Lw 6 juli 2017 (B.S., 11 augustus 2017)

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Lw 6 juli 2017 (B.S., 11 augustus 2017)"

Transcriptie

1 Ministerieel besluit van 3 april 2015 tot het verlenen van subsidies voor beheerovereenkomsten met toepassing van Verordening (EU) nr. 1305/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling Historiek besluit (B.S., 13 mei 2015) Gewijzigd bij: - Ministerieel besluit van 8 december 2016 tot wijziging van diverse bepalingen van het ministerieel besluit van 3 april 2015 tot het verlenen van subsidies voor beheerovereenkomsten met toepassing van Verordening (EU) nr. 1305/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (B.S., 9 januari 2017, I: 10 d. na publicatie met uitzondering art. 39 (invoeging artikel 130/1) treedt in werking op 1 januari 2016) Overgangsmaatregelen art. 46 MB van 8 december 2016 Art. 46. Op de beheersovereenkomsten die zijn gesloten vóór de inwerkingtreding van dit besluit blijven de bepalingen van het ministerieel besluit van 3 april 2015 tot het verlenen van subsidies voor beheerovereenkomsten met toepassing van Verordening (EU) nr. 1305/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling van toepassing zoals ze van kracht waren vóór de inwerkingtreding van dit besluit. - Ministerieel besluit van 6 juli 2017 tot wijziging van het ministerieel besluit van 3 april 2015 tot het verlenen van subsidies voor beheerovereenkomsten met toepassing van Verordening (EU) nr. 1305/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling, wat betreft de beheergebieden voor akkervogelsoorten en weidevogelsoorten (B.S., 11 augustus 2017, I : 21 augustus 2017)

2 De Vlaamse minister van Omgeving, Natuur en Landbouw, Gelet op de verordening (EU) nr. 1305/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (ELFPO) en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1698/2005 van de Raad, gewijzigd bij verordening (EU) nr. 1310/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013; Gelet op de verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake de financiering, het beheer en de monitoring van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van Verordeningen (EEG) nr. 352/78, (EG) nr. 165/94, (EG) nr. 2799/98, (EG) nr. 814/2000, (EG) nr. 1290/2005 en (EG) nr. 485/2008 van de Raad, gewijzigd bij verordening (EU) nr. 1310/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013; Gelet op de Verordening (EU) nr. 1307/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van voorschriften voor rechtstreekse betalingen aan landbouwers in het kader van de steunregelingen van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 637/2008 van de Raad en Verordening (EG) nr. 73/2009 van de Raad; Gelet op de gedelegeerde verordening (EU) nr. 807/2014 van de Commissie van 11 maart 2014 tot aanvulling van verordening (EU) nr. 1305/2013 van het Europees Parlement en de Raad inzake bijstand voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (ELFPO) en tot invoering van overgangsbepalingen; Gelet op het uitvoeringsbesluit van de Commissie van 13 februari 2015 tot goedkeuring van het plattelandsontwikkelingsprogramma voor Vlaanderen - België voor bijstand uit het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling; Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, artikel 20, gewijzigd bij de bijzondere wet van 16 juli 1993; Gelet op het decreet van 21 december 1988 houdende oprichting van de Vlaamse Landmaatschappij, artikel 6bis, 3, ingevoegd bij het decreet van 7 mei 2004 en gewijzigd bij het decreet van 23 december 2010; Gelet op het decreet van 21 oktober 1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu, artikel 45 en 46, gewijzigd bij de decreten van 12 december 2008 en 9 mei 2014; Gelet op het decreet van 8 december 2000 houdende diverse bepalingen, artikel 4; Gelet op het Mestdecreet van 22 december 2006, artikel 42; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 19 september 2014 tot het verlenen van subsidies voor beheerovereenkomsten met toepassing van Verordening (EU) nr. 1305/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling, artikelen 5, 7, 2, 20, vierde lid, artikel 21, 2, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 20 maart 2015, en artikelen 25, 26, 2, 27, 2, 36, 39, 40, en 42, 1; Gelet op het ministerieel besluit van 11 juni 2008 betreffende het sluiten van beheersovereenkomsten en het toekennen van vergoedingen ter uitvoering van Verordening

3 (EG) nr. 1698/2005 van de Raad van 20 september 2005 inzake steun voor plattelandsontwikkeling; Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 3 maart 2015; Gelet op het verzoek om spoedbehandeling, gemotiveerd door de omstandigheid dat landbouwers met ingang van 1 januari 2015 beheerovereenkomsten kunnen sluiten in het kader van Verordening (EU) nr. 1305/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling; dat aan de betrokken landbouwers zo snel mogelijk duidelijkheid gegeven moet worden of ze in aanmerking komen voor het sluiten van een beheerovereenkomst, wat voor de diverse beheerpakketten de instapvoorwaarden, de beheervoorwaarden en de basisnormen zijn en hoeveel de beheervergoeding bedraagt zodat de betrokken landbouwers weten wat de gevolgen zijn van het sluiten van een beheerovereenkomst en de huidige rechtsonzekere situatie wordt opgehelderd; Gelet op advies /1 van de Raad van State, gegeven op 23 maart 2015, met toepassing van artikel 84, 1, eerste lid, 3, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973; Besluit: HOOFDSTUK 1. - Definities Artikel 1. In dit besluit wordt verstaan onder: 1 besluit van de Vlaamse Regering van 19 september 2014: het besluit van de Vlaamse Regering van 19 september 2014 tot het verlenen van subsidies voor beheerovereenkomsten met toepassing van Verordening (EU) nr. 1305/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling; 2 besluit van de Vlaamse Regering van 24 oktober 2014: het besluit van de Vlaamse Regering van 24 oktober 2014 tot vaststelling van de voorschriften voor de rechtstreeks betalingen aan landbouwers in het kader van de steunregelingen van het gemeenschappelijk landbouwbeleid; 3 blijvend grasland: blijvend grasland als vermeld in artikel 4, eerste lid, h) van verordening (EU) nr. 1307/2013; 4 detailovereenkomst: het deel van de beheerovereenkomst dat slaat op één beheerpakket en één beheervoorwerp; 5 GBCS: het geïntegreerd beheers- en controlesysteem, vermeld in artikel 67 van verordening (EU) nr. 1306/2013; 6 gedelegeerde verordening (EU) nr. 640/2014: de gedelegeerde verordening (EU) nr. 640/2014 van de Commissie van 11 maart 2014 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 1306/ 2013 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft het geïntegreerd beheersen controlesysteem en de voorwaarden voor weigering of intrekking van betalingen en voor administratieve sancties in het kader van rechtstreekse betalingen, plattelandsontwikkelingsbijstand en de randvoorwaarden; 7 speciale beschermingszones: de speciale beschermingszones, vermeld in artikel 2, 43 van het decreet van 21 oktober 1997; 8 verzamelaanvraag: de verzamelaanvraag, vermeld in artikel 12 van uitvoeringsverordening (EU) nr. 809/2014 van de Commissie van 17 juli 2014 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen voor Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft het geïntegreerd beheers- en controlesysteem, plattelandsontwikkelingsmaatregelen en de randvoorwaarden.

4 [9 gemelde percelen: de percelen waarop jaarlijks via de verzamelaanvraag wordt gemeld waar het beheerpakket wordt toegepast en waarvoor een betalingsaanvraag wordt gedaan; 10 bouwland: alle subsidiabele teelten met uitzondering van blijvend grasland, meerjarige fruit- en sierteelten en houtige gewassen.] Historiek artikel Punt 9 en 10 toegevoegd bij art. 1 MB 8 december 2016 (B.S., 9 januari 2017, I: 19 januari 2017) HOOFDSTUK 2. - De aanvraag en het sluiten van een beheerovereenkomst Art. 2. De aanvraag tot het sluiten van een beheerovereenkomst bevat minstens het volgende: 1 gegevens van de aanvrager: a) de naam en het adres van de aanvrager; b) als de aanvrager een rechtspersoon is, de naam van de contactpersoon; c) het landbouwernummer van de aanvrager; 2 gegevens over de percelen: een kaart of luchtfoto waarop op duidelijke wijze de beheervoorwerpen zijn aangeduid waarvoor een beheerovereenkomst wordt gevraagd, uitgezonderd voor de aanvraag van het beheerpakket waterkwaliteit; 3 gegevens over de aanvangsdatum en de beheerpakketten: a) het kalenderjaar waarin de beheerder de beheerovereenkomst wil beginnen; b) de volgnummers van de percelen, vermeld op de laatste verzamelaanvraag, waarvoor een beheerovereenkomst wordt aangevraagd, alsook de afmetingen van het beheervoorwerp; het jaartal van de laatste verzamelaanvraag wordt meegedeeld door de aanvrager; c) de beheerpakketten die de beheerder voor een bepaald perceel wil aangaan; 4 de volgende verklaringen: a) de verklaring dat de aanvrager geen instantie is, als vermeld in artikel 3 van het besluit van de Vlaamse Regering van 19 september 2014; b) de verklaring dat de aanvrager op het ogenblik van de aanvraag niet uitgesloten is op grond van artikel 35, vijfde en zesde lid van gedelegeerde verordening (EU) nr. 640/2014; c) de verklaring dat voldaan is aan artikel 4, derde lid van het besluit van de Vlaamse Regering van 19 september 2014; d) de verklaring dat de aanvrager voor het beheervoorwerp waarvoor een beheerovereenkomst wordt aangevraagd geen andere vergoeding ontvangt voor dezelfde of soortgelijke maatregelen als opgenomen in het aangevraagde beheerpakket; e) de verklaring dat de aanvrager voor het beheervoorwerp waarvoor een beheerovereenkomst wordt aangevraagd geen overeenkomst heeft gesloten met een instantie als vermeld in artikel 3 van het besluit van de Vlaamse Regering van 19 september 2014 waarin dezelfde of soortgelijke maatregelen voorkomen als opgenomen in het aangevraagde beheerpakket; f) de verklaring dat de aanvrager geen weet heeft van een mogelijk verlies van het gebruiksrecht op het beheervoorwerp voor het einde van de looptijd van de beheerovereenkomst met uitzondering van een overname van de beheerovereenkomst conform artikel 25 van het besluit van de Vlaamse Regering van 19 september Art. 3. In de volgende gevallen kan een ingediende aanvraag tot het sluiten van een beheerovereenkomst na het verstrijken van de uiterlijke indieningsdatum van de aanvraag gewijzigd worden: 1 als de afmeting van het aangevraagde beheervoorwerp wordt verkleind en deze wijziging schriftelijk werd ingediend bij de maatschappij uiterlijk op 31 oktober; 2 als een beheervoorwerp waarvoor een beheerovereenkomst werd aangevraagd, wordt geschrapt.

5 De wijziging van de aanvraag tot het sluiten van een beheerovereenkomst wordt schriftelijk ingediend en bevat minstens de volgende gegevens: 1 de gegevens, vermeld in artikel, 1 ; 2 een kaart of luchtfoto waarop op duidelijke wijze de beheervoorwerpen zijn aangeduid die worden geschrapt of worden verkleind, uitgezonderd voor de aanvraag van het beheerpakket waterkwaliteit; 3 de volgnummers van de percelen, vermeld op de laatste verzamelaanvraag, die worden geschrapt uit de aanvraag of die worden verkleind, alsook de nieuwe afmetingen van het verkleinde beheervoorwerp. Art. 4. Als de beheerovereenkomst aanvangt op 1 januari 2015 dan kunnen de exemplaren van de beheerovereenkomst die door de beheerder werden ondertekend, in afwijking van artikel 37, derde lid van het besluit van de Vlaamse Regering van 19 september 2014, worden bezorgd aan de maatschappij na de ingangsdatum van de beheerovereenkomst. De beheerder bezorgt de ondertekende exemplaren van de beheerovereenkomst terug aan de maatschappij uiterlijk binnen een maand na het versturen van de beheerovereenkomst aan de beheerder. HOOFDSTUK 3. - Bijzondere bepalingen over de verlenging, de overname, de omzetting, de uitbreiding en de vervanging van een beheerovereenkomst Art. 5. Een beheerovereenkomst kan verlengd worden als alle onderstaande voorwaarden zijn vervuld: 1 de te verlengen beheerovereenkomst eindigt op 31 december 2020 of 31 december 2021; 2 de beheerpakketten die verlengd worden, zijn ook opgenomen in het Programma voor Plattelandsontwikkeling jaar. Een beheerovereenkomst kan maximaal twee keer verlengd worden met telkens een Art De beheerder bezorgt de kennisgeving, vermeld in artikel 25, 1, van het besluit van de Vlaamse Regering van 19 september 2014, aan de maatschappij binnen vijf maanden na de effectieve overname van de percelen landbouwgrond. 2. Als de overnemer van de percelen landbouwgrond ook de beheerovereenkomst of een deel ervan wil overnemen, bevat de kennisgeving, vermeld in paragraaf 1, minstens het volgende: 1 gegevens van de overnemer: a) de naam en het adres van de overnemer; b) als de overnemer een rechtspersoon is, de naam van de contactpersoon; c) het landbouwernummer van de overnemer; 2 gegevens over de beheerovereenkomst: a) het nummer van de beheerovereenkomst die men geheel of gedeeltelijk wil overnemen; b) het nummer van de detailovereenkomst die men wil overnemen, uitgezonderd voor de overname van het beheerpakket waterkwaliteit; c) als het een overname betreft van het beheerpakket waterkwaliteit, de oppervlakte die wordt overgenomen; 3 de volgende verklaringen: a) de verklaring dat de overnemer geen instantie is, als vermeld in artikel 3 van het besluit van de Vlaamse Regering van 19 september 2014; b) de verklaring dat de overnemer op het ogenblik van de overname niet uitgesloten is op grond van artikel 35, vijfde en zesde lid van gedelegeerde verordening (EU) nr. 640/2014;

6 c) de verklaring dat voldaan is aan artikel 4, derde lid van het besluit van de Vlaamse Regering van 19 september 2014; d) de verklaring dat de overnemer voor het beheervoorwerp dat wordt overgenomen geen andere vergoeding ontvangt voor dezelfde of soortgelijke maatregelen als opgenomen in het overgenomen beheerpakket; e) de verklaring dat de overnemer voor het beheervoorwerp dat wordt overgenomen geen overeenkomst heeft gesloten met een instantie als vermeld in artikel 3 van het besluit van de Vlaamse Regering van 19 september 2014 waarin dezelfde of soortgelijke maatregelen voorkomen als opgenomen in het aangevraagde beheerpakket; f) de verklaring dat de overnemer geen weet heeft van een mogelijk verlies van het gebruiksrecht op het beheervoorwerp voor het einde van de looptijd van de beheerovereenkomst met uitzondering van een overname van de beheerovereenkomst conform artikel 25 van het besluit van de Vlaamse Regering van 19 september De maatschappij gaat na of de overnemer van de percelen landbouwgrond voldoet aan de voorwaarden om een beheerovereenkomst te sluiten. Als de overname van de volledige beheerovereenkomst mogelijk is, legt de maatschappij een aangepaste beheerovereenkomst voor aan de overnemer. Als de overname van een deel van de beheerovereenkomst mogelijk is, legt de maatschappij een aangepaste beheerovereenkomst voor aan overlater en overnemer. De datum waarop de percelen landbouwgrond worden overgenomen als vermeld in het GBCS, is dezelfde als de datum waarop de beheerovereenkomst of het betreffende deel van de beheerovereenkomst wordt overgenomen zodat de gebruiksperiode door overlater en overnemer samen de volledige looptijd van de beheerovereenkomst beslaat. Degene die op 1 januari van het jaar waarin de overname van de beheerovereenkomst plaatsvond bij de maatschappij gekend is als beheerder, ontvangt de beheervergoeding voor dat jaar. 3. De beheerpakketten die ingezet kunnen worden in functie van de beheerdoelstellingen, vermeld in artikel 11, 1 tot en met 6 van het besluit van de Vlaamse Regering van 19 september 2014, kunnen tijdens een kalenderjaar geheel of gedeeltelijk worden overgenomen voor zover het volledige beheervoorwerp wordt overgenomen. Het beheerpakket dat ingezet kan worden in functie van de beheerdoelstelling, vermeld in artikel 11, 7 van het besluit van de Vlaamse Regering van 19 september 2014, kan tijdens het kalenderjaar geheel of gedeeltelijk worden overgenomen. Art. 7. Het verzoek tot omzetting, vermeld in artikel 26, 1, van het besluit van de Vlaamse Regering van 19 september 2014, bevat minstens het volgende: 1 de gegevens van de aanvrager, vermeld in artikel 2, 1 ; 2 gegevens over de beheerovereenkomst: a) het nummer van de beheerovereenkomst die de beheerder geheel of gedeeltelijk wil omzetten; b) het nummer van de detailovereenkomst die de beheerder wil omzetten met vermelding van het nieuwe beheerpakket; 3 de volgende verklaringen: a) de verklaring dat beheerder op het ogenblik van de omzetting niet uitgesloten is op grond van artikel 35, vijfde en zesde lid van gedelegeerde verordening (EU) nr. 640/2014; b) de verklaring dat voldaan is aan artikel 4, derde lid, van het besluit van de Vlaamse Regering van 19 september 2014;

7 c) de verklaring dat de beheerder geen andere vergoeding ontvangt voor dezelfde of soortgelijke maatregelen als opgenomen in het nieuwe beheerpakket. d) de verklaring dat de beheerder geen overeenkomst heeft gesloten met een instantie als vermeld in artikel 3 van het besluit van de Vlaamse Regering van 19 september 2014 waarin dezelfde of soortgelijke maatregelen voorkomen als opgenomen in het nieuwe beheerpakket; e) de verklaring dat de beheerder geen weet heeft van een mogelijk verlies van het gebruiksrecht op het beheervoorwerp voor het einde van de looptijd van de nieuwe beheerovereenkomst met uitzondering van een overname van de beheerovereenkomst conform artikel 25 van het besluit van de Vlaamse Regering van 19 september In de tabel, opgenomen in bijlage 1 die bij dit besluit is gevoegd, zijn de bestaande beheerpakketten opgenomen waarvoor een omzetting in een nieuw beheerpakket mogelijk is en wordt bepaald in welk nieuw beheerpakket zij omgezet kunnen worden. Art. 8. Het verzoek tot uitbreiding of vervanging, vermeld in artikel 27, 1, van het besluit van de Vlaamse Regering van 19 september 2014, bevat minstens het volgende: 1 de gegevens van de aanvrager, vermeld in artikel 2, 1 ; 2 gegevens over de beheerovereenkomst: a) het nummer van de beheerovereenkomst die de beheerder geheel of gedeeltelijk wil uitbreiden of vervangen; b) het nummer van de detailovereenkomst die de beheerder wil uitbreiden of vervangen met vermelding of het een uitbreiding of een vervanging betreft; 3 gegevens over de percelen: a) een kaart of luchtfoto waarop op duidelijke wijze de extra oppervlakte is aangeduid waarmee de beheerder het beheerpakket wil vergroten, uitgezonderd voor de vergroting van het beheerpakket waterkwaliteit; b) als het een vergroting betreft van het beheerpakket waterkwaliteit, de extra oppervlakte; 4 de volgende verklaringen: a) de verklaring dat voor de extra oppervlakte voldaan is aan artikel 4, derde lid van het besluit van de Vlaamse Regering van 19 september 2014; b) de verklaring dat de beheerder voor de extra oppervlakte geen andere vergoeding ontvangt voor dezelfde of soortgelijke maatregelen als opgenomen in het beheerpakket; c) de verklaring dat de beheerder voor de extra oppervlakte geen overeenkomst heeft gesloten waarin dezelfde of soortgelijke maatregelen voorkomen als opgenomen in het beheerpakket; d) de verklaring dat de beheerder geen weet heeft van een mogelijk verlies van het gebruiksrecht op het beheervoorwerp voor het einde van de looptijd van de beheerovereenkomst met uitzondering van een overname van de beheerovereenkomst conform artikel 25 van het besluit van de Vlaamse Regering van 19 september HOOFDSTUK 4. - De beheerpakketten Afdeling 1. - De beheerpakketten die ingezet kunnen worden voor de beheerdoelstelling botanisch beheer Onderafdeling 1. - De inventarisatie van graslanden Art Een deskundige, aangewezen door de maatschappij, inventariseert de graslandvegetatie conform paragraaf 2. In bijlage 3 die bij dit besluit is gevoegd, worden de diverse graslandtypes gedefinieerd en wordt de fase aangegeven waarin een bepaald graslandtype zich bevindt.

