BIJLAGE. bij het. Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Transcriptie

1 EUROPESE COMMISSIE Brussel, COM(2012) 382 final BIJLAGE bij het Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD betreffende de technische controle langs de weg van bedrijfsvoertuigen die in de Unie aan het verkeer deelnemen en tot intrekking van Richtlijn 2000/30/EG NL NL

2 BIJLAGE bij het Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD betreffende de technische controle langs de weg van bedrijfsvoertuigen die in de Unie aan het verkeer deelnemen en tot intrekking van Richtlijn 2000/30/EG BIJLAGE I ELEMENTEN VAN HET RISICOCLASSIFICATIESYSTEEM Het risicoclassificatiesysteem vormt de basis voor een gerichte selectie van voertuigen die worden door geëploiteerd door ondernemingen met een dubieuze reputatie op het gebied van de naleving van de technische normen en de voorschriften betreffende het onderhoud van voertuigen. Daarbij wordt rekening gehouden met de resultaten van technische controles en controles langs de weg. In het risicoclassificatiesysteem worden de volgende parameters toegepast om de risicoscore van de onderneming te bepalen: aantal gebreken ernst van de gebreken aantal controles tijdfactor 1. De gebreken worden gewogen op basis van de ernst ervan, waarbij de volgende factoren worden toegepast: gevaarlijk gebrek = 40 groot gebrek = 10 klein gebrek = 1 2. De ontwikkeling van de situatie van (de voertuigen van) een onderneming wordt in aanmerking genomen door aan "oudere" controleresultaten (gebreken) een lager gewicht toe te kennen dan aan recentere resultaten, waarbij de volgende factoren worden toegepast: jaar 1 = afgelopen 12 maanden = factor 3 NL 1 NL

3 jaar 2 = maanden = factor 2 jaar 3 = maanden = factor 1 Dit is uitsluitend van toepassing voor de berekening van de totale risicoscore. 3. De risicoscore wordt berekend met behulp van de volgende formules: RR = de formule voor de berekening van de algemene risicoscore ( D 3) + ( D 2) + ( D 1) Y1 # C Y1 Y 2 + # C Y 2 + # C Y 3 Y 3 waarbij RR = totale risicoscore ("overall risk rating score") I = totaal voor de gebreken in jaar 1, 2, 3 D Y1 = (#DD 40) + (#MaD 10) + (#MiD 1) in jaar 1 #... = aantal DD = gevaarlijke gebreken ("dangerous deficiencies") MaD = grote gebreken ("major deficiencies") MiD = kleine gebreken ("minor deficiencies") C = controles in jaar 1, 2, 3 de formule voor de berekening van de jaarlijkse risicoscore AR = waarbij (# DD 40) + (# MaD 10) + (# MiD 1) # C AR = jaarlijkse risicoscore ("annual risk score") #... = aantal DD = gevaarlijke gebreken ("dangerous deficiencies") MaD = grote gebreken ("major deficiencies") MiD C = kleine gebreken ("minor deficiencies") = controles het jaarlijkse risico wordt gebruikt om de ontwikkeling van een onderneming in de loop der jaren te beoordelen. NL 2 NL

4 De classificatie van ondernemingen (voertuigen) op basis van de totale risicoscore wordt op een zodanige wijze opgesteld dat de volgende onderverdeling van de ondernemingen (voertuigen) wordt bereikt: <30 % laag risico 30 % - 80 % gemiddeld risico >80 % hoog risico. NL 3 NL

5 1. CONTROLEGEBIEDEN BIJLAGE II TOEPASSINGSGEBIED VAN DE CONTROLE (1) Identificatie van het voertuig (2) Remsysteem (3) Stuurinrichting (4) Zicht INHOUDSOPGAVE (5) Verlichtingsinstallatie en onderdelen van elektrische installaties (6) Assen, wielen, banden en vering (7) Chassis en met het chassis verbonden delen (8) Overige uitrusting (9) Overlastfactoren 2. CONTROLEVEREISTEN Punten die slechts met apparatuur mogen worden gecontroleerd, worden met een (E) aangeduid. Punten die slechts in zekere mate met apparatuur kunnen worden gecontroleerd, worden met +(E) aangeduid. Indien als controlemethode visueel staat, impliceert dit dat de controleur niet alleen naar de punten kijkt, maar ook, indien nodig, de punten bedient, het geluid beoordeelt of andere geschikte controlemethoden toepast zonder apparatuur te gebruiken. De punten die bij technische controles langs de weg aan bod komen en de daarbij gebruikte methoden worden opgesomd in tabel 1. Tabel 1 Punt Methode Gebreken 0. IDENTIFICATIE VAN HET VOERTUIG 0.1. Registratie kentekenplaten (indien in de eisen voorgeschreve n (1) ) Visuele controle De kentekenplaat ontbreken of zitten zo los dat de platen er kan kunnen afvallen. Het opschrift ontbreekt of is onleesbaar. Is niet in overeenstemming met NL 4 NL

6 Punt Methode Gebreken voertuigdocumenten of geregistreerde gegevens Voertuig- identificatie- /chassis- /serienummer Visuele controle Ontbreekt of is onvindbaar. Onvolledig, onleesbaar. Is niet in overeenstemming met de voertuigdocumenten of de geregistreerde gegevens. 1. REMSYSTEEM 1.1. Mechanische toestand en werking Draaipunt van de bedrijfsrem Staat en slag van het bedieningspedaa l Visuele controle van de onderdelen terwijl het remsysteem wordt bediend. Opmerking: Voor de controle van voertuigen met een bekrachtigd remsysteem, moet de motor worden uitgeschakeld. Visuele controle van de onderdelen terwijl het remsysteem wordt bediend. Opmerking: Voor de controle van voertuigen met een bekrachtigd remsysteem, moet de motor worden uitgeschakeld. Het draaipunt zit te strak. Vertoont te veel slijtage/speling. De vrije slag is te groot of te klein. Het pedaal of de handrem komt moeilijk terug in de rustpositie. Het antisliprubber op het rempedaal ontbreekt, zit los of is door slijtage glad geworden Vacuümpomp of compressor en reservoirs Visuele controle van de onderdelen bij normale werkdruk. Controle hoe lang het duurt totdat het vacuüm of de luchtdruk een veilige waarde heeft bereikt; controle van de werking van de signaalinrichting, de veiligheidsklep voor dubbel remcircuit en de overdrukklep. Er is te weinig lucht- en/of vacuümdruk om de rem ten minste tweemaal te bedienen nadat de signaalinrichting in werking is getreden (of een meetinstrument gevaar signaleert). De tijd om de benodigde lucht- en/of vacuümdruk voor het bereiken van veilige waarden tot stand te brengen is niet in overeenstemming met de vereisten (1). De veiligheidsklep voor het dubbel remcircuit of de overdrukklep functioneert niet. Er is duidelijk drukverlies ten gevolge van een luchtlek of er zijn waarneembare luchtlekken Lagedrukverklikker of manometer Functionele controle (e) Er is uitwendige schade die het functioneren van de reminstallatie negatief kan beïnvloeden. De verklikker of manometer werkt slecht of is defect Handremregelklep Visuele controle van de onderdelen terwijl het remsysteem wordt bediend. Het bedieningselement vertoont barsten, beschadiging of te grote slijtage. Het bedieningselement is niet goed op de klep bevestigd of de klep zit los. De koppelingen zitten los of het systeem lekt. Functioneert niet behoorlijk. NL 5 NL

