Elementaire meettechniek (8)
|
|
- Victor Verstraeten
- 5 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Elementaire meettechniek (8) E. Gernaat (ISBN ) 1 Meergastesters 1.1 Verbrandingstechniek 1.2 Inleiding Benzine, dieselbrandstof en LPG behoren scheikundig gezien tot de groep van koolwaterstoffen 1. In de scheikunde wordt koolstof aangeduid met de letter C en waterstof met de letter H. Nu bestaat benzine uit een mengsel van vele koolwaterstoffen waarvan oktaan (C 8 H 18 )de voornaamste is. Wanneer een stof zich verbindt met zuurstof (O 2 ) dan spreekt men van verbranding. Tijdens dit proces worden nieuwe stoffen gevormd, die we de verbrandingsgassen noemen. Scheikundig wordt dit in de vorm van een reactievergelijking opgeschreven: CH + O 2 CO 2 + H 2 O Deze reactievergelijking kan als volgt kan worden uitgelegd: Wanneer benzine (CH) wordt verbrand in de verbrandingskamer van de motor dan worden de koolwaterstofdeeltjes verbonden met de zuurstofdeeltjes. Dit gaat gepaard met een grote warmteontwikkeling. Na afloop zijn er nieuwe stoffen ontstaan nl. kooldioxide en water. Deze stoffen verlaten de motor als verbrandings- of uitlaatgassen. Dit is echter niet de praktische situatie. We werken niet met zuivere zuurstof maar met lucht. Lucht bestaat uit 20% zuurstof (O 2 ) en 80% stikstof (N 2 ). Hierbij hebben we gemakshalve kleine hoeveelheden andere gassen verwaarloosd. De eerder genoemde reactievergelijking gaat nu over in: CH + O 2 + N 2 CO 2 + H 2 O + N 2 Er verandert weinig. De stikstof doet niet mee aan de verbranding en verlaat - weliswaar opgewarmd- de verbrandingskamer. De stikstof zorgt ervoor dat de verbrandingstemperatuur beperkt blijft tot zo n 1500 o C. Deze situatie is correct wanneer de verbranding zelf ideaal verloopt en de benzine uitsluitend uit koolwaterstoffen bestaat. Hoewel het verbrandingsproces de laatste jaren enorm is verbeterd zijn er altijd nog zuurstof- en benzinedeeltjes die aan de verbranding geheel of gedeeltelijk ontsnappen. Ook is het bijzonder moeilijk om precies de juiste hoeveelheid benzine en lucht te mengen zodat praktisch de volgende reactievergelijking ontstaat: 1. Op dit werk is de Creative Commons Licentie van toepassing 1
2 CH + O 2 + N 2 CO 2 + H 2 O + N 2 + CO + CH + O 2 + NO x Nieuw na het teken is: CO of koolmonoxide, een onvolledig verbrand gas; CH of onverbrande benzinedeeltjes; O 2 of zuurstofdeeltjes die niet aan de verbranding hebben deelgenomen; NO x bestaat uit NO 2 en NO 3. Dit zijn zijn stikstofverbindingen die alleen onder hoge verbrandingstemperaturen ontstaan. Van al deze gassen wordt als schadelijk ervaren: CO 2, is verantwoordelijk voor het broeikaseffect (opwarmen van de aarde). Bij grotere concentraties, door belemmering van de eigen CO 2 afgifte ook direct gevaarlijk voor mens en dier; CO, al in kleine concentraties dodelijk voor mens en dier (kolendampvergiftiging); NO x, is behalve kankerverwekkend ook verantwoordelijk voor de zure regen; HC, is kankerverwekkend. De vaste deeltjes, die bij de mengselmotoren maar in geringe hoeveelheden geproduceerd worden, zijn in de orde van grootte van 2 micron. Deeltjes kleiner dan 6 micron worden gevaarlijk geacht. De uitstoot van vaste deeltjes vindt vooral plaats bij de zgn. arme mengselmotoren. Omdat CO 2 een natuurlijk verbrandingsproduct is wordt dit gas meestal niet meegenomen in de beschouwing van schadelijke stoffen. Wanneer we ons in eerste instantie richten op de mengselmotor dan bedragen de direct schadelijke bestanddelen (dus zonder CO 2 ) slechts 1 procent van de totale hoeveelheid. Deze laten zich weer als het volgt onderverdelen. CH, 0,060 % of 600 ppm; NO x, 0,085 % of 850 ppm; CO, 0,850 % of 8500 ppm; restgassen waaronder vaste deeltjes 0,005 % of 50 ppm. Fig. 1 geeft deze verdeling grafisch weer. De Dieselmotor werkt met een luchtoverschot. In vergelijking met de mengselmotor kunnen we stellen dat: de CO-uitstoot ongeveer 30% lager ligt; de HC-uitstoot gelijk blijft of iets lager komt te liggen; het NO x -gehalte 3x zo hoog ligt; De vaste deeltjes-uitstoot (voornamelijk roet) ongeveer 7x zo hoog is; De conclusie is duidelijk. Bij de Dieselmotoren zal vooral de NO x en het roet moeten worden aangepakt. Technisch wordt door effectieve(re) verbranding, toepassing van katalysatoren, uitlaatgasrecirculatie en roetfilters, de uitstoot van CO, HC, NO x en vaste deeltjes al drastisch beperkt. De verwachting is dat het verminderingsproces tot ongeveer 2020 doorgaat. De uitstoot van kooldioxide (CO 2 ) zal echter toenemen. 2
3 O2 + argon N2 H2O CO % 1% schadelijk CO CH NOx 1 % = ppm diversen 0 0,5 1 % ppm Figuur 1: Globale samenstelling van het uitlaatgas van een mengselmotor. Van de 1 % schadelijke bestanddelen vormt het CO-gas het hoofdbestanddeel (1% komt overeen met ppm (parts per million)). 1.3 Verbrandingstechniek in detail We kunnen het vorige hoofdstuk uitbreiden met wat meer details. We gaan uit van de volgende gegevens: s.m. normale benzine (ρ b ) bedraagt 0,74 kg/l. Dus 1 liter benzine weegt 740 g; lucht is een mengsel van 78 % stikstof (N 2 ) en 21 % zuurstof (0 2 ). Het restant bestaat hoofdzakelijk uit Argon en CO 2 ; benzine is een mengsel van C n H 2n+2 verbindingen van C 5 H 12 tot C 10 H 22 ; het atoomgewicht van waterstof (H) is 1, van koolstof (C) 12 en van zuurstof (0) 16; als gemiddelde moleculaire benzinemassa mag nonaan (none=9) worden aangenomen. De chemische formule van nonaan is: C 9 H 20 ; het moleculair gewicht is de som van de atoommassa s van een molecuul. Dus het moleculairgewicht van C 9 H 20 bedraagt 9 x 12 g + 20 x 1 g = 128 g of anders gezegd 1 Mol benzine = 128 gram-atomen; De volledige verbranding van benzine (C 9 H 20 ) met zuurstof (O 2 ) kan worden weergegeven door de volgende reactievergelijking: C 9 H 20 + xo 2 yco 2 + zh 2 O Nu moet de reactievergelijking kloppend worden gemaakt. Ingevuld geeft dit: C 9 H O 2 9CO H 2 O Controleer dit maar. We hebben 18 zuurstofatomen nodig om de 9 koolstofdeeltjes om te zetten naar CO 2 en we hebben 10 zuurstof atomen nodig om de twintig waterstofatomen om te zetten naar H 2 O. Het totaal bedraagt 28 atomen zuurstof of 14 moleculen zuurstof. Nu gaan we weer de atoomgewichten 3
