INSTALLATIE- EN ONDERHOUDSINSTRUCTIES MOS NL FIGHTER NIBE FIGHTER V, 3 x 230 V, 3 x 400 V LEK

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "INSTALLATIE- EN ONDERHOUDSINSTRUCTIES MOS NL 0903-6 FIGHTER 1240 031116 NIBE FIGHTER 1240. 230 V, 3 x 230 V, 3 x 400 V LEK"

Transcriptie

1 MO L ITALLATIE- E ODERHODITRCTIE IBE 230 V, 3 x 230 V, 3 x 400 V

2 2 1

3 Inhoud 1 Algemeen Beknopte productbeschrijving... 2 Tabel met instellingen ysteembeschrijving Werkingsprincipe... 3 Bedieningspaneel Opbouw... 4 itleg... 4 Instellingen Algemeen... 6 Basisinstelling... 6 Wijziging van de ruimtetemperatuur... 6 Instelling aan de hand van diagram... 8 Verschuiving stooklijn Verschuiving stooklijn Verschuiving stooklijn Verwarming... 9 Warm water... 9 Reservestand... 9 Onderhoud... 9 Algemene informatie voor de installateur Transport en opslag Installatie Richtwaarden voor collectoren Inspectie van de installatie Alleen bijverwarming (elektrische boiler) Circulatiepomp koelsysteem Elektrische anode ( ) Aansluiting van de leidingen Algemeen Leidingaansluiting (bronsysteem) Leidingaansluiting (CV-systeem) Veiligheidskleppen Leidingaansluiting (boiler) Vrije koeling Warmteterugwinning ventilatie Grafiek pompcapaciteit, CV-systeem Grafiek pompcapaciteit, bronsysteem Elektrische aansluiting Aansluiting Resetten van max. temp. beveiliging Leveringsaansluiting 230 V Tariefaansluiting 230 V Leveringsaansluiting 230 V -8, Leveringsaansluiting 3 x 230 V Leveringsaansluiting 3 x 400 V Tariefaansluiting 3 x 400 V Max. warmtapwatertemperatuur Max. warmtapwatertemperatuur Tariefsturing en vermogensregeling Externe contacten Aansluiting buitentemperatuurvoeler Alarm/alarmuitgangen oftstartrelais Inbedrijfstelling en inregeling Voorbereiding Vullen en ontluchten van het bronsysteem Bijvullen van het CV-systeem Intern ontluchtingsventiel, aftappunt Inbedrijfstelling en inspectie Rotatiecontrole Bijstellen CV-systeem Bijstellen bronsysteem Aftappen van boiler Bediening Algemeen Menuvergrendeling nel verplaatsen Wijziging van parameters Menustructuur Hoofdmenu s Warmtapwatertemperatuur Aanvoertemperatuur Aanvoertemperatuur systeem Buitentemperatuur Bron in / uit temperatuur Ruimtetemperatuur / instellingen Klok Overige instellingen ervicemenu s Instellingen bijverwarming Bedrijfsinstellingen nelle start TET Geforceerde sturing Alarmlog toringen verhelpen Alarmindicaties op de display Lage temperatuur of geen warmtapwater Lage ruimtetemperatuur Hoge ruimtetemperatuur Aftappen, CV-systeem Aftappen, bronsysteem tarthulp circulatiepomp Plaatsing van de componenten Plaats van de componenten Plaats van de componenten 230 V Plaats van de componenten 230 V -8, Plaats van de componenten 3 x 230 V Plaats van de componenten 3 x 400 V Overzicht van de componenten Overzicht van de componenten Afmetingen Afmetingen en aansluitingen Accessoires et met meegeleverd materiaal Accessoires Technische gegevens Technische gegevens 230 V Technische gegevens 3 x 230 V Technische gegevens 3 x 400 V... 60

4 2 Algemeen Voor een optimaal rendement van de warmtepomp dient u deze Montage- en gebruikershandleiding zorgvuldig door te lezen. De is een combi-warmtepomp voor centrale verwarming en aanmaak van warmtapwater in vrijstaande huizen en eengezinswoningen. Als warmtebron kunnen de bodem, gesteente of meren worden gebruikt. is een in Zweden vervaardigd kwaliteitsproduct met lange levensduur en goede bedrijfszekerheid. Wordt ingevuld door de installateur wanneer de warmtepomp wordt geïnstalleerd Het serienummer (95), moet altijd worden vermeld wanneer u contact opneemt met IBE. - Installatiedatum Corrosiebescherming Roestvrijstaal Koper Installateurs Type bronvloeistof Mengverhouding/vriespunt Actieve boordiepte/collectorlengte Inbedrijfstellingscontrole Temperatuur bronsysteem (in/uit) / Instelling pomp (ominaal temperatuurverschil 2 5 C) Temperatuur CV-systeem (aanvoer/retour) / Instelling pomp (ominaal temperatuurverschil 5 10 C) Instellingen Menu Fabrieks- Positie Fabrieksinstellingen instellingen 1.4 Tapw.tempstart temp Zekering Tapw.temp.stop temp Max. elektrisch vermogen... C 1.6 top temp Xtapwater Max. keteltemp... C (65) 1.8 Interval Xtapwater tooklijn tooklijn verschuiv Aanvoertemp. / min Aanvoertemp / max Retourtemp / max Datum Handtekening

5 ysteembeschrijving 3 Werkingsprincipe De bestaat uit een warmtepomp, een boiler, een elektrische bijverwarming, circulatiepompen en een besturingssysteem. De wordt aangesloten op het bron- en CV-systeem. De warmteopname uit de warmtebron (bodem of meer) geschiedt via een gesloten bronsysteem (bodemcollector), waarin een mengsel van water en antivries circuleert. Grondwater kan ook als warmtebron worden gebruikt, maar dan is een tussenliggende warmtewisselaar vereist. Het bronwater of de brine (water/glycol) draagt in de verdamper van de warmtepomp energie over aan het koelmiddel, dat hierbij verdampt om daarna te worden gecomprimeerd in de compressor. Het koelmiddel, waarvan de temperatuur nu is toegenomen, wordt naar de condensor geleid, waar het zijn energie aan het CV-systeem en eventueel aan de boiler afgeeft. Achter de condensor zit een ingebouwde elektrische bijverwarming, die kan worden ingeschakeld als het systeem een ontoereikende hoeveelheid warmte levert. Warmte aanvoer Värme CV fram Warmtapwater VV KV Koudwater Verwarming Värme retour retur CV Het CV-systeem en het warmtapwatersysteem moeten volgens de geldende regels met de benodigde veiligheidsuitrusting worden uitgerust. Varmvattenberedare Boiler Dubbele Dubbelmantel Bronsysteem Köldbärare (KB) aanvoer (KB) in Vä Wisselventiel x l Circulatiepomp Köldbärarpump bronsysteem Bronsysteem Köldbärare (KB) (KB) retour ut Värmebärare CV-ysteem (VB),, fra aanvoer m Värmebärare CV-ysteem (VB) (VB),, retu retour r Elkassett Elektrische bijverwarming Värmebära Circulatiepomp r - pump CV-systeem Verdamper Förångare Koelmodule K ylmodu l K Condensor r K Compressor r Expansionsventil Expansieventiel

6 4 Bedieningspaneel Opbouw Display B A I II III A B I II 50.0 C Varmvattentemperatur 1.0 P Toetsen links D F Toetsen rechts C tatuslamp A chakelaar Verschuiving stooklijn E itleg A B A chakelaar met drie standen : 1 ormale stand. Alle bedieningsfuncties ingeschakeld. z 0 Warmtepomp geheel uitgeschakeld. Reservestand. Alleen circulatiepomp en stap 2 van de elektrische bijverwarming in bedrijf. De schakelaar mag niet in stand 1 of worden gezet voordat de CV en de boiler zijn gevuld. Display Eerste regel: Compressorsymbool wordt weergegeven als de compressor in bedrijf is. A B I II ymbool extra warmtapwater Wordt weergegeven op het moment dat de warmtepomp het water verwarmt. A wordt weergegeven als de temperatuurverhoging is ingeschakeld. B wordt weergegeven als tijdsafhankelijke temperatuurverhoging is ingeschakeld, bijv. periodiek. ymbool circulatiepomp. I wordt weergegeven als de CV circulatiepomp in bedrijf is. II Wordt weergegeven als CV circulatiepomp 2 in bedrijf is (uitbreiding EV 21 vereist). I II III ymbool bijverwarming Wordt weergegeven als het elektrische verwarmingselement is ingeschakeld. De streepjes geven aan welke vermogenstrap( pen) er momenteel is/zijn ingeschakeld. I tap 1 is ingeschakeld. II tap 2 is ingeschakeld. I II tap 1+2 zijn ingeschakeld. ymbool verwarmingssysteem wordt weergegeven als het huis wordt verwarmd. Tweede regel: Waarde huidige parameter. Derde regel: Beschrijving van huidige weergaveparameter. ormaal gesproken wordt de warmtapwatertemperatuur weergegeven.

7 Bedieningspaneel 5 B C P Display Vierde regel: Geeft menunummer, knopvergrendeling, kloksymbool en tijd weer In de hoofdmenu s kan de knopvergrendeling worden geactiveerd door tegelijkertijd de plus- en de minknop in te drukken. Er verschijnt dan een sleutelsymbool op de display. Het uitschakelen doet u op dezelfde manier. Het symbool wordt zichtbaar als er een timer-functie is geselecteerd, bijvoorbeeld periodieke verlaging van de aanvoer of tijdinstelling voor extra warmtapwater. Zwembadverwarming tatuslamp Extra warmtapwater Met deze knop activeert u de functie Extra warmtapwater. De wijziging hoeft niet te worden bevestigd met de enterknop. A: betekent dat de wamtapwatertemperatuur wordt verhoogd naar 60 C (instelbaar). Vervolgens wordt teruggeschakeld naar de normale temperatuur. Als A brandt, is de functie actief. Als A uitgaat, is de functie niet actief. Eén keer drukken geeft 3 uur extra warmtapwater. Twee keer drukken geeft 6 uur extra warmtapwater. Drie keer drukken geeft 12 uur extra warmtapwater. Vier keer drukken geeft 24 uur extra warmtapwater. Met vijf keer drukken schakelt u de functie uit. D Tijdens normaal bedrijf is de statuslamp groen. Bij een alarm is de statuslamp rood. Toetsen links Geen functie. Bedrijfsstand Met deze knop stelt u de gewenste bedrijfsstand in voor het toestaan- /blokkeren van de circulatiepomp of de elektrische bijverwarmingsenergie. De wijziging hoeft niet te worden bevestigd met de enter-knop. Dit zijn de verschillende bedrijfsstanden: Automatische stand: De selecteert automatisch de gewenste bedrijfsstand op basis van de buitentemperatuur. De circulatiepomp en het elektrische verwarmingselement mogen ingeschakeld zijn als dat nodig is. Zomerstand: Alleen aanmaak van warmtapwater met de. De circulatiepomp (CV) en het elektrische verwarmingselement zijn geblokkeerd. Bij inschakeling van Extra warmtapwater kan het verwarmingselement echter worden ingeschakeld. Lente-/herfststand: Verwarming en aanmaak van warmtapwater met de. De circulatiepomp is in bedrijf. Elektrisch verwarmingselement is uitgeschakeld. Bij inschakeling van Extra warmtapwater kan het verwarmingselement echter worden ingeschakeld. Alleen bijverwarming: Compressor en circulatiepomp bronsysteem geblokkeerd. De functie kan worden in-/uitgeschakeld door 7 seconden op de bedrijfsstandknop te drukken. Bij een druk op de knop wordt de huidige bedrijfsstand op de display weergegeven. Door vaker op de knop te drukken, wijzigt u de stand. Als de enter-knop wordt ingedrukt, schakelt de display terug naar de normale weergavestand. In de alarmstand schakelt de bedrijfsstand naar de winterstand en wordt de bijverwarming ingeschakeld. E F Verschuiving stooklijn Met deze knop wijzigt u de parallelverschuiving van de stooklijn en daarmee de ruimtetemperatuur. Rechtsom draaien betekent een hogere ruimtetemperatuur. Als er aan de knop wordt gedraaid, verschijnt menu 2.0 op de display en wordt de waarde voor de berekende aanvoertemperatuur gewijzigd. Toetsen rechts Plusknop Met deze knop bladert u door het menu (naar voren) of verhoogt u de waarde van de geselecteerde parameter. Zie het hoofdstuk Bediening Algemeen. Minknop Met deze knop bladert u door het menu (naar achteren) of verlaagt u de waarde van de geselecteerde parameter. Zie het hoofdstuk Bediening Algemeen. Enter-knop Met deze knop selecteert u een lager menu in het menusysteem, activeert u een parameterwijziging of bevestigt u een parameterwijziging. Zie het hoofdstuk Bediening Algemeen.

