UITTREKSEL UIT DE NOTULEN VAN DE GEMEENTERAAD

Transcriptie

1 Provincie Oost-Vlaanderen Gemeente 91 Kruibeke UITTREKSEL UIT DE NOTULEN VAN DE GEMEENTERAAD ZITTING VAN MAANDAG, 18 DECEMBER 2017 OPENBARE ZITTING Aanwezig: Guido Paelinck, Voorzitter Jos Stassen, Burgemeester Tina Van Havere, Geert De Corte, Kris Smet, Erik Blommaert, Pia De Monie, Schepenen Antoine Denert, Kris Claessens, Jan Van Raemdonck, Saskia Bressinck, Filip Vercauteren, Julien Mertens, Luk Dekeyser, Kamiel Van Gheem, Greta Brijs, Annic Huyghe, Kristof Van de Vyver, Raf Spinoy, Jules De Maeyer, Dimitri Van Laere, Caroline Vermeulen, Johan Arnout, Karel Covents, Raadsleden Sigrid Moens, Gemeentesecretaris Afwezig: Verontschuldigd: Dirk De Ketelaere, Schepen 32. GEMEENTEBELASTING OP DE AANVRAGEN TOT STEDENBOUWKUNDIGE INLICHTINGEN, OP DE AANVRAGEN TOT HET AFLEVEREN VAN STEDENBOUWKUNDIGE VERGUNNINGEN EN VERKAVELINGSVERGUNNINGEN, MILIEUVERGUNNINGEN, OMGEVINGSVERGUNNINGEN, PLANOLOGISCH EN STEDENBOUWKUNDIG ATTEST EN VAN DE MELDINGEN VOOR HET AANSLAGJAAR VASTSTELLING Feiten en context De wetgeving omtrent ruimtelijke ordening (VCRO), en de Vlaamse Regelgeving betreffende de milieuvergunningen (VLAREM) legt bepaalde verplichtingen op aan de burger die stedenbouwkundige handelingen wenst uit te voeren of een ingedeelde inrichting wenst te exploiteren. De gemeentelijke administratie is bij al deze verplichtingen niet alleen het eerste aanspreekpunt van de burger, maar ook vaak de verlener en verstrekker van vergunningen en inlichtingen waarvan sprake in hoger vermelde wetgeving. De betreffende wetgeving bevat geen bepalingen omtrent het opleggen van dossiertaksen voor vergunningsaanvragen die worden ingediend bij de gemeente zodat de lokale autonomie hier van toepassing is. De bovenstaande regelgeving wordt, naar procedure toe, geïntegreerd naar een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige en/of hinderlijke inrichtingen. Noch het decreet betreffende de omgevingsvergunning van 25 april 2014, noch het besluit van de Vlaamse regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning regelt deze aangelegenheid maar laat daar de lokale autonomie gelden. Ook voor het indienen van omgevingsvergunningsaanvragen kunnen gemeenten derhalve dossiertaksen vragen. De gemeenteraad besliste in zitting van 19 december 2016 om een gemeentebelasting vast te stellen op de aanvragen tot het afleveren van stedenbouwkundige inlichtingen, van stedenbouwkundige vergunningen en verkavelingsvergunningen, verkavelingswijzigingen en op het indienen van meldingen voor het aanslagjaar 2017.

