Basis installatie handleiding TempWeb

Transcriptie

1 Basis installatie handleiding TempWeb

2 Inhoud 1. Checklist (voor de verkoop) De Internet coordinator G10/G LED signalen van de Coördinator Het programmeren van een vast IP adres Het controleren van de internet verbinding De (versterkings) Router R LED signalen van de Router De Sensorbox E LED signalen van de Sensorbox Problemen en oplossingen

3 1 Checklist Installatie Tempweb Controleren of de levering compleet is (alle kastjes en sensoren aanwezig) Plattegrond/tekening van de situatie Dikte van de wanden waar geboord moet worden Type wanden (beton, isolatie wand, etc.) -Internetaansluiting waar de coördinator moet komen Lengte van de temperatuurvoelers De G10/G11 coördinator (Ontvanger) heeft een ethernet aansluiting en 230 V netspanning nodig. Indien er gebruik moet worden gemaakt van routers (versterkers), zitten hier dan ook stopcontacten in de buurt (houdt rekening met de kabel lengte van de adapter). Maatregelen voor de IT afdeling van het bedrijf Is er een netwerk aansluiting aanwezig die vrije toegang heeft tot het internet De coordinator is standaard DHCP geconfigureerd (verkrijgt automatisch een IP adres van de router/switch) Indien het netwerk is opgebouwd met vaste ip adressen, dan moet het beschikbare IP adres, subnetmask adres, standaard gateway doorgegeven worden De coördinator communiceert naar ip adres en maakt gebruik van poort 3337 TCP. Deze informatie dient voor de installatie bekend/geregeld te zijn. 3

4 2 Internet coördinator G10/G11 Op de Coördinator moeten de volgende dingen worden aangesloten: Een Ethernet kabel voor het internet Een voeding adapter voor de voedingsspanning Eventueel 1 voeler of meerdere voelers. Op de Coördinator kunnen maximaal 4 NTC voelers worden aangesloten. Begin altijd de eerste voeler aan te sluiten op aansluiting 1001 (op het onderstaande voorbeeld + Sensor 1 (1001)). Iedere voeler krijgt zijn eigen aansluiting. De massa van de voelers worden gezamenlijk aangesloten onder de laatste (onderste) aansluiting (op het onderstaande voorbeeld Massa). 4

5 2.1 LED signalen van de coordinator Op de coordinator zitten een aantal LED s. Deze geven de status van de coordinator aan. Network (felle gele led LED) Constant branden: De coordinator is online en is zichtbaar op Sensor2web! Knipperen 1sec aan/1sec uit: De coordinator heeft geen verbinding met de Tempweb-server. Controleer de LED s aan de onderzijde of de internet kabel is aangesloten. Status (zwakke groene LED) Deze LED is bijna altijd uit. Hij knippert af en toe kort als er data wordt verzonden naar de server. Zigbee (felle gele LED) In geval van een G10: Deze LED knippert constant In geval van een G11: Deze LED is uit. Afbeelding van een G11 5

6 Aan de onderzijde bij de Internet aansluiting zitten ook 2 LED s. Deze behoren al volgende te branden als de coordinator goed is verbonden met een netwerk: Verbinding Deze LED brand constant als er een internet kabel in is gestoken. Als er wel een internet kabel is ingestoken en de LED brand niet, dan is de andere kant van de netwerkkabel niet aangesloten/ gepatched of de kabel is stuk. Data Deze LED knippert als er data wordt verzonden over de netwerkkabel naar het internet. Wat te doen als de Verbinding en Data LED s correct branden, maar de Network LED blijft knipperen en de coördinator komt niet online op Sensor2web: Controleer of de klant gebruik maakt van vaste IP adressen. Programmeer als het nodig is een vast IP adres in de coördinator. De coördinator staat standaard op DHCP. Op de volgende pagina staat de uitleg hoe een vast IP adres geprogrammeerd kan worden. Controleer of er een firewall actief is die TCP poort 3337 blokkeert. Dit kan gecontroleerd worden met de Hercules tool. Vul in IP adres en poort TCP Laat de ICT afdeling deze poort open zetten. 6