4 invullen: C 9 H 20 = 9 x x 1 = 128 g 14O 2 = 28 x 16 = 448 g 9CO 2 = 9 x x 16 = 396 g 10H 2 O= 20 x x 16 = 180 g Hier staat dus: 128 g koolwaterstoffen die verbranden met 448 g zuurstof leveren na verbranding 396 g kooldioxide op en 180 g water of: 128 g CH g O g CO 2 en 180 g H 2 O Hieruit kunnen we concluderen dat uit 128 g benzine 180 g water ontstaat. Rekenen we dit om naar liters dan gaat het om 128 g / 740 g/l = 0,1730 l benzine op 180 g / 1000 g/l = 0,1800 l water. Anders gezegd: 1 liter benzine produceert 1/0,173 x 0,18 = 1,04 liter water. De andere genoemde stoffen zijn in gasvorm zodat we de genoemde grammen om zouden moeten zetten naar m 3. Indien gewenst kan dit gebeuren met behulp van de Avogadro-constante die stelt dat het moleculair gewicht overeenkomt met 22,4 l/mol. De 396 g CO 2 komt dan overeen met 396 g x 22,4 g/l = 8870,4 l of 8,8 m 3 2 Infrarood-uitlaatgastesters Viergas-uitlaatgastesters kunnen de hoeveelheid CO, HC CO 2 en O 2 bepalen. Een vijfgastester meet tevens de hoeveelheid NO x. Ook geven de meters het lambda-getal als berekende grootheid uit de vier gemeten gassen aan. Voor het meten van CO, HC en CO 2 wordt overwegend het infrarood meetprincipe toegepast. Dit meetprincipe maakt gebruik van de eigenschap dat het CO, HC en CO 2 gas infraroodstraling (warmte) absorbeert. Nu heeft het HC-gas de eigenschap om infraroodstraling met een frequentie van 350 khz te absorberen, het CO 2 -gas doet dit voor een frequentie van 420 khz en het CO-gas voor 450 khz. Voor de meting van CO, HC, CO 2 gaan we uit van een apparaat dat infraroodstraling met een frequentie tussen de 350 en 450 khz produceert en waarvan we de intensiteit (hoeveelheid warmte) exact weten. Wanneer we vervolgens het uitlaatgas door het apparaat leiden dan zal de intensiteit van de genoemde infraroodfrequenties dalen. Deze daling is een maat voor de hoeveelheid passerend gas. De meting voor CO 2, CO en HC zal in afzonderlijke meetkamers moeten gebeuren. We nemen als voorbeeld de meting van CO 2. De infraroodstraler geeft bij C infraroodstraling af. De hoeveelheid straling wordt stootsgewijze gedoseerd door een roterende vleugelschijf (een chopper) en passeert een meetcel. Ook het uitlaatgas wordt wordt door de meetcel geleid (fig. 2). Door het CO 2 aandeel in het uitlaatgas zal de intensiteit van de 420 khz infraroodstraling in de meetkamer dalen. De resterende hoeveelheid 4
5 IR straler o khz khz voor CO detectiekamers 2 vermindering door uitlaatgas 1 2 CO 2 CO 2 temp.stijgt meetcel hittedraad elektromotor uitlaatgas volgende cel meet brug uitgang chopper voor dosering Figuur 2: De meetcel voor de infraroodmeting van CO 2 straling komt vervolgens in de eerste detectiekamer terecht. Deze kamer is gevuld met CO 2 gas en hermetisch afgesloten. Hoe minder er door het uitlaatgas aan 420 khz straling is geabsorbeerd des te meer kan er door het testgas worden geabsorbeerd. Door de absortie zal de temperatuur van het CO 2 testgas en daardoor de druk in de detectiekamer 1 stijgen. Nu staat de 1e detectiekamer door een klein kanaal in verbinding met een 2e kamer. In dit kanaal is een soort hittedraad als stromingsmeter gemonteerd (hittedraad: stroming geeft afkoeling geeft weerstandsverandering). Door de drukverhoging van de eerste kamer zal een zekere hoeveelheid CO 2 gas naar de andere kamer stromen. De hoeveelheid hiervan staat (indirect) in relatie met de hoeveelheid CO 2 in het uitlaatgas. De stromingsmeter meet deze hoeveelheid d.m.v. weerstands-verandering van de hittedraad. Met behulp van een brug van wheatstone (meetbrug) wordt deze weerstands-verandering in een elektrische spanning omgezet. Vanaf dit punt kan de spanning worden gedigitaliseerd en aan een processor voor verdere bewerking worden aangeboden. De uitgangsspanning van de CO 2 -cel zal het grootste zijn wanneer het uitlaatgas (theoretisch gesteld) geen CO 2 zou bevatten en de spanning zal lager worden naarmate het uitlaatgas meer CO 2 bevat. Om het geheel te ijken zal op gezette tijden lucht door de meetcel worden geblazen. De uitgangsspanning zal dan maximaal worden omdat de intensiteit van de 420 khz straling alleen maar door de detectiekamer wordt geabsorbeerd. (Opmerking: de buitenlucht bevat ongeveer 0,03% CO 2 terwijl het uitlaatgas van een motor ongeveer 15% bevat) 2.1 O 2 en NO x meting Zgn. actieve sensoren worden voor deze meting ingezet. Actieve sensoren zetten de gemeten waarden direct om in een spanning. De O 2 - en NO x -sensor hebben een beperkte levensduur en moeten na een paar jaar worden vervangen. De zuurstofsensor bestaat meestal uit een poreuze met goud opgedampte 5
6 teflon folie, lood elektrodes en accuzuur. Wanneer men op de sensor een voedingsspanning aansluit van 200 mv dan varieert de stroom tussen de 0 en 100 µa, afhankelijk van het zuurstofgehalte. 2.2 De λ-waarde De op de viergastester aangegeven λ-waarde geschiedt niet door meting maar door berekening. Men gebruikt hiervoor de vereenvoudigde formule van Brettschneider. In deze formule wordt de hoeveelheid CO 2, CO, O 2 en HC-gas gebruikt. De formule luidt: λ = CO 2 + CO 2 +O 1,51 2+( 3,5+ C02 CO 0,0088)(CO 2 +CO) 1,42(CO 2 +CO+8HC) Een hoeveelheid C0 2 van 15,9%, CO van 0,011%, 0 2 van 0,1% en HC van 0,0015% geeft een berekende waarde van λ = 1, Uitlaatgasmeetwaarden met de 4/5 gastester De uitlaatgasmetingen vinden in de werkplaats voornamelijk plaats met onbelaste motor op bedrijfstemperatuur en na de katalysator. Een betere indruk zou worden verkregen door te meten in belaste toestand en voor de katalysator. Helaas is dit in de praktijk meestal niet haalbaar. Er wordt gemeten in (volume) procenten of parts per million (ppm). (1% = ppm) De richtwaarden hebben hier dan ook betrekking op. Figuur 3: Crypton viergastester bij de rollenbank (ROC van Twente) 6