7 Punt Methode Gebreken Parkeerrem, bedieningshande l, parkeerremvergr endeling Visuele controle van de onderdelen terwijl het remsysteem. De vergrendeling blijft niet goed vastzitten. De scharnierpin van de hefboom of de vergrendeling vertoont te veel slijtage Remkleppen (voetkleppen, ontluchtingsventi elen, regelkleppen) Visuele controle van de onderdelen terwijl het remsysteem wordt bediend. (e) Te grote beweeglijkheid van de hendel wijst op een verkeerde afstelling. De cilinder ontbreekt, is beschadigd of werkt niet. Slechte werking, geeft storing aan. De klep is beschadigd of er is een te grote luchtlekkage. Het olieverlies uit de compressor is te groot. De klep zit los of is slecht gemonteerd. Verlies of lekkage van hydraulische vloeistof Koppelingskoppen voor remmen voor aanhangwagen (elektrisch en pneumatisch) Koppel alle koppelingskoppen van het remsysteem tussen het trekkende voertuig en de aanhangwagen los en koppel ze weer aan elkaar. De kraan of zelfsluitende klep defect. De kraan of klep zit los of is slecht gemonteerd. Lekken. Niet correct of helemaal niet gekoppeld waar het nodig is. (e) Functioneert niet correct Energie- en drukreservoir Visuele controle Het reservoir is beschadigd, verroest of lekt. Het ontwateringsventiel werkt niet. Het reservoir zit los of is slecht gemonteerd Rembekrachtiging, hoofdcilinder (hydraulische systemen) Visuele controle van de onderdelen terwijl het remsysteem wordt bediend. De rembekrachtiging is defect of werkt niet goed. De hoofdcilinder is defect of lekt. De hoofdcilinder zit los. Te weinig remvloeistof. (e) De kap van het reservoir van de hoofdcilinder ontbreekt. (f) (g) Het controlelampje voor de remvloeistof brandt of is defect. Het waarschuwingssignaal met betrekking tot het peil van de remvloeistof werkt slecht. NL 6 NL

8 Punt Methode Gebreken Niet-fleibele remleidingen Visuele controle van de onderdelen terwijl het remsysteem wordt bediend. Er dreigt gevaar voor defecten en breuken. De leidingen of koppelingen lekken. De leidingen vertonen beschadiging of te veel corrosie. De leidingen zijn verkeerd gemonteerd Fleibele remleidingen Visuele controle van de onderdelen terwijl het remsysteem wordt bediend. Er dreigt gevaar voor defecten en breuken. (e) De slangen zijn beschadigd, gescheurd, gedraaid of te kort. De leidingen of koppelingen lekken. De leidingen vertonen door de druk veroorzaakte verwijdingen. De leidingen zijn poreus Remvoeringen en blokken Visuele controle Remvoering of -blok vertoont te veel slijtage. Remvoering of -blok is vuil (olie, vet, enz.). Remvoering of -blok ontbreekt Remtrommels, remschijven Visuele controle De trommel of de schijf vertoont te veel slijtage, corrosie, kerven, scheuren, zit los of is gebroken. De trommel of de schijf is vuil (olie, vet, enz.). De trommel of de schijf ontbreekt. De ankerplaat zit los Remkabels, stangen, hendels, overbrenging Visuele controle van de onderdelen terwijl het remsysteem wordt bediend. De kabel is beschadigd of geknikt. Het onderdeel vertoont te veel slijtage of corrosie. De bevestiging van de kabel, stang of verbinding is niet geborgd. De kabelgeleiding is defect. (e) De beweging van het remsysteem wordt belemmerd. (f) De abnormale beweeglijkheid van de hendels/overbrenging wijst op slechte afstelling of te veel slijtage. NL 7 NL

9 Punt Methode Gebreken Remcilinders (veerremcilinder s of hydraulische remcilinders inbegrepen) Visuele controle van de onderdelen terwijl het remsysteem wordt bediend. De cilinder vertoont barsten of beschadiging. De cilinder lekt. De cilinder zit los of is niet goed gemonteerd. De cilinder vertoont te veel corrosie. (e) De slag van de zuiger of van het diafragmamechanisme is te klein of te groot. (f) De stofkap ontbreekt of vertoont te veel beschadiging Automatische lastafhankelijke remkrachtregelaar Visuele controle van de onderdelen terwijl het remsysteem wordt bediend. De overbrenging is defect. De overbrenging is niet juist afgesteld. De remkrachtregelaar is geblokkeerd of werkt niet. De remkrachtregelaar ontbreekt. (e) Het gegevensplaatje ontbreekt. (f) De identificatie is niet leesbaar of niet in overeenstemming met de vereisten (1) Remhefbomen en indicatoren Visuele controle. De remhefboom is beschadigd, geblokkeerd of vertoont abnormale beweeglijkheid die wijst op te veel slijtage of verkeerde afstelling. De remhefboom is defect. Niet correct geïnstalleerd of vervangen Continureminstall atie (indien gemonteerd of voorgeschreven) Visuele controle Onveilige koppelstukken of bevestigingen. De installatie is duidelijk defect of ontbreekt Automatische bediening van remmen van de aanhangwagen Koppel de remkoppelingskoppen tussen het trekkende voertuig en de aanhangwagen los. De rem van de aanhangwagen wordt niet automatisch aangetrokken wanneer de koppelingskop losgekoppeld is Volledig remsysteem Visuele controle Andere apparatuur (bv. antivriespomp, luchtdroger, enz.) vertoont uitwendige beschadiging of te veel corrosie waardoor het remsysteem minder goed werkt. Te grote luchtlekkage of antivrieslekkage. Onderdelen zitten los of zijn slecht gemonteerd. Onjuiste herstelling van of wijziging aan onderdelen Testkoppelingen (indien Visuele controle Ontbreekt. NL 8 NL