7 2.2 Het programmeren van een vast IP adres Sommige klanten hebben de voorkeur dat de internet coordinator een vast IP adres gebruikt. Dit IP adres moet vooraf worden aangevraagd bij de ICT afdeling van het betreffende bedrijf. Gebruik voor het instellen van het IP adres de Digi Device Discovery tool. Stap 1 Stel een vast IP adres in op je eigen service laptop. Dit moet in de buurt liggen van het IP adres van het IP adres die voor de coordinator gebruikt wordt. Voorbeeld: ICT wil het volgende IP-adres in de coordinator hebben: IP adres: Subnet mask: Standaard gateway: Stel dan je laptop in met het IP adres en subnet mask De standaard gateway hoeft niet te worden ingesteld. Stap 2 Verbind nu de laptop of computer met een kabel rechtstreeks (of bij een oudere laptop met een cross kabel) met de Tempweb internet coordinator. Stap 3 Open de Digi Device Discovery tool. Je ziet dan vrij snel de coördinator verschijnen met het IP adres Selecteer de coördinator en klik rechts op Configure network settings. Vul in het schermpje de IP adressen in die u van de ICT afdeling heeft gekregen en klik op Save nu restart de coordinator. Klik na 1 minuut op Refresh view en controleer of het IP adres goed is ingesteld. 7

8 2.3 Het controleren van de Internet verbinding. Voor het controleren van de internet verbinding gebruiken wij het programma de Hercules tool. Deze tool controleert of er TCP poorten geblokkeerd worden in de firewall van de klant. Stap 1 Als de klant vaste IP adressen gebruikt, stel dan het IP adres wat de klant in de internet coördinator wil in op je service laptop. Als de klant geen vast IP adres gebruikt dan gewoon op Automatisch laten staan. Stap 2 Open de Hercules tool en selecteer de 3e tab. Vul in bij Module IP: en bij Port: 3337 Stap 3 Klik op connect Als het scherm de onderstaande dingen aangeeft dan is de verbinding goed. Als het systeem zegt: Connection time-out dan wordt de poort geblokkeerd door de firewall. 8

9 3.0 De (versterking) Router R31 Het aansluiten van een Router is eigenlijk het zelfde als een internet coördinator. Het enige verschil is dat op een router geen internet kabel wordt aangesloten. Op een R31 router kunnen ook 4 NTC temperatuur voelers aangesloten worden. Hieronder het voorbeeld: 3.1 LED signalen van de router De router heeft 2 LED s. Deze kunnen de volgende signalen geven: Zigbee (felle gele LED) Constant branden: De router is niet draadloos verbonden met een internet coördinator of andere router. Knipperen: De Router is wel draadloos verbonden met een internet coordinator of andere router Let op! Het kan zijn dat de Zigbee LED knippert, maar dat de verbinding is verbroken. Haal om dit probleem op te lossen 10 seconden de stroom s Status (zwakke groene LED) -Deze LED knippert af en toe als de Router data verzend of ontvangt. 9

10 4.0 De Sensorbox E13 Op de Sensorbox (ook wel endpoint genoemd) E13 kunnen net als bij de Coördinator en de Router 4 NTC voelers worden aangesloten. Het voordeel van een Sensorbox is dat hij IP65 spatwaterdicht is. De Sensorbox krijgt voeding van een speciale Lithium batterij die in de sensorbox zit. De voelers kunnen als volgt worden aangesloten op de Sensorbox: De voelerkabels kunnen via een wartel de Sensorbox in worden gebracht. Draai de wartels wel aan! Let op! De Sensorboxen worden standaard geleverd met een stukje plakband tussen de batterij en de batterij houder. Verwijder deze eerst voordat de sensorbox geinstalleerd wordt. 10

11 4.1 LED signalen van de Sensorbox Ook op de Sensorbox zitten LEDs en een druktoets. Status (felle gele LED) Brand constant: Geen verbinding met een Coördinator of Router Knippers aan/uit: De Sensorbox is zich aan het aanmelden op een Router of Coördinator. Korte flits: Er wordt data verstuurd door de Sensorbox. Uit: De Sensorbox is aangemeld (na knipperen) of de Sensorbox staat in de slaapstand (na lang constant branden en dan ineens uit). Op de Sensorbox zit een verborgen knop. Met deze knop kan de Sensorbox geactiveerd worden als deze in de slaapstand staat en kan de signaalsterkte worden afgelezen. Om de signaalsterkte af te lezen, druk ongeveer 1 seconde lang op de verborgen knop tot de gele LED brand en laat de knop dan weer los. Nu knipperen de 3 blauwe balkjes naar hoe goed de signaalsterkte is. Zorg dat er altijd minimaal matig signaal is. 11

12 5.0 Problemen en oplossingen Probleem: In plaatst van een temperatuur geeft het systeem INV3 aan. Oplossing: De sensor is defect of de voeler is niet goed aangesloten. 12