7 De HC-waarde (richtwaarden tussen de 10 tot 100 ppm) Hoge HC-waardes worden veroorzaakt door te veel onverbrand mengsel in het uitlaatgas. De CO-waarde (richtwaarden tussen 0,01% en 1%) Te hoge CO-waarden duiden op een onvolledige verbranding. De CO 2 waarde (richtwaarde tussen 13% en 15%). Veel CO 2 ontstaat bij volledige verbranding. In principe: hoe hoger het CO 2 gehalte, hoe beter het verbrandingsverloop. Lage CO 2 waarden duiden op een te arm of te rijk mengsel of een lekkage in het uitlaatsysteem. Het O 2 gehalte (richtwaarde 0,2% - 2%) Het zuurstofgehalte dient laag te zijn. Bij een niet goed verlopende verbranding kan het O 2 gehalte stijgen. Ook bij lekkages in het uitlaatgedeelte zal het O 2 gehalte oplopen. Het NO x gehalte (10-40 ppm) Het meten van NO x wordt bij stationair draaiende motoren niet als zinvol ervaren. NOx wordt gevormd boven de C verbrandingstemperatuur. Deze temperaturen treden alleen op bij belaste motoren. Bij een defecte EGR-klep en belaste motor kunnen de NO x waarden oplopen tot een paar duizend ppm. Fig. 4 laat de uitlezing van een viergastester zien. De viergastester was aangesloten op een wat oudere auto met carburateur en bobine-ontsteking met verdeler en contactpunten. Figuur 4: Uitlezing van een viergastester in de werkplaats 3 Roetmeting Roet (C) ontstaat voornamelijk bij Dieselmotoren ten gevolge van inwendige drukverhoging van brandende brandstofdruppeltjes. De verhoging van de druk 7
8 aan de buitenzijde doet inwendig kooldeeltjes ontstaan. De hoeveelheid geproduceerde roet hangt bij eenzelfde motor af van de belasting. Meer brandstof, minder luchtoverschot, meer roet (fig.5). De roetmeting geschiedt tegen ,15 concentratie (Vol ppm) luchtoverschotsgetal (lambda) CO HC NOx roet 0,1 0,05 0 roet (g/m3) Figuur 5: De relatie tussen de hoeveelheid roet, CO, HC en NOx t.o.v. de luchtverhouding bij een direct ingespoten motor woordig door een optisch meetprincipe volgens de absorbtiemethode. In deze zgn. opaciteitsmeting wordt de lichtdoorlaatbaarheid of vertroebelingsgraad van de gassen gemeten. Men maakt hiervoor gebruik van een lichtstraal verkregen door een groene led en een foto-elektrische cel (16 mv komt overeen met 50% vertroebeling). Slechts een deel van de uitlaatgassen wordt door de meetbuis gevoerd. Er wordt geen aanzuiging toegepast. De optische vensters worden van roet vrijgehouden door voorbijstromende lucht. De lengte van de meetkamer bedraagt exact 550 mm (fig. 6). De maximale lichtdoorlaat wordt Figuur 6: Doorsnede van een roetmeter. 1 meetsonde, 2 groene led, 3 ventilator, 4 compensatie spoellucht, 5 klep voor kalibratie, 6 verwarming, 7 foto-elektrische cel, 8 verwerkingselektronica. 8
9 op 0% gesteld en een algehele verduistering op 100%. De mate van verduistering (vertroebelingsgraad) in procenten wordt rekenkundig omgezet in een lichtabsorbtie-coëfficiënt de zgn. K-waarde. In formulevorm: waarin: K= -1/L.Ln (1-N/100) K = lichtabsorbtiecoëfficiënt m 1 L = lengte van de meetbuis in m N = opaciteit in % Ln = natuurlijke logaritme Fig. 7 geeft eerder genoemde relaties weer. K 10 8 absorbtiecoefficient m vertroebelingsgraad % Figuur 7: De relatie tussen de K-waarde in m 1 en vertroebelingsgraad in procenten 3.1 Meetprocedure voor de K-waarde Roetmeting is alleen zinvol onder vollast condities. Metingen kunnen worden uitgevoerd op een rollentestbank of volgens de vrije acceleratiemethode. Door maximaal te accelereren wordt gedurende de acceleratietijd het volle vermogen van de motor aangesproken. De meting volgens de vrije acceleratiemethode wordt verkregen door vanuit het stationair toerental maximaal te accelereren naar het maximum afgeregelde toerental. Vervolgens dient de motor een aantal seconden op het maximum toerental te draaien (fig. 8). De meting dient een aantal malen (3x) te worden herhaald om een stabiele uitlezing te krijgen. Momenteel is 1 meting voldoende. De maximale K-waarde wordt door de meetapparatuur weergegeven. Voor de toelaatbare K-waarde worden voertuigen in twee katagorieën ingedeeld: 1. atmosferische Dieselmotoren. K-waarde maximaal 2,5 m 1 2. turbo Dieselmotoren. K-waarde maximaal 3,0 m Analyse van de K-waarde grafiek Een goede diagnose mogelijkheid geven grafische voorstellingen van het verloop van de k-waarde en het toerental van de motor. De afbeelding van fig. 9 9
10 n max. toerental n stat. n90 n10 t10 t90 acc. tijd meettijd stabilisatie tijd stat. stabililisatietijd tijd gaspedaal ingetrapt Figuur 8: Uitvoeringsvoorwaarden van de vrije acceleratiemeting voor roetmeting. De acceleratietijd moet lineair oplopen en tussen de 0,5 en 2,0 s zijn. geeft een correct diagram van een indirect ingespoten dieselmotor met turbocompressor van een personenauto. In de afbeelding begint de K-waarde duidelijk onder de 0,3 m 1. Dit punt geeft de k-waarde bij onbelast stationair draaiende motor weer. Zie de bovenliggende toerentallijn. Tijdens de acceleratiebelasting, stijgt de K-waarde tot de maximum waarde van 1 m 1. Na het bereiken van het afgeregelde toerental, (het horizontaal gedeelte van de bovenste lijn) neemt de toerentalregelateur de inspuithoeveelheid zo ver terug, dat de motor onbelast op het maximum afgeregelde toerental verder draait. Nu daalt de K-waarde duidelijk. Bij het bereiken van het afgeregelde maximum toerental moet de K-waarde 30 tot 40% ten opzichte van de maximum waarde gedaald zijn. Als het gaspedaal wordt losgelaten, moeten toerental en K-waarde terugvallen naar de waarden, zoals die in de begintoestand gemeten zijn. 100 % m t/min o sec Figuur 9: Het verloop van de K-waarde en het toerental als functie van de tijd 10
11 4 Vragen en opgaven Zie boek 11
ELEMENTAIRE MEETTECHNIEK VOOR MOTORVOERTUIGTECHNICI EP GERNAAT
ELEMENTAIRE MEETTECHNIEK VOOR MOTORVOERTUIGTECHNICI EP GERNAAT 2 INLEIDING Onderstaande boekenreeks kan worden gebruikt voor de voortgezette of meer specialistische opleidingen in de motorvoertuigentechniek.