10 Punt Methode Gebreken gemonteerd of voorgeschreven) 1.2. Remkracht en Bedrijfszekerheid van de bedrijfsrem Zijn beschadigd, onbruikbaar of lekken Remkracht (E) Test op een statische remtestmachine. Trap de rem geleidelijk in tot de maimale opgevoerde kracht. Onvoldoende remkracht op een of meer wielen. De remkracht is voor een of meer wielen kleiner dan 70 % van de maimale geregistreerde remkracht voor het andere wiel op dezelfde as. De remkracht loopt niet geleidelijk op (blokkering). Abnormaal lange reactietijd voor één of meer wielen Bedrijfszekerheid (E) Test op een statische remtestmachine met het gewicht dat het voertuig bij zijn presentatie heeft. (e) De remkracht vertoont te grote schommelingen tijdens een volledige wielwenteling. Levert niet minstens de volgende waarden op: Categorie M1, M2 en M3 50 % 1 / Categorie N1 45 % Categorie N2 en N3 43 % 2 / (e) Categorie O2, O3 en O4 40 % 3 / 1.3. Remkracht en bedrijfszekerheid van de hulprem (indien afzonderlijk werkend systeem) Remkracht (E) Indien de hulprem afzonderlijk van het bedrijfsremsysteem werkt, gebruik de methode in Onvoldoende remkracht op een of meer wielen. De remkracht is voor een of meer wielen kleiner dan 70 % van de maimale geregistreerde remkracht voor een ander wiel op dezelfde as. De remkracht loopt niet geleidelijk op (blokkering) Bedrijfszekerheid (E) Indien de hulprem afzonderlijk van het bedrijfsremsysteem werkt, gebruik de methode in De remkracht is kleiner dan 50 % 4 / van de in punt beschreven remkracht van de bedrijfsrem bij de maimaal toegestane massa of, in het geval van opleggers, bij de som van de toegestane belasting op de assen Remkracht en Bedrijfszekerheid van de parkeerrem Remkracht Trek de rem aan op een statische remtestmachine. De rem werkt aan een of meerdere wielen niet % voor voertuigen die niet zijn uitgerust met ABS of die voor 1 oktober 1991 zijn goedgekeurd. 45 % voor voertuigen die werden ingeschreven na 1988 of vanaf de datum in verordeningen 1/ afhankelijk van de vraag welke van deze data het laatste valt. 43 % voor opleggers en aanhangwagens met trekstang die zijn ingeschreven na 1988 of vanaf de datum in verordeningen 1 / afhankelijk van de vraag welke van deze data het laatste valt. 2,2m/s 2 voor N1-, N2- en N3-voertuigen. NL 9 NL

11 Punt Methode Gebreken (E) Bedrijfszekerheid (E) Test op een statische remtestmachine met het gewicht dat het voertuig bij zijn presentatie heeft. Geeft voor alle categorieën voertuigen niet minstens een rempercentage van 16 % bij de maimaal toegestane massa, of, voor motorvoertuigen, 12 % bij de maimummassa van de voertuigcombinatie, waarbij moet worden uitgegaan van de grootste waarde Remkracht van de continurem Visuele controle en, indien mogelijk, testen of de installatie werkt. Niet regelbaar (niet van toepassing op motorremmen). De installatie werkt niet Antiblokkeersyste em Visuele controle van het waarschuwingssignaal. Het waarschuwingssignaal is defect. Het waarschuwingssignaal vertoont systeemstoringen. 2. STUURINRICHTING 2.1. Mechanische toestand Toestand van de stuurinrichting Visuele controle van de werking van de stuurinrichting terwijl het stuurwiel wordt gedraaid. k Bevestiging van stuurhuis Visuele controle van de bevestiging van het stuurhuis aan het chassis terwijl het stuurwiel met de klok mee en tegen de klok in wordt gedraaid Het stuurhuis niet correct bevestigd. Te grote bevestigingsgaten in het chassis. De bevestigingsbouten ontbreken of zijn gebroken. Het stuurhuis is gebroken Toestand stuuroverbreng ing Werking stuuroverbreng ing Visuele controle of de stuuronderdelen geen slijtage, breuken of veiligheidsproblemen vertonen terwijl het stuurwiel met de klok mee en tegen de klok in wordt gedraaid. Visuele controle van de beweging van de verbindingen terwijl het stuurwiel wordt gedraaid met de wielen op de grond en draaiende motor (stuurbekrachtiging). (e) (f) (g) Relatieve beweging tussen onderdelen die vast zouden moeten zitten. De verbindingen vertonen te veel slijtage. De onderdelen zijn gebroken of vervormd. De vergrendelinrichtingen niet aanwezig. Foutieve uitlijning van de onderdelen (bv. spoorstang of stuurstang). Foutieve herstelling of wijziging. De stofkap ontbreekt, is beschadigd of ernstig defect. De bewegende stuuroverbrenging raakt een onderdeel dat aan het chassis vastzit. De stuuraanslag werkt niet of ontbreekt Stuurbekrachtiging Contoleer of er lekken zijn in de stuurinrichting en controleer het peil van de hydraulische vloeistof in het reservoir (indien zichtbaar). Plaats de wielen op de grond, zet de motor aan en controleer of de De vloeistof lekt. Te weinig vloeistof. NL 10 NL

12 Punt Methode Gebreken stuurbekrachtiging werkt. Het mechanisme werkt niet. Het mechanisme is gebroken of zit los. (e) Foutieve uitlijning of schurende onderdelen. (f) Foutieve herstelling of wijziging. (g) De leidingen/slangen vertonen beschadiging of te veel corrosie Stuurwiel en -kolom Toestand van het stuurwiel Plaats de wielen op de grond, draai het stuur volledig om in rechte hoeken ten opzichte van de stuurkolom en oefen lichte opwaartse en neerwaartse druk uit. Visuele controle van de speling Stuurkolom Duw en trek het stuurwiel in lijn met de stuurkolom, duw het stuurwiel in verschillende richtingen met rechte hoeken ten opzichte van de kolom. Visuele controle van de speling en de toestand van fleibele koppelingskoppen of kruiskoppelingen. Relatieve beweging tussen stuurwiel en stuurkolom die wijst op speling. De bevestiging op stuurwielnaaf ontbreekt. De stuurwielnaaf, -rand of -spaken vertonen breuken of zitten los. Het midden van het stuurwiel beweegt te veel op- of neerwaarts. Het bovendeel van kolom beweegt te veel radiaal van de kolomas. De fleibele koppelingskop is stuk. De bevestiging is defect Speling in de stuurinrichting Voor voertuigen met stuurbekrachtiging met draaiende motor en de wielen in rechte positie, draai het stuurwiel licht en zo ver mogelijk met de wijzers van de klok mee en tegen de wijzers van de klok in zonder de wielen te bewegen. Visuele controle van de vrije beweging. Te veel speling bij het sturen (een bepaald punt op de rand overschrijdt bij beweging bijvoorbeeld een vijfde van de diameter van het stuurwiel of beweegt niet in overeenstemming met de vereisten. (1) 2.4. Wieluitlijning Visuele controle Duidelijk foutieve uitlijning 2.5. Draaischijf van de as van de aanhangwagen Visuele controle of met gebruik van een geschikt toestel om de speling van het wiel vast te stellen, indien beschikbaar. Het onderdeel vertoont beschadiging of barsten. Te veel speling. De bevestiging is defect. 3. ZICHT 3.1. Gezichtsveld Visuele controle vanaf de bestuurderszitplaats. Obstakel in het gezichtsveld van de bestuurder dat zijn zicht vooraan of aan de zijkanten aanzienlijk belemmert Toestand van de ruiten Visuele controle. De ruiten of transparante panelen (indien toegestaan) zijn gebarsten of verkleurd. De ruiten of doorzichtig paneel (reflecterende of gekleurde folie inbegrepen) is niet in overeenstemming met de vereisten. (1) De ruiten of transparante panelen in onaanvaardbare toestand. NL 11 NL

