Datum van inontvangstneming : 06/06/2018

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Datum van inontvangstneming : 06/06/2018"

Transcriptie

1 Datum van inontvangstneming : 06/06/2018

2 Vertaling C-234/18-1 Datum van indiening: 3 april 2018 Verwijzende rechter: Zaak C-234/18 Verzoek om een prejudiciële beslissing Sofiyski gradski sad (rechter voor de stad Sofia, Bulgarije) Datum van de verwijzingsbeslissing: 23 maart 2018 Verzoekende partij: Verwerende partijen: Komisia za protivodeystvie na koruptsiata i otnemane na nezakonno pridobito imushtestvo (commissie voor corruptiebestrijding en confiscatie van illegaal verkregen vermogen), ondersteund door Korporativna Targovska Banka AD (in liquidatie) BP, AB, PB, Agro In 2001 EOOD, Acount Service 2009 EOOD, Invest Management OOD, Estate OOD, Trast B OOD, Bromak OOD, Bromak Finance EAD, Viva Telekom Bulgaria EOOD, Balgarska Telekomunikatsionna Kompania AD, Hedge Investment Bulgaria AD, Kemira OOD, Dunarit AD, Technologichen Zentar-Institut Po Mikroelektronika AD, Evrobild 2003 EOOD, Technotel Invest AD, Ken Trade EAD, Konsult Av EOOD, Louvrier Investments Company 33 S.A, EFV International Financial Ventures Ltd, LIC Telecommunications S.A.R.L., V Telecom Investment S.C.A, V2 Investment S.A.R.L., Interv Investment S.A.R.L., Empreno Ventures Ltd. BESCHIKKING SOFIYSKI GRADSKI SAD, CIVIELE KAMER, [omissis] (1) Procedure overeenkomstig artikel 267 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie juncto artikel 628 GPK (Grazhdanski protsesualen kodeks [Bulgaars wetboek van burgerlijke rechtsvordering]). NL

3 VERZOEK OM EEN PREJUDICIËLE BESLISSING VAN ZAAK C-234/18 PARTIJEN BIJ DE PROCEDURE (2) Verzoekende partij is de Komisia za protivodeystvie na koruptsiata i otnemane na nezakonno pridobito imushtestvo (commissie voor corruptiebestrijding en confiscatie van illegaal verkregen vermogen), ondersteund door Korporativna Targovska Banka AD (in liquidatie) (3) Verwerende partijen zijn BP, AB, PB, Agro In 2001 EOOD, Acount Service 2009 EOOD, Invest Management OOD, Estate OOD, Trast B OOD, Bromak OOD, Bromak Finance EAD, Viva Telekom Bulgaria EOOD, Balgarska Telekomunikatsionna Kompania AD, Hedge Investment Bulgaria AD, Kemira OOD, Dunarit AD, Technologichen Zentar-Institut Po Mikroelektronika AD, Evrobild 2003 EOOD, Technotel Invest AD, Ken Trade EAD, Konsult Av EOOD, Louvrier Investments Company 33 S.A, EFV International Financial Ventures Ltd, LIC Telecommunications S.A.R.L., V Telecom Investment S.C.A, V2 Investment S.A.R.L., Interv Investment S.A.R.L., Empreno Ventures Ltd. VOORNAAMSTE ARGUMENTEN VAN PARTIJEN EN RELEVANTE FEITEN VOOR DE PREJUDICIËLE VRAGEN (4) De commissie voor corruptiebestrijding en confiscatie van illegaal verkregen vermogen verzoekster leidde bij besluit nr. 170 van 14 mei 2015 de procedure in tot vaststelling van maatregelen ter bevriezing van vermogensbestanddelen die BP, alsook natuurlijke en rechtspersonen van wie aangenomen wordt dat ze met de aan het onderzoek onderworpen persoon BP gelieerd zijn of door hem worden gecontroleerd, op illegale wijze hebben verkregen. Het besluit van de commissie voor corruptiebestrijding en confiscatie van illegaal verkregen vermogen was gebaseerd op de kennisgeving die de Sofiyska gradska prokuratura (openbaar ministerie van de stad Sofia) [omissis] bij de regionale directie van de commissie voor corruptiebestrijding en confiscatie van illegaal verkregen vermogen te Sofia [omissis] had gedaan en volgens welke BP vanaf 28 juli 2014 beklaagde in een onderzoek [omissis] was, omdat hij in de periode vanaf een nog niet vastgestelde dag in december 2011 tot en met 19 juni 2014 te Sofia in zijn hoedanigheid van functionaris (voorzitter van de raad van toezicht van de Korporativna targovska banka AD) en met medewerking van MT (dader), OP (dader), MH (medeplichtige), BK (medeplichtige), doelbewust [Or. 2] anderen, met name MT en OP, zou hebben aangezet tot het plegen van een strafbaar feit in de zin van artikel 203 van de Nakazatelen kodeks (Bulgaars wetboek van strafrecht), meer bepaald in de periode begrepen vanaf een nog niet vastgestelde dag in december 2011 tot en met 19 juni 2014 te Sofia, ul. Graf Ignatiev 10, in het gebouw van de centrale administratie van de Korporativna Targovska Banka AD waar zij in hun hoedanigheid van functionaris enerzijds als schatbewaarder van de Korporativna targovska banka AD en anderzijds als met het dagelijks bestuur belaste directeur van de Korporativna targovska banka AD geld van derden zouden hebben verduisterd, meer in het bijzonder EUR, 2

4 AGRO IN lev (BGN) en USD, of een totaalbedrag van lev (BGN), dat toebehoorde aan de Korporativna Targovska Banka AD en hen in voornoemde hoedanigheden ter hand was gesteld of ter bewaring of in beheer was gegeven, waarbij de verduistering van bijzonder grote omvang was en een bijzonder ernstig geval vormde, te weten een strafbaar feit in de zin van artikel 203, lid 1, juncto artikel 201 en artikel 20, lid 3 en lid 1, van de Nakazatelen kodeks. (5) Naar mening van verzoekster valt het strafbare feit waarop de tenlastelegging betrekking heeft, binnen de werkingssfeer van artikel 22, lid 1, onder 8), van de Zakon za otnemane v polza na darzhavata na nezakonno pridobito imushtestvo (otm.) (Bulgaarse wet inzake de confiscatie van illegaal verkregen vermogen) (ingetrokken). Bij proces-verbaal van [omissis] 5 augustus 2014 [omissis] van de commissie voor corruptiebestrijding en confiscatie van illegaal verkregen vermogen Sofia werd een onderzoek ingeleid na vaststelling van een aanzienlijke discrepantie in het vermogen van BP. Het onderzoek had betrekking op de periode van 4 augustus 2004 tot en met 4 augustus In het kader van dit onderzoek stelde de commissie voor corruptiebestrijding en confiscatie van illegaal verkregen vermogen vast dat de gecontroleerde persoon BP en met hem gelieerde personen vennoten waren van de in de procedure aangeklaagde handelsvennootschappen of deze controleerden; zij stelde vast dat de gecontroleerde persoon BP of leden van zijn gezin echtgenote en dochter delen van binnen- en buitenlandse handelsvennootschappen hadden verworven; zij stelde vast dat de gecontroleerde persoon BP of leden van zijn gezin echtgenote en dochter rechtshandelingen om niet hadden verricht voor de verwerving van vastgoed waarvan de waarde op het tijdstip van verwerving het inkomen van de gecontroleerde persoon en van zijn gezinsleden oversteeg; er werd vastgesteld dat de gecontroleerde persoon en zijn gezinsleden over bankdeposito s van aanzienlijke waarde beschikten die niet met hun legale inkomsten overeenstemden en dat zij banktransacties hadden verricht met middelen waarvan de herkomst niet kon worden bepaald; er werd vastgesteld dat de gecontroleerde persoon en zijn gezinsleden roerende zaken van aanzienlijke waarde hadden verworven; er werd vastgesteld dat de gecontroleerde persoon honoraria werden uitbetaald op grond van vermoedelijk fictieve overeenkomsten en dat de inkomsten uit die schijntransacties tot doel hadden om de onrechtmatige herkomst te versluieren van de middelen waarmee de gecontroleerde persoon het vermogen had vergaard. (6) In de loop van het onderzoek werd een analyse verricht van de financiële toestand en van de transacties die werden gedaan door de aangeklaagde handelsvennootschappen waarvan wordt vermoed dat ze met de gecontroleerde persoon zijn gelieerd of door hem worden gecontroleerd. In dat onderzoek werd tot de slotsom gekomen dat een deel van de transacties met illegaal verkregen middelen was uitgevoerd, dat een ander deel in werkelijkheid niet werd uitgevoerd maar alleen tot doel had om illegaal verkregen vermogen/middelen te versluieren en dat de geldmiddelen afkomstig waren uit niet door een zekerheid gedekte leningen die door de Korporativna targovska banka AD waren toegekend, met als gevolg dat de bank insolvent is geworden. 3