8 De inventarisatie wordt opgemaakt voordat de beheerovereenkomst wordt gesloten. De beheerder is geen vergoeding verschuldigd voor de inventarisatie. 2. De deskundige maakt per perceel een attest op van de inventarisatie en bezorgt het attest aan de maatschappij voor 1 oktober van het jaar voorafgaand aan de gewenste aanvangsdatum van de beheerovereenkomst. Elk attest van de inventarisatie omvat tenminste: 1 een inventaris van de plantensoorten op het betreffende perceel; 2 een aanduiding van de bedekkingsgraad van de plantensoorten op het betreffende perceel; 3 een omschrijving van de geïnventariseerde graslandvegetatie aan de hand van de graslandtypes, vermeld in bijlage 3; 4 de datum waarop de inventarisatie plaatsvond, de datum waarop het attest werd opgemaakt en de naam en handtekening van de deskundige. Onderafdeling 2. - Het beheerpakket ontwikkeling soortenrijk grasland Art. 10. Het beheergebied waarbinnen beheerovereenkomsten gesloten kunnen worden voor het beheerpakket ontwikkeling soortenrijk grasland, is afgebakend op de kaart, opgenomen in bijlage 2 die bij dit besluit is gevoegd. Deze kaart ligt ter inzage bij de maatschappij en wordt tevens gepubliceerd op haar website. Art. 11. Het beheerpakket ontwikkeling soortenrijk grasland beoogt de ontwikkeling van het graslandtype grassenmix of het graslandtype dominant stadium naar een graslandtype uit een verdere fase. Art. 12. De instapvoorwaarden van het beheerpakket ontwikkeling soortenrijk grasland zijn: 1 het perceel ligt in het beheergebied voor botanisch beheer, vermeld in artikel 10; 2 [het perceel is grasland;] 3 het perceel heeft volgens de inventarisatie, vermeld in artikel 9, als vegetatietype het graslandtype grassenmix of het graslandtype dominant stadium en de bestaande vegetatie wordt gedurende de volledige looptijd van de beheerovereenkomst in stand gehouden; bijvoorbeeld doorzaaien of herinzaaien is niet toegestaan; 4 het beheervoorwerp wordt jaarlijks als een perceel geregistreerd in de verzamelaanvraag. De beheervoorwaarden van het beheerpakket ontwikkeling soortenrijk grasland zijn: 1 het beheerpakket wordt toegepast voor de afmetingen vermeld in de beheerovereenkomst; 2 de beheerder heeft het beheervoorwerp gedurende de volledige looptijd van de beheerovereenkomst in gebruik volgens de gegevens opgenomen in het GBCS, tenzij het beheervoorwerp wordt overgenomen conform artikel 25 van het besluit van de Vlaamse Regering van 19 september 2014; 3 het perceel wordt op de volgende wijze beheerd, waarbij de wijze van beheer wordt bepaald in de beheerovereenkomst: a) ofwel wordt het grasland jaarlijks twee keer gemaaid, de eerste keer in de periode vanaf 15 mei tot en met 15 juni en de tweede keer in de periode vanaf 1 september tot en met 1 oktober; beweiding is niet toegestaan; b) ofwel wordt het grasland jaarlijks één keer gemaaid in de periode vanaf 1 mei tot en met 15 juni; beweiden vanaf 1 juli is toegestaan; bijvoederen op het perceel is niet toegestaan; 4 op het perceel wordt geen enkele activiteit uitgevoerd, behoudens maaien of beweiden voor zover beweiden is toegestaan; als gemaaid wordt, wordt het maaisel afgevoerd binnen dertig dagen na het maaien;

9 5 de beheerder houdt een maairegister bij waarin per perceel de maaidata worden genoteerd; de maaidatum wordt ten laatste 7 dagen na het maaien in het register genoteerd; 6 op het perceel worden geen bestrijdingsmiddelen gebruikt; 7 op het perceel worden geen meststoffen of bodemverbeteringsmiddelen opgebracht, met uitzondering van bemesting door beweiden als beweiden is toegestaan. [De volgende basisnormen gelden bij het beheerpakket ontwikkeling soortenrijk grasland: 1 met behoud van de toepassing van het tweede lid, 3 wordt het perceel ofwel beweid ofwel minstens een keer per jaar gemaaid om verruiging en verbossing tegen te gaan; als gemaaid wordt, wordt het maaisel afgevoerd; 2 als beweiden is toegestaan volgens de beheerovereenkomst dan houdt de beheerder een bemestingsregister op perceelsniveau bij volgens de bepalingen vastgesteld in uitvoering van artikel 24, 5 van het Mestdecreet van 22 december 2006; het voormeld register wordt bijgehouden voor het perceel in kwestie en niet voor de perceelsgroep in kwestie.] Historiek artikel Eerste lid, punt 2 vervangen, derde lid vervangen bij art. 2 MB 8 december 2016 (B.S., 9 januari 2017, I: 19 januari 2017) Art. 13. De jaarlijkse beheervergoeding voor het beheerpakket ontwikkeling soortenrijk grasland bedraagt 881 per hectare. Onderafdeling 3. - Het beheerpakket instandhouding soortenrijk grasland Art. 14. Conform artikel 21, 2, eerste lid van het besluit van de Vlaamse Regering van 19 september 2014, kunnen binnen het gehele grondgebied van het Vlaamse Gewest beheerovereenkomsten gesloten worden voor het beheerpakket instandhouding soortenrijk grasland. Het beheerpakket instandhouding soortenrijk grasland beoogt de instandhouding van het graslandtype graskruidenmix, het graslandtype bloemrijk grasland of het graslandtype schraalland. Art. 15. De instapvoorwaarden van het beheerpakket instandhouding soortenrijk grasland zijn: 1 [het perceel is grasland;] 2 het perceel heeft volgens de inventarisatie, vermeld in artikel 9, als vegetatietype het graslandtype graskruidenmix, het graslandtype bloemrijk grasland of het graslandtype schraalland en de bestaande vegetatie wordt gedurende de volledige looptijd van de beheerovereenkomst in stand gehouden; bijvoorbeeld doorzaaien of herinzaaien is niet toegestaan; 3 het beheervoorwerp wordt jaarlijks als een perceel geregistreerd in de verzamelaanvraag. De beheervoorwaarden van het beheerpakket instandhouding soortenrijk grasland zijn: 1 het beheerpakket wordt toegepast voor de afmetingen vermeld in de beheerovereenkomst; 2 de beheerder heeft het beheervoorwerp gedurende de volledige looptijd van de beheerovereenkomst in gebruik volgens de gegevens opgenomen in het GBCS, tenzij het beheervoorwerp wordt overgenomen conform artikel 25 van het besluit van de Vlaamse Regering van 19 september 2014; 3 het perceel wordt op de volgende wijze beheerd, waarbij de wijze van beheer wordt bepaald in de beheerovereenkomst:

10 a) ofwel wordt het grasland elk jaar beweid tijdens de periode vanaf 15 mei tot en met 31 december met een gemiddelde veebezetting van 2 grootvee-eenheden per hectare waarbij de grootvee-eenheden worden berekend conform [artikel 3, 8, 4 van het Mestdecreet van 22 december 2006;]; bijvoederen op het perceel is niet toegestaan; b) ofwel wordt het grasland jaarlijks twee keer gemaaid, de eerste keer in de periode vanaf 15 juni tot en met 15 juli en de tweede keer in de periode vanaf 1 september tot en met 1 oktober; beweiding is niet toegestaan; c) ofwel wordt het grasland jaarlijks gemaaid in de periode vanaf 15 juni tot en met 15 juli en mag het grasland een tweede keer gemaaid worden in de periode vanaf 1 september tot en met 1 oktober; indien geen tweede maaibeurt wordt uitgevoerd moet het grasland nabeweid worden in de periode vanaf 1 september tot en met 31 december waarbij bijvoederen op het perceel niet is toegestaan; d) ofwel wordt het grasland jaarlijks gemaaid in de periode vanaf 15 juli tot en met 15 augustus en mag het grasland een tweede keer gemaaid worden in de periode vanaf 15 september tot en met 15 oktober; indien geen tweede maaibeurt wordt uitgevoerd moet het grasland nabeweid worden in de periode vanaf 15 september tot en met 31 december waarbij bijvoederen op het perceel niet is toegestaan; 4 op het perceel wordt geen enkele activiteit uitgevoerd, behoudens maaien of beweiden voor zover maaien of beweiden is toegestaan; als gemaaid wordt, wordt het maaisel afgevoerd binnen dertig dagen na het maaien; 5 de beheerder houdt een maairegister bij waarin per perceel de maaidata worden genoteerd; de maaidatum wordt ten laatste 7 dagen na het maaien in het register genoteerd; 6 op het perceel worden geen bestrijdingsmiddelen gebruikt; 7 op het perceel worden geen meststoffen of bodemverbeteringsmiddelen opgebracht, met uitzondering van bemesting door beweiden als beweiden is toegestaan. [De volgende basisnorm gelden bij het beheerpakket instandhouding soortenrijk grasland: 1 met behoud van de toepassing van het tweede lid, 3 wordt het perceel ofwel beweid ofwel minstens een keer per jaar gemaaid om verruiging en verbossing tegen te gaan; als gemaaid wordt, wordt het maaisel afgevoerd; 2 als beweiden is toegestaan volgens de beheerovereenkomst dan houdt de beheerder een bemestingsregister op perceelsniveau bij volgens de bepalingen vastgesteld in uitvoering van artikel 24, 5 van het Mestdecreet; het voormeld register wordt bijgehouden voor het perceel in kwestie en niet voor de perceelsgroep in kwestie.] Historiek artikel Eerste lid, punt 1 vervangen, tweede lid, punt 3, a) zinsnede vervangen, derde lid vervangen bij art. 3 MB 8 december 2016 (B.S., 9 januari 2017, I: 19 januari 2017) Art. 16. De jaarlijkse beheervergoeding voor het beheerpakket instandhouding soortenrijk grasland bedraagt 1174 per hectare. Afdeling 2. - De beheerpakketten die ingezet kunnen worden voor de beheerdoelstelling erosiebestrijding Onderafdeling 1. - Het beheergebied voor erosiebestrijding Art. 17. Het beheergebied waarbinnen beheerovereenkomsten gesloten kunnen worden voor de diverse beheerpakketten met betrekking tot de beheerdoelstelling erosiebestrijding, is het gebied dat erosiegevoelig is, met uitzondering van de erosiegevoeligheidsklassen zeer laag en verwaarloosbaar, zoals aangeduid conform artikel 59, 1, eerste lid, van het besluit

11 van de Vlaamse Regering van 24 oktober De erosiegevoeligheid van een perceel wordt jaarlijks meegedeeld via de verzamelaanvraag. Onderafdeling 2. - Het beheerpakket aanleg en onderhoud grasstrook Art. 18. Het beheerpakket aanleg en onderhoud grasstrook beoogt de bestrijding van erosie door de afgespoelde bodem op te vangen door de aanleg of het behoud van een grasstrook. Art. 19. De instapvoorwaarden van het beheerpakket aanleg en onderhoud grasstrook zijn: 1 de grasstrook ligt op een perceel landbouwgrond dat ligt in het beheergebied voor erosiebestrijding, vermeld in artikel 17; 2 [het perceel waarvan de afspoeling wordt gebufferd, wordt uitgebaat als akkerland en als akkerland geregistreerd in de verzamelaanvraag en heeft een jaarlijkse teeltrotatie; het is niet toegestaan om meerdere opeenvolgende jaren grassen en mengsels van grassen met andere kruidachtige voedergewassen te verbouwen op het perceel waarvan de afspoeling wordt gebufferd; als het perceel waarvan de afspoeling wordt gebufferd braakliggend land is waarop een minimumactiviteit wordt uitgevoerd als vermeld in artikel 22 van het besluit van de Vlaamse Regering van 24 oktober 2014 en ecologisch aandachtsgebied is als vermeld in artikel 1, 6 van het voormelde besluit, is een jaarlijkse teeltrotatie niet vereist;] 3 de grasstrook wordt jaarlijks als een perceel geregistreerd in de verzamelaanvraag; 4 afhankelijk van de erosiegevoeligheid van het perceel waarvan de afspoeling wordt gebufferd, heeft de grasstrook een gemiddelde breedte van zes tot dertig meter; 5 de oppervlakte van de grasstrook is maximaal de helft van de oppervlakte van het perceel waarvan de afspoeling wordt gebufferd; 6 de grasstrook ligt of wordt aangelegd op de plaats waar water en sediment afstromen; 7 de grasstrook ligt niet langs een waterloop opgenomen in de Vlaamse Hydrologische Atlas. De beheervoorwaarden van het beheerpakket aanleg en onderhoud grasstrook zijn: 1 het beheerpakket wordt toegepast voor de afmetingen vermeld in de beheerovereenkomst en de grasstrook is over de volledige lengte minstens vijf meter breed; 2 de beheerder heeft het beheervoorwerp gedurende de volledige looptijd van de beheerovereenkomst in gebruik volgens de gegevens opgenomen in het GBCS, tenzij het beheervoorwerp wordt overgenomen conform artikel 25 van het besluit van de Vlaamse Regering van 9 september 2014; 3 de grasstrook wordt tot stand gebracht door een bestaande grasstrook te behouden of door de strook voor 31 mei van het eerste jaar van de beheerovereenkomst in te zaaien met een gras- of een graskruidenmengsel; 4 de grasstrook bestaat gedurende de volledige looptijd van de beheerovereenkomst uit een aaneengesloten grasmat; schade aan de grasmat moet meteen hersteld worden; 5 als zich een ploegvoor of ploegwal vormt langs de grasstrook, dan moet die verwijderd worden om een goede bestrijding van erosie te verzekeren; 6 het beheervoorwerp wordt niet gebruikt om te voldoen aan een inzaaiverplichting in het kader van de vergroeningsmaatregel tot behoud van blijvend grasland, vermeld in artikel 45 van Verordening (EU) nr. 1307/2013. De basisnormen van het beheerpakket aanleg en onderhoud grasstrook zijn: 1 op het perceel waarvan de afspoeling wordt gebufferd, worden de randvoorwaarden voor erosiebestrijding, vermeld in artikel 59 van het besluit van de Vlaamse Regering van 24 oktober 2014, nageleefd; 2 de grasstrook wordt minstens om de twee jaar gemaaid waarbij het maaisel wordt afgevoerd om verruiging en verbossing tegen te gaan.

12 Historiek artikel Eerste lid, punt 2 vervangen bij art. 4 MB 8 december 2016 (B.S., 9 januari 2017, I: 19 januari 2017) Art. 20. De jaarlijkse beheervergoeding voor het beheerpakket aanleg en onderhoud grasstrook bedraagt 1047 per hectare. Onderafdeling 3. - Het beheerpakket aanleg en onderhoud grasstrook 15 juni binnen de beheerdoelstelling erosiebestrijding Art. 21. Het beheerpakket aanleg en onderhoud grasstrook 15 juni binnen de beheerdoelstelling erosiebestrijding beoogt de bestrijding van erosie door de afgespoelde bodem op te vangen door de aanleg of het behoud van een grasstrook en beoogt de bescherming van de kwetsbare elementen, vermeld in bijlage 4 die bij dit besluit is gevoegd. Art. 22. De instapvoorwaarden van het beheerpakket aanleg en onderhoud grasstrook 15 juni binnen de beheerdoelstelling erosiebestrijding zijn: 1 de grasstrook ligt op een perceel landbouwgrond dat ligt in het beheergebied voor erosiebestrijding, vermeld in artikel 17; 2 [het perceel waarvan de afspoeling wordt gebufferd, wordt uitgebaat als akkerland en als akkerland geregistreerd in de verzamelaanvraag en heeft een jaarlijkse teeltrotatie; het is niet toegestaan om meerdere opeenvolgende jaren grassen en mengsels van grassen met andere kruidachtige voedergewassen te verbouwen op het perceel waarvan de afspoeling wordt gebufferd; als het perceel waarvan de afspoeling wordt gebufferd braakliggend land is waarop een minimumactiviteit wordt uitgevoerd als vermeld in artikel 22 van het besluit van de Vlaamse Regering van 24 oktober 2014 en ecologisch aandachtsgebied is als vermeld in artikel 1, 6 van het voormelde besluit, is een jaarlijkse teeltrotatie niet vereist;] 3 de grasstrook wordt jaarlijks als een perceel geregistreerd in de verzamelaanvraag; 4 afhankelijk van de erosiegevoeligheid van het perceel waarvan de afspoeling wordt gebufferd, heeft de grasstrook een gemiddelde breedte van zes tot dertig meter; 5 de oppervlakte van de grasstrook is maximaal de helft van de oppervlakte van het perceel waarvan de afspoeling wordt gebufferd; 6 de grasstrook ligt of wordt aangelegd op de plaats waar water en sediment afstromen en de ligging van de grasstrook wordt aangeduid in de beheerovereenkomst; 7 minstens 75 procent van de lengte van de grasstrook grenst aan een kwetsbaar element als vermeld in bijlage 4. De beheervoorwaarden van het beheerpakket aanleg en onderhoud grasstrook 15 juni binnen de beheerdoelstelling erosiebestrijding zijn: 1 het beheerpakket wordt toegepast voor de afmetingen vermeld in de beheerovereenkomst en de grasstrook is over de volledige lengte minstens vijf meter breed; 2 de beheerder heeft het beheervoorwerp gedurende de volledige looptijd van de beheerovereenkomst in gebruik volgens de gegevens opgenomen in het GBCS, tenzij het beheervoorwerp wordt overgenomen conform artikel 25 van het besluit van de Vlaamse Regering van 19 september 2014; 3 de grasstrook wordt tot stand gebracht door een bestaande grasstrook te behouden of door de strook voor 31 mei van het eerste jaar van de beheerovereenkomst in te zaaien met een gras- of een graskruidenmengsel; 4 de grasstrook bestaat gedurende de volledige looptijd van de beheerovereenkomst uit een aaneengesloten grasmat; schade aan de grasmat moet meteen hersteld worden; 5 op de grasstrook worden geen bestrijdingsmiddelen gebruikt, uitgezonderd voor de manuele pleksgewijze bestrijding van akkerdistel; 6 op de grasstrook worden geen meststoffen of bodemverbeteringsmiddelen opgebracht; 7 de grasstrook mag gemaaid of geklepeld worden vanaf 15 juni;

13 8 op de grasstrook wordt geen enkele activiteit uitgevoerd, behoudens maaien of klepelen. De basisnormen van het beheerpakket aanleg en onderhoud grasstrook 15 juni binnen de beheerdoelstelling erosiebestrijding zijn: 1 de grasstrook wordt minstens om de twee jaar gemaaid waarbij het maaisel wordt afgevoerd om verruiging en verbossing tegen te gaan; 2 het kwetsbare element waarlangs de grasstrook ligt, mag niet beschadigd worden; 3 als de grasstrook ligt langs een waterloop, als vermeld in artikel 21, tweede lid van het Mestdecreet wordt het verbod om meststoffen op of in de bodem te brengen, vermeld in artikel 21, eerste lid, 1, 2 en 3 van het Mestdecreet, nageleefd; 4 als de grasstrook ligt in een oeverzone als vermeld in artikel 3, 2, 43 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, wordt het verbod op het gebruik van pesticiden vermeld in artikel 10, 1, 2 van het voormelde decreet van 18 juli 2003 nageleefd. Historiek artikel Eerste lid, punt 2 vervangen bij art. 5 MB 8 december 2016 (B.S., 9 januari 2017, I: 19 januari 2017) Art. 23. De jaarlijkse beheervergoeding voor het beheerpakket aanleg en onderhoud grasstrook 15 juni binnen de beheerdoelstelling erosiebestrijding bedraagt 1317 per hectare. Onderafdeling 4. - Het beheerpakket aanleg en onderhoud gemengde grasstrook binnen de beheerdoelstelling erosiebestrijding Art. 24. Het beheerpakket aanleg en onderhoud gemengde grasstrook binnen de beheerdoelstelling erosiebestrijding beoogt de bestrijding van erosie door de afgespoelde bodem op te vangen door de aanleg en het onderhoud van een kruidenrijke grasstrook en beoogt het bieden van een voldoende geschikt leefgebied aan faunasoorten verbonden aan het landbouwlandschap door een aangepast maaibeheer. De grasstrook, vermeld in het eerste lid, wordt ingezaaid met een graskruidenmengsel. Bijlage 5 die bij dit besluit is gevoegd, bepaalt de samenstelling waaraan dit graskruidenmengsel moet voldoen. Art. 25. De instapvoorwaarden van het beheerpakket aanleg en onderhoud gemengde grasstrook binnen de beheerdoelstelling erosiebestrijding zijn: 1 de grasstrook ligt op een perceel landbouwgrond dat ligt in het beheergebied voor erosiebestrijding, vermeld in artikel 17; 2 het perceel waarvan de afspoeling wordt gebufferd, wordt uitgebaat als akkerland of als meerjarig fruit- of sierteelt en als zodanig geregistreerd in de verzamelaanvraag; het is niet toegestaan om meerdere opeenvolgende jaren grassen en mengsels van grassen met andere kruidachtige voedergewassen te verbouwen op het perceel 3 de grasstrook wordt jaarlijks als een perceel geregistreerd in de verzamelaanvraag; 4 afhankelijk van de erosiegevoeligheid van het perceel waarvan de afspoeling wordt gebufferd, heeft de grasstrook een gemiddelde breedte van zes tot dertig meter; 5 de oppervlakte van de grasstrook is maximaal de helft van de oppervlakte van het perceel waarvan de afspoeling wordt gebufferd; 6 de grasstrook ligt op de plaats waar water en sediment afstromen en de ligging van de grasstrook wordt aangeduid in de beheerovereenkomst; 7 als het perceel waarvan de afspoeling wordt gebufferd, wordt uitgebaat als meerjarig fruitof sierteelt dan ligt de grasstrook niet op de werkgang.