13 Punt Methode Gebreken 3.3. Achteruitkijkspiegels of toestellen 3.4. Ruitenwissers Visuele controle. De spiegel of het toestel ontbreekt of is niet bevestigd zoals bepaald in de vereisten. (1) De spiegel of het toestel werkt niet, is beschadigd of zit los. Visuele controle en controle door bediening. De wissers werken niet of ontbreken. Het wisserblad ontbreekt of is duidelijk beschadigd Ruitensproeiers Visuele controle en controle door bediening. De sproeiers werken niet behoorlijk Ontwasemingssystee Visuele controle en controle door bediening. Het systeem werkt niet of is duidelijk defect. m () 7/ 4.1. Koplampen 4. LICHTEN, REFLECTOREN EN ELEKTRISCHE INSTALLATIES Toestand en werking Visuele controle en controle door bediening Het licht/de lichtbron is defect of ontbreekt. Het projectiesysteem (reflector en lens) is defect of ontbreekt. De lamp is niet veilig bevestigd Richting Visuele controle en controle door bediening. De koplamp duidelijk foutief uitgelijnd. De lichtbron niet correct geplaatst Schakelaars Visuele controle en controle door bediening. Het aantal tegelijkertijd verlichte koplampen is niet in overeenstemming met de voorschriften (1). De schakelaar werkt niet in overeenstemming met de vereisten (1) Verminderde functie schakelaar Overeenstemming met vereisten (1) Visuele controle en controle door bediening. Het licht, de kleur van het licht, de positie of de intensiteit is niet in overeenstemming met de vereisten. (1) Producten op de lens of de lichtbron die de lichtintensiteit duidelijk verminderen of de kleur van het licht wijzigen. NL 12 NL

14 Punt Methode Gebreken Verstelinrichting (indien verplicht) () 5/ Visuele controle en indien mogelijk controle door bediening. De lichtbron en lamp zijn niet compatibel. De inrichting werkt niet. De handmatige inrichting kan niet vanop de bestuurderszitplaats worden bediend Koplampwisser (indien verplicht) () 6/ Visuele controle en indien mogelijk controle door bediening. De inrichting werkt niet Voor- en achterlichten, breedtelichten en markeringslichten Toestand en werking Visuele controle en controle door bediening. De lichtbron is defect. De lens is defect. De lamp is niet veilig bevestigd (zou eraf kunnen vallen) Schakelaars Visuele controle en controle door bediening. De schakelaar werkt niet in overeenstemming met de vereisten. (1) Verminderde functie schakelaar Overeenstemming met vereisten (1) Visuele controle en controle door bediening. Het licht, de kleur van het licht, de positie of de intensiteit is niet in overeenstemming met de vereisten. (1) Producten de op lens of de lichtbron die de lichtintensiteit verminderen of de kleur van het licht wijzigen Remlichten Toestand en werking Visuele controle en controle door bediening. De lichtbron is defect. De lens is defect. De lamp is niet veilig bevestigd (zou eraf kunnen vallen) Schakelaars Visuele controle en controle door bediening. De schakelaar werkt niet in overeenstemming met de vereisten. (1) Verminderde functie schakelaar Overeenstemming met vereisten (1) Visuele controle en controle door bediening. Het licht, de kleur van het licht, de positie of de intensiteit is niet in overeenstemming met de vereisten. (1) 4.4. Richtingaanwijzers en waarschuwingsknipperlichten Toestand en werking Visuele controle en controle door bediening. De lichtbron is defect. 5 Wijst op punten die betrekking hebben op de toestand van het voertuig en de geschiktheid van het voertuig voor gebruik op de weg, maar die zelfs bij een periodieke controle niet essentieel worden geacht. NL 13 NL

15 Punt Methode Gebreken De lens is defect. De lamp niet veilig bevestigd (zou eraf kunnen vallen) Schakelaars Visuele controle en controle door bediening. De schakelaar werkt niet in overeenstemming met de vereisten. (1) Overeenstemming met vereisten (1) Knippersnelheid Visuele controle en controle door bediening. Het licht, de kleur van het licht, de positie of de intensiteit is niet in overeenstemming met de vereisten. (1) Visuele controle en controle door bediening. De knippersnelheid is niet in overeenstemming met de vereisten. (1) 4.5. Mistlichten voor en achter Toestand en werking Visuele controle en controle door bediening. De lichtbron is defect. De lens is defect. De lamp is niet veilig bevestigd Richting () 6/ Visuele controle en controle door bediening. Het mistlicht aan de voorzijde duidelijk foutief uitgelijnd Schakelaars Visuele controle en controle door bediening. De schakelaar werkt niet in overeenstemming met de vereisten. (1) Overeenstemming met vereisten (1) Visuele controle en controle door bediening. Het licht, kleur van het licht, positie of intensiteit is niet in overeenstemming met de vereisten. (1) De inrichting werkt niet in overeenstemming met de vereisten. (1) 4.6. Achteruitrijlichten Toestand en werking Visuele controle en controle door bediening. De lichtbron is defect. De lens is defect. De lamp is niet veilig bevestigd (zou eraf kunnen vallen) Overeenstemming met vereisten (1) Visuele controle en controle door bediening. Het licht, kleur van het licht, positie of intensiteit is niet in overeenstemming met de vereisten. (1) De inrichting werkt niet in overeenstemming met de vereisten. (1) Schakelaars Visuele controle en controle door bediening. De schakelaar werkt niet in overeenstemming met de vereisten. (1) 4.7. Achterkentekenplaatverlichting Toestand en werking Visuele controle en controle door bediening. Het licht schijnt naar achteren. NL 14 NL

