STAGEREGLEMENT RAAD VAN TOEZICHT ORDE VAN ADVOCATEN IN HET ARRONDISSEMENT S-HERTOGENBOSCH. 1 juli 2011

Transcriptie

1 STAGEREGLEMENT RAAD VAN TOEZICHT ORDE VAN ADVOCATEN IN HET ARRONDISSEMENT S-HERTOGENBOSCH 1 juli 2011

2 REGLEMENT BETREFFENDE DE STAGE EN HET PATRONAAT De Raad van Toezicht van de Orde van Advocaten te s-hertogenbosch gezien de artikelen 9b en 26 van de Advocatenwet en de Stageverordening neemt in aanmerking dat de Advocatenwet en Stageverordening de Raad bevoegdheden toekennen en taken opleggen met betrekking tot na te noemen onderwerpen. gehoord het bestuur van de Vereniging de Jonge Balie te s-hertogenbosch heeft in zijn vergadering van 12 mei 2011 besloten om vast te stellen en met ingang van 1 juli 2011 van kracht te doen zijn het navolgende reglement betreffende de stage en het patronaat. De Raden van Toezicht in de 19 arrondissementen hebben op basis van de Stageverordening een zelfstandige bevoegdheid tot het nemen van beslissingen aangaande de stage en het patronaat. In 2009 hebben de Raden van Toezicht afgesproken hun Stagereglementen te voorzien van een inleiding, waarin uitgangspunten staan opgenomen waarop de Raden van Toezicht zich gedurende de stage bij hun besluitvorming zullen baseren. Ook vormen deze uitgangspunten het richtsnoer voor patroon en stagiaire tijdens de stage. Deze uitgangspunten kunnen in een Stagereglement of plaatselijke Beleidsregels nader worden uitgewerkt. De inleiding behandelt de volgende onderwerpen: 1. Toepasselijke regelgeving 2. Ontwikkeling vakbekwaamheid stagiaire 3. Het patronaat en de begeleiding 4. Positie Raad van Toezicht 1. Toepasselijke regelgeving Advocatenwet De basis voor de stage en het patronaat is artikel 9b Advocatenwet (Aw). Hierin is als hoofdregel vastgelegd dat de advocaat vanaf de beëdiging 3 jaar fulltime onder toezicht (en op het kantoor) van de patroon werkt. De Raad van Toezicht onderschrijft dat een degelijke opleiding als advocaat 3 jaar duurt en dat een goede leeromgeving het best is gewaarborgd op het kantoor van de patroon. 2

3 Artikel 9b lid 2 Aw beschrijft impliciet het doel van de stage: na afronding van de stage dient de stagiaire te beschikken over voldoende praktijkervaring. Naar het oordeel van de Raad van Toezicht dient bij de beoordeling van de praktijkervaring een groot gewicht te worden toegekend aan de proceservaring, zulks mede vanwege het aan advocaten toegekende procesmonopolie. Stageverordening 2005 Op basis van artikel 9b lid 6 Aw is de stage verder uitgewerkt in de Stageverordening (voor stagiaires die na 1 januari 2007 beginnen met de Beroepsopleiding is dit de Stageverordening 2005 en voor stagiaires die voordien begonnen met de Beroepsopleiding is dit de Stageverordening 1988). De Stageverordening geeft regels voor de toelating als patroon, de verplichtingen van patroon en stagiaire, de opleidingsverplichtingen en de beëindiging en schorsing van de stage. Aan de Raden van Toezicht worden diverse bevoegdheden toegekend die op plaatselijk niveau zijn uitgewerkt in Stagereglementen of Beleidsregels. Vanwege plaatselijke verschillen zijn de reglementen niet op alle onderdelen gelijkluidend. Richtlijn arbeidsvoorwaarden stagiaires De Algemene Raad en Stichting Jonge Balie Nederland hebben in het verleden een Richtlijn arbeidsvoorwaarden stagiaires vastgesteld. De Raden van Toezicht achten het van belang dat de bepalingen uit deze richtlijn door het kantoor, patroon en stagiaire worden gevolgd. De richtlijn bevat in artikel 20 en 21 bepalingen over de begeleiding en opleiding van de stagiaire, betreffend: - variatie in de door de stagiaire te behandelen zaken - het vermijden van vroegtijdige specialisatie voor zover deze ten koste zou gaan van de noodzakelijke algemene praktijkervaring - het verkrijgen van inzicht in de organisatorische en administratieve gang van zaken op een advocatenkantoor - het bevorderen dat de stagiaire wordt opgeleid tot een advocaat die zelfstandig kan optreden De Raden van Toezicht zullen deze uitgangspunten hanteren bij de beoordeling van de vraag of de stagiaire beschikt over voldoende praktijkervaring en of de stagiaire in aanmerking kan komen voor de stageverklaring. 2. Ontwikkeling vakbekwaamheid stagiaire De opleiding van de stagiaire is gebaseerd op twee pijlers (kennis en kunde). De 1 e pijler is het traject van opleiding door middel van het volgen van scholing. In diverse regelingen zijn deze opleidingsverplichtingen uitgewerkt. Hoofdregel is dat de stagiaire in de stage de Beroepsopleiding voltooit, 40 VSO-punten haalt en 34 plaatselijke opleidingspunten. De 2 e pijler is de praktijk. De stagiaire leert het vak van advocaat tijdens de stage door de uitoefening daarvan onder verantwoordelijkheid van een ervaren advocaat, de patroon. 3