Nadere informatieUitlaatgasanalyse. E. Gernaat, ISBN Verbrandingstechniek
Uitlaatgasanalyse E. Gernaat, ISBN 978-90-808907-9-4 1 Verbrandingstechniek Benzine behoort scheikundig gezien tot de groep van koolwaterstoffen. In de scheikunde wordt koolstof aangeduid met de letter
Nadere informatieDieselmanagement (1) E. Gernaat (ISBN 978-90-79302-03-1) 1 Verbranding en emissie 2 Verbranding
Dieselmanagement (1) E. Gernaat (ISBN 978-90-79302-03-1) 1 Verbranding en emissie 2 Verbranding Het mengsel van brandstof en lucht bij Dieselmotoren wordt inwendig gevormd 1. In vergelijking met de mengsel-
Nadere informatieMotor- en voertuigprestatie (3)
Motor- en voertuigprestatie (3) E. Gernaat, ISBN 978-90-79302-01-7 1 Brandstofverbruik 1.1 Specifiek brandstofverbruik Meestal wordt het brandstofverbruik uitgedrukt in het aantal gereden kilometers per
Nadere informatieSamenvatting Chemie Overal 3 havo
Samenvatting Chemie Overal 3 havo Hoofdstuk 3: Reacties 3.1 Energie Energievoorziening Fossiele brandstoffen zijn nog steeds belangrijk voor onze energievoorziening. We zijn druk op zoek naar duurzame
Nadere informatieYerseke Engine Services BV (YES) Yerseke Engine Services is een service provider voor Caterpillar en John Deere in Nederland.
Yerseke Engine Services BV (YES) Yerseke Engine Services is een service provider voor Caterpillar en John Deere in Nederland. Wij zijn gevestigd in Yerseke, dicht bij de havens van Rotterdam en Antwerpen
Nadere informatieE. Gernaat (ISBN , uitgave 2012)
Dieselmanagement (1) E. Gernaat (ISBN 978-90-79302-03-1, uitgave 2012) 1 Verbranding en emissie 1.1 Verbranding Het mengsel van brandstof en lucht bij Dieselmotoren wordt inwendig gevormd. In vergelijking
Nadere informatieGesjoemel op de weg? Eric Feringa Igor van der Wal
Gesjoemel op de weg? Eric Feringa Igor van der Wal Wat kunt u verwachten? Hoe is úw kennis van luchtverontreiniging? Inzicht in normen en techniek Wat is de invloed van sjoemelsoftware? Casestudy A13 Overschie
Nadere informatie4 Verbranding. Bij gele vlammen ontstaat roet (4.1)
4 Verbranding Verbrandingsverschijnselen (4.1) Bij een verbranding treden altijd een of meer van de volgende verschijnselen op: rookontwikkeling, roetontwikkeling, warmteontwikkeling, vlammen, vonken.
Nadere informatieHoofdstuk 4. Chemische reacties. J.A.W. Faes (2019)
Hoofdstuk 4 Chemische reacties J.A.W. Faes (2019) Hoofdstuk 4 Chemische reacties Paragrafen 4.1 Kenmerken van een reactie 4.2 Reactievergelijkingen 4.3 Rekenen aan reacties Practica Exp. 1 Waarnemen Exp.
Nadere informatieParagraaf 1: Fossiele brandstoffen
Scheikunde Hoofdstuk 2 Samenvatting Paragraaf 1: Fossiele brandstoffen Fossiele brandstof Koolwaterstof Onvolledige verbranding Broeikaseffect Brandstof ontstaan door het afsterven van levende organismen,
Nadere informatieWelke meettechnieken zijn er?
Lars Van Ham Verkoop Manager België Welke meettechnieken zijn er? Dit is enkel een opsomming van de meest gebruikte technieken en niet limitatief! - Katalytisch verbranding meetprincipe - Voor brandbare
Nadere informatieOefenvragen Hoofdstuk 4 Chemische reacties antwoorden
Oefenvragen Hoofdstuk 4 Chemische reacties antwoorden Vraag 1 Geef juiste uitspraken over een chemische reactie. Kies uit: stofeigenschappen reactieproducten beginstoffen. I. Bij een chemische reactie
Nadere informatieOefen opgaven rekenen 4 HAVO bladzijde 1
Oefen opgaven rekenen 4 HAVO bladzijde 1 Opgave 1 uitrekenen en afronden Bij +/- rond je af op het kleinste aantal DECIMALEN, bij x/ rond je af op het kleinste aantal SIGNIFICANTE CIJFERS. Bij gecombineerde
Nadere informatieEen mengsel van lucht, hete verbrandingsgassen en kleine deeltjes vaste stof In rook zitten ook soms vonken
Hoofdstuk 5 In vuur en vlam 5.1 Brand! Voorwaarden voor verbranding Ontbrandingstemperatuur De temperatuur waarbij een stof gaat branden De ontbrandingstemperatuur is ook een stofeigenschap. Er zijn drie
Nadere informatieDeNOx-installatie. Onmisbaar voor schone lucht
DeNOx-installatie Een DeNOx-installatie is niets meer dan een uit de kluiten gewassen autokatalysator. Net als de installatie onder uw vierwieler zorgt een DeNOx-installatie ervoor dat schadelijke stoffen
Nadere informatie10 Materie en warmte. Onderwerpen. 3.2 Temperatuur en warmte.
1 Materie en warmte Onderwerpen - Temperatuur en warmte. - Verschillende temperatuurschalen - Berekening hoeveelheid warmte t.o.v. bepaalde temperatuur. - Thermische geleidbaarheid van een stof. - Warmteweerstand
Nadere informatieKlassieke autotechniek (1)
Klassieke autotechniek (1) E. Gernaat (ISBN in overweging) 1 Carburateurs 1.1 Carburateurs met variabele onderdruk en brandstofverstuiving In het begin van de ontwikkeling van de benzinemotor werden wel
Nadere informatieSamenvatting Scheikunde Hoofdstuk 3
Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 3 Samenvatting door K. 1467 woorden 5 maart 2016 5,5 2 keer beoordeeld Vak Scheikunde Scheikunde Samenvatting H3 3V 3.1 Energie Fossiele brandstoffen -> nu nog er afhankelijk
Nadere informatieInleiding Motormanagment. 7BSO Autotechnieken Module Motormanagement
Inleiding Motormanagment 7BSO Autotechnieken Module Motormanagement Het motormanagmentsysteem MOTRONIC genoemd gebaseerd op digitale electronica: 0 en 1 heden nieuwe eisen aan wagens: groot vermogen, gering
Nadere informatieElementaire meettechniek (7)
Elementaire meettechniek (7) E. Gernaat (ISBN 978-90-808907-5-6) 1 Temperatuurmetingen In de motorvoertuigentechniek kunnen we de temperatuurmetingen onderscheiden in 1 : Temperatuurmetingen door het systeem
Nadere informatieKlimaatbeheersing (3)
Klimaatbeheersing (3) E. Gernaat (ISBN 978-90-808907-6-3) 1 Het airco-koelproces als kringloopproces 1.1 Het ph-diagram Het koelproces zoals in de auto-airco plaatsvindt maakt gebruik van de toestandsverandering
Nadere informatie1. Welke gasmotoren kent u? 2. Wat verstaat u onder een Otto gasmotor? 3. Wat verstaat u onder een diesel-gasmotor?
