Pre-postnatale begeleiding van personen met een visuele beperking

Transcriptie

1 Pre-postnatale begeleiding van personen met een visuele beperking BRAILLELIGA-DIENST BEGELEIDING EN HULP IN HET DAGELIJKSE LEVEN. Gastsprekers: Nachtergaele Marie-Jeanne dienstverantwoordelijke Greet Bervoets therapeute thuisbegeleiding De dienst begeleiding en hulp in het dagelijkse leven van de Brailleliga organiseert pre- en postnatale lessen. Bedoeling is dat we de blinde- en slechtziende personen op voorhand laten oefenen met een levensechte pop zodat ze zich al wat zekerder voelen als ze hun kersverse baby moeten verzorgen. We besteden aandacht aan verzorging en voeding en bekijken hoe het allemaal praktisch kan geregeld worden. We stellen enkele hulpmiddelen voor die hen kunnen helpen om hun baby zelfstandig te verzorgen. Na de lessen zijn de personen met visuele beperking zelfzekerder en krijgen ze meer zelfvertrouwen. Vooral bij een eerste kindje is dit belangrijk. Het is van uiterst belang dat we een eerste intake doen aan huis, om iedere aanvraag, die sterk kan verschillen beter te kunnen inschatten. Onderstaand kan u zich een idee vormen hoe we te werk gaan en wat er allemaal aan bod komt. ANAMNESE Handicaps: - blind - slechtziend - slechthorend - doof - analfabeet - diabetes - reuma - cerebrale visuele inperking - adhd - concentratieprobleem - geheugenprobleem - mentale achterstand - fysieke handicap - hartproblemen

2 1.Basisgesprek: - Wat is de relatie met de persoon tot de baby? Vader, moeder, grootouders? - Uit hoeveel personen bestaat het gezin? - Op welke personen kan de moeder terugvallen? - Voor welke datum is de moeder uitgerekend om te bevallen? - Is het geslacht van de foetus gekend? - Zijn er gezondheidsproblemen bij de moeder/baby tijdens de zwangerschap? - Wordt de moeder regelmatig gevolgd door een gynaecoloog, dokter of vroedvrouw? - Hoe/waar wenst zij te bevallen? - Is er opvang voorzien na de bevalling door echtgenoot, familie of kraamhulp? - Hebben de ouders al het nodige materiaal in huis of komt dit pas na de bevalling? 1. Badje 2. Aankleedkussen 3. Tetradoeken 4. Luiers 5. Kleding 6. Verzorgingsproducten 7. Sprekende keukenweegschaal 8. Papflessen 9. Melkpoeder 10. Flessenborstel 11. Flessensterilisator 12. Relaxstoeltje voor baby 13. Bedje/box - Heeft de persoon al eerdere ervaring met het verzorgen van baby s en was zijn/haar zicht toen beter? Wat nemen we mee naar de persoon met visuele beperking (PmVH): - badje - baby (Nicolas of Margo, of beide) - verzorgingsproducten: waszeep, luiercrème, eventueel zachte haarborstel - melkpoeder in een grote doos - papflesjes - sprekende weegschaal - opblaasbaar verzorgingskussen (tenzij de PmVH er één heeft) - shaker van tuperware - pampers en natte doekjes Waar zorgt de PmVH voor: - handdoeken en washandje - tetradoeken (als die er nog niet zijn eventueel theedoeken) - eventueel verzorgingskussen als dat er al is - eventueel eigen bad als dat er al is

3 2.Aan/uitkleden van de baby: - Persoon draagt de baby op de juiste manier in de armen. - Persoon tilt de baby op de juiste manier op en legt hem terug neer. - Persoon verwijdert alle kledingstukken bij de baby, op een veilige en rustige manier zonder de baby te kwetsen. - Persoon brengt alle kledingstukken aan bij de baby, op een veilige en rustige manier zonder de baby te kwetsen. - Persoon oefent de verschillende manieren om kleding te sluiten: 1. Drukknopen (kruippakjes) 2. Strikjes (onderlijfjes voor pasgeborenen) 3. Knopen (van jasjes of hemdjes) 4. Ritssluitingen (van jasjes) 3.Wassen van de baby: - Persoon bepaalt de plaats waar het badje zal staan tijdens het wassen van de baby. - Persoon bepaalt de plaats waar het aankleedkussen zal liggen tijdens het wassen, afdrogen en aankleden van de baby. - Persoon legt het gerief klaar, nodig voor het wassen van de baby: 1. washandje 2. handdoek met kapje 3. tetradoek 4. luier 5. luiercrème 6. badolie of zeep 7. kleren 8. relaxstoeltje - Persoon brengt de badkamer of de badplaats op een warme temperatuur. - Persoon laat het badje met water vollopen: 1. hij kan de hoeveelheid van het water bepalen. 2. Hij kan de temperatuur van het badwater bepalen. Een thermosstatische kraan is hierbij handig. - Persoon kleedt de baby op een veilige en rustige manier uit. - Persoon wast en droogt het gezicht van de baby, terwijl het op het aankleedkussen ligt. - Persoon plaatst de baby in bad en houdt de baby correct vast. - Na het bad plaatst de persoon de baby op het aankleedkussen en droogt hem zorgvuldig af met de tetradoek. - Persoon brengt luiercrème op de billetjes van de baby aan. - Persoon brengt een luier aan bij baby. - Persoon kleedt baby op een rustige en veilige manier terug aan. - Persoon kamt de haartjes van de baby. - Persoon plaatst baby in relaxstoeltje terwijl zij alles opruimt: 1. Badwater weggieten. 2. Handdoek en washandje laten drogen of in de was doen. 3. Verzorgingsproducten opruimen. 4. Vuile luier weggooien. 5. Kleertjes opruimen.

4 4.Luier verversen van baby: - Persoon legt het nodige gerief klaar: 1. luier 2. luiercrème 3. natte doekjes of washandje met zeep 4. droge doekjes of handdoek 5. eventueel proper onderlijfje - Persoon legt baby op het aankleedkussen en kleedt hem gedeeltelijk uit. - Persoon verwijdert luier, veegt de vuile billetjes af met de luier, vouwt hem toe en schuift die onder de billetjes. - Persoon maakt de billetjes proper met natte doekjes of washandje. Persoon let er op dat zij altijd naar de aars toe veegt. - Persoon droogt de billetjes en controleert. - Persoon neemt vuile luier weg en legt propere luier in de plaats onder de billetjes van de baby. - Persoon bepaalt wanneer baby teveel stoelgang gemaakt heeft en dus in bad moet. - Persoon brengt luiercrème aan bij de billetjes van de baby. - Persoon brengt luier aan bij baby. - Persoon kleedt baby verder aan. Eventueel moet hij andere kleertjes aan. 5.Maken van de voeding: - Persoon zet het gerief klaar, nodig voor het maken van de voeding: 1. flesje 2. melkpoeder 3. weegschaal 4. shaker 5. water 6. slabber 7. handdoek - Persoon maakt flesje klaar: 1. neemt shaker en vult die met de juiste hoeveelheid melkpoeder 2. zet shaker op de weegschaal en meet juiste hoeveelheid water 3. sluit shaker en zorgt dat er geen klonters meer zijn in de melk 4. opent shaker en plaatst hem in de microgolfoven, flessenwarmer of in pannetje op het vuur 5. persoon stelt de juiste temperatuur in voor het opwarmen van de pap 6. persoon controleert de temperatuur van de pap na het opwarmen - Persoon neemt de baby op schoot in de houding naar keuze: 1. baby ligt op de linker/rechterarm 2. baby ligt op het buiskussen 3. baby zit in de relaxstoel - Persoon bepaalt de opening van de fles voor het zuigen van de melk. - Persoon geeft baby halverwege de voeding even pauze om te boeren indien de baby te gulzig drinkt: houdt de baby tegen haar schouders aan met zijn hoofdje naar persoon toe gericht.

5 - Persoon zorgt ervoor dat er altijd melk in de speen zit zodat de baby geen lucht zuigt en zo krampen krijgt. - Na de voeding geeft persoon de baby tijd om te bekomen en te boeren. - Persoon controleert hoeveel pap baby gedronken heeft. - Persoon plaatst baby in relaxstoeltje en ruimt alles op: 1. wast de fles af en steriliseert hem 2. zet poeder weg 3. wast shaker af en droogt hem - Persoon geeft borstvoeding en heeft instructies gekregen van verpleging of vroedvrouw. 6.Baby verzorgen bij ziekte: - Persoon bepaalt wanneer de baby hoge temperatuur heeft. - Persoon neemt temperatuur van de baby: 1. thermometer in de aars steken en meten; na het meten ontsmetten niet vergeten. 2. thermometer in het oor steken en meten (niet voor baby s onder de 36 maanden) 3. temperaturen noteren en bijhouden - Persoon laat baby bij hoge koorts afkoelen in lauw badje of ontkleedt de baby tot op het onderlijfje. - Persoon geeft de baby een koortswerend middel, aangepast aan de leeftijd (op doktersadvies). - Bij langdurige of hoge koorts raadpleegt persoon de huisdokter, ook bij het optreden van andere verschijnselen zoals braken, stuipen, niet eten, etc. - Persoon laat de baby veel drinken als hij diarree heeft en waarschuwt de huisdokter. 7.Andere verzorgingspunten: - Persoon maakt het neusje van de baby vrij met aangepast wattenstaafje, droog doekje gedrenkt in wat zoutoplossing(fysiologisch serum) - Persoon maakt de oogjes proper met een doekje gedrenkt in fysiologisch serum en werkt van de zijkant naar de neus toe. - Persoon maakt de oortjes proper met een propje watten. Ook de achterkant niet vergeten te reinigen met een propje watten, gedrenkt in wat olie. - Persoon verzorgt de navelstrengstomp 1 keer per dag door met water en zeep te reinigen en goed af te drogen met zachte doek. Verder niet afdekken. - Persoon reinigt regelmatig de fopspeen door hem 10 minuten te laten koken in water. - Persoon legt baby op zijn rug te slapen in een veilig bedje. - Persoon kan baby bij krampen kalmeren door het buikje te masseren, hem te troosten op een rustige manier of fietsbewegingen met zijn beentjes te maken. - Persoon richt een apotheek in, deels aangepast voor kinderen, en plaatst die op een veilige plaats in huis waar kinderen niet bij kunnen. - Persoon gebruikt muggenramen in de slaapkamer van de baby of een muggennet rond het bedje. - Persoon geeft de baby regelmaat en structuur en bouwt een slaappatroon op.

6 8.Op de hoogte zijn van volgende zaken: - Persoon kent de mogelijkheden om baby te dragen: 1. dragen in een draagdoek en hoe je die aanbrengt 2. dragen in een draagzak en hoe je die aanbrengt 3. dragen in een rugzak en hoe je die aanbrengt 4. baby ligt in buggy - Persoon combineert het dragen van de baby en het stoklopen. - Persoon combineert het rijden met de buggy en het stoklopen. - Persoon kent de mogelijkheid om massagelessen met de baby te volgen via Kind en Gezin. - Persoon kent de mogelijkheid om de baby zwemtherapie te laten volgen. - Moeder weet wat ze wel/niet mag eten indien ze borstvoeding geeft. - Moeder kent de mogelijkheid om moedermelk af te kolven. - Persoon heeft het telefoonnummer van de huisdokter en het antigifcentrum bij de hand. EVALUATIE: - Persoon kan de baby op de juiste manier dragen, optillen en neerleggen. - Persoon kan de baby op een veilige manier aan/uitkleden. - Persoon kan een badje klaarmaken. - Persoon let op de veiligheid in de badkamer. - Persoon kan baby wassen en afdrogen. - Persoon kan voeding klaarmaken en afruimen. - Persoon kan baby op de juiste manier eten geven. - Persoon weet wat te doen bij kwaaltjes. - Persoon kan luier verversen. - Persoon kan baby dragen/buggy rijden en stoklopen combineren op een veilige manier. - Persoon weet tot wie zich te wenden indien er nog vragen zijn brailleliga vzw voor hulp aan blinde en slechtziende personen onder de hoge bescherming van hare Majesteit Koningin Fabiola engelandstraat brussel t +32 (0) f +32 (0) info@braille.be rpr-btw BE IBAN BE BIC BPOTBEB1