5 VERZOEK OM EEN PREJUDICIËLE BESLISSING VAN ZAAK C-234/18 (7) De commissie [voor corruptiebestrijding en confiscatie van illegaal verkregen vermogen] heeft bij de Sofiyski gradski sad meerdere procedures ingeleid op grond van de ingetrokken Zakon za otnemane v polza na darzhavata na nezakonno pridobito [Or. 3] imushtestvo (wet inzake de confiscatie van illegaal verkregen vermogen) en strekkende tot confiscatie van de vermogensbestanddelen [omissis] waarvan vermoed wordt dat zij op illegale wijze werden verkregen of, in gevallen waarin deze vermogensbestanddelen werden vervreemd, [tot confiscatie] van een daarmee overeenstemmend geldbedrag of van de vermogensbestanddelen waarop het illegaal verkregen vermogen werd overgedragen. Verzocht wordt om confiscatie van vermogensbestanddelen, zowel van de gecontroleerde persoon en zijn gezinsleden als van derden van wie wordt vermoed dat zij met deze persoon zijn gelieerd of door hem worden gecontroleerd. (8) Op verzoek van de commissie voor corruptiebestrijding en confiscatie van illegaal verkregen vermogen en voorafgaand aan de inleiding van deze procedure heeft de Sofiyski gradski sad maatregelen vastgesteld ter bevriezing van het vermogen waarvan confiscatie wordt gevorderd [omissis]. (9) Op dit ogenblik is bij de Spetsializiran nakazatelen sad (gespecialiseerde strafrechter) strafzaak nr. 2209/2017 aanhangig tegen BP en andere personen wegens bendevorming en leiding en wordt deze behandeld, waarbij de ten laste gelegde feiten strafbare feiten zijn waarop de (ingetrokken) wet inzake de confiscatie van illegaal verkregen vermogen toepassing vindt. De zaak bevindt zich in de fase van de berechting en tot dusver is nog geen definitieve rechterlijke beslissing gewezen. (10) BP werd tot op heden niet definitief veroordeeld. (11) Verweerders, BP, AB, PB, Agro In 2001 EOOD, Trast B OOD, Technotel Invest AD, InterV Investment S.a.r.l., Dunarit AD, EFV International Financial Ventures Ltd., Balgarska Telekomunikatsionna Kompania EAD, Evrobild 2003 EOOD, Account Service 2009 EOOD, Viva Telekom Bulgaria EOOD, Bromak Finance EAD, Bromak EOOD, Invest Management OOD, Hedge Investment Bulgaria AD en Kemira OOD, komen op tegen de procedures en voeren aan dat deze nietontvankelijk zijn, omdat de Bulgaarse wet in strijd is met richtlijn 2014/42/EU van het Europees Parlement en de Raad van 3 april 2014 betreffende de bevriezing en confiscatie van hulpmiddelen en opbrengsten van misdrijven in de Europese Unie. Het betoog van verweerders luidt als volgt: de richtlijn beoogt de confiscatie en terugvordering van opbrengsten die daders van strafbare feiten uit zware grensoverschrijdende georganiseerde criminaliteit hebben verkregen. Krachtens artikel 83, lid 1, VWEU omvat het begrip strafbaar feit terrorisme, mensenhandel en seksuele uitbuiting van vrouwen en kinderen, illegale drugshandel, het witwassen van geld, corruptie, vervalsing van betaalmiddelen, computercriminaliteit en georganiseerde criminaliteit. Naar Bulgaars recht is een dader van een strafbaar feit eenieder die bij definitief strafvonnis is veroordeeld. 4

6 AGRO IN 2001 (12) Voorts beoogt de richtlijn de confiscatie van opbrengsten die uit zware georganiseerde criminaliteit zijn verkregen. Op het tijdstip van vaststelling van de bevriezingsmaatregelen en van indiening van de onderhavige procedure was verweerder BP niet veroordeeld en mocht hij bijgevolg niet als dader van een strafbaar feit worden beschouwd. De richtlijn verduidelijkt ook het begrip niet op een veroordeling gebaseerde confiscatie. Dit begrip doelt op maatregelen die overheidsinstanties nemen om vermogen te confisqueren dat een veroordeelde aan een derde partij heeft overgedragen. De achterliggende logica van dit begrip moet worden gezocht in het ontbreken van een ingestelde en bij vonnis afgesloten [Or. 4] strafrechtelijke procedure tegen derden en niet in het ontbreken van een dergelijke procedure tegen de persoon die het vermogen heeft overgedragen: voor deze persoon geldt nog steeds de voorwaarde dat tegen hem een definitieve veroordeling moet zijn uitgesproken op grond waarvan vervolgens confiscatie bij derden kan worden uitgevoerd. Een niet op een vonnis gebaseerde confiscatie bij een gecontroleerde persoon is slechts mogelijk onder zeer strikte voorwaarden, te weten wanneer de verdachte wegens overlijden of langdurige ziekte niet kan worden vervolgd of wanneer strafrechtelijke vervolging wegens vlucht of ziekte binnen een redelijke termijn onmogelijk is en verjaring imminent is. De ruimere confiscatie, daarentegen, is slechts mogelijk wanneer de rechter op grond van concrete feiten van oordeel is dat de veroordeelde persoon vermogensbestanddelen bezit waarvan het veel waarschijnlijker is dat zij uit andere soortgelijke criminele gedragingen voortkomen. Op het tijdstip van vaststelling van de bevriezingsmaatregelen en van indiening van de onderhavige procedure was niet voldaan aan voornoemde voorwaarden van overlijden, ziekte, vlucht, verjaring of onmogelijkheid van strafrechtelijke vervolging binnen een redelijke termijn. Verweerder BP, die terzelfder tijd gecontroleerde persoon is, is niet veroordeeld. Voor hem moet het vermoeden van onschuld gelden. (13) In voornoemde zin moeten ook de bevoegdheden worden begrepen in het door de Raad vastgestelde gemeenschappelijk optreden 98/699/JBZ van 3 december 1998 inzake het witwassen van geld, de identificatie, opsporing, bevriezing, inbeslagneming en confiscatie van hulpmiddelen en van de opbrengsten van misdrijven en in het Verdrag van de Raad van Europa inzake het witwassen, de opsporing, de inbeslagneming en de confiscatie van opbrengsten van misdrijven. In beide documenten verwijst de term opbrengsten naar elk economisch voordeel dat is verworven door middel van strafbare feiten en refereert de term confiscatie aan een straf of maatregel opgelegd door een rechter na een procedure in verband met één of meer strafbare feiten, welke straf of maatregel leidt tot het blijvend ontnemen van de beschikkingsmacht over voorwerpen. In beide documenten wordt dus een verband gelegd tussen confiscatie en een strafrechtelijke procedure. In de zaak tegen verweerder BP is geen sprake van een strafbaar feit in verband met grensoverschrijdende criminaliteit, terrorisme of witwassen van geld; er is geen tenlastelegging, berechting of definitief vonnis met betrekking tot een dergelijk strafbaar feit. De richtlijn eerbiedigt de grondrechten, fundamentele vrijheden en beginselen die in het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden zijn verankerd en is overeenkomstig de uitlegging van deze rechten in de rechtspraak 5

7 VERZOEK OM EEN PREJUDICIËLE BESLISSING VAN ZAAK C-234/18 van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens uit te leggen en toe te passen. Aldus zijn de lidstaten verplicht tot het nemen van de nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat personen tegen wie de in de richtlijn bedoelde maatregelen zijn gericht, recht hebben op een doeltreffende voorziening in rechte en een eerlijk proces, om hun rechten te kunnen handhaven. Tot dusver bestaat in de Europese Unie nog geen civielrechtelijke confiscatieregeling zodat confiscatie alleen op basis van een definitieve veroordeling mogelijk is. (14) Aangevoerd wordt dat het evenredigheidsbeginsel en de grondrechten, in het bijzonder het vermoeden van onschuld, het recht op een eerlijk proces, de eerbiediging van het privéleven en van het familie- en gezinsleven, de bescherming van persoonsgegevens, het ne bis in idem-beginsel en het legaliteitsbeginsel en evenredigheidsbeginsel inzake straffen zijn geschonden. Verweerder BP wordt behandeld als een definitief veroordeelde dader van strafbare feiten; in datzelfde licht wordt ook de rechtspositie van de overige verweerders beoordeeld. Dat het vermoeden van onschuld toepassing vindt, blijkt uit de rechtspraak van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens in Straatsburg, volgens welke dit vermoeden geldt in civielrechtelijke procedures die [Or. 5] nauw samenhangen met een strafprocedure, zoals het geval is wanneer de uitkomst van de civielrechtelijke procedure afhangt van de uitkomst van de strafprocedure. Voorts voeren verweerders aan dat de Bulgaarse wet geen waarborgen biedt met betrekking tot het recht van derden om actief bij de eerste fase van de procedure te worden betrokken, aangezien de Bulgaarse wet niet voorziet in een verplichting voor de commissie voor corruptiebestrijding en confiscatie van illegaal verkregen vermogen om dezen ervan in kennis te stellen dat een onderzoek werd ingeleid. (15) De overige belanghebbende partijen nemen geen standpunt in over de ingeleide procedure. AANGEVOERDE BEPALINGEN VAN NATIONAAL RECHT (16) In 2012 werd in de Republiek Bulgarije de Zakon za otnemane v polza na darzhavata na nezakonno pridobito imushtestvo (wet inzake de confiscatie van illegaal verkregen vermogen) vastgesteld. De wet trad in werking op 19 november 2012 [omissis]. Deze wet werd vervangen door de Zakon za protivodeystvie na koruptsiata i za otnemane na nezakonno pridobito imushtestvo (wet inzake corruptiebestrijding en confiscatie van illegaal verkregen vermogen) die in nr. 7 van de Darzhaven vestnik (Bulgaars publicatieblad) van 19 januari 2018 werd gepubliceerd. (17) Krachtens 5, lid 1, van de overgangs- en slotbepalingen van de wet inzake corruptiebestrijding en confiscatie van illegaal verkregen vermogen moeten de op het tijdstip van inwerkingtreding nog niet afgesloten onderzoeken en procedures in verband met de ingetrokken wet inzake de confiscatie van illegaal verkregen vermogen uit 2012 en de Zakon za otnemane v polza na darzhavata na imushtestvo, pridobito ot prestapna deynost (wet inzake de confiscatie van uit 6