Opgaven Hoofdstuk 8 Gasmotoren 1. Welke gasmotoren kent u? 2. Wat verstaat u onder een Otto gasmotor? 3. Wat verstaat u onder een diesel-gasmotor? 4. Wat verstaat u onder een stoichiometrische gasmotor?
Nadere informatieH7 werken met stoffen
H7 werken met stoffen Stofeigenschappen Faseovergangen Veilig werken met stoffen Chemische reacties Stoffen Zuivere stoffen mengsels legeringen één soort moleculen opgebouwd uit een aantal verschillende
Nadere informatieEindexamen havo natuurkunde pilot II
Eindexamen havo natuurkunde pilot 0 - II Aan het juiste antwoord op een meerkeuzevraag worden scorepunten toegekend. Opgave Parasaurolophus maximumscore antwoord: resonantie maximumscore Voor de grondtoon
Nadere informatieEindexamen havo natuurkunde II
Eindexamen havo natuurkunde 0 - II Opgave Parasaurolophus maximumscore antwoord: resonantie maximumscore voorbeeld van een berekening: Voor de grondtoon bij een halfgesloten pijp geldt dat de lengte van
Nadere informatie5, waar gaat dit hoofdstuk over? 1.2 stoffen bij elkaar: wat kan er gebeuren? Samenvatting door een scholier 1438 woorden 31 maart 2010
Samenvatting door een scholier 1438 woorden 31 maart 2010 5,6 15 keer beoordeeld Vak Scheikunde Scheikunde Hoofdstuk 1 stoffen bij elkaar 1.1 waar gaat dit hoofdstuk over? Als je 2 stoffen bij elkaar doet
Nadere informatieSEPTEMBERCURSUS CHEMIE HOOFDSTUK 3: STOICHIOMETRIE
SEPTEMBERCURSUS CHEMIE HOOFDSTUK 3: STOICHIOMETRIE 1 OVERZICHT 1. Basisgrootheden en eenheden 2. Berekening van het aantal mol 3. Berekening in niet-normale omstandigheden 4. Oplossingen 5. Berekeningen
Nadere informatie4VMBO H2 warmte samenvatting.notebook September 02, Warmte. Hoofdstuk 2. samenvatting. Vaak zetten we Chemische energie om in Warmte
Warmte Hoofdstuk 2 samenvatting Warmte is Energie Vaak zetten we Chemische energie om in Warmte Brandstoffen verbranden: Brandstof Zuurstof voldoende hoge temperatuur (ontbrandingstemperatuur) Iedere brandstof
Nadere informatie3.1 Energie. 3.2 Kenmerken chemische reactie
3.1 Energie Wat is energie? Energie voorziening Fossiele brandstof verbranden Co2 komt vrij slecht voor het broeikaseffect Windmolen park Zonnepanelen Energie is iets wat nodig is voor een verbrandingsreactie
Nadere informatieVerhogen van energie efficiëntie in industriële heaters
Verhogen van energie efficiëntie in industriële heaters Arthur Groenbos Product Manager Gas Analyzers arthur.groenbos@nl.yokogawa.com M. 0651538935 Introductie Yokogawa gaat dieper in op het verbeteren
Nadere informatieHulpmiddelen: Niet grafische rekenmachine, binas 6 de druk. Let op dat je alle vragen beantwoordt.
Oefentoets schoolexamen 5 Vwo Natuurkunde Leerstof: Hoofdstukken 3, 5, 6 Tijdsduur: Versie: A Vragen: 24 Punten: Hulpmiddelen: Niet grafische rekenmachine, binas 6 de druk Opmerking: Let op dat je alle
Nadere informatieTIER 4 INTERIM / STAGE IIIB EMISSIENORMEN VOOR NON-ROAD MOBIELE MACHINES
TIER 4 INTERIM / STAGE IIIB EMISSIENORMEN VOOR NON-ROAD MOBIELE MACHINES TIER 4 INTERIM / STAGE IIIB EMISSIENORMEN VOOR NON-ROAD MOBIELE MACHINES Op 1 januari 2011 zijn de emissienormen Tier 4i / Stage
Nadere informatieWarmte. Hoofdstuk 2. Vaak zetten we Chemische energie om in Warmte
Warmte Hoofdstuk 2 Warmte is Energie Vaak zetten we Chemische energie om in Warmte Brandstoffen verbranden: Brandstof Zuurstof voldoende hoge temperatuur (ontbrandingstemperatuur) 1 Grootheid Symbool Eenheid
Nadere informatieDirecte benzine-inspuiting
Directe benzine-inspuiting E. Gernaat, ISBN 978-90-808907-9-4 1 Bedrijfsmodes Directe benzine-inspuitsystemen zijn al een groot aantal jaren op de markt. Ze bewerkstelligen echter niet de grote doorbraak
Nadere informatieEXAMEN VWO SCHEIKUNDE 1980, TWEEDE TIJDVAK, opgaven
EXAMEN VWO SCHEIKUNDE 1980, TWEEDE TIJDVAK, opgaven Jood en propanon 1980-II(I) Jood lost goed op in een oplossing van kaliumjodide in water. De verkregen oplossing noemt men joodwater. In zuur milieu
Nadere informatieWWW.AMT.NL - Dé internetsite voor de Automotive Professional
WWW.AMT.NL - Dé internetsite voor de Automotive Professional WERKPLAATS Viergasmeting en diagnose bij autogassystemen Per 1 juli lambdameting verplicht bij APK LPG-auto s en de viergastest Vanaf 1 juli
Nadere informatieNatuurlijk heb je nu nog géén massa s berekend. Maar dat kan altijd later nog. En dan kun je mooi kiezen, van welke stoffen je de massa wil berekenen.
Hoofdstuk 17: Rekenen in molverhoudingen 17.1 Rekenen aan reacties: een terugblik én een alternatief In hoofdstuk 11 hebben we gerekend aan reacties. Het achterliggende idee was vaak, dat je bij een reactie
Nadere informatie3. Leid uit de formules van water, zwaveldioxide en zwavelzuur af welke stof uit de lucht hier bedoeld wordt..