4 Aan het einde van de stageperiode dient de Raad van Toezicht te kunnen vaststellen dat de stagiaire de weg naar vakbekwaamheid heeft voltooid. Op basis van de toepasselijke regelgeving dient er na afronding van de stage sprake te zijn van een advocaat die zelfstandig kan optreden en daartoe voldoende praktijkervaring heeft opgedaan, waaronder in het bijzonder proceservaring. De werkervaring en de proceservaring van de stagiaire dienen gevarieerd te zijn. Werkervaring en proceservaring moeten in beginsel zijn opgedaan op meer dan één rechtsgebied. De stagiaire moet zelfstandig meerdere schriftelijke procedures hebben gevoerd en zelfstandig diverse malen cliënten ter terechtzitting hebben bijgestaan in uiteenlopende procedures. 3. Het patronaat / de begeleiding Voor de Raden van Toezicht is uitgangspunt dat de stagetijd gedurende minimaal 3 jaar aaneengesloten wordt doorgebracht op het kantoor van de patroon. Uitzonderingen hierop zijn slechts beperkt mogelijk en een verzoek daartoe vereist een degelijke motivering en voldoende waarborgen voor een optimale begeleiding. De patroon speelt een grote rol tijdens de stage. De patroon is eindverantwoordelijke en doet (half)jaarlijks aan de Raad van Toezicht verslag van de ontwikkeling van de stagiaire. Onder meer op basis van deze verslagen zal de Raad van Toezicht een beslissing nemen over het uitreiken van de stageverklaring. De patroon dient aandacht te hebben voor zijn stagiaire en zal dienen te reageren op de ontwikkelingen in de stage en zo nodig moeten bijsturen. De volgende uitgangspunten worden gehanteerd ten aanzien van het patronaat en de begeleiding: - de patroon is een ervaren en integere advocaat - de patroon draagt zorg voor een goede voorbereiding van de begeleiding van de stagiaire - de Raad van Toezicht is bevoegd om in dit kader de deelname aan een cursus omtrent coaching en begeleiding van stagiaires (de zgn. patroonscursus ) verplicht te stellen - de patroon maakt met de stagiaire afspraken over de begeleiding - de patroon bespreekt regelmatig met de stagiaire de voortgang in de stage en legt deze gesprekken vast; in dit kader is door de Raad van Toezicht verplicht gesteld gebruik te maken van het door de Nederlandse Orde van Advocaten ontwikkelde Portfolio - de patroon begeleidt de stagiaire tijdens zijn ontwikkeling als advocaat en maakt daartoe voldoende tijd vrij - de patroon stelt de stagiaire in de gelegenheid de verplichte opleidingen te volgen en examens voor te bereiden - de patroon c.q. de werkgever draagt zorg voor een goede werkplek van de stagiaire en voldoende assistentie door kantoorpersoneel - de patroon draagt er zorg voor dat de stagiaire gevarieerd en voldoende werk te verrichten krijgt en dat de stagiaire wordt opgeleid tot een advocaat die zelfstandig kan optreden. 4