8 6 Instellingen Algemeen De temperatuur binnenshuis is afhankelijk van meerdere factoren. Tijdens warme seizoenen zijn de naar binnen stralende zon en de warmteafgifte van in huis aanwezige personen en apparaten voldoende om het huis op temperatuur te houden. Wanneer het buiten kouder begint te worden, moet het verwarmingssysteem worden aangezet. Hoe kouder het buiten wordt, hoe meer warmte de radiatoren/vloerverwarming moeten afgeven. De warmtepomp wordt gestuurd door temperatuurvoelers voor de temperatuur van het in- en uitstromende water van het bronsysteem (collector). Voor de minimale uittredende temperatuur van het bronsysteem kan indien gewenst een waarde worden ingesteld (bijvoorbeeld bij grondwatersystemen). De regeling van de temperatuur van het CV-water, geschiedt volgens het principe stooklijnregeling. Het temperatuurniveau dat nodig is voor verwarming bij een gegeven buitentemperatuur wordt berekend op basis van de buitentemperatuur- en aanvoertemperatuurvoelers. Als optie kunnen ook ruimtetemperatuurvoelers. Als optie kunnen ook ruimtetemperatuurvoelers worden gebruikt ter compensatie van afwijkingen in de ruimtetemperatuur. (Zie menu 6.1 Ruimtecompensatie.) Eerst moet echter de juiste basisinstelling voor de warmtepomp worden ingevoerd, zie hoofdstuk Instellingen Basisinstelling. Basisinstelling tooklijn 2.1 Menu 2.1 tooklijn Verschuiving stooklijn Gebruik voor de basisinstelling menu 2.1 en de knop Verschuiving stooklijn. Indien de ruimtetemperatuur niet naar wens is, kan het nodig zijn het systeem bij te regelen. LET OP! Wacht één dag na elke instelling, zodat de temperaturen de tijd krijgen om zich te stabiliseren. Bijregeling van de basisinstelling. Koude weersomstandigheden Bij een te lage ruimtetemperatuur verhoogt u de waarde tooklijn in menu 2.1 met één stap. 9 Bij een te hoge ruimtetemperatuur verlaagt u de waarde tooklijn in menu 2.1 met één stap. Warme weersomstandigheden Bij een te lage ruimtetemperatuur verhoogt u de instelling Verschuiving, stooklijn met één stap. Bij een te hoge ruimtetemperatuur verlaagt u de instelling Verschuiving, stooklijn met één stap.

9 Wijziging van de ruimtetemperatuur De ruimtetemperatuur handmatig wijzigen. Als u de temperatuur binnenshuis tijdelijk of permanent wilt verhogen of verlagen ten opzichte van de eerdere temperatuur, draait u de knop Verschuiving, stooklijn naar links of rechts. Een tot drie streepjes komen overeen met een wijziging van de ruimtetemperatuur van ongeveer 1 graad. LET OP! Een verhoging van de ruimtetemperatuur kan worden vertraagd door de ruimtethermostaat of de thermostatische radiatorventielen of voor de radiatoren of de vloerverwarming. Deze moeten dan hoger worden ingesteld. Instellingen 7 A I II III A B I II 50.0 C Varmvattentemperatur 1.0 P Verschuiving stooklijn

10 8 Instellingen Instelling aan de hand van diagram De FIGHTER COMBI 1240 is uitgerust met een buitentemperatuurgestuurde verwarmingsregeling. Dit betekent dat de aanvoertemperatuur op basis van de heersende buitentemperatuur wordt geregeld. De verhouding tussen buitentemperatuur en aanvoertemperatuur kan worden ingesteld met behulp van het besturingssysteem, zie hoofdstuk Verwarmingsregeling Basisinstelling. De grafiek is gebaseerd op de voor de woonplaats berekende buitentemperatuur en de berekende aanvoertemperaturen van het verwarmingssysteem. Op het punt waar deze twee waarden elkaar ontmoeten kan de helling van de stooklijn worden afgelezen. Dit kunt u instellen in menu 2.1, tooklijn. A 9 Verschuiving stooklijn 2.1 Menu 2.1 tooklijn Vervolgens wordt de knop Verschuiving stooklijn ingesteld. Een geschikte waarde voor vloerverwarming is -1 en voor een radiatorsysteem -2. I II III A B I II 50.0 C Varmvattentemperatur 1.0 P FRAMLEDIGTEMPERATR AAVOERTEMPERATR + 5 FRAMLEDIGTEMPERATR AAVOERTEMPERATR + 5 C C Verschuiving stooklijn VERCHIVIG FÖRKJTIG TOOKLIJ VÄRMEKRVA (-2) VÄRMEKRVA TOOKLIJ C BITETEMPERATR TETEMPERATR Verschuiving stooklijn 0 VÄRMEKRVA TOOKLIJ C VERCHIVIG FÖRKJTIG BITETEMPERATR TETEMPERATR TOOKLIJ VÄRMEKRVA (0) Verschuiving stooklijn +2 VÄRMEKRVA TOOKLIJ Verschuiving stooklijn FRAMLEDIGTEMPERATR AAVOERTEMPERATR + 5 C VERCHIVIG FÖRKJTIG TOOKLIJ VÄRMEKRVA (+2) C BITETEMPERATR TETEMPERATR

11 Instellingen / Onderhoud 9 Verwarming De regeling van de warmtetoevoer naar het huis vindt plaats volgens de geselecteerde instelling van de stooklijn en verschuiving. a de inregeling wordt het huis voorzien van de juiste hoeveelheid warmte bij de heersende buitentemperatuur. De aanvoertemperatuur vanaf de warmtepomp (menu 2.0) zal rond de theoretisch gewenste waarde schommelen (waarde tussen haakjes op display). Bij een ondertemperatuur berekent het besturingssysteem een tekort in de vorm van graadminuten. Dit betekent dat de inschakeling van de warmtepomp eerder plaatsvindt. Hoe groter de ondertemperatuur, des te hoger is de warmteproductie. De warmteproductie heeft 4 trappen, één voor de warmtepomp en drie voor het elektrische verwarmingselement. Warm water Indien er warmtapwater wordt gevraagd, geeft de warmtepomp voorrang aan deze vraag en schakelt over op de stand voor warmtapwater met het volledige vermogen. In deze stand zal er geen warmteproductie voor de CV plaatsvinden. De maximale tijd voor de aanmaak van warmtapwater is instelbaar in menu 1.3. Vervolgens wordt er gedurende de resterende periode warmte geproduceerd voor de centrale verwarming (dit kan worden ingesteld in menu 1.2) voordat er eventueel weer warmtapwater kan worden aangemaakt. Indien het elektrische verwarmingselement is ingeschakeld voor de aanmaak van warmtapwater, blijft deze tijdens de warmtapwaterproductie op één vermogenstrap staan. De warmtapwaterproductie zal starten zodra de warmtapwatertemperatuur is teruggelopen tot de ingestelde starttemperatuur (25 50 C), instelbaar in menu 1.4. De warmtapwaterproductie wordt stopgezet als op de warmwatervoeler (88) de gewenste watertemperatuur wordt bereikt (30 60 C), instelbaar in menu 1.5. warmtapwater is ook mogelijk wanneer de warmtepomp het niveau heeft bereikt waarop ruimteverwarming wordt gestopt en de starttemperatuur voor tapwaterverwarming minder is dan 2 C. De bedoeling hiervan is het aantal starts te beperken. In geval van een tijdelijk verhoogde vraag naar warmtapwater kan van de functie Extra WW gebruik worden gemaakt, waarmee de temperatuur kan worden verhoogd tot ca. 70 C gedurende een periode van 3-24 uur (één tot vier keer op toets Extra WW drukken). Als de elektrische bijverwarming inschakelt bij extra warmtapwater, stopt de compressor. De temperatuurwaarde voor het stoppen van de compressor en het inschakelen van de elektrische bijverwarming is instelbaar tussen C in menu 1.7. Reservestand Om ook warmte te kunnen produceren wanneer het bronsysteem is afgesloten of bij service kan de warmtepomp in de reservestand worden gezet, om zodoende alleen het elektrische verwarmingselement voor de ruimteverwarming te gebruiken. In deze stand wordt geen warmtapwater aangemaakt. De compressor en het bronsysteem zijn buiten werking en alleen het CVsysteem en het elektrische verwarmingselement zijn geactiveerd. De temperatuur wordt geregeld door de thermostaat (3). Deze stand wordt geactiveerd door de schakelaar (8) in de stand te zetten. In de reservestand is stap 2 van het electrisch element ingeschakeld. 8 Onderhoud Veiligheidskleppen De veiligheidskleppen voor het verwarmingssysteem en de boiler kunnen bij temperatuurwijzigingen een kleine hoeveelheid water laten ontsnappen. De overloopwaterleidingen van de veiligheidskleppen moeten open en zichtbaar zijn. De veiligheidskleppen moeten regelmatig worden gecontroleerd om verstopping te voorkomen. Dit gebeurt gewoonlijk door de knop van de veiligheidsklep linksom te draaien. Het water moet dan door de veiligheidsklep stromen. De veiligheidsklep moet worden vervangen als dit niet gebeurt. Het uiterlijk en de plaatsing van de veiligheidskleppen zijn per installatie verschillend. Raadpleeg uw installateur voor informatie. 3

12 H M f l o w 49 ( 5 0 C ) H o t w a t e r 51 C R H M f l o w 49 ( 50 C ) H o t w a t e r 51 C R 10 Algemene informatie voor de installateur Transport en opslag De moet rechtopstaand en droog getransporteerd en opgeslagen worden. Tijdens het naar binnen dragen kan de echter voorzichtig op de achterkant worden neergelegd. Bij grondwarmte moet de slang op een diepte van ongeveer 1 meter worden aangebracht en moet de afstand tussen de slangen minstens 1 meter zijn. Bij meerdere boorgaten dient de afstand tussen de gaten onderling minimaal 15 meter te bedragen. Inspectie van de installatie Volgens de geldende voorschriften moet de cv-ketel aan een controle worden onderworpen, voordat deze in gebruik wordt genomen. Deze controle mag alleen door daartoe bevoegde personen worden uitgevoerd en dient te worden gedocumenteerd. Het bovenvermelde geldt voor gesloten verwarmingssystemen. Wanneer de warmtepomp wordt vervangen, moet de installatie opnieuw worden gecontroleerd. Installatie Alleen bijverwarming (elektrische boiler) Plaats de op een vaste ondergrond, bij voorkeur een betonnen vloer of een betonnen fundament. De moet in een niet-geluidsgevoelige ruimte met de rugzijde tegen een buitenmuur worden gezet om storende geluiden tegen te gaan. Indien dit niet mogelijk is, moet de opstelling aan slaapkamers of andere geluidsgevoelige kamers grenzende muren worden vermeden. In geval van plaatsing tegen een wand die aan een slaapkamer grenst, moet geluidsisolatie worden aangebracht. Laat leidingen zodanig lopen dat ze niet worden bevestigd aan binnenmuren die aan een slaap- of woonkamer grenzen. Richtwaarden voor collectoren Type Bodemwarmte, Bodemwarmte, aanbevolen aanbevolen meters horizontale boordiepte voor een collectorlengte verticale collector (150 mtr.per groep). (max.120 m per boring) m m m m m m m m m m De kan als elektrische verwarmde ketel dienst doen voor verwarming en aanmaak van warmtapwater, bijvoorbeeld zolang de installatie van de collector nog niet gereed is. Zie menu LET OP! electeer uit om de stand alleen bijverwarming uit te schakelen en selecteer de gewenste bedrijfsstand met de knop Bedrijfsstand. Circulatiepomp collectorsysteem De circulatiepomp van het bronsysteem schakelt parallel met de compressor van de warmtepomp. Er is een speciale stand voor continu bedrijf gedurende 10 dagen, waarna automatisch op normaal bedrijf wordt overgeschakeld (deze stand kan worden gebruikt zolang de circulatie nog niet stabiel is en voor het ontluchten). Zie Instellingen, menu Van toepassing op PEM-slang 40 x 2,4 P 6,3. De lengte van de collectorslang varieert en is afhankelijk van de bodemeigenschappen en het verwarmingssysteem, bijvoorbeeld radiatoren of vloerverwarming. De maximum lengte per collector mag niet meer dan 400 m zijn. Bij meerdere collectoren moeten deze parallel worden geschakeld, met een mogelijkheid voor inregeling van de waterdoorstroming.