Steenkool Steenkool komt in heel veel verschillende vormen voor. Dat geldt voor het uiterlijk van de steenkool. De kleur van steenkool kan bijvoorbeeld variëren van bruin tot zwart, steenkool kan hard
Nadere informatieNEVAC examen Middelbare Vacuümtechniek Vrijdag 11 april 2003, 14:00-16:30 uur. Vraagstuk 1 (MV-03-1) (15 punten)
NEVAC examen Middelbare Vacuümtechniek Vrijdag 11 april 2003, 14:00-16:30 uur Dit examen bestaat uit 4 vraagstukken en 5 pagina s Vraagstuk 1 (MV-03-1) (15 punten) Uitstoken en lekkage a) Na enige uren
Nadere informatieCursus Chemie 5-1. Hoofdstuk 5: KWANTITATIEVE ASPECTEN VAN CHEMISCHE REACTIES 1. BELANGRIJKE BEGRIPPEN. 1.1. Relatieve Atoommassa (A r)
Cursus Chemie 5-1 Hoofdstuk 5: KWANTITATIEVE ASPECTEN VAN CHEMISCHE REACTIES 1. BELANGRIJKE BEGRIPPEN 1.1. Relatieve Atoommassa (A r) A r = een onbenoemd getal dat de verhouding weergeeft van de atoommassa
Nadere informatieEXAMEN M!DJ) ELBAAR A.LGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN 1975
I M3---12 EXMEN M!DJ) ELBR.LGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN 1975 M\'0 3 Woensdag 21 1nei, 14.00--16.00 uur NTUUR- EN SCHEIKUNDE Zie ommezijde Deze opgaven zijn v:1sigcstc!d door de com rnissic bedoeld in
Nadere informatieHoofdstuk 8. Opgave 2. Opgave 1. Oefenvragen scheikunde, hoofdstuk 8 en 10, 5 VWO,
Oefenvragen scheikunde, hoofdstuk 8 en 10, 5 VWO, Hoofdstuk 8 Opgave 1 Bruistabletten bevatten onder andere natriumwaterstofcarbonaat. Als je deze tabletten in water brengt, treedt een reactie op waarbij
Nadere informatieLeerlingenhandleiding
Leerlingenhandleiding Afsluitende module Alternatieve Brandstoffen - Chemie verdieping - Ontwikkeld door dr. T. Klop en ir. J.F. Jacobs Op alle lesmaterialen is de Creative Commons Naamsvermelding-Niet-commercieel-Gelijk
Nadere informatieKlimaatbeheersing (2)
Klimaatbeheersing (2) E. Gernaat (ISBN 978-90-808907-6-3) Uitgave 2016 1 Natuurkundige begrippen 1.1 Warmte () Warmte is een vorm van energie welke tussen twee lichamen met een verschillende temperatuur
Nadere informatieDefinitie. In deze workshop kijken we naar 3 begrippen. Massa, Volume en Mol. Laten we eerst eens kijken wat deze begrippen nu precies inhouden.
Definitie In deze workshop kijken we naar 3 begrippen. Massa, Volume en Mol. Laten we eerst eens kijken wat deze begrippen nu precies inhouden. Massa In je tabellenboek vindt je dat de SI eenheid van massa
Nadere informatieX C D X C D. voertuigentechniek CSPE KB minitoets bij opdracht 1
voertuigentechniek CSPE KB 2009 minitoets bij opdracht 1 variant b Naam kandidaat Kandidaatnummer Meerkeuzevragen Omcirkel het goede antwoord (voorbeeld 1). Geef verbeteringen aan volgens voorbeeld 2 of
Nadere informatieTentamen x 3
Tentamen 28.06.2011 Gebruik de meegeleverde vellen papier voor het schrijven van de oplossingen van de opgaven. Schrijf je naam, studentnummer en studierichting op de eerste pagina. Nummer alle volgende
Nadere informatieEen ei wordt tijdens het bakken verhit. Er moet constant warmte toegevoegd worden, deze reactie is daarom endotherm.
8.1 1. Tijdens de verbranding van a. aluminium ontstaat er aluminiumoxide, b. koolstof ontstaat er koolstofdioxide, c. magnesiumsulfide ontstaan er magnesiumoxide en zwaveldioxide, want de beginstof bevat
Nadere informatietoelatingsexamen-geneeskunde.be Vraag 2 Wat is de ph van een zwakke base in een waterige oplossing met een concentratie van 0,1 M?
Chemie juli 2009 Laatste wijziging: 31/07/09 Gebaseerd op vragen uit het examen. Vraag 1 Geef de structuurformule van nitriet. A. B. C. D. Vraag 2 Wat is de ph van een zwakke base in een waterige oplossing
Nadere informatieBrandstof, Remvloeistof, Smeer- en Koelmiddelen (2)
Brandstof, Remvloeistof, Smeer- en Koelmiddelen (2) E. Gernaat (ISBN 978-90-79302-07-9) 1 Benzine 1.1 Samenstelling Benzine is een mengsel van vele koolwaterstoffen (C n H n ) dat wordt gebruikt als brandstof
Nadere informatieUitlaatgassennabehandeling Industriële Verbrandingsmotoren
Emitech B.V. / Emigreen B.V. Kjelt Remmen Technisch specialist / Adviseur Wij: Ontwerpen Specificeren Leveren en Ondersteunen systemen voor de uitlaatgassen nabehandeling van industriële verbrandingsmotoren
Nadere informatieExamen scheikunde HAVO tijdvak uitwerkingen
Examen scheikunde HAV tijdvak 2 2018 uitwerkingen Bodem bedekken 1p 1 fotosynthese/koolzuurassimilatie 2 25,0 kg 3 Aantal m 3 polymelkzuur in 1,00 m 3 bolletjes = 3 3 1,24 10 kg/m 2,016 10 2 m 3 4 Volume
Nadere informatiekringloop TS diagram berekeningen. omgevingsdruk / aanzuigdruk na compressor na de verbrandingskamers na de turbine berekend:
kringloop vrijdag 12 september 2014 10:33 TS diagram berekeningen. p1 p2 p3 p4 omgevingsdruk / aanzuigdruk na compressor na de verbrandingskamers na de turbine berekend: q toe. q af, w en rendement theoretisch
Nadere informatieThermodynamica - A - PROEFTOETS- AT01 - OPGAVEN.doc 1/7
VAK: Thermodynamica A Set Proeftoets AT01 Thermodynamica - A - PROEFTOETS- AT01 - OPGAVEN.doc 1/7 DIT EERST LEZEN EN VOORZIEN VAN NAAM EN LEERLINGNUMMER! Beschikbare tijd: 100 minuten Uw naam:... Klas:...
Nadere informatieVAK: Thermodynamica - A Set Proeftoets 01
VAK: Thermodynamica - A Set Proeftoets 01 Thermodynamica - A - PROEFTOETS- set 01 - E_2016 1/8 DIT EERST LEZEN EN VOORZIEN VAN NAAM EN LEERLINGNUMMER! Beschikbare tijd: 100 minuten Uw naam:... Klas:...
Nadere informatieWater is een heel bekend begrip. De bekende molecuul formule voor water is uiteraard H2O, de stof heeft
Werkstuk door een scholier 996 woorden 14 mei 2003 5 152 keer beoordeeld Vak Scheikunde Inhoudsopgave Wat is waterstof? Wat is water? Wat is filtreren? Wat is destilleren? Drie fasen van water. Wat is
Nadere informatieHet is echter waarschijnlijker dat rood kwik bestaat uit Hg 2+ ionen en het biantimonaation met de formule Sb2O7 4.
Lyceum Oudehoven Hoefslag 4 4205 NK Gorinchem Schoolexamen Leerjaar: 4 Vak: Scheikunde Datum: 26-06-2013 Tijd: 13.00 14.30 uur Uitdelen: opgavenvellen + proefwerkpapier Toegestaan: rekenmachine, potlood,
Nadere informatieSamenvatting Natuurkunde hoofdstuk 4
Samenvatting Natuurkunde hoofdstuk 4 Samenvatting door Jel 1075 woorden 17 maart 2018 8 3 keer beoordeeld Vak Methode Natuurkunde Nova 1 Warmtebronnen en brandstoffen. Warmtebronnen thuis en op school.