16 Punt Methode Gebreken De lichtbron is defect. De lamp is niet veilig bevestigd (zou eraf kunnen vallen) Overeenstemming met vereisten (1) Visuele controle en controle door bediening. De inrichting werkt niet in overeenstemming met de vereisten. (1) 4.8. Retroreflectoren, veiligheidsmarkeringen (retroreflecterend) en kentekenplaatmarkeringen achteraan Toestand Visuele controle. De reflecterende inrichting is defect of beschadigd. De reflector is niet veilig bevestigd Overeenstemming met vereisten (1) Visuele controle. Het toestel, de gereflecteerde kleur of de positie is niet in overeenstemming met de vereisten. (1) 4.9. Verklikkersignalen voor lichtinrichting Toestand en werking Overeenstemming met vereisten (1) Visuele controle en controle door bediening. Werkt niet. Visuele controle en controle door bediening. Niet in overeenstemming met de vereisten. (1) Elektrische verbindingen tussen trekkend voertuig en aanhangwagen of oplegger Visuele controle: onderzoek indien mogelijk de elektrische continuïteit van de verbinding. De vaste onderdelen zijn niet veilig bevestigd. De isolatie is beschadigd of stuk. De elektrische verbindingen van de aanhangwagen of het trekkend voertuig functioneren niet correct Elektrische bedrading Visuele controle, met inbegrip van het motorcompartiment en/of de onderzijde van het voertuig. De bedrading zit los of is niet goed beveiligd. De bedrading is stuk. De isolatie is beschadigd of stuk Niet-verplichte lichten en retroreflectoren () 6/ Visuele controle en controle door bediening. Een licht/retroreflector werd niet in overeenstemming met de vereisten bevestigd. (1) De bediening van het licht is niet in overeenstemming met de vereisten. (1) Licht/retroreflector werd niet veilig bevestigd (zou eraf kunnen vallen) Accu Visuele controle Zit los. Lekt. De schakelaar (indien vereist) is defect. NL 15 NL

17 Punt Methode Gebreken (e) De zekering (indien vereist) is defect. Onvoldoende luchtcirculatie (indien vereist). 5. ASSEN, WIELEN, BANDEN EN OPHANGING 5.1. Assen Assen + (E) Visuele controle en indien beschikbaar gebruik van een toestel om de speling van de wielen vast te stellen. De as is gebroken of vervormd. De as is niet goed aan het voertuig bevestigd. Een Foutieve herstelling of wijziging Fusees + (E) Visuele controle en indien beschikbaar gebruik van een toestel om de speling van de wielen vast te stellen. Oefen een verticale of zijdelings kracht uit op elk wiel en noteer de mate van beweging tussen het ashuis en de fusee. De fusee is gebroken. De fuseepen en/of de hulzen vertonen te veel slijtage. Te veel beweging tussen de fusee en de aslichaam. De fusee zit los in de as Wiellagers + (E) Visuele controle en indien beschikbaar gebruik van een toestel om de speling van de wielen vast te stellen. Draai het wiel of oefen een verticale of zijdelings kracht uit op elk wiel en noteer de mate van beweging tussen het ashuis en de fusee. Te veel speling in een wiellager. De wiellager zit veel te strak, vast (oververhit) Wielen en banden Wielnaaf Visuele controle De moeren of bouten van het wiel ontbreken of zitten los. De naaf vertoont slijtage of beschadiging Wielen Visuele controle van beide zijden van elk wiel. Breuken of ondeugdelijk laswerk. Velgringen niet correct bevestigd. Het wiel is ernstig vervormd of vertoont te veel slijtage. De wielmaat of -soort is niet in overeenstemming met de vereisten (1) en is niet veilig Banden Visuele controle van de hele band door het voertuig naar voren en naar achteren te rollen. De bandenmaat, het laadvermogen, het goedkeuringsmerk of de snelheid is niet in overeenstemming met de vereisten (1) en is niet veilig De banden op dezelfde as of gekoppelde wielen hebben een andere maat. De banden op dezelfde as hebben een verschillende structuur (radiaal/diagonaal). De band vertoont ernstige schade of inkepingen. (e) De diepte van het bandprofiel is niet in NL 16 NL

18 Punt Methode Gebreken overeenstemming met de vereisten. (1) (f) (g) De band schuurt tegen andere onderdelen. De banden werden niet opnieuw gegroefd in overeenstemming met de vereisten. (1) 5.3. Ophangingssysteem Veren en stabilisator + (E) Visuele controle en indien beschikbaar gebruik van toestellen om de speling van het wiel vast te stellen. De veren of stabilisator zijn niet goed aan het chassis of de as bevestigd. Een veer- of stabilisatoronderdeel is beschadigd of gebroken. Een veer of stabilisator ontbreekt. Foutieve herstelling of wijziging Schokdempers Visuele controle De schokdempers zijn niet goed aan het chassis of de as bevestigd. Een beschadigde schokdemper. De schokdemper ontbreekt Torsiebuizen, reactiearmen, wieldraagarm en en ophangarmen + (E) Veerverbindingen + (E) Visuele controle en indien beschikbaar gebruik van toestellen om de speling van het wiel vast te stellen. Visuele controle en indien beschikbaar gebruik van toestellen om de speling van het wiel vast te stellen. Een onderdeel is niet goed aan het chassis of de as bevestigd. Een onderdeel vertoont schade, breuken of te veel corrosie of ontbreekt. Foutieve herstelling of wijziging. De fuseepen en/of de hulzen of de veerverbindingen vertonen te veel slijtage. De stofkap ontbreekt of is ernstig beschadigd Luchtvering Visuele controle Het systeem werkt niet. Een onderdeel vertoont beschadiging, vervorming of is stuk zodat het systeem minder goed werkt. Het systeem lekt hoorbaar Chassis of frame en bevestigingen 6. CHASSIS EN MET HET CHASSIS VERBONDEN DELEN Algemene toestand Visuele controle Een van de zijden of dwarsdelen is gebroken of vervormd. De verstevigende platen of bevestigingen zitten los. Te veel corrosie waardoor het geheel aan stevigheid verliest Uitlaatpijpen en dempers Visuele controle Het uitlaatsysteem zit los of lekt. NL 17 NL