5 4. Positie Raad van Toezicht De Raad van Toezicht heeft verschillende taken met betrekking tot de bescherming van de stagiaire tijdens de stage en het waarborgen van een goede opleiding. Zo behoeft de patroon de goedkeuring van de Raad van Toezicht voordat hij als zodanig kan optreden. De Raad van Toezicht beoordeelt daarnaast gedurende de stage ook de ontwikkeling en de praktijkervaring van de stagiaire, zulks onder meer op basis van de periodieke verslagen van patroon en stagiaire. De Raad van Toezicht is in deze niet alleen een toezichthouder. De Raad van Toezicht is ook een partner voor overleg, kan advies geven en de patroon en de stagiaire bijstaan op meerdere vlakken. 5. Slot Bovenstaande inleiding geeft de algemene normen waarop de Raad van Toezicht zich zal baseren bij zijn besluitvorming over onderwerpen aangaande de stage en het patronaat. Een aantal van deze algemene regels worden hieronder nader in detail uitgewerkt in het Stagereglement en de opleidingsmaatregelen. ALGEMEEN Artikel 1 In dit reglement wordt verstaan onder: a. De binnenstagiaire: De advocaat die niet in het bezit is van de verklaring als bedoeld in artikel 10 Stageverordening 2005 (de stageverklaring) en hetzij in loondienst is van (het kantoor van) zijn patroon hetzij deel uitmaakt van het organisatorisch verband waarin zijn patroon de praktijk uitoefent en op hetzelfde adres werkzaam is. b. De buiten-stagiaire: De advocaat die niet in het bezit is van de stageverklaring als bedoeld in artikel 10 Stageverordening 2005 en elders dan op het kantooradres van zijn patroon de praktijk uitoefent. c. De ondernemer-stagiaire: De hiervoor sub a of b genoemde advocaat die de praktijk voor eigen rekening en risico uitoefent. Artikel De patroon geeft aan de stagiaire leiding, voorlichting en raad met betrekking tot de gehele praktijkuitoefening, zowel ten aanzien van de behandeling, de voortgang en de diversiteit van de zaken, als ook ten aanzien van de introductie bij en vervolgens het optreden jegens de rechterlijke macht, advocaten en cliënten. 5

6 2.2 De stagiaire is verplicht de door de patroon te geven leiding loyaal te aanvaarden. 2.3 De patroon en de stagiaire dienen voor de opleiding van de stagiaire zo veel tijd als nodig is beschikbaar te stellen en voor elkaar bereikbaar te zijn. 2.4 De patroon kan over maximaal 2 binnenstagiaires het patronaat uitoefenen tenzij er omstandigheden zijn welke zich daartegen verzetten. In geen geval kan de patroon een tweede patronaat op zich nemen, indien de stagiaire over wie hij al het patronaat uitoefent niet de Beroepsopleiding met goed gevolg heeft doorlopen. Naast een buitenpatronaat kan niet een ander patronaat worden uitgeoefend. 2.5 De Raad van Toezicht maakt zeer terughoudend en slechts in bijzondere gevallen gebruik van de bevoegdheid ex artikel 4 lid 4 Stageverordening om de 7- jaartermijn om patroon te zijn te bekorten. Een eventuele verkorting van de 7- jaartermijn komt slechts aan de orde als minimaal is voldaan aan de volgende voorwaarden: - de aspirant-patroon moet buiten zijn ervaring als advocaat beschikken over relevante juridische werkervaring - de aspirant-stagiaire moet eveneens beschikken over relevante juridische werkervaring - binnen hetzelfde kantoor moeten meerdere advocaten en/of juristen met ervaring in de rechtspraktijk werkzaam zijn. De wens tot uitbreiding wegens drukke werkzaamheden is niet voldoende om als een bijzonder geval te worden aangemerkt. 2.6 Indien de stagiaire tijdelijk op basis van detachering op een andere plaats dan het kantoor waar de patroon kantoor houdt werkzaamheden verricht, eist de Raad van Toezicht dat: - de stagiaire tenminste 1 jaar als advocaat is ingeschreven - er geen wijziging optreedt in de contractuele verhouding tussen patroon en stagiaire - de detachering in totaal over de gehele periode van de stage- maximaal 6 maanden duurt - de patroon onverminderd verantwoordelijk blijft voor het uitoefenen van zijn taak als patroon - een goede opleiding voor de stagiaire gewaarborgd blijft - de stagiaire minimaal 1 dag per week op het eigen kantoor (=echte locatie) de werkzaamheden zal verrichten, uitgezonderd indien zowel de patroon als de stagiaire beiden tegelijkertijd bij dezelfde klant c.q. hetzelfde bedrijf zijn gedetacheerd - de beroepsaansprakelijkheidsverzekering van de stagiaire dekking blijft bieden - de stagiaire bij alle in het kader van de detachering voorkomende werkzaamheden steeds de hoedanigheid van advocaat houdt en deze hoedanigheid tegenover derden ook duidelijk kenbaar maakt. 6