14 De beheervoorwaarden van het beheerpakket aanleg en onderhoud gemengde grasstrook binnen de beheerdoelstelling erosiebestrijding zijn: 1 de grasstrook wordt tot stand gebracht door de strook voor 31 mei van het eerste jaar van de beheerovereenkomst in te zaaien met een graskruidenmengsel als vermeld in bijlage 5; 2 de factuur of het aankoopbewijs en het zaaizaadetiket worden bijgehouden tot drie jaar na afloop van de beheerovereenkomst; 3 het beheerpakket wordt toegepast voor de afmetingen vermeld in de beheerovereenkomst en de grasstrook is over de volledige lengte minstens vijf meter breed; 4 de beheerder heeft het beheervoorwerp gedurende de volledige looptijd van de beheerovereenkomst in gebruik volgens de gegevens opgenomen in het GBCS, tenzij het beheervoorwerp wordt overgenomen conform artikel 25 van het besluit van de Vlaamse Regering van 19 september 2014; 5 de grasstrook bestaat gedurende de volledige looptijd van de beheerovereenkomst uit een aaneengesloten grasmat; schade aan de grasmat moet meteen hersteld worden; 6 op de grasstrook worden geen bestrijdingsmiddelen gebruikt, uitgezonderd voor de manuele pleksgewijze bestrijding van akkerdistel; 7 op de grasstrook worden geen meststoffen of bodemverbeteringsmiddelen opgebracht; 8 het perceel wordt op de volgende wijze beheerd, waarbij de wijze van beheer wordt bepaald in de beheerovereenkomst: a) ofwel mag de grasstrook gemaaid of geklepeld worden waarbij minstens een derde van de grasstrook over de volledige lengte van de strook gedurende het volledige kalenderjaar behouden blijft; b) ofwel mag de grasstrook gemaaid of geklepeld worden vanaf 15 juli; 9 op de grasstrook wordt geen enkele activiteit uitgevoerd, behoudens maaien of klepelen. [10 in afwijking van punt 8, b) mag in het eerste jaar van de beheerovereenkomst de grasstrook volledig gemaaid of geklepeld worden in de periode vanaf 15 juni tot en met 31 oktober om zo de verspreiding van ongewenste kruiden tegen te gaan.] De basisnormen van het beheerpakket aanleg en onderhoud gemengde grasstrook binnen de beheerdoelstelling erosiebestrijding zijn: 1 de grasstrook wordt minstens om de twee jaar gemaaid waarbij het maaisel wordt afgevoerd om verruiging en verbossing tegen te gaan; 2 als de grasstrook ligt langs een kwetsbaar element als vermeld in bijlage 4, mag dit kwetsbaar element niet beschadigd worden; 3 geen handelingen verrichten met het opzet om vogels of hun nesten te verstoren of te vernietigen; 4 als de grasstrook ligt langs een waterloop, als vermeld in artikel 21, tweede lid van het Mestdecreet wordt het verbod om meststoffen op of in de bodem te brengen, vermeld in artikel 21, eerste lid, 1, 2 en 3 van het Mestdecreet, nageleefd; 5 als de grasstrook ligt in een oeverzone als vermeld in artikel 3, 2, 43 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, wordt het verbod op het gebruik van pesticiden vermeld in artikel 10, 1, 2 van het voormelde decreet van 18 juli 2003 nageleefd. Historiek artikel Aan het tweede lid een punt 10 toegevoegd bij art. 6 MB 8 december 2016 (B.S., 9 januari 2017, I: 19 januari 2017) Art. 26. De jaarlijkse beheervergoeding voor het beheerpakket aanleg en onderhoud gemengde grasstrook binnen de beheerdoelstelling erosiebestrijding bedraagt 1812 per hectare.

15 Onderafdeling 5. - Het beheerpakket onderhoud gemengde grasstrook binnen de beheerdoelstelling erosiebestrijding Art. 27. Het beheerpakket onderhoud gemengde grasstrook binnen de beheerdoelstelling erosiebestrijding beoogt de bestrijding van erosie door de afgespoelde bodem op te vangen door het onderhoud van een bestaande kruidenrijke grasstrook en beoogt het bieden van een voldoende geschikt leefgebied aan faunasoorten verbonden aan het landbouwlandschap door een aangepast maaibeheer. Art. 28. De instapvoorwaarden van het beheerpakket onderhoud gemengde grasstrook binnen de beheerdoelstelling erosiebestrijding zijn dezelfde als de instapvoorwaarden van het beheerpakket aanleg en onderhoud gemengde grasstrook binnen de beheerdoelstelling erosiebestrijding, vermeld in artikel 25, eerste lid. Het beheerpakket onderhoud gemengde grasstrook binnen de beheerdoelstelling erosiebestrijding omvat naast de beheervoorwaarden van het beheerpakket aanleg en onderhoud gemengde grasstrook binnen de beheerdoelstelling erosiebestrijding, vermeld in artikel 25, tweede lid, 3 tot en met 9, de volgende beheervoorwaarde: de grasstrook wordt tot stand gebracht door een bestaande kruidenrijke grasstrook te behouden. De basisnormen van het beheerpakket onderhoud gemengde grasstrook binnen de beheerdoelstelling erosiebestrijding zijn dezelfde als de basisnormen van het beheerpakket aanleg en onderhoud gemengde grasstrook binnen de beheerdoelstelling erosiebestrijding, vermeld in artikel 25, derde lid. Art. 29. De jaarlijkse beheervergoeding voor het beheerpakket onderhoud gemengde grasstrook binnen de beheerdoelstelling erosiebestrijding bedraagt 1700 per hectare. Onderafdeling 6. - Het beheerpakket aanleg en onderhoud gemengde grasstrook plus binnen de beheerdoelstelling erosiebestrijding Art. 30. Het beheerpakket aanleg en onderhoud gemengde grasstrook plus binnen de beheerdoelstelling erosiebestrijding beoogt de bestrijding van erosie door de afgespoelde bodem op te vangen door de aanleg en het onderhoud van een kruidenrijke grasstrook en beoogt het bieden van een voldoende geschikt leefgebied aan faunasoorten verbonden aan het landbouwlandschap door een aangepast maaibeheer zodat een structuurrijke vegetatie bekomen wordt. De grasstrook, vermeld in het eerste lid, wordt ingezaaid met een graskruidenmengsel. Bijlage 5 die bij dit besluit is gevoegd, bepaalt de samenstelling waaraan dit graskruidenmengsel moet voldoen. Art. 31. De instapvoorwaarden van het beheerpakket aanleg en onderhoud gemengde grasstrook plus binnen de beheerdoelstelling erosiebestrijding zijn: 1 [de grasstrook ligt op een perceel landbouwgrond dat zowel ligt in het beheergebied voor erosiebestrijding, vermeld in artikel 17, als in een beheergebied voor soortenbescherming, vermeld in artikel 81, eerste lid, 1 tot en met 4 ;] 2 het perceel waarvan de afspoeling wordt gebufferd, wordt uitgebaat als akkerland of als meerjarig fruit- of sierteelt en als zodanig geregistreerd in de verzamelaanvraag; het is niet toegestaan om meerdere opeenvolgende jaren grassen en mengsels van grassen met andere kruidachtige voedergewassen te verbouwen op het perceel waarvan de afspoeling wordt gebufferd;

16 3 de grasstrook wordt jaarlijks als een perceel geregistreerd in de verzamelaanvraag; 4 afhankelijk van de erosiegevoeligheid van het perceel waarvan de afspoeling wordt gebufferd, heeft de grasstrook een gemiddelde breedte van zes tot dertig meter; 5 de oppervlakte van de grasstrook is maximaal de helft van de oppervlakte van het perceel waarvan de afspoeling wordt gebufferd; 6 de grasstrook ligt op de plaats waar water en sediment afstromen en de ligging van de grasstrook wordt aangeduid in de beheerovereenkomst; 7 als het perceel waarvan de afspoeling wordt gebufferd, wordt uitgebaat als meerjarig fruitof sierteelt dan ligt de grasstrook niet op de werkgang. De beheervoorwaarden van het beheerpakket aanleg en onderhoud gemengde grasstrook plus binnen de beheerdoelstelling erosiebestrijding zijn: 1 de grasstrook wordt tot stand gebracht door de strook voor 31 mei van het eerste jaar van de beheerovereenkomst in te zaaien met een graskruidenmengsel als vermeld in bijlage 5; 2 de factuur of het aankoopbewijs en het zaaizaadetiket worden bijgehouden tot drie jaar na afloop van de beheerovereenkomst; 3 het beheerpakket wordt toegepast voor de afmetingen vermeld in de beheerovereenkomst en de grasstrook is over de volledige lengte minstens vijf meter breed; 4 de beheerder heeft het beheervoorwerp gedurende de volledige looptijd van de beheerovereenkomst in gebruik volgens de gegevens opgenomen in het GBCS, tenzij het beheervoorwerp wordt overgenomen conform artikel 25 van het besluit van de Vlaamse Regering van 19 september 2014; 5 de grasstrook bestaat gedurende de volledige looptijd van de beheerovereenkomst uit een aaneengesloten grasmat; schade aan de grasmat moet meteen hersteld worden; 6 op de grasstrook worden geen bestrijdingsmiddelen gebruikt, uitgezonderd voor de manuele pleksgewijze bestrijding van akkerdistel; 7 op de grasstrook worden geen meststoffen of bodemverbeteringsmiddelen opgebracht; 8 [de grasstrook mag gemaaid of geklepeld worden in de periode vanaf 15 maart tot en met 15 april en de grasstrook moet gemaaid of geklepeld worden in de periode vanaf 15 augustus tot en met 31 oktober; als gemaaid of geklepeld wordt dan moet minimaal een derde en maximaal de helft van de breedte van de grasstrook behouden blijven waarbij per maaiperiode hetzelfde deel ongemaaid moet blijven;] 9 op de grasstrook wordt geen enkele activiteit uitgevoerd, behoudens maaien of klepelen; 10 in afwijking van 8 mag in het eerste jaar van de beheerovereenkomst de grasstrook volledig gemaaid of geklepeld worden in de periode vanaf 15 juni tot en met 31 oktober om zo de verspreiding van ongewenste onkruiden tegen te gaan. De basisnormen van het beheerpakket aanleg en onderhoud gemengde grasstrook plus binnen de beheerdoelstelling erosiebestrijding zijn: 1 als de grasstrook ligt langs een kwetsbaar element als vermeld in bijlage 4, mag dit kwetsbaar element niet beschadigd worden; 2 geen handelingen verrichten met het opzet om vogels of hun nesten te verstoren of te vernietigen; 3 als de grasstrook ligt langs een waterloop, als vermeld in artikel 21, tweede lid van het Mestdecreet wordt het verbod om meststoffen op of in de bodem te brengen, vermeld in artikel 21, eerste lid, 1, 2 en 3 van het Mestdecreet, nageleefd; 4 als de grasstrook ligt in een oeverzone als vermeld in artikel 3, 2, 43 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, wordt het verbod op het gebruik van pesticiden vermeld in artikel 10, 1, 2 van het voormelde decreet van 18 juli 2003 nageleefd. Historiek artikel

17 Eerste lid, punt 1, tweede lid, punt 8 vervangen bij art. 7 MB 8 december 2016 (B.S., 9 januari 2017, I: 19 januari 2017) Art. 32. De jaarlijkse beheervergoeding voor het beheerpakket aanleg en onderhoud gemengde grasstrook plus binnen de beheerdoelstelling erosiebestrijding bedraagt 2108 per hectare. Onderafdeling 7. - Het beheerpakket onderhoud gemengde grasstrook plus binnen de beheerdoelstelling erosiebestrijding Art. 33. Het beheerpakket onderhoud gemengde grasstrook plus binnen de beheerdoelstelling erosiebestrijding beoogt de bestrijding van erosie door de afgespoelde bodem op te vangen door het onderhoud van een kruidenrijke grasstrook en beoogt het bieden van een voldoende geschikt leefgebied aan faunasoorten verbonden aan het landbouwlandschap door een aangepast maaibeheer zodat een structuurrijke vegetatie bekomen wordt. Art. 34. De instapvoorwaarden van het beheerpakket onderhoud gemengde grasstrook plus binnen de beheerdoelstelling erosiebestrijding zijn dezelfde als de instapvoorwaarden van het beheerpakket aanleg en onderhoud gemengde grasstrook plus binnen de beheerdoelstelling erosiebestrijding, vermeld in artikel 31, eerste lid. Het beheerpakket onderhoud gemengde grasstrook plus binnen de beheerdoelstelling erosiebestrijding omvat naast de beheervoorwaarden van het beheerpakket aanleg en onderhoud gemengde grasstrook plus binnen de beheerdoelstelling erosiebestrijding, vermeld in artikel 31, tweede lid, 3 tot en met 9, de volgende beheervoorwaarde: de grasstrook wordt tot stand gebracht door een bestaande kruidenrijke grasstrook te behouden. De basisnormen van het beheerpakket onderhoud gemengde grasstrook plus binnen de beheerdoelstelling erosiebestrijding zijn dezelfde als de basisnormen van het beheerpakket aanleg en onderhoud gemengde grasstrook plus binnen de beheerdoelstelling erosiebestrijding, vermeld in artikel 31, derde lid. Art. 35. De jaarlijkse beheervergoeding voor het beheerpakket onderhoud gemengde grasstrook plus binnen de beheerdoelstelling erosiebestrijding bedraagt 1996 per hectare. Onderafdeling 8. - Het beheerpakket aanleg en onderhoud erosiedam Art. 36. Het beheerpakket aanleg en onderhoud erosiedam beoogt de bestrijding van erosie door afspoelende bodem op te vangen via een dam. Art. 37. De instapvoorwaarden van het beheerpakket aanleg en onderhoud erosiedam zijn: 1 de erosiedam ligt op een perceel landbouwgrond dat ligt in het beheergebied voor erosiebestrijding, vermeld in artikel 17; 2 het beheerpakket aanleg en onderhoud erosiedam kan gesloten worden a) ofwel op een beheervoorwerp waarvoor reeds een beheerpakket binnen de beheerdoelstelling erosiebestrijding werd gesloten, met uitzondering van het beheerpakket aanleg en onderhoud gemengde grasstrook plus en het beheerpakket onderhoud gemengde grasstrook plus; b) ofwel op een beheervoorwerp waarvoor gelijktijdig met het sluiten van het beheerpakket aanleg en onderhoud erosiedam een ander beheerpakket binnen de beheerdoelstelling

18 erosiebestrijding wordt gesloten met uitzondering van het beheerpakket aanleg en onderhoud gemengde grasstrook plus en het beheerpakket onderhoud gemengde grasstrook plus; 3 de erosiedam wordt aangelegd op de plaats waar het afstromend water en sediment zich concentreren en de ligging wordt aangeduid in de beheerovereenkomst. De beheervoorwaarden van het beheerpakket aanleg en onderhoud erosiedam zijn: 1 het beheerpakket wordt toegepast voor de afmetingen vermeld in de beheerovereenkomst; 2 de erosiedam wordt aangelegd met strobalen voor 31 mei van het eerste jaar van de beheerovereenkomst; 3 de strobalen worden tegen elkaar geplaatst en met minstens 2 palen per strobaal in de bodem verankerd; 4 de erosiedam wordt heraangelegd om de twee jaar en van zodra de strobalen geen aaneengesloten dam met een minimale hoogte van 50 centimeter vormen; 5 het afgezet slib wordt verwijderd zodat de opvanghoogte van de erosiedam overal minstens 30 centimeter bedraagt. De volgende basisnorm geldt bij het beheerpakket aanleg en onderhoud erosiedam: op het perceel waarvan de afspoeling wordt gebufferd, worden de randvoorwaarden voor erosiebestrijding, vermeld in artikel 59 van het besluit van de Vlaamse Regering van 24 oktober 2014, nageleefd. Art. 38. De jaarlijkse beheervergoeding voor het beheerpakket aanleg en onderhoud erosiedam bedraagt 12,86 per meter. Onderafdeling 9. - Het beheerpakket aanleg en onderhoud strategisch grasland Art. 39. Het beheerpakket aanleg en onderhoud strategisch grasland beoogt de bestrijding van erosie door op strategische plaatsen grasland aan te leggen en te onderhouden. Art. 40. De instapvoorwaarden van het beheerpakket aanleg en onderhoud strategisch grasland zijn: 1 het perceel ligt in het beheergebied voor erosiebestrijding, vermeld in artikel 17; 2 het perceel is door de afdeling Land- en Bodembescherming, Ondergrond en Natuurlijke Rijkdommen van het Departement aangeduid als perceel dat in aanmerking komt voor de aanleg van extra grasland omdat het perceel strategisch gelegen is om erosie te bestrijden; 3 op het perceel waarvoor het beheerpakket wordt aangevraagd, werd gedurende de vijf jaar voorafgaand aan de gewenste aanvangsdatum van de beheerovereenkomst een eenjarige akkerteelt exclusief grasland verbouwd en als zodanig geregistreerd in de verzamelaanvraag; 4 het beheervoorwerp wordt jaarlijks als een perceel geregistreerd in de verzamelaanvraag. De beheervoorwaarden van het beheerpakket aanleg en onderhoud strategisch grasland zijn: 1 het beheerpakket wordt toegepast voor de afmetingen vermeld in de beheerovereenkomst; 2 de beheerder heeft het beheervoorwerp gedurende de volledige looptijd van de beheerovereenkomst in gebruik volgens de gegevens opgenomen in het GBCS, tenzij het beheervoorwerp wordt overgenomen conform artikel 25 van het besluit van de Vlaamse Regering van 19 september 2014; 3 het perceel wordt voor 31 mei van het eerste jaar van de beheerovereenkomst ingezaaid met een gras- of een graskruidenmengsel;

19 4 het beheervoorwerp bestaat gedurende de volledige looptijd van de beheerovereenkomst uit een aaneengesloten grasmat; schade aan de grasmat moet meteen hersteld worden; 5 het beheervoorwerp wordt niet gebruikt om te voldoen aan een inzaaiverplichting in het kader van de vergroeningsmaatregel tot behoud van blijvend grasland, vermeld in artikel 45 van Verordening (EU) nr. 1307/2013. De volgende basisnorm geldt bij het beheerpakket aanleg en onderhoud strategisch grasland: het perceel wordt minstens om de twee jaar gemaaid waarbij het maaisel wordt afgevoerd om verruiging en verbossing tegen te gaan. Art. 41. De jaarlijkse beheervergoeding voor het beheerpakket aanleg en onderhoud strategisch grasland bedraagt 619 per hectare. Afdeling 3. - De beheerpakketten die ingezet kunnen worden voor de beheerdoelstelling onderhoud van kleine landschapselementen Onderafdeling 1. - Definities Art. 42. In deze afdeling wordt verstaan onder: 1 haag: een aaneengesloten lijnvormig landschapselement dat door jaarlijkse snoei compact wordt gehouden; 2 heg: een vrijliggend aaneengesloten lijnvormig landschapselement bestaande uit extensief onderhouden struik- en struweelsoorten; 3 houtkant: een vrijliggend aaneengesloten lijnvormig landschapselement bestaande uit meerrijig hakhout; 4 kaphaag: een aaneengesloten lijnvormig landschapselement dat bestaat uit op een rij aangeplant hakhout of op een rij aangeplante halfstammige knotbomen met een plantafstand van maximaal 2 meter; 5 knotbomenrij: een aaneengesloten lijnvormig landschapselement bestaande uit hoogstammige knotbomen. [6 houtsingel: een aaneengesloten lijnvormig landschapselement bestaande uit één of meerdere bomenrijen met aan weerszijden een mantelvegetatie bestaande uit struik- en struweelsoorten.] In de tabel, opgenomen in bijlage 6 die bij dit besluit is gevoegd, worden de soorten vermeld die geschikt zijn om voor te komen in een haag, heg, houtkant of knotbomenrij. Historiek artikel Eerste lid, punt 6 toegevoegd bij art. 8 MB 8 december 2016 (B.S., 9 januari 2017, I: 19 januari 2017) Onderafdeling 2. - Het beheergebied voor het onderhoud van kleine landschapselementen Art. 43. Conform artikel 21, 2, eerste lid van het besluit van de Vlaamse Regering van 19 september 2014, kunnen binnen het gehele grondgebied van het Vlaamse Gewest beheerovereenkomsten gesloten worden voor de diverse beheerpakketten met betrekking tot de beheerdoelstelling onderhoud van kleine landschapselementen. Onderafdeling 3. - Het beheerpakket onderhoud haag Art. 44. Het beheerpakket onderhoud haag beoogt het onderhoud en de ontwikkeling van bestaande hagen. Art. 45. De instapvoorwaarden van het beheerpakket onderhoud haag zijn:

20 1 de haag ligt voor de volledige lengte op of langs een perceel landbouwgrond; 2 de haag maakt geen deel uit van een tuin en kan niet beschouwd worden als windscherm behorend bij fruit- of sierteelt of als erfbeplanting behorend bij gebouwen; 3 de haag bestaat voor minstens 75 procent uit soorten die geschikt zijn om voor te komen in een haag als vermeld in bijlage 6; 4 de lengte van de haag is minstens 25 meter; 5 de lengte van de haag mag in verhouding met het perceel landbouwgrond waarop de haag ligt maximaal 500 meter per hectare bedragen; 6 de snoeihoogte van de haag bedraagt minstens 0,8 meter; 7 als er gaten voorkomen in de haag dan worden deze gaten voor 31 mei van het eerste jaar van de beheerovereenkomst opgevuld met soorten die geschikt zijn om voor te komen in een haag als vermeld in bijlage 6. De beheervoorwaarden van het beheerpakket onderhoud haag zijn: 1 het beheerpakket wordt toegepast voor de afmetingen vermeld in de beheerovereenkomst; 2 de stambasis van de haag wordt beschermd tegen vraatschade door vee; 3 de haag wordt jaarlijks over de volledige lengte en langs beide zijden geschoren op een snoeihoogte van minstens 0,8 meter; het gebruik van een klepelmaaier met aangepast houtrotor is toegelaten voor zover hiermee enkel de jaarlijkse hergroei wordt verwijderd; 4 soorten die niet opgenomen zijn in bijlage 6 worden binnen de eerste vier jaar van de beheerovereenkomst verwijderd en vervangen door soorten die geschikt zijn om voor te komen in een haag als vermeld in bijlage 6; voor de bestrijding van amerikaanse vogelkers, amerikaanse eik en robinia is een gerichte stobbenbehandeling met herbicide toegelaten; 5 afgestorven planten worden in het eerstvolgende plantseizoen vervangen door soorten die geschikt zijn om voor te komen in een haag als vermeld in bijlage 6. De basisnormen van het beheerpakket onderhoud haag zijn: 1 behoudens het beheer dat in de beheerovereenkomst is opgenomen, wordt geen enkele activiteit uitgevoerd die de haag of de bijhorende vegetatie beschadigt of vernietigt; 2 vanaf 1 april tot en met 15 juni worden geen werken uitgevoerd aan de haag zodat broedende vogels niet worden verstoord. Art. 46. De jaarlijkse beheervergoeding voor het beheerpakket onderhoud haag bedraagt 1,87 per meter haag. Onderafdeling 4. - Het beheerpakket onderhoud kaphaag Art. 47. Het beheerpakket onderhoud kaphaag beoogt het onderhoud en de ontwikkeling van bestaande kaphagen. Art. 48. De instapvoorwaarden van het beheerpakket onderhoud kaphaag zijn: 1 de kaphaag ligt voor de volledige lengte op of langs een perceel landbouwgrond; 2 de kaphaag maakt geen deel uit van een tuin en kan niet beschouwd worden als windscherm behorend bij fruit- of sierteelt of als erfbeplanting behorend bij gebouwen; 3 de kaphaag bestaat voor minstens 75 procent uit soorten die geschikt zijn om voor te komen in een houtkant of uit soorten die geschikt zijn om voor te komen in een knotbomenrij als vermeld in bijlage 6; 4 de lengte van de kaphaag is minstens 25 meter; 5 de lengte van de kaphaag mag in verhouding met het perceel landbouwgrond waarop de kaphaag ligt maximaal 500 meter per hectare bedragen;

21 6 als er gaten voorkomen in de kaphaag dan worden deze gaten voor 31 mei van het eerste jaar van de beheerovereenkomst opgevuld met soorten die geschikt zijn om voor te komen in een houtkant of knotbomenrij als vermeld in bijlage 6. De beheervoorwaarden van het beheerpakket onderhoud kaphaag zijn: 1 het beheerpakket wordt toegepast voor de afmetingen vermeld in de beheerovereenkomst; 2 de stambasis van de kaphaag wordt beschermd tegen vraatschade door vee; 3 de kaphaag wordt op de volgende wijze beheerd, waarbij de wijze van beheer wordt bepaald in de beheerovereenkomst: a) als de kaphaag bestaat uit hakhout wordt minstens 75 procent van de kaphaag afgezet binnen de eerste vier jaar van de beheerovereenkomst; het afzetten kan gebeuren hetzij in een keer, hetzij gefaseerd; het gebruik van een klepelmaaier is niet toegestaan; b) als de kaphaag bestaat uit knotbomen worden alle knotbomen geknot binnen de eerste vier jaar van de beheerovereenkomst; het knotten kan gebeuren hetzij in een keer, hetzij gefaseerd; het gebruik van een klepelmaaier is niet toegestaan; 4 soorten die niet opgenomen zijn in bijlage 6 worden binnen de eerste vier jaar van de beheerovereenkomst verwijderd en vervangen door soorten die geschikt zijn om voor te komen in een knotbomenrij of houtkant als vermeld in bijlage 6; voor de bestrijding van amerikaanse vogelkers, amerikaanse eik en robinia is een gerichte stobbenbehandeling met herbicide toegelaten; 5 afgestorven planten worden in het eerstvolgende plantseizoen vervangen door soorten die geschikt zijn om voor te komen in een houtkant of knotbomenrij als vermeld in bijlage 6: 6 het snoeiafval wordt niet in het landschapselement achtergelaten, ook niet na het hakselen van het snoeihout; 7 als de kaphaag bestaat uit hakhout worden de stobben vrijgemaakt om te voorkomen dat de hergroei verstikt en de planten afsterven. De basisnormen van het beheerpakket onderhoud kaphaag zijn: 1 behoudens het beheer dat in de beheerovereenkomst is opgenomen, wordt geen enkele activiteit uitgevoerd die de kaphaag of de bijhorende vegetatie beschadigt of vernietigt; 2 om broedende vogels niet te verstoren, worden werken aan de kaphaag uitgevoerd in de periode vanaf 1 november tot en met 15 maart. Art. 49. De jaarlijkse beheervergoeding voor het beheerpakket onderhoud kaphaag bedraagt 1,51 per meter kaphaag. Onderafdeling 5. - Het beheerpakket onderhoud heg Art. 50. Het beheerpakket onderhoud heg beoogt het onderhoud en de ontwikkeling van bestaande heggen. Art. 51. De instapvoorwaarden van het beheerpakket onderhoud heg zijn: 1 de heg ligt voor de volledige lengte op of langs een perceel landbouwgrond; 2 de heg maakt geen deel uit van een tuin en kan niet beschouwd worden als erfbeplanting behorend bij gebouwen; 3 de heg bestaat voor minstens 75 procent uit soorten die geschikt zijn om voor te komen in een heg als vermeld in bijlage 6; 4 de lengte van de heg is minstens 25 meter; 5 de lengte van de heg mag in verhouding met het perceel landbouwgrond waarop de heg ligt maximaal 500 meter per hectare bedragen;

22 6 als er gaten voorkomen in de heg dan worden deze gaten voor 31 mei van het eerste jaar van de beheerovereenkomst opgevuld met soorten die geschikt zijn om voor te komen in een heg als vermeld in bijlage 6; 7 als de heg beschouwd wordt als een windscherm, bestaat de heg uit minstens vijf soorten die geschikt zijn om voor te komen in een heg als vermeld in bijlage 6; het aandeel per soort bedraagt maximaal 20 procent van de heg. De beheervoorwaarden van het beheerpakket onderhoud heg zijn: 1 het beheerpakket wordt toegepast voor de afmetingen vermeld in de beheerovereenkomst; 2 de stambasis van de heg wordt beschermd tegen vraatschade door vee; 3 de volledige heg wordt tijdens het eerste jaar van de beheerovereenkomst teruggesnoeid; de daaropvolgende vier jaren wordt de heg niet gesnoeid; het gebruik van een klepelmaaier is niet toegelaten; 4 de snoeihoogte van de heg bedraagt minstens 1,5 meter en de snoeibreedte bedraagt minstens 1 meter; 5 het snoeiafval wordt niet in het landschapselement achtergelaten, ook niet na het hakselen van het snoeihout; 6 soorten die niet opgenomen zijn in bijlage 6 worden binnen de eerste vier jaar van de beheerovereenkomst verwijderd en vervangen door soorten die geschikt zijn om voor te komen in een heg als vermeld in bijlage 6; voor de bestrijding van amerikaanse vogelkers, amerikaanse eik en robinia is een gerichte stobbenbehandeling met herbicide toegelaten; 7 afgestorven planten worden in het eerstvolgende plantseizoen vervangen door soorten die geschikt zijn om voor te komen in een heg als vermeld in bijlage 6. De basisnormen van het beheerpakket onderhoud heg zijn: 1 behoudens het beheer dat in de beheerovereenkomst is opgenomen, wordt geen enkele activiteit uitgevoerd die de heg of de bijhorende vegetatie beschadigt of vernietigt; 2 om broedende vogels niet te verstoren, worden werken aan de heg uitgevoerd in de periode vanaf 1 november tot en met 15 maart. Art. 52. De jaarlijkse beheervergoeding voor het beheerpakket onderhoud heg bedraagt 2,76 per meter heg. [Onderafdeling 6. - Het beheerpakket onderhoud houtkant 75% afzetten] Historiek Opschrift onderafdeling 6 gewijzigd bij art. 9 MB 8 december 2016, B.S., 9 januari 2017, I: 19 januari 2017) Art. 53. Het [beheerpakket onderhoud houtkant 75% afzetten] beoogt het onderhoud en de ontwikkeling van bestaande houtkanten. Historiek Artikel gewijzigd bij art. 10 MB 8 december 2016 (B.S., 9 januari 2017, I: 19 januari 2017) Art. 54. De instapvoorwaarden van het [beheerpakket onderhoud houtkant 75% afzetten] zijn: 1 de houtkant ligt voor de volledige lengte op of langs landbouwgrond; 2 de houtkant maakt geen deel uit van een tuin en kan niet beschouwd worden als windscherm behorend bij fruit- of sierteelt of als erfbeplanting behorend bij gebouwen; 3 [ ] 4 de oppervlakte van de houtkant is minstens 1 are; 5 de breedte van de houtkant is maximaal 10 meter;

23 6 als er gaten voorkomen in de houtkant dan worden deze gaten voor 31 mei van het eerste jaar van de beheerovereenkomst opgevuld met soorten die geschikt zijn om voor te komen in een houtkant als vermeld in bijlage 6; 7 de houtkant wordt jaarlijks als een perceel geregistreerd in de verzamelaanvraag. [8 de houtkant bestaat voor minstens 75 procent uit soorten die geschikt zijn om voor te komen in een houtkant als vermeld in bijlage 6.] De beheervoorwaarden van het [beheerpakket onderhoud houtkant 75% afzetten] zijn: 1 het beheerpakket wordt toegepast voor de afmetingen vermeld in de beheerovereenkomst; 2 de beheerder heeft het beheervoorwerp gedurende de volledige looptijd van de beheerovereenkomst in gebruik volgens de gegevens opgenomen in het GBCS, tenzij het beheervoorwerp wordt overgenomen conform artikel 25 van het besluit van de Vlaamse Regering van 19 september 2014; 3 de stambasis van de houtkant wordt beschermd tegen vraatschade door vee; 4 afgestorven planten worden in het eerstvolgende plantseizoen vervangen door soorten die geschikt zijn om voor te komen in een houtkant als vermeld in bijlage 6; 5 het snoeiafval wordt niet in het landschapselement achtergelaten, ook niet na het hakselen van het snoeihout; 6 de stobben worden vrijgemaakt om te voorkomen dat de hergroei verstikt en de planten afsterven; 7 soorten die niet opgenomen zijn in bijlage 6 worden binnen de eerste vier jaar van de beheerovereenkomst verwijderd en vervangen door soorten die geschikt zijn om voor te komen in een houtkant als vermeld in bijlage 6; voor de bestrijding van amerikaanse vogelkers, amerikaanse eik en robinia is een gerichte stobbenbehandeling met herbicide toegelaten; 8 minstens 75 procent van de houtkant wordt afgezet binnen de eerste vier jaar van de beheerovereenkomst; het afzetten kan gebeuren hetzij in een keer, hetzij gefaseerd; het gebruik van een klepelmaaier is niet toegestaan. De basisnormen van het [beheerpakket onderhoud houtkant 75% afzetten]: 1 behoudens het beheer dat in de beheerovereenkomst is opgenomen, wordt geen enkele activiteit uitgevoerd die de houtkant of de bijhorende vegetatie beschadigt of vernietigt; 2 om broedende vogels niet te verstoren, worden werken aan de houtkant uitgevoerd in de periode vanaf 1 november tot en met 15 maart. Historiek Het eerste, tweede en derde lid gewijzigd, eerste lid punt 8 toegevoegd bij art. 11 MB 8 december 2016 (B.S., 9 januari 2017, I: 19 januari 2017) Art. 55. De jaarlijkse beheervergoeding voor het [beheerpakket onderhoud houtkant 75% afzetten] bedraagt 40,10 per are houtkant. Historiek Artikel gewijzigd bij art. 12 MB 8 december 2016, B.S., 9 januari 2017, I: 19 januari 2017) [Onderafdeling 6/1. Het beheerpakket onderhoud houtkant 50 % afzetten Art. 55/1. Het beheerpakket onderhoud houtkant 50 % afzetten beoogt het onderhoud en de ontwikkeling van bestaande houtkanten. Art. 55/2. Het beheerpakket onderhoud houtkant 50 % afzetten omvat naast de instapvoorwaarden van het beheerpakket onderhoud houtkant 75 % afzetten, vermeld in

24 artikel 54, eerste lid, 1 tot en met 7, de volgende instapvoorwaarde: de houtkant bestaat voor minstens 50 % uit soorten die geschikt zijn om voor te komen in een houtkant als vermeld in bijlage 6. Het beheerpakket onderhoud houtkant 50 % afzetten omvat naast de beheervoorwaarden van het beheerpakket onderhoud houtkant 75 % afzetten, vermeld in artikel 54, tweede lid, 1 tot en met 7, de volgende beheervoorwaarde: minstens 50 % procent van de houtkant wordt afgezet binnen de eerste vier jaar van de beheerovereenkomst; het afzetten kan gebeuren hetzij in een keer, hetzij gefaseerd; het gebruik van een klepelmaaier is niet toegestaan. De basisnormen van het beheerpakket onderhoud houtkant 50 % afzetten zijn dezelfde als de basisnormen van het beheerpakket onderhoud houtkant 75 % afzetten, vermeld in artikel 54, derde lid. Art. 55/3. De jaarlijkse beheervergoeding voor het beheerpakket onderhoud houtkant 50 % afzetten bedraagt 26,80 per are houtkant.] Historiek Onderafdeling 6/1 bestaande uit artikel 55/1 tot en met 55/3 ingevoegd bij art. 13 MB 8 december 2016 (B.S., 9 januari 2017, I: 19 januari 2017) [Onderafdeling 6/2. Het beheerpakket onderhoud houtkant 25 % afzetten Art. 55/4. Het beheerpakket onderhoud houtkant 25 % afzetten beoogt het onderhoud en de ontwikkeling van bestaande houtkanten. Art. 55/5. Het beheerpakket onderhoud houtkant 25 % afzetten omvat naast de instapvoorwaarden van het beheerpakket onderhoud houtkant 75 % afzetten, vermeld in artikel 54, eerste lid, 1 tot en met 7, de volgende instapvoorwaarde: de houtkant bestaat voor minstens 25 % uit soorten die geschikt zijn om voor te komen in een houtkant als vermeld in bijlage 6; Het beheerpakket onderhoud houtkant 25 % afzetten omvat naast de beheervoorwaarden van het beheerpakket onderhoud houtkant 75 % afzetten, vermeld in artikel 54, tweede lid, 1 tot en met 7, de volgende beheervoorwaarde: minstens 25 % procent van de houtkant wordt afgezet binnen de eerste vier jaar van de beheerovereenkomst; het afzetten kan gebeuren hetzij in een keer, hetzij gefaseerd; het gebruik van een klepelmaaier is niet toegestaan. De basisnormen van het beheerpakket onderhoud houtkant 25 % afzetten, zijn dezelfde als de basisnormen van het beheerpakket onderhoud houtkant 75 % afzetten, vermeld in artikel 54, derde lid. Art. 55/6. De jaarlijkse beheervergoeding voor het beheerpakket onderhoud houtkant 25 % afzetten bedraagt 17,80 per are houtkant.] Historiek Onderafdeling 6/2 bestaande uit artikel 55/4 tot en met 55/6 ingevoegd bij art. 14 MB 8 december 2016 (B.S., 9 januari 2017, I: 19 januari 2017) Onderafdeling 7. - Het beheerpakket omvormingsbeheer houtkant

25 Art. 56. Het beheerpakket omvormingsbeheer houtkant beoogt om houtkanten waar gedurende lange periode geen onderhoud in gebeurde terug te onderhouden en te herstellen als waardevol landschapselement. Art. 57. De instapvoorwaarden van het beheerpakket omvormingsbeheer houtkant zijn: 1 de houtkant ligt voor de volledige lengte op of langs landbouwgrond; 2 de houtkant maakt geen deel uit van een tuin en kan niet beschouwd worden als windscherm behorend bij fruit- of sierteelt of als erfbeplanting behorend bij gebouwen; 3 de houtkant wordt jaarlijks als een perceel geregistreerd in de verzamelaanvraag; 4 de oppervlakte van de houtkant is minstens 1 are; 5 de breedte van de houtkant is maximaal 10 meter; 6 het omvormingsbeheer gebeurt in het kader van een project dat door de maatschappij is goedgekeurd en waarin bepaald wordt op welke wijze het achterstallig onderhoud wordt weggewerkt; 7 als er gaten voorkomen in de houtkant dan worden deze gaten voor 31 mei van het eerste jaar van de beheerovereenkomst opgevuld met soorten die geschikt zijn om voor te komen in een houtkant als vermeld in bijlage 6. De beheervoorwaarden van het beheerpakket omvormingsbeheer houtkant zijn: 1 het beheerpakket wordt toegepast voor de afmetingen vermeld in de beheerovereenkomst; 2 de beheerder heeft het beheervoorwerp gedurende de volledige looptijd van de beheerovereenkomst in gebruik volgens de gegevens opgenomen in het GBCS, tenzij het beheervoorwerp wordt overgenomen conform artikel 25 van het besluit van de Vlaamse Regering van 19 september 2014; 3 de stambasis van de houtkant wordt beschermd tegen vraatschade door vee; 4 afgestorven planten worden in het eerstvolgende plantseizoen vervangen door soorten die geschikt zijn om voor te komen in een houtkant als vermeld in bijlage 6: 5 het snoeiafval wordt niet in het landschapselement achtergelaten, ook niet na het hakselen van het snoeihout; 6 de stobben worden vrijgemaakt om te voorkomen dat de hergroei verstikt en de planten afsterven; 7 soorten die niet opgenomen zijn in bijlage 6 worden binnen de eerste vier jaar van de beheerovereenkomst verwijderd en vervangen door soorten die geschikt zijn om voor te komen in een houtkant als vermeld in bijlage 6; voor de bestrijding van amerikaanse vogelkers, amerikaanse eik en robinia is een gerichte stobbenbehandeling met herbicide toegelaten; 8 de houtkant wordt beheerd op de wijze en volgens het tijdstip bepaald in het project, vermeld in het eerste lid, 6. De basisnormen van het beheerpakket omvormingsbeheer houtkant zijn: 1 behoudens het beheer dat in de beheerovereenkomst is opgenomen, wordt geen enkele activiteit uitgevoerd die de houtkant of de bijhorende vegetatie beschadigt of vernietigt; 2 om broedende vogels niet te verstoren, worden werken aan de houtkant uitgevoerd in de periode vanaf 1 november tot en met 15 maart. Art. 58. De jaarlijkse beheervergoeding voor het beheerpakket omvormingsbeheer houtkant bedraagt 80,90 per are. Onderafdeling 8. - Het beheerpakket onderhoud knotbomenrij Art. 59. Het beheerpakket onderhoud knotbomenrij beoogt het onderhoud en de ontwikkeling van bestaande knotbomenrijen.