Nadere informatieOnderwerp: Verbrandingsgassen van huishoudelijke toestellen
Nummer 25 Onderwerp: Verbrandingsgassen van huishoudelijke toestellen 1. Inleiding Voor gasgestookte (huishoudelijke) toestellen gelden vele eisen die voor het overgrote deel betrekking hebben op het veilig
Nadere informatieReactiesnelheid (aanvulling 8.1, 8.2 en 8.3)
Reactiesnelheid (aanvulling 8.1, 8. en 8.3) Uit een aantal experimenten (zie 8.1 en 8.) bleek het volgende: De reactiesnelheid hangt af van: deeltjesgrootte concentratie temperatuur katalysatoren In 8.3
Nadere informatieTECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN. Tentamen OGO Fysisch Experimenteren voor minor AP (3MN10) Tentamen Inleiding Experimentele Fysica (3AA10)
TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN Tentamen OGO Fysisch Experimenteren voor minor AP (3MN10) Tentamen Inleiding Experimentele Fysica (3AA10) d.d. 30 oktober 2009 van 9:00 12:00 uur Vul de presentiekaart
Nadere informatieRem- en slipgedrag (2)
Rem- en slipgedrag (2) E. Gernaat (ISBN 978-90-808907-7-0) 1 Normaalkracht, wrijving en slip 1.1 Normaalkracht, wrijvingkracht en wrijvingscoëfficiënt Remmen, accelereren en sturen kunnen alleen maar plaatsvinden
Nadere informatiea. Beschrijf deze reactie met een vergelijking. In het artikel is sprake van terugwinning van zwavel in zuivere vorm.
PEARL GTL Oliemaatschappijen zoals Shell willen aan de nog steeds stijgende vraag naar benzine en diesel kunnen blijven voldoen én ze willen de eindige olievoorraad zoveel mogelijk beschikbaar houden als
Nadere informatieMagnetische toepassingen in de motorvoertuigentechniek (2)
Magnetische toepassingen in de motorvoertuigentechniek () E. Gernaat, ISBN 97-9-97-3- 1 Inductiespanning 1.1 Introductie Eén van de belangrijkste ontdekkingen op het gebied van de elektriciteit was het
Nadere informatieUnleash the power. Hoe bereiken wij onze prestaties?
Unleash the power Hoe bereiken wij onze prestaties? 2 Hoe bereiken wij onze prestaties? De werking van een verbrandingsmotor is afhankelijk van 3 factoren, namelijk: brandstof, zuurstof en ontsteking.
Nadere informatieDe oorspronkelijke versie van deze opgave is na het correctievoorschrift opgenomen.
Toelichting bij Voorbeeldopgaven Syllabus Nieuwe Scheikunde HAVO De opgave is een bewerking van de volgende CE-opgave: LPG 2007-2de tijdvak De oorspronkelijke versie van deze opgave is na het correctievoorschrift
Nadere informatie5 Formules en reactievergelijkingen
5 Formules en reactievergelijkingen Stoffen bestaan uit moleculen en moleculen uit atomen (5.1) Stoffen bestaan uit moleculen. Een zuivere stof bestaat uit één soort moleculen. Een molecuul is een groepje
Nadere informatie7. Chemische reacties
7. Chemische reacties 1. Definitie Bij een chemische reactie verdwijnen één of meer stoffen en ontstaan één of meer nieuwe stoffen. De stoffen die verdwijnen noemen we de uitgangsstoffen of reagentia.
Nadere informatieOrganische koolstoffen C x. (continue FID) H y. Periodieke metingen. Deze code van goede meetpraktijk beschrijft de toegepaste
Code van goede meetpraktijk van de VKL (Vereniging Kwaliteit Luchtmetingen) Wat doet de VKL? De Vereniging Kwaliteit Luchtmetingen (VKL) heeft ten doel, binnen de kaders van de Europese en Nationale wet-
Nadere informatieHANDLEIDING AES 60. t.b.v. OPUS en AREX 40/50
HANDLEIDING AES 60 t.b.v. OPUS en AREX 40/50 1. Inhoudsopgave 1. Inhoudsopgave Bladzijde 2 2. Voorwoord Bladzijde 3 3. Inleiding Bladzijde 3 4. Technische Specificaties Bladzijde 3 5. Veiligheidsvoorzieningen
Nadere informatiewoensdag 14 december 2011 16:06:43 Midden-Europese standaardtijd
INLEIDING Geef de reactievergelijking van de ontleding van aluminiumoxide. 2 Al 2 O 3 4 Al + 3 O 2 Massaverhouding tussen Al en O 2 1,00 : 0,889 Hoeveel ton Al 2 O 3 is er nodig om 1,50 ton O 2 te produceren?
Nadere informatieCAU-1 & CAU-1T NUL-EMISSIE AFZUIGUNIT VOOR ROETMETINGEN i.c.m. SSM 2000 en DSS-2
CAU-1 & CAU-1T NUL-EMISSIE AFZUIGUNIT VOOR ROETMETINGEN i.c.m. SSM 2000 en DSS-2-1 - Het CAU-1 en CAU-1T afzuigsysteem is getest betreffende meetnauwkeurigheid door NMI Testcertificaat 1. VOORWOORD Deze
Nadere informatieKlimaatbeheersing (2)
Klimaatbeheersing (2) E. Gernaat (ISBN 978-90-808907-6-3) 1 Natuurkundige begrippen 1.1 Warmte () Warmte is een vorm van energie welke tussen twee lichamen met een verschillende temperatuur kan worden
Nadere informatie6.9. Boekverslag door G woorden 13 december keer beoordeeld. Scheikunde
Boekverslag door G. 1415 woorden 13 december 2016 6.9 13 keer beoordeeld Vak Scheikunde Scheikunde H2: Chemische Reacties 1. Ontledings- en scheidingsreacties (begrippen komen op het einde) Wat zijn de
Nadere informatieEindexamen natuurkunde 1 vwo II
Opgave 1 Defibrillator Een defibrillator wordt gebruikt om het hart van mensen met een acute hartstilstand te reactiveren. Zie figuur 1. figuur 1 electroden De borstkas van de patiënt wordt ontbloot, waarna
Nadere informatieElektriciteit. Elektriciteit
Elektriciteit Alles wat we kunnen zien en alles wat we niet kunnen zien bestaat uit kleine deeltjes. Zo is een blok staal gemaakt van staaldeeltjes, bestaat water uit waterdeeltjes en hout uit houtdeeltjes.