8 AGRO IN 2001 misdrijven verkregen vermogen) (gepubliceerd, DV nr. 19 van 2005; [omissis] ingetrokken, nr. 38 van 2012), alsook de procedures inzake het vaststellen van belangenconflicten en het opleggen van administratieve sancties door de commissie op grond van de vroegere regeling worden voltooid. De onderhavige procedure werd ingeleid in de periode waarin de ingetrokken wet inzake de confiscatie van illegaal verkregen vermogen uit 2012 van toepassing was. Derhalve is deze wet het toepasselijke materiële recht in het onderhavige geval. (18) De (ingetrokken) wet inzake de confiscatie van illegaal verkregen vermogen beoogt, zoals in artikel 1, lid 1, ervan wordt uiteengezet, het vaststellen van de voorwaarden en de procedure voor de confiscatie van illegaal verkregen vermogen. Krachtens artikel 1, lid 2, van de wet moet illegaal verkregen vermogen worden begrepen als vermogen waarvoor geen legale verwervingsbron kan worden vastgesteld. De in casu toepasselijke bepalingen van de (ingetrokken) wet inzake de confiscatie van illegaal verkregen vermogen zijn de volgende: (19) Artikel 2, dat bepaalt: De procedure als bedoeld in deze wet verloopt onafhankelijk van de strafrechtelijke procedure tegen de gecontroleerde persoon en/of de met hem gelieerde personen ; (20) Artikel 22, dat bepaalt: (1) Het onderzoek overeenkomstig artikel 21, lid 2, wordt ingeleid bij besluit van de directeur van de respectieve regionale directie wanneer een persoon ervan wordt beschuldigd een strafbaar feit te hebben gepleegd in de zin van: 1. artikel 108а, leden 1 tot en met 3, en artikel 109, lid 3; 2. artikel 116, lid 1, onder 7) en 10); 3. artikel 142; [Or. 6] 4. (gewijzigd DV, nr. 74 van 2015) artikel 155, artikel 156, artikel 158а, lid 4, en artikel 159, lid 5; 5. artikel 159а tot en met d; 6. artikel 196а; 7. artikel 199; 8. artikel 201 tot en met artikel 203; 9. artikel 208, leden 3, 4 en 5; 10. artikel 209, leden 1 en 2, artikel 210, artikel 211, artikel 212, leden 3, 4 en 5, en artikel 212а; 7

9 VERZOEK OM EEN PREJUDICIËLE BESLISSING VAN ZAAK C-234/ artikel 213а en artikel 214; 12. artikel 215, lid 2, onder 1) en 3); 13. artikel 219, leden 3 en 4, artikel 220, lid 2, en artikel 225c, leden 1 en 2; 14. artikel 227c, lid 2; 15. (gewijzigd DV, nr. 103 van 2016) artikel 233, leden 1 en 2, artikel 234, lid 2, artikel 234а, artikel 234b en artikel 235, leden 3 tot en met 5; 16. artikel 242 tot en met artikel 242а; 17. artikel 243 tot en met artikel 246, artikel 248а, lid 5, en artikel 249 tot en met artikel 252; 18. artikel 253, artikel 253а, leden 1 en 2, artikel 254b, lid 2, artikel 255 tot en met artikel 256, artikel 259 en artikel 260, lid 1; 19. artikel 280; 20. artikel 282, artikel 283 en artikel 283а; 21. artikel 301 tot en met artikel 305а, artikel 307c en artikel 307d; 22. artikel 308, leden 2 en 3, en artikel 310, lid 1; 23. artikel 321, leden 1 tot en met 3 en lid 6, artikel 321а, leden 1 en 2, en artikel 327, leden 1 tot en met 3; 24. artikel 337, leden 1 tot en met 4, artikel 339, lid 2, en artikel 346, lid 2, onder 4), lid 3 en lid 6; 25. (gewijzigd DV, nr. 103 van 2016) artikel 354а, leden 1, 2 en 4, artikel 354b, leden 4 tot en met 6, en artikel 354c, leden 1 tot en met 3 van de Nakazatelen kodeks (Bulgaars wetboek van strafrecht). (2) Het onderzoek wordt ook ingeleid wanneer een persoon niet wordt vervolgd wegens een strafbaar feit in de zin van lid 1, omdat is afgezien van de instelling van een strafprocedure of omdat de strafprocedure werd gestaakt aangezien: 1. amnestie werd verleend; 2. de bij wet vastgestelde verjaring is ingetreden; 3. de dader na het plegen van het strafbare feit aan een blijvende geestelijke stoornis lijdt die strafrechtelijke aansprakelijkheid uitsluit; 4. de dader is overleden; 8

10 AGRO IN toestemming werd verleend om de strafrechtelijke procedure tegen de persoon in een ander land te voeren. (3) Het onderzoek wordt ook ingeleid wanneer de strafprocedure wegens een strafbaar feit in de zin van artikel 1 is geschorst en de persoon niet als beklaagde kan worden gedagvaard omdat de persoon: 1. na het plegen van het strafbare feit aan een tijdelijke geestelijke stoornis lijdt die strafrechtelijke aansprakelijkheid uitsluit of aan een andere ernstige ziekte lijdt; 2. immuniteit geniet; 3. geen bekend adres heeft en niet kan worden opgespoord. (21) Artikel 66 bepaalt: (1) De confiscatiemaatregelen gelden ook voor vermogen dat de gecontroleerde persoon aan een rechtspersoon heeft overgedragen of in contanten of op andere wijze in het kapitaal van een rechtspersoon heeft ingebracht, wanneer de personen die de rechtspersoon leiden of controleren wisten of op grond van de omstandigheden konden vermoeden dat het vermogen illegaal was verkregen. (22) (2) De confiscatiemaatregelen gelden ook voor illegaal verkregen vermogen van een rechtspersoon die door de gecontroleerde persoon of door met hem gelieerde personen individueel of gemeenschappelijk wordt gecontroleerd. [Or. 7] (23) Bulgaarse rechtspraak: Arrest nr. 13 van 13 oktober 2012 van de Konstitutsionen sad (grondwettelijk hof) van de Republiek Bulgarije in grondwettelijke zaak nr. 6/2012. Het arrest kan op de website van het grondwettelijk hof worden geraadpleegd. Link naar het arrest: b7-b6e305395df2. In dit arrest is het grondwettelijk hof nagegaan welke betekenis moet worden toegekend aan het begrip illegaal verkregen vermogen in de zin van de bepalingen van de (ingetrokken) wet inzake de confiscatie van illegaal verkregen vermogen. Het heeft vastgesteld dat het begrip illegaal verkregen vermogen verwijst naar de herkomst van het vermogen en niet naar een juridisch gebrek dat leidt tot de ongeldigheid van de rechtsgrondslag van de verkrijging en tot nietigheid van de handeling die ten grondslag ligt aan de verkrijging. Bij de Varhoven kassationen sad (hoogste rechter in burgerlijke en strafzaken) is zaak nr. 4/2016 aanhangig over de uitlegging van de wet inzake de confiscatie van illegaal verkregen vermogen waarbij inzonderheid de [volgende] vraag is opgeworpen: Vormt de staking van de strafprocedure wegens een strafbaar feit dat is genoemd in artikel 22, lid 1, van de (ingetrokken) wet inzake de confiscatie van illegaal verkregen 9

11 VERZOEK OM EEN PREJUDICIËLE BESLISSING VAN ZAAK C-234/18 vermogen, die niet behoort tot de gevallen van artikel 22, lid 2, van diezelfde wet, een absoluut procesrechtelijk beletsel voor het bestaan en de uitoefening van het recht op instelling van een procedure wegens confiscatie van illegaal verkregen vermogen? Tot op heden heeft de rechter nog geen uitsluitsel over die vraag gegeven. AANGEVOERDE BEPALINGEN VAN UNIERECHT EN INTERNATIONAAL RECHT (24) Richtlijn 2014/42/ЕU van het Europees Parlement en de Raad van 3 april 2014 betreffende de bevriezing en confiscatie van hulpmiddelen en opbrengsten van misdrijven in de Europese Unie, in het bijzonder artikel 1, lid 1, artikel 4, lid 1, artikel 5, artikel 6 en artikel 8. (25) Kaderbesluit 2007/845/JBZ van de Raad van 6 december 2007, kaderbesluit 2006/783/JBZ van de Raad van 6 oktober 2006, kaderbesluit 2005/212/JBZ van de Raad van 24 februari 2005, kaderbesluit 2002/475/JBZ van de Raad van 13 juni 2002, kaderbesluit 2003/577/JBZ van de Raad van 22 juli 2003 en kaderbesluit 2001/500/JBZ van de Raad van 26 juni 2001, die bepalen dat confiscatie alleen plaatsvindt in het kader van een strafprocedure en betrekking heeft op vermogensbestanddelen die door een strafbaar feit zijn verkregen. (26) Verdrag van de Raad van Europa inzake het witwassen, de opsporing, de inbeslagneming en de confiscatie van opbrengsten van misdrijven en de financiering van terrorisme uit 2005 en Verdrag van de Raad van Europa inzake het witwassen, de opsporing, de inbeslagneming en de confiscatie van opbrengsten van misdrijven uit 1990, die bepalen dat een confiscatieprocedure alleen kan worden ingesteld op grond van een definitieve veroordeling wegens een strafbaar feit in het kader van een strafprocedure. MOTIVERING VAN DE VERWIJZINGSBESLISSING [Or. 8] (27) De in casu toepasselijke (ingetrokken) wet inzake de confiscatie van illegaal verkregen vermogen bevat de uitdrukkelijke bepaling dat de confiscatieprocedure voor een burgerlijke rechter niet afhankelijk is van de strafprocedure tegen de gecontroleerde persoon of de met hem gelieerde respectievelijk door hem gecontroleerde personen. Conform deze wettelijke bepaling worden alle krachtens deze wet ingestelde civiele procedures gevoerd los van het feit of de gecontroleerde persoon bij definitief vonnis werd veroordeeld. In de Bulgaarse rechtspraak wordt de loutere beschuldiging van een aan een onderzoek onderworpen persoon reeds toereikend geacht om een civielrechtelijke confiscatieprocedure in te stellen. Het is zonder meer mogelijk dat de civielrechtelijke confiscatieprocedure al is afgesloten vóór de strafprocedure waarin de beschuldigingen wordt onderzocht. Ook zijn situaties denkbaar waarin de civielrechtelijke confiscatieprocedure wordt voortgezet, ook nadat de strafprocedure is afgesloten of de oorspronkelijk geformuleerde aantijgingen werden gewijzigd en de nieuwe beschuldiging geen betrekking heeft op strafbare 10

12 AGRO IN 2001 feiten waarop de (ingetrokken) wet inzake de confiscatie van illegaal verkregen vermogen toepassing vindt. (28) Terzelfder tijd bepaalt richtlijn 2014/42/EU dat alleen het vermogen van een definitief veroordeelde persoon vatbaar is voor confiscatie, inclusief ruimere confiscatie. Uit de bewoordingen van de richtlijn kan worden opgemaakt dat een verband tussen strafprocedure en civielrechtelijke confiscatieprocedure niet uitgesloten is en dat de civielrechtelijke confiscatieprocedure pas na afsluiting van de strafprocedure mag worden ingeleid. (29) Richtlijn 2014/42/EU voorziet in een minimumharmonisatie. Naar oordeel van de verwijzende rechter ontstaat bij een vergelijking tussen de richtlijn en de toepasselijke Bulgaarse wet de indruk dat de Bulgaarse wet te ver reikt en verder gaat dan de minimumharmonisatie die door de richtlijn wordt beoogd. Bijgevolg is het noodzakelijk om de betekenis van bepaalde formuleringen van de richtlijn te verduidelijken en ook de vraag [te beantwoorden] of zij grenzen vastlegt en fundamentele beginselen voorschrijft waarvan niet mag worden afgeweken. De tegenstrijdigheid tussen de Bulgaarse wet en een handeling van afgeleid recht van de Europese Unie is volgens de verwijzende rechter voldoende reden om een verzoek om uitlegging van de bepalingen van de richtlijn voor te leggen. Daarbij komt dat het verband tussen strafprocedures en civielrechtelijke confiscatieprocedures volgens vaste rechtspraak in Bulgarije niet wordt erkend, zodat een uitlegging van de wet in tegenovergestelde zin nauwelijks bijval zou vinden. (30) De uitlegging die het Hof van Justitie van de Europese Unie aan de formuleringen van de richtlijn zal geven, zal toepassing vinden op de nieuwe wet inzake corruptiebestrijding en confiscatie van illegaal verkregen vermogen. Deze wet blijft vasthouden aan het beginsel dat er geen verband bestaat tussen strafprocedures en civielrechtelijke confiscatieprocedures. (31) De onderhavige procedure bevindt zich in een fase waarin de rechter moet beslissen of hij de afsluiting van de strafprocedure tegen de aan het onderzoek onderworpen persoon BP moet afwachten dan wel de procedure moet voortzetten. Alle partijen bij de procedure werden naar behoren in kennis gesteld en hebben de gelegenheid gekregen om hun standpunt ter zake kenbaar te maken. De volgende proceshandeling is de vaststelling van een mondelinge terechtzitting voor de bewijsvoering [Or. 9]. De antwoorden van het Hof op de in de onderhavige beschikking gestelde vragen zijn van groot belang voor de beoordeling van de volgende proceshandelingen door de rechter bij wie het hoofdgeding aanhangig is. STANDPUNT VAN DE VERWIJZENDE RECHTER OVER DE GESTELDE VRAGEN (32) De verwijzende rechter is van oordeel dat de civielrechtelijke confiscatieprocedure niet mag worden voortgezet totdat de strafprocedure tegen 11

13 VERZOEK OM EEN PREJUDICIËLE BESLISSING VAN ZAAK C-234/18 de gecontroleerde persoon is afgesloten. De reden hiervoor is dat de gecontroleerde persoon tot de afsluiting van de strafprocedure niet de hoedanigheid bezit van een persoon die is veroordeeld wegens een strafbaar feit dat voorkomt in de lijst van strafbare feiten van de (ingetrokken) wet inzake de confiscatie van illegaal verkregen vermogen. Naar oordeel van de rechter staat dit in de weg aan een bevel tot directe confiscatie, ruimere confiscatie en confiscatie bij een derde. (33) De verwijzende rechter is van oordeel dat de Bulgaarse wet in strijd is met de minimumvoorschriften voor de confiscatie van vermogen, zoals neergelegd in richtlijn 2014/42/ЕU van het Europees Parlement en de Raad betreffende de bevriezing en confiscatie van hulpmiddelen en opbrengsten van misdrijven in de Europese Unie. De bepalingen van de richtlijn werden niet correct in Bulgaars recht omgezet. Het betreft meer in het bijzonder de regels dat vermogen voor confiscatie vatbaar is wanneer het is verkregen door een strafbaar feit waarvoor de dader definitief is veroordeeld; wanneer het is verkregen door een strafbaar feit waarvoor geen veroordeling is uitgesproken maar de dader reeds wegens een ander strafbaar feit is veroordeeld dat hem economisch voordeel heeft opgeleverd; wanneer het is verkregen door een strafbaar feit en door de dader aan een derde is overgedragen om confiscatie te vermijden en waarbij de betrokken derde weet had van de herkomst van het vermogen en van de bedoeling van de reeds definitief veroordeelde dader of op grond van de omstandigheden daarvan weet had moeten hebben. (34) Gelet op het voorgaande en op grond van zijn bevoegdheid krachtens artikel 267 VWEU geeft de Sofiyski gradski sad (rechter voor de stad Sofia) de volgende BESCHIKKING: De rechter verzoekt het Hof van Justitie van de Europese Unie om de volgende vragen te beantwoorden volgens de procedure van artikel 267 VWEU: 1. Dient artikel 1, lid 1, van richtlijn 2014/42/ЕU van het Europees Parlement en de Raad van 3 april 2014 betreffende de bevriezing en confiscatie van hulpmiddelen en opbrengsten van misdrijven in de Europese Unie, dat voorziet in de vaststelling van minimumvoorschriften [...] betreffende de bevriezing van voorwerpen met het oog op een eventuele confiscatie, aldus te worden uitgelegd dat het de lidstaten toestaat om bepalingen vast te stellen met betrekking tot een civielrechtelijke confiscatie die niet op een veroordeling is gebaseerd? 2. Volgt uit artikel 1, lid 1, gelezen in samenhang met artikel 4, lid 1, van richtlijn 2014/42/ЕU van het Europees Parlement en de Raad van 3 april 2014 betreffende de bevriezing en confiscatie van hulpmiddelen en opbrengsten van misdrijven in de Europese Unie, dat de loutere inleiding van een strafprocedure tegen de persoon wiens vermogen het voorwerp van de confiscatie is, volstaat 12

14 AGRO IN 2001 voor het inleiden en uitvoeren van een civielrechtelijke confiscatieprocedure? [Or. 10] 3. Mogen de gronden van artikel 4, lid 2, van richtlijn 2014/42/ЕU van het Europees Parlement en de Raad van 3 april 2014 betreffende de bevriezing en confiscatie van hulpmiddelen en opbrengsten van misdrijven in de Europese Unie ruim worden uitgelegd, in die zin dat een civielrechtelijke confiscatie die niet op een veroordeling is gebaseerd, toegestaan is? 4. Dient artikel 5, lid 1, van richtlijn 2014/42/ЕU van het Europees Parlement en de Raad van 3 april 2014 betreffende de bevriezing en confiscatie van hulpmiddelen en opbrengsten van misdrijven in de Europese Unie aldus te worden uitgelegd dat alleen op grond van een discrepantie tussen de waarde van de voorwerpen en het legale inkomen van de persoon een eigendomsrecht kan worden ontnomen als rechtstreeks of indirect uit een strafbaar feit verkregen, wanneer geen definitief strafvonnis gewezen is waarbij is vastgesteld dat de persoon het strafbare feit heeft gepleegd? 5. Dient artikel 6, lid 1, van richtlijn 2014/42/ЕU van het Europees Parlement en de Raad van 3 april 2014 betreffende de bevriezing en confiscatie van hulpmiddelen en opbrengsten van misdrijven in de Europese Unie aldus te worden uitgelegd dat het voorziet in confiscatie bij een derde als aanvullende of alternatieve maatregel voor directe confiscatie of als aanvullende maatregel op ruimere confiscatie? 6. Dient artikel 8, lid 1, van richtlijn 2014/42/ЕU van het Europees Parlement en de Raad van 3 april 2014 betreffende de bevriezing en confiscatie van hulpmiddelen en opbrengsten van misdrijven in de Europese Unie aldus te worden begrepen dat het de toepassing van het vermoeden van onschuld waarborgt en een confiscatie verbiedt die niet op een veroordeling is gebaseerd? [omissis] 13

Datum van inontvangstneming : 07/07/2017

Datum van inontvangstneming : 07/07/2017 Datum van inontvangstneming : 07/07/2017 Vertaling C-324/17-1 Zaak C-324/17 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 31 mei 2017 Verwijzende rechter: Spetsializiran nakazatelen sad (Bulgarije)

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 23/02/2015

Datum van inontvangstneming : 23/02/2015 Datum van inontvangstneming : 23/02/2015 Vertaling C-25/15-1 Zaak C-25/15 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 21 januari 2015 Verwijzende rechter: Budapest Környéki Törvényszék

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 28/12/2017

Datum van inontvangstneming : 28/12/2017 Datum van inontvangstneming : 28/12/2017 Samenvatting C-646/17-1 Zaak C-646/17 Samenvatting van het verzoek om een prejudiciële beslissing overeenkomstig artikel 98, lid 1, van het Reglement voor de procesvoering

Nadere informatie

***I ONTWERPVERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL 2012/0036(COD)

***I ONTWERPVERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL 2012/0036(COD) EUROPEES PARLEMENT 2009-2014 Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken 28.8.2012 2012/0036(COD) ***I ONTWERPVERSLAG over het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 13/11/2018

Datum van inontvangstneming : 13/11/2018 Datum van inontvangstneming : 13/11/2018 Vertaling C-629/18-1 Zaak C-629/18 Prejudiciële verwijzing Datum van ontvangst: 8 oktober 2018 Verwijzende rechter: Sofiyski gradski sad (Bulgarije) Datum van de

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 18/09/2017

Datum van inontvangstneming : 18/09/2017 Datum van inontvangstneming : 18/09/2017 Vertaling C-478/17-1 Zaak C-478/17 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 9 augustus 2017 Verwijzende rechter: Tribunalul Cluj (Roemenië) Datum

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 10/02/2015

Datum van inontvangstneming : 10/02/2015 Datum van inontvangstneming : 10/02/2015 Vertaling C-554/14-1 Zaak C-554/14 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 3 december 2014 Verwijzende rechter: Sofiyski gradski sad (Bulgarije)

Nadere informatie

Deze herziene versie van het verslag is opgesteld na bespreking in de Groep materieel strafrecht van 23 juni 2004.

Deze herziene versie van het verslag is opgesteld na bespreking in de Groep materieel strafrecht van 23 juni 2004. Conseil UE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 20 juli 2004 (23.07) (OR. en) 0369//04 REV PUBLIC LIMITE DROIPEN 24 NOTA van: het voormalige Ierse voorzitterschap aan: het Comité van artikel 36 nr. vorig

Nadere informatie

15490/14 cle/gar/as 1 DG D 2B

15490/14 cle/gar/as 1 DG D 2B Raad van de Europese Unie Brussel, 17 november 2014 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2013/0409 (COD) 15490/14 NOTA van: aan: het voorzitterschap Raad DROIPEN 129 COPEN 278 CODEC 2241 Nr. Comdoc.:

Nadere informatie

15445/1/06 REV 1 wat/hor/mg 1 DG H 2B

15445/1/06 REV 1 wat/hor/mg 1 DG H 2B RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 24 november 2006 (01.12) (OR. en) 15445/1/06 REV 1 COPEN 119 NOTA van: het voorzitterschap aan: de Raad nr. vorig doc.: 15115/06 COPEN 114 nr. Comv.: COM(2005) 91 def.

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 14/06/2013

Datum van inontvangstneming : 14/06/2013 Datum van inontvangstneming : 14/06/2013 Vertaling C-258/13-1 Zaak C-258/13 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 13 mei 2013 Verwijzende rechter: Varas Cíveis de Lisboa (Portugal)

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 08/07/2016

Datum van inontvangstneming : 08/07/2016 Datum van inontvangstneming : 08/07/2016 Vertaling C-278/16-1 Zaak C-278/16 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 19 mei 2016 Verwijzende rechter: Landgericht Aachen (Duitsland) Datum

Nadere informatie

Inhoudstafel. Europese Unie Verdrag van 25 maart 1957 betreffende de Werking van de Europese Unie 153

Inhoudstafel. Europese Unie Verdrag van 25 maart 1957 betreffende de Werking van de Europese Unie 153 Inhoudstafel Nationaal... 13 Artikelen 3-4 Strafwetboek (Wet 8 juni 1867) 15 Wet 1 oktober 1833 op de uitleveringen 16 Uitleveringswet 15 maart 1874 17 Artikelen 6 14 Voorafgaande Titel Wetboek van Strafvordering

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 14 januari 2008 (21.01) (OR. en) 5213/08 COPEN 4

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 14 januari 2008 (21.01) (OR. en) 5213/08 COPEN 4 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 14 januari 2008 (21.01) (OR. en) 5213/08 COPEN 4 INITIATIEF van: de Sloveense, de Franse, de Tsjechische, de Zweedse, de Slowaakse, de Britse en de Duitse delegatie d.d.:

Nadere informatie

8658/15 dui/pw/mt 1 DG D 2B

8658/15 dui/pw/mt 1 DG D 2B Raad van de Europese Unie Brussel, 8 mei 2015 (OR. en) 8658/15 COPEN 115 EUROJUST 93 EJN 42 NOTA van: d.d.: 14 april 2015 aan: Betreft: Mevrouw Anne Vibe Bengtsen, attaché Juridische Zaken, Permanente

Nadere informatie

Nationaal... 13 Benelux... 89 Prüm... 115 Europese Unie... 133

Nationaal... 13 Benelux... 89 Prüm... 115 Europese Unie... 133 Inhoudstafel Nationaal... 13 Artikelen 3-4 Strafwetboek (Wet 8 juni 1867)... 15 Wet 1 oktober 1833 op de uitleveringen... 16 Uitleveringswet 15 maart 1874... 17 Artikelen 6 14 Voorafgaande Titel Wetboek

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 22/06/2017

Datum van inontvangstneming : 22/06/2017 Datum van inontvangstneming : 22/06/2017 Vertaling C-264/17-1 Zaak C-264/17 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 17 mei 2017 Verwijzende rechter: Finanzgericht Münster (Duitsland)

Nadere informatie

Benelux... 121 Verdrag 27 juni 1962 aangaande de uitlevering en de rechtshulp in strafzaken tussen het Koninkrijk België, het Groothertogdom

Benelux... 121 Verdrag 27 juni 1962 aangaande de uitlevering en de rechtshulp in strafzaken tussen het Koninkrijk België, het Groothertogdom INHOUD Nationaal... 13 Artikelen 3-4 Strafwetboek (Wet 8 juni 1867)... 14 Wet 1 oktober 1833 op de uitleveringen... 15 Uitleveringswet 15 maart 1874... 17 Artikelen 6 14 Voorafgaande Titel Wetboek van

Nadere informatie

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT DE RAAD Brussel, 22 januari 2010 (OR. en) 2010/0801 (COD) PE-CONS 1/10 DROIPEN 6 COPEN 22 CODEC 41 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: Initiatief voor

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 23/03/2017

Datum van inontvangstneming : 23/03/2017 Datum van inontvangstneming : 23/03/2017 Vertaling C-83/17-1 Zaak C-83/17 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 15 februari 2017 Verwijzende rechter: Oberster Gerichtshof (Oostenrijk)

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 22/08/2017

Datum van inontvangstneming : 22/08/2017 Datum van inontvangstneming : 22/08/2017 Samenvatting C-438/17-1 Zaak C-438/17 Samenvatting van het verzoek om een prejudiciële beslissing overeenkomstig artikel 98, lid 1, van het Reglement voor de procesvoering

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 18/03/2014

Datum van inontvangstneming : 18/03/2014 Datum van inontvangstneming : 18/03/2014 Vertaling C-650/13-1 Zaak C-650/13 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 9 december 2013 Verwijzende rechter: Tribunal d instance de Bordeaux

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 22/07/2016

Datum van inontvangstneming : 22/07/2016 Datum van inontvangstneming : 22/07/2016 Vertaling C-327/16-1 Zaak C-327/16 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 10 juni 2016 Verwijzende rechter: Conseil d État (Frankrijk) Datum

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 06/03/2017

Datum van inontvangstneming : 06/03/2017 Datum van inontvangstneming : 06/03/2017 Vertaling C-45/17-1 Zaak C-45/17 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 30 januari 2017 Verwijzende rechter: Conseil d État (Frankrijk) Datum

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 27/09/2013

Datum van inontvangstneming : 27/09/2013 Datum van inontvangstneming : 27/09/2013 Samenvatting C-440/13-1 Zaak C-440/13 Samenvatting van het verzoek om een prejudiciële beslissing overeenkomstig artikel 98, lid 1, van het Reglement voor de procesvoering

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 23/07/2013

Datum van inontvangstneming : 23/07/2013 Datum van inontvangstneming : 23/07/2013 Vertaling C-338/13-1 Zaak C-338/13 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 20 juni 2013 Verwijzende rechter: Verwaltungsgerichtshof (Oostenrijk)

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 10/01/2018

Datum van inontvangstneming : 10/01/2018 Datum van inontvangstneming : 10/01/2018 Vertaling C-667/17-1 Zaak C-667/17 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 24 november 2017 Verwijzende rechter: Commissione tributaria provinciale

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 25/07/2014

Datum van inontvangstneming : 25/07/2014 Datum van inontvangstneming : 25/07/2014 Vertaling C-304/14-1 Datum van indiening: 24 juni 2014 Verwijzende rechter: Zaak C-304/14 Verzoek om een prejudiciële beslissing Upper Tribunal (Immigration and

Nadere informatie

A8-0165/ AMENDEMENTEN ingediend door de Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken

A8-0165/ AMENDEMENTEN ingediend door de Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken 28.9.2016 A8-0165/ 001-045 AMENDEMENTEN 001-045 ingediend door de Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken Verslag Dennis de Jong A8-0165/2015 Rechtsbijstand voor verdachten en beklaagden

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 27/07/2015

Datum van inontvangstneming : 27/07/2015 Datum van inontvangstneming : 27/07/2015 Vertaling C-303/15-1 Zaak C-303/15 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 22 juni 2015 Verwijzende rechter: Sąd Okręgowy w Łodzi (Polen) Datum

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 19/12/2016

Datum van inontvangstneming : 19/12/2016 Datum van inontvangstneming : 19/12/2016 Vertaling C-569/16-1 Zaak C-569/16 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 10 november 2016 Verwijzende rechter: Bundesarbeitsgericht (Duitsland)

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 29/01/2018

Datum van inontvangstneming : 29/01/2018 Datum van inontvangstneming : 29/01/2018 Vertaling C-711/17-1 Zaak C-711/17 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 19 december 2017 Verwijzende rechter: Amtsgericht Hamburg (Duitsland)

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 07/07/2017

Datum van inontvangstneming : 07/07/2017 Datum van inontvangstneming : 07/07/2017 Vertaling C-322/17-1 Zaak C-322/17 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 30 mei 2017 Verwijzende rechter: High Court (Ierland) Datum van de

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 17/12/2013

Datum van inontvangstneming : 17/12/2013 Datum van inontvangstneming : 17/12/2013 Vertaling C-578/13-1 Zaak C-578/13 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 15 november 2013 Verwijzende rechter: Landgericht Kiel (Duitsland)

Nadere informatie

Vertaling C-291/13-1. Zaak C-291/13. Verzoek om een prejudiciële beslissing. Eparchiako Dikastirio Lefkosias (Cyprus)

Vertaling C-291/13-1. Zaak C-291/13. Verzoek om een prejudiciële beslissing. Eparchiako Dikastirio Lefkosias (Cyprus) Vertaling C-291/13-1 Zaak C-291/13 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 27 mei 2013 Verwijzende rechter: Eparchiako Dikastirio Lefkosias (Cyprus) Datum van de verwijzingsbeslissing:

Nadere informatie

NL Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen

NL Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen 7.3.2001 NL Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen C 75/3 Initiatief van de regeringen van de Franse Republiek, het Koninkrijk Zweden en het Koninkrijk België met het oog op de aanneming door de

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 18.10.2017 COM(2017) 606 final 2017/0265 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende de sluiting, namens de Europese Unie, van het Verdrag van de Raad van Europa

Nadere informatie

Date de réception : 24/02/2012

Date de réception : 24/02/2012 Date de réception : 24/02/2012 Vertaling C-30/12-1 Zaak C-30/12 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 23 januari 2012 Verwijzende rechter: Okresný súd Prešov (Slowakije) Datum van

Nadere informatie

RICHTLIJNEN. Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 83, lid 1,

RICHTLIJNEN. Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 83, lid 1, L 284/22 Publicatieblad van de Europese Unie 12.11.2018 RICHTLIJNEN RICHTLIJN (EU) 2018/1673 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 23 oktober 2018 inzake de strafrechtelijke bestrijding van het witwassen

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 19/12/2016

Datum van inontvangstneming : 19/12/2016 Datum van inontvangstneming : 19/12/2016 VERZOEK OM EEN PREJUDICIËLE BESLISSING VAN 18. 10. 2016 ZAAK C-570/16 [OMISSIS] Wuppertal, verzoekster, verweerster in hoger beroep en verzoekster in Revision,

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 10/01/2014

Datum van inontvangstneming : 10/01/2014 Datum van inontvangstneming : 10/01/2014 Vertaling C-593/13-1 Zaak C-593/13 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 20 november 2013 Verwijzende rechter: Consiglio di Stato (Italië)

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 31/01/2013

Datum van inontvangstneming : 31/01/2013 Datum van inontvangstneming : 31/01/2013 Vertaling C-1/13-1 Datum van indiening: Zaak C-1/13 Verzoek om een prejudiciële beslissing 2 januari 2013 Verwijzende rechter: Cour de cassation (Frankrijk) Datum

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 25/08/2014

Datum van inontvangstneming : 25/08/2014 Datum van inontvangstneming : 25/08/2014 Vertaling C-359/14 1 Datum van indiening: 23 juli 2014 Verwijzende rechter: Zaak C-359/14 Verzoek om een prejudiciële beslissing Vilniaus miesto apylinkės teismas

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 07/02/2018

Datum van inontvangstneming : 07/02/2018 Datum van inontvangstneming : 07/02/2018 Vertaling C-9/18 1 Datum van indiening: Zaak C-9/18 Verzoek om een prejudiciële beslissing 4 januari 2018 Verwijzende rechter: Oberlandesgericht Karlsruhe (hoogste

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 06/11/2015

Datum van inontvangstneming : 06/11/2015 Datum van inontvangstneming : 06/11/2015 Vertaling C-524/15-1 Zaak C-524/15 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 1 oktober 2015 Verwijzende rechter: Tribunale di Bergamo (Italië)

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 21/04/2015

Datum van inontvangstneming : 21/04/2015 Datum van inontvangstneming : 21/04/2015 Samenvatting C-129/15-1 Zaak C-129/15 Samenvatting van het verzoek om een prejudiciële beslissing overeenkomstig artikel 98, lid 1, van het Reglement voor de procesvoering

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 02/02/2016

Datum van inontvangstneming : 02/02/2016 Datum van inontvangstneming : 02/02/2016 Vertaling C-690/15-1 Zaak C-690/15 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 21 december 2015 Verwijzende rechter: Cour administrative d appel

Nadere informatie

Date de réception : 10/02/2012

Date de réception : 10/02/2012 Date de réception : 10/02/2012 Vertaling C-667/11-1 Datum van indiening: Verwijzende rechter: Zaak C-667/11 Verzoek om een prejudiciële beslissing 27 december 2011 Varnenski administrativen sad (Bulgarije)

Nadere informatie

9116/19 JVB/jvc/srl JAI.2

9116/19 JVB/jvc/srl JAI.2 Raad van de Europese Unie Brussel, 21 mei 2019 (OR. en) 9116/19 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: JAI 490 COPEN 200 CYBER 153 DROIPEN 79 JAIEX 75 ENFOPOL 229 DAPIX 177 EJUSTICE 63 MI

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 22/02/2013

Datum van inontvangstneming : 22/02/2013 Datum van inontvangstneming : 22/02/2013 Vertaling C-32/13-1 Zaak C-32/13 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 22 januari 2013 Verwijzende rechter: Sozialgericht Nürnberg (Duitsland)

Nadere informatie

Prüm Verdrag 27 mei 2005 tussen het Koninkrijk België, de Bondsrepubliek Duitsland, het Koninkrijk Spanje, de Republiek Frankrijk, het Groothertogdom

Prüm Verdrag 27 mei 2005 tussen het Koninkrijk België, de Bondsrepubliek Duitsland, het Koninkrijk Spanje, de Republiek Frankrijk, het Groothertogdom Inhoudstafel Nationaal Strafwetboek (extracten)... 15 Artikelen 6-14 V.T. Wetboek van Strafvordering (extract)... 17 Wetboek van Strafvordering (extracten)... 23 Artikelen 11 en 873 Gerechtelijk Wetboek

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 26/06/2012

Datum van inontvangstneming : 26/06/2012 Datum van inontvangstneming : 26/06/2012 Vertaling C-259/12-1 Datum van indiening: 24 mei 2012 Verwijzende rechter: Zaak C-259/12 Verzoek om een prejudiciële beslissing Аdministrativen sad Plovdiv (Bulgarije)

Nadere informatie

9114/19 JVB/jvc/srl JAI.2

9114/19 JVB/jvc/srl JAI.2 Raad van de Europese Unie Brussel, 21 mei 2019 (OR. en) 9114/19 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: JAI 489 COPEN 199 CYBER 152 DROIPEN 78 JAIEX 74 ENFOPOL 228 DAPIX 176 EJUSTICE 62 MI

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 04/03/2013

Datum van inontvangstneming : 04/03/2013 Datum van inontvangstneming : 04/03/2013 Vertaling C-49/13 1 Zaak C-49/13 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 29 januari 2013 Verwijzende instantie: Úřad průmyslového vlastnictví

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 27/10/2015

Datum van inontvangstneming : 27/10/2015 Datum van inontvangstneming : 27/10/2015 Vertaling C-513/15-1 Zaak C-513/15 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 25 september 2015 Verwijzende rechter: Lietuvos vyriausiasis administracinis

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 04/11/2013

Datum van inontvangstneming : 04/11/2013 Datum van inontvangstneming : 04/11/2013 Vertaling C-524/13-1 Zaak C-524/13 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 3 oktober 2013 Verwijzende rechter: Amtsgericht Karlsruhe (Duitsland)

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 06/02/2017

Datum van inontvangstneming : 06/02/2017 Datum van inontvangstneming : 06/02/2017 Vertaling C-684/16-1 Zaak C-684/16 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 27 december 2016 Verwijzende rechter: Bundesarbeitsgericht (Duitsland)

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 09/06/2015

Datum van inontvangstneming : 09/06/2015 Datum van inontvangstneming : 09/06/2015 Vertaling C-204/15-1 Datum van indiening: 4 mei 2015 Verwijzende rechter: Zaak C-204/15 Verzoek om een prejudiciële beslissing Augstākā tiesa (Letland) Datum van

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 25 mei 1993 *

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 25 mei 1993 * ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 25 mei 1993 * In zaak C-263/91, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van het Østre Landsret (Denemarken), in het aldaar aanhangig geding

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 30/09/2014

Datum van inontvangstneming : 30/09/2014 Datum van inontvangstneming : 30/09/2014 Samenvatting C-408/14-1 Zaak C-408/14 Samenvatting van het verzoek om een prejudiciële beslissing overeenkomstig artikel 98, lid 1, van het Reglement voor de procesvoering

Nadere informatie

Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 12.3.2012 COM(2012) 85 final 2012/0036 (COD) Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD betreffende de bevriezing en confiscatie van opbrengsten van misdrijven

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 08/05/2017

Datum van inontvangstneming : 08/05/2017 Datum van inontvangstneming : 08/05/2017 Samenvatting C-159/17-1 Zaak C-159/17 Samenvatting van het verzoek om een prejudiciële beslissing overeenkomstig artikel 98, lid 1, van het Reglement voor de procesvoering

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 31/08/2015

Datum van inontvangstneming : 31/08/2015 Datum van inontvangstneming : 31/08/2015 Vertaling C-417/15-1 Zaak C-417/15 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 29 juli 2015 Verwijzende rechter: Landesgericht für Zivilrechtssachen

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 13/08/2015

Datum van inontvangstneming : 13/08/2015 Datum van inontvangstneming : 13/08/2015 Vertaling C-365/15-1 Zaak C-365/15 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 14 juli 2015 Verwijzende rechter: Finanzgericht Düsseldorf (Duitsland)

Nadere informatie

Date de réception : 01/03/2012

Date de réception : 01/03/2012 Date de réception : 01/03/2012 Vertaling C-44/12-1 Zaak C-44/12 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 30 januari 2012 Verwijzende rechter: Court of Session, Scotland (Verenigd Koninkrijk)

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 21/11/2018

Datum van inontvangstneming : 21/11/2018 Datum van inontvangstneming : 21/11/2018 Vertaling C-647/18-1 Zaak C-647/18 Samenvatting van het verzoek om een prejudiciële beslissing overeenkomstig artikel 98, lid 1, van het Reglement voor de procesvoering

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 12/12/2016

Datum van inontvangstneming : 12/12/2016 Datum van inontvangstneming : 12/12/2016 Vertaling C-552/16-1 Datum van indiening: Verwijzende rechter: Zaak C-552/16 Verzoek om een prejudiciële beslissing 2 november 2016 Аdministrativen sad Sofia-grad

Nadere informatie

Aanbeveling voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Aanbeveling voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 18.10.2017 COM(2017) 605 final Aanbeveling voor een BESLUIT VAN DE RAAD houdende machtiging tot opening van onderhandelingen over een overeenkomst tussen de Europese Unie en

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 19/06/2012

Datum van inontvangstneming : 19/06/2012 Datum van inontvangstneming : 19/06/2012 Vertaling C-218/12-1 Zaak C-218/12 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 10 mei 2012 Verwijzende rechter: Landgericht Saarbrücken (Duitsland)

Nadere informatie

Hof van Justitie verklaart de richtlijn betreffende gegevensbewaring ongeldig

Hof van Justitie verklaart de richtlijn betreffende gegevensbewaring ongeldig Hof van Justitie van de Europese Unie PERSCOMMUNIQUÉ nr. 54/14 Luxemburg, 8 april 2014 Pers en Voorlichting Arrest in gevoegde de zaken C-293/12 en C-594/12 Digital Rights Ireland en Seitlinger e.a. Hof

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 11/06/2013

Datum van inontvangstneming : 11/06/2013 Datum van inontvangstneming : 11/06/2013 Vertaling C-250/13-1 Zaak C-250/13 Samenvatting van een verzoek om een prejudiciële beslissing overeenkomstig artikel 98, lid 1, van het Reglement voor de procesvoering

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 16/09/2013

Datum van inontvangstneming : 16/09/2013 Datum van inontvangstneming : 16/09/2013 Vertaling C-442/13-1 Zaak C-442/13 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 6 augustus 2013 Verwijzende rechter: Oberster Gerichtshof (Oostenrijk)

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 19/03/2019

Datum van inontvangstneming : 19/03/2019 Datum van inontvangstneming : 19/03/2019 Vertaling C-86/19-1 Zaak C-86/19 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 6 februari 2019 Verwijzende rechter: Juzgado de lo Mercantil n.º 9

Nadere informatie

Vertaling C-110/14-1. Zaak C-110/14. Verzoek om een prejudiciële beslissing

Vertaling C-110/14-1. Zaak C-110/14. Verzoek om een prejudiciële beslissing Vertaling C-110/14-1 Zaak C-110/14 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 7 maart 2014 Verwijzende rechter: Judecătoria Oradea (Roemenië) Datum van de verwijzingsbeslissing: 25 februari

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 25/06/2015

Datum van inontvangstneming : 25/06/2015 Datum van inontvangstneming : 25/06/2015 Samenvatting C-241/15-1 Zaak C-241/15 Samenvatting van het verzoek om een prejudiciële beslissing overeenkomstig artikel 98, lid 1, van het Reglement voor de procesvoering

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 03/07/2017

Datum van inontvangstneming : 03/07/2017 Datum van inontvangstneming : 03/07/2017 Vertaling C-320/17-1 Zaak C-320/17. Verzoek om prejudiciële beslissing Datum van indiening 29 mei 2017 Verwijzende rechter Conseil d État (Frankrijk) Datum van

Nadere informatie

Publicatieblad van de Europese Unie

Publicatieblad van de Europese Unie L 13/44 (Besluiten aangenomen krachtens titel VI van het Verdrag betreffende de Europese Unie) KADERBESLUIT 2004/68/JBZ VAN DE RAAD van 22 december 2003 ter bestrijding van seksuele uitbuiting van kinderen

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2012 400 Besluit van 4 september 2012, houdende regels ter uitvoering van de Wet wederzijdse erkenning en tenuitvoerlegging vrijheidsbenemende en

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 21/01/2013

Datum van inontvangstneming : 21/01/2013 Datum van inontvangstneming : 21/01/2013 Vertaling C-577/12-1 Zaak C-577/12 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 10 december 2012 Verwijzende rechter: Unabhängiger Finanzsenat, Außenstelle

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 20/03/2017

Datum van inontvangstneming : 20/03/2017 Datum van inontvangstneming : 20/03/2017 VERZOEK OM EEN PREJUDICIËLE BESLISSING VAN 31. 1. 2017 ZAAK C-66/17 schuldvorderingen (PB 2004, L 143, blz. 15, zoals gewijzigd) aldus worden uitgelegd dat een

Nadere informatie

7079/17 gys/van/sv 1 DG D 1C

7079/17 gys/van/sv 1 DG D 1C Raad van de Europese Unie Brussel, 16 maart 2017 (OR. en) 7079/17 ENFOPOL 116 JAI 225 NOTA van: aan: het voorzitterschap de delegaties nr. vorig doc.: 7078/17 Betreft: Ontwerpuitvoeringsbesluit (EU) 2017/

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 12/07/2013

Datum van inontvangstneming : 12/07/2013 Datum van inontvangstneming : 12/07/2013 Vertaling C-319/13-1 Zaak C-319/13 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 11 juni 2013 Verwijzende rechter: Thüringer Oberlandesgericht (Duitsland)

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 05/08/2014

Datum van inontvangstneming : 05/08/2014 Datum van inontvangstneming : 05/08/2014 Vertaling C-321/14-1 Zaak C-321/14 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 4 juli 2014 Verwijzende rechter: Landgericht Krefeld (Duitsland)

Nadere informatie

Datum van inontvangstne ming : 24/05/2012

Datum van inontvangstne ming : 24/05/2012 Datum van inontvangstne ming : 24/05/2012 C-181/12-1 Zaak C-181/12 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 18 april 2012 Verwijzende rechter: Finanzgericht Düsseldorf (Duitsland) Datum

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 26/06/2014

Datum van inontvangstneming : 26/06/2014 Datum van inontvangstneming : 26/06/2014 Vertaling C-245/14-1 Zaak C-245/14 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 21 mei 2014 Verwijzende rechter: Handelsgericht Wien (Oostenrijk)

Nadere informatie

JUSTITIËLE SAMENWERKING IN STRAFZAKEN

JUSTITIËLE SAMENWERKING IN STRAFZAKEN JUSTITIËLE SAMENWERKING IN STRAFZAKEN Justitiële samenwerking in strafzaken is gebaseerd op het beginsel van de wederzijdse erkenning van vonnissen en rechterlijke beslissingen, en omvat maatregelen om

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 08/11/2013

Datum van inontvangstneming : 08/11/2013 Datum van inontvangstneming : 08/11/2013 Vertaling C-528/13-1 Zaak C-528/13 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 8 oktober 2013 Verwijzende rechter: Tribunal administratif de Strasbourg

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 20/12/2017

Datum van inontvangstneming : 20/12/2017 Datum van inontvangstneming : 20/12/2017 Vertaling C-647/17-1 Zaak C-647/17 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 20 november 2017 Verwijzende rechter: Högsta förvaltningsdomstolen

Nadere informatie

PUBLIC RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 18 juni 2004 (23.06) (OR. en) 10665/04 Interinstitutioneel dossier: 2003/0270 (C S) LIMITE COPE 74

PUBLIC RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 18 juni 2004 (23.06) (OR. en) 10665/04 Interinstitutioneel dossier: 2003/0270 (C S) LIMITE COPE 74 eil UE RAAD VA DE EUROPESE U IE PUBLIC Brussel, 18 juni 2004 (23.06) (OR. en) 10665/04 Interinstitutioneel dossier: 2003/0270 (C S) LIMITE COPE 74 OTA van: aan: nr. Comv.: Betreft: het voorzitterschap

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 09/03/2017

Datum van inontvangstneming : 09/03/2017 Datum van inontvangstneming : 09/03/2017 Vertaling C-52/17 Zaak C-52/17 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 1 februari 2017 Verwijzende rechter: Bundesverwaltungsgericht (Oostenrijk)

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 13/02/2018

Datum van inontvangstneming : 13/02/2018 Datum van inontvangstneming : 13/02/2018 Samenvatting C-708/17 1 Zaak C-708/17 Samenvatting van het verzoek om een prejudiciële beslissing overeenkomstig artikel 98, lid 1, van het Reglement voor de procesvoering

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 17/07/2019

Datum van inontvangstneming : 17/07/2019 Datum van inontvangstneming : 17/07/2019 C-449/19-1 Zaak C-449/19 Samenvatting van het verzoek om een prejudiciële beslissing overeenkomstig artikel 98, lid 1, van het Reglement voor de procesvoering van

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 07/09/2015

Datum van inontvangstneming : 07/09/2015 Datum van inontvangstneming : 07/09/2015 Vertaling C-429/15-1 Zaak C-429/15 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 5 augustus 2015 Verwijzende rechter: Court of Appeal (Ierland) Datum

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 02/02/2015

Datum van inontvangstneming : 02/02/2015 Datum van inontvangstneming : 02/02/2015 Vertaling C-592/14-1 Datum van indiening: Verwijzende rechter: Zaak C-592/14 Verzoek om een prejudiciële beslissing 19 december 2014 High Court of Justice of England

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 26/09/2017

Datum van inontvangstneming : 26/09/2017 Datum van inontvangstneming : 26/09/2017 Samenvatting C-510/17-1 Zaak C-510/17 Samenvatting van het verzoek om een prejudiciële beslissing overeenkomstig artikel 98, lid 1, van het Reglement voor de procesvoering

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 10/10/2017

Datum van inontvangstneming : 10/10/2017 Datum van inontvangstneming : 10/10/2017 Vertaling C-532/17-1 Zaak C-532/17 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 11 september 2017 Verwijzende rechter: Landgericht Hamburg (Duitsland)

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 18 juli 2007 *

ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 18 juli 2007 * ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 18 juli 2007 * In zaak C-367/05, betreffende een verzoek om een prejudiciële beslissing krachtens artikel 35 EU, ingediend door het Hof van Cassatie (België) bij arrest

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 11/07/2014

Datum van inontvangstneming : 11/07/2014 Datum van inontvangstneming : 11/07/2014 Vertaling C-279/14-1 Zaak C-279/14 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 6 juni 2014 Verwijzende rechter: Landgericht Hannover (Duitsland)

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 26/01/2016

Datum van inontvangstneming : 26/01/2016 Datum van inontvangstneming : 26/01/2016 Samenvatting C-668/15-1 Zaak C-668/15 Samenvatting van een verzoek om een prejudiciële beslissing overeenkomstig artikel 98, lid 1, van het Reglement voor de procesvoering

Nadere informatie

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 21 oktober 2011 (24.10) (OR. en) 15812/11 Interinstitutioneel dossier: 2011/0154 (COD)

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 21 oktober 2011 (24.10) (OR. en) 15812/11 Interinstitutioneel dossier: 2011/0154 (COD) RAAD VA DE EUROPESE U IE Brussel, 2 oktober 20 (24.0) (OR. en) 582/ Interinstitutioneel dossier: 20/054 (COD) DROIPE 2 COPE 282 CODEC 748 OTA van: aan: nr. Comv.: nr. vorig doc.: Betreft: het voorzitterschap

Nadere informatie