26 Art. 60. De instapvoorwaarden van het beheerpakket onderhoud knotbomenrij zijn: 1 de knotbomenrij ligt voor de volledige lengte op of langs landbouwgrond; 2 de knotbomenrij maakt geen deel uit van een tuin en kan niet beschouwd worden als windscherm behorend bij fruit- of sierteelt of als erfbeplanting behorend bij gebouwen; 3 de knotbomenrij bestaat uit soorten die geschikt zijn om voor te komen in een knotbomenrij als vermeld in bijlage 6; 4 de afstand tussen de knotbomen is minimaal 2 meter en maximaal 10 meter; 5 de knothoogte is minstens 1,8 meter; 6 als er gaten voorkomen in de knotbomenrij dan worden deze gaten voor 31 mei van het eerste jaar van de beheerovereenkomst opgevuld met soorten die geschikt zijn om voor te komen in een knotbomenrij als vermeld in bijlage 6; 7 minstens tien knotbomen in de knotbomenrij voldoen aan de voorwaarden 1 tot en met 5. De beheervoorwaarden van het beheerpakket onderhoud knotbomenrij zijn: 1 het beheerpakket wordt toegepast voor de afmetingen vermeld in de beheerovereenkomst; 2 de stambasis van de knotbomenrij wordt beschermd tegen vraatschade door vee; 3 afgestorven planten worden in het eerstvolgende plantseizoen vervangen door soorten die geschikt zijn om voor te komen in een knotbomenrij als vermeld in bijlage 6; 4 het snoeiafval wordt niet in het landschapselement achtergelaten, ook niet na het hakselen van het snoeihout; 5 de knotbomenrij wordt binnen de eerste vier jaar van de beheerovereenkomst geknot op een hoogte van minstens 1,8 meter; het knotten kan gebeuren hetzij in een keer, hetzij gefaseerd; het gebruik van een klepelmaaier is niet toegestaan. De basisnormen van het beheerpakket onderhoud knotbomenrij zijn: 1 behoudens het beheer dat in de beheerovereenkomst is opgenomen, wordt geen enkele activiteit uitgevoerd die de knotbomenrij of de bijhorende vegetatie beschadigt of vernietigt; 2 om broedende vogels niet te verstoren worden werken aan de knotbomenrij uitgevoerd in de periode vanaf 1 november tot en met 15 maart. Art. 61. De jaarlijkse beheervergoeding voor het beheerpakket onderhoud knotbomenrij bedraagt 2,83 per knotboom. [Onderafdeling 8/1. - Het beheerpakket onderhoud houtsingel Art. 61/1. Het beheerpakket onderhoud houtsingel beoogt het onderhoud en de ontwikkeling van bestaande houtsingels. Art. 61/2. De instapvoorwaarden van het beheerpakket onderhoud houtsingel zijn: 1 de houtsingel ligt voor de volledige lengte op of langs landbouwgrond; 2 de houtsingel maakt geen deel uit van een tuin en kan niet beschouwd worden als windscherm behorend bij fruit- of sierteelt of als erfbeplanting behorend bij gebouwen; 3 de houtsingel bestaat voor minstens 75 procent uit soorten die geschikt zijn om voor te komen in een heg als vermeld in bijlage 6; 4 de oppervlakte van de houtsingel is minstens 1 are; 5 de breedte van de houtsingel is maximaal 10 meter; 6 als er gaten voorkomen in de houtsingel dan worden deze gaten voor 31 mei van het eerste jaar van de beheerovereenkomst opgevuld met soorten die geschikt zijn om voor te komen in een heg als vermeld in bijlage 6; 7 de houtsingel wordt jaarlijks als een perceel geregistreerd in de verzamelaanvraag.

27 De beheervoorwaarden van het beheerpakket onderhoud houtsingel zijn: 1 het beheerpakket wordt toegepast voor de afmetingen vermeld in de beheerovereenkomst; 2 de beheerder heeft het beheervoorwerp gedurende de volledige looptijd van de beheerovereenkomst in gebruik volgens de gegevens opgenomen in het GBCS, tenzij het beheervoorwerp wordt overgenomen conform artikel 25 van het besluit van de Vlaamse Regering van 19 september 2014; 3 de stambasis van de houtsingel wordt beschermd tegen vraatschade door vee; 4 afgestorven planten worden in het eerstvolgende plantseizoen vervangen door soorten die geschikt zijn om voor te komen in een heg als vermeld in bijlage 6; 5 het snoeiafval wordt niet in het landschapselement achtergelaten, ook niet na het hakselen van het snoeihout; 6 soorten die niet opgenomen zijn in bijlage 6, die bij dit besluit is gevoegd, worden binnen de eerste vier jaar van de beheerovereenkomst verwijderd en vervangen door soorten die geschikt zijn om voor te komen in een heg als vermeld in bijlage 6, die bij dit besluit is gevoegd; voor de bestrijding van Amerikaanse vogelkers, Amerikaanse eik en robinia is een gerichte stobbenbehandeling met herbicide toegelaten; 7 de struik- en struweelsoorten in de mantelvegetatie van de houtsingel worden tijdens het eerste jaar van de beheerovereenkomst voor minstens de helft teruggesnoeid; de snoeihoogte bedraagt maximaal vier meter; de daaropvolgende vier jaren wordt de houtsingel niet gesnoeid; het gebruik van een klepelmaaier is niet toegelaten. De basisnormen van het beheerpakket onderhoud houtsingel zijn: 1 behoudens het beheer dat in de beheerovereenkomst is opgenomen, wordt geen enkele activiteit uitgevoerd die de houtsingel of de bijhorende vegetatie beschadigt of vernietigt; 2 om broedende vogels niet te verstoren, worden werken aan de houtsingel uitgevoerd in de periode vanaf 1 november tot en met 15 maart. Art. 61/3. De jaarlijkse beheervergoeding voor het beheerpakket onderhoud houtsingel bedraagt 45,4 per are houtsingel.] Historiek Onderafdeling 8/1 bestaande uit artikel 61/1 tot en met 61/3 toegevoegd bij art. 15 MB 8 december 2016 (B.S., 9 januari 2017, I: 19 januari 2017) Afdeling 4. - De beheerpakketten die ingezet kunnen worden voor de beheerdoelstelling perceelsrandenbeheer Onderafdeling 1. - Het beheergebied voor het perceelsrandenbeheer Art. 62. Conform artikel 21, 2, eerste lid van het besluit van de Vlaamse Regering van 19 september 2014, kunnen op het gehele grondgebied van het Vlaamse Gewest beheerovereenkomsten gesloten worden voor de diverse beheerpakketten met betrekking tot de beheerdoelstelling perceelsrandenbeheer. Onderafdeling 2. - Het beheerpakket aanleg en onderhoud grasstrook 15 juni binnen de beheerdoelstelling perceelsrandenbeheer Art. 63. Het beheerpakket aanleg en onderhoud grasstrook 15 juni binnen de beheerdoelstelling perceelsrandenbeheer beoogt de bescherming van de kwetsbare elementen, vermeld in bijlage 4 die bij dit besluit is gevoegd.

28 Art. 64. De instapvoorwaarden van het beheerpakket aanleg en onderhoud grasstrook 15 juni binnen de beheerdoelstelling perceelsrandenbeheer zijn: 1 [het perceel waarlangs het kwetsbaar element ligt, wordt uitgebaat als akkerland en als akkerland geregistreerd in de verzamelaanvraag en heeft een jaarlijkse teeltrotatie; het is niet toegestaan om meerdere opeenvolgende jaren grassen en mengsels van grassen met andere kruidachtige voedergewassen te verbouwen op het perceel waarlangs het kwetsbaar element ligt; als het perceel waarlangs het kwetsbaar element ligt braakliggend land is waarop een minimumactiviteit wordt uitgevoerd als vermeld in artikel 22 van het besluit van de Vlaamse Regering van 24 oktober 2014 en ecologisch aandachtsgebied is als vermeld in artikel 1, 6 van het besluit van de Vlaamse Regering van 24 oktober 2014, is een jaarlijkse teeltrotatie niet vereist;] 2 minstens 75 procent van de lengte van de grasstrook grenst aan een kwetsbaar element als vermeld in bijlage 4; 3 de grasstrook wordt jaarlijks als een perceel geregistreerd in de verzamelaanvraag; 4 de oppervlakte van de grasstrook is maximaal de helft van de oppervlakte van het perceel waarlangs het kwetsbaar element ligt; 5 de grasstrook heeft een gemiddelde breedte van zes tot twaalf meter. De beheervoorwaarden van het beheerpakket aanleg en onderhoud grasstrook 15 juni binnen de beheerdoelstelling perceelsrandenbeheer zijn dezelfde als de beheervoorwaarden van het beheerpakket aanleg en onderhoud grasstrook 15 juni binnen de beheerdoelstelling erosiebestrijding, vermeld in artikel 22, tweede lid. De basisnormen van het beheerpakket aanleg en onderhoud grasstrook 15 juni binnen de beheerdoelstelling perceelsrandenbeheer zijn dezelfde als de basisnormen van het beheerpakket aanleg en onderhoud grasstrook 15 juni binnen de beheerdoelstelling erosiebestrijding, vermeld in artikel 22, derde lid. Historiek Eerste lid, punt 1 vervangen bij art. 16 MB 8 december 2016 (B.S., 9 januari 2017, I: 19 januari 2017) Art. 65. De jaarlijkse beheervergoeding voor het beheerpakket aanleg en onderhoud grasstrook 15 juni binnen de beheerdoelstelling perceelsrandenbeheer bedraagt 1317 per hectare. Onderafdeling 3. - Het beheerpakket aanleg en onderhoud gemengde grasstrook binnen de beheerdoelstelling perceelsrandenbeheer Art. 66. Het beheerpakket aanleg en onderhoud gemengde grasstrook binnen de beheerdoelstelling perceelsrandenbeheer beoogt de bescherming van de kwetsbare elementen, vermeld in bijlage 4 die bij dit besluit is gevoegd, door de aanleg en het onderhoud van een kruidenrijke grasstrook en beoogt het bieden van een voldoende geschikt leefgebied aan faunasoorten verbonden aan het landbouwlandschap door een aangepast maaibeheer. De grasstrook, vermeld in het eerste lid, wordt ingezaaid met een graskruidenmengsel. Bijlage 5 die bij dit besluit is gevoegd, bepaalt de samenstelling waaraan dit graskruidenmengsel moet voldoen. Art. 67. De instapvoorwaarden van het beheerpakket aanleg en onderhoud gemengde grasstrook binnen de beheerdoelstelling perceelsrandenbeheer zijn: 1 minstens 75 procent van de lengte van de grasstrook grenst aan een kwetsbaar element als vermeld in bijlage 4;

29 2 de grasstrook wordt jaarlijks als een perceel geregistreerd in de verzamelaanvraag; 3 de oppervlakte van de grasstrook is maximaal de helft van de oppervlakte van het perceel waarlangs het kwetsbaar element ligt; 4 de grasstrook heeft een gemiddelde breedte van zes tot achttien meter; 5 als het perceel waarlangs het kwetsbaar element ligt, wordt uitgebaat als meerjarig fruitof sierteelt dan ligt de grasstrook niet op de werkgang. De beheervoorwaarden van het beheerpakket aanleg en onderhoud gemengde grasstrook binnen de beheerdoelstelling perceelsrandenbeheer zijn dezelfde als de beheervoorwaarden van het beheerpakket aanleg en onderhoud gemengde grasstrook binnen de beheerdoelstelling erosiebestrijding, vermeld in artikel 25, tweede lid. De basisnormen van het beheerpakket aanleg en onderhoud gemengde grasstrook binnen de beheerdoelstelling perceelsrandenbeheer zijn dezelfde als de basisnormen van het beheerpakket aanleg en onderhoud gemengde grasstrook binnen de beheerdoelstelling erosiebestrijding, vermeld in artikel 25, derde lid. Art. 68. De jaarlijkse beheervergoeding voor het beheerpakket aanleg en onderhoud gemengde grasstrook binnen de beheerdoelstelling perceelsrandenbeheer bedraagt 1812 per hectare. Onderafdeling 4. - Het beheerpakket onderhoud gemengde grasstrook binnen de beheerdoelstelling perceelsrandenbeheer Art. 69. Het beheerpakket onderhoud gemengde grasstrook binnen de beheerdoelstelling perceelsrandenbeheer beoogt de bescherming van de kwetsbare elementen, vermeld in bijlage 4 die bij dit besluit is gevoegd, door het onderhoud van een kruidenrijke grasstrook en beoogt het bieden van een voldoende geschikt leefgebied aan faunasoorten verbonden aan het landbouwlandschap door een aangepast maaibeheer. Art. 70. De instapvoorwaarden van het beheerpakket onderhoud gemengde grasstrook binnen de beheerdoelstelling perceelsrandenbeheer zijn dezelfde als de instapvoorwaarden van het beheerpakket aanleg en onderhoud gemengde grasstrook binnen de beheerdoelstelling perceelsrandenbeheer, vermeld in artikel 67, eerste lid. Het beheerpakket onderhoud gemengde grasstrook binnen de beheerdoelstelling perceelsrandenbeheer omvat naast de beheervoorwaarden van het beheerpakket aanleg en onderhoud gemengde grasstrook binnen de beheerdoelstelling erosiebestrijding, vermeld in artikel 25, tweede lid, 3 tot en met 9, de volgende beheervoorwaarde: de grasstrook wordt tot stand gebracht door een bestaande kruidenrijke grasstrook te behouden. De basisnormen van het beheerpakket onderhoud gemengde grasstrook binnen de beheerdoelstelling perceelsrandenbeheer zijn dezelfde als de basisnormen van het beheerpakket aanleg en onderhoud gemengde grasstrook binnen de beheerdoelstelling erosiebestrijding, vermeld in artikel 25, derde lid. Art. 71. De jaarlijkse beheervergoeding voor het beheerpakket onderhoud gemengde grasstrook binnen de beheerdoelstelling perceelsrandenbeheer bedraagt 1700 per hectare. Onderafdeling 5. - Het beheerpakket aanleg en onderhoud gemengde grasstrook plus binnen de beheerdoelstelling perceelsrandenbeheer

30 Art. 72. Het beheerpakket aanleg en onderhoud gemengde grasstrook plus binnen de beheerdoelstelling perceelsrandenbeheer beoogt de bescherming van de kwetsbare elementen, vermeld in bijlage 4 die bij dit besluit is gevoegd, door de aanleg en het onderhoud van een kruidenrijke grasstrook en beoogt het bieden van een voldoende geschikt leefgebied aan faunasoorten verbonden aan het landbouwlandschap door een aangepast maaibeheer zodat een structuurrijke vegetatie bekomen wordt. De grasstrook, vermeld in het eerste lid, wordt ingezaaid met een graskruidenmengsel. Bijlage 5 die bij dit besluit is gevoegd, bepaalt de samenstelling waaraan dit graskruidenmengsel moet voldoen. Art. 73. De instapvoorwaarden van het beheerpakket aanleg en onderhoud gemengde grasstrook plus binnen de beheerdoelstelling perceelsrandenbeheer zijn: 1 [de grasstrook ligt op een perceel landbouwgrond dat zowel ligt in het beheergebied voor perceelsrandenbeheer, vermeld in artikel 62, als in een beheergebied voor soortenbescherming, vermeld in artikel 81, eerste lid, 1 tot en met 4 ;] 2 minstens 75 procent van de lengte van de grasstrook grenst aan een kwetsbaar element als vermeld in bijlage 4; 3 de grasstrook wordt jaarlijks als een perceel geregistreerd in de verzamelaanvraag; 4 de oppervlakte van de grasstrook is maximaal de helft van de oppervlakte van het perceel waarlangs het kwetsbaar element ligt; 5 de grasstrook heeft een gemiddelde breedte van zes tot achttien meter; 6 als het perceel waarlangs het kwetsbaar element ligt, wordt uitgebaat als meerjarig fruitof sierteelt dan ligt de grasstrook niet op de werkgang. De beheervoorwaarden van het beheerpakket aanleg en onderhoud gemengde grasstrook plus binnen de beheerdoelstelling perceelsrandenbeheer zijn dezelfde als de beheervoorwaarden van het beheerpakket aanleg en onderhoud gemengde grasstrook plus binnen de beheerdoelstelling erosiebestrijding, vermeld in artikel 31, tweede lid. De basisnormen van het beheerpakket aanleg en onderhoud gemengde grasstrook plus binnen de beheerdoelstelling perceelsrandenbeheer zijn dezelfde als de basisnormen van het beheerpakket aanleg en onderhoud gemengde grasstrook plus binnen de beheerdoelstelling erosiebestrijding, vermeld in artikel 31, derde lid. Historiek Eerste lid, punt 1 vervangen bij art. 17 MB 8 december 2016 (B.S., 9 januari 2017, I: 19 januari 2017) Art. 74. De jaarlijkse beheervergoeding voor het beheerpakket aanleg en onderhoud gemengde grasstrook plus binnen de beheerdoelstelling perceelsrandenbeheer bedraagt 2108 per hectare. Onderafdeling 6. - Het beheerpakket onderhoud gemengde grasstrook plus binnen de beheerdoelstelling perceelsrandenbeheer Art. 75. Het beheerpakket onderhoud gemengde grasstrook plus binnen de beheerdoelstelling perceelsrandenbeheer beoogt de bescherming van de kwetsbare elementen, vermeld in bijlage 4 die bij dit besluit is gevoegd, door het onderhoud van een kruidenrijke grasstrook en beoogt het bieden van een voldoende geschikt leefgebied aan faunasoorten verbonden aan het landbouwlandschap door een aangepast maaibeheer zodat een structuurrijke vegetatie bekomen wordt.