Nadere informatie1) Stoffen, moleculen en atomen
Herhaling leerstof klas 3 1) Stoffen, moleculen en atomen Scheikundigen houden zich bezig met stoffen. Betekenissen van stof zijn onder andere: - Het materiaal waar kleding van gemaakt is; - Fijne vuildeeltjes;
Nadere informatieElementaire meettechniek (6)
Elementaire meettechniek (6) E. Gernaat (ISBN 978-90-808907-5-6) 1 Autotechnische signalen In dit hoofdstuk laten we een aantal met de oscilloscoop opgenomen autotechnische signalen zien 1. Bij elk signaal
Nadere informatieExtra oefenopgaven H4 [rekenen met: vormingswarmte, reactiewarmte, rendement, reactiesnelheid, botsende-deeltjesmodel]
Extra oefenopgaven H4 [rekenen met: vormingswarmte, reactiewarmte, rendement, reactiesnelheid, botsende-deeltjesmodel] Gebruik bij deze opdrachten BINAS-tabellen 8 t/m 12 / 38A / 56 / 57. Rekenen met vormingswarmte
Nadere informatieVoorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 1 Vrijdag 27 mei totale examentijd 3 uur
natuurkunde 1,2 Examen VWO - Compex Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 1 Vrijdag 27 mei totale examentijd 3 uur 20 05 Vragen 1 tot en met 17. In dit deel staan de vragen waarbij de computer
Nadere informatieSamenvatting Scheikunde H3 Door: Immanuel Bendahan
Samenvatting Scheikunde H3 Door: Immanuel Bendahan Inhoudsopgave 1 Atoommodel... 1 Moleculen... 1 De ontwikkeling van het atoommodel... 1 Atoommodel van Bohr... 2 Indicatoren van atomen... 3 2 Periodiek
Nadere informatieModule 8 Chemisch Rekenen aan reacties
1 Inleiding In deze module ga je leren hoe je allerlei rekenwerk kunt uitvoeren aan chemische reacties. Dat is van belang omdat in veel bedrijven wordt gerekend aan reacties onder andere om te bepalen
Nadere informatieEXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 8 OPGAVEN
MAVO-4 I EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN 1973 MAVO-4 Woensdag 9 mei, 9.00 11.00 NATUUR-EN SCHEIKUNDE II (Scheikunde) OPEN VRAGEN Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 8 OPGAVEN
Nadere informatieHulpmiddelen: Niet grafische rekenmachine, binas 6 de druk. Let op dat je alle vragen beantwoordt.
Oefentoets schoolexamen 5 Vwo Natuurkunde Leerstof: Hoofdstukken 3, 5, 6 en 7 Tijdsduur: Versie: 90 minuten A Vragen: 20 Punten: Hulpmiddelen: Niet grafische rekenmachine, binas 6 de druk Opmerking: Let
Nadere informatieX C D X C D. voertuigentechniek CSPE KB minitoets bij opdracht 1
voertuigentechniek SPE KB 2009 minitoets bij opdracht 1 variant d Naam kandidaat Kandidaatnummer Meerkeuzevragen Omcirkel het goede antwoord (voorbeeld 1). Geef verbeteringen aan volgens voorbeeld 2 of
Nadere informatie1 Mechanisch geregelde hogedrukinspuitpompen
Dieselmanagement (3) E. Gernaat (ISBN 978-90-79302-03-1) 1 Mechanisch geregelde hogedrukinspuitpompen In de inspuittechniek dienen we de verstuivers, de leidingen en de diverse pompen te onderscheiden
Nadere informatiePresenta/e door Jan de Kraker - 5 mei 2014. Energie in Beweging
Presenta/e door Jan de Kraker - 5 mei 2014 Energie in Beweging Wat is Well to Wheel Met Well to Wheel wordt het totale rendement van brandstoffen voor wegtransport uitgedrukt Well to Wheel maakt duidelijk
Nadere informatieEindexamen natuurkunde 1 havo 2000-I
- + - + Eindexamen natuurkunde havo 2000-I 4 Antwoordmodel Opgave LEDs voorbeelden van schakelschema s: 50 Ω V LED A 50 Ω A V LED Als slechts één meter juist is geschakeld: punt. Maximumscore 2 2 voorbeeld
Nadere informatieWoensdag 24 mei, uur
-- ~--------- -- --- -~~-~=============--- EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN OORTGEZET ONDERWIJS IN 1978 MAO4 Woensdag 24 mei, 9.30-11.30 uur NATUUR-EN SCHEIKUNDE I (Natuurkunde) Zie ommezijde Deze opgaven zijn
Nadere informatieDieselmanagement (2) E. Gernaat (ISBN ) 1 Direct en indirect ingespoten motoren 2 Overzicht
Dieselmanagement (2) E. Gernaat (ISBN 978-90-79302-03-1) 1 Direct en indirect ingespoten motoren 2 Overzicht Onderscheid moet worden gemaakt tussen personen- en bedrijfswagen Dieselmotoren 1. De eisen
Nadere informatieSamenvatting Scheikunde Hoofdstuk 2 stoffen en reacties
Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 2 stoffen en reacties Samenvatting door F. 1622 woorden 22 mei 2015 6,1 40 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Nova Paragraaf 1 Gloeien, smelten en verdampen Als je
Nadere informatieDe verliezen van /in het systeem zijn ook het gevolg van energietransformaties!
Centrale Verwarmingssysteem Uitwerking van de deelvragen 1 ) Wat zijn de Energietransformaties in het systeem? De Energietransformaties die optreden in het CV-systeem zijn a. Boven de brander c.q. in de
Nadere informatieTentamen Verbrandingstechnologie d.d. 9 maart 2009
Tentamen Verbrandingstechnologie d.d. 9 maart 2009 Maak elke opgave op een afzonderlijk vel papier Diktaat mag gebruikt worden, aantekeningen niet Succes! Opgave 1: Diversen (a) Geef de algemene reactie
Nadere informatieHistorische autotechniek (2)
Historische autotechniek (2) E. Gernaat (ISBN in overweging) 1 Carburateurs 1.1 De Zenith carburateur De hier beschreven Zenith carburateur vertoont veel overeenkomsten met de Solex carburateur. Aan de
Nadere informatie1 Warmteleer. 3 Om m kg water T 0 C op te warmen heb je m T 4180 J nodig. 4180 4 Het symbool staat voor verandering.
1 Warmteleer. 1 De soortelijke warmte is de warmte die je moet toevoeren om 1 kg van een stof 1 0 C op te warmen. Deze warmte moet je ook weer afvoeren om 1 kg van die stof 1 0 C af te koelen. 2 Om 2 kg
Nadere informatieTentamen Warmte-overdracht
Tentamen Warmte-overdracht vakcode: 4B680 datum: 21 juni 2010 tijd: 14.00-17.00 uur LET OP Er zijn in totaal 4 opgaven waarvan de eerste opgave bestaat uit losse vragen. Alle opgaven tellen even zwaar
Nadere informatieModule 2 Chemische berekeningen Antwoorden
2 Meten is weten 1 Nee, want bijvoorbeeld 0,0010 kg is net zo nauwkeurig als 1,0 gram. 2 De minst betrouwbare meting is de volumemeting. Deze variabele bepaald het aantal significante cijfers. 3 IJs: 1,5
Nadere informatiePraktijkvoorbeeld van het diagnosticeren van een motormanagementstoring. 1 Gegevens. 2 Klacht. 3 Historie voor het aanbieden bij autodiagnose.
1 Gegevens Merk: Peugeot Model: 307 Break Bouwjaar: 2006 Motor: 1.6 16v Motorcode: NFU Kilometerstand: 999.999 2 Klacht Af en toe loopt de auto op drie cilinders. Dit is niet reproduceerbaar maar lijkt
Nadere informatie