7 VERZOEK GOEDKEURING PATRONAAT Artikel Algemeen De patroon verzoekt de Raad van Toezicht goedkeuring van het door hem uit te oefenen patronaat door middel van inzending van het daartoe bestemde standaardformulier en onder overlegging van een afschrift van de gesloten c.q. nog te sluiten (arbeids)overeenkomst met de stagiaire of indien de stagiaire samenwerkt met een ander dan de patroon van de desbetreffende overeenkomst Indien de patroon nog niet eerder een patronaat heeft uitgeoefend, wordt als voorwaarde gesteld, dat hij/zij binnen een half jaar na de goedkeuring als bedoeld in artikel de cursus Patroon als coach of een vergelijkbare cursus zal volgen De herintredende stagiaire van wie de stage langer dan 1 jaar is geschorst / onderbroken is geweest, toont aan de Raad van Toezicht aan gedurende welke periode stage werd gelopen en welke opleidingsmaatregelen werden gevolgd en legt tegelijk met het verzoek om goedkeuring van het patronaat een opleidingsplan voor de resterende duur van de stage over. Als richtlijn geldt daarbij het verplicht gestelde opleidingspakket zoals gehecht is aan dit Stagereglement. Opleidingsmaatregelen, langer dan 5 jaar voor de datum van hervatting van de stage behaald, worden niet meegerekend voor de verplichting van het genoemde opleidingspakket. Afhankelijk van de duur van de onderbreking van de duur van de stage en de gevolgde opleidingsmaatregelen wordt de stageduur verlengd met een door de Raad van Toezicht te bepalen termijn waarbinnen de stagiaire aan een aantal door de Raad van Toezicht te bepalen opleidingsmaatregelen moet voldoen. 3.2 Ten aanzien van de binnenstagiaire De Raad van Toezicht slaat bij de beoordeling van de aanvraag acht op de vraag of de patroon reeds een patronaat uitoefent. De patroon die goedkeuring van een patronaat verzoekt deelt bij dat verzoek mede of hij reeds een ander patronaat uitoefent. Bij de beoordeling tot goedkeuring van het patronaat hanteert de Raad van Toezicht de criteria, zoals genoemd onder punt 3. in de considerans De Raad van Toezicht zal geen goedkeuring hechten aan het patronaat indien de met de stagiaire gesloten c.q. nog te sluiten (arbeids)overeenkomst niet minimaal in overeenstemming is met de Richtlijn Arbeidsvoorwaarden Stagiaires. Een concurrentiebeding is verboden, tenzij de patroon aannemelijk kan maken dat hij bij het niet opnemen van een concurrentiebeding na het eindigen der stage ernstig in zijn praktijkuitoefening zal worden belemmerd. 7

8 In dat geval dient het concurrentiebeding zich territoriaal niet verder uit te strekken dan de plaats van vestiging van het kantoor van de patroon en niet van langere duur te zijn dan één jaar na de beëindiging van de arbeidsovereenkomst. Tevens dient in dat geval in het beding te worden opgenomen, dat ingeval van een geschil omtrent dit beding arbitrage aan een de Raad van Toezicht zelf of een door de Raad van Toezicht aan te wijzen arbiter zal worden opgedragen. De omvang van die arbitrage bevat de redelijkheid van het beding in al zijn aspecten De Raad van Toezicht zal slechts goedkeuring hechten aan een relatiebeding in de arbeidsovereenkomst, indien dat beding niet langer dan één jaar na beëindiging van de arbeidsovereenkomst geldig is en een eventuele boeteclausule dient te zijn beperkt tot een bedrag per overtreding. In geen geval mag de boeteclausule worden gerelateerd aan een tijdspanne Indien er een boetebeding voor wat betreft de schending van de geheimhoudingsplicht wordt overeengekomen mag de boete maximaal 1.000,00 per overtreding bedragen. De boete mag meteen opeisbaar zijn zonder voorafgaande waarschuwing. De geheimhoudingsplicht mag zich niet uitstrekken tot hetgeen door de stagiaire aan de mentor of de leden van de Raad van Toezicht in die hoedanigheid is toevertrouwd In geval van een geschil omtrent een relatiebeding, geheimhoudingsbeding en / of een boetebeding van welke aard dan ook- zal arbitrage aan de Raad van Toezicht of een door de Raad van Toezicht aan te wijzen arbiter worden opgedragen. De arbitrageclausule dient bij deze bedingen in de arbeidsovereenkomst te worden opgenomen. De omvang van die arbitrage bevat de redelijkheid van het beding in al zijn aspecten, inclusief de hoogte de boete De arbitrage zoals bedoeld in artikel vindt plaats op verzoek van één der partijen aan de Raad van Toezicht. De Raad van Toezicht arbitreert zelf of wijst een arbiter aan. De aan de arbiter te betalen voorschotdeclaratie wordt door de patroon voldaan. De arbiter bepaalt het arbitragereglement en spreekt zich tevens uit op basis van ongelijk- over een eventueel ten laste van één der partijen komende (proces)kostenveroordeling met mogelijke verrekening van het door de patroon betaalde voorschot Indien gedurende de stage de aan de Raad van Toezicht overgelegde overeenkomst als bedoeld in artikel 3.1 wordt gewijzigd, wordt meteen aan de Raad van Toezicht een afschrift van de gewijzigde overeenkomst ter goedkeuring toegezonden. 8

9 3.2.8 Indien er een terugbetalingsregeling voor de kosten voor de Beroepsopleiding van de stagiaire bij voortijdige beëindiging van de arbeidsovereenkomst wordt overeengekomen, is als maximum de volgende terugbetalingsregeling toegestaan: - gedurende het 1 e stagejaar 100% - gedurende het 2 e stagejaar 66% - gedurende het 3 e stagejaar 33% In geval van opzegging door de stagiaire of in geval van opzegging wegens dringende redenen, is deze maximumregeling niet van toepassing. 3.3 Ten aanzien van de buitenstagiaire De Raad van Toezicht zal uitsluitend goedkeuring hechten aan een buitenpatronaat indien de buitenstagiaire op hetzelfde kantooradres zal samenwerken met hetzij een advocaat in het bezit van een stageverklaring hetzij een jurist met tenminste vijf jaar relevante juridische werkervaring De buitenstagiaire die geen relevante juridische werkervaring heeft dient aan te tonen dat intensieve sollicitatieactiviteiten teneinde een binnenpatronaat te verkrijgen gedurende een periode van minimaal 12 maanden niet tot resultaat hebben geleid. Behoudens dringende noodzaak behoren sollicitaties niet tot een arrondissement beperkt te blijven. De Raad van Toezicht zal geen betekenis toekennen aan open sollicitaties Indien de buitenstagiaire tenminste 3 jaar relevante juridische werkervaring heeft opgedaan, worden geen sollicitatieactiviteiten vereist De in artikel genoemde termijn wordt verkort tot een door de Raad van Toezicht te bepalen periode indien de buitenstagiaire minder dan 3 jaar relevante juridische werkervaring heeft opgedaan De in de artikelen t/m genoemde vereisten met betrekking tot relevante juridische werkervaring en sollicitatieactiviteiten gelden niet voor de buitenstagiaire die in dienst treedt van een advocaat respectievelijk van het samenwerkingsverband dat op hetzelfde kantoor als de buitenstagiaire gevestigd is, indien die advocaat of minimaal één van de andere advocaten van dat samenwerkingsverband beschikken over de stageverklaring De buitenstagiaire moet zelf zorg dragen voor het vinden van een voor de Raad van Toezicht acceptabele patroon. De patroon dient ten minste zeven jaar als advocaat te zijn ingeschreven. Van dit vereiste zal geen ontheffing worden verleend. 9

10 3.3.7 De buitenstagiaire dient aannemelijk te maken dat niet alleen een behoorlijke praktijkomvang mogelijk is, doch ook dat de te behandelen zaken de nodige diversiteit zullen vertonen, nu immers de stagiaire in de stage zodanig dient te worden opgeleid dat deze daarna over voldoende kennis en ervaring beschikt om geheel zelfstandig de advocatenpraktijk te kunnen uitoefenen De buitenstagiaire dient aan te tonen dat hij zal kunnen beschikken over een behoorlijke praktijkhuisvesting, voorzien van de benodigde inventaris en voldoende vakliteratuur. Tevens dient hij aan te geven hoe de waarneming van zijn praktijk bij zijn afwezigheid zal zijn geregeld In verband met een goede onderlinge bereikbaarheid zal de afstand tussen het kantoor van de patroon en dat van de buitenstagiaire niet meer dan 10 km mogen bedragen. De patroon dient in hetzelfde arrondissement gevestigd te zijn als de buitenstagiaire De patroon dient zich tevoren bij de Raad van Toezicht schriftelijk bereid te verklaren tot het uitoefenen van toezicht op en het verlenen van ondersteuning en begeleiding aan de buitenstagiaire, zoals in de Stageverordening aangegeven en zoals in dit reglement nader uitgewerkt. Dit dient te gebeuren in de vorm van een stagebegeleidingsplan, dat door de patroon, de buitenstagiaire en indien van toepassing- door het kantoor van de stagiaire wordt ondertekend. Voordat een buitenpatronaat goedkeuring kan verkrijgen vindt er eerst een gesprek met de Raad van Toezicht of een delegatie daaruit plaats. Een dergelijk gesprek wordt eveneens een jaar na de beëdiging van de buitenstagiaire gevoerd Indien de Raad van Toezicht vrijstelling verleent van de verplichting bij de patroon kantoor te houden kan de Raad van Toezicht de vrijstelling intrekken, indien niet of niet meer aan bovenstaande regeling wordt voldaan. 3.4 Ten aanzien van de ondernemer-stagiaire De ondernemer-stagiaire zal de Raad van Toezicht uitvoerig en gedocumenteerd moeten inlichten over de financiering van de voorgenomen praktijk. Daartoe zal de betrokkene een begroting voor de gehele duur van de stage dienen te overleggen. Deze begroting gaat vergezeld van een toelichting, waaruit blijkt op welke feiten en omstandigheden de verwachte omzetten en kosten zijn gebaseerd In het algemeen zal de ondernemer-stagiaire dienen te beschikken over een vrij krediet of een liquide vermogen ter hoogte van 1 jaar bruto minimumloon, vermeerderd met een jaar praktijkkosten en zulks gedurende de gehele looptijd van de stage. Stille verpanding van de vorderingen uit de advocatenpraktijk is niet toegestaan. 10