19 Punt Methode Gebreken Brandstoftanks en leidingen (incl. tanks en brandstofleidin gen voor verwarming) Visuele controle en indien beschikbaar, gebruik van apparatuur voor het vaststellen van lekken voor LPG/CNG-systemen (e) De emissies komen in de cabine of in het passagiersgedeelte terecht. De ank of leidingen zitten los. De brandstof lekt of de filterkap ontbreekt of is niet doeltreffend. De leidingen zijn beschadigd of gescheurd. De brandstofkraan (indien vereist) werkt niet correct. Er is brandgevaar door lekkende brandstof brandstoftank of uitlaat niet correct afgeschermd toestand van het motorcompartiment Bumpers, zijdelingse bescherming en onderrijbeveili ging aan de achterzijde (f) LPG-/CNG-systeem niet in overeenstemming met de vereisten. (1) Visuele controle Onderdelen zitten los of zijn beschadigd waardoor zij letsel kunnen veroorzaken. De inrichting is duidelijk niet in overeenstemming met de vereisten. (1) Bevestiging Visuele controle De bevestiging is gebroken of zit los. van het reservewiel Een reservewiel is niet veilig bevestigd en (indien kan uit de bevestiging vallen. aanwezig) Koppelingsinrichting en trekinrichting + (E) Visuele controle en door bediening indien mogelijk, met speciale aandacht voor aanwezige veiligheidsvoorzieningen en/of het gebruik van meetapparatuur. Een onderdeel vertoont beschadiging, defecten of barsten. Een onderdeel vertoont te veel slijtage. De bevestiging is defect. De veiligheidsvoorziening ontbreekt of werkt niet. (e) (f) De indicatoren werken niet. Foutieve herstelling of wijziging Overbrenging Visuele controle De borgschroeven zitten los of ontbreken. De aslagering voor overbrenging vertoont te veel slijtage. De kruiskoppelingen vertonen te veel slijtage. De fleibele koppelingskoppen zijn stuk. NL 18 NL

20 Punt Methode Gebreken (e) (f) De as is beschadigd of gebogen. De lagerbehuizing is gebroken of zit los. (g) De stofkap ontbreekt of is ernstig beschadigd. (h) Illegale aanpassing aan de aandrijving Bevestiging van de motor Visuele controle De bevestigingen zijn stuk, zitten los of zijn gebroken Motorvermogen Visuele controle Het bedieningselement is illegaal gewijzigd. Illegale aanpassing aan de motor of de aandrijving Cabine en koetswerk Toestand Visuele controle Een paneel of onderdeel zit los of is beschadigd en kan verwondingen veroorzaken. De stijl zit los. De motor zit bloot of de uitlaatemissies komen in het interieur terecht. Foutieve herstelling of wijziging Bevestiging Visuele controle Het koetswerk of de cabine zit los. Het koetswerk of de cabine zit niet recht op het chassis. De bevestiging van het koetswerk/de cabine op het chassis of de dwarsdelen zit los of ontbreekt. De bevestigingspunten aan integrale koetswerkonderdelen vertonen te veel slijtage Portieren en portiervanger s Visuele controle Een portier opent en sluit niet correct. Een portier kan plots opengaan of blijft niet gesloten. Het portier, de scharnieren, de vangers, of ondersteunende elementen ontbreken, zitten los of zijn stuk Bodem Visuele controle De bodem zit los of is stuk Bestuurderszitplaats Visuele controle De zitplaats zit los of vertoont defecten in zijn structuur. De afstelmechanisme functioneert niet correct Andere zitplaatsen Visuele controle De zitplaatsen zijn defect of zitten los. De zitplaatsen zijn niet in overeenstemming NL 19 NL

21 Punt Methode Gebreken met de vereisten bevestigd. (1) Bedieningsapparatuur voor de bestuurder Visuele controle en controle door bediening. De bedieningsapparatuur die nodig is voor de veilige besturing van het voertuig werkt niet correct Cabinetreden Visuele controle Een trede of de opstapring zit los. De toestand van trede of de opstapring zou gebruikers kunnen verwonden Andere binnen- en buitenvoorzie ningen en uitrusting Visuele controle De bevestiging of andere voorzieningen of inrichtingen zijn defect. De andere voorzieningen of inrichtingen zijn niet in overeenstemming met de vereisten. (1) De hydraulische inrichting lekt Spatborden, opspatafscher mingsuitrustin g Visuele controle Ontbreekt, zit los of vertoont te veel corrosie. Onvoldoende afstand tot het wiel. 7. DIVERSE UITRUSTINGEN 7.1. Veiligheidsgordels/sluitingen en beveiligingssystemen voor inzittenden Veiligheid van de bevestiging van veiligheidsgord els/sluitingen Niet in overeenstemming met de vereisten. (1) Visuele controle Verankeringspunt is stuk. Verankeringspunt zit los Toestand van veiligheidsgord els/sluitingen Visuele controle en controle door bediening. De verplichte veiligheidsgordel ontbreekt of is niet bevestigd. De veiligheidsgordel is beschadigd. De veiligheidsgordel is niet in overeenstemming met de vereisten. (1) De sluiting van de veiligheidsgordel is beschadigd of werkt niet correct. (e) Het oprolmechanisme van de veiligheidsgordel is beschadigd of werkt niet correct Krachtbegrenzer veiligheidsgord el () 6/ Visuele controle De krachtbegrenzer ontbreekt of is niet aangepast aan het voertuig Gordelspanners () 6/ Visuele controle De spanner ontbreekt of is niet aangepast aan het voertuig Airbag () 6/ Visuele controle De airbags ontbreken of zijn niet aan het voertuig aangepast. NL 20 NL

22 Punt Methode Gebreken De airbag werkt duidelijk niet SRS-systemen () 6/ Visuele controle van het waarschuwingslampje Het waarschuwingslampje van het SRS wijst op een defect in het systeem Brandblusser indien vereist () 6/ 7.3. Sloten en beveiligingen tegen diefstal Visuele controle Ontbreekt. Niet in overeenstemming met de vereisten. (1) Visuele controle en controle door bediening. De apparatuur om te verhinderen dat het voertuig wordt bestuurd, werkt niet. De functie om te sluiten of blokkeren is defect of voertuig sluit of blokkeert onwillekeurig Gevarendriehoek (indien vereist) () 6/ 7.5. Verbandtrommel (indien vereist) () 6/ 7.6. Wielblokken (wiggen) (indien vereist) () 6/ Visuele controle Visuele controle Visuele controle Ontbreekt of is onvolledig. Niet in overeenstemming met de vereisten. (1) Ontbreekt, is onvolledig of is niet in overeenstemming met de vereisten. (1) Ontbreken of zijn niet in goede staat Geluidssignaalinrichting Visuele controle en controle door bediening. Werkt niet. Het bedieningselement zit los. Niet in overeenstemming met de vereisten. (1) 7.8. Snelheidsmeter Visuele controle Niet gemonteerd in overeenstemming met de vereisten. (1) Werkt niet. Kan niet worden verlicht Tachograaf (indien aanwezig/vereis t) Visuele controle Niet afgesteld in overeenstemming met de vereisten. (1) Werkt niet. Het installatieplaatje ontbreekt, is onleesbaar of verstreken. De schaalverdeling ontbreekt, is onleesbaar of verstreken. (e) Duidelijke vervalsing of manipulatie. (f) De maat van de banden is niet compatibel met de ijkparameters op het installatieplaatje Snelheidsbegrenzer (indien vereist) Visuele controle en, indien uitrusting beschikbaar is, controle door bediening. Niet afgesteld in overeenstemming met de vereisten. (1) + (E) NL 21 NL