2 Dit belastingreglement vervalt op 31 december 2017 en het is aangewezen om ook voor 2018 een dergelijk belastingreglement goed te keuren. Juridische gronden Artikel 170, 4 van de Grondwet op basis waarvan de invoering van belastingen door de gemeenteraad wordt goedgekeurd. Besluit van de gemeenteraad van 19 december 2016 houdende vaststelling van een gemeentebelasting op de aanvragen tot het afleveren van stedenbouwkundige inlichtingen, van stedenbouwkundige vergunningen en verkavelingsvergunningen, verkavelingswijzigingen en op het indienen van meldingen voor het aanslagjaar Besluit van de gemeenteraad van 21 december 2015 houdende vaststelling van een algemene gemeentebelasting op de milieuvergunningsplichtige inrichtingen voor het aanslagjaar Motivering De gemeentelijke administratie dient voor het opvolgen en uitvoeren van de hoger vermelde vergunningsaanvragen personeel, tijd en materieel inzetten. De gemeente moet steeds streven naar een evenwicht tussen dienstverlening en kostenvergoeding voor deze dienstverlening; zodat een billijke vergoeding hiervoor verantwoord is. De gedane kosten (zoals aangetekende zendingen, aanplakkingen, publicaties) kunnen zo voor een deel gerecupereerd worden, en de gemeente voldoet hiermee aan één van haar basisverplichtingen, namelijk een zuinig en duurzaam financieel beleid voeren. Een belasting voor het kappen van bomen is niet aangewezen omdat dit kan leiden tot een afwachtende houding, waarbij bomen blijven staan tot ze van ouderdom omvallen en/of tot het kappen van bomen zonder vergunning, waarbij de bomen vaak niet gecompenseerd worden. Het vrijstellen tot betaling van een dossiertaks kan drempelverlagend werken. Een belasting voor vergunningsaanvragen die louter betrekking hebben op milieuvriendelijke ingrepen is niet aangewezen omdat dit kan leiden tot een afwachtende houding, terwijl de gemeente net deze ingrepen maximaal wenst te ondersteunen. Het is aangewezen om bepaalde vergunningsaanvragers vrij te stellen van betaling van belasting, zoals overheidsinstanties en partners die instaan voor sociale huisvesting. Met de inwerkingtreding van het Omgevingsvergunningendecreet dienen de vergunningsaanvragen digitaal te worden afgehandeld door de vergunningverlenende overheid. Het verplicht digitaal indienen is niet voorzien voor alle soorten omgevingsvergunningsaanvragen (vb. aanvragen zonder medewerking van een architect). Bepaalde vergunningsaanvragen kunnen door de burger nog analoog worden ingediend. Het digitaliseren van deze analoge vergunningsaanvragen houdt een bijkomende werklast in ten opzichte van de digitaal ingediende vergunningsaanvragen. Om deze bijkomende werklast te verantwoorden en het digitaal indienen van vergunningsaanvragen te stimuleren is het aangewezen om in die zin een onderscheidend belastingbedrag vast te stellen. De huidig toepasselijke gemeentebelasting vervalt op 31 december 2017, zodat een nieuwe belasting dient te worden vastgesteld voor het aanslagjaar BESLUIT Met 23 stemmen voor en 1 stem tegen (Luk Dekeyser) Artikel 1 Onderwerp en termijnen Voor het aanslagjaar 2018 wordt een belasting gevestigd op de aanvragen tot stedenbouwkundige inlichtingen, op de aanvragen tot het afleveren van stedenbouwkundige vergunningen, verkavelingsvergunningen en verkavelingswijzigingen en op het indienen van een melding voor handelingen met toepassing van art VCRO, alsook planologische en stedenbouwkundige attesten.

3 Voor het aanslagjaar 2018 wordt eveneens een gemeentebelasting geheven ten laste van personen die een aanvraag hebben ingediend tot het bekomen van een milieuvergunning of melding. Voor het aanslagjaar 2018 wordt eveneens een gemeentebelasting geheven ten laste van personen die een aanvraag hebben ingediend tot het bekomen van een omgevingsvergunning. Artikel 2 - Toepassingsgebied en betalers Voor de volgende stedenbouwkundige aanvragen is een gemeentelijke belasting verschuldigd: - Aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning volgens de reguliere procedure, omschreven in de artikels tot en met VCRO, en dit omvat zowel verkavelingsaanvragen, bouwaanvragen als regularisatieaanvragen, met uitzondering van aanvragen voor een stedenbouwkundige vergunning voor het kappen van bomen; - Aanvraag voor het afleveren van een stedenbouwkundig attest volgens artikel VCRO; - Aanvraag voor een het verstrekken van stedenbouwkundige inlichtingen, zoals bepaald in artikels tot en met VCRO; - Aanvraag voor het afleveren van een planologisch attest volgens artikel VCRO; - Meldingen volgens artikel VCRO. Voor de volgende milieuvergunningsaanvragen is een gemeentelijke belasting verschuldigd: - Aanvraag van een milieuvergunning VLAREM van klasse 1 of wijziging van een milieuvergunning klasse 1; - Aanvraag van een milieuvergunning VLAREM van klasse 2 of wijziging van een milieuvergunning klasse 2; - Melding van een ingedeelde inrichting VLAREM klasse 3 of wijziging van een melding klasse 3. Voor de volgende omgevingsvergunningsaanvragen is een gemeentelijke belasting verschuldigd: - Aanvraag van een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen; - Aanvraag van een omgevingsvergunning voor technische werken; - Aanvraag van een omgevingsvergunning voor terreinaanlegwerken, met uitzondering van aanvragen voor een omgevingsvergunning voor het kappen van bomen; - Aanvraag van een omgevingsvergunning voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting klasse 2; - Aanvraag van een omgevingsvergunning voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting klasse 1; - Aanvraag van een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden; - Melding van stedenbouwkundige handelingen en/of de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteiten; - Verzoek tot bijstelling of afwijking van de milieuvoorwaarden; - Aanvraag tot bijstelling van de verkaveling; - Mededeling met de vraag tot omzetting van een milieuvergunning naar een omgevingsvergunning van onbepaalde duur. De belasting is eveneens verschuldigd voor gevallen waarbij een inrichting wijzigingen ondergaat waarvoor machtiging is vereist. Voor aanvragen of inrichtingen die slechts gedeeltelijk op het grondgebied van de gemeente gelegen zijn, wordt de belasting verminderd in dezelfde verhouding als deze welke bestaat

4 tussen de oppervlakte van het gedeelte van het gebouw buiten de gemeente opgericht, en de ganse oppervlakte van het gebouw. De belasting is verschuldigd door de natuurlijke persoon of rechtspersoon die de vergunning of het attest vraagt of een melding doet. De belasting is eveneens verschuldigd door de exploitant van de inrichting die gehouden is tot het indienen van de aanvraag of tot het melden van het exploiteren of het veranderen ervan. Artikel 3 Tarieven De belasting bedraagt: Aard aanvraag Analoog Digitaal aanvraag verkaveling (bedrag per kavel) met een maximum van 1. euro aanvraag tot verkavelingswijziging (bedrag per kavel) met een maximum van 1. euro aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning waarvoor een uitgebreide dossiersamenstelling vereist is (bedrag te verhogen met 100 euro per van 1. euro aanvraag voor stedenbouwkundige vergunning voor technische werken aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning waarvoor een eenvoudige dossiersamenstelling volstaat aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning voor terreinaanlegwerken, met uitzondering voor het vellen van hoogstammige bomen per indiening van een melding aanvraag om stedenbouwkundige inlichtingen (bedrag per kadastraal perceel) aanvraag van een milieuvergunning ingedeelde inrichting klasse 3 / aanvraag van een milieuvergunning ingedeelde inrichting klasse 2 / aanvraag van een milieuvergunning ingedeelde inrichting klasse 1 / stedenbouwkundig attest planologisch attest aanvraag van een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen zonder medewerking van een architect (bedrag te verhogen met 100 euro per van 1. euro aanvraag van een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen met medewerking van een architect (bedrag te verhogen met 100 euro per van 1. euro

5 aanvraag van een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen - terreinaanlegwerken, met uitzondering van een aanvraag voor het vellen van bomen aanvraag van een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen - technische werken aanvraag van een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen zonder medewerking van een architect (bedrag te verhogen met 100 euro per van 1. euro aanvraag van een omgevingsvergunning voor het exploiteren van een ingedeelde inrichting klasse 1 aanvraag van een omgevingsvergunning voor het exploiteren van een ingedeelde inrichting klasse 2 aanvraag van een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden (per kavel) met een maximum van 1. euro Indien gecombineerd met ingedeelde inrichting klasse 1 - Indien gecombineerd met ingedeelde inrichting klasse 2 - Indien gecombineerd met ingedeelde inrichting klasse 3 melding van stedenbouwkundige handelingen en/of de exploitatie van een ingedeelde inrichting verzoek bijstelling of afwijking van de milieuvoorwaarden aanvraag tot bijstelling van een verkaveling (per kavel) met een maximum van 1. euro melding van de overdracht van een vergunning voor een ingedeelde inrichting mededeling met vraag tot omzetting van een milieuvergunning naar een omgevingsvergunning van onbepaalde duur Bij een openbaar onderzoek wordt de belasting verhoogd met de door de gemeente werkelijk gemaakte kosten, uitgezonderd de personeelskosten, voor de afhandeling van het dossier (eventuele kosten van aangetekende zendingen, kosten van de publicatie, ). Artikel 4 Vrijstellingen Er wordt vrijstelling van betaling van de belasting verleend voor het louter aanvragen van milieuvriendelijke ingrepen. Hieronder worden de volgende ingrepen begrepen: het plaatsen van fotovoltaïsche zonnepanelen, zonneboilers, kleinschalige particuliere windmolens, een

6 installatie voor warmtekrachtkoppeling, een warmtepomp of gelijkaardige milieuvriendelijke ingrepen zonder daarbij enige andere vergunningsplichtige ingreep aan te vragen. Er wordt vrijstelling van betaling van de belasting verleend voor het aanvragen van een vergunning, wanneer de aanvraag hetzelfde voorwerp heeft als een eerdere aanvraag die werd geweigerd. De vrijstelling wordt slechts verleend op voorwaarde dat aan alle van de volgende vereisten is voldaan: - Op de geweigerde aanvraag werd een belasting conform het onderhavig reglement betaald; - De nieuwe aanvraag wordt binnen een termijn van zes maanden na de weigering van het eerste dossier ingediend; - De nieuwe plannen komen tegemoet aan de opmerkingen die leidden tot de weigering van het eerste dossier; - Er worden geen nieuwe elementen aangevraagd die niet in het eerste dossier voorkwamen. De werkelijk gemaakte kosten, uitgezonderd de personeelskosten, voor de afhandeling van het nieuwe dossier (kosten van aangetekende zendingen, kosten van publicatie, ) blijven onverminderd verschuldigd. Er wordt vrijstelling van betaling van de belasting verleend voor het vergunningsaanvragen ingediend door (1) sociale huisvestingsmaatschappijen, (2) sociaal verhuurkantoren en (3) bestuursinstanties. Onder sociale huisvestingsmaatschappijen wordt verstaan: lokale woonorganisaties in België die sociale huur- en-of koopwoningen en-of bouwgronden aanbieden in hun werkgebied. Zij worden daarin begeleid, ondersteund en gefinancierd door de gewestoverheid, in Vlaanderen is dit de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen. Onder sociale verhuurkantoren wordt verstaan: een dienstverleningsvorm ten aanzien van kandidaat-huurders met een beperkt inkomen waarbij wordt samengewerkt met gewone particuliere eigenaars, verhuurders om hun privé-woning, zonder er afstand van te doen, deels in beheer te laten van de betrokken welzijnsinstantie, die de woning tegen een verlaagde prijs ter beschikking stelt van kansarmen, en de huur doorstort aan de rechtmatige eigenaar, aangevuld met een surplus tot op het niveau van de geldende marktprijzen zodat deze laatste geen verlies doet. Onder bestuursinstanties wordt verstaan: een rechtspersoon die bij of krachtens de Grondwet, een wet, decreet of ordonnantie is ingesteld en een natuurlijke of rechtspersoon die in hun werking bepaald en gecontroleerd worden door een instantie zoals hiervoor beschreven, op voorwaarde dat de betreffende aanvraag kadert binnen haar taak tot het behartigen van het algemeen belang. Artikel 5 - Procedure van betaling De belasting moet bij de aanvraag contant worden betaald, tegen afgifte van een betalingsbewijs of via overschrijving op rekening van de gemeente. Als de contante inning niet kan worden uitgevoerd, wordt de belasting een kohierbelasting. Artikel 6 - Procedure bij bezwaarindiening De belastingplichtigen die zich ten onrechte belast achten, kunnen bezwaar indienen bij het college van burgemeester en schepenen. Het bezwaar moet gemotiveerd zijn en schriftelijk worden ingediend. Het bezwaarschrift mag eveneens worden overhandigd tegen ontvangstbewijs. Het bezwaar voor deze contantbelasting moet worden ingediend binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de datum van de contante inning van de belasting.

7 Wanneer de contantbelasting een kohierbelasting is geworden, start de bezwaartermijn van drie maanden vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of van de kennisgeving van de aanslag. Artikel 7 - Diverse bepalingen Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van het decreet van 30 mei 8, zijn de bepalingen van titel VII (Vestiging en invordering van de belastingen), hoofdstukken 1 (algemene bepalingen), 3 (onderzoek en controle), 4 (bewijsmiddelen van de administratie), 6 tot en met 9bis (invordering van de belasting waaronder de nalatigheid- en moratoriumintresten; rechten en voorrechten van de schatkist; strafbepalingen), van het Wetboek van de inkomstenbelastingen en artikel 126 tot en met 175 van het uitvoeringsbesluit van dat wetboek (betreft o.m. de verjaring en de vervolgingen) van toepassing, voor zover ze niet specifiek de belastingen op de inkomsten betreffen. In uitvoering van de artikel 253, 1, 3 van het gemeentedecreet, wordt een afschrift van deze beslissing aangetekend toegestuurd aan de provinciegouverneur van Oost-Vlaanderen. Aldus vastgesteld in de hierboven vermelde zitting. Namens de gemeenteraad: In opdracht: De Gemeentesecretaris, Sigrid Moens Voor eensluidend afschrift: In opdracht: De Gemeentesecretaris, Sigrid Moens De Voorzitter, Guido Paelinck De Voorzitter, Guido Paelinck