11 OVERLEG EN TOEZICHT Artikel De patroon verschaft de stagiaire zo ruim mogelijk inzicht in de verschillende aspecten van de praktijkuitoefening. Hij schenkt daarbij aandacht aan de organisatie van het kantoor, de wijze van inrichting van de administratie en de boekhouding en de financiële afwikkeling van de zaken, daaronder begrepen de wijze van declareren De stagiaire wordt regelmatig betrokken in zaken die de patroon in behandeling heeft, hetgeen onder meer inhoudt: het houden van een voorbespreking met de stagiaire het doen bijwonen door de stagiaire van gesprekken met de cliënt en de wederpartij het laten opstellen door de stagiaire van conceptbrieven en conceptprocesstukken, die vervolgens door de patroon met de stagiaire worden besproken het bijwonen van behandelingen van zaken ten overstaan van colleges met rechtspraak belast het bespreken van de uitspraak met de stagiaire 4.3. In elke situatie van het patronaat stelt de Raad van Toezicht het gebruik van de door de Nederlandse Orde van Advocaten ontwikkelde Portfolio verplicht. Artikel Werkwijze Zodra de stagiaire zelfstandig zaken behandelt, controleert en bespreekt de patroon in elk geval gedurende het eerste jaar dagelijks alle inkomende en uitgaande correspondentie van de stagiaire en alle door hem opgestelde stukken, voordat deze worden verzonden respectievelijk worden ingediend. Na verloop van deze periode neemt de patroon wekelijks alle daarvoor in aanmerking komende correspondentie en stukken met de stagiaire door Zodra de stagiaire zelfstandig zijn post behandelt, bespreekt de patroon gedurende het tweede stagejaar minimaal tweemaal per week de zaken van de stagiaire met deze en houdt hij met name toezicht op de voortgang daarin. Gedurende het derde stagejaar vinden deze besprekingen tenminste eenmaal per week plaats, voor zover een hogere frequentie door de patroon of de stagiaire niet wenselijk wordt geacht De stagiaire zal geen mondelinge behandeling ten overstaan van een college met rechtspraak belast als zelfstandig procesvertegenwoordiger bijwonen dan nadat hij tenminste twee pleidooien c.q. mondelinge behandelingen van zijn patroon dan 11

12 wel van een andere ervaren advocaat verbonden aan het zelfde kantoor heeft bijgewoond De patroon zal gedurende de eerste 2 jaren van de stage minimaal elk half jaar een optreden van zijn stagiaire voor een college met rechtspraak belast bijwonen en de stagiaire naar aanleiding daarvan de noodzakelijke suggesties doen. 5.2 Ten aanzien van de buiten-stagiaire Uitgangspunt van het door de Raad van Toezicht gevoerde beleid is dat de opleiding als stagiaire alleen goed kan plaatsvinden op het kantoor van de patroon. Indien in uitzonderingsgevallen de opleiding niet op een bestaand kantoor plaatsvindt, zal de begeleiding door de buitenpatroon zodanig intensief moeten zijn, dat de nadelen daarvan in belangrijke mate worden opgeheven De navolgende minimale bezoekfrequentie tussen buitenpatroon en buitenstagiaire zal worden aangehouden: Gedurende het eerste stagejaar zal de patroon eenmaal per week het kantoor van de stagiaire bezoeken en de stagiaire eenmaal per week het kantoor van de patroon. Gedurende het tweede stagejaar zal de stagiaire eenmaal per week het kantoor van de patroon bezoeken en de patroon eenmaal per veertien dagen het kantoor van de stagiaire. Gedurende het derde stagejaar zal de patroon de ene week de stagiaire op diens kantoor bezoeken terwijl de andere week de stagiaire de patroon op diens kantoor bezoekt Bij deze bezoeken dienen behalve de gang van zaken met betrekking tot de kantoororganisatie en de praktijkuitoefening tevens te worden gecontroleerd en besproken de inkomende en uitgaande post van de buitenstagiaire en de door hem ingediende en in te dienen processtukken. Van deze bezoeken worden verslagen -volgens aangehecht model- gemaakt, die als bijlagen met de halfjaarlijkse stageverslagen worden meegestuurd De buitenpatroon zal gedurende het eerste stagejaar tenminste zesmaal, gedurende het tweede stagejaar tenminste viermaal en gedurende het derde stagejaar tenminste tweemaal een optreden van de buitenstagiaire college met rechtspraak belast bijwonen. Na afloop zal hij dit optreden met de stagiaire evalueren De buitenpatroon ziet er op toe dat de administratie van de buitenstagiaire aan de daaraan te stellen eisen voldoet en dat diens boekhouding blijvend voldoet aan de Verordening op de administratie en financiële integriteit. 12

13 5.3 Ten aanzien van de ondernemer-stagiaire De patroon ziet er op toe dat de jaarstukken van de ondernemer-stagiaire uiterlijk zes maanden na afloop van een kalenderjaar gereed zijn. De patroon vermeldt in de eerstvolgende halfjaarlijkse rapportage de globale resultaten en de afwijkingen ten opzichte van de bij de aanvang van de stage ingediende begroting. VERSLAGLEGGING Artikel De buitenpatroon brengt eenmaal per zes maanden verslag uit aan de Raad van Toezicht omtrent het verloop van de stage, zoals bedoeld in artikel 5 lid 3 van de Stageverordening De binnenpatroon brengt eenmaal per 12 maanden een verslag uit. De patroons maken daarvoor gebruik van een aan hen door de Raad van Toezicht toegezonden formulier. 6.2 De patroon zal de inhoud van ieder patroonsverslag met de stagiaire bespreken, voordat dit ter kennis van de Raad van Toezicht wordt gebracht. 6.3 Het verslag wordt door de patroon en de stagiaire deze laatste voor gezien - ondertekend. VOLDOENDE PRAKTIJKERVARING EN OPLEIDINGSMAATREGELEN Artikel De stagiaire dient ingevolge artikel 10 lid 1 van de Stageverordening 2005 over voldoende praktijkervaring te beschikken. Deze voldoende praktijkervaring heeft zowel betrekking op de omvang van de praktijk als de diversiteit ervan. Iedere stagiaire zal zich gedurende de stage zo breed mogelijk oriënteren op zoveel mogelijk rechtsgebieden, zowel inhoudelijk als procesrechtelijk. De stagiaire dient zich met minimaal 2 rechtsgebieden intensief te hebben beziggehouden; met ervaring op 1 rechtsgebied kan niet worden volstaan. 7.2 De stagiaire is verplicht de door de Algemene Raad c.q. de Raad van Toezicht verplicht gestelde opleidingsmaatregelen te volgen. 7.3 De stagiaire is verplicht om gedurende de stageperiode 74 opleidingspunten te behalen, waarvan op landelijk niveau voor wat betreft de VSO-cursussen tenminste: - 40 punten te behalen uit het VSO-cursusaanbod - actieve deelname aan één verplichte pleitoefening (4 punten) - 12 vakinhoudelijke punten te behalen volgens aangehecht overzicht 13

14 7.4 De patroon is verplicht er zorg voor te dragen dat de stagiaire de aan hem in het kader van de opleiding gestelde verplichtingen nakomt. 7.5 Voor de aanvang van de stage maken de patroon en de stagiaire schriftelijke afspraken omtrent de voldoening van de kosten verbandhoudende met de verplicht gestelde opleidingsmaatregelen. 7.6 De patroon bevordert dat de stagiaire deelneemt aan de activiteiten van de vereniging De Jonge Balie in het arrondissement s-hertogenbosch. 7.7 De stagiaire die ontheffing wenst van een of meer van de door de Raad van Toezicht verplicht gestelde opleidingsmaatregelen als bedoeld in dit artikel, voor zover de ontheffing ter competentie van de Raad van Toezicht staat, dient daartoe tijdig, doch tenminste een maand voor de aanvang van het desbetreffende onderdeel van de opleiding, een schriftelijk en gemotiveerd verzoek in te dienen bij de Raad van Toezicht. Van de beslissing op dat verzoek wordt meteen mededeling aan de stagiaire gedaan. EINDE DER STAGE EN VERLENGING DAARVAN Artikel Nadat de wettelijke duur van de stage verstreken is, nodigt een delegatie van de Raad van Toezicht de stagiaire uit voor een gesprek en de uitreiking van de stageverklaring. Voorafgaand aan dit gesprek beoordeelt de Raad van Toezicht aan de hand van de ingezonden patroonsverslagen en de deelname aan de opleidingsmaatregelen of de stagiaire in aanmerking komt voor uitreiking van de zogenoemde stageverklaring. De stagiaire en de patroon worden voor het gesprek geïnformeerd over de beoordeling door de Raad van Toezicht. De stagiaire die naar het oordeel van de Raad van Toezicht onvoldoende heeft deelgenomen aan de voor hem verplicht gestelde opleidingsmaatregelen en de stagiaire die anderszins niet heeft voldaan aan de vereisten gesteld in de Stageverordening of dit stagereglement of over onvoldoende praktijkervaring blijkt te beschikken zal de stageverklaring worden onthouden. In dat geval bepaalt de Raad van Toezicht, gehoord de stagiaire en diens patroon, onder welke voorwaarden de stageverklaring alsnog verkregen kan worden. 8.2 De patroon van een op zijn kantoor werkzame stagiaire zal bij voorkeur aan het einde van het tweede jaar van de stage, doch uiterlijk zes maanden voor het einde van de stageperiode met de stagiaire bespreken of voor de stagiaire de mogelijkheid bestaat om na afloop van de stage aan het kantoor van de patroon verbonden te blijven en zo ja, onder welke voorwaarden. 14

15 8.3 De Raad van Toezicht behoudt zich het recht voor om over te gaan tot stageverlenging, wanneer aan deze regeling niet of niet behoorlijk is voldaan of anderszins blijkt dat de stagiaire gezien de opgedane ervaring nog niet of onvoldoende in staat is zelfstandig de praktijk uit te oefenen. 8.4 Indien de stagiaire tijdens de stageperiode langer dan 2 maanden aaneengesloten afwezig is en geen advocatenpraktijk voert, wordt -ongeacht de reden- de stage verlengd. SLOTBEPALINGEN, INWERKINGTREDING EN OVERGANGSBEPALING Artikel De Raad van Toezicht is bevoegd om hetzij nadere voorwaarden te stellen hetzij af te wijken van de bepalingen van dit stagereglement, wanneer zich bijzondere omstandigheden voordoen die daartoe aanleiding geven. 9.2 De stagiaire die vóór 1 juli 2011 is beëdigd en aan de Beroepsopleiding is begonnen blijft onder het oude stagereglement vallen. De stagiaire die ná 1 juli 2011 is beëdigd, valt onder dit nieuwe stagereglement. 9.3 Dit reglement treedt op 1 juli 2011 in werking. s-hertogenbosch, 12 mei 2011 Deken Secretaris 15

16 OVERZICHT TOTAALPAKKET OPLEIDINGSMAATREGELEN ========================================================== Soort cursus Aantal pnt Organisatie/info landelijk verplicht 1. Beroepsopleiding nvt NOvA 2. VSO-cursussen (Voortgezette Stagiaire Opleiding) 40 NOvA plaatselijk verplicht (totaal 34 opleidingspunten) 3. Vier Openhaardgesprekken 4 Jonge Balie 4. Mediationmiddag = vervallen 5. Bijwonen één middag civiele pleitoefeningen 3 Bureau Orde s-bosch (voordat zelf wordt gepleit) 6. Een keer zelf civiel pleiten + facultatief bijwonen overige pleitoefeningen die middag 4/6 Bureau Orde s-bosch 7. Bijwonen Strafpleitwedstrijden 3 Jonge Balie 8. Oriëntatiecursus Strafrecht - facultatief 5 V Bureau Orde s-bosch 9. Civiele Procesmiddag 3 V Jonge Balie 10. Introductie rechtbank 3 Bureau / Jonge Balie 11. Keuze uit aanbod cursussen Permanente Opleiding / VSO / bijwonen jaarvergadering (= 1 pnt) / Jonge Balie Congres (=2 pnt) 7-14 V Bureau Orde s-bosch Toelichting 1 punt = 1 uur volgens de normen van de Permanente Opleiding V = gewaardeerd op vakinhoudelijk Behorende bij Stagereglement dat op 1 juli 2011 in werking is getreden. 1 t/m 2 zijn op landelijk niveau verplicht gestelde opleidingsmaatregelen. Vrijstellingen van onderdelen daarvan dienen schriftelijk gemotiveerd te worden verzocht aan de Algemene Raad van de Nederlandse Orde van Advocaten. Alleen voor vrijstelling van onderdeel / onderdelen van de Beroepsopleiding zijn formulieren op te vragen bij het Bureau Orde van Advocaten s-hertogenbosch. De formulieren moeten echter wel worden ingediend bij de Nederlandse Orde van Advocaten. 3 t/m 10 zijn op arrondissementsniveau verplicht gestelde opleidingsmaatregelen. Vrijstelling van deze opleidingsmaatregelen dient schriftelijk gemotiveerd te worden verzocht aan de Raad van Toezicht in het arrondissement s-hertogenbosch. versie