23 Punt Methode Gebreken (e) (f) Werkt duidelijk niet. De snelheid is te hoog ingesteld (indien gecontroleerd). De zegels zijn stuk of ontbreken. De schaalverdeling ontbreekt, is onleesbaar of verstreken. De grootte van banden niet compatibel met parameters van schaalverdeling Kilometerteller indien beschikbaar / Elektronische stabiliteitscontr ole (ESC) indien verplicht () 6/ Visuele controle Duidelijk gemanipuleerd (fraude). Werkt duidelijk niet. Visuele controle De wielsnelheidssensoren aan de wielen ontbreken of zijn beschadigd. De bedrading is beschadigd. Andere onderdelen ontbreken of zijn beschadigd. De schakelaar is beschadigd of werkt niet correct. (e) Het waarschuwingslampje van de elektronische stabiliteitscontrole wijst op een defect in het systeem. 8. OVERLASTFACTOREN 8.1. Geluidshinder Geluidsonderdrukkin gssysteem Subjectieve beoordeling (tenzij de controleur van mening is dat het geluidsniveau dubieus is. In dat geval mag een geluidstest met een geluidsmeter worden uitgevoerd.) De geluidsniveaus overschrijden de niveaus in de vereisten (1). Een onderdeel van het geluidsonderdrukkingssysteem zit los, zou er kunnen afvallen, is beschadigd, niet juist aangebracht, afwezig of duidelijk aangepast met een nadelige invloed op de geluidsniveaus Uitlaatemissies Emissies benzinemotor Uitlaatemissierege lsysteem Visuele controle Het enige door de fabrikant gemonteerd uitlaatemissie-regelsysteem ontbreekt of duidelijk defect. Lekken die emissiemetingen in belangrijke mate kunnen beïnvloeden Gasvormige emissies (E) Meting met een uitlaatgasanalysator in overeenstemming met de vereisten (1). Bij voertuigen die met een geschikt eigendiagnosesysteem (OBD-systeem) zijn uitgerust, mag de correcte werking van het emissiesysteem ook worden gecontroleerd door de relevante gegevens uit het OBD-systeem uit te lezen en de correcte werking van het OBD-systeem te controleren Ofwel overschrijden de gasemissies de door de fabrikant vastgelegde niveaus, ofwel, indien deze gegevens niet beschikbaar zijn, overschrijden de COemissies, NL 22 NL

24 Punt Methode Gebreken in plaats van emissiemetingen bij stationaire motor in overeenstemming met de door de fabrikant aanbevolen warmloopperiode en andere vereisten (1) en rekening houdend met de juiste maima. Er kan ook worden gemeten met meetapparatuur op afstand volgens standaardtestmethodes. (1) voor voertuigen zonder geavanceerd uitlaatemissie-regelsysteem 4,5 %, of 3,5 % afhankelijk van de datum van eerste inschrijving of gebruik zoals in de vereisten wordt bepaald (1) of (2) voor voertuigen met geavanceerd uitlaatemissie-regelsysteem bij stationaire motor: 0,5 % bij hoog stationair toerental: 0,3 % bij stationaire motor: 0,3 % 6 bij hoog stationair toerental: 0,2 % afhankelijk van de datum van eerste inschrijving of gebruik zoals in de vereisten wordt bepaald (1) (e) Lambda buiten de waarde 1 ± 0,03 of niet overeenkomstig de specificaties van fabrikant. Uitgelezen OBD wijst op ernstig defect Meetapparatuur op afstand wijst op een ernstige inbreuk Emissies dieselmotor Uitlaatemissierege lsysteem Visuele controle Het enige door de fabrikant gemonteerd uitlaatemissie-regelsysteem ontbreekt of duidelijk defect. Lekken die emissiemetingen in belangrijke mate kunnen beïnvloeden Opaciteit (E) De opaciteit van de uitlaatgassen wordt gemeten tijdens een vrije acceleratie (bij niet-belaste motor wordt het toerental opgevoerd van het stationair toerental tot het toerental waarbij de regelaar van de brandstoftoevoer in werking treedt) met de versnellingspook in de vrije stand en niet-ontkoppelde motor. Voorbereiding van het voertuig 1. Voertuigen kunnen worden gecontroleerd zonder voorafgaande voorbereiding, maar om veiligheidsredenen moet eerst worden nagegaan of de motor warm is en in een bevredigende mechanische staat Bij voertuigen die voor de eerste keer na de datum in de vereisten zijn ingeschreven of in gebruik genomen (1), overschrijdt de opaciteit het niveau dat op de plaat van de fabrikant op het voertuig staat genoteerd; Wanneer deze gegevens niet beschikbaar zijn of de vereisten (1) het gebruik van referentiewaarden niet toelaten, - voor dieselmotoren met natuurlijke afzuiging: 2,5 m -1, 6 Typegoedgekeurd overeenkomstig de grenswaarden in rij A of B van hoofdstuk van bijlage I bij Richtlijn 70/220/EEG, zoals gewijzigd bij Richtlijn 98/69/EG of later, of voor het eerst ingeschreven of in gebruik genomen na 1 juli NL 23 NL

25 Punt Methode Gebreken verkeert. 2. Voorbereidingsvoorschriften: i) de motor moet op temperatuur zijn, hetgeen bijvoorbeeld kan worden geconstateerd wanneer de temperatuur van de motorolie, gemeten door middel van een in de opening voor de oliepeilstok ingebrachte voeler, ten minste 80 C bedraagt of de normale bedrijfstemperatuur wanneer deze lager is, dan wel wanneer de temperatuur van het motorblok, bepaald aan de hand van de hoeveelheid infraroodstraling, ten minste een vergelijkbare waarde bedraagt. Indien door de constructie van het voertuig deze meting in de praktijk moeilijk uitvoerbaar is, kan op een andere wijze worden nagegaan of de motor zijn normale bedrijfstemperatuur heeft bereikt, bijvoorbeeld door te wachten tot de ventilator aanslaat; - voor dieselmotoren met drukvulling: 3,0 m -1, of, bij voertuigen die in de vereisten staan( 1) of voor de eerste keer na de datum in de vereisten zijn ingeschreven of in gebruik zijn genomen (1), - 1,5 m Meetapparatuur op afstand wijst op een ernstige inbreuk ii) het uitlaatsysteem moet worden doorgeblazen door middel van ten minste drie vrije acceleratiecycli of een daarmee vergelijkbare methode. Controleprocedure 1. De motor en de eventueel gemonteerde turbolader moeten stationair draaien voor het begin van elke vrije acceleratiecyclus. Bij zware dieselmotoren moet ten minste 10 seconden worden gewacht na het loslaten van het gaspedaal. 2. Bij de aanvang van elke vrije acceleratiecyclus moet het gaspedaal snel en ononderbroken (d.i. in minder dan 1 seconde) maar wel rustig volledig worden ingedrukt, teneinde een maimale brandstoftoevoer door de injectiepomp te verkrijgen. 3. Tijdens elke vrije acceleratiecyclus moet de motor het toerental bereiken waarbij de regelaar van de brandstoftoevoer in werking treedt of, voor voertuigen met een automatische transmissie, het door de fabrikant voorgeschreven toerental dan wel, indien dit niet bekend is, een toerental dat twee derde bedraagt van het toerental waarbij de regelaar van de brandstoftoevoer in werking treedt, alvorens het gaspedaal wordt losgelaten. Dit kan worden gecontroleerd door bijvoorbeeld het toerental te meten of door voldoende tijd te laten verlopen tussen het indrukken en het loslaten van het gaspedaal, namelijk, bij voertuigen van de categorie M2, M3, N2 of N3, ten minste 2 seconden. 4. Voertuigen dienen alleen te worden afgekeurd, indien het rekenkundig gemiddelde van ten minste de laatste drie vrije acceleratiecycli meer bedraagt dan de grenswaarde. Dit kan worden berekend, wanneer sterk van het gemeten gemiddelde afwijkende metingen of het resultaat van een andere statistische berekening die rekening houdt met de verstrooiing van de metingen buiten beschouwing worden gelaten. De lidstaten 7 Typegoedgekeurd volgens de grenswaarden in rij B van hoofdstuk van bijlage I bij Richtlijn 70/220/EEG, zoals gewijzigd bij Richtlijn 98/69/EG of later; rij B1, B2 of C van hoofdstuk van bijlage I bij Richtlijn 88/77/EEG, zoals gewijzigd bij Richtlijn 1999/96/EG of later of voor het eerst ingeschreven of in gebruik genomen na 1 juli NL 24 NL