31 Art. 76. De instapvoorwaarden van het beheerpakket onderhoud gemengde grasstrook plus binnen de beheerdoelstelling perceelsrandenbeheer zijn dezelfde als de instapvoorwaarden van het beheerpakket aanleg en onderhoud gemengde grasstrook plus binnen de beheerdoelstelling perceelsrandenbeheer, vermeld in artikel 73, eerste lid. Het beheerpakket onderhoud gemengde grasstrook plus binnen de beheerdoelstelling perceelsrandenbeheer omvat naast de beheervoorwaarden van het beheerpakket aanleg en onderhoud gemengde grasstrook plus binnen de beheerdoelstelling erosiebestrijding, vermeld in artikel 31, tweede lid, 3 tot en met 9, de volgende beheervoorwaarde: de grasstrook wordt tot stand gebracht door een bestaande kruidenrijke grasstrook te behouden. De basisnormen van het beheerpakket onderhoud gemengde grasstrook plus binnen de beheerdoelstelling perceelsrandenbeheer zijn dezelfde als de basisnormen van het beheerpakket aanleg en onderhoud gemengde grasstrook plus binnen de beheerdoelstelling erosiebestrijding, vermeld in artikel 31, derde lid. Art. 77. De jaarlijkse beheervergoeding voor het beheerpakket onderhoud gemengde grasstrook plus binnen de beheerdoelstelling perceelsrandenbeheer bedraagt 1996 per hectare. Onderafdeling 7. - Het beheerpakket aanleg en onderhoud bloemenstrook Art. 78. Het beheerpakket aanleg en onderhoud bloemenstrook beoogt het tot stand brengen van voldoende voedselaanbod voor bestuivers. Art. 79. De instapvoorwaarden van het beheerpakket aanleg en onderhoud bloemenstrook zijn: 1 minstens 75 procent van de lengte van de bloemenstrook grenst aan een zuidoost tot zuidwest georiënteerde zijde van een bos of van een houtig landschapselement als vermeld in respectievelijk punt 2 en 6 van bijlage 4; 2 de bloemenstrook wordt jaarlijks als een perceel geregistreerd in de verzamelaanvraag; 3 de bloemenstrook heeft een gemiddelde breedte van zes tot twaalf meter. De beheervoorwaarden van het beheerpakket aanleg en onderhoud bloemenstrook zijn: 1 de bloemenstrook wordt tot stand gebracht door de strook jaarlijks voor 31 mei in te zaaien met een eenjarig bloemenmengsel of door de strook voor 31 mei van het eerste jaar van de beheerovereenkomst in te zaaien met een meerjarig bloemenmengsel of klavermengsel; de voorwaarden waaraan het bloemenmengsel of klavermengsel moet voldoen, zijn opgenomen in bijlage 5, die bij dit besluit is gevoegd; 2 de factuur of het aankoopbewijs en het zaaizaadetiket worden bijgehouden tot drie jaar na afloop van de beheerovereenkomst; 3 het beheerpakket wordt toegepast voor de afmetingen vermeld in de beheerovereenkomst en de bloemenstrook is over de volledige lengte minstens vijf meter breed; 4 de beheerder heeft het beheervoorwerp gedurende de volledige looptijd van de beheerovereenkomst in gebruik volgens de gegevens opgenomen in het GBCS, tenzij het beheervoorwerp wordt overgenomen conform artikel 25 van het besluit van de Vlaamse Regering van 19 september 2014; 5 behoudens het herinzaaien van een bloemenmengsel of klavermengsel en het maaien of klepelen, wordt geen enkele activiteit uitgevoerd op de bloemenstrook; 6 op de bloemenstrook worden geen bestrijdingsmiddelen gebruikt, uitgezonderd voor de manuele pleksgewijze bestrijding van akkerdistel;

32 7 op de bloemenstrook worden geen meststoffen of bodemverbeteringsmiddelen opgebracht; 8 als een meerjarig bloemenmengsel of klavermengsel wordt ingezaaid, wordt de bloemenstrook als volgt beheerd om zo de betere spreiding van de bloei mogelijk te maken: a) in het eerste jaar van de beheerovereenkomst wordt de bloemenstrook volledig gemaaid of geklepeld in de periode vanaf 1 september tot en met 30 september; b) vanaf het tweede jaar van de beheerovereenkomst wordt minstens een derde en maximaal de helft van de bloemenstrook jaarlijks gemaaid of geklepeld in de periode vanaf 15 juni tot en met 15 juli; 9 als een klavermengsel wordt ingezaaid, wordt de bloemenstrook in het derde jaar van de beheerovereenkomst heringezaaid met een bloemenmengsel dat voldoet aan de voorwaarden, vermeld in bijlage 5. Art. 80. De jaarlijkse beheervergoeding voor het beheerpakket aanleg en onderhoud bloemenstrook bedraagt 1972 per hectare. Afdeling 5. - De beheerpakketten die ingezet kunnen worden voor de beheerdoelstelling soortenbescherming Onderafdeling 1. - Het beheergebied voor soortenbescherming Art. 81. [De volgende beheergebieden waarbinnen beheerovereenkomsten gesloten kunnen worden voor beheerpakketten met betrekking tot de beheerdoelstelling soortenbescherming, worden afgebakend: 1 het beheergebied voor weidevogelsoorten: dit beheergebied is afgebakend op de kaart, opgenomen in bijlage 12 die bij dit besluit is gevoegd; 2 het beheergebied voor akkervogelsoorten: dit beheergebied is afgebakend op de kaart, opgenomen in bijlage 13 die bij dit besluit is gevoegd; 3 het beheergebied voor de Natura 2000 soort grauwe kiekendief: dit beheergebied is afgebakend op de kaart, opgenomen in bijlage 14 die bij dit besluit is gevoegd; 4 het beheergebied voor de Natura 2000 soort hamster: dit beheergebied is afgebakend op de kaart, opgenomen in bijlage 15 die bij dit besluit is gevoegd; Deze kaarten, vermeld in het eerste lid, liggen ter inzage bij de maatschappij en worden ook bekendgemaakt op haar website.] Historiek Artikel vervangen bij art. 18 MB 8 december 2016 (B.S., 9 januari 2017, I: 19 januari 2017) [Art. 81/1. Beheerovereenkomsten voor de volgende beheerpakketten kunnen gesloten worden binnen de beheergebieden, vermeld in artikel 81, eerste lid, 1 en 2 : 1 faunabeheer grasland uitgestelde maaidatum; 2 faunabeheer grasland beweiden 20 mei; 3 faunabeheer grasland standweide 15 juni; 4 faunabeheer grasland kuikenweide. Binnen de beheerdoelstelling soortenbescherming kunnen beheerovereenkomsten voor de volgende beheerpakketten gesloten worden binnen de beheergebieden, vermeld in artikel 81, eerste lid, 1 tot en met 4 : 1 aanleg en onderhoud gemengde grasstrook; 2 onderhoud gemengde grasstrook; 3 aanleg en onderhoud gemengde grasstrook plus; 4 onderhoud gemengde grasstrook plus.

33 Beheerovereenkomsten voor het beheerpakket aanleg en onderhoud vluchtstrook kunnen gesloten worden binnen het beheergebied voor weidevogelsoorten, vermeld in artikel 81, eerste lid, 1. Beheerovereenkomsten voor de volgende beheerpakketten kunnen gesloten worden binnen het beheergebied voor de Natura 2000 soort grauwe kiekendief, vermeld in artikel 81, eerste lid, 3 : 1 aanleg en onderhoud gemengde grasstrook vogelakker; 2 aanleg en onderhoud luzernestrook vogelakker. Beheerovereenkomsten voor de volgende beheerpakketten kunnen gesloten worden binnen het beheergebied voor de Natura 2000 soort hamster, vermeld in artikel 81, eerste lid, 4 : 1 aanleg en onderhoud luzernestrook hamster; 2 hamstervriendelijke nateelt. Beheerovereenkomsten voor het beheerpakket faunabeheer akkerland voedselgewas kunnen gesloten worden binnen de beheergebieden, vermeld in artikel 81, eerste lid, 1 tot en met 4, als de beheerwijze, vermeld in artikel 96, tweede lid, 3, a) wordt toegepast. Beheerovereenkomsten voor het beheerpakket faunabeheer akkerland voedselgewas kunnen gesloten worden binnen de beheergebieden, vermeld in artikel 81, eerste lid, 3 en 4, als de beheerwijze, vermeld in artikel 96, tweede lid, 3, b) of c) wordt toegepast.] Historiek Artikel ingevoegd bij art. 19 MB 8 december 2016 (B.S., 9 januari 2017, I: 19 januari 2017) Onderafdeling 2. - De te beschermen soorten Art. 82. De beheerdoelstelling soortenbescherming beoogt de instandhouding en de verbetering van de volgende faunasoorten en hun leefgebied: 1 weidevogelsoorten: tureluur, watersnip, zomertaling, grutto, wulp, slobeend, kievit, scholekster, graspieper, veldleeuwerik, gele kwikstaart; 2 akkervogelsoorten: grauwe gors, geelgors, veldleeuwerik, patrijs, gele kwikstaart, ringmus en kievit; 3 natura 2000 soorten: grauwe kiekendief, grauwe klauwier, kwartelkoning en hamster. Onderafdeling 3. - Het beheerpakket faunabeheer grasland uitgestelde maaidatum Art. 83. Het beheerpakket faunabeheer grasland uitgestelde maaidatum beoogt het bieden van kansen aan weidevogels op een hoger broedsucces door alle activiteiten op het perceel te verbieden tijdens het broedseizoen en de maaidatum uit te stellen. Art. 84. De instapvoorwaarden van het beheerpakket faunabeheer grasland uitgestelde maaidatum zijn: 1 [het perceel ligt in het beheergebied voor het beheerpakket faunabeheer grasland uitgestelde maaidatum, vermeld in artikel 81/1;] 2 het perceel wordt uitgebaat als grasland en als grasland geregistreerd in de verzamelaanvraag; 3 het beheervoorwerp wordt jaarlijks als een perceel geregistreerd in de verzamelaanvraag. [4 het perceel is geschikt om het beheerpakket op toe te passen volgens de beoordeling van de maatschappij.]

34 De beheervoorwaarden van het beheerpakket faunabeheer grasland uitgestelde maaidatum zijn: 1 het beheerpakket wordt toegepast voor de afmetingen vermeld in de beheerovereenkomst; 2 de beheerder heeft het beheervoorwerp gedurende de volledige looptijd van de beheerovereenkomst in gebruik volgens de gegevens opgenomen in het GBCS, tenzij het beheervoorwerp wordt overgenomen conform artikel 25 van het besluit van de Vlaamse Regering van 19 september 2014; 3 de bestaande vegetatie wordt gedurende de volledige looptijd van de beheerovereenkomst in stand gehouden; bijvoorbeeld doorzaaien of herinzaaien is niet toegestaan; 4 vanaf 20 maart tot en met 22 juni wordt op het perceel geen enkele activiteit uitgevoerd; 5 de beheerder houdt een maairegister bij waarin per perceel de maaidata worden genoteerd; de maaidatum wordt ten laatste 7 dagen na het maaien in het register genoteerd. De volgende basisnorm geldt bij het beheerpakket faunabeheer grasland uitgestelde maaidatum: met behoud van de toepassing van het tweede lid, 4 wordt het perceel ofwel begraasd ofwel minstens een keer per jaar gemaaid om verruiging en verbossing tegen te gaan; als gemaaid wordt, wordt het maaisel afgevoerd. Historiek Eerste lid, punt 1 vervangen, punt 4 toegevoegd bij art. 20 MB 8 december 2016 (B.S., 9 januari 2017, I: 19 januari 2017) Art. 85. De jaarlijkse beheervergoeding voor het beheerpakket faunabeheer grasland uitgestelde maaidatum bedraagt 698 per hectare. Onderafdeling 4. - Het beheerpakket faunabeheer grasland beweiden 20 mei Art. 86. Het beheerpakket faunabeheer grasland beweiden 20 mei beoogt het bieden van kansen aan weidevogels op een hoger broedsucces door alle activiteiten op het perceel te verbieden tijdens het broedseizoen en de beweidingsdatum uit te stellen. Art. 87. [De instapvoorwaarden van het beheerpakket faunabeheer grasland beweiden 20 mei zijn: 1 het perceel ligt in het beheergebied voor het beheerpakket faunabeheer grasland, beweiden 20 mei, vermeld in artikel 81/1; 2 het perceel voldoet aan de instapvoorwaarden van het beheerpakket faunabeheer grasland uitgestelde maaidatum, vermeld in artikel 84, eerste lid, 2 tot en met 4.] De beheervoorwaarden van het beheerpakket faunabeheer grasland beweiden 20 mei zijn: 1 het beheerpakket wordt toegepast voor de afmetingen vermeld in de beheerovereenkomst; 2 de beheerder heeft het beheervoorwerp gedurende de volledige looptijd van de beheerovereenkomst in gebruik volgens de gegevens opgenomen in het GBCS, tenzij het beheervoorwerp wordt overgenomen conform artikel 25 van het besluit van de Vlaamse Regering van 19 september 2014; 3 de bestaande vegetatie wordt gedurende de volledige looptijd van de beheerovereenkomst in stand gehouden; bijvoorbeeld doorzaaien of herinzaaien is niet toegestaan;

35 4 vanaf 20 maart tot en met 20 mei wordt op het perceel geen enkele activiteit uitgevoerd; vanaf 21 mei tot en met 15 juni is op het perceel geen enkele activiteit toegestaan behoudens het beweiden met een veebezetting van maximaal 4 dieren per hectare op elk ogenblik. De basisnormen van het beheerpakket faunabeheer grasland beweiden 20 mei zijn: 1 met behoud van de toepassing van het tweede lid, 4 wordt het perceel ofwel begraasd ofwel minstens een keer per jaar gemaaid om verruiging en verbossing tegen te gaan; als gemaaid wordt, wordt het maaisel afgevoerd; 2 als beweiden is toegestaan volgens de beheerovereenkomst dan houdt de beheerder een bemestingsregister op perceelsniveau bij volgens de bepalingen vastgesteld in uitvoering van artikel 24, 5 van het Mestdecreet; het voormeld register wordt bijgehouden voor het betrokken perceel en niet voor de betrokken perceelsgroep. Historiek Eerste lid vervangen bij art. 21 MB 8 december 2016 (B.S., 9 januari 2017, I: 19 januari 2017) Art. 88. De jaarlijkse beheervergoeding voor het beheerpakket faunabeheer grasland beweiden 20 mei bedraagt 116 per hectare. Onderafdeling 5. - Het beheerpakket faunabeheer grasland standweide 15 juni Art. 89. Het beheerpakket faunabeheer grasland standweide 15 juni beoogt het bieden van kansen aan weidevogels op een hoger broedsucces door alle activiteiten op het perceel te verbieden tijdens het broedseizoen uitgezonderd het gebruik als standweide met een beperkte veebezetting tot 15 juni. Art. 90. [De instapvoorwaarden van het beheerpakket faunabeheer grasland standweide 15 juni zijn: 1 het perceel ligt in het beheergebied voor het beheerpakket faunabeheer grasland, standweide 15 juni, vermeld in artikel 81/1; 2 het perceel voldoet aan de instapvoorwaarden van het beheerpakket faunabeheer grasland uitgestelde maaidatum, vermeld in artikel 84, eerste lid, 2 tot en met 4.] De beheervoorwaarden van het beheerpakket faunabeheer grasland standweide 15 juni zijn: 1 het beheerpakket wordt toegepast voor de afmetingen vermeld in de beheerovereenkomst; 2 de beheerder heeft het beheervoorwerp gedurende de volledige looptijd van de beheerovereenkomst in gebruik volgens de gegevens opgenomen in het GBCS, tenzij het beheervoorwerp wordt overgenomen conform artikel 25 van het besluit van de Vlaamse Regering van 19 september 2014; 3 de bestaande vegetatie wordt gedurende de volledige looptijd van de beheerovereenkomst in stand gehouden; bijvoorbeeld doorzaaien of herinzaaien is niet toegestaan; 4 vanaf 20 maart tot en met 15 juni wordt op het perceel geen enkele activiteit uitgevoerd; gedurende deze periode mag het perceel wel gebruikt worden als standweide met een veebezetting van maximaal 2 dieren per hectare op elk ogenblik. De basisnormen van het beheerpakket faunabeheer grasland standweide 15 juni zijn: 1 met behoud van de toepassing van het tweede lid, 4 wordt het perceel ofwel begraasd ofwel minstens een keer per jaar gemaaid om verruiging en verbossing tegen te gaan; als gemaaid wordt, wordt het maaisel afgevoerd;

36 2 als beweiden is toegestaan volgens de beheerovereenkomst dan houdt de beheerder een bemestingsregister op perceelsniveau bij volgens de bepalingen vastgesteld in uitvoering van artikel 24, 5 van het Mestdecreet; het voormeld register wordt bijgehouden voor het betrokken perceel en niet voor de betrokken perceelsgroep. Historiek Eerste lid vervangen bij art. 22 MB 8 december 2016 (B.S., 9 januari 2017, I: 19 januari 2017) Art. 91. De jaarlijkse beheervergoeding voor het beheerpakket faunabeheer grasland standweide 15 juni bedraagt 661 per hectare. Onderafdeling 6. - Het beheerpakket faunabeheer grasland kuikenweide Art. 92. Het beheerpakket faunabeheer grasland kuikenweide beoogt het bieden van kansen aan weidevogelkuikens om uit te vliegen op kruidenrijke graslanden door een beweidingsverbod of beperking van de veebezetting tot 1 juli en door alle activiteiten op het perceel te verbieden tot 1 juli. Art. 93. [De instapvoorwaarden van het beheerpakket faunabeheer grasland kuikenweide zijn: 1 het perceel ligt in het beheergebied voor het beheerpakket faunabeheer grasland kuikenweide, vermeld in artikel 81/1; 2 het perceel voldoet aan de instapvoorwaarden van het beheerpakket faunabeheer grasland uitgestelde maaidatum, vermeld in artikel 84, eerste lid, 2 tot en met 4.] De beheervoorwaarden van het beheerpakket faunabeheer grasland kuikenweide zijn: 1 het beheerpakket wordt toegepast voor de afmetingen vermeld in de beheerovereenkomst; 2 de beheerder heeft het beheervoorwerp gedurende de volledige looptijd van de beheerovereenkomst in gebruik volgens de gegevens opgenomen in het GBCS, tenzij het beheervoorwerp wordt overgenomen conform artikel 25 van het besluit van de Vlaamse Regering van 19 september 2014; 3 de bestaande vegetatie wordt gedurende de volledige looptijd van de beheerovereenkomst in stand gehouden; bijvoorbeeld doorzaaien of herinzaaien is niet toegestaan; 4 het perceel wordt op de volgende wijze beheerd, waarbij de wijze van beheer wordt bepaald in de beheerovereenkomst: a) vanaf 20 maart tot en met 1 juli wordt op het perceel geen enkele activiteit uitgevoerd; gedurende deze periode mag het perceel wel gebruikt worden als standweide met een veebezetting van maximaal 2 dieren per hectare op elk ogenblik; b) vanaf 20 maart tot en met 1 juli wordt op het perceel geen enkele activiteit uitgevoerd; gedurende deze periode mag het perceel ook niet gebruikt worden als standweide. De basisnormen van het beheerpakket faunabeheer grasland kuikenweide zijn: 1 met behoud van de toepassing van het tweede lid, 4 wordt het perceel ofwel begraasd ofwel minstens een keer per jaar gemaaid om verruiging en verbossing tegen te gaan; als gemaaid wordt, wordt het maaisel afgevoerd; 2 als beweiden is toegestaan volgens de beheerovereenkomst dan houdt de beheerder een bemestingsregister op perceelsniveau bij volgens de bepalingen vastgesteld in uitvoering van artikel 24, 5 van het Mestdecreet; het voormeld register wordt bijgehouden voor het betrokken perceel en niet voor de betrokken perceelsgroep.

37 Historiek Eerste lid vervangen bij art. 23 MB 8 december 2016 (B.S., 9 januari 2017, I: 19 januari 2017) Art. 94. De jaarlijkse beheervergoeding voor het beheerpakket faunabeheer grasland kuikenweide bedraagt 761 per hectare. Onderafdeling 7. - Het beheerpakket faunabeheer akkerland voedselgewas Art. 95. Het beheerpakket faunabeheer akkerland voedselgewas beoogt het bieden van kansen aan faunasoorten verbonden aan het landbouwlandschap door tijdens de winterperiode geschikte habitatcondities zoals voedsel en dekking te voorzien zodat deze soorten voldoende fit de winter doorkomen. Art. 96. De instapvoorwaarden van het beheerpakket faunabeheer akkerland voedselgewas zijn: 1 het perceel ligt in het beheergebied voor soortenbescherming, vermeld in artikel 81; 2 het beheervoorwerp wordt jaarlijks als een perceel geregistreerd in de verzamelaanvraag. [3 het perceel is geschikt om het beheerpakket op toe te passen volgens de beoordeling van de maatschappij.] De beheervoorwaarden van het beheerpakket faunabeheer akkerland voedselgewas zijn: 1 het beheerpakket wordt toegepast voor de afmetingen vermeld in de beheerovereenkomst; 2 de beheerder heeft het beheervoorwerp gedurende de volledige looptijd van de beheerovereenkomst in gebruik volgens de gegevens opgenomen in het GBCS, tenzij het beheervoorwerp wordt overgenomen conform artikel 25 van het besluit van de Vlaamse Regering van 19 september 2014; 3 [het perceel wordt op de volgende wijze beheerd, waarbij de wijze van beheer wordt bepaald in de beheerovereenkomst: a) het perceel wordt ofwel jaarlijks voor 31 mei ingezaaid met een eenjarig zaadleverend gewas, ofwel tweejaarlijks voor 31 mei ingezaaid met een meerjarig zaadleverend gewas. Het zaadleverende gewas of gewasmengsel bestaat minstens uit een van de soorten, vermeld in bijlage 8. Het gewas wordt niet geoogst of ondergewerkt voor 15 maart van het volgende jaar; b) het perceel wordt opgedeeld in twee gelijke delen, waarbij de delen als volgt worden beheerd: 1) beide delen worden in het eerste jaar van de beheerovereenkomst voor 31 mei ingezaaid met een zomergraan; 2) het eerste deel wordt als volgt beheerd: i) het eerste deel van het perceel wordt in het tweede en het vierde jaar van de beheerovereenkomst voor 31 mei ingezaaid met een zomergraan; ii) het eerste deel van het perceel wordt in het derde en het vijfde jaar van de beheerovereenkomst niet opnieuw ingezaaid, maar alleen geklepeld in de periode van 15 augustus tot en met 1 oktober; 3) het tweede deel wordt als volgt beheerd: i) het tweede deel van het perceel wordt in het tweede en vierde jaar van de beheerovereenkomst niet opnieuw ingezaaid, maar alleen geklepeld in de periode van 15 augustus tot en met 1 oktober; ii) het tweede deel van het perceel wordt in het derde en vijfde jaar van de beheerovereenkomst voor 31 mei ingezaaid met een zomergraan; 4) het zomergraan mag op beide delen van het perceel nooit geoogst worden;

38 c) het perceel wordt opgedeeld in twee gelijke delen, waarbij de delen als volgt worden beheerd: 1) het eerste deel wordt als volgt beheerd: i) het eerste deel van het perceel wordt in het eerste jaar van de beheerovereenkomst voor 31 mei ingezaaid met een zomergraan, behalve als er op dat deel van het perceel al een wintergraan is ingezaaid net voor de start van de beheerovereenkomst. In dat geval kan het wintergraan blijven staan; ii) het eerste deel van het perceel mag in het tweede en het vierde jaar van de beheerovereenkomst geklepeld worden in de periode van 15 augustus tot en met 1 oktober; iii) het eerste deel van het perceel wordt in het najaar van het tweede en het vierde jaar van de beheerovereenkomst voor 31 december ingezaaid met een wintergraan; 2) het tweede deel van het perceel wordt als volgt beheerd: i) het tweede deel van het perceel wordt in het eerste jaar van de beheerovereenkomst voor 31 mei ingezaaid met Japanse haver, gevolgd door de inzaai van een wintergraan voor 31 december. De Japanse haver mag geklepeld of gemaaid worden in de periode van 15 augustus tot en met 1 oktober; ii) het tweede deel van het perceel mag in het derde jaar van de beheerovereenkomst geklepeld worden in de periode van 15 augustus tot en met 1 oktober; iii) het tweede deel van het perceel wordt in het derde jaar van de beheerovereenkomst voor 31 december ingezaaid met een wintergraan; iv) het tweede deel van het perceel wordt in het vijfde jaar van de beheerovereenkomst voor 31 mei ingezaaid met Japanse haver; 3) het graan mag op beide delen van het perceel nooit geoogst worden.] 4 het gewas wordt niet geoogst of ondergewerkt voor 15 maart van het volgende jaar. De volgende basisnorm geldt bij het beheerpakket faunabeheer akkerland voedselgewas: geen handelingen verrichten met het opzet om vogels of hun nesten te verstoren of te vernietigen. Historiek Punt 3 toegevoegd aan eerste lid, in het tweede lid punt 3 vervangen bij art. 24 MB 8 december 2016 (B.S., 9 januari 2017, I: 19 januari 2017) Art. 97. De jaarlijkse beheervergoeding voor het beheerpakket faunabeheer akkerland voedselgewas bedraagt 1931 per hectare. Onderafdeling 8. - Het beheerpakket aanleg en onderhoud gemengde grasstrook binnen de beheerdoelstelling soortenbescherming Art. 98. Het beheerpakket aanleg en onderhoud gemengde grasstrook binnen de beheerdoelstelling soortenbescherming beoogt het bieden van een voldoende geschikt leefgebied aan faunasoorten verbonden aan het landbouwlandschap door het aanleggen en onderhouden van kruidenrijke grasstroken waarop een aangepast maaibeheer wordt gevoerd. De grasstrook, vermeld in het eerste lid, wordt ingezaaid met een graskruidenmengsel. Bijlage 5 die bij dit besluit is gevoegd, bepaalt de samenstelling waaraan dit graskruidenmengsel moet voldoen.

39 Art. 99. De instapvoorwaarden van het beheerpakket aanleg en onderhoud gemengde grasstrook binnen de beheerdoelstelling soortenbescherming zijn: 1 [de grasstrook ligt op een perceel landbouwgrond dat ligt binnen het beheergebied voor het beheerpakket aanleg en onderhoud gemengde grasstrook, vermeld in artikel 81/1;] 2 het beheervoorwerp wordt jaarlijks als een perceel geregistreerd in de verzamelaanvraag; 3 het perceel is geschikt om het beheerpakket op toe te passen volgens de beoordeling van de maatschappij; 4 de grasstrook is gemiddeld negen tot dertig meter breed; 5 als het perceel waarlangs de grasstrook ligt, wordt uitgebaat als meerjarig fruit- of sierteelt dan ligt de grasstrook niet op de werkgang. De beheervoorwaarden van het beheerpakket aanleg en onderhoud gemengde grasstrook binnen de beheerdoelstelling soortenbescherming zijn dezelfde als de beheervoorwaarden van het beheerpakket aanleg en onderhoud gemengde grasstrook binnen de beheerdoelstelling erosiebestrijding, vermeld in artikel 25, tweede lid. De basisnormen van het beheerpakket aanleg en onderhoud gemengde grasstrook binnen de beheerdoelstelling soortenbescherming zijn dezelfde als de basisnormen van het beheerpakket aanleg en onderhoud gemengde grasstrook binnen de beheerdoelstelling erosiebestrijding, vermeld in artikel 25, derde lid. Historiek Eerste lid, punt 1 vervangen bij art. 25 MB 8 december 2016 (B.S., 9 januari 2017, I: 19 januari 2017) Art De jaarlijkse beheervergoeding voor het beheerpakket aanleg en onderhoud gemengde grasstrook binnen de beheerdoelstelling soortenbescherming bedraagt 1812 per hectare. Onderafdeling 9. - Het beheerpakket onderhoud gemengde grasstrook Art Het beheerpakket onderhoud gemengde grasstrook binnen de beheerdoelstelling soortenbescherming beoogt het bieden van een voldoende geschikt leefgebied aan faunasoorten verbonden aan het landbouwlandschap door het onderhouden van kruidenrijke grasstroken waarop een aangepast maaibeheer wordt gevoerd. Art De instapvoorwaarden van het beheerpakket onderhoud gemengde grasstrook binnen de beheerdoelstelling soortenbescherming zijn dezelfde als de instapvoorwaarden van het beheerpakket aanleg en onderhoud gemengde grasstrook binnen de beheerdoelstelling soortenbescherming, vermeld in artikel 99, eerste lid. Het beheerpakket onderhoud gemengde grasstrook binnen de beheerdoelstelling soortenbescherming omvat naast de beheervoorwaarden van het beheerpakket aanleg en onderhoud gemengde grasstrook binnen de beheerdoelstelling erosiebestrijding, vermeld in artikel 25, tweede lid, 3 tot en met 9, de volgende beheervoorwaarde: de grasstrook wordt tot stand gebracht door een bestaande kruidenrijke grasstrook te behouden. De basisnormen van het beheerpakket onderhoud gemengde grasstrook binnen de beheerdoelstelling soortenbescherming zijn dezelfde als de basisnormen van het beheerpakket aanleg en onderhoud gemengde grasstrook binnen de beheerdoelstelling erosiebestrijding, vermeld in artikel 25, derde lid.

40 Art De jaarlijkse beheervergoeding voor het beheerpakket onderhoud gemengde grasstrook binnen de beheerdoelstelling soortenbescherming bedraagt 1700 per hectare. Onderafdeling 10 - Het beheerpakket aanleg en onderhoud gemengde grasstrook plus Art Het beheerpakket aanleg en onderhoud gemengde grasstrook plus binnen de beheerdoelstelling soortenbescherming beoogt het bieden van een voldoende geschikt leefgebied aan faunasoorten verbonden aan het landbouwlandschap door het aanleggen en onderhouden van kruidenrijke grasstroken waarop een aangepast maaibeheer wordt gevoerd zodat een structuurrijke vegetatie bekomen wordt. De grasstrook, vermeld in het eerste lid, wordt ingezaaid met een graskruidenmengsel. Bijlage 5 die bij dit besluit is gevoegd, bepaalt de samenstelling waaraan dit graskruidenmengsel moet voldoen. Art De instapvoorwaarden van het beheerpakket aanleg en onderhoud gemengde grasstrook plus binnen de beheerdoelstelling soortenbescherming zijn dezelfde als de instapvoorwaarden van het beheerpakket aanleg en onderhoud gemengde grasstrook binnen de beheerdoelstelling soortenbescherming, vermeld in artikel 99, eerste lid. De beheervoorwaarden van het beheerpakket aanleg en onderhoud gemengde grasstrook plus binnen de beheerdoelstelling soortenbescherming zijn dezelfde als de beheervoorwaarden van het beheerpakket aanleg en onderhoud gemengde grasstrook plus binnen de beheerdoelstelling erosiebestrijding, vermeld in artikel 31, tweede lid. De basisnormen van het beheerpakket aanleg en onderhoud gemengde grasstrook plus binnen de beheerdoelstelling soortenbescherming zijn dezelfde als de basisnormen van het beheerpakket aanleg en onderhoud gemengde grasstrook plus binnen de beheerdoelstelling erosiebestrijding, vermeld in artikel 31, derde lid. Art De jaarlijkse beheervergoeding voor het beheerpakket aanleg en onderhoud gemengde grasstrook plus binnen de beheerdoelstelling soortenbescherming bedraagt 2108 per hectare. Onderafdeling 11 - Het beheerpakket onderhoud gemengde grasstrook plus Art Het beheerpakket onderhoud gemengde grasstrook plus binnen de beheerdoelstelling soortenbescherming beoogt het bieden van een voldoende geschikt leefgebied aan faunasoorten verbonden aan het landbouwlandschap door het onderhouden van kruidenrijke grasstroken waarop een aangepast maaibeheer wordt gevoerd zodat een structuurrijke vegetatie bekomen wordt. Art De instapvoorwaarden van het beheerpakket onderhoud gemengde grasstrook plus binnen de beheerdoelstelling soortenbescherming zijn dezelfde als de instapvoorwaarden van het beheerpakket aanleg en onderhoud gemengde grasstrook binnen de beheerdoelstelling soortenbescherming, vermeld in artikel 99, eerste lid. Het beheerpakket onderhoud gemengde grasstrook plus binnen de beheerdoelstelling soortenbescherming omvat naast de beheervoorwaarden van het beheerpakket aanleg en onderhoud gemengde grasstrook plus binnen de beheerdoelstelling erosiebestrijding, vermeld in artikel 31, tweede lid, 3 tot en met 9, de volgende

41 beheervoorwaarde: de grasstrook wordt tot stand gebracht door een bestaande kruidenrijke grasstrook te behouden. De basisnormen van het beheerpakket onderhoud gemengde grasstrook plus binnen de beheerdoelstelling soortenbescherming zijn dezelfde als de basisnormen van het beheerpakket aanleg en onderhoud gemengde grasstrook plus binnen de beheerdoelstelling erosiebestrijding, vermeld in artikel 31, derde lid. Art De jaarlijkse beheervergoeding voor het beheerpakket onderhoud gemengde grasstrook plus binnen de beheerdoelstelling soortenbescherming bedraagt 1996 per hectare. Onderafdeling Het beheerpakket aanleg en onderhoud vluchtstrook Art Het beheerpakket aanleg en onderhoud vluchtstrook beoogt het bieden van voldoende geschikte leefgebieden aan weidevogelsoorten door een aangepast maaibeheer op de vluchtstrook. Art De instapvoorwaarden van het beheerpakket aanleg en onderhoud vluchtstrook zijn: 1 [de vluchtstrook ligt op een perceel landbouwgrond dat ligt binnen het beheergebied voor het beheerpakket aanleg en onderhoud vluchtstrook, vermeld in artikel 81/1;] 2 het beheervoorwerp wordt jaarlijks als een perceel geregistreerd in de verzamelaanvraag; 3 het perceel is geschikt om het beheerpakket op toe te passen volgens de beoordeling van de maatschappij; 4 de vluchtstrook ligt niet langs een waterloop opgenomen in de Vlaamse Hydrologische Atlas; 5 de vluchtstrook is gemiddeld zes tot dertig meter breed. De beheervoorwaarden van het beheerpakket aanleg en onderhoud vluchtstrook zijn: 1 het beheerpakket wordt toegepast voor de afmetingen vermeld in de beheerovereenkomst en de grasstrook is over de volledige lengte minstens vijf meter breed; 2 de beheerder heeft het beheervoorwerp gedurende de volledige looptijd van de beheerovereenkomst in gebruik volgens de gegevens opgenomen in het GBCS, tenzij het beheervoorwerp wordt overgenomen conform artikel 25 van het besluit van de Vlaamse Regering van 19 september 2014; 3 de vluchtstrook wordt tot stand gebracht door een bestaande grasstrook te behouden of door de strook voor 31 mei van het eerste jaar van de beheerovereenkomst in te zaaien met een gras- of een graskruidenmengsel; 4 de vluchtstrook bestaat gedurende de volledige looptijd van de beheerovereenkomst uit een aaneengesloten grasmat; schade aan de grasmat moet meteen hersteld worden; 5 op de vluchtstrook worden geen bestrijdingsmiddelen gebruikt, uitgezonderd voor de manuele pleksgewijze bestrijding van akkerdistel; 6 op de vluchtstrook worden geen meststoffen of bodemverbeteringsmiddelen opgebracht; 7 de vluchtstrook mag gemaaid of geklepeld worden vanaf 22 juni; 8 op de vluchtstrook wordt geen enkele activiteit uitgevoerd, behoudens maaien of klepelen. De basisnormen van het beheerpakket aanleg en onderhoud vluchtstrook zijn 1 de vluchtstrook wordt minstens om de twee jaar gemaaid waarbij het maaisel wordt afgevoerd om verruiging en verbossing tegen te gaan; 2 geen handelingen verrichten met het opzet om vogels of hun nesten te verstoren of te vernietigen; 3 op het perceel worden de bemestingsnormen, vermeld in het Mestdecreet, nageleefd.

42 Historiek Eerste lid, punt 1 vervangen bij art. 26 MB 8 december 2016 (B.S., 9 januari 2017, I: 19 januari 2017) Art De jaarlijkse beheervergoeding voor het beheerpakket aanleg en onderhoud vluchtstrook bedraagt 1616 per hectare. [Onderafdeling 12/1. Het beheerpakket aanleg en onderhoud luzernestrook vogelakker Art. 112/1. Het beheerpakket aanleg en onderhoud luzernestrook vogelakker beoogt de inrichting van percelen als foerageergebied voor de grauwe kiekendief. Art. 112/2. De instapvoorwaarden van het beheerpakket aanleg en onderhoud luzernestrook vogelakker zijn: 1 de luzernestrook ligt op een perceel landbouwgrond dat ligt binnen het beheergebied voor het beheerpakket aanleg en onderhoud luzernestrook vogelakker, vermeld in artikel 81/1; 2 het beheervoorwerp wordt jaarlijks als een perceel geregistreerd in de verzamelaanvraag; 3 het perceel is geschikt om het beheerpakket op toe te passen volgens de beoordeling van de maatschappij; 4 de luzernestrook is gemiddeld negen tot achttien meter breed; 5 de luzernestrook grenst altijd met een lange zijde aan een gemengde grasstrook vogelakker als vermeld in artikel 112/5. De beheervoorwaarden van het beheerpakket aanleg en onderhoud luzernestrook vogelakker zijn: 1 het beheerpakket wordt toegepast voor de afmetingen vermeld in de beheerovereenkomst en de luzernestrook is over de volledige lengte minstens vijf meter breed; 2 de beheerder heeft het beheervoorwerp gedurende de volledige looptijd van de beheerovereenkomst in gebruik volgens de gegevens opgenomen in het GBCS, tenzij het beheervoorwerp wordt overgenomen conform artikel 25 van het besluit van de Vlaamse Regering van 19 september 2014; 3 de luzernestrook wordt tot stand gebracht door een bestaande luzernestrook te behouden of door de strook voor 1 mei van het eerste jaar van de beheerovereenkomst in te zaaien met luzerne of een mengsel van luzerne, rode klaver en voederwikke waarbij het mengsel uit minimaal 75 % luzerne bestaat; 4 vanaf het derde jaar van de beheerovereenkomst mag de luzernestrook eenmaal opnieuw ingezaaid worden met luzerne of een mengsel van luzerne, rode klaver en voederwikke waarbij het mengsel uit minimaal 75 % luzerne bestaat; de luzernestrook wordt ingezaaid tussen 1 januari en 1 mei; 5 op de luzernestrook worden geen bestrijdingsmiddelen gebruikt, uitgezonderd voor de manuele pleksgewijze bestrijding van akkerdistel; 6 de luzernestrook wordt jaarlijks drie keer gemaaid waarbij het maaisel wordt afgevoerd binnen vijftien dagen na het maaien, de eerste maaibeurt wordt uitgevoerd in de periode vanaf 1 mei tot en met 31 mei; de tweede maaibeurt wordt minstens zestig dagen later uitgevoerd dan de eerste maaibeurt en uiterlijk voor 1 september; de derde maaibeurt gebeurt in de periode vanaf 1 oktober tot en met 1 maart van het daaropvolgend kalenderjaar; de derde maaibeurt mag vervangen worden door klepelen of door maaienzonder dat het maaisel afgevoerd wordt; in het eerste jaar van de beheerovereenkomst mag ook de eerste maaibeurt vervangen worden door klepelen of maaien zonder afvoeren van het maaisel;

43 7 op de luzernestrook wordt geen enkele activiteit uitgevoerd, behalve maaien of klepelen of het opbrengen van meststoffen; 8 de beheerder houdt een register bij waarin per luzernestrook alle maaidata en klepeldata worden genoteerd; de data worden ten laatste zeven dagen na het maaien of klepelen in het register genoteerd. De basisnormen van het beheerpakket aanleg en onderhoud luzernestrook vogelakker zijn: 1 als de luzernestrook in een oeverzone ligt als vermeld in artikel 3, 2, 43 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, wordt het verbod op het gebruik van pesticiden vermeld in artikel 10, 1, 2 van het voormelde decreet nageleefd; 2 met behoud van de toepassing van het tweede lid, 6 wordt de luzernestrook minstens om de twee jaar gemaaid waarbij het maaisel wordt afgevoerd om verruiging en verbossing tegen te gaan; 3 geen handelingen verrichten met het opzet om vogels of hun nesten te verstoren of te vernietigen. Art. 112/3. De jaarlijkse beheervergoeding voor het beheerpakket aanleg en onderhoud luzernestrook vogelakker bedraagt 1764 per hectare.] Historiek Onderafdeling 12/1 bestaande uit artikel 112/1 tot en met 112/3 toegevoegd aan hoofdstuk 4, afdeling 5 bij art. 27 MB 8 december 2016 (B.S., 9 januari 2017, I: 19 januari 2017) [Onderafdeling 12/2. Het beheerpakket aanleg en onderhoud gemengde grasstrook vogelakker Art. 112/4. Het beheerpakket aanleg en onderhoud gemengde grasstrook vogelakker beoogt de inrichting van percelen als foerageergebied voor de grauwe kiekendief. Art. 112/5. De instapvoorwaarden van het beheerpakket aanleg en onderhoud gemengde grasstrook vogelakker zijn: 1 de gemengde grasstrook ligt op een perceel landbouwgrond dat ligt binnen het beheergebied voor het beheerpakket aanleg en onderhoud gemengde grasstrook vogelakker, vermeld in artikel 81/1; 2 het beheervoorwerp wordt jaarlijks als een perceel geregistreerd in de verzamelaanvraag; 3 het perceel is geschikt om het beheerpakket op toe te passen volgens de beoordeling van de maatschappij; 4 de gemengde grasstrook is gemiddeld negen tot achttien meter breed; 5 de gemengde grasstrook grenst steeds met een lange zijde aan een luzernestrook vogelakker als vermeld in artikel 112/2; De beheervoorwaarden van het beheerpakket aanleg en onderhoud gemengde grasstrook vogelakker zijn: 1 de grasstrook wordt tot stand gebracht door de strook voor 31 mei van het eerste jaar van de beheerovereenkomst in te zaaien met een graskruidenmengsel als vermeld in bijlage 5, die bij dit besluit is gevoegd; 2 de factuur of het aankoopbewijs en het zaaizaadetiket worden bijgehouden tot drie jaar na afloop van de beheerovereenkomst;

44 3 het beheerpakket wordt toegepast voor de afmetingen vermeld in de beheerovereenkomst en de grasstrook is over de volledige lengte minstens vijf meter breed; 4 de beheerder heeft het beheervoorwerp gedurende de volledige looptijd van de beheerovereenkomst in gebruik volgens de gegevens opgenomen in het GBCS, tenzij het beheervoorwerp wordt overgenomen conform artikel 25 van het besluit van de Vlaamse Regering van 19 september 2014; 5 op de grasstrook worden geen bestrijdingsmiddelen gebruikt, uitgezonderd voor de manuele pleksgewijze bestrijding van akkerdistel; 6 op de grasstrook worden geen meststoffen of bodemverbeteringsmiddelen opgebracht; 7 de grasstrook wordt jaarlijks gemaaid in de periode vanaf 15 augustus tot en met 31 oktober waarbij het maaisel wordt afgevoerd binnen vijftien dagen na het maaien; minimaal een derde en maximaal de helft van de breedte van de grasstrook moet gemaaid worden; de ligging van het ongemaaide deel van de grasstrook wisselt elk jaar; 8 op de grasstrook wordt geen enkele activiteit uitgevoerd, behalve maaien en afvoeren van het maaisel; 9 de beheerder houdt een maairegister bij waarin per grasstrook de maaidata worden genoteerd; de maaidata worden uiterlijk zeven dagen na het maaien in het register genoteerd. De basisnormen van het beheerpakket aanleg en onderhoud gemengde grasstrook vogelakker zijn: 1 met behoud van de toepassing van het tweede lid, 7 wordt de grasstrook minstens om de twee jaar gemaaid waarbij het maaisel wordt afgevoerd om verruiging en verbossing tegen te gaan; 2 geen handelingen verrichten met het opzet om vogels of hun nesten te verstoren of te vernietigen; 3 als de grasstrook ligt langs een waterloop, als vermeld in artikel 21, tweede lid van het Mestdecreet wordt het verbod om meststoffen op of in de bodem te brengen, vermeld in artikel 21, eerste lid, 1, 2 en 3 van het Mestdecreet, nageleefd; 4 als de grasstrook ligt in een oeverzone als vermeld in artikel 3, 2, 43 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, wordt het verbod op het gebruik van pesticiden vermeld in artikel 10, 1, 2 van het voormelde decreet van 18 juli 2003 nageleefd. Art. 112/6. De jaarlijkse beheervergoeding voor het beheerpakket aanleg en onderhoud gemengde grasstrook vogelakker bedraagt 2247 per hectare.] Historiek Onderafdeling 12/2 bestaande uit artikel 112/4 tot en met 112/6 toegevoegd aan hoofdstuk 4, afdeling 5 bij art. 28 MB 8 december 2016 (B.S., 9 januari 2017, I: 19 januari 2017) [Onderafdeling 12/3. Het beheerpakket aanleg en onderhoud luzernestrook hamster Art. 112/7. Het beheerpakket aanleg en onderhoud luzernestrook hamster beoogt hamsters kansen te bieden door in voedsel en dekking te voorzien op vaste plaatsen binnen het landbouwlandschap. Art. 112/8. De instapvoorwaarden van het beheerpakket aanleg en onderhoud luzernestrook hamster zijn: 1 de luzernestrook ligt op een perceel landbouwgrond dat ligt binnen het beheergebied voor het beheerpakket aanleg en onderhoud luzernestrook hamster, vermeld in artikel 81/1;

45 2 het beheervoorwerp wordt jaarlijks als een perceel geregistreerd in de verzamelaanvraag; 3 het perceel is geschikt om het beheerpakket op toe te passen volgens de beoordeling van de maatschappij; 4 de luzernestrook is gemiddeld minstens twintig meter breed. De beheervoorwaarden van het beheerpakket aanleg en onderhoud luzernestrook hamster zijn: 1 het beheerpakket wordt toegepast voor de afmetingen vermeld in de beheerovereenkomst en de luzernestrook is over de volledige lengte minstens vijf meter breed; 2 de beheerder heeft het beheervoorwerp gedurende de volledige looptijd van de beheerovereenkomst in gebruik volgens de gegevens opgenomen in het GBCS, tenzij het beheervoorwerp wordt overgenomen conform artikel 25 van het besluit van de Vlaamse Regering van 19 september 2014; 3 de luzernestrook wordt tot stand gebracht door een bestaande luzernestrook te behouden of door de strook voor 1 mei van het eerste jaar van de beheerovereenkomst in te zaaien met luzerne of een mengsel van luzerne, rode klaver en voederwikke waarbij het mengsel uit minimaal 75 % luzerne bestaat; 4 op de luzernestrook worden geen bestrijdingsmiddelen gebruikt, uitgezonderd voor de manuele pleksgewijze bestrijding van akkerdistel; 5 op de strook worden geen meststoffen of bodemverbeteringsmiddelen opgebracht, uitgezonderd voorafgaand aan de inzaai van de luzerne; 6 de luzernestrook wordt in het eerste jaar van de beheerovereenkomst twee maal gemaaid of twee maal geklepeld voor 1 oktober; de eerste maai- of klepelbeurt gebeurt in de periode vanaf 1 mei tot en met 31 mei; 7 de luzernestrook wordt in het tweede en het derde jaar van de beheerovereenkomst jaarlijks minstens eenmaal gemaaid of geklepeld in de periode vanaf 1 oktober tot en met 1 maart van het daaropvolgend kalenderjaar; 8 de luzernestrook wordt in het vierde jaar van de beheerovereenkomst ingezaaid met wintertarwe in de periode vanaf 1 november tot en met 31 december en de wintertarwe wordt gedurende het vijfde jaar van de beheerovereenkomst behouden; 9 op de luzernestrook wordt geen enkele activiteit uitgevoerd, behoudens maaien of klepelen of het inzaaien van wintertarwe; 10 de beheerder houdt een register bij waarin per luzernestrook alle maaidata, klepeldata en inzaaidata worden genoteerd; de data worden ten laatste zeven dagen na het inzaaien, maaien of klepelen in het register genoteerd. De basisnormen van het beheerpakket aanleg en onderhoud luzernestrook hamster zijn: 1 de luzernestrook wordt minstens om de twee jaar gemaaid waarbij het maaisel wordt afgevoerd om verruiging en verbossing tegen te gaan; 2 geen handelingen verrichten met het opzet om vogels of hun nesten te verstoren of te vernietigen; 3 als de luzernestrook ligt langs een waterloop, als vermeld in artikel 21, tweede lid van het Mestdecreet van 22 december 2006 wordt het verbod om meststoffen op of in de bodem te brengen, vermeld in artikel 21, eerste lid, 1, 2 en 3 van het voormelde decreet, nageleefd; 4 als de luzernestrook ligt in een oeverzone als vermeld in artikel 3, 2, 43 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, wordt het verbod op het gebruik van pesticiden vermeld in artikel 10, 1, 2 van het voormelde decreet nageleefd.

46 Art. 112/9. De jaarlijkse beheervergoeding voor het beheerpakket aanleg en onderhoud luzernestrook hamster bedraagt 1871 per hectare.] Historiek Onderafdeling 12/3 bestaande uit artikel 112/7 tot en met 112/9 toegevoegd aan hoofdstuk 4, afdeling 5 bij art. 29 MB 8 december 2016 (B.S., 9 januari 2017, I: 19 januari 2017) [Onderafdeling 12/4. Het beheerpakket hamstervriendelijke nateelt Art. 112/10. Het beheerpakket hamstervriendelijke nateelt beoogt hamsters kansen te bieden door in voedsel en dekking te voorzien binnen het beheergebied voor de hamster. Art. 112/11. De instapvoorwaarden van het beheerpakket hamstervriendelijke nateelt zijn: 1 het jaar voorafgaand aan de start van de beheerovereenkomst heeft de beheerder volgens de gegevens opgenomen in het GBCS minstens 0,5 hectare bouwland in gebruik dat ligt binnen het beheergebied voor het beheerpakket hamstervriendelijke nateelt, vermeld in artikel 81/1; 2 de maatschappij beoordeelt welke percelen geschikt zijn om het beheerpakket op toe te passen; de oppervlakte van de percelen die geschikt zijn om het beheerpakket op toe te passen, vormen de maximale contractoppervlakte; 3 de minimale oppervlakte waarop het beheerpakket wordt toegepast, wordt vermeld in de beheerovereenkomst en bedraagt minstens 0,5 hectare; 4 jaarlijks melden in de verzamelaanvraag op welke percelen het beheerpakket wordt toegepast. De gemelde percelen liggen binnen het beheergebied voor het beheerpakket hamstervriendelijke nateelt, vermeld in artikel 81/1. De beheervoorwaarden van het beheerpakket hamstervriendelijke nateelt zijn: 1 de oppervlakte correct gemelde percelen is minstens de minimale oppervlakte, vermeld in de beheerovereenkomst; 2 de beheerder heeft de gemelde percelen gedurende het volledige jaar in gebruik volgens de gegevens opgenomen in het GBCS, tenzij het beheervoorwerp wordt overgenomen conform artikel 25 van het besluit van de Vlaamse Regering van 19 september 2014; 3 op de gemelde percelen wordt binnen veertien dagen na de oogst van de hoofdteelt en uiterlijk voor 1 augustus een nateelt ingezaaid; de nateelt wordt behouden tot 1 maart van het daaropvolgend kalenderjaar; 4 de nateelt wordt ingezaaid met een mengsel als vermeld in bijlage 5, die bij dit besluit is gevoegd; 5 de facturen of de aankoopbewijzen en de zaaizaadetiketten van de jaarlijks ingezaaide nateelten worden bijgehouden tot drie jaar na afloop van de beheerovereenkomst; 6 op de gemelde percelen worden geen bestrijdingsmiddelen gebruikt na de inzaai van de nateelt, uitgezonderd voor de manuele pleksgewijze bestrijding van akkerdistel; 7 de beheerder houdt een register bij waarin jaarlijks per gemeld perceel de inzaaidata van de nateelt en de oogstdata van hoofd- en nateelt worden genoteerd; de data worden uiterlijk zeven dagen na het inzaaien en het oogsten in het register genoteerd; 8 in afwijking van punt 3 hoeft de nateelt maar behouden worden tot 1 november als de nateelt gevolgd wordt door een wintergraan. De volgende basisnorm geldt bij het beheerpakket hamstervriendelijke nateelt: als de gemelde percelen gelegen zijn in een oeverzone als vermeld in artikel 3, 2, 43 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, wordt het verbod op het gebruik van pesticiden vermeld in artikel 10, 1, 2 van het voormelde decreet nageleefd.

47 Art. 112/12. De jaarlijkse beheervergoeding voor het beheerpakket hamstervriendelijke nateelt bedraagt 130 per hectare.] Historiek Onderafdeling 12/4 bestaande uit artikel 112/10 tot en met 112/12 toegevoegd aan hoofdstuk 4, afdeling 5 bij art. 30 MB 8 december 2016 (B.S., 9 januari 2017, I: 19 januari 2017) Afdeling 6. - De beheerpakketten die ingezet kunnen worden voor de beheerdoelstelling bijdragen aan de realisatie van instandhoudingsdoelstellingen Onderafdeling 1. - Het beheergebied voor de beheerdoelstelling bijdragen aan de realisatie van instandhoudingsdoelstellingen Art Het beheergebied waarbinnen beheerovereenkomsten gesloten kunnen worden voor het beheerpakket verminderde bemesting grasland en het beheerpakket verminderde bemesting akkerland, wordt door de minister afgebakend op voorstel van het Agentschap voor Natuur en Bos. Art Het beheergebied waarbinnen beheerovereenkomsten gesloten kunnen worden voor het beheerpakket fosfaatuitmijning akkerland, wordt door de minister afgebakend op voorstel van het Agentschap voor Natuur en Bos. Onderafdeling 2. - Het beheerpakket verminderde bemesting grasland Art Het beheerpakket verminderde bemesting grasland beoogt het creëren van geschikte abiotische condities op grasland gelegen in of rond speciale beschermingszones. Art De instapvoorwaarden van het beheerpakket verminderde bemesting grasland zijn: 1 het perceel ligt in het beheergebied voor het beheerpakket verminderde bemesting grasland, vermeld in artikel 113; 2 het perceel wordt uitgebaat als grasland en als grasland geregistreerd in de verzamelaanvraag; 3 het beheervoorwerp wordt jaarlijks als een perceel geregistreerd in de verzamelaanvraag; 4 op het perceel waarop het beheerpakket wordt toegepast: a) zijn de bemestingsnormen van [artikel 13, 2], van het Mestdecreet van toepassing. Bijgevolg kan het beheerpakket niet worden toegepast op onder meer een perceel waarvoor een derogatie is toegestaan conform het Mestdecreet, waarvoor een afwijking geldt van de bemestingsnormen van [artikel 13, 2], van het Mestdecreet, of waarvoor conform het Mestdecreet een beperking van de bemesting wordt opgelegd ten gevolgde van de overschrijding van de nitraatresidudrempelwaarde; b) [geldt geen beperking van de bemesting met toepassing van artikel 41bis en 41ter van het Mestdecreet van 22 december 2006.] De beheervoorwaarden van het beheerpakket verminderde bemesting grasland zijn: 1 het beheerpakket wordt toegepast voor de afmetingen vermeld in de beheerovereenkomst; 2 de beheerder heeft het beheervoorwerp gedurende de volledige looptijd van de beheerovereenkomst in gebruik volgens de gegevens opgenomen in het GBCS, tenzij het beheervoorwerp wordt overgenomen conform artikel 25 van het besluit van de Vlaamse Regering van 19 september 2014; 3 op het perceel worden geen meststoffen of bodemverbeteringsmiddelen opgebracht;

48 4 de bestaande vegetatie wordt gedurende de volledige looptijd van de beheerovereenkomst in stand gehouden; bijvoorbeeld doorzaaien of herinzaaien is niet toegestaan; 5 de beheerder laat jaarlijks op alle percelen van het bedrijf die groter zijn dan 0,3 hectare een nitraatresidubepaling uitvoeren met inachtneming van de volgende voorwaarden: a) de nitraatresidubepaling gebeurt jaarlijks in de periode vanaf 1 oktober tot en met 15 november door een erkend laboratorium in de discipline bodem, deeldomein bemesting als vermeld in artikel 6, 5, d) van het besluit van de Vlaamse Regering van 19 november 2010 tot vaststelling van het Vlaams reglement inzake erkenningen met betrekking tot het leefmilieu (VLAREL); b) het nitraatresidu wordt gemeten tot op een diepte van 0,90 meter; c) per oppervlakte van 2 hectare en per perceel wordt het nitraatresidu bepaald; de maatschappij bepaalt welke perceelsgegevens gebruikt worden voor het bepalen van het aantal nitraatresidubepalingen; d) als een laboratorium vaststelt dat het nitraatresidu lager is dan de rapportagegrens die het laboratorium kan vaststellen dan wordt het nitraatresidu herleid tot die rapportagegrens; 6 de maatschappij bepaalt de uiterste datum en de wijze waarop het resultaat van de nitraatresidubepaling bezorgd moet worden aan de maatschappij; 7 [het gemiddelde nitraatresidu per perceel is meer dan 4 eenheden (kg N/ha) lager dan de overeenkomstige eerste nitraatresidudrempelwaarde, vermeld in artikel 14, 1, tweede lid van het Mestdecreet van 22 december 2006; daarbij wordt rekening gehouden met de kwalificatie van het betreffende bedrijf als focusbedrijf of als niet-focusbedrijf conform artikel 14, 3, van het voormelde decreet.] De basisnormen van het beheerpakket verminderde bemesting grasland zijn: 1 het perceel wordt minstens om de twee jaar gemaaid waarbij het maaisel wordt afgevoerd om verruiging en verbossing tegen te gaan; 2 er werd geen administratieve geldboete opgelegd aan de beheerder wegens het overschrijden van de mestbalans voor het nutriënt N als vermeld in artikel 63, 1 [ ], van het Mestdecreet. Historiek Eerste lid, 4, a) gewijzigd, eerste lid, 4, punt b) vervangen, tweede lid, punt 7 vervangen, derde lid, punt 2 gewijzigd bij art. 31 MB 8 december 2016 (B.S., 9 januari 2017, I: 19 januari 2017) Art De jaarlijkse beheervergoeding voor het beheerpakket verminderde bemesting grasland bedraagt 1036 per hectare. Onderafdeling 3. - Het beheerpakket verminderde bemesting akkerland Art Het beheerpakket verminderde bemesting akkerland beoogt het creëren van geschikte abiotische condities op akkerland gelegen in of rond speciale beschermingszones. Art De instapvoorwaarden van het beheerpakket verminderde bemesting akkerland zijn: 1 het perceel ligt in het beheergebied voor het beheerpakket verminderde bemesting akkerland, vermeld in artikel 113; 2 het perceel wordt uitgebaat als akkerland en als akkerland geregistreerd in de verzamelaanvraag; 3 het beheervoorwerp wordt jaarlijks als een perceel geregistreerd in de verzamelaanvraag; 4 op het perceel waarop het beheerpakket wordt toegepast: a) zijn de bemestingsnormen van artikel 13, 3, van het Mestdecreet van toepassing.

49 Bijgevolg kan het beheerpakket niet worden toegepast op onder meer een perceel waarvoor een derogatie is toegestaan conform het Mestdecreet, waarvoor een afwijking geldt van de bemestingsnormen van artikel 13, 3, van het Mestdecreet, of waarvoor conform het Mestdecreet een beperking van de bemesting wordt opgelegd ten gevolgde van de overschrijding van de nitraatresidudrempelwaarde; b) geldt geen beperking van de bemesting met toepassing van artikel 15ter van het decreet van 23 januari 1991 inzake de bescherming van het leefmilieu tegen de verontreiniging door meststoffen of artikel 41bis van het Mestdecreet. De beheervoorwaarden van het beheerpakket verminderde bemesting akkerland zijn: 1 het beheerpakket wordt toegepast voor de afmetingen vermeld in de beheerovereenkomst; 2 de beheerder heeft het beheervoorwerp gedurende de volledige looptijd van de beheerovereenkomst in gebruik volgens de gegevens opgenomen in het GBCS, tenzij het beheervoorwerp wordt overgenomen conform artikel 25 van het besluit van de Vlaamse Regering van 19 september 2014; 3 op het perceel worden geen meststoffen of bodemverbeteringsmiddelen opgebracht; 4 de beheerder laat jaarlijks op alle percelen van het bedrijf die groter zijn dan 0,3 hectare een nitraatresidubepaling uitvoeren met inachtneming van de volgende voorwaarden: a) de nitraatresidubepaling gebeurt jaarlijks in de periode vanaf 1 oktober tot en met 15 november door een erkend laboratorium in de discipline bodem, deeldomein bemesting als vermeld in artikel 6, 5, d) van het besluit van de Vlaamse Regering van 19 november 2010 tot vaststelling van het Vlaams reglement inzake erkenningen met betrekking tot het leefmilieu (VLAREL); b) het nitraatresidu wordt gemeten tot op een diepte van 0,90 meter; c) per oppervlakte van 2 hectare en per perceel wordt het nitraatresidu bepaald; de maatschappij bepaalt welke perceelsgegevens gebruikt worden voor het bepalen van het aantal nitraatresidubepalingen; d) als een laboratorium vaststelt dat het nitraatresidu lager is dan de rapportagegrens die het laboratorium kan vaststellen dan wordt het nitraatresidu herleid tot die rapportagegrens; 5 de maatschappij bepaalt de uiterste datum en de wijze waarop het resultaat van de nitraatresidubepaling bezorgd moet worden aan de maatschappij; 6 [het gemiddelde nitraatresidu per perceel is meer dan 4 eenheden (kg N/ha) lager dan de overeenkomstige eerste nitraatresidudrempelwaarde, vermeld in artikel 14, 1, tweede lid van het Mestdecreet van 22 december 2006; daarbij wordt rekening gehouden met de kwalificatie van het betreffende bedrijf als focusbedrijf of als niet-focusbedrijf conform artikel 14, 3, van het voormelde decreet.] De volgende basisnorm geldt bij het beheerpakket verminderde bemesting akkerland: er werd geen administratieve geldboete opgelegd aan de beheerder wegens het overschrijden van de mestbalans voor het nutriënt N als vermeld in artikel 63, 1 [ ], van het Mestdecreet. Historiek Tweede lid, punt 6 vervangen, derde lid gewijzigd bij art. 32 MB 8 december 2016 (B.S., 9 januari 2017, I: 19 januari 2017) Art De jaarlijkse beheervergoeding voor het beheerpakket verminderde bemesting akkerland bedraagt 1391 per hectare. Onderafdeling 4. - Het beheerpakket fosfaatuitmijning akkerland

50 Art [Het beheerpakket fosfaatuitmijning akkerland beoogt de verbetering van de abiotische condities om de instandhoudingsdoelstellingen te realiseren, vermeld in artikel 2, 61 van het decreet van 21 oktober 1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu.] Historiek Artikel vervangen bij art. 33 MB 8 december 2016 (B.S., 9 januari 2017, I: 19 januari 2017) Art De instapvoorwaarden van het beheerpakket fosfaatuitmijning akkerