijvullen totdat vloeistof via de retourleiding terugstroomt. 7. Zet de schakelaar (8) in stand electeer ervice in menu electeer Aan in menu (elektrische verwarming). 10. electeer bronpomp Aan in menu De vulpomp en de circulatiepomp van het bronsysteem zijn nu in bedrijf. De vloeistof moet nu via het mengreservoir circuleren, totdat er vloeistof zonder luchtbelletjes uit de retourslang komt. 11. electeer it in menu chakel de vulpomp uit en reinig het vuilfilter. 13. tart daarna de bijvulpomp weer. Open de afsluiter tussen de serviceaansluitingen. 14. luit de afsluiter op de retourleiding van de serviceaansluiting. Zet het systeem onder druk (tot max. 3 bar) met behulp van de bijvulpomp. 15. luit de afsluiter op de serviceaansluiting die zich het dichtst bij het niveaureservoir bevindt. 16. top de bijvulpomp. 17. Vul het niveaureservoir voor ongeveer tweederde met vloeistof, brine. 18. Open de afsluiter onder het niveaureservoir. 19. electeer it in menu electeer de automatische bedrijfsstand met de bedrijfsstandknop op de display. AV luit tängs AV AV BK / JK AV Afsluiter ÄV Overstortventiel PF Vuilfilter F AV ÄV AV K Bijvullen van het CV-systeem BK Gesteentecollector JK Bodemcollector K iveaureservoir Vul het CV-systeem bij met water tot een druk van 1-2 bar en ontlucht het systeem. Intern ontluchtingsventiel, bronsysteem 77

35 230V- 50Hz 2.5uF GRDFO 1m(A) P,(W) HEJA PC;0017IB DK IP 44 TF 110 Class H Max. 10bar 230V- 50Hz 2.5uF GRDFO 1m(A) P,(W) HEJA PC;0017IB DK IP 44 TF 110 Class H Max. 10bar Inbedrijfstelling en inregeling 33 Opstarten en controleren 1. Zet de aan/uit schakelaar (8) op Controleer de instelling in de display en stel een hoge warmtevraag in. 3. electeer ervice in menu electeer Aan in menu (elektrische verwarming). 5. electeer Aan in menu De circulatiepomp draait 10 dagen onafgebroken en schakelt vervolgens over naar normaal bedrijf. 6. Controleer of de bron- en CV-systeempomp ontlucht zijn en controleer of zij draaien. 7. Controleer of de bron- en CV-systeempomp in bedrijf zijn. Breng de pomp zonodig op gang. 8. Controleer of de ingaande en uitgaande temperaturen van het collectorsysteem in menu 5.0 correspondeert met de temperatuur van de bodem, hetgeen duidt op doorstroming van het bronsysteem. 9. electeer it in menu electeer de lente-/herfststand met de bedrijfsstandknop op de display. 11. tel de knop verschuiving stooklijn zodanig in dat er verwarming wordt gevraagd. De compressor wordt gestart na ca. 3-5 minuten. 12. Als de warmtepomp een - 12, 15, 17 3x400V is, moet de rotatierichting bij de inbedrijfstelling van de compressor worden gecontroleerd. Zie het hoofdstuk rotatiecontrole FIGHTER. 13. Lees de temperatuur van het bronsysteem af in menu 5.0. Wanneer het systeem in balans is, moet het verschil tussen temperatuurwaarden 2 5 C bedragen. Regel de hoeveelheid waterdoorstroming met de drie (vier) standen schakelaar op de circulatiepomp van het bron (collector) systeem (35). Een groot verschil duidt op een lage doorstroming in het bron (collector) systeem. Een klein verschil duidt op een hoge doorstroming in de bodemcollector/bronsysteem. 14. Controleer de aanvoertemperatuur in menu 2.0 en de retourtemperatuur in menu 2.7. Wanneer de warmtepomp warmtapwater aanmaakt zonder elektrische bijverwarming moet het verschil tussen deze temperatuurwaarden (bij stooklijnregeling) 5-10 C bedragen. Regel de doorstroming met de knop op de circulatiepomp van het CV-systeem (16). Een groot temperatuurverschil duidt op een lage doorstroming in het CV-systeem. Een klein verschil duidt op een hoge doorstroming in het CV-systeem. De pomp kan worden ingesteld om de juiste doorstroming van het CV-systeem te regelen. 15. tel de datum en tijd in, in menu 7.1 en Vul het inbedrijfstellingsrapport op pagina 2 in. 17. electeer de automatische bedrijfsstand met de bedrijfsstandknop. 18. tel het besturingssysteem in aan de hand van de behoeften van het pand. Zie het hoofdstuk Instellingen Verwarmingsregeling. LEK Type P P/: Belangrijk is de oververhittingstemperatuur in menu Deze temperatuur varieert tussen de 4 C en 10 C. Als de temperatuur snel daalt beneden de 0 C de warmtepomp direct uitschakelen. Type P P/: De pomp kan worden ingesteld om de juiste doorstroming van het bronsysteem (collector) te regelen. LEK LET OP! De compressor mag niet gedwongen worden gestart met intervallen die korter zijn dan 1 start per 15 minuten.

36 34 Inbedrijfstelling en inregeling Rotatiecontrole -12 3x400V De compressor in de -12 is van het scrolltype. Deze werkt slechts in één rotatierichting. Door bedrijf in de verkeerde richting kan de compressor beschadigd raken. Controleer de rotatierichting als volgt: Zet de schakelaar op 1. Controleer de heetgastemperatuur in menu De temperatuur moet binnen 30 s. na het starten van de compressor met 15 C toenemen. Als de temperatuur hetzelfde blijft, is de rotatierichting onjuist. Het geproduceerde geluid is ook anders wanneer de rotatierichting onjuist is. - Zet de schakelaar op 0 en schakel de stroomtoevoer uit. - Wissel beide inkomende fasen om op de aansluitstrook voor inkomende elektriciteit, -X9. - Zet de schakelaar op 1 en controleer de rotatie opnieuw. Rotatiecontrole -15,17 3x400V De compressor in de -15, 17 kw is van het scrolltype. Deze werkt slechts in één rotatierichting. Door bedrijf in de verkeerde richting kan de compressor beschadigd raken. Controleer de rotatierichting als volgt: Zet de schakelaar op 1. Wacht totdat het symbool voor de compressor op het display gaat branden. Controleer of de compressor in bedrijf is. Als de compressor niet in bedrijf is en het symbool voor de compressor brandt, is er sprake van een fasevolgordefout. De fasevolgordemonitor (164) geeft dit ook aan, zie hoofdstuk Elektrische aansluiting. - Zet de schakelaar op 0 en schakel de stroomtoevoer uit. - Wissel beide inkomende fasen om op de aansluitstrook voor inkomende elektriciteit, -X9. - Zet de schakelaar op 1 en controleer de rotatie opnieuw. L 1 L 2 L 3 PE -X9 FIGHTER 1110

37 Inbedrijfstelling en inregeling 35 Ontluchten, CV-systeem Gedurende de eerste tijd komt er lucht vrij uit het verwarmingswater en het kan nodig zijn om het systeem te ontluchten. Indien er borrelende geluiden bij de circulatiepomp worden waargenomen, kan het nodig zijn om het hele systeem meerdere malen te ontluchten. Wanneer het systeem zich heeft gestabiliseerd (juiste druk en alle lucht weg) kan de verwarmingsregeling op de gewenste waarden worden ingesteld. Vullen bronsysteem Het vloeistofniveau in het niveaureservoir (85) moet worden gecontroleerd. Indien het niveau is gedaald, moet de afsluiter onder het reservoir worden gesloten. Daarna kan er worden bijgevuld via de aansluiting aan de bovenzijde van het niveaureservoir. adat het systeem is bijgevuld, moet de afsluiter weer worden geopend. De druk in het systeem kan worden verhoogd, door de afsluiter op de binnenkomende hoofdleiding dicht te draaien terwijl de circulatiepomp van het bronsysteem (KBP) in bedrijf is en het niveaureservoir (K) open staat, zodat er vloeistof uit het reservoir wordt gezogen. 2/3 LEK FIGHTER 1110

38 36 Bediening De menustructuur toont alle menu s. Er kunnen drie verschillende soorten menufs worden geselecteerd. ormaal, wat de normale gebruiker nodig heeft. Algemeen itgebreid, toont alle menu s, met uitzondering van de servicemenu s. ervice, toont alle menu s, schakelt automatisch terug naar het vorige menutype als er 30 minuten niet op een knop is gedrukt. Wijziging van het menutype kan in menu ymbolen Waarde huidige parameter Op de display wordt informatie verstrekt over de bedrijfstoestand van de warmtepomp en de elektrische bijverwarming. ormaal gesproken wordt op het displayscherm menu 1.0 getoond. Met de plus- en de minknop en de enterknop kunt u door het menusysteem bladeren en in bepaalde menu s de ingestelde waarde wijzigen. Met de Plus-knop bladert u vooruit naar het volgende menu. In het geselecteerde menu kunt u de actuele instelling wijzigen. Met de minknop bladert u terug naar het voorgaande menu. In het geselecteerde menu kunt u de actuele instelling wijzigen. A I II III A B I II 50.0 C W a rmtapwatertemp Menunummer Menunaam Klok Menuvergrendeling De enter-knop wordt gebruikt om het gewenste menu of submenu te openen. Daarnaast kunnen parameters gewijzigd of bevestigd worden. Als het menucijfer eindigt op een nul betekent dat dat er een submenu is. Menuvergrendeling Om bediening van het menu te vergrendelen, dient u tegelijkertijd de plus- en de minknop in te drukken. Er verschijnt dan een sleutelsymbool op de display. Het uitschakelen doet u op dezelfde manier. Om vanuit de submenufs snel terug te komen in het hoofdmenu kunt u het volgende (gelijktijdig) indrukken: 1. De bedrijfsstandknop 2. De Enter-knop nel verplaatsen LET OP! Zorg ervoor dat de bedrijfsstand niet wordt gewijzigd tijdens het snel verplaatsen.

39 Bediening 37 Wijziging van parameters Wijziging van parameter (waarde): Open het gewenste menu. Druk op de enter-knop. De cijferwaarde gaat knipperen. Verhogen of verlagen met de plus-/minknoppen. Druk op de enter-knop om te bevestigen. Als er 30 minuten niet op een knop is gedrukt, wordt automatisch teruggeschakeld naar menu 1.0. Overige instellingen Instellingen display Menu-keuze Taal Contrast Voorbeeld Wijzigen van Menutype/ervicestand menu itgangspositie is menu 1.0. Druk op de plusknop om naar menu 8.0 te gaan Lichtinstelling Terug naar Druk op de enter-knop om naar menu te gaan. Druk op de enter-knop om naar menu te gaan. Druk op de enter-knop om de waarde te kunnen wijzigen. Wijzig de waarde met de plus- of de minknop. Druk op de enter-knop om de geselecteerde waarde te bevestigen. Druk op de minknop om naar menu te gaan. Druk op de enter-knop om naar menu te gaan Druk op de minknop om naar menu 8.4 te gaan Druk op de enter-knop om naar menu 8.0 te gaan Druk op de plusknop om naar menu 1.0 te gaan Bedrijf status troombegrenzer 8.4 Terug naar 8, Zomerbedrijf temp winterbedrijf temp Terug naar Amperage fase Amperage fase Amperage fase Zekeringswaarde Max elec. stap Instell. stroomtrafo Terug naar ormale menu's itgebreide menu's ervicemenu's

40 38 Bediening A I II III A B I II 50.0 C W a rmtapwatertemp Warmtapwatertemp 1.0* Aanvoertemperatuur Tapw.period./totaal Opwarmtijd CV / max Opwarmtijd tapw./max 1.2 Periode in minuten 1.3 Max laadtijd tapw. 1.4 Tapw.temp/start temp 1.5 Tapw.temp./stop temp 1.6 top temp Xtapwater 1.7 top compr Xtapwater 1.8 Interval Xtapwater 2.1 tooklijn 2.2 tooklijn verschuiv. 2.3 Aanvoertemp. / min 2.4 Aanvoertemp / max 2.5 tooklijn compen Eigen stooklijn 2.7 Retourtemp / max 2.8 Graadminuten Aanvoertemp bij+20 C Aanvoertemp bij-20 C Knik temperatuur Aanvoertemp bij knik 1.9 Volgende verh. XTW 1.10 Tapw bedrijfstijd Zwembad opties 1.12 Terug naar 1, Zwembad instellingen Diff.bad/min-temp Bad opw.tijd Terug naar Koelen instellingen 2.10 Terug naar 2, Terug naar Koelcurve nr Koelcurve verschuiv tart temp.koelen Diff PC/AC Terug naar * Wordt alleen getoond als in menu Aan is geselecteerd. ormale menu's itgebreide menu's ervicemenu's

41 Bediening 39 A I II III A B I II 50.0 C W a rmtapwatertemp Aanvoertemp syst.2 3.0* Buitentemperatuur 4.0 Bron in/uit temp Ruimtetemp/instellen ** 3.1 tooklijn Gemid. buitentemp 5.1 Bron-retour temp/min 6.1 Ruimtecompensatie 3.2 stooklijn versch Aanvoertemp.2 / min 3.4 Aanvoertemp.2 / max 3.5 tooklijn compen Eigenstooklijn Retourtemp Terug naar 4, Aanvoertemp2 bij Aanvoertemp2 bij Autoreset bronalarm 5.3 chakeltijd 2 starts 5.4 Compr. start bij 5.5 Tijd tot start tatus 5.6 schakelingen compr. 5.9 Looptijd compr Heetgastemp. 6.2 Verwarmingsysteem 6.3 Terug naar Terug naar 3, Knik temperatuur aanvoertemp bij knik Terug naar Vloeistoftemp Zuiggastemp aanv.temp.verwarming 5.15 Compressor type 5.22 Terug naar 5,0 * Wordt alleen getoond als in menu Aan is geselecteerd voor shuntgroep 2 (accessoire EV 2.0 vereist). ** Wordt getoond als de accessoire RG 10 is geïnstalleerd. ormale menu's itgebreide menu's ervicemenu's

42 40 Bediening A I II III A B I II 50.0 C W a rmtapwatertemp Klok 7.0 Overige instellingen Datum Instellingen display menu-keuze 7.2 Tijd Taal Temp verlaging tijd Verwarmingsgroep Contrast Temperatuur verl. +/ Lichtinstelling Tijdinstell. Maandag - Zondag Terug naar Terug naar Bedrijf status Zomerbedrijf temp Temp verlaging tijd Verwarmingsgroep Temperatuur ver. +/ winterbedrijf temp Terug naar Timer extrawarmwater 7.7 Reset timer 7.8 Terug naar Tijdinstell. Maandag - Zondag Terug naar Timer extra warmwater Extra HW maandag Zondag Terug naar troombegrenzer 8.4 Terug naar Amperage fase Amperage fase Amperage fase Zekeringswaarde Max elec. stap Instell. stroomtrafo Terug naar ormale menu's itgebreide menu's ervicemenu's

43 Bediening 41 A I II III A B I II 50.0 C W a rmtapwatertemp ervice menu Instell. Bijverwarm tartwaarde BI 3 tartwaarde LI 3 tart waarde BI Bedrijfstelling 9.3 nelle start Test/directeschakel Log Max.tapw. temp Aanvoer diff WP Verschil WP-bijverw Bijverwarming Diff. BI 3 Diff. LI 3 stappen Diff. BI 7 stappen Tijdsduur bijverw Terug naar Reset alarm huntgroep Terug naar Extern display aanw Circ.pomp Circ.pomp Instell.Vloerdroging Vloerdroging Zwembad sturing Aantal dagenperiode Bron drukreg Max.temp.periode Bronpomp 10 dagen Externebijverwarming Fabrieksinstellingen RC Bijverwarming type Elec. verw. Type Warmwater Aantal dagenperiode Max.temp.periode Terug naar Koelsysteem Olieketel begrenzing Terug naar tartwaarde olieketel Brandtijd olieketel Terug naar ormale menu's itgebreide menu's ervicemenu's

44 42 Bediening Hoofdmenu s 57,1 C Warmtapwatertemp ,3(21,0) C Ruimtetemp/instellen 6.0 Menu 1.0 Warmtapwatertemp Hier wordt de actuele tapwatertemperatuur (88) weergegeven bij de temperatuurvoeler de boilermantel. Let op: de warmtapwatertemperatuur bovenin het reservoir is vaak hoger. Menu 6.0 Ruimtetemp/instellen* Hier wordt de ruimtetemperatuur weergegeven, met de ingestelde temperatuur tussen haakjes. Instellingen betreffende de factor voor ruimte compensatie wordt gemaakt in de submenu's van dit menu. De optie RG 10 wordt geactiveerd in menu ,7(28,0) C Aanvoertemperatuur 2.0 Menu 2.0 Aanvoertemperatuur Hier wordt de actuele, aanvoertemperatuur getoond (89) naar het verwarmingssysteem, met de berekende aanvoertemperatuur tussen haakjes. Wordt wisselend weergegeven met warmtapwaterproductie, WW productie. 10,3 C Buitentemperatuur 4.0 Menu 4.0 Buitentemperatuur Hier wordt de actuele buitentemperatuur weergegeven. 27,7(24,0) C Aanvoertemp syst Menu 3.0 Aanvoertemp syst.2* Hier wordt de actuele aanvoertemperatuur getoond (FG2) voor het verwarmingssysteem 2, met de berekende aanvoertemperatuur tussen haakjes. Wordt geactiveerd in menu ,0 C Bron in/uit temp 5.0 Klok 7.0 Menu 7.0 Klok In de bijbehorende submenu s worden instellingen ingevoerd m.b.t. datum en tijd. Ook worden onder dit menu verschillende temperatuurverlagingen/-verhogingen op geselecteerde tijdstippen ingesteld. Anitilegionella vrijgave vindt plaats via de schakelklok. Overige instellingen 8.0 Menu 8.0 Overige instellingen In de bijbehorende submenu s worden instellingen ingevoerd m.b.t. menutype, taal, instellingen voor de bedrijfsstand en het aflezen van de opgenomen stroom (beveiliging). ervicemenu 9.0 Menu 9.0 ervice-menu Dit menu en de bijbehorende submenu s worden alleen op de display weergegeven als deze zijn geselecteerd in menu In de bijbehorende submenu s kunnen diverse zaken worden afgelezen en verschillende instellingen worden ingevoerd. LET OP! Deze instellingen mogen alleen worden ingevoerd door bevoegde personen. ormaal, wat de normale gebruiker nodig heeft. Menu 5.0 Bron in/uit temp In de bijbehorende submenu s worden gegevens afgelezen m.b.t. temperaturen en compressor. Aanvoer is de warmtepomp in en retour is de warmtepomp uit. * Accessoires itgebreid, toont alle menu s, met uitzondering van de servicemenu s. ervice, toont alle menu s, schakelt automatisch terug naar het vorige menuniveau als er 30 minuten niet op een knop is gedrukt.

45 Bediening 43 Warmtapwatertemperatuur 20 (60)min Tapw.period./totaal (60) C top temp Xtapwater 1.6 Menu 1.1 Tapw.period./totaal Hier wordt de tijd weergegeven voor de vrijgave van warmtapwaterproductie ten opzichte van de totale periode voor CV- en tapwaterverwarming. Menu 1.6 top temp Xtapwater Hier wordt de gewenste stoptemperatuur voor extra warmtapwater gekozen. De waarde kan worden ingesteld tussen 40 en 70 C. 60min Periode in minuten (55) C top compr Xtapwater 1.7 Menu 1.2 Periode in minuten (CV en tapwater verwarming) Hier wordt de lengte van de totale verwarmingsperiode gekozen. De waarde kan worden ingesteld tussen 5 en 60 minuten. Menu 1.7 top compr Xtapwater Hier wordt de gewenste temperatuur gekozen voor het stopzetten van de compressor bij extra warmtapwater. De waarde kan worden ingesteld tussen 50 en 60 C. 20 min Max laadtijd tapw dgn Interval Xtapwater 1.8 Menu 1.3 Gedwongen voorkeur tapwater. Hier wordt de tijd binnen de periode (menu 1.1) gekozen waarin het warmtapwater voorrang krijgt als zowel warmtapwater als CV warmte nodig zijn. De waarde kan worden ingesteld tussen 5 en 60 minuten. 50,0 (47) C Tapw.temp/start temp 1.4 Menu 1.4 Tapw.temp/start temp Hier wordt gekozen bij welke temperatuur de warmtepomp ingeschakeld om de boiler te verwarmen. Als er haakjes met een min-teken worden weergegeven, betekent dit dat de hogedrukpressostaat is geactiveerd tijdens de warmtapwaterproductie en dat de FIGHTER 1120 de ingestelde temperatuur automatisch heeft verlaagd met de waarde tussen de haakjes. De verlaging wordt verwijderd als de waarde wordt gewijzigd. De temperatuur kan worden ingesteld tussen 25 en 55 C. 50,0 (54) C Tapw.temp./stop temp 1.5 Menu 1.5 Tapw.temp./stop temp Hier wordt gekozen bij welke temperatuur de warmtepomp / de elektrische bijverwarming moet stoppen met het verwarmen van tapwater. Als er haakjes met een minteken worden weergegeven, betekent dit dat de hogedrukpressostaat is geactiveerd tijdens de warmtapwaterproductie en dat de de ingestelde temperatuur automatisch heeft verlaagd met de waarde tussen de haakjes. De verlaging wordt verwijderd als de waarde wordt gewijzigd. De temperatuur kan worden ingesteld tussen 30 en 60 C. Menu 1.8 Interval Xtapwater Hier wordt de periode weergegeven hoe vaak de warmtapwatertemperatuur wordt verhoogd van het normale niveau naar het niveau Extra warmtapwater. De waarde kan worden ingesteld tussen 0 en 90 dagen. Extra warmtapwater is uitgeschakeld bij de waarde 0. Extra warmtapwater periode wordt gestart als de waarde is bevestigd :31 Volgende verh. XTW 1.9 Menu 1.9 Volgende verh. XTW Hier worden komende verhogingen naar het niveau Extra warmtapwater weergegeven. 90h 10 min Tapw bedrijfstijd 1.10 Menu 1.10 Tapw bedrijfstijd Hier wordt weergegeven hoe lang de warmtapwaterproductie bezig is geweest (in totaal). Zwembad opties Menu Zwembad opties In de bijbehorende submenu s worden instellingen voor het zwembad ingevoerd.

46 44 Warmtapwatertemperatuur Bediening Aanvoertemperatuur 1,5 C Diff.bad/min-temp Menu Diff.bad/min-temp Hier wordt het temperatuurverschil aangegeven t.o.v. de waarde in menu wanneer de zwembadverwarming start. De waarde kan worden ingesteld tussen 0,5 en 9,5 C. De waarde kan worden ingesteld tussen 0,5 en 9,5 C. 19,0 (20) C Zwembad temp/inst Menu Zwembad temp/inst. Hier wordt ingesteld bij welke temperatuur het opwarmen van het bad wordt stopgezet. De waarde kan worden ingesteld tussen 15 en 55 C. 20 min Bad opw.tijd Menu Bad opw.tijd Hier wordt aangegeven hoe lang het bad maximaal mag worden opgewarmd (binnen de verwarmingsperiode). De waarde kan worden ingesteld tussen 5 en 60 minuten. Terug Menu Terug Door op de enter-knop te drukken gaat u terug naar menu Terug 1.12 Menu 1.12 Terug Door op de enter-knop te drukken gaat u terug naar menu 1.0 tooklijn 2.1 Menu 2.1 tooklijn Hier wordt de geselecteerde stooklijn weergegeven. Bij waarde 0 wordt de functie Eigen stooklijn geactiveerd, zie menu De waarde kan worden ingesteld tussen lijn 0 en 15. Menu 2.2 tooklijn verschuiv. Hier wordt de gekozen stooklijnverschuiving weergegeven. De waarde kan worden ingesteld met de draaiknop op de display tussen -10 en +10. Let op! De waarde wordt gewijzigd met de knop Verschuiving stooklijn. Menu 2.3 Aanvoertemp. / min Hier wordt de minimale aanvoertemperatuur naar het verwarmingssysteem weergegeven. De waarde kan worden ingesteld tussen 10 en 80 C. De berekende aanvoertemperatuur daalt niet beneden de minimaal ingestelde temperatuur, ongeacht de buitentemperatuur, de helling (stooklijn) of de verschuiving stooklijn. 35,5 (55) C Aanvoertemp / max 2.4 Menu 2.4 Aanvoertemp / max Hier wordt de maximale aanvoertemperatuur naar het verwarmingssysteem weergegeven. De waarde kan worden ingesteld tussen 10 en 80 C. De berekende aanvoertemperatuur stijgt niet boven de ingestelde waarde, ongeacht de buitentemperatuur, de stooklijn of de verschuiving stooklijn. 9-1 tooklijn verschuiv ,5 (15) C Aanvoertemp. / min 2.3

47 Bediening 45 Aanvoertemperatuur 1 tooklijn compen C Aanvoertemp bij knik Menu 2.5 tooklijn compen. Door een extern contact aan te sluiten (zie Elektrische aansluiting - Externe contacten ), bijvoorbeeld een kamerthermostaat (accessoire) of een schakelklok, kan de temperatuur in de ruimte tijdelijk of periodiek worden verhoogd of verlaagd. Als het externe contact is gesloten, wordt de verschuiving van de stooklijn gewijzigd met het aantal gekozen stappen. De waarde kan worden ingesteld tussen -10 en +10. Eigen stooklijn Menu Eigen stooklijn Hier wordt een zelfgedefinieerde stooklijn gekozen. Dit is een in delen lineaire curve met een knikpunt. kiest een knikpunt voor de CV-temperatuur bij een buitentemperatuur. Let op! Voor het activeren moet tooklijn in menu 2.1 zijn ingesteld op C Aanvoertemp bij+20 C Menu Aanvoertemp bij+20 C Hier wordt de aanvoertemperatuur gekozen bij een buitentemperatuur van +20. De waarde kan worden ingesteld tussen 0 en 60 C. 35 C Aanvoertemp bij-20 C Menu Aanvoertemp bij-20 C Hier wordt de aanvoertemperatuur gekozen bij een buitentemperatuur van -20 C. De waarde kan worden ingesteld tussen 0 en 60 C. 0 C Knik temperatuur Menu Knik temperatuur Hier wordt gekozen bij welke buitentemperatuur het knikpunt moet liggen. De waarde kan worden ingesteld tussen -15 en +15 C. Menu Aanvoertemp bij knik Hier wordt de gewenste aanvoertemperatuur gekozen voor het knikpunt. De waarde kan worden ingesteld tussen 0 en 60 C. Menu Terug Door op de enter-knop te drukken gaat u terug naar menu 2.6. Terug ,0 (53) C Retourtemp / max 2.7 Menu 2.7 Retourtemp / max Hier wordt de gewenste maximale retourtemperatuur gekozen voor de compressor. De waarde kan worden ingesteld tussen 40 en 58 C. 0 Graadminuten 2.8 Menu 2.8 Graadminuten Actuele waarde van het aantal graadminuten. Deze waarde kan worden gewijzigd om bijv. de start van de warmteproductie te bespoedigen. De waarde kan worden ingesteld tussen 100 en Koelen instellingen Menu Koelen instellingen Hier worden instellingen voor het koelsysteem verricht. Wordt alleen weergegeven als HPAC of PKM zijn gekozen in menu Verlaag of verhoog de waarde in menu 2.3 om de koelfunctie te laten functioneren. De minimale watertemperatuur niet lager instellen dan 18 C in verband met condensvorming. (menu 2.3).

48 46 Bediening Aanvoertemperatuur Aanvoertemperatuur systeem 2 2 Koelcurve nr tooklijn Menu Koelcurve nr. Hier wordt de geselecteerde koelcurve (helling) weergegeven. De hellingswaarde kan worden ingesteld tussen 1 en 3. Menu Koelcurve verschuiv. Hier wordt de gekozen verschuiving koelcurve weergegeven. De waarde kan worden ingesteld tussen -10 en Koelcurve verschuiv Menu tart temp.koelen Hier wordt aangegeven bij welke buitentemperatuur het koelen wordt geactiveerd. De waarde kan worden ingesteld tussen -20 en 35 C. 25 tart temp.koelen Diff PC/AC Menu Diff PC/AC Als de aanvoertemperatuur uitkomt boven de berekende aanvoertemperatuur + deze waarde schakelt het systeem over op actief koelen. De hellingswaarde kan worden ingesteld tussen 1 en 9. Terug Menu Terug Door op de enter-knop te drukken gaat u terug naar menu Menu 3.1 tooklijn 2 Hier wordt de geselecteerde stooklijn weergegeven. Bij waarde 0 wordt de functie Eigen stooklijn geactiveerd, zie menu De waarde kan worden ingesteld tussen lijn 0 en stooklijn versch Menu 3.2 stooklijn versch. 2 Hier wordt de gekozen stooklijnverschuiving weergegeven. De waarde kan worden ingesteld met de draaiknop op de display tussen -10 en ,5 (15) C Aanvoertemp.2 / min 3.3 Menu 3.3 Aanvoertemp.2 / min Hier wordt de minimale aanvoertemperatuur naar het verwarmingssysteem weergegeven. De waarde kan worden ingesteld tussen 10 en 80 C. De berekende aanvoertemperatuur daalt niet beneden de ingestelde temperatuur, ongeacht de buitentemperatuur, de helling (stooklijn) of de verschuiving stooklijn. 35,5 (45) C Aanvoertemp.2 / max 3.4 Menu 3.4 Aanvoertemp.2 / max Hier wordt de maximale aanvoertemperatuur voor het verwarmingssysteem weergegeven. De waarde kan worden ingesteld tussen 10 en 80 C. De berekende aanvoertemperatuur stijgt niet boven de ingestelde waarde, ongeacht de buitentemperatuur, de stooklijn of de verschuiving stooklijn. Terug 2.10 Menu 2.10 Terug Door op de enter-knop te drukken gaat u terug naar menu 2.0.

49 Bediening 47 Aanvoertemperatuur systeem 2 1 tooklijn compen C aanvoertemp bij knik Menu 3.5 tooklijn compen. 2 Door een extern contact aan te sluiten (zie Elektrische aansluiting - Externe contacten ), bijvoorbeeld een kamerthermostaat (accessoire) of een schakelklok, kan de temperatuur in de ruimte tijdelijk of periodiek worden verhoogd of verlaagd. Als het externe contact is gesloten, wordt de verschuiving van de stooklijn gewijzigd met het aantal gekozen stappen. De waarde kan worden ingesteld tussen -10 en +10. Eigenstooklijn Menu Eigenstooklijn 2 Hier kunt u een zelfgedefinieerde stooklijn selecteren. Dit is een individuele lineaire curve met een knikpunt. kiest een knikpunt voor de CV-temperatuur bij een buitentemperatuur. Let op! Voor het activeren moet tooklijn in menu 3.1 zijn ingesteld op C Aanvoertemp2 bij Menu Aanvoertemp2 bij +20 Hier wordt de aanvoertemperatuur gekozen bij een buitentemperatuur van +20 C. De waarde kan worden ingesteld tussen 0 en 60 C. Menu aanvoertemp bij knik 2 Hier wordt de gewenste aanvoertemperatuur gekozen voor het knikpunt. De waarde kan worden ingesteld tussen 0 en 60 C. Menu Terug Door op de enter-knop te drukken gaat u terug naar menu 3.6. Terug ,0 C Retourtemp Menu 3.7 Retourtemp.2 Hier wordt de retourtemperatuur voor shuntgroep 2 weergegeven. Terug 3.8 Menu 3.8 Terug Door op de enter-knop te drukken gaat u terug naar menu C Aanvoertemp2 bij Menu Aanvoertemp2 bij -20 Hier wordt de aanvoertemperatuur gekozen bij een buitentemperatuur van -20 C. De waarde kan worden ingesteld tussen 0 en 60 C. 0 C Knik temperatuur Menu Knik temperatuur Hier wordt gekozen bij welke buitentemperatuur het knikpunt moet liggen. De waarde kan worden ingesteld tussen -15 en +15 C.

50 48 Bediening Buitentemperatuur Bron in / uit temperatuur Gemid. buitentemp Compr. start bij 5.4 Menu 4.1 Gemid. buitentemp. De gemiddelde buitentemperatuur over de laatste 24 uur. Terug 4.2 Menu 4.2 Terug Door op de enter-knop te drukken gaat u terug naar menu 4.0. Bron in / uit temperatuur Menu 5.1 Bron-retour temp/min Hier wordt de laagste temperatuur voor het bron (collector) systeem getoond en ingesteld. De waarde kan worden ingesteld tussen -8 en +20 C. Als er een lagere temperatuur wordt gekozen, wordt OFF weergegeven. De warmtepomp heeft dan nooit een alarm voor een te lage temperatuur voor het bronsysteem. Instellingen open bron +5 C, instelling bodemcollector 4 C -4,0 (-8) C Bron-retour temp/min 5.1 it Autoreset bronalarm 5.2 Menu 5.2 Autoreset bronalarm Hier wordt automatisch resetten na een bronalarm ingesteld. Als de temperatuur 3 C stijgt tot boven het gekozen alarmniveau (menu 5.1) komt de warmtepomp automatisch weer in. De waarde kan worden ingesteld op Aan of it. 20 min chakeltijd 2 starts 5.3 Menu 5.3 chakeltijd 2 starts Hier wordt de tijd tussen de compressorstarts gekozen. De waarde kan worden ingesteld tussen 10 en 60 minuten. Menu 5.4 Compr. start bij Hier wordt gekozen tot hoe laag de graadminuten mogen zakken voordat de compressor start. De waarde kan worden ingesteld tussen -5 en Tijd tot start tatus 5.5 Menu 5.5 Tijd tot start Geeft de verschillende bedrijfssituaties voor de compressor weer. tart over XX minuten betekent dat de compressor direct start als de tijdsvoorwaarde dit toestaat. Compr. IT betekent dat de compressor niet in bedrijf is. Compr. AA betekent dat de compressor in bedrijf is. Circulatiepomp van het bronsysteem aan betekent dat de circulatiepomp van het bronsysteem draait. 82 schakelingen compr. 5.6 Menu 5.6 schakelingen compr. Hier wordt het totale aantal starts van de compressor weergegeven. 112h Looptijd compr. 5.9 Menu 5.9 Looptijd compr. Hier wordt de totale bedrijfstijd van de compressor weergegeven. 104 C Heetgastemp Menu 5.11 Heetgastemp. In dit menu wordt de heetgastemperatuur weergegeven. 48,2 C Vloeistoftemp Menu 5.12 Vloeistoftemp. In dit menu wordt de temperatuur van de vloeistofleiding weergegeven.

51 Bediening 49 Bron in / uit temperatuur 5,0 C Zuiggastemp Menu 5.13 Zuiggastemp. In dit menu wordt de zuiggastemperatuur weergegeven. In de normale bedrijfsituatie varieert deze waarde tussen de 0 C en 12 C. Bij een temperatuur beneden 0 C dient onderhoud te worden uitgevoerd. Menu 5.14 aanv.temp.verwarming Hier wordt de temperatuur van het CV-systeem direct na de condensor weergegeven. aanv.temp.verwarming 5.14 ormaal Compressor type 5.15 Menu 5.15 Compressor type Geen functie. Menu 7.1 Datum Hier wordt de actuele datum gekozen Datum 7.1 Menu 7.2 Tijd Hier wordt de actuele tijd gekozen. Tijd 7.2 Klok 13:39 Temp verlaging tijd Menu Temp verlaging tijd1 In de bijbehorende submenu's kunnen instellingen voor bijv. nachtverlaging worden ingesteld. Terug 5.22 Menu 5.22 Terug Door op de enter-knop te drukken gaat u terug naar menu 5.0. Ruimtetemperatuur / instellingen 1,0 Ruimtecompensatie 6.1 Menu 6.1 RuimtecompensatieRuimtecompensatie Hier wordt een factor geselecteerd die bepaalt in hoeverre de CV-aanvoertemperatuur wordt beïnvloed door het verschil tussen de ruimtetemperatuur en de ingestelde ruimtetemperatuur. Een hogere waarde resulteert in een grotere wijziging. De waarde kan worden ingesteld tussen 0,2 en 3,0. hunt 1 Verwarmingsysteem 6.2 Menu 6.2 Verwarmingsysteem Hier kunt u kiezen of de ruimtevoeler systeem 1 (menu 2.0) of systeem 2 (menu 3.0) moet activeren. Terug 6.3 Menu 6.3 Terug Door op de enter-knop te drukken gaat u terug naar menu 6.0. it Verwarmingsgroep Menu Verwarmingsgroep 1 Hier wordt gekozen voor welk shuntsysteem de dagelijkse wijziging periode 1 moet gelden. Als shuntgroep 2 is geïnstalleerd, kunnen zowel shunt 1 als 2 worden gekozen. 0 Temperatuur verl. +/ Menu Temperatuur verl. +/- Hier wordt de verandering van de aanvoertemperatuur geselecteerd voor een periode van 24 uur (bijv. verlaging 's nachts). De waarde kan worden ingesteld tussen -10 en 10. Tijdinstell. Maandag Menu Tijdinstell. Maandag-. Zondag Hier wordt de tijd gekozen voor de dagelijkse wijziging, bijv. nachtverlaging.

52 50 Bediening Klok Terug Timer extrawarmwater Menu Terug Door op de enter-knop te drukken gaat u terug naar menu Menu Timer extrawarmwater In de bijbehorende submenu s wordt ingesteld of er voor een bepaalde dag extra warmtapwater gewenst is. Temp verlaging tijd it Timer extra warmwater Menu Temp verlaging tijd2 In de bijbehorende submenu's kunnen instellingen voor bijv. nachtverlaging worden ingesteld. Verwarmingsgroep Menu Verwarmingsgroep 2 Hier wordt gekozen voor welk shuntsysteem de dagelijkse wijziging periode 2 moet gelden. Als shuntgroep 2 is geïnstalleerd, kunnen zowel shunt 1 als 2 worden gekozen. Menu Timer extra warmwater Hier kiest u of de tijdinstelling aan of uit moet. 03:30 06:15 Extra HW maandag Menu Extra HW maandag - zondag Hier wordt de periode voor de betreffende dag gekozen waarin extra warmtapwater moet worden geactiveerd. ren en minuten voor start en stop worden weergegeven. Gelijke temperatuurwaarde of stoptijd vóór starttijd betekent dat extra warmtapwater niet wordt geactiveerd. 0 Temperatuur ver. +/ Terug Menu Temperatuur ver. +/- Hier wordt de verandering van de aanvoertemperatuur geselecteerd voor een periode van 24 uur (bijv. verlaging 's nachts). De waarde kan worden ingesteld tussen -10 en +10. Tijdinstell. Maandag Menu Tijdinstell. Maandag - Zondag Hier wordt de tijd gekozen voor de dagelijkse wijziging, bijv. nachtverlaging. Menu Terug Door op de enter-knop te drukken gaat u terug naar menu it Reset timer 7.7 Menu 7.7 Reset timer Hier kiest u of u de tijdinstelling wilt resetten. Automatische terugschakeling naar it na een minuut. Terug Menu Terug Door op de enter-knop te drukken gaat u terug naar menu Terug 7.8 Menu 7.8 Terug Door op de enter-knop te drukken gaat u terug naar menu 7.0.

53 Bediening 51 Overige instellingen Instellingen display Terug Menu Instellingen display In de bijbehorende submenu s worden instellingen ingevoerd m.b.t. taal en menutype. Menu Terug Door op de enter-knop te drukken gaat u terug naar menu ormaal menu-keuze Bedrijf status Menu Menu-keuze Hier kiest u het gewenste menutype: ormaal, uitgebreid of service. ormaal, wat de normale gebruiker nodig heeft. itgebreid, is voor de installateur en toont alle menu s, met uitzondering van de servicemenu s. ervice, toont alle menu s, schakelt automatisch terug naar het vorige menuniveau als er 30 minuten niet op een knop is gedrukt. English Taal Menu Taal Hier kunnen taalinstellingen worden ingevoerd. Contrast Menu Contrast Hier wordt het contrast van de display ingesteld. De waarde kan worden ingesteld tussen 0 en Lichtinstelling Menu Lichtinstelling Hier wordt de lichtintensiteit van de display in de stand-bystand ingesteld. De waarde kan worden ingesteld tussen 0 en 2. De stand-bystand wordt ingeschakeld als er 30 min. niet op een knop is gedrukt. 0=uitgeschakeld, 1=laag, 2=middel. Menu Bedrijf status In de bijbehorende submenu s worden instellingen voor de automatische stand ingevoerd. 25 C Zomerbedrijf temp Menu Zomerbedrijf temp. Hier wordt de gemiddelde buitentemperatuur gekozen, waarbij de warmtepomp automatisch overschakelt naar de zomerstand. In de zomerstand zijn de circulatiepomp en het elektrische verwarmingselement geblokkeerd. De waarde kan worden ingesteld tussen 0 en 30 C. 20 C winterbedrijf temp Menu Winterbedrijf temp. Hier wordt de gemiddelde buitentemperatuur gekozen, waarbij de warmtepomp automatisch overschakelt naar de winterstand. De circulatiepomp en het elektrische verwarmingselement worden geactiveerd. De waarde kan worden ingesteld tussen 0 en 30 C. Terug Menu Terug Door op de enter-knop te drukken gaat u terug naar menu 8.2.0

54 52 Bediening Overige instellingen troombegrenzer Instell. stroomtrafo Menu troombegrenzer In de bijbehorende submenu s worden instellingen ingevoerd en gegevens afgelezen m.b.t. de vermogensschakelaar. LET OP! Geen functie bij 1-faseinstallatie. De bijgeleverde stroomspoelen moeten gemonteerd zijn. Menu Instell. stroomtrafo Op basis van de voor de EBV-kaart gebruikte stroomspoelen moet de omzetwaarde worden gedefinieerd. De waarde kan worden ingesteld tussen 100 en 900, in stappen van 10. Voor bijgeleverde stroomspoelen geldt de instelling ,5 A Amperage fase Terug Menu Amperage fase 1 Geeft de gemeten stroom van fase 1 weer. Als de waarde onder 2,0 A ligt, wordt laag weergegeven. Menu Terug Door op de enter-knop te drukken gaat u terug naar menu ,3 A Amperage fase Terug 8.4 Menu Amperage fase 2 Geeft de gemeten stroom van fase 2 weer. Als de waarde onder 2,0 A ligt, wordt laag weergegeven. 3,3 A Amperage fase Menu 8.4 Terug Door op de enter-knop te drukken gaat u terug naar menu 8.0. Menu Amperage fase 3 Geeft de gemeten stroom van fase 3 weer. Als de waarde onder 2,0 A ligt, wordt laag weergegeven. 16 A Zekeringswaarde Menu Zekeringswaarde Hier wordt de instelling weergegeven die is gekozen voor de EBV-kaart (2) knop (100). 2 Max elec. stap Menu Max elec. stap Hier wordt de instelling weergegeven die is gekozen voor de EBV-kaart (2) knop (101).

55 ervicemenu's 53 Instellingen bijverwarming Bedrijfsinstellingen Instell. Bijverwarm Bedrijfstelling Menu Instell. Bijverwarm. In de bijbehorende submenu s worden instellingen ingevoerd m.b.t. de bijverwarming in de warmtepomp. Geldt voor installatiemogelijkheden 1, 2 en tartwaarde BI Menu tartwaarde BI 3 Het graadminutentekort wordt aangetoond voordat de bijverwarming wordt ingeschakeld. Als de (elektrische) bijverwarming het graadminutentekort heeft verlaagd met 100 ten opzichte van de ingestelde startwaarde, wordt deze uitgeschakeld. De waarde kan worden ingesteld tussen -30 en Menu Diff. BI 3 Verschil tussen in- en uitschakelen van de elektrische bijverwarming. De waarde kan worden ingesteld tussen 0 en Diff. BI Tijdsduur bijverw Menu Tijdsduur bijverw Hier wordt de totale bedrijfstijd van het elektrisch bijverwarming getoond na de laatste keer opstarten. Terug Menu Terug Door op de enter-knop te drukken gaat u terug naar menu Menu Bedrijfsinstelling In de bijbehorende submenu s worden onder andere instellingen ingevoerd m.b.t. de bijverwarming, vloerdroging en het terugschakelen naar de fabrieksinstelling. 65 C Max.tapw. temp Menu Max.tapw. temp. Hier wordt de maximale tapwatertemperatuur weergegeven. De waarde wordt gekozen op de printplaat van de vermogensschakelaar met knop (102). 13 C Aanvoer diff WP Menu Aanvoer diff WP Als de actuele aanvoertemperatuur afwijkt van de ingestelde waarde ten opzichte van de berekende aanvoer, wordt de warmtepomp gedwongen om te stoppen/starten, ongeacht het aantal graadminuten. Als de actuele aanvoertemperatuur met de ingestelde waarde boven de berekende aanvoer ligt, wordt het aantal graadminuten ingesteld op 1. Als er alleen sprake is van een warmtebehoefte, stopt de compressor. Als de actuele aanvoertemperatuur met de ingestelde waarde onder de berekende aanvoer ligt, wordt het aantal graadminuten ingesteld op -60. Dit houdt in dat de compressor gaat starten. Als de waarde ook onder menu ligt, kan het aantal graadminuten op -400 worden ingesteld. De waarde kan worden ingesteld tussen 3 en 25 C. 3 C Verschil WP-bijverw Menu Verschil WP-bijverw. Als de actuele aanvoertemperatuur onder de waarde komt die is berekend op basis van de ingestelde waarde plus de waarde van menu 9.2.2, wordt de graadminutenwaarde op -400 ingesteld. Dit betekent dat de bijverwarming direct kan worden ingeschakeld. De waarde kan worden ingesteld tussen 1 en 8 C.

56 54 ervicemenu's Bedrijfsinstellingen Menu Bijverwarming De stand van de elektrische bijverwarming is actief als Aan wordt weergegeven in de display. Zo niet, dan wordt it weergegeven. Als de stand van de elektrische bijverwarming actief is, kan het elektrische verwarmingselement of de circulatiepomp niet worden geblokkeerd met de bedrijfsstandknop. LET OP! electeer it om de stand alleen bijverwarming uit te schakelen en selecteer de gewenste bedrijfsstand met de knop Bedrijfsstand. it huntgroep Menu huntgroep 2 In dit menu kiest u Aan of it, afhankelijk van de vraag of u shuntgroep 2 hebt (accessoire EV 20 vereist). it Extern display aanw Menu Extern display aanw. Geen functie it Circ.pomp Menu Circ.pomp 1 Hier wordt gekozen of de circulatiepomp doorlopend actief moet zijn in de Zomerstand. De waarde kan worden ingesteld op Aan of it. Wordt bij opnieuw starten gewijzigd in it. it Circ.pomp Menu Circ.pomp 2 Hier wordt gekozen of de circulatiepomp 2 doorlopend actief moet zijn in de Zomerstand. De waarde kan worden ingesteld op Aan of it. Wordt bij opnieuw starten gewijzigd in it. it Bijverwarming Instell.Vloerdroging Menu Instell.Vloerdroging In de bijbehorende submenu s worden instellingen voor het vloerdroogprogramma ingevoerd. it Vloerdroging Menu Vloerdroging In dit submenu wordt gekozen welk vloerdroogprogramma actief moet zijn. kunt kiezen uit Prog 1 Aan, Prog 2 Aan en it. De warmtepomp moet in de Winterstand staan. Dit selecteert u met de bedrijfsstandknop. De bedrijfsstand met elektrische bijverwarming, menu 9.2.4, kan worden gebruikt in combinatie met vloerdroging, bijv. als de verwarmingsbron nog niet gereed is. Bij Prog 1 Aan worden menu s weergegeven. a tijdperiode 1 wordt automatisch overgeschakeld naar tijdperiode 2 en vervolgens weer terug naar de normale instellingen. Bij Prog 2 Aan wordt gedurende 11 dagen een vast programma gevolgd. De aanvoertemperatuur wordt gedurende 4 dagen verhoogd van 20 tot 45 C. Vervolgens ligt de temperatuur gedurende 3 dagen vast. Daarna wordt de temperatuur gedurende 4 dagen verlaagd naar 25 C en vervolgens terug naar de normale instellingen. 3 Aantal dagenperiode Menu Aantal dagenperiode1 Aantal dagen kiezen in de periode 1. De waarde kan worden ingesteld tussen 1 en C Max.temp.periode Menu Max.temp.periode1 Aanvoertemperatuur kiezen in de periode 1. De waarde kan worden ingesteld tussen 15 en 50 C. 1 Aantal dagenperiode Menu Aantal dagenperiode2 Aantal dagen kiezen in de periode 2. De waarde kan worden ingesteld tussen 1 en C Max.temp.periode Menu Max.temp.periode2 Aanvoertemperatuur kiezen in de periode 2. De waarde kan worden ingesteld tussen 15 en 50 C.

57 ervicemenu's 55 Bedrijfsinstellingen Terug Externebijverwarming Menu Terug Door op de enter-knop te drukken gaat u terug naar menu it Zwembad sturing Menu Zwembad sturing De instelling voor de zwembadsturing moet Aan of it zijn. De basisinstelling is it. it Bron drukreg Menu Bron drukreg. Hier wordt aangegeven of er een externe bronpressostaat/stromingsschakelaar is aangesloten op de print van de vermogensschakelaar. it Bronpomp 10 dagen Menu Bronpomp 10 dagen De circulatiepomp van het bronsysteem kan bij het opstarten van de installatie 10 dagen actief zijn. De basisinstelling is it. Menu Externebijverwarming In de bijbehorende submenu s kunnen de verschillende installatiemogelijkheden geselecteerd worden. LET OP! Bevestig deze instellingen door de warmtepomp binnen 30 minuten uit en aan te zetten. 1 Bijverwarming type Menu Bijverwarming type Dit menu wordt gebruikt om de koppelingsoptie te selecteren: electeer 1 om te koppelen aan een elektrisch verwarmde ketel. electeer 2 om te koppelen aan een CV-ketel. electeer 3 om te koppelen aan een CV-ketel met regeling. electeer 4 voor vaste temperatuurinstellingen De waarde kan worden ingesteld tussen 1 en 5. it Elec. verw. Type Menu Elec. verw. Type Binair 3 stappen: Geselecteerd als ET -12/ET 121 is aangesloten. Lineair 3 stappen: Geselecteerd bij een intern elektrische verwarmingselement. Binair 7 stappen: Geselecteerd bij een interne elektrische ketel. it: Basisinstelling Warmwater it Menu Warmwater In dit menu wordt aangegeven of er een boiler aanwezig is. Als AA wordt gekozen worden menu 1.0 en de bijbehorende submenu s zichtbaar. De waarde kan worden ingesteld op Aan of it. 40 (55) C Olieketel begrenzing Menu Olie- CV ketel begrenzing Dit menu toont de keteltemperatuur. Hier selecteert u bij welke temperatuur de shunt voor de ketel gaat werken (openen).

58 56 ervicemenu's Bedrijfsinstellingen nelle start -400 tartwaarde olieketel Menu tartwaarde olieketel In dit menu stelt u het aantal graadminuten in waarbij de ketelbijverwarming moet gaan werken. Geldt voor installatie optie 3. De waarde kan worden ingesteld tussen -30 en h Brandtijd olieketel ee nelle start 9.3 Menu 9.3 nelle start Als Ja is gekozen, start de compressor in de warmtepomp binnen 5 minuten. Keert automatisch terug naar ee, hetgeen aangeeft dat snelle start is geactiveerd. TET Geforceerde sturing Menu Brandtijd olieketel In dit menu stelt u de vrijgave voor de (olie)brander in. De waarde kan worden ingesteld tussen 0 en 12 uur. Test/directeschakel Terug Menu Terug Door op de enter-knop te drukken gaat u terug naar menu ee Fabrieksinstellingen Menu Fabrieksinstellingen Terug naar de fabrieksinstellingen in de FIGHTER 1120, Ja of ee. Als u terugkeert naar de fabrieksinstellingen, springt de taal weer naar Engels. Menu RC Geen functie. RC it it Koelsysteem Menu Koelsysteem Hier selecteert u of HPAC of PKM is geïnstalleerd. Menu Test/directeschakel. Testen van relais, automatische terugschakeling na 30 minuten. Alleen voor servicepersoneel. it Geforceerde sturing Menu Geforceerde sturing Kiezen tussen Aan en it. Re Menu Handmatige testen van relais, opto en AD. Terug Menu Terug Door op de enter-knop te drukken gaat u terug naar menu Terug Menu Terug Door op de enter-knop te drukken gaat u terug naar menu 9.2.0

59 ervicemenu's 57 Alarmlog Log Terug Menu Log 1 - Log 4 In de submenu s voor dit menu wordt een alarmlog weergegeven. Log 1 is het laatste alarm, log 2 het op één na laatste enz. Menu Terug Door op de enter-knop te drukken gaat u terug naar menu 9.5. Menu Menu Tijdstip Alarm type Alarm type Oorzaak 1 Hoge druk alarm (LP) 2 Lage druk alarm (HP) 3 Motorbeveiliging (MP) 6 Temperatuurbegrenzer 7 Lage temperatuur bronsys teem 8 iveauschakelaar/flow switch 9 Aanvoervoeler CV 10 Aanvoervoeler CV 2 12 Warmtapwatervoeler 14 Hoge retourtemperatuur 15 Boilervoeler 16 Zwembadvoeler 19 Buitenvoeler 20 Retourvoeler 21 Alarm cond VB 22 Maxtemp cond VB Reset alarm 9.9 Menu 9.9 Reset alarm In dit menu kunt u de alarms resetten. Terug 9.10 Menu 9.10 Terug Door op de enter-knop te drukken gaat u terug naar menu 9.0. Menu Opwarm type Menu Koelmedium in Menu Koelmedium uit Menu Buitentemperatuur Menu Aanvoertemperatuur Menu Retourtemperatuur Menu Warmtapwater temp. Menu Heetgastemp. Menu Compr. draaitijd Menu Bijverwarm. tijd Menu Relais register 1 Menu Relais register 2 Menu Externe ingang Menu Reset logger

60 58 Maatregelen in geval van bedrijfsstoringen Alarmindicaties op de display Bij alarm knippert de achtergrondverlichting van de display en wordt, afhankelijk van de storing, de volgende informatie weergegeven: Bij ieder alarm wordt een alarmlog aangemaakt, waarin een aantal temperaturen, het tijdstip en de status van de uitgangen worden opgeslagen. De vier laatste alarmsituaties worden opgeslagen in menu De volgende alarmsituaties stoppen de compressor en de circulatiepomp van het bronsysteem. De bedrijfsstand schakelt over naar de winterstand en de bijverwarming wordt ingeschakeld. HD Alarm LD Alarm Alarm motor bev. Alarm bron Alarm flow 2 Alarm tapw. Bron niveau Als het alarm niet kan worden gereset met de hoofdschakelaar, kan de bedrijfsstand Alleen bijverwarming worden geactiveerd in menu om weer warmtapwater af te geven. De volgende alarmsituaties stoppen de compressor en de circulatiepomp van het bronsysteem. Het alarm kan alleen worden gereset door de warmtepomp gedurende enkele seconden uit te schakelen en deze vervolgens weer te starten. Dit doet u met schakelaar (8). -- HD ALARM HD Alarm Als deze informatie wordt weergegeven, is de hogedrukpressostaat in de geactiveerd. De compressor wordt geblokkeerd en de schakelt over op bedrijfsstand met elektrische bijverwarming. Er wordt geen warmtapwater geproduceerd. Dit kan worden veroorzaakt door bijv.: Geen of lage doorstroming in de circulatiepomp voor het CV-systeem. Gesloten thermostaatafsluiters of afsluiters op de groepen. Te hoge temp. waarde in menu 1.5 en/of menu 1.7 voor de stoptemperatuur van de compressor. De alarmtemperatuur varieert op basis van de bedrijfsomstandigheden van de warmtepomp. - ALARM MOTOR BEV LD ALARM LD Alarm Als deze informatie wordt weergegeven, is de lagedrukpressostaat in de geactiveerd. De compressor wordt geblokkeerd en de schakelt over op bedrijfsstand met elektrisch verwarmde ketel. Er wordt geen warmtapwater geproduceerd. Dit kan worden veroorzaakt door bijv.: lechte circulatie in bronsysteem, vanwege slechte ontluchting/lage druk of een ijsprop (indien een ijsprop is gevormd, zal de circulatiepomp (35) van het bronsysteem warmlopen). toring in de circulatiepomp bronsysteem (35). Door ijs verstopte verdamper vanwege te lage concentratie antivries. Lekkage in bronsysteem of in verdamper. -BRO IVEA- 1.0 Bron niveau (accessoire) Geeft aan dat het niveau of de druk in het bronsysteem laag is. De compressor wordt geblokkeerd en de schakelt over op bedrijfsstand met elektrische bijverwarming. Er wordt geen warmtapwater geproduceerd. Dit kan worden veroorzaakt door bijv.: Lekkage in bronsysteem. Alarm motor bev Wordt weergegeven als de motorbeveiliging voor de compressor is geactiveerd. De compressor wordt geblokkeerd en de schakelt over op bedrijfsstand met elektrische verwarmde ketel. Er wordt geen warmtapwater geproduceerd. Dit kan worden veroorzaakt door bijv.: Faseuitval vanwege doorgeslagen zekeringen. Foutief ingestelde motorbeveiliging, losse bedrading in warmtepomp. losse of niet goed aangedraaide contacten. -- ALARM BRO Alarm bron Wordt weergegeven als de retourtemperatuur lager is dan de ingestelde waarde in menu 5.1. Fabrieksinstelling -8. Wordt niet aangegeven als menu 5.2 is ingesteld op automatisch terugschakelen JA. De compressor wordt geblokkeerd en de schakelt over op bedrijfsstand met elektrische bijverwarming. Er wordt geen warmtapwater geproduceerd. Dit kan worden veroorzaakt door bijv.: Lage doorstroming in het bronsysteem. Temperatuurvoeler beschadigd/ontbreekt. Lucht in de bodemcollector. Indien de bedrijfsstoring niet kan worden verholpen aan de hand van het bovenstaande, moet de installateur worden geraadpleegd.

61 Maatregelen in geval van bedrijfsstoringen 59 Alarmindicaties op de display De volgende voeleralarms schakelen de besturingsfunctie van de voelers uit. Verhelp de storing en reset het alarm door de warmtepomp gedurende enkele seconden uit te schakelen en deze vervolgens weer te starten. --BITEVOELER Buitenvoeler Deze informatie wordt weergegeven als de buitenvoeler niet is aangesloten. Kabelbreuk, niet aangesloten of voeler defect. --COD.ALARM Cond.alarm Deze informatie wordt weergegeven als de meetwaarde op de temperatuurvoeler van de vloeistofleiding ontbreekt. Breuk in kabel naar temperatuurvoeler vloeistofleiding. -ALARM FLOW ZWEMBAD EOR- 1.0 Zwembad sensor Deze informatie wordt weergegeven als Zwembadsturing in menu op Aan is gezet en geen voeler is aangesloten. Kabelbreuk, niet aangesloten of voeler defect. --RETORVOELER Retourvoeler Deze informatie wordt weergegeven als de retourvoeler niet is aangesloten. Kabelbreuk, niet aangesloten of voeler defect. Alarm Flow Deze informatie wordt weergegeven als de meetwaarde op aanvoerleidingstemperatuurvoeler ontbreekt. Breuk in kabel naar aanvoerleidingstemperatuurvoeler. -ALARM FLOW Alarm Flow Deze informatie wordt weergegeven als de meetwaarde op aanvoerleidingstemperatuurvoeler 2 ontbreekt. Breuk in kabel naar aanvoerleidingstemperatuurvoeler 2 (shuntgroep 2). COD. ALARM ALARM TAPW Alarm tapw. Deze informatie wordt weergegeven als er een fout in de warmtapwatertemperatuurvoeler is geregistreerd. De draait alleen gedwongen voor warmtapwaterproductie en automatisch bedrijf wordt ingeschakeld. Het alarm kan worden veroorzaakt door bijv.: Defecte voeler of breuk in de voelerkabel. Cond. alarm Deze informatie wordt weergegeven in geval van een storing bij de sensor (141) tussen de condensor en het verwarmingselement. KETELTEMPERATR- VOELER 1.0 Keteltemperatuurvoeler Deze informatie wordt weergegeven als aansluitoptie 3 is geselecteerd en: Boilervoeler is defect/niet aangesloten of er zit een breuk in de kabel naar de boilervoeler. Indien de bedrijfsstoring niet kan worden verholpen aan de hand van het bovenstaande, moet de installateur worden geraadpleegd.

62 60 Maatregelen in geval van bedrijfsstoringen De volgende alarmen worden automatisch gereset als de temperatuur met 2 C is gestegen/gedaald: Alarmindicaties op de display HOGE RETORTEMP. 1.0 Hoge retourtemp Deze informatie wordt weergegeven als de retourtemperatuurvoeler op het CV-systeem een hogere waarde meet dan wat er in menu 2.7 is ingesteld of tijdens het verwarmen een temperatuur van meer dan 58 C meet op de retourleiding. HOGE TEMP. CV 1.0 Hoge temp. cv Deze informatie wordt weergegeven als de temperatuur van de aanvoertemperatuur tussen de condensor en het verwarmingselement oploopt tot 65 C of meer. Indien de bedrijfsstoring niet kan worden verholpen aan de hand van het bovenstaande, moet de installateur worden geraadpleegd.

63 Maatregelen in geval van bedrijfsstoringen 61 In geval van onjuiste werking van de warmtepomp of in geval van een bedrijfsstoring moeten allereerst onderstaande punten worden gecontroleerd: Oorzaak: Maatregel: Oorzaak: Lage ruimtetemperatuur Maatregel: Compressor en/of elektrisch bijverwarming (accessoire) werken niet. Controleer en vervang evt. defecte groep- en hoofdzekeringen. De compressor werkt niet vanwege een te laag ingestelde waarde voor de stooklijn. Controleer en verhoog eventueel Verschuiving stooklijn (draaiknop op voorpaneel) of tooklijn. Lage temperatuur of geen warmtapwater Oorzaak: Maatregel: Oorzaak: Maatregel: Grote hoeveelheid warmtapwater afgenomen. Wacht tot het warmtapwaterreservoir weer op temperatuur is gekomen. Compressor en/of elektrisch verwarmingselement werken niet. Controleer en vervang evt. defecte groep- en hoofdzekeringen. Oorzaak: Maatregel: Mogelijk is de aardlekschakelaar uit- Oorzaak: gevallen. Maatregel: De compressor staat stil vanwege een doorgeslagen overhittingsbeveiliging. a enkele uren afkoelen zal een automatische reset plaatsvinden. Reset de aardlekschakelaar. Indien de aardlekschakelaar herhaaldelijk de stroom onderbreekt, moet u een elektrotechnisch installateur raadplegen. Oorzaak: Maatregel: Oorzaak: Maatregel: Te lage instelling starttemperatuur voor besturingssysteem. tarttemperatuur opnieuw instellen, in menu 1.4. Mogelijk is de aardlekschakelaar uitgevallen. Reset de aardlekschakelaar. Indien de aardlekschakelaar herhaaldelijk de stroom onderbreekt, moet u een elektrotechnisch installateur raadplegen. Oorzaak: Maatregel: Hoge ruimtetemperatuur Onjuiste instelling van de tooklijn en/of Verschuiving stooklijn. tarttemperatuur opnieuw instellen. LET OP! De FIGHTER1120 kan externe cvketels, elementen etc. sturen. Deze schakelingen en instellingen moet gecontroleerd en getest worden. Indien de bedrijfsstoring niet kan worden verholpen aan de hand van het bovenstaande, moet de installateur worden geraadpleegd.

64 Voor het vervangen van de circulatiepomp van het bronsysteem, het aandrijfgedeelte of een eventuele reiniging van de pomp, moeten de afsluiters van het bronsysteem worden gesloten. De slang tussen het bovenste gedeelte van de verdamper en de circulatiepomp moet aan verdamperzijde worden losgemaakt. Het losgemaakte slanguiteinde kan nu naar beneden worden gebogen en geleegd in een kleinere opvangbak. Maak daarna de aansluiting naar Bronsysteem in iets los om lucht naar binnen te laten, zodat het bronsysteem van de warmtepomp helemaal kan worden afgetapt. Als het systeem is afgetapt, kunnen de benodigde servicewerkzaamheden worden uitgevoerd. 230V- 50Hz 2.5uF GRDFO 1m(A) P,(W) HEJA PC;0017IB DK IP 44 TF 110 Class H Max. 10bar 62 Maatregelen in geval van bedrijfsstoringen Aftappen, CV-systeem luit de afsluiters van het CV-systeem. Open daarna de aftapafsluiter (76). Er zal nu weinig water naar buiten stromen, maar om het hele systeem af te tappen moet de koppeling van het CV-systeem en de aansluiting met de warmtepomp "CV-aanv" iets worden losgedraaid om lucht in het systeem te laten, zodat al het water naar buiten kan lopen. Wanneer het hele CV-systeem is afgetapt, kunnen de benodigde servicewerkzaamheden worden uitgevoerd. Aftappen, bronsysteem tarthulp circulatiepomp LEK Type P P/: Ontluchtingsschroef Luftningsskruv LET OP! Als men contact opneemt met IBE, dient men steeds het serienummer van her product mee te delen. 16 chakel de uit door de schakelaar (8) in stand 0 te zetten. Verwijder het voorpaneel. Draai de ontluchtingsschroef los met een schroevendraaier. Houd een doek over de heft van de schroevendraaier, aangezien er een bepaalde hoeveelheid warmwater naar buiten kan stromen. chuif een schroevendraaier in de opening en draai de pomprotor rond. Zet de ontluchtingsschroef weer vast. tart de en controleer de werking van de circulatiepomp. Het kan vaak eenvoudiger zijn om de circulatiepomp te starten wanneer de in bedrijf is, met schakelaar (8) in stand 1. Indien de starthulp van de circulatiepomp moet worden uitgevoerd met de in bedrijf, moet u er rekening mee houden dat de schroevendraaier een flinke ruk kan maken wanneer de pomp start. Indien de bedrijfsstoring niet kan worden verholpen aan de hand van het bovenstaande, moet de installateur worden geraadpleegd.

65 Plaats van de componenten V V -8,

66 LEK 64 Plaats van de componenten 3 x 230 V x 400 V

67 LEK LEK Plaats van de componenten De afbeelding toont de warmtepomp plus accessoires kw 3x400 V kw 3x230 V kw 1x230 V LEK kw 3x400 V LEK , 17 kw 3x400 V E K L

68 66 Overzicht van de componenten 1 Automatische zekering 2 EBV-kaart, stuurprint vermogensschakelaar 3 * Thermostaat 4 Aansluiting bronsysteem, brine naar WP 5 Aansluiting bronsysteem, brine naar collector 6 Klemmenstrook, -X6 7 erviceaansluiting, hogedruk 8 chakelaar, Klemmenstrook, binnenkomende elektriciteit, -X9 10 * Magneetrelais, elektrische bijverwarming trap 1 11 tartcondensator, compressor 12 tartrelais 14 Bedrijfscondensor, compressor 15 ** Buitentemperatuurvoeler 16 Circulatiepomp CV-systeem 17 Verdamper 18 Condensor 19 * huttleklep 24 * Elektrisch verwarmingselement 25 * Temperatuurbegrenzer 26 Motorbeveiliging 27 Compressor 29 Relaiskaart met stroomgedeelte 32 Display-eenheid 33 Hoge druk pressostaat 34 Processoreenheid, besturingssysteem 35 Circulatiepomp bronsysteem 41 Lage druk pressostaat 42 erviceaansluiting, lagedruk 48 Expansieventiel 52 ** Veiligheidsafsluiter, bronsysteem 60 EMC-filter 61 Ontstoringscondensator 63 ** Vuilfilter 65 Droogfilter 67 * Magneetrelais, elektrische bijverwarming trap 2 69 Magneetrelais 70 Aansluiting, aanvoer verwarming 71 Aansluiting, retour verwarming 76 Ontluchtingsafsluiter CV-systeem 77 Ontluchtingsafsluiter, bronsysteem 85 ** iveaureservoir 86 Temperatuurvoeler, Bron aan, bronsysteem in 87 Temperatuurvoeler, Bron r, bronsysteem uit 88 Temperatuurvoeler, warmtapwater 89 Temperatuurvoeler, CV-aanv, aanvoer 94 Temperatuurvoeler, CV-r, retour 95 Typeplaatje 96 Typeplaatje koelgedeelte 97 oftstartrelais 100 Draai pot-meter, instelling Zekering 101 Draai pot-meter, instelling Max. elektrisch vermogen 102 Draai pot-meter, Max. keteltemperatuur 110 Temperatuurvoeler, heetgastemp. 111 Temperatuurvoeler, temp. vloeistofl. 112 Temperatuurvoeler, zuiggastemp. 141 Temperatuurvoeler, condensor CV 153 *** Compressorverwarming 164 **** Monitor fasevolgorde 165 *** Klemmenstrook -X221, Compressorverwarming * Accessoires ** Meegeleverd materiaal *** -10, -12, -15, -17 3x400 V **** -15, -17 3x400 V De onderdelenlijst geldt voor alle verschillende types van de warmtepomp. Zie de afzonderlijke afbeeldingen voor de plaats van de componenten.

69 A 1.0 A 1.0 I II III A B I II 50.0 C V a rm va ttentem. p I II III A B I II C V a rm va ttentem. p Afmetingen 67 Afmetingen en aansluitingen Voor de warmtepomp is een vrije ruimte van 800 mm vereist voor servicewerkzaamheden. Rechts van de warmtepomp is een vrije ruimte vereist voor eventuele servicewerkzaamheden

70 LEK LEK 68 et met meegeleverd materiaal 63 LEK Temperatuurvoelers voor CV en boiler Art.-nr Isolatietape Art.-nr LEK Aluminium tape Art.-nr Vuilfilter F ,5 kw 2 (R25) F (kw) 1 (R25) 1 R32) LEK LEK iveaureservoir met veiligheidsventiel Art.-nr. (85) Art.-nr. (52) troomspoelen Art.-nr Hulzen voor voelermontage Art.-nr IBE AB tetemperatur givare Outdoor temperature sensor Aussentemperatur fühler Artikel Buitentemperatuurvoeler Art.-nr LEK Knelkoppelingen F ,5 kw 4 x (ø28 x R25 int.) Art.-nr F (kw) 2 x (ø28 x R25 int.) Art.-nr x (ø35 x R32 int.) Art.-nr

71 GRDFO Type P P/: V- PC;0017IB 50Hz 2.5uF HEJA DK 1m(A) P,(W) IP 44 TF 110 Class H Max. 10bar LEK 10 Accessoires 69 wisselafsluiter VT11 (warmtapwater) Art.-nr Vulset inclusief isolatie Art.-nr (max 10 kw) Art.-nr (max 30 kw) Communicatie-eenheid RC 10 Art.-nr LEK huttleklep Hulprelais HR 10 Art.-nr Ruimtevoeler RG 10 Art.-nr Kamerthermostaat RT 10 Art.-nr LEK C LEK Extra shunt EV 20 Art.-nr Elektrische bijverwarming ET 12 (3- fase) Art.-nr Elektrische bijverwarming ET 121 (1-fase) Art.-nr Pool 11 (zwembad) Art.-nr LEK LEK LEK LEK Afvoerluchtmodule FLM 30/40 Art.-nr iveauschakelaar V 10 Art.-nr PKM Passieve koelmodule PKM 10 (bestemd voor 5-8 kw) Art.-nr PKM 20 (bestemd voor kw) Art.-nr LEK LEK teunenset FLM 30/40 Art.-nr

INSTALLATIE- EN ONDERHOUDSINSTRUCTIES FIGHTER 1140 MOS NL 0903-6 FIGHTER 1140. 230 V, 3 x 230 V, 3 x 400 V LEK

INSTALLATIE- EN ONDERHOUDSINSTRUCTIES FIGHTER 1140 MOS NL 0903-6 FIGHTER 1140. 230 V, 3 x 230 V, 3 x 400 V LEK MO L 0903-6 031095 ITALLATIE- E ODERHODITRCTIE 230 V, 3 x 230 V, 3 x 400 V Algemeen Beknopte productbeschrijving... 2 Tabel met instellingen... 2 ysteembeschrijving Werkingsprincipe... 3 Bedieningspaneel

Nadere informatie

MONTAGE- EN GEBRUIKERSHANDLEIDING FIGHTER 1120 MOS NL 0544-1 511062 FIGHTER 1120 LEK

MONTAGE- EN GEBRUIKERSHANDLEIDING FIGHTER 1120 MOS NL 0544-1 511062 FIGHTER 1120 LEK MO NL 0544-1 511062 R MONTAGE- EN GEBRIKERHANDLEIDING LEK Inhoud 1 Algemeen Korte productbeschrijving... 2 Tabel met instellingen... 2 ysteembeschrijving Werkingsprincipe... 3 Bedieningspaneel Opbouw...

Nadere informatie

INSTALLATIE- EN ONDERHOUDSINSTRUCTIES NIBE FIGHTER V, 3 x 230 V, 3 x 400 V MOS NL FIGHTER LEK.

INSTALLATIE- EN ONDERHOUDSINSTRUCTIES NIBE FIGHTER V, 3 x 230 V, 3 x 400 V MOS NL FIGHTER LEK. MO L 0644-1 031068 ITALLATIE- E ODERHODITRCTIE IBE 230 V, 3 x 230 V, 3 x 400 V Fighter 1220 2 1 Inhoud 1 Algemeen Beknopte productbeschrijving... 2 Tabel met instellingen... 2 ysteembeschrijving Werkingsprincipe...

Nadere informatie

INSTALLATIE- EN ONDERHOUDSINSTRUCTIES MOS NL 0903-6 FIGHTER 1240 031116 NIBE FIGHTER 1240. 230 V, 3 x 230 V, 3 x 400 V LEK

INSTALLATIE- EN ONDERHOUDSINSTRUCTIES MOS NL 0903-6 FIGHTER 1240 031116 NIBE FIGHTER 1240. 230 V, 3 x 230 V, 3 x 400 V LEK MO L 0903-6 031116 ITALLATIE- E ODERHODITRCTIE IBE 230 V, 3 x 230 V, 3 x 400 V 2 1 Inhoud 1 Algemeen Beknopte productbeschrijving... 2 Tabel met instellingen..... 2 ysteembeschrijving Werkingsprincipe...

Nadere informatie

INSTRUCTIES VOOR INSTALLATIE EN ONDERHOUD FIGHTER 1220 PK MOS NL 0613-1 511376 230 V FIGHTER 1220 PK. Fighter 1220 LEK

INSTRUCTIES VOOR INSTALLATIE EN ONDERHOUD FIGHTER 1220 PK MOS NL 0613-1 511376 230 V FIGHTER 1220 PK. Fighter 1220 LEK MO L 0613-1 511376 R ITRCTIE VOOR ITALLATIE E ODERHOD 230 V Fighter 1220 2 1 Inhoud 1 Algemeen Beknopte productbeschrijving... 2 Tabel met instellingen... 2 ysteembeschrijving Werkingsprincipe... 3 Bedieningspaneel

Nadere informatie

MAV XB PKM PKM 10, PKM 20 MONTAGEHANDLEIDING PASSIEVE KOELMODULE PKM 10, PKM 20

MAV XB PKM PKM 10, PKM 20 MONTAGEHANDLEIDING PASSIEVE KOELMODULE PKM 10, PKM 20 MAV 0608-4XB 611249 R 10, 20 MONTAGEHANDLEIDING PASSIEVE KOELMODULE 10, 20 2 Algemeen Met behulp van de koelmodule is het mogelijk om de woning of het gebouw passief te koelen. Via de verticale bodemwisselaar

Nadere informatie

MOS NL FIGHTER 1320 M10455 INSTALLATIE- EN ONDERHOUDSINSTRUCTIES FIGHTER 1320 LEK

MOS NL FIGHTER 1320 M10455 INSTALLATIE- EN ONDERHOUDSINSTRUCTIES FIGHTER 1320 LEK MO L 0648-1 M10455 ITALLATIE- E ODERHODITRCTIE Inhoud Algemeen Beknopte productbeschrijving... 2 Omvang van de installatie- en onderhoudsinstructies... 2 Instellingstabel... 2 ysteembeschrijving Werkingsprincipe...

Nadere informatie

MOS NL 1204-1 F1330 431191 INSTALLATIE- EN ONDERHOUDSINSTRUCTIES NIBE F1330 LEK

MOS NL 1204-1 F1330 431191 INSTALLATIE- EN ONDERHOUDSINSTRUCTIES NIBE F1330 LEK MOS NL 1204-1 F1330 431191 INSTALLATIE- EN ONDERHOUDSINSTRUCTIES NIBE F1330 Inhoud Gebruikershandleiding Algemeen Systeembeschrijving 3 Werkingsprincipe 3 Bedieningspaneel Display 4 Schakelaar 5 Verschuiving

Nadere informatie

MONTAGE- EN GEBRUIKERSHANDLEIDING FIGHTER 1220 MOS NL 0519-1 511061 FIGHTER 1220 LEK

MONTAGE- EN GEBRUIKERSHANDLEIDING FIGHTER 1220 MOS NL 0519-1 511061 FIGHTER 1220 LEK MO L 0519-1 511061 R MOTAGE- E GEBRIKERHADLEIDIG Fighter 1220 Inhoud 1 Algemeen Korte productbeschrijving... 2 Tabel met instellingen... 2 ysteembeschrijving Werkingsprincipe... 3 Bedieningspaneel Opbouw...

Nadere informatie

Verkorte opstart procedure water/water warmtepompen voor het voorverwarmen van de woning/gebouw met het elektrisch verwarmingselement

Verkorte opstart procedure water/water warmtepompen voor het voorverwarmen van de woning/gebouw met het elektrisch verwarmingselement Verkorte opstart procedure water/water warmtepompen voor het voorverwarmen van de woning/gebouw met het elektrisch verwarmingselement Aan de totstandkoming van deze opstartgids is de uiterste zorg besteed.

Nadere informatie

Aandachtspunten F1145 (PC) / F1245 (PC), bijlage bij de schema s.

Aandachtspunten F1145 (PC) / F1245 (PC), bijlage bij de schema s. Aandachtspunten F () / F145 (), bijlage bij de schema s. 1. Zorg voor voldoende ontluchtingsmogelijkheden in zowel - als.. Zorg voor expansiemogelijkheid in zowel - als middels een voldoende groot expansievat.

Nadere informatie

LEGENDA 1145 (PC) / 1245 (PC), / oktober 2010 / zie tevens onze installatie- en onderhoud voorschriften.

LEGENDA 1145 (PC) / 1245 (PC), / oktober 2010 / zie tevens onze installatie- en onderhoud voorschriften. LEGENDA 114 (PC) / (PC), / oktober 010 / zie tevens onze installatie- en onderhoud voorschriften. 1 Buitenvoeler (BT1) op klemmenstrook AA3-X, klem 1 en Ruimtesensor (RTS40) op klemmenstrook AA3 X, klem

Nadere informatie

RVL-I plus warmtepomp combineren met een CV ketel tot een hybride verwarmingssysteem.

RVL-I plus warmtepomp combineren met een CV ketel tot een hybride verwarmingssysteem. RVL-I plus warmtepomp combineren met een CV ketel tot een hybride verwarmingssysteem. Een Ferroli RVL-I plus warmtepomp kan met een gasgestookte Cv-ketel gecombineerd worden tot een zogenaamd hybride verwarmingssysteem

Nadere informatie

Weersafhankelijke regelaar SAM 2200

Weersafhankelijke regelaar SAM 2200 VERWARIGSREGEIG Weersafhankelijke regelaar SA 00 De SA 00 vervangt de SA 003 en de oude modellen SA 83 en SA 83.1 die gebruikt werden voor sturing van mengkranen. O DIP 1 34 Éen enkele regelaar, 6 hydraulische

Nadere informatie

MOS NL 0716-1XB FIGHTER 1330 xxxxxx INSTALLATIE- EN ONDERHOUDSINSTRUCTIES FIGHTER 1330 LEK

MOS NL 0716-1XB FIGHTER 1330 xxxxxx INSTALLATIE- EN ONDERHOUDSINSTRUCTIES FIGHTER 1330 LEK MO L 0716-1XB xxxxxx ITALLATIE- E ODERHODITRCTIE Inhoud 1 Algemeen Beknopte productbeschrijving... 2 Omvang van de installatie- en onderhoudsinstructies... 2 Instellingstabel... 2 ysteembeschrijving Werkingsprincipe...

Nadere informatie

Quick Guide Artel Mono Block schema 1

Quick Guide Artel Mono Block schema 1 Quick Guide Artel Mono Block schema 1 RR Trading 1 van 13 Schema 1 Rev. 03 Inhoud opgave 1. Algemene aandachtspunten... 2 2. Opstelling ruimte... 2 3. Schema 1 verwarmen/koelen... 4 4. Aansluiten Mono

Nadere informatie

MYSON. Kickspace 500, 600 & 800. Installatie-, bedienings- en onderhoudsvoorschriften. Deze instructies dienen bij het toestel bewaard te worden

MYSON. Kickspace 500, 600 & 800. Installatie-, bedienings- en onderhoudsvoorschriften. Deze instructies dienen bij het toestel bewaard te worden MYSON Kickspace 500, 600 & 800 Installatie-, bedienings- en onderhoudsvoorschriften Deze instructies dienen bij het toestel bewaard te worden 1 INHOUDSOPGAVE 1. ALGEMENE INFORMATIE 3 2. ONTWERP CV INSTALLATIE

Nadere informatie

1245 / Schema's

1245 / Schema's 1245 / 1255 - Schema's 12-001 Bodem 12-002 Bodem - serie 12-003 Bodem - parallel 12-004 Bodem - parallel - cvketel 12-005 Bodem - parallel - combiketel 12-006 Bodem - parallel -ketel+boiler 12-007 12-008

Nadere informatie

Espace bedrade regeling (230 volt)

Espace bedrade regeling (230 volt) Espace bedrade regeling (230 volt) Installatiehandleiding klokthermostaat. Espace klokthermostaat De fraai vormgegeven thermostaat is eenvoudig te bedienen met slechts vier toetsen en is standaard reeds

Nadere informatie

Deze pompschakelaar kunnen wij U aanbieden voor 79 gemonteerd en wel. Zie onderstaande beschrijving van deze unieke pompschakelaar

Deze pompschakelaar kunnen wij U aanbieden voor 79 gemonteerd en wel. Zie onderstaande beschrijving van deze unieke pompschakelaar Ingeschreven KVK-maastricht nr.14084548 onder Installatietechniek DWC Schoutens BTW-nr.156857182B01 E mail : its@brunssum.net Web : www.installatietechniekdwcschoutens.nl Deze pompschakelaar kunnen wij

Nadere informatie

MONTAGE- EN GEBRUIKERSHANDLEIDING FIGHTER 1110 MOS NL 0446-1 411736 FIGHTER 1110 -2 2 LEK

MONTAGE- EN GEBRUIKERSHANDLEIDING FIGHTER 1110 MOS NL 0446-1 411736 FIGHTER 1110 -2 2 LEK MOS NL 6-736 MONTAGE- EN GEBUIKESHANDLEIDING - + Algemeen Korte productbeschrijving... Tabel met instellingen... Systeembeschrijving Werkingsprincipe... 3 Voorpaneel Het frontpaneel... Functies... 5 Instelling

Nadere informatie

ETS 12 / 121 Elektrische bijverwarming

ETS 12 / 121 Elektrische bijverwarming MAV NL 0525-1XA R GEBRUIKSAANWIJZING Elektrische bijverwarming Algemeen Warmtepompen zijn er gewoonlijk niet op berekend om in de hele warmtevermogensbehoefte te kunnen voorzien. Tijdens koude dagen is

Nadere informatie

De ET31F (die alleen de vloertemperatuur meet) kan in een andere ruimte geplaatst worden.

De ET31F (die alleen de vloertemperatuur meet) kan in een andere ruimte geplaatst worden. De EasyTemp thermostaat ET31A/AF/F Deze handleiding geldt voor de onderstaande types: Op de doos Model ET31A, ET31AF en ET31F Model ET31A. Thermostaat regelt de ruimte temperatuur. (Niet geschikt voor

Nadere informatie

Techneco ELGA warmtepomp Gebruikershandleiding. Type 3.0

Techneco ELGA warmtepomp Gebruikershandleiding. Type 3.0 Techneco ELGA warmtepomp Gebruikershandleiding Type 3.0 April 2015 INHOUDSOPGAVE 1 Introductie 1 2 Bediening binnenunit 2 3 Thermostaat instellen 3 3.1 Instelling controleren 3 3.2 Koelen of verwarmen

Nadere informatie

Climate Master BQLS. Installatievoorschrift. Brink Climate Systems BV 1

Climate Master BQLS. Installatievoorschrift. Brink Climate Systems BV 1 Climate Master BQLS Installatievoorschrift Lees voor het installeren en gebruiken van het toestel dit installatievoorschrift zorgvuldig door. Bewaar dit installatievoorschrift bij het toestel. Handel altijd

Nadere informatie

1245PC / 1255PC - Schema's

1245PC / 1255PC - Schema's 1245 / 1255 - Schema's 12-001 Bodem Soms kan het schema dat u nodig heeft een combinatie zijn van 2 12-002 Bodem - serie of meer schema's uit deze serie. 12-003 Bodem - parallel (Er zijn veel combinaties

Nadere informatie

LEGENDA 1145 (PC) / 1245 (PC), / oktober 2010 / zie tevens onze installatie- en onderhoud voorschriften.

LEGENDA 1145 (PC) / 1245 (PC), / oktober 2010 / zie tevens onze installatie- en onderhoud voorschriften. LEGENDA 1145 () / (), / oktober 010 / zie tevens onze installatie- en onderhoud voorschriften. 1 Buitenvoeler (BT1) op klemmenstrook AA3-X6, klem 1 en Ruimtesensor (RTS40) op klemmenstrook AA3 X6, klem

Nadere informatie

BASISINSTELLING WARMTEPOMP

BASISINSTELLING WARMTEPOMP BASISINSTELLING WARMTEPOMP 1 2 4 3 Onderdelen 1. GIW-box met TR-10 ruimtethermostaat en regeling aanvoertemperatuur vloerverwarming 2. Drukmeters vloerverwarming en bronnen 3. Afsluiters vloerverwarming

Nadere informatie

Weersafhankelijke regelaar SAM 2100

Weersafhankelijke regelaar SAM 2100 VRWRIGSRGIG Weersafhankelijke regelaar S 1 S 1 e S 1 vervangt de S 1,, 4 en 5 evenals de oude modellen S 81, 81.1, 8, 8.1 en 84. Vervangt eveneens S 83 en 83.1 indien deze niet gebruikt werden voor sturing

Nadere informatie

Aandachtspunten F1145 (PC) / F1245 (PC), bijlage bij de schema s.

Aandachtspunten F1145 (PC) / F1245 (PC), bijlage bij de schema s. Aandachtspunten F (PC) / F14 (PC), bijlage bij de schema s. 1. Zorg voor voldoende ontluchtingsmogelijkheden in zowel - als.. Zorg voor expansiemogelijkheid in zowel - als middels een voldoende groot expansievat.

Nadere informatie

Combi Warmtepomp. type WPU-3 en WPU-5

Combi Warmtepomp. type WPU-3 en WPU-5 Combi Warmtepomp type WPU-3 en WPU-5 Introductie Bij de keus van duurzame techniek in de woningbouw staan comfort, gezondheid en energiebesparing centraal. De warmtepomp van Itho zorgt voor een optimaal

Nadere informatie

1145 / PC- Schema's

1145 / PC- Schema's 1145 / 1155 - - Schema's 11-001 Bodem Soms kan het schema dat u nodig heeft een combinatie zijn van 2 11-002 Bodem - serie of meer schema's uit deze serie. 11-003 Bodem - parallel (Er zijn veel combinaties

Nadere informatie

7 INSTELLING EN AFREGELING

7 INSTELLING EN AFREGELING 7 INSTELLING EN AFREGELING Het functioneren van het toestel is te beïnvloeden door de (parameter)instellingen in de branderautomaat. Een deel hiervan is direct via het bedieningspaneel in te stellen, een

Nadere informatie

Weersafhankelijke regelaar SAM 2100

Weersafhankelijke regelaar SAM 2100 Weersafhankelijke regelaar S 1 e S 1 vervangt de S 1,, 4 en 5 evenals de oude modellen S 81, 81.1, 8, 8.1 en 84. Vervangt eveneens S 83 en 83.1 indien deze niet gebruikt werden voor sturing van mengkranen,

Nadere informatie

Quick Guide Artel Mono Block schema 2 verwarmen/warmwater

Quick Guide Artel Mono Block schema 2 verwarmen/warmwater Quick Guide Artel Mono Block schema 2 verwarmen/warmwater RR Trading B.V. 1 van 17 Schema 2 Rev. 03 Inhoud opgave 1. Algemene aandachtspunten... 2 2. Opstelling ruimte... 2 3. Aansluiten Mono Block warmtepomp...

Nadere informatie

HANDLEIDING QUICKHEAT-FLOOR THERMOSTAAT

HANDLEIDING QUICKHEAT-FLOOR THERMOSTAAT HANDLEIDING QUICKHEAT-FLOOR THERMOSTAAT Technische gegevens: Spanning: 230-240VAC + aarde Frequentie: 50-60Hz Weerstandsbelasting: 16A (3600W-230VAC) Inductieve belasting: 1A IP Waarde: IP21 Aanpassing:

Nadere informatie

Nederland NL. Montage- en bedieningshandleiding. Hybride Hybride uitbreidingspakket Solar

Nederland NL. Montage- en bedieningshandleiding. Hybride Hybride uitbreidingspakket Solar Nederland NL Montage- en bedieningshandleiding Hybride Hybride uitbreidingspakket Solar Geachte klant, hartelijk dank voor uw keuze voor dit hoogwaardige product. Voordat u het systeem in gebruik neemt,

Nadere informatie

Technisch handboek Titano Smart Pro. Ferroli Titano Smart Pro. V5 2019

Technisch handboek Titano Smart Pro. Ferroli Titano Smart Pro. V5 2019 Technisch handboek Titano Smart Pro Technisch handboek Titano Smart Pro (TSP) 1. Algemeen: Afmeting: Gewicht leeg c.a. Voltage Opgenomen vermogen maximaal LxBxH 650x595x1500 (exclusief de stelpoten) 65

Nadere informatie

MGC OpenTherm regelaar

MGC OpenTherm regelaar MOS NL-780-2 MGC 061100 MGC OpenTherm regelaar Montage- en gebruikshandleiding Gebruikte symbolen In dit document worden de volgende symbolen gebruikt: Gevaar voor elektrische spanning! Let op! Gebruikte

Nadere informatie

Systeem kenmerken. Bivalent gas Bivalent elektrisch Zonne bijdrage Circulatienet warm water Opmerkingen. Horizontaal Open met GWS direct op verdamper

Systeem kenmerken. Bivalent gas Bivalent elektrisch Zonne bijdrage Circulatienet warm water Opmerkingen. Horizontaal Open met GWS direct op verdamper Checklist Inspectie en Onderhoud Brine warmtepomp v2.0 Dit document in een handleiding om het eerstelijns onderhoud uit te kunnen voeren op STIEBEL ELTRON warmtepompen. Uitgaande van een vulgewicht

Nadere informatie

Verzamelblad E-aansluitingen SMO 40 met 2040

Verzamelblad E-aansluitingen SMO 40 met 2040 LEK L N 0 PE L N 0 PE PE PE -X -X L N -X0 9 -X -X 0 9 0 9 -X9 L N 0 PE Automatische zekering AA - X klemmenstrook AA Accessoirekaart Klemmenstrook X AA-X AA in 00 buiten unit Verzamelblad E-aansluitingen

Nadere informatie

Aandachtspunten F1145 (PC) / F1245 (PC), bijlage bij de schema s.

Aandachtspunten F1145 (PC) / F1245 (PC), bijlage bij de schema s. Aandachtspunten F (PC) / F (PC), bijlage bij de schema s.. Zorg voor voldoende ontluchtingsmogelijkheden in zowel - als.. Zorg voor expansiemogelijkheid in zowel - als middels een voldoende groot expansievat.

Nadere informatie

Handleiding rookgascondensor INHOUDSOPGAVE: WERKING. 1.1 Algemeen 1.2 Werking INSTALLATIE

Handleiding rookgascondensor INHOUDSOPGAVE: WERKING. 1.1 Algemeen 1.2 Werking INSTALLATIE Handleiding rookgascondensor INHOUDSOPGAVE: WERKING 1.1 Algemeen 1.2 Werking INSTALLATIE 2.1 Aflevering 2.2 Voorschriften 2.3 Opstelling 2.4 Montage beveiligingen 2.5 Montage rookgasafvoer 2.6 Montage

Nadere informatie

Producten. Lucht/water-warmtepomp, verwarmingscapaciteit van 18,2 t/m 31,0 kw/h (A2/W35) Bouwgrootte: Eco-9 t/m 16 LS-T en LS-T/HG

Producten. Lucht/water-warmtepomp, verwarmingscapaciteit van 18,2 t/m 31,0 kw/h (A2/W35) Bouwgrootte: Eco-9 t/m 16 LS-T en LS-T/HG Producten Lucht/water-warmtepomp, verwarmingscapaciteit van 18,2 t/m 31,0 kw/h (A2/W35) Bouwgrootte: Eco-9 t/m 16 LS-T en LS-T/HG Besturingseenheid (standaard) Afstandbediening Ruimtethermostaat 1 Eco-9

Nadere informatie

Itho combi warmtepomp

Itho combi warmtepomp Itho combi warmtepomp type WPU 3i/WPU 5i/WPU 55i/WPU 65i/WPU 75i voor individuele bodemwarmtewisselaar Introductie Bij de keuze voor duurzame techniek in de woningbouw staan comfort, gezondheid en energiebesparing

Nadere informatie

Pellet brander Pell 25 / 40 / 70

Pellet brander Pell 25 / 40 / 70 1 Pellet brander Pell 25 / 40 / 70 De BURNiT Pell is een pellet brander voor cv ketels. De brandstof is houtpellets met 6-8 mm diameter. Een efficiënte verbranding met een lage uitstoot is gegarandeerd.

Nadere informatie

Elektrische installatie instructie

Elektrische installatie instructie Elektrische installatie instructie Danfoss warmtepompen DHP-A DHP-A Inhoudsopgave DHP-A 6, 400V 3N...4 7 DHP-A 8, 400V 3N... 8 11 DHP-A 10, 400V 3N...12 15 DHP-A 12, 400V 3N...16 19 DHP-A Opti 6, 400V

Nadere informatie

BASISINSTELLING WARMTEPOMP De Bloem Fase 1

BASISINSTELLING WARMTEPOMP De Bloem Fase 1 BASISINSTELLING WARMTEPOMP De Bloem Fase 1 1 3 2 Onderdelen 1. GIW-box met TR-10 ruimtethermostaat en regeling aanvoertemperatuur vloerverwarming 2. Drukmeters vloerverwarming en bronnen 3. Afsluiters

Nadere informatie

Weersafhankelijke regelaar SAM 2003

Weersafhankelijke regelaar SAM 2003 Weersafhankelijke regelaar SAM 003 De SAM 003 vervangt de SAM 83 bij sturing van twee gemotoriseerde mengkranen. Gebruik en werking De SAM 003 is geschikt voor warmwaterinstallaties met twee afzonderlijke

Nadere informatie

Service Manual. Comfort System

Service Manual. Comfort System Service Manual Comfort System Elektronische Regeling Het IRC comfortsysteem is voorzien van een elektronische regeling ten behoeve van besturing en bewaking van het toestel. Het toestel is tevens voorzien

Nadere informatie

Techneco Elga. Regeling en Extra s

Techneco Elga. Regeling en Extra s Techneco Elga Regeling en Extra s Versie D7.3 4 maart 2011 Inhoud 1 Regeling... 1 1.1 Algemeen... 1 1.2 Regelstrategie... 1 1.3 Opentherm en aan/uit... 1 1.4 Kamerthermostaat... 1 1.5 Elga of ketel...

Nadere informatie

KICKSPACE 500 DUO GECOMBINEERDE CONVECTOR VOOR WARM WATER C-V MET ELEKTRISCHE VENTILATOR

KICKSPACE 500 DUO GECOMBINEERDE CONVECTOR VOOR WARM WATER C-V MET ELEKTRISCHE VENTILATOR 1371034-01 TM KICKSPACE 500 DUO GECOMBINEERDE CONVECTOR VOOR WARM WATER C-V MET ELEKTRISCHE VENTILATOR INSTALLATIE-, ONDERHOUD EN GEBRUIKSINSTRUCTIES EN TECHNISCHE GEGEVENS LEES DEZE INSTRUCTIES A.U.B.

Nadere informatie

Installatiehandleiding

Installatiehandleiding Installatiehandleiding INLEIDING INLEIDING De buitenvoeler meet de buitentemperatuur en stuurt deze temperatuur door naar het verwarmingssysteem. De temperatuur voor het verwarmingssyteem wordt bepaald

Nadere informatie

I N S T A L L A T I E V O O R S C H R I F T E N CLIMATE MASTER BQLS BEWAREN BIJ HET TOESTEL

I N S T A L L A T I E V O O R S C H R I F T E N CLIMATE MASTER BQLS BEWAREN BIJ HET TOESTEL I N S T A L L A T I E V O O R S C H R I F T E N CLIMATE MASTER BQLS BEWAREN BIJ HET TOESTEL Inhoudsopgave Bladzijde 1 Uitvoering... 1 1.1 Algemeen... 1 1.2 Regelvoorwaarden Climate Master met 4 zones...

Nadere informatie

VH CONTROL THERMOSTAAT METIS

VH CONTROL THERMOSTAAT METIS VH CONTROL THERMOSTAAT METIS HANDLEIDING & INSTRUCTIES 1 INHOUD Algemeen... 3 Belangrijkste functionaliteiten... 3 Belangrijke veiligheidsinformatie... 3 Technische gegevens... 3 Afmetingen... 4 Installatie

Nadere informatie

MONTAGEHANDLEIDING. Kamerthermostaat EKRTWA

MONTAGEHANDLEIDING. Kamerthermostaat EKRTWA MONTAGEHANDLEIDING 1 1 2 2 60 mm/2.36 inch 87 mm/3.43 inch ±1.5 m ±60 inch >0.2 m >8 inch 3 34 mm/1.34 inch 125 mm/4.92 inch 3 De Engelse tekst is de oorspronkelijke versie. Andere talen zijn vertalingen

Nadere informatie

GEBRUIKERSHANDLEIDING

GEBRUIKERSHANDLEIDING GEBRUIKERSHANDLEIDING Warmwater circulatie-unit O DVU 3 kw 230 V INHOUDSOPGAVE Voorwoord pag. 4 Inleiding pag. 5 Technische specificaties pag. 5 Veiligheidsvoorzieningen en instructies pag. 6 Werking van

Nadere informatie

Itho combi warmtepomp

Itho combi warmtepomp Itho combi warmtepomp type WPU 3c/WPU 5c/WPU 55c/WPU 65c/WPU 75c voor collectieve bron Introductie Bij de keuze voor duurzame techniek in de woningbouw staan comfort, gezondheid en energiebesparing centraal.

Nadere informatie

Techneco Elga warmtepomp. Gebruikershandleiding

Techneco Elga warmtepomp. Gebruikershandleiding Techneco Elga warmtepomp Gebruikershandleiding Versie 15.3 Behorende bij firmware versie 15.3 en hoger 28-7-2017 Inhoudsopgave 1 Introductie...1 2 Bediening binnenunit...2 3 Thermostaat instellen...3

Nadere informatie

Zehnder ComfoFond-L Aardwarmtewisselaar met gesloten water-glycolcircuit

Zehnder ComfoFond-L Aardwarmtewisselaar met gesloten water-glycolcircuit Belangrijke eigenschappen Aardwarmtewisselaar voor gebruik in combinatie met balansventilatie-units met warmterecuperatie (type ComfoD 350, 450 en 550 Luxe) Onttrekt energie uit de bodem via ondergrondse

Nadere informatie

Itho Daalderop Energiezuinig en comfortabel klimaatsysteem. uw nieuwe. woning

Itho Daalderop Energiezuinig en comfortabel klimaatsysteem. uw nieuwe. woning Itho Daalderop Energiezuinig en comfortabel klimaatsysteem uw nieuwe woning Water/water warmtepomp: - Verwarming in koude maanden door gebruik van bodemwarmte - Koeling in warme maanden door gebruik van

Nadere informatie

Bedienings- en servicehandleiding

Bedienings- en servicehandleiding Voor de gebruiker Bedienings- en servicehandleiding Kamerthermostaat ModuLine 100 Zorgvuldig lezen vóór bediening en servicewerkzaamheden Beknopt overzicht Beknopt overzicht bedieningsmogelijkheden Legenda

Nadere informatie

TOEPASSING. TECHNISCHE HANDLEIDING AsBN

TOEPASSING. TECHNISCHE HANDLEIDING AsBN TECHNISCHE HANDLEIDING AsBN 1. Externe behuizing 2. Montage plaat 3. Bevestigingsplaat 4. LED display 5. Controle paneel 6. Connectie ruimte thermostaat 7. Verwarmingsvat 8. Isolatie verwarmingsvat 9.

Nadere informatie

2. Installeren. De uitwendige afmetingen van de Climate Master BQLS met 4 zones zonder metrische wartels zijn:

2. Installeren. De uitwendige afmetingen van de Climate Master BQLS met 4 zones zonder metrische wartels zijn: 2.1 Afmetingen De uitwendige afmetingen van de Climate Master BQLS met 4 zones zonder metrische wartels zijn: Lengte 295 mm Breedte 245 mm Diepte 90 mm 6023/A De uitwendige afmetingen van de Climate Master

Nadere informatie

ONDERHOUDSHANDLEIDING

ONDERHOUDSHANDLEIDING ONDERHOUDSHANDLEIDING Danfoss warmtepomp DHP-R Eco VUIFK110 Inhoudsopgave 1 Belangrijke informatie... 4 1.1 Veiligheidsvoorzorgen...4 1.2 Bescherming...4 2 Informatie over uw warmtepomp... 5 2.1 Productbeschrijving...5

Nadere informatie

Stappenplan installeren UMR Vario

Stappenplan installeren UMR Vario Stappenplan installeren UMR Vario stap invullen sl tabbel op blz... 1 begin met het invullen van de tabel in de handleiding. dit geeft een duidelijk overzicht voor de volgende stappen. alle bekabeling

Nadere informatie

Beschrijving: SAM 8.1/2 Tl.Nr.: HOL

Beschrijving: SAM 8.1/2 Tl.Nr.: HOL Beschrijving: SAM 8.1/2 Tl.Nr.: 78327.HOL 070815 1. Toepassing De aansluitmodule SAM 8.1/2 maakt eenvoudige bedrading tussen thermostaten en klokthermostaten mogelijk en de daaraan behorende thermische

Nadere informatie

DE WERKING VAN DE WARMTEPOMP

DE WERKING VAN DE WARMTEPOMP De duurzame energiebron is onuitputtelijk, maar heeft een te laag temperatuurniveau om de CV rechtstreeks op aan te kunnen sluiten. De temperatuur zal dus eerst verhoogd moeten worden, waardoor wij onze

Nadere informatie

Vitocal 200-G. 3.1 Overzicht van de toepassingsvoorbeelden

Vitocal 200-G. 3.1 Overzicht van de toepassingsvoorbeelden Vitocal 200-G.1 Overzicht van de toepassingsvoorbeelden Verwarmingscircuit zonder mengklep, met tapwaterverwarming en koelfunctie natural cooling met NC-Box (met mengklep) via het vloerverwarmingscircuit

Nadere informatie

ZEUS PYRO. Werking volgens onderdruk principe. Rendement 82-90% Geringe afmetingen. Ingebouwde veiligheidskoelspiraal

ZEUS PYRO. Werking volgens onderdruk principe. Rendement 82-90% Geringe afmetingen. Ingebouwde veiligheidskoelspiraal ZEUS PYRO Werking volgens onderdruk principe Rendement 82-90% Geringe afmetingen Ingebouwde veiligheidskoelspiraal Hoogwaardig keramisch vuurbeton LACFIRE 1800/20 SiC Aslade kan geledigd tijdens het verwarmingsbedrijf

Nadere informatie

Quick Guide Artel Mono Block schema 3 verwarmen/warmwater met aanvullend toestel.

Quick Guide Artel Mono Block schema 3 verwarmen/warmwater met aanvullend toestel. Quick Guide Artel Mono Block schema 3 verwarmen/warmwater met aanvullend toestel. RR Trading B.V. 1 van 17 Schema 3 Rev. 03 Inhoud opgave 1. Algemene aandachtspunten... 2 2. Opstelling ruimte... 2 3. Aansluiten

Nadere informatie

Aandachtspunten F1145 (PC) / F1245 (PC), bijlage bij de schema s.

Aandachtspunten F1145 (PC) / F1245 (PC), bijlage bij de schema s. andachtspunten F (PC) / F (PC), bijlage bij de schema s.. Zorg voor voldoende ontluchtingsmogelijkheden in zowel bron- als afgiftesysteem.. Zorg voor expansiemogelijkheid in zowel bron- als afgiftesysteem

Nadere informatie

Aandachtspunten bij de bodem schema s 1345/1355

Aandachtspunten bij de bodem schema s 1345/1355 andachtspunten bij de bodem schema s 1345/1355 1. Ontwerp, installeren en beheer van grondgebonden warmtepompen is onderhevig aan de BL 6000-21 2. Zorg voor voldoende ontluchtingsmogelijkheden in zowel

Nadere informatie

Elektronische kamerthermostaat

Elektronische kamerthermostaat Elektronische kamerthermostaat Gefeliciteerd! U bent in het bezit van de EasyStat, een nieuwe, door Honeywell ontwikkelde kamerthermostaat. Eenvoud en duidelijkheid staan voorop bij deze kamerthermostaat.

Nadere informatie

Installatie instructie

Installatie instructie LUXUS Electronic (KDE, KDE2) ELEKTRISCHE DOORSTROMER VOOR TAPWATER Installatie instructie Rev. 1808GG Inhoudsopgave Inhoudsopgave 1 Veiligheidsinstructies.. 2 Installatie/ montage. 4 Ontluchten 5 Configuratie..

Nadere informatie

Installatievoorschrift CV-regelaar VAG 4000

Installatievoorschrift CV-regelaar VAG 4000 Installatievoorschrift CV-regelaar VAG 4000 Itho bv Adm. de Ruyterstraat 2 3115 HB Schiedam Postbus 21 3100 AA Schiedam T (010) 427 85 00 F (010) 427 89 99 E info@itho.nl I www.itho.nl P544LI4010/0208/MDM

Nadere informatie

P2050 Hybride verdeler

P2050 Hybride verdeler P2050 Hybride verdeler Afbeelding 1: Kunststof verdeler P2050 7 groeps met UMR Vario Algemeen Met het toenemende aantal bivalent/hybride opgestelde combinaties van cv-ketels en duurzame warmteopwekkers

Nadere informatie

worden zo een stabielere temperatuur en een lager energieverbruik verkregen. De vloertemperatuur varieert minder dan +/- 0,3 graden.

worden zo een stabielere temperatuur en een lager energieverbruik verkregen. De vloertemperatuur varieert minder dan +/- 0,3 graden. NL HANDMATIG 1 De garantie is uitsluitend geldig als het product wordt geïnstalleerd en bediend volgens de aanwijzingen in deze handleiding. Dat betekent dat het zeer belangrijk is dat u de handleiding

Nadere informatie

Algemene montage-instructie van het ATON B100RV-VW zonne-energie systeem- VOORL.

Algemene montage-instructie van het ATON B100RV-VW zonne-energie systeem- VOORL. 1 Algemene montage-instructie van het ATON B100RV-VW zonne-energie systeem- VOORL. 1. Algemeen. De basis van het systeem is een 100 liter boiler met daarop gemonteerd een pompunit en een regeling. Deze

Nadere informatie

cenvax Installatiehandleiding BC 130 boilercontrol

cenvax Installatiehandleiding BC 130 boilercontrol cenvax Installatiehandleiding BC 130 boilercontrol cenvax BC 130 boilercontrol Beschrijving De BC 130 is uitgevoerd met een eigen transformator 24 Volt, waardoor in de interne bedrading van de ketel niets

Nadere informatie

Indirecte warmwaterbereider. Modellen: CP- B25 CP- B200

Indirecte warmwaterbereider. Modellen: CP- B25 CP- B200 Indirecte warmwaterbereider Modellen: CP- B25 CP- B200 CP- B50 CP- B250 CP- B75 CP- B00 CP- B0 CP- B50 CP- B125 CP- B400 CP- B150 Installatie- en bedieningsvoorschriften 201.0 1 BESCHRIJVING... 1 2 INSTALLATIEVOORSCHRIFTEN...

Nadere informatie

Gebruiksaanwijzing ALFA-45 Bedien-unit Koel / Ontdooi thermostaat met ventilator sturing.

Gebruiksaanwijzing ALFA-45 Bedien-unit Koel / Ontdooi thermostaat met ventilator sturing. Gebruiksaanwijzing ALFA-45 Bedien-unit Koel / Ontdooi thermostaat met ventilator sturing. VDH doc. 9 Versie: v1. Datum: 1-4- Software: ALFA 45 Doc: DO9.WP8 Bereik: -5/+5 C, uitlezing per 1 C * Installatie.

Nadere informatie

VOS-12035(10L) VOS-12036(36L)

VOS-12035(10L) VOS-12036(36L) Handleiding waterbad VOS-12035(10L) VOS-12036(36L) 1 6 5 4 2 3 Verklaring: 7 8 1. Deksel 1 9 10 11 2. Deksel 2 7. Actuele temperatuur 3. Afdichtringen 8. Ingestelde temperatuur of 4. Aan/Uit schakelaar

Nadere informatie

Wonen in Pijnacker. Comfortabel en duurzaam wonen

Wonen in Pijnacker. Comfortabel en duurzaam wonen Wonen in Pijnacker Comfortabel en duurzaam wonen Toelichting op het klimaatsysteem in de woningen aan de Emmastraat 3 t/m 21 (oneven), Stationsstraat 54 t/m 62a Faunalaan 1 t/m 35 (oneven) Bosmuiszoom

Nadere informatie

1 Inleiding. 1.1 Theta-regelaar. 1.2 Ruimtethermostaat

1 Inleiding. 1.1 Theta-regelaar. 1.2 Ruimtethermostaat Inhoudsopgave 1 Inleiding...2 1.1 Theta-regelaar... 2 1.2 Ruimtethermostaat...2 1.3 Draai-drukknop-Algemeen... 3 1.4 Basisweergave... 3 1.5 Uitzonderlijke weergaven...3 1.6 Instellen van de gewenste dag-ruimtetemperatuur...

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding. Verwarmingswater-doorstroomtoestel. Veiligheidsinstructies. voor de installateur

VIESMANN. Montagehandleiding. Verwarmingswater-doorstroomtoestel. Veiligheidsinstructies. voor de installateur Montagehandleiding voor de installateur VIESMANN Verwarmingswater-doorstroomtoestel Veiligheidsinstructies Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel en materiële

Nadere informatie

Elektrische installatie instructie

Elektrische installatie instructie Elektrische installatie instructie Danfoss warmtepompen DHP-L DHP-L Inhoudsopgave DHP-L 4, 400V 3N...3 5 DHP-L 6, 400V 3N...6 8 DHP-L 8, 400V 3N... 9 11 DHP-L 10, 400V 3N...12 14 DHP-L 12, 400V 3N...15

Nadere informatie

KICKSPACE 500, 600 & 800.

KICKSPACE 500, 600 & 800. REMEHA B.V. Postbus 32, 7300 AA Apledoom T: +31 55 5496969, F: +31 55 5496496, remeha@remeha.com, nl.remeha.com. INSTALLATIE, BEDIENINGS EN ONDERHOUDSVOORSCHRIFTEN. NOVEMBER 2012, VERSIE 5 Product Serienummer:

Nadere informatie

De PS 005 op z'n duimpje kennen

De PS 005 op z'n duimpje kennen De PS 005 op z'n duimpje kennen odule voor de sanitair warmwaterproductie via uw ketel SA V B-6530 HUI Route de Biesme 49 E 071 59 00 39 FAX 071 59 01 61 info@tempolec.be www.tempolec.be B-1090 BRUSSE

Nadere informatie

Gebruikershandleiding

Gebruikershandleiding Gebruikershandleiding EXCLUSIV COMPACT THERMOSTAAT Dit product heeft de volgende eigenschappen: 1) Regeling van de verwarming 2) Eenvoudig te programmeren 3) Twee programma's: programma ingesteld af fabriek

Nadere informatie

Technische handleiding Versie 01/11 SERVER-CONTROL

Technische handleiding Versie 01/11 SERVER-CONTROL Technische handleiding Versie 01/11 SERVER-CONTROL Deze handleiding voor het installeren en bedienen van de server-control zorgvuldig doorlezen en navolgen. Deze handleiding binnen handbereik van de airconditioner

Nadere informatie

Montage- en Inbedrijfname instrukties Infratronic Comfort IR

Montage- en Inbedrijfname instrukties Infratronic Comfort IR Montage- en Inbedrijfname instrukties Infratronic Comfort IR Groepen Regeling Uitvoering Schema-Nr.: 1 Comfort IR 1 Donkerstraler B-6774 2 Comfort IR 2 Donkerstraler B-6775 Let op! De bedrading van deze

Nadere informatie

Gebruikershandleiding Techneco Blomberg warmtepompboiler. Typen: BL 160 BL 200 BL 250 BL 300 E,V,W

Gebruikershandleiding Techneco Blomberg warmtepompboiler. Typen: BL 160 BL 200 BL 250 BL 300 E,V,W Gebruikershandleiding Techneco Blomberg warmtepompboiler Typen: BL 160 BL 200 BL 250 BL 300 E,V,W Voorwoord Geachte klant, Met de Techneco warmtepompboiler heeft u een apparaat aangeschaft, waarmee u de

Nadere informatie

De meest optimale installatie is een zuinige installatie. Daarvoor dienen 3 componenten goed op elkaar te worden afgesteld:

De meest optimale installatie is een zuinige installatie. Daarvoor dienen 3 componenten goed op elkaar te worden afgesteld: Besteco wil aan de hand van een korte, eenvoudige uitleg algemene informatie verstrekken omtrent warmtepompinstallaties en waar de aandachtspunten liggen. De meest optimale installatie is een zuinige installatie.

Nadere informatie

Gebruikers- en service-instructie

Gebruikers- en service-instructie 7163 7600 05/2004 NL(NL) Gebruikers- en service-instructie Kamerthermostaat ModuLine 100 Zorgvuldig lezen voor u de thermostaat gebruikt Beknopt overzicht Beknopt overzicht bedieningsmogelijkheden Pos.

Nadere informatie

Regeling van de varimat WR I.7.3. Systeeminformatie

Regeling van de varimat WR I.7.3. Systeeminformatie Systeeminformatie Bij een gecombineerd vloer- en radiatorverwarmingssysteem is de gemiddelde verwarmingstemperatuur voor de vloerverwarming doorgaans lager dan die voor de radiatoren. In veel gevallen

Nadere informatie

Nederlands Pagina 1-1. Deutsch Seite 2-1. New. Space Saver

Nederlands Pagina 1-1. Deutsch Seite 2-1. New. Space Saver Space Saver Nederlands Pagina 1-1 Deutsch Seite 2-1 New Space Saver Installation Guide Space Saver Installatiehandleiding en Gebruiksaanwijzing Ontdek de verborgen voordelen Wij streven continu naar om

Nadere informatie

Pool & Spa. De Hydro-Pro warmtepompen

Pool & Spa. De Hydro-Pro warmtepompen Pool & Spa Hydro-Pro_warmtepompen_Mertens.indd 1 De Hydro-Pro warmtepompen 3/2/2012 2:49:46 PM Hydro-Pro_warmtepompen_Mertens.indd 2 3/2/2012 2:49:50 PM Efficiënt en economisch De warmte van de buitenlucht

Nadere informatie

Handleiding warmtepomp

Handleiding warmtepomp Handleiding warmtepomp Gebruiker. . Inhoudsopgave De IVT warmtepomp 3 Verwarmen en koelen 3 Hoe wordt de warmtepomp geregeld 3 Kamerthermostaat 4 Stroomstoringen 4 Bedieningspaneel van de warmtepomp 5

Nadere informatie