26 Punt Methode Gebreken kunnen het aantal testcycli aan een maimum verbinden. 5. Om onnodige controles te vermijden kunnen de lidstaten voertuigen afkeuren waarbij aanzienlijk hogere waarden dan de grenswaarden zijn gemeten na minder dan drie vrije acceleratiecycli of na het doorblazen. Om onnodige controles te vermijden kunnen de lidstaten ook, rekening houdend met de juiste maima, voertuigen goedkeuren waarbij na minder dan drie vrije acceleratiecycli of na het doorblazen aanzienlijke lagere waarden dan de grenswaarden zijn gemeten. Er kan ook worden gemeten met meetapparatuur op afstand volgens standaardtestmethodes. NOTEN: 1. "Vereisten" zijn bepaald in de vereisten betreffende de typegoedkeuring op de datum van de eerste inschrijving of de eerste ingebruikneming, alsook aanpassingsverplichtingen of nationale wetgevingen in het land van inschrijving. NL 25 NL

27 BIJLAGE III BEOORDELING VAN GEBREKEN In deze bijlage worden de minimumvoorschriften voor de beoordeling van tijdens controles langs de weg vastgestelde gebreken uiteengezet. 1. INDELING VAN GEBREKEN De gebreken worden in de volgende categorieën ingedeeld: KLEINE GEBREKEN: Technische gebreken die geen belangrijke gevolgen hebben voor de veiligheid van het voertuig en andere kleine vormen van niet-naleving. Aangezien redelijkerwijs mag worden verwacht dat de vastgestelde gebreken onmiddellijk zullen worden verholpen, hoeft het voertuig niet opnieuw te worden gecontroleerd. GROTE GEBREKEN: Gebreken die de veiligheid van het voertuig en/of andere weggebruikers in gevaar kunnen brengen en andere belangrijke vormen van niet-naleving. Het voertuig moet zo snel mogelijk worden hersteld en verder gebruik kan worden onderworpen aan beperkingen en voorwaarden, bijvoorbeeld het voertuig opnieuw ter controle aanbieden. GEVAARLIJKE GEBREKEN: Gebreken die een rechtstreekse en onmiddellijke bedreiging vormen voor de verkeersveiligheid. Verder gebruik van het voertuig in het verkeer is niet toegestaan, maar in sommige gevallen mag het voertuig naar een specifieke plaats worden gereden, bijvoorbeeld voor onmiddellijke herstelling of inbeslagname. Een voertuig met gebreken die in meer dan een categorie vallen, wordt ingedeeld in de categorie waar het ergste gebrek. Een voertuig met verscheidene gebreken uit dezelfde categorie kan in een hogere categorie worden ingedeeld als het gecombineerde effect van de gebreken het voertuig gevaarlijker maakt. Tijdens de beoordeling van de gebreken wordt rekening gehouden met de typegoedkeuringseisen die van toepassing waren op het ogenblik van de eerste inschrijving of de eerste ingebruikneming van het voertuig. Voor sommige items gelden echter retrofiteisen. 2. BEOORDELINGSEISEN Punt Gebreken Beoordeling van gebreken 0. IDENTIFICATIE VAN HET VOERTUIG Klein Groot Gevaarlijk 0.1. Registratie kentekenplaten (indien dit in de eisen is voorgeschreven De kentekenplaat (-platen) ontbreekt (ontbreken) of zit(ten) zo los dat de plaat (platen) er kan (kunnen) afvallen. NL 26 NL

28 Punt Gebreken Beoordeling van gebreken Klein Groot Gevaarlijk (1) Het opschrift ontbreekt of is onleesbaar Voertuig- identificatie- /chassis- /serienummer Is niet in overeenstemming met de voertuigdocumenten of geregistreerde gegevens. Ontbreekt of is onvindbaar. Onvolledig, onleesbaar. Is niet in overeenstemming met de voertuigdocumenten of geregistreerde gegevens. 1. REMSYSTEEM 1.1. Mechanische toestand en werking Draaipunt van de bedrijfsrem/handre m Het draaipunt zit veel te strak. b) Vertoont te veel slijtage/speling Staat en slag van het bedieningspedaal/d e handrem De vrije slag is te groot of te klein. De remmen kunnen niet volledig worden gebruiken of zijn geblokkeerd. Het pedaal of de handrem komt moeilijk terug in de rustpositie. De rem blijft werken. c) Het antisliprubber op het rempedaal ontbreekt, zit los of is door slijtage glad geworden Vacuümpomp of compressor en reservoirs Er is te weinig lucht- en/of vacuümdruk om de rem ten minste tweemaal te kunnen aantrekken nadat het waarschuwingssignaal in werking is getreden (of een meetinstrument gevaar signaleert). ten minste tweemaal aantrekken van de rem nadat het waarschuwingssignaal in werking is getreden (of een meetinstrument gevaar signaleert). Het tot stand komen van de benodigde luchten/of vacuümdruk voor het bereiken van veilige waarden is niet in overeenstemming met de vereisten (1) De veiligheidsklep voor het dubbel remcircuit of de overdrukklep functioneert niet. NL 27 NL