13 Aansluiting van de leidingen 11 Algemeen Leidingen moeten volgens de geldende voorschriften worden aangesloten. De warmtepomp kan functioneren bij een retourtemperatuur van maximaal 58* C en een aanvoertemperatuur van 70* C vanuit de warmtepomp. De compressor levert maximaal 65* C, de rest wordt verkregen via bijverwarming. * Van toepassing op 5 kw 1-fase, 6 12 kw 3-fasen 3 x 400 V. De overige typen warmtepompen hebben een maximale retourtemperatuur van 50 C en een maximale aanvoertemperatuur vanuit de warmtepomp van ongeveer 60 C. Aangezien de niet is uitgerust met afsluiters, dienen deze afsluiters buiten de warmtepomp te worden gemonteerd om eventuele service te vereenvoudigen. Bij montage van de FLM moeten de leidingen voor het CV-systeem en de boiler plus de eventuele warmtapwatercirculatie via de achterzijde worden aangesloten. De afstand tussen de en de wand moet 50 mm bedragen. LET OP! Voordat de warmtepomp wordt aangesloten, moet het leidingsysteem worden doorgespoeld om te voorkomen dat vervuiling optreedt en componenten beschadigd raken. Leidingaansluiting (bronsysteem) Voor de berekening van de collector moet rekening worden gehouden met de bodemstructuur en het vermogen van de warmtepomp. Tijdens het leggen van de horizontale collectorslang moet ervoor worden gezorgd dat deze voortdurend omhoog loopt naar de warmtepomp. Hierdoor worden luchtbellen in het systeem voorkomen. Indien dit niet mogelijk is, moeten hooggelegen punten van ontluchtingsmogelijkheden worden voorzien. Alle bronleidingen in verwarmde ruimtes moeten tegen condensatie worden geïsoleerd. Het niveaureservoir (K) moet als hoogste punt in het bronsysteem worden geïnstalleerd, op de aanvoerleiding vóór de circulatiepomp van het bronsysteem. Bij het niveaureservoir kan condensvorming optreden. Plaats het reservoir daarom zodanig dat andere apparatuur niet kan worden beschadigd. Indien de temperatuur van het bronsysteem tot onder het vriespunt kan dalen, moet het systeem met (monopropyleen) glycol tegen bevriezing worden beveiligd tot -15 C. Een goede richtwaarde voor het berekenen van het volume is een liter voorgemengd water/glycol mengsel per meter collectorslang (bij gebruik van PEM-slang 40 x 2,4 P 6,3). Op het niveaureservoir moet het type antivriesmiddel dat gebruikt is worden vermeld. Het bronsysteem kan aan de linker- of rechterzijde worden aangesloten. De onderste zijpanelen moeten afhankelijk van de aansluitingen van plaats worden verwisseld. De bijgeleverde aansluitleidingen voor het collector(bron) systeem worden met klemmen bevestigd in de uitgestanste plaatjes, die op de betreffende zijde naar beneden worden gebogen. De meegeleverde afdekplaten worden aan het zijpaneel bevestigd, zie afbeelding Afsluiters moeten zo dicht mogelijk bij de warmtepomp worden gemonteerd. Monteer het bijgeleverde vuilfilter op de retourleiding voor de warmtepomp. Bij een open grondwatersysteem moet er, met het oog op verontreiniging en bevriezingsgevaar van de verdamper, een tussenliggend en tegen bevriezing beveiligd circuit worden geïnstalleerd (bijv.10% monopropyleenglycol). Hiervoor is een extra warmtewisselaar nodig.

14 12 Aansluiting van de leidingen Veiligheidskleppen De veiligheidskleppen moeten een openingsdruk hebben volgens de Technische gegevens en zijn gemonteerd zoals afgebeeld. De volledige lengte van de overloopwaterleiding vanaf de veiligheidskleppen moet hellend zijn om waterzakken te voorkomen en moet ook vorstbestendig zijn. Leidingaansluiting (CV-systeem) Leidingaansluiting (boiler) De leidingaansluitingen op de boiler moeten met alle benodigde afsluiters en inlaatcombinaties worden uitgerust. P EXP F De leidingen voor het verwarmingssysteem moeten aan de bovenzijde worden aangesloten. De benodigde beveiligingen, afsluiters (zo dicht mogelijk bij warmtepomp installeren) en het meegeleverde vuilfilter moet in de retour, voor de condensor worden gemonteerd. Bij aansluiting op een systeem met thermostaatkranen op alle radiatoren moet er een overstortventiel (of buffer) worden gemonteerd of moet er een aantal thermostaatkranen worden verwijderd om voldoende doorstroming te waarborgen. BK/JK K AV ÄV Koelmedium in F KBin KBut Koelmedium uit K F iveaureservoir Vuilfilter Bij installatie van een whirlpool of een andere grote warmtapwaterverbruiker moet de warmtepomp worden uitgebreid met een elektrische boiler. KV VV

15 Aansluiting van de leidingen 13 Vrije koeling De installatie kan uitgerust worden met bijvoorbeeld ventilatorconvectoren om een aansluiting voor vrije koeling mogelijk te maken. Om condensatie te voorkomen, moeten de leidingen en andere koude oppervlakken geïsoleerd worden met dampdicht isolatiemateriaal. Als er veel moet worden gekoeld, is een ventilatorconvector met condensbak en condensafvoer noodzakelijk. Het bronsysteem moet worden voorzien van een expansievat. Het meegeleverde kunststof niveauvaatje kan in deze toepassing niet gebruikt worden. Warmteterugwinning De installatie kan aangevuld worden met de afvoerluchtmodule FLM om warmteterugwinning uit de ventilatielucht mogelijk te maken. Om condensatie te voorkomen, moeten de kanalen en leidingen en andere koude oppervakken geïsoleerd worden met dampdicht isolatiemateriaal. Het bodemcollector(bron)systeem moet worden voorzien van een expansievat. Het bijgeleverde kunststof niveauvat kan niet worden toegepast. Afgevoerde Avluft lucht Ø 160 Ø 160 FLM 30 Afvoerlucht Frånluft Ø Ø Ventilatorconvectors Fläktkonvektor P ÄV P ÄV RV EXP EXP BV Koel medium KBin F Koelmedium uit KBut BV Koelmedium uit Koelmedium KBin F KBut

16 230V- 50Hz 2.5uF GRDFO 1m(A) P,(W) HEJA PC;0017IB DK IP 44 TF 110 Class H Max. 10bar 14 Aansluiting van de leidingen Grafiek pompcapaciteit, CV-systeem (extern beschikbaar) opvoerhoogte Tillgängligt tryck kpa FIGHTER flow Flöde 0,1 0,2 0,3 0,4 0,5 0,6 0,7 l/s opvoerhoogte Tillgängligt tryck kpa , 3 x 230V 6kW FIGHTER flow Flöde 0 0,1 0,2 0,3 0,4 0,5 0,6 0,7 0,8 l/s opvoerhoogte Tillgängligt tryck kpa -6 (3 x 230V 8kW) FIGHTER Flöde flow 0 0 0,1 0,2 0,3 0,4 0,5 0,6 0,7 0,8 0,9 l/s opvoerhoogte Tillgängligt tryck kpa flow Flöde 0 0 0,1 0,2 0,3 0,4 0,5 0,6 0,7 0,8 0,9 1,0 l/s opvoerhoogte Tillgängligt tryck kpa flow Flöde 0 0 0,1 0,2 0,3 0,4 0,5 0,6 0,7 0,8 0,9 1,0 l/s opvoerhoogte Tillgängligt tryck -12 kpa ,2 0,4 0,6 0,8 1,0 1,2 flow Flöde l/s De pomp kan worden bijgesteld de juiste waterflow in te stellen: stand 1, 2 of 3. Type P P/:

17 230V- 50Hz 2.5uF GRDFO 1m(A) P,(W) HEJA PC;0017IB DK IP 44 TF 110 Class H Max. 10bar Aansluiting van de leidingen 15 Grafiek pompcapaciteit, bronsysteem (extern beschikbaar) opvoerhoogte Tillgängligt tryck kpa FIGHTER Flöde flow 0 0 0,1 0,2 0,3 0,4 0,5 0,6 0,7 0,8 l/s opvoerhoogte Tillgängligt tryck kpa , x 230 V 6kW flow Flöde 0 0 0,1 0,2 0,3 0,4 0,5 0,6 0,7 0,8 l/s opvoerhoogte Tillgängligt tryck kpa Flöde flow 0 0 0,1 0,2 0,3 0,4 0,5 0,6 0,7 0,8 0,9 1 l/s FIGHTER (3 x 230V 8kW) opvoerhoogte Tillgängligt tryck (3 x 230V 10kW) kpa Flöde flow 0 0 0,1 0,2 0,3 0,4 0,5 0,6 0,7 0,8 0,9 1 l/s opvoerhoogte Tillgängligt tryck FIGHTER 1135/ kpa Flöde flow 0 0 0,1 0,2 0,3 0,4 0,5 0,6 0,7 0,8 0,9 1 l/s opvoerhoogte Tillgängligt tryck kpa Flöde flow ,1 0,2 0,3 0,4 0,5 0,6 0,7 0,8 0,9 1 l/s 2 1 Type P P/: De pomp kan worden bijgesteld om de juiste waterflow in te stellen: stand 1, 2 of 3 (4) kw 12 kw

18 16 Elektrische aansluiting Aansluiting De moet worden geïnstalleerd via een werkschakelaar met minimaal 3 mm schakelafstand. Ingaande elektriciteit wordt aangesloten op klemmenstrook -X9 via kabeldoorvoer (99) De overige elektrische apparatuur, met uitzondering van de buitensensor en de stroomspoelen, is af fabriek kant-en-klaar aangesloten. Vóór een isolatietest van het pand moet de warmtepomp worden losgekoppeld. De warmtepomp is niet schakelbaar tussen 1-fase en 3-fase en evenmin tussen 3 x 230 V en 3 x 400 V. Indien van een zekeringautomaat gebruik wordt gemaakt, moet deze een motorkarakteristiek D (compressorbedrijf) hebben. Kijk voor de zekeringcapaciteit bij de technische gegevens, Zekering beveiliging. Controleer of de motorbeveiliging (26) is ingesteld op de automatische stand en of de bedrijfsstroom goed is ingesteld, zie technische gegevens, Max. bedrijfsstroom, compressor. Als het pand aardlekschakelaars heeft, moet de warmtepomp van een afzonderlijke aardlekschakelaar worden voorzien. De elektrische installatie moet worden uitgevoerd met toestemming van de energieleverancier en onder toezicht van een erkende elektrotechnische installateur. Elektrische aansluiting De automatische regeling van het verwarmingssysteem, de circulatiepompen en hun kabels zijn intern gezekerd met een automatische zekering (1). LET OP! chakelaar (8) mag niet in stand 1 of worden gezet voordat de boiler en CV zijn gevuld. Anders kan de temperatuurbegrenzer, de thermostaat, de compressor of het elektrisch verwarmingselement beschadigd raken. 5,5 mm 1 mm 99 -X X9 26 Temperatuurbeveiliging De temperatuurbeveiliging (25) onderbreekt de stroomtoevoer naar het elektrische verwarmingselement als de watertemperatuur stijgt tot tussen 90 en 100 C en kan handmatig worden gereset door de knop op de temperatuurbeveiliging in te drukken. Resetten De temperatuurbeveiliging (25) is toegankelijk achter de afdekking voor de rechter elektrische aansluiting. De temperatuurbeveiliging kan worden gereset door de knop ervan hard in te drukken. LET OP! Reset de max. temperatuur beveiliging, deze kan tijdens het transport zijn geactiveerd. LET OP! De elektrische installatie en onderhoud aan elektrische componenten moet volgens de geldende voorschriften worden uitgevoerd (E1010,3140) door een erkend elektrotechnisch installateur. Bij werkzaamheden in de warmtepomp altijd de spanning afschakelen met de hoofdschakelaar en de externe werkschakelaar.

19 Elektrische aansluiting 17 Leveringsaansluiting 230 V V: De warmtepomp moet op klemmenstrook -X9 op 230 V + A worden aangesloten via een elektrische schakelkast voorzien van zekeringen. L PE -X9 Aansluiting bij aflevering 230 V: De warmtepomp moet op klemmenstrook -X9 op 230 V + A worden aangesloten via een elektrische schakelkast voorzien van zekeringen. Leveringsaansluiting 230 V -8, -12 L PE -X9 Aansluiting bij aflevering

20 18 Elektrische aansluiting Leveringsaansluiting 3 x 230 V (alleen voor oorwegen) 3 x 230 V: De warmtepomp moet op klemmenstrook -X9 op 3 x 230 V + A worden aangesloten via een elektrische schakelkast voorzien van zekeringen. L1 L2 L3 PE -X9 Aansluiting bij aflevering Leveringsaansluiting 3 x 400 V + + A De warmtepomp moet op klemmenstrook -X9 op 3 x 400 V + + A worden aangesloten via een elektrische schakelkast voorzien van zekeringen. L1 L2 L3 PE -X9 Aansluiting bij aflevering

21 Elektrische aansluiting 19 Tariefaansluiting 3 x 400 V + + A (blokkeren compressor) Handel als volgt als u een afzonderlijke schakeling wilt voor de compressor en de elektrische bijverwarming om ze afzonderlijke te kunnen schakelen: Verwijder de 3 kabels (met nulnummer 059, 061 en 063) tussen klemmenstrook -X9 en het contact van de compressor (69). luit de voeding rechtstreeks op het magneetrelais aan. Verwijder de 2 doorverbindingen op klemmenstrook -X9 en sluit de regelspanning aan op de klemmen met markering L en. Aansluiting compressor L Aansluiting besturingssysteem 0 L1 L2 L3 PE Aansluiting elektrisch verwarmingselement L1 L2 L3 PE -X9 Aansluiting 69 Tariefaansluiting

22 20 Elektrische aansluiting Max. warmtapwatertemperatuur Boilertemperatuur Knopstand 50 A 55 B 65 C* 70 D 75 E 80 F Het instellen van de verschillende maximale warmtapwatertemperaturen doet u met de knop (102) op de printplaat van de vermogensregeling (2). De instellingen kunnen worden gecontroleerd in menu * Fabrieksinstelling. Instellen vermogen elektrische bijverwarming 230 V Max. elektrisch Elektrisch verwarmings- Knopstand Max. fase (A) Max. fase (A) Max. fase (A) vermogen element, vermogen (kw) A 9,6 17,0 23,5 6 2 B 18,2 25,6 32,1 6 4 C* 26,8 34,2 40,7 6 6 D 35,6 43,0 49,5 3 x 230 V Max. elektrisch Elektrisch verwarming- Knop Max. fase (A) Max. fase (A) Max. fase (A) Max. fase (A) vermogen element, vermogen (kw) stand A 9,5 12,0 14,3 20,0 6 2 B 15,7 18,2 20,5 26,2 6 4 C* 21,9 24,3 26,6 32,3 6 6 D 28,2 30,7 33,0 38,7 3 x 400 V Max. elektrisch Elektrisch verwarmings- Knop Max. fase (A) Max. fase (A) Max. fase (A) Max. fase (A) vermogen element, vermogen (kw) stand A 5,8 7,2 8,0 9,5 9 3 B 10,1 11,5 12,3 13,8 9 6 C* 14,4 15,7 16,6 18,1 9 9 D 18,8 20,2 21,0 22,5 Het instellen van verschillende maximale vermogens doet u met de knop (101) op de kaart van de vermogensregeling (2). De instellingen kunnen worden gecontroleerd in menu * Fabrieksinstelling.

23 Elektrische aansluiting 21 Tariefsturing en vermogensregeling Vermogensregeling LET OP! Geen functie bij 1-fase-installatie. Als er in het pand veel stroomverbruikers zijn ingeschakeld terwijl de elektrische bijverwarming in bedrijf is, bestaat het risico dat de hoofdzekeringen doorslaan. De warmtepomp is voorzien van een ingebouwde vermogensregeling die de (elektrische) stappen van het elektrische verwarmingselement regelt. Als de opgenomen fasestroom zo groot is dat het risico bestaat dat de hoofdzekeringen doorslaan, verlaagt de vermogensregeling het vermogen van de elektrische bijverwarming tot er geen sprake meer is van een dergelijk risico. Als het overige stroomverbruik afneemt, wordt de elektrische bijverwarming weer ingeschakeld. Om de stroom te meten, moeten de los meegeleverde stroomspoelen worden gemonteerd op iedere ingaande fase uit het elektrische net. De installatie van de stroomspoelen kan het best in de meterkast plaatsvinden. luit de stroomspoelen aan op een meeraderige kabel in een behuizing naast de verdeelkast. Gebruik een niet-afgeschermde, meeraderige kabel met minimaal 0,50 mm 2 tussen de behuizing en de warmtepomp. In de warmtepomp wordt de kabel aangesloten op de EBV-kaart op klemmenstrook X1:8 X1:11. X1:11 is de gemeenschappelijke klemmenstrook voor de drie stroomspoelen. De grootte van de hoofdzekering van het pand wordt ingesteld met de knop (100) op de EBV-kaart. De instelling kan worden afgelezen in menu X1 2 Ingaande elektriciteit PE L1 L 2 L 3 Elektrische verdeelkast aar de warmtepomp Centrale vermogensregeling/tariefsturing Bij centrale vermogensregeling of tariefsturing kan worden aangesloten op klemmenstrook X1 van de vermogensregelingsprint (2), die zich achter het bovenste servicepaneel bevindt. Tarief A, elektrisch verwarmingselement afgesloten. luit een potentiaalvrije contact aan op klemmenstrook X1:5 en X1:7. Tarief B, de compressor wordt uitgeschakeld. luit een potentiaalvrij contact aan op klemmenstrook X1:6 en X1:7. Tarief A en tarief B kunnen worden gecombineerd. Een gesloten contact betekent dat het elektrisch vermogen is uitgeschakeld. Buitentemperatuurvoeler Compensatie extern 1 Tarief A Tarief B troomtrafo L1 troomtrafo L2 troomtrafo L3 Badtemperatuur Compensatie extern 2 Druk-/niveauregelaar bronsysteem

24 22 Elektrische aansluiting Externe contacten RG 10, ruimtevoeler voor wijziging van de ruimtetemperatuur Er kan een externe voeler op de worden aangesloten om de aanvoertemperatuur te wijzigen op basis van de gewenste ruimtetemperatuur. De voeler wordt aangesloten op de aansluitingen X1:3, X1:4 en X1:14 op de printkaart van de vermogensregeling (2). De gewenste ruimtetemperatuur wordt ingesteld met de knop op de RG 10 en kan worden afgelezen in menu 6.0. Contact voor activeren van Extra warm tapwater Een externe contactfunctie kan op de worden aangesloten om de functie Tijdelijk extra warmtapwater te activeren. Het contact moet potentiaalvrij zijn en worden aangesloten op klemmenstrook X4:3 en X4:4 van de kaart van de vermogensregeling (2). Als het contact minimaal een seconde wordt gesloten, wordt de functie Tijdelijk extra warmtapwater geactiveerd. a 24 uur wordt automatisch teruggeschakeld naar de eerder ingestelde functie. V 10, druk-/niveau-/stromingsregelaar bronsysteem Als niveauregelaar V 10 (accessoire) nodig is voor de bronsysteeminstallatie, kan deze worden aangesloten op klemmenstrook X1:16 en X1:17. Om de functie actief te maken, moet ook menu , pressostaat bronsysteem, worden gewijzigd in Aan. Het contact moet gesloten zijn onder normale bedrijfsomstandigheden. X1 2 X4 Buitentemperatuurvoeler Compensatie extern 1 Tarief A Extra warmtapwater Tarief B Retourtemp.stookl 2 troomspoel L3 Aanvoertemp stookl. 2 troomspoel L2 Warm water, boven troomspoel L3 Warm water, mantel Zwembadtemperatuur Compensatie extern 2 Retourtemp. CV Druk-/niveauregelaar bronsysteem Aanvoertemp.CV

25 Aansluiting buitentemperatuurvoeler De buitentemperatuurvoeler moet op een beschaduwde plaats aan noord- of noordwestzijde worden geplaatst, zodat de werking ervan niet kan worden verstoord door de ochtendzon. De voeler wordt aangesloten op klemmenstrook X1:1 en X1:2 op de EBV-kaart (2). Gebruik een 2-aderige kabel van minimaal 0,5 mm 2. Indien de draad van de buitentemperatuurvoeler in de nabijheid van een krachtstroomkabel komt te liggen, moet een afgeschermde draad worden gebruikt. Een eventuele kabelbuis dient te worden afgedicht om condensatie in de behuizing van de buitentemperatuurvoeler te vermijden. Elektrische aansluiting 23 Alarm/alarmuitgangen Alarm In de volgende gevallen wordt een hoofdalarm gegeven: De hogedrukpressostaat (HP) is geactiveerd. Wordt aangeduid als HP-alarm. De lagedrukpressostaat (LP) is geactiveerd. Wordt aangeduid als LP-alarm. De schakelaar van de motorbeveiliging (MP) is geactiveerd, wordt aangeduid als MP-alarm. Druk-/niveauregeling bronsysteem (accessoire) wordt aangeduid als druk/niveau bronsysteem. Temp. bronsysteem laag duidt op een lage temperatuur voor het bronsysteem. Wordt niet aangegeven als menu 5.2 is ingesteld op automatisch terugschakelen Aan. Fouten in de temperatuurvoeler in de CV-aanvoer worden aangeduid als Voeleralarm. Fouten in de warmtapwatervoeler worden aangeduid als Voeleralarm. Er is een mogelijkheid voor een centrale toringsmelding door een relaisfunctie op print van de vermogensregeling (2), klemmenstrook X2:1 3. De illustratie toont het relais in de alarmstand. Met de schakelaar (8) in stand 0 of staat het relais in de alarmstand. Buitentemperatuurvoeler X2 X1 oftstartrelais* De is voorzien van een softstartrelais (97) voor het begrenzen van de aanloopstroom van de compressor, zie het hoofdstuk Technische gegevens. De compressor mag niet gedwongen worden gestart met intervallen die korter zijn dan 1 start per 15 minuten. 2 Alarmuitgang, hoofdalarm *Geldt voor 3 x 400 V en 1 x 230 V -8 en -12

26 24 Inbedrijfstelling en inregeling Voorbereiding Voor de inbedrijfstelling moet worden gecontroleerd of het bronsysteem en het CV-systeem zijn gevuld en goed zijn ontlucht. Controleer de afdichting van het leidingsysteem. LET OP! De compressor mag niet gedwongen worden gestart met intervallen die korter zijn dan 1 start per 15 minuten. Vullen en ontluchten van het bronsysteem Bij het vullen van het bronsysteem wordt het water gemengd met antivriesmiddel in een open reservoir. Het mengsel moet bestand zijn tegen bevriezing bij temperaturen tot -15 C. Het bronsysteem wordt gevuld door een vulpomp aan te sluiten. 1. Controleer de afdichting van het bronsysteem. 2. luit de vulpomp en de retourleiding aan op de serviceaansluitingen van het bronsysteem zoals aangegeven in de figuur. 3. luit de afsluiter onder het niveaureservoir. 4. luit de afsluiter tussen de serviceaansluitingen. 5. Open de afsluiters op de serviceaansluitingen. 6. tart de vulpomp en blijf bijvullen totdat vloeistof in de retourleiding terug komt. 7. Zet de schakelaar (8) in stand electeer ervice in menu electeer elektrische verwarming Aan in menu electeer Bronpomp Continu in menu De vulpomp en de circulatiepomp van het bronsysteem zijn nu in bedrijf. De vloeistof moet nu via het mengreservoir circuleren, totdat er vloeistof zonder luchtbelletjes uit de retourslang komt. 11. electeer Intermitterend in menu chakel de vulpomp uit en reinig het vuilfilter. 13. tart daarna de bijvulpomp weer. Open de afsluiter tussen de serviceaansluitingen. 14. luit de afsluiter op de retourleiding van de serviceaansluiting. Zet het systeem onder druk (tot max. 3 bar) met behulp van de bijvulpomp. 15. luit de afsluiter op de serviceaansluiting die zich het dichtst bij het niveaureservoir bevindt. 16. top de bijvulpomp. 17. Vul het niveaureservoir voor ongeveer tweederde met vloeistof. 18. Open de afsluiter onder het niveaureservoir. 19. electeer it in menu electeer de automatische bedrijfsstand met de bedrijfsstandknop. K ÄV tängs Dicht BK / JK AV F Köldbärare Koelmedium (KB) in in Köldbärare Koelmedium (KB) uit ut AVT AVT Aftappen ÄV Veiligheidsafsluiter KV Koudwater K iveaureservoir VV KV Bijvullen van het CV-systeem CV CV aanvoer Värme fram Värme retour retur F Vuilfilter BK bodemcollector JK bron/wisselaar VV Warm water Het CV-systeem moet tot de vereiste druk met water worden gevuld en daarna worden ontlucht. Intern ontluchtingsventiel, aftappunt 77

27 GRDFO Type P P/: V- PC;0017IB 50Hz 2.5uF IP TF Class H Max. 10bar 1m(A) P,(W) HEJA DK Inbedrijfstelling en inregeling Controleer of de temperatuurbegrenzer (25) niet is uitgeschakeld. 2. Zet schakelaar (8) op tel de knop Verschuiving stooklijn zodanig in dat geen verwarming wordt gevraagd. 4. electeer ervice in menu electeer Elektrische verwarming Aan in menu electeer 10 dagen cont. in menu De bronpomp draait 10 dagen onafgebroken en schakelt vervolgens over naar normaal bedrijf. 7. Controleer of de bron- en CV-systeempomp ontlucht zijn. 8. Controleer of de bron- en CV-systeempomp in bedrijf zijn. Breng de pomp zonodig op gang. 9. Controleer of de temperatuur van het bronsysteem in menu 5.0 correspondeert met de temperatuur van de bodem of het gesteente, hetgeen duidt op doorstroming van het bronsysteem. 10. electeer it in menu electeer de lente-/herfststand met de bedrijfsstandknop. 12. tel de knop Verschuiving stooklijn zodanig in dat verwarming wordt gevraagd. De compressor wordt gestart. 13. Als de warmtepomp een -12 3x400V is, moet de rotatierichting bij de inbedrijfstelling van de compressor worden gecontroleerd. Zie het hoofdstuk rotatiecontrole FIGHTER. 14. Lees de temperatuur van het bronsysteem af in menu 5.0 en de oververhittingstemperatuur in menu Wanneer het systeem in balans is, moet het verschil tussen de in-en uitgaande brontemperatuur 2 5 C. Regel de doorstroming met de knop op de circulatiepomp van het bronsysteem (35). Een groot verschil duidt op een lage doorstroming in het bronsysteem. Een klein verschil duidt op een hoge doorstroming in het bronsysteem. De oververhittingstemperatuur in menu 5.13 is bij het inbedrijfstellen erg belangrijk. Deze mag niet beneden de 0 C dalen. Als dit wel gebeurd de warmtepomp direct uitschakelen en opnieuw ontluchten. De pomp kan worden bijgesteld om de doorstroming van het bronsysteem te regelen. De pomp kan worden bijgesteld om de doorstroming van het CVsysteem te regelen. 15. Controleer de Aanvoertemperatuur in menu 2.0 en de Retourtemperatuur in menu 2.7. Wanneer de warmtepomp warmtapwater aanmaakt zonder elektrische bijverwarming moet het verschil tussen deze temperatuurwaarden (bij stooklijnregeling) 5 10 C bedragen. Regel de doorstroming met de knop op de circulatiepomp van het CV-systeem (16). Een groot temperatuurverschil duidt op een lage doorstroming in het CV-systeem. Een klein verschil duidt op een hoge doorstroming in het CVsysteem. 16. tel de datum en tijd in, in menu 7.1 en electeer de automatische bedrijfsstand met de bedrijfsstandknop. Inbedrijfstelling en inspectie 18. tel het besturingssysteem in aan de hand van de behoeften van het pand. Zie het hoofdstuk Instellingen - Verwarmingsregeling. 19. Vul het inbedrijfstellingsrapport op pagina 2 in. Rotatiecontrole F x400 V De compressor in de -12 is van het scrolltype. Deze werkt slechts in één rotatierichting. Door bedrijf in de verkeerde richting kan de compressor beschadigd raken. Controleer de rotatierichting als volgt: Zet de schakelaar op 1. Controleer de heetgastemperatuur in menu De temperatuur moet binnen 30 s. na het starten van de compressor met 10 C toenemen. Als de temperatuur hetzelfde blijft, is de rotatierichting onjuist. Het geproduceerde geluid is ook anders wanneer de rotatierichting onjuist is. - Zet de schakelaar op 0 en schakel de stroomtoevoer uit. - Wissel beide inkomende fasen om op de aansluitstrook voor inkomende elektriciteit, -X9. - Zet de schakelaar op 1 en controleer de rotatie opnieuw. Bijvullen CV-systeem Gedurende de eerste tijd komt er lucht vrij uit het verwarmingswater en het kan nodig zijn om het systeem te ontluchten. Indien er borrelende geluiden bij de circulatiepomp worden waargenomen, kan het nodig zijn om het hele systeem nogmaals te ontluchten. Wanneer het systeem zich heeft gestabiliseerd (juiste druk en alle lucht weg) kan de verwarmingsregeling op de gewenste waarden worden ingesteld. Bijvullen bronsysteem Het vloeistofniveau in het niveaureservoir (85) moet worden gecontroleerd. Indien het niveau is gedaald, moet de afsluiter onder het reservoir worden gesloten. Daarna kan 2/3 er worden bijgevuld via de aansluiting aan de bovenzijde van het niveaureservoir. adat het systeem is bijgevuld, moet de afsluiter weer worden geopend. De druk in het systeem kan worden verhoogd, door de afsluiter op de binnenkomende hoofdleiding dicht te draaien terwijl de circulatiepomp van het bronsysteem (KBP) in bedrijf is en het niveaureservoir (K) open staat, zodat er vloeistof uit het reservoir wordt gezogen. Aftappen van boiler De boiler kan worden afgetapt met behulp van het hevelprincipe. Dit kan worden gedaan door een af-tapafsluiter op de binnenkomende koudwaterleiding te monteren of door een slang in de koudwateraansluiting te stoppen.

28 26 Bediening Algemeen De menustructuur toont alle menu s. Er kunnen drie verschillende soorten menu s worden geselecteerd. ormaal, wat de normale gebruiker nodig heeft. ymbolen Waarde huidige parameter Klok itgebreid, toont alle menu s, met uitzondering van de service-menu s. A I II III A B I II ervice, toont alle menu s, schakelt automatisch terug naar het vorige menuniveau als er 30 minuten niet op een knop is gedrukt. Wijziging van het menutype kan in menu Op de display wordt informatie verstrekt over de bedrijfstoestand van de warmtepomp en de elektrische bijverwarming. ormaal gesproken wordt op de display menu 1.0 getoond. Met de plus- en de minknop en de enterknop kunt u door het menusysteem bladeren en in bepaalde menu s de ingestelde waarde wijzigen. Met de plus-knop bladert u vooruit naar het volgende menu. In het geselecteerde menu kunt u de actuele instelling verlagen. Met de minknop bladert u terug naar het voorgaande menu. In het geselecteerde menu kunt u de actuele instelling verlagen. De enter-knop wordt gebruikt om het gewenste menu of submenu te openen. Daarnaast kunnen parameters gewijzigd of bevestigd worden. Als het menucijfer eindigt op een nul betekent dat dat er een submenu is C Varmvattentemperatur 1.0 P Menunummer Menuvergrendeling Menuvergrendeling Menunaam Om bediening van het menu te vergrendelen, dient u tegelijkertijd de plus- en de minknop in te drukken. Er verschijnt dan een sleutelsymbool op de display. Het uitschakelen doet u op dezelfde manier. Om vanuit de submenu s snel terug te komen in het hoofdmenu kunt u het volgende (gelijktijdig) indrukken: 1. De bedrijfsstandknop nel verplaatsen 2. De Enter-knop LET OP! Zorg ervoor dat de bedrijfsstand niet wordt gewijzigd tijdens het snel verplaatsen.

INSTALLATIE- EN ONDERHOUDSINSTRUCTIES FIGHTER 1140 MOS NL 0903-6 FIGHTER 1140. 230 V, 3 x 230 V, 3 x 400 V LEK

INSTALLATIE- EN ONDERHOUDSINSTRUCTIES FIGHTER 1140 MOS NL 0903-6 FIGHTER 1140. 230 V, 3 x 230 V, 3 x 400 V LEK MO L 0903-6 031095 ITALLATIE- E ODERHODITRCTIE 230 V, 3 x 230 V, 3 x 400 V Algemeen Beknopte productbeschrijving... 2 Tabel met instellingen... 2 ysteembeschrijving Werkingsprincipe... 3 Bedieningspaneel

Nadere informatie

INSTRUCTIES VOOR INSTALLATIE EN ONDERHOUD FIGHTER 1220 PK MOS NL 0613-1 511376 230 V FIGHTER 1220 PK. Fighter 1220 LEK

INSTRUCTIES VOOR INSTALLATIE EN ONDERHOUD FIGHTER 1220 PK MOS NL 0613-1 511376 230 V FIGHTER 1220 PK. Fighter 1220 LEK MO L 0613-1 511376 R ITRCTIE VOOR ITALLATIE E ODERHOD 230 V Fighter 1220 2 1 Inhoud 1 Algemeen Beknopte productbeschrijving... 2 Tabel met instellingen... 2 ysteembeschrijving Werkingsprincipe... 3 Bedieningspaneel

Nadere informatie

MONTAGE- EN GEBRUIKERSHANDLEIDING FIGHTER 1120 MOS NL 0544-1 511062 FIGHTER 1120 LEK

MONTAGE- EN GEBRUIKERSHANDLEIDING FIGHTER 1120 MOS NL 0544-1 511062 FIGHTER 1120 LEK MO NL 0544-1 511062 R MONTAGE- EN GEBRIKERHANDLEIDING LEK Inhoud 1 Algemeen Korte productbeschrijving... 2 Tabel met instellingen... 2 ysteembeschrijving Werkingsprincipe... 3 Bedieningspaneel Opbouw...

Nadere informatie

INSTALLATIE- EN ONDERHOUDSINSTRUCTIES NIBE FIGHTER V, 3 x 230 V, 3 x 400 V MOS NL FIGHTER LEK.

INSTALLATIE- EN ONDERHOUDSINSTRUCTIES NIBE FIGHTER V, 3 x 230 V, 3 x 400 V MOS NL FIGHTER LEK. MO L 0644-1 031068 ITALLATIE- E ODERHODITRCTIE IBE 230 V, 3 x 230 V, 3 x 400 V Fighter 1220 2 1 Inhoud 1 Algemeen Beknopte productbeschrijving... 2 Tabel met instellingen... 2 ysteembeschrijving Werkingsprincipe...

Nadere informatie

MOS NL 1204-1 F1330 431191 INSTALLATIE- EN ONDERHOUDSINSTRUCTIES NIBE F1330 LEK

MOS NL 1204-1 F1330 431191 INSTALLATIE- EN ONDERHOUDSINSTRUCTIES NIBE F1330 LEK MOS NL 1204-1 F1330 431191 INSTALLATIE- EN ONDERHOUDSINSTRUCTIES NIBE F1330 Inhoud Gebruikershandleiding Algemeen Systeembeschrijving 3 Werkingsprincipe 3 Bedieningspaneel Display 4 Schakelaar 5 Verschuiving

Nadere informatie

Verkorte opstart procedure water/water warmtepompen voor het voorverwarmen van de woning/gebouw met het elektrisch verwarmingselement

Verkorte opstart procedure water/water warmtepompen voor het voorverwarmen van de woning/gebouw met het elektrisch verwarmingselement Verkorte opstart procedure water/water warmtepompen voor het voorverwarmen van de woning/gebouw met het elektrisch verwarmingselement Aan de totstandkoming van deze opstartgids is de uiterste zorg besteed.

Nadere informatie

MAV XB PKM PKM 10, PKM 20 MONTAGEHANDLEIDING PASSIEVE KOELMODULE PKM 10, PKM 20

MAV XB PKM PKM 10, PKM 20 MONTAGEHANDLEIDING PASSIEVE KOELMODULE PKM 10, PKM 20 MAV 0608-4XB 611249 R 10, 20 MONTAGEHANDLEIDING PASSIEVE KOELMODULE 10, 20 2 Algemeen Met behulp van de koelmodule is het mogelijk om de woning of het gebouw passief te koelen. Via de verticale bodemwisselaar

Nadere informatie

aanvullende gebruikers handleiding AQUA Plus Versie 131010 - 1 -

aanvullende gebruikers handleiding AQUA Plus Versie 131010 - 1 - aanvullende gebruikers handleiding AQUA Plus Versie 131010-1 - AANVULLENDE HANDLEIDING AQUA PLUS Deze handleiding is uitsluitend ter aanvulling van de handleiding van de Altech Eclips (papieren of DVD

Nadere informatie

BASISINSTELLING WARMTEPOMP

BASISINSTELLING WARMTEPOMP BASISINSTELLING WARMTEPOMP 1 2 4 3 Onderdelen 1. GIW-box met TR-10 ruimtethermostaat en regeling aanvoertemperatuur vloerverwarming 2. Drukmeters vloerverwarming en bronnen 3. Afsluiters vloerverwarming

Nadere informatie

De ET31F (die alleen de vloertemperatuur meet) kan in een andere ruimte geplaatst worden.

De ET31F (die alleen de vloertemperatuur meet) kan in een andere ruimte geplaatst worden. De EasyTemp thermostaat ET31A/AF/F Deze handleiding geldt voor de onderstaande types: Op de doos Model ET31A, ET31AF en ET31F Model ET31A. Thermostaat regelt de ruimte temperatuur. (Niet geschikt voor

Nadere informatie

MYSON. Kickspace 500, 600 & 800. Installatie-, bedienings- en onderhoudsvoorschriften. Deze instructies dienen bij het toestel bewaard te worden

MYSON. Kickspace 500, 600 & 800. Installatie-, bedienings- en onderhoudsvoorschriften. Deze instructies dienen bij het toestel bewaard te worden MYSON Kickspace 500, 600 & 800 Installatie-, bedienings- en onderhoudsvoorschriften Deze instructies dienen bij het toestel bewaard te worden 1 INHOUDSOPGAVE 1. ALGEMENE INFORMATIE 3 2. ONTWERP CV INSTALLATIE

Nadere informatie

INSTALLATIE- EN ONDERHOUDSINSTRUCTIES FIGHTER 1120 MOS NL FIGHTER V, 3 x 230 V, 3 x 400 V LEK

INSTALLATIE- EN ONDERHOUDSINSTRUCTIES FIGHTER 1120 MOS NL FIGHTER V, 3 x 230 V, 3 x 400 V LEK MO L 0645-2 031084 ITALLATIE- E ODERHODITRCTIE 230 V, 3 x 230 V, 3 x 400 V LEK LEK LEK LEK LEK LEK LEK LEK LEK Inhoud 1 Algemeen Beknopte productbeschrijving... 2 Tabel met instellingen... 2 ysteembeschrijving

Nadere informatie

7 INSTELLING EN AFREGELING

7 INSTELLING EN AFREGELING 7 INSTELLING EN AFREGELING Het functioneren van het toestel is te beïnvloeden door de (parameter)instellingen in de branderautomaat. Een deel hiervan is direct via het bedieningspaneel in te stellen, een

Nadere informatie

Aandachtspunten F1145 (PC) / F1245 (PC), bijlage bij de schema s.

Aandachtspunten F1145 (PC) / F1245 (PC), bijlage bij de schema s. Aandachtspunten F () / F145 (), bijlage bij de schema s. 1. Zorg voor voldoende ontluchtingsmogelijkheden in zowel - als.. Zorg voor expansiemogelijkheid in zowel - als middels een voldoende groot expansievat.

Nadere informatie

ONDERHOUDSHANDLEIDING

ONDERHOUDSHANDLEIDING ONDERHOUDSHANDLEIDING Danfoss warmtepomp DHP-R Eco VUIFK110 Inhoudsopgave 1 Belangrijke informatie... 4 1.1 Veiligheidsvoorzorgen...4 1.2 Bescherming...4 2 Informatie over uw warmtepomp... 5 2.1 Productbeschrijving...5

Nadere informatie

GEBRUIKERS- HANDLEIDING

GEBRUIKERS- HANDLEIDING GEBRUIKERS- HANDLEIDING Thermia Comfort Warmtepomp 9 6 8 0-5 6 0 8 7 0 0 1 R e v. 1 Inhoud 1 Belangrijke informatie...............................1 1.1 Veiligheidsvoorzorgen.....................................

Nadere informatie

Quick Guide Artel Mono Block schema 1

Quick Guide Artel Mono Block schema 1 Quick Guide Artel Mono Block schema 1 RR Trading 1 van 13 Schema 1 Rev. 03 Inhoud opgave 1. Algemene aandachtspunten... 2 2. Opstelling ruimte... 2 3. Schema 1 verwarmen/koelen... 4 4. Aansluiten Mono

Nadere informatie

Gebruikershandleiding Techneco Blomberg warmtepompboiler. Typen: BL 160 BL 200 BL 250 BL 300 E,V,W

Gebruikershandleiding Techneco Blomberg warmtepompboiler. Typen: BL 160 BL 200 BL 250 BL 300 E,V,W Gebruikershandleiding Techneco Blomberg warmtepompboiler Typen: BL 160 BL 200 BL 250 BL 300 E,V,W Voorwoord Geachte klant, Met de Techneco warmtepompboiler heeft u een apparaat aangeschaft, waarmee u de

Nadere informatie

Techneco ELGA warmtepomp Gebruikershandleiding. Type 3.0

Techneco ELGA warmtepomp Gebruikershandleiding. Type 3.0 Techneco ELGA warmtepomp Gebruikershandleiding Type 3.0 April 2015 INHOUDSOPGAVE 1 Introductie 1 2 Bediening binnenunit 2 3 Thermostaat instellen 3 3.1 Instelling controleren 3 3.2 Koelen of verwarmen

Nadere informatie

Combi Warmtepomp. type WPU-3 en WPU-5

Combi Warmtepomp. type WPU-3 en WPU-5 Combi Warmtepomp type WPU-3 en WPU-5 Introductie Bij de keus van duurzame techniek in de woningbouw staan comfort, gezondheid en energiebesparing centraal. De warmtepomp van Itho zorgt voor een optimaal

Nadere informatie

HANDLEIDING QUICKHEAT-FLOOR THERMOSTAAT

HANDLEIDING QUICKHEAT-FLOOR THERMOSTAAT HANDLEIDING QUICKHEAT-FLOOR THERMOSTAAT Technische gegevens: Spanning: 230-240VAC + aarde Frequentie: 50-60Hz Weerstandsbelasting: 16A (3600W-230VAC) Inductieve belasting: 1A IP Waarde: IP21 Aanpassing:

Nadere informatie

Gebruikershandleiding

Gebruikershandleiding Gebruikershandleiding EXCLUSIV COMPACT THERMOSTAAT Dit product heeft de volgende eigenschappen: 1) Regeling van de verwarming 2) Eenvoudig te programmeren 3) Twee programma's: programma ingesteld af fabriek

Nadere informatie

Deze pompschakelaar kunnen wij U aanbieden voor 79 gemonteerd en wel. Zie onderstaande beschrijving van deze unieke pompschakelaar

Deze pompschakelaar kunnen wij U aanbieden voor 79 gemonteerd en wel. Zie onderstaande beschrijving van deze unieke pompschakelaar Ingeschreven KVK-maastricht nr.14084548 onder Installatietechniek DWC Schoutens BTW-nr.156857182B01 E mail : its@brunssum.net Web : www.installatietechniekdwcschoutens.nl Deze pompschakelaar kunnen wij

Nadere informatie

Nefit EcomLine HR. Gebruikersinstructie. Nefit houdt Nederland warm

Nefit EcomLine HR. Gebruikersinstructie. Nefit houdt Nederland warm Company name: 70542200 (07/2013) Nefit is een merk van Bosch Thermotechniek B.V. Bosch Thermotechniek B.V.., Postbus 3, 7400 AA Deventer. DealerLine: 0570-67 85 66. Consumenten Infolijn: 0570-67 85 00.

Nadere informatie

Nederland NL. Montage- en bedieningshandleiding. Hybride Hybride uitbreidingspakket Solar

Nederland NL. Montage- en bedieningshandleiding. Hybride Hybride uitbreidingspakket Solar Nederland NL Montage- en bedieningshandleiding Hybride Hybride uitbreidingspakket Solar Geachte klant, hartelijk dank voor uw keuze voor dit hoogwaardige product. Voordat u het systeem in gebruik neemt,

Nadere informatie

Espace bedrade regeling (230 volt)

Espace bedrade regeling (230 volt) Espace bedrade regeling (230 volt) Installatiehandleiding klokthermostaat. Espace klokthermostaat De fraai vormgegeven thermostaat is eenvoudig te bedienen met slechts vier toetsen en is standaard reeds

Nadere informatie

Installatie instructie

Installatie instructie LUXUS Electronic (KDE, KDE2) ELEKTRISCHE DOORSTROMER VOOR TAPWATER Installatie instructie Rev. 1808GG Inhoudsopgave Inhoudsopgave 1 Veiligheidsinstructies.. 2 Installatie/ montage. 4 Ontluchten 5 Configuratie..

Nadere informatie

Techneco Elga. Regeling en Extra s

Techneco Elga. Regeling en Extra s Techneco Elga Regeling en Extra s Versie D7.3 4 maart 2011 Inhoud 1 Regeling... 1 1.1 Algemeen... 1 1.2 Regelstrategie... 1 1.3 Opentherm en aan/uit... 1 1.4 Kamerthermostaat... 1 1.5 Elga of ketel...

Nadere informatie

Handleiding rookgascondensor INHOUDSOPGAVE: WERKING. 1.1 Algemeen 1.2 Werking INSTALLATIE

Handleiding rookgascondensor INHOUDSOPGAVE: WERKING. 1.1 Algemeen 1.2 Werking INSTALLATIE Handleiding rookgascondensor INHOUDSOPGAVE: WERKING 1.1 Algemeen 1.2 Werking INSTALLATIE 2.1 Aflevering 2.2 Voorschriften 2.3 Opstelling 2.4 Montage beveiligingen 2.5 Montage rookgasafvoer 2.6 Montage

Nadere informatie

Bedienings- en servicehandleiding

Bedienings- en servicehandleiding Voor de gebruiker Bedienings- en servicehandleiding Kamerthermostaat ModuLine 100 Zorgvuldig lezen vóór bediening en servicewerkzaamheden Beknopt overzicht Beknopt overzicht bedieningsmogelijkheden Legenda

Nadere informatie

BASISINSTELLING WARMTEPOMP De Bloem Fase 1

BASISINSTELLING WARMTEPOMP De Bloem Fase 1 BASISINSTELLING WARMTEPOMP De Bloem Fase 1 1 3 2 Onderdelen 1. GIW-box met TR-10 ruimtethermostaat en regeling aanvoertemperatuur vloerverwarming 2. Drukmeters vloerverwarming en bronnen 3. Afsluiters

Nadere informatie

GEBRUIKERSHANDLEIDING

GEBRUIKERSHANDLEIDING GEBRUIKERSHANDLEIDING Warmwater circulatie-unit O DVU 3 kw 230 V INHOUDSOPGAVE Voorwoord pag. 4 Inleiding pag. 5 Technische specificaties pag. 5 Veiligheidsvoorzieningen en instructies pag. 6 Werking van

Nadere informatie

LEGENDA 1145 (PC) / 1245 (PC), / oktober 2010 / zie tevens onze installatie- en onderhoud voorschriften.

LEGENDA 1145 (PC) / 1245 (PC), / oktober 2010 / zie tevens onze installatie- en onderhoud voorschriften. LEGENDA 114 (PC) / (PC), / oktober 010 / zie tevens onze installatie- en onderhoud voorschriften. 1 Buitenvoeler (BT1) op klemmenstrook AA3-X, klem 1 en Ruimtesensor (RTS40) op klemmenstrook AA3 X, klem

Nadere informatie

Vitocal 200-G. 3.1 Overzicht van de toepassingsvoorbeelden

Vitocal 200-G. 3.1 Overzicht van de toepassingsvoorbeelden Vitocal 200-G.1 Overzicht van de toepassingsvoorbeelden Verwarmingscircuit zonder mengklep, met tapwaterverwarming en koelfunctie natural cooling met NC-Box (met mengklep) via het vloerverwarmingscircuit

Nadere informatie

Gebruikers- en service-instructie

Gebruikers- en service-instructie 7163 7600 05/2004 NL(NL) Gebruikers- en service-instructie Kamerthermostaat ModuLine 100 Zorgvuldig lezen voor u de thermostaat gebruikt Beknopt overzicht Beknopt overzicht bedieningsmogelijkheden Pos.

Nadere informatie

1245 / Schema's

1245 / Schema's 1245 / 1255 - Schema's 12-001 Bodem 12-002 Bodem - serie 12-003 Bodem - parallel 12-004 Bodem - parallel - cvketel 12-005 Bodem - parallel - combiketel 12-006 Bodem - parallel -ketel+boiler 12-007 12-008

Nadere informatie

Service Manual. Comfort System

Service Manual. Comfort System Service Manual Comfort System Elektronische Regeling Het IRC comfortsysteem is voorzien van een elektronische regeling ten behoeve van besturing en bewaking van het toestel. Het toestel is tevens voorzien

Nadere informatie

ETS 12 / 121 Elektrische bijverwarming

ETS 12 / 121 Elektrische bijverwarming MAV NL 0525-1XA R GEBRUIKSAANWIJZING Elektrische bijverwarming Algemeen Warmtepompen zijn er gewoonlijk niet op berekend om in de hele warmtevermogensbehoefte te kunnen voorzien. Tijdens koude dagen is

Nadere informatie

Installatievoorschrift CV-regelaar VAG 4000

Installatievoorschrift CV-regelaar VAG 4000 Installatievoorschrift CV-regelaar VAG 4000 Itho bv Adm. de Ruyterstraat 2 3115 HB Schiedam Postbus 21 3100 AA Schiedam T (010) 427 85 00 F (010) 427 89 99 E info@itho.nl I www.itho.nl P544LI4010/0208/MDM

Nadere informatie

Weersafhankelijke regelaar SAM 2200

Weersafhankelijke regelaar SAM 2200 VERWARIGSREGEIG Weersafhankelijke regelaar SA 00 De SA 00 vervangt de SA 003 en de oude modellen SA 83 en SA 83.1 die gebruikt werden voor sturing van mengkranen. O DIP 1 34 Éen enkele regelaar, 6 hydraulische

Nadere informatie

MONTAGE- EN GEBRUIKERSHANDLEIDING FIGHTER 1110 MOS NL 0446-1 411736 FIGHTER 1110 -2 2 LEK

MONTAGE- EN GEBRUIKERSHANDLEIDING FIGHTER 1110 MOS NL 0446-1 411736 FIGHTER 1110 -2 2 LEK MOS NL 6-736 MONTAGE- EN GEBUIKESHANDLEIDING - + Algemeen Korte productbeschrijving... Tabel met instellingen... Systeembeschrijving Werkingsprincipe... 3 Voorpaneel Het frontpaneel... Functies... 5 Instelling

Nadere informatie

Gebruiksaanwijzing ALFA-45 Bedien-unit Koel / Ontdooi thermostaat met ventilator sturing.

Gebruiksaanwijzing ALFA-45 Bedien-unit Koel / Ontdooi thermostaat met ventilator sturing. Gebruiksaanwijzing ALFA-45 Bedien-unit Koel / Ontdooi thermostaat met ventilator sturing. VDH doc. 9 Versie: v1. Datum: 1-4- Software: ALFA 45 Doc: DO9.WP8 Bereik: -5/+5 C, uitlezing per 1 C * Installatie.

Nadere informatie

VOS-12035(10L) VOS-12036(36L)

VOS-12035(10L) VOS-12036(36L) Handleiding waterbad VOS-12035(10L) VOS-12036(36L) 1 6 5 4 2 3 Verklaring: 7 8 1. Deksel 1 9 10 11 2. Deksel 2 7. Actuele temperatuur 3. Afdichtringen 8. Ingestelde temperatuur of 4. Aan/Uit schakelaar

Nadere informatie

KICKSPACE 500 DUO GECOMBINEERDE CONVECTOR VOOR WARM WATER C-V MET ELEKTRISCHE VENTILATOR

KICKSPACE 500 DUO GECOMBINEERDE CONVECTOR VOOR WARM WATER C-V MET ELEKTRISCHE VENTILATOR 1371034-01 TM KICKSPACE 500 DUO GECOMBINEERDE CONVECTOR VOOR WARM WATER C-V MET ELEKTRISCHE VENTILATOR INSTALLATIE-, ONDERHOUD EN GEBRUIKSINSTRUCTIES EN TECHNISCHE GEGEVENS LEES DEZE INSTRUCTIES A.U.B.

Nadere informatie

Climate Master BQLS. Installatievoorschrift. Brink Climate Systems BV 1

Climate Master BQLS. Installatievoorschrift. Brink Climate Systems BV 1 Climate Master BQLS Installatievoorschrift Lees voor het installeren en gebruiken van het toestel dit installatievoorschrift zorgvuldig door. Bewaar dit installatievoorschrift bij het toestel. Handel altijd

Nadere informatie

Zehnder ComfoFond-L Aardwarmtewisselaar met gesloten water-glycolcircuit

Zehnder ComfoFond-L Aardwarmtewisselaar met gesloten water-glycolcircuit Belangrijke eigenschappen Aardwarmtewisselaar voor gebruik in combinatie met balansventilatie-units met warmterecuperatie (type ComfoD 350, 450 en 550 Luxe) Onttrekt energie uit de bodem via ondergrondse

Nadere informatie

DE WERKING VAN DE WARMTEPOMP

DE WERKING VAN DE WARMTEPOMP De duurzame energiebron is onuitputtelijk, maar heeft een te laag temperatuurniveau om de CV rechtstreeks op aan te kunnen sluiten. De temperatuur zal dus eerst verhoogd moeten worden, waardoor wij onze

Nadere informatie

Systeem kenmerken. Bivalent gas Bivalent elektrisch Zonne bijdrage Circulatienet warm water Opmerkingen. Horizontaal Open met GWS direct op verdamper

Systeem kenmerken. Bivalent gas Bivalent elektrisch Zonne bijdrage Circulatienet warm water Opmerkingen. Horizontaal Open met GWS direct op verdamper Checklist Inspectie en Onderhoud Brine warmtepomp v2.0 Dit document in een handleiding om het eerstelijns onderhoud uit te kunnen voeren op STIEBEL ELTRON warmtepompen. Uitgaande van een vulgewicht

Nadere informatie

2. Installeren. De uitwendige afmetingen van de Climate Master BQLS met 4 zones zonder metrische wartels zijn:

2. Installeren. De uitwendige afmetingen van de Climate Master BQLS met 4 zones zonder metrische wartels zijn: 2.1 Afmetingen De uitwendige afmetingen van de Climate Master BQLS met 4 zones zonder metrische wartels zijn: Lengte 295 mm Breedte 245 mm Diepte 90 mm 6023/A De uitwendige afmetingen van de Climate Master

Nadere informatie

VH CONTROL THERMOSTAAT METIS

VH CONTROL THERMOSTAAT METIS VH CONTROL THERMOSTAAT METIS HANDLEIDING & INSTRUCTIES 1 INHOUD Algemeen... 3 Belangrijkste functionaliteiten... 3 Belangrijke veiligheidsinformatie... 3 Technische gegevens... 3 Afmetingen... 4 Installatie

Nadere informatie

ONDERHOUDSHANDLEIDING

ONDERHOUDSHANDLEIDING ONDERHOUDSHANDLEIDING DHP-H Opti Pro, DHP-H, DHP-C, DHP-L, DHP A, DHP-AL Navigeer door het menu van de regelaar met: Voor het verhogen of verlagen van de ingestelde waarden gebruikt u: Voor het bijstellen

Nadere informatie

Elektronische kamerthermostaat

Elektronische kamerthermostaat Elektronische kamerthermostaat Gefeliciteerd! U bent in het bezit van de EasyStat, een nieuwe, door Honeywell ontwikkelde kamerthermostaat. Eenvoud en duidelijkheid staan voorop bij deze kamerthermostaat.

Nadere informatie

2HEAT DESIGN: OPBOUW TOUCHSCREEN DESIGN THERMOSTAAT

2HEAT DESIGN: OPBOUW TOUCHSCREEN DESIGN THERMOSTAAT INTRODUKTIE ; De 2HEAT-DESIGN thermostaat is een hoogwaardige hypermoderne opbouw touchscreen thermostaat. De 2HEAT- DESIGN wordt compleet met diverse aluminium frames geleverd, deze zijn eenvoudig naar

Nadere informatie

ONDERHOUDSHANDLEIDING

ONDERHOUDSHANDLEIDING ONDERHOUDSHANDLEIDING DHP-AL Navigeer door het menu van de regelaar met:. Voor het verhogen of verlagen van de ingestelde waarden gebruikt u: Voor het bijstellen van de kamertemperatuur: start door te

Nadere informatie

Nederland - België. Externe display voor het zonneboilersysteem. ZentaSOL. Installatie-, gebruikers- en servicehandleiding M001919-B 300021630-001-D

Nederland - België. Externe display voor het zonneboilersysteem. ZentaSOL. Installatie-, gebruikers- en servicehandleiding M001919-B 300021630-001-D Nederland - België NL Externe display voor het zonneboilersysteem ZentaSOL ZentaSOL Installatie-, gebruikers- en servicehandleiding M001919-B 300021630-001-D Inhoud 1 Inleiding...2 1.1 Toegepaste symbolen...2

Nadere informatie

Handleiding voor installateur

Handleiding voor installateur Handleiding voor installateur Aard-warmtepomp LEK IHB NL 1251-3 431056 Een gedetailleerde uitleg van de toetsfuncties vindt u op pagina 32. Het bladeren door de menu' s en het verrichten van diverse instellingen

Nadere informatie

MS Semen Storage Pro

MS Semen Storage Pro MS Semen Storage Pro 150 4508425 NL MS Semenstorage PRO 150 Gebruiksaanwijzing... 3 4508425/11-01-2016/F Inhoud MS Semen Storage Pro 150... 1 Bepalingen... 3 Introductie... 4 MS Semen Storage... 5 Aanbevelingen...

Nadere informatie

Quick Guide Artel Mono Block schema 2 verwarmen/warmwater

Quick Guide Artel Mono Block schema 2 verwarmen/warmwater Quick Guide Artel Mono Block schema 2 verwarmen/warmwater RR Trading B.V. 1 van 17 Schema 2 Rev. 03 Inhoud opgave 1. Algemene aandachtspunten... 2 2. Opstelling ruimte... 2 3. Aansluiten Mono Block warmtepomp...

Nadere informatie

RVL-I plus warmtepomp combineren met een CV ketel tot een hybride verwarmingssysteem.

RVL-I plus warmtepomp combineren met een CV ketel tot een hybride verwarmingssysteem. RVL-I plus warmtepomp combineren met een CV ketel tot een hybride verwarmingssysteem. Een Ferroli RVL-I plus warmtepomp kan met een gasgestookte Cv-ketel gecombineerd worden tot een zogenaamd hybride verwarmingssysteem

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding. Verwarmingswater-doorstroomtoestel. Veiligheidsinstructies. voor de installateur

VIESMANN. Montagehandleiding. Verwarmingswater-doorstroomtoestel. Veiligheidsinstructies. voor de installateur Montagehandleiding voor de installateur VIESMANN Verwarmingswater-doorstroomtoestel Veiligheidsinstructies Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel en materiële

Nadere informatie

CCE-200, 201, 202, 203, 204 & 206 NL Elektronisch bedieningspaneel Installatie-, Montage- en Gebruikshandleiding Voor de Installateur

CCE-200, 201, 202, 203, 204 & 206 NL Elektronisch bedieningspaneel Installatie-, Montage- en Gebruikshandleiding Voor de Installateur CCE-200, 201, 202, 203, 204 & 206 NL Elektronisch bedieningspaneel Installatie-, Montage- en Gebruikshandleiding Voor de Installateur Inhoudsopgave Overzicht van elektronische ketelpanelen en bedieningen...

Nadere informatie

Algemene montage-instructie van het ATON B100RV-VW zonne-energie systeem- VOORL.

Algemene montage-instructie van het ATON B100RV-VW zonne-energie systeem- VOORL. 1 Algemene montage-instructie van het ATON B100RV-VW zonne-energie systeem- VOORL. 1. Algemeen. De basis van het systeem is een 100 liter boiler met daarop gemonteerd een pompunit en een regeling. Deze

Nadere informatie

Itho combi warmtepomp

Itho combi warmtepomp Itho combi warmtepomp type WPU 3i/WPU 5i/WPU 55i/WPU 65i/WPU 75i voor individuele bodemwarmtewisselaar Introductie Bij de keuze voor duurzame techniek in de woningbouw staan comfort, gezondheid en energiebesparing

Nadere informatie

Bestnr. 198322 Micro + 198335 Micro 2+ suevia Digitale schakelklok Data Micro +/2+

Bestnr. 198322 Micro + 198335 Micro 2+ suevia Digitale schakelklok Data Micro +/2+ Bestnr. 198322 Micro + 198335 Micro 2+ suevia Digitale schakelklok Data Micro +/2+ Alle rechten, ook vertalingen, voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een automatische

Nadere informatie

Heteluchtkanon HP18 / HP 30 / HP 45 RVS BEDRIJFSVOORSCHRIFTEN

Heteluchtkanon HP18 / HP 30 / HP 45 RVS BEDRIJFSVOORSCHRIFTEN Heteluchtkanon HP18 / HP 30 / HP 45 RVS BEDRIJFSVOORSCHRIFTEN 1G:\002 Leverancier\030 Producten\005 Onderhoudsinstructies\TECHNISCHE GEGEVENS EN ONDERDELEN BOEKJES\BEDRIJFSVOORSCHRIFTEN Belangrijk Alvorens

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding VITOTROL 100. voor de vakman. Vitotrol 100 type UTDB-RF

VIESMANN. Montagehandleiding VITOTROL 100. voor de vakman. Vitotrol 100 type UTDB-RF Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitotrol 100 type UTDB-RF Ruimtetemperatuurregelaar met digitale schakelklok en draadloze ontvanger Bestelnr.: 7426 466, 7426 539 VITOTROL 100 10/2009 Veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

MGC OpenTherm regelaar

MGC OpenTherm regelaar MOS NL-780-2 MGC 061100 MGC OpenTherm regelaar Montage- en gebruikshandleiding Gebruikte symbolen In dit document worden de volgende symbolen gebruikt: Gevaar voor elektrische spanning! Let op! Gebruikte

Nadere informatie

Inbedrijfstelling van de installatie

Inbedrijfstelling van de installatie Inbedrijfstelling van de installatie excellence in hot water INHOUD. Zonnecircuit.............................. 2. Inbedrijfstelling............................. 3 3. Oplossen van eventuele pannes..............

Nadere informatie

ZEUS PYRO. Werking volgens onderdruk principe. Rendement 82-90% Geringe afmetingen. Ingebouwde veiligheidskoelspiraal

ZEUS PYRO. Werking volgens onderdruk principe. Rendement 82-90% Geringe afmetingen. Ingebouwde veiligheidskoelspiraal ZEUS PYRO Werking volgens onderdruk principe Rendement 82-90% Geringe afmetingen Ingebouwde veiligheidskoelspiraal Hoogwaardig keramisch vuurbeton LACFIRE 1800/20 SiC Aslade kan geledigd tijdens het verwarmingsbedrijf

Nadere informatie

De meest optimale installatie is een zuinige installatie. Daarvoor dienen 3 componenten goed op elkaar te worden afgesteld:

De meest optimale installatie is een zuinige installatie. Daarvoor dienen 3 componenten goed op elkaar te worden afgesteld: Besteco wil aan de hand van een korte, eenvoudige uitleg algemene informatie verstrekken omtrent warmtepompinstallaties en waar de aandachtspunten liggen. De meest optimale installatie is een zuinige installatie.

Nadere informatie

VDH doc Versie: v1.0 Datum: Software: ALFA75-MTT File: Do WPD Bereik: 0,0/+80,0 C per 0,1 C

VDH doc Versie: v1.0 Datum: Software: ALFA75-MTT File: Do WPD Bereik: 0,0/+80,0 C per 0,1 C Gebruikershandleiding ALFA 75MTT MelkTankThermostaat. VDH doc. 080743 Versie: v.0 Datum: 29052008 Software: ALFA75MTT File: Do080743.WPD Bereik: 0,0/+80,0 C per 0, C * Beschrijving. De ALFA 75MTT is een

Nadere informatie

Elektrische installatie instructie

Elektrische installatie instructie Elektrische installatie instructie Danfoss warmtepompen DHP-L DHP-L Inhoudsopgave DHP-L 4, 400V 3N...3 5 DHP-L 6, 400V 3N...6 8 DHP-L 8, 400V 3N... 9 11 DHP-L 10, 400V 3N...12 14 DHP-L 12, 400V 3N...15

Nadere informatie

Bedieningshandleiding VAG5000-Basic

Bedieningshandleiding VAG5000-Basic Bedieningshandleiding VAG5000-Basic Weersafhankelijke ketelregelaar Gebruiker Inhoudsopgave VAG5000: comfortabel geregeld 4 Uitlezing display bij gesloten venster 4 3 Uitleg bediening bij gesloten venster

Nadere informatie

ES-S7B. Buitensirene.

ES-S7B. Buitensirene. ES-S7B Buitensirene www.etiger.com Inhoud van de verpakking 1 x ES-S7B 1 x 12V adapter 1 x back-upbatterij (ingebouwd) 1 x siliconen frame Schroeven, pluggen en siliconen doppen Documentatie Belangrijke

Nadere informatie

Nefit Economy cv-boilers

Nefit Economy cv-boilers Nefit houdt Nederland warm Installatie-instructie Nefit Economy cv-boilers INHOUDSOPGAVE 1. ALGEMEEN 1-1 2. INSTALLEREN 2-1 2.1 Voorschriften 2-1 2.1.1 Algemene voorschriften 2-1 2.1.2 Voorschriften fabrikant

Nadere informatie

GfS Push Bar Alarm. Algemene omschrijving...p. 2. Opbouw GfS Push Bar Alarm...p. 3. Installatie GfS Push Bar Alarm...p. 4

GfS Push Bar Alarm. Algemene omschrijving...p. 2. Opbouw GfS Push Bar Alarm...p. 3. Installatie GfS Push Bar Alarm...p. 4 Art.-Nr.: Montage handleiding GfS Push Bar Alarm Inhoud Algemene omschrijving...p. 2 Opbouw GfS Push Bar Alarm...p. 3 Installatie GfS Push Bar Alarm...p. 4 Functies GfS Push Bar Alarm...p. 5 Art.-Nr.:

Nadere informatie

KICKSPACE 500, 600 & 800.

KICKSPACE 500, 600 & 800. REMEHA B.V. Postbus 32, 7300 AA Apledoom T: +31 55 5496969, F: +31 55 5496496, remeha@remeha.com, nl.remeha.com. INSTALLATIE, BEDIENINGS EN ONDERHOUDSVOORSCHRIFTEN. NOVEMBER 2012, VERSIE 5 Product Serienummer:

Nadere informatie

worden zo een stabielere temperatuur en een lager energieverbruik verkregen. De vloertemperatuur varieert minder dan +/- 0,3 graden.

worden zo een stabielere temperatuur en een lager energieverbruik verkregen. De vloertemperatuur varieert minder dan +/- 0,3 graden. NL HANDMATIG 1 De garantie is uitsluitend geldig als het product wordt geïnstalleerd en bediend volgens de aanwijzingen in deze handleiding. Dat betekent dat het zeer belangrijk is dat u de handleiding

Nadere informatie

EMS 2.0. ModuLine 1010H (2017/05) NL

EMS 2.0. ModuLine 1010H (2017/05) NL EMS 2.0 0010014043-001 ModuLine 1010H 6720869141 (2017/05) NL 1 Gegevens betreffende het product 1 Gegevens betreffende het product Toepassingsmogelijkheden De bedieningseenheid ModuLine 1010H kan alleen

Nadere informatie

Aanvullende handleiding Comfort-luchtgordijn met CHIPS-regeling Model CA

Aanvullende handleiding Comfort-luchtgordijn met CHIPS-regeling Model CA Aanvullende handleiding Comfort-luchtgordijn met CHIPS-regeling Model CA Versie handleiding: 1.0 P a INLEIDING COMFORT-LUCHTGORDIJN MET CHIPS-REGELING 1.. Inleiding 1.1 Over deze aanvullende handleiding

Nadere informatie

Verwarming en koeling met warmtepomp d.m.v. vloerverwarming / koeling. Werking van de warmtepomp

Verwarming en koeling met warmtepomp d.m.v. vloerverwarming / koeling. Werking van de warmtepomp BEWONERSINSTRUCTIE Verwarming en koeling met warmtepomp d.m.v. vloerverwarming / koeling Voor de opwekking van benodigde warmte en koude in uw woning wordt gebruik gemaakt van een warmtepomp van het fabrikaat

Nadere informatie

STORINGSHANDLEIDING GASGESTOOKTE LUCHTVERWARMERS

STORINGSHANDLEIDING GASGESTOOKTE LUCHTVERWARMERS STORINGSHANDLEIDING GASGESTOOKTE LUCHTVERWARMERS BOUWJAAR 2000-2004 URA-20 URA-25 URA-35 URA-45 URA-55 URA-65 URA-80 URA-95 Werking Voor men begint met de in bedrijfstelling is het raadzaam te controleren

Nadere informatie

Weersafhankelijke regelaar SAM 2100

Weersafhankelijke regelaar SAM 2100 VRWRIGSRGIG Weersafhankelijke regelaar S 1 S 1 e S 1 vervangt de S 1,, 4 en 5 evenals de oude modellen S 81, 81.1, 8, 8.1 en 84. Vervangt eveneens S 83 en 83.1 indien deze niet gebruikt werden voor sturing

Nadere informatie

Bedieningsinstructie

Bedieningsinstructie Bedieningsinstructie Kamerthermostaat ModuLine 00 763 7600 (203/08) NL 763 7600-000.TD Inhoudsopgave Inhoudsopgave Uitleg van de symbolen................. 2 2 Inleiding.............................. 2

Nadere informatie

Elektrische installatie instructie

Elektrische installatie instructie Elektrische installatie instructie Danfoss warmtepompen DHP-A DHP-A Inhoudsopgave DHP-A 6, 400V 3N...4 7 DHP-A 8, 400V 3N... 8 11 DHP-A 10, 400V 3N...12 15 DHP-A 12, 400V 3N...16 19 DHP-A Opti 6, 400V

Nadere informatie

Technisch handboek Titano Smart Pro. Ferroli Titano Smart Pro. V5 2019

Technisch handboek Titano Smart Pro. Ferroli Titano Smart Pro. V5 2019 Technisch handboek Titano Smart Pro Technisch handboek Titano Smart Pro (TSP) 1. Algemeen: Afmeting: Gewicht leeg c.a. Voltage Opgenomen vermogen maximaal LxBxH 650x595x1500 (exclusief de stelpoten) 65

Nadere informatie

Energiemeter en Modulator CL 2356

Energiemeter en Modulator CL 2356 Nefit houdt Nederland a rm w Nefit houdt Nederland a rm w Technische gegevens E Gebruikers- en Installatie-instructie energymeter Energiemeter en Modulator CL 2356 F De afmetingen volgens bovenstaande

Nadere informatie

)/WATER WARMTEPOMPEN

)/WATER WARMTEPOMPEN HET HOE EN WAAROM VAN WARMTEPOMPEN 1. 1. ALGEMEEN 2. 2. WAT IS EEN WARMTEPOMP? 3. 3. BRONNEN EN BODEMCOLLECTOREN CTOREN 4. 4. ONTWERP VAN EEN WARMTEPOMPINSTALLATIE 5. 5. RUIME KEUZE IN WATER(BRINE BRINE)/

Nadere informatie

tapwater warmtepompen - overzicht Warmtepompen voor warm tapwater Voordelen die overtuigen :

tapwater warmtepompen - overzicht Warmtepompen voor warm tapwater Voordelen die overtuigen : - overzicht Warmtepompen voor warm tapwater Voordelen die overtuigen : GECERTIFICEERD RENDEMENTRECORD Het hoogste rendement ooit, zo blijkt uit de testen. Het is de eerste ventilatiewarmtepomp met EHPA-label.

Nadere informatie

HR-combiketel. Onderhoud / storingen

HR-combiketel. Onderhoud / storingen HR-combiketel Onderhoud / storingen Belangrijk: Controleer 1x per half jaar de waterdruk in de cv-installatie en vul zonodig bij. Schakel uw installateur in als u meer dan 4x per jaar water moet bijvullen.

Nadere informatie

ULTRA VERDELER STADSVERWARMING

ULTRA VERDELER STADSVERWARMING ULTRA VERDELER STADSVERWARMING 4 7 3 20 3 8 8 2 9 6 2 7 0 5 4 8 9 6 2 = Ontluchtingsschroef circulatiepomp 3 = Plug 3/4 (optioneel stelklep of keerklep) 4 = Stekker met randaarde 5 = Aftapkraan = Type

Nadere informatie

Aardwarmte / Luchtwarmte

Aardwarmte / Luchtwarmte 2015 Aardwarmte / Luchtwarmte Verdiepende opdracht Inleiding; In dit onderdeel kun je meer leren over het onderwerp Aardwarmte/Luchtwarmte. Pagina 1 Inhoud 1.Aardwarmte / luchtwarmte...3 1.1 Doel van de

Nadere informatie

Technische handleiding Versie 01/11 SERVER-CONTROL

Technische handleiding Versie 01/11 SERVER-CONTROL Technische handleiding Versie 01/11 SERVER-CONTROL Deze handleiding voor het installeren en bedienen van de server-control zorgvuldig doorlezen en navolgen. Deze handleiding binnen handbereik van de airconditioner

Nadere informatie

Bespaar geld en energie met

Bespaar geld en energie met Bespaar geld en energie met MasterTherm warmtepompen. Neringstraat 10 8263 BG Kampen www.geoholland.nl De voordelen van een MasterTherm warmtepomp MasterTherm doet eigen research, productie en ontwikkeling

Nadere informatie

1245PC / 1255PC - Schema's

1245PC / 1255PC - Schema's 1245 / 1255 - Schema's 12-001 Bodem Soms kan het schema dat u nodig heeft een combinatie zijn van 2 12-002 Bodem - serie of meer schema's uit deze serie. 12-003 Bodem - parallel (Er zijn veel combinaties

Nadere informatie

gebruikershandleiding / user manual / betriebsanleitung

gebruikershandleiding / user manual / betriebsanleitung gebruikershandleiding / user manual / betriebsanleitung Inhoudsopgave Technische gegevens Technische gegevens...2 Algemene informatie...2 Installatie...3 Navigatie...3 Inbedrijfstelling... 4-5 Hoofdscherm...6

Nadere informatie

Weersafhankelijke regelaar SAM 2100

Weersafhankelijke regelaar SAM 2100 Weersafhankelijke regelaar S 1 e S 1 vervangt de S 1,, 4 en 5 evenals de oude modellen S 81, 81.1, 8, 8.1 en 84. Vervangt eveneens S 83 en 83.1 indien deze niet gebruikt werden voor sturing van mengkranen,

Nadere informatie

Itho combi warmtepomp

Itho combi warmtepomp Itho combi warmtepomp type WPU 3c/WPU 5c/WPU 55c/WPU 65c/WPU 75c voor collectieve bron Introductie Bij de keuze voor duurzame techniek in de woningbouw staan comfort, gezondheid en energiebesparing centraal.

Nadere informatie

Energie voor het leven

Energie voor het leven Energie voor het leven De warmtepomp van IDM verwarmt en koelt voor nu en in de toekomst Warmtepomp van Aarde... betekent voor ons allemaal zekerheid, warmte en thuis Horizontale bodemwisselaar Op een

Nadere informatie

P2050 Hybride verdeler

P2050 Hybride verdeler P2050 Hybride verdeler Afbeelding 1: Kunststof verdeler P2050 7 groeps met UMR Vario Algemeen Met het toenemende aantal bivalent/hybride opgestelde combinaties van cv-ketels en duurzame warmteopwekkers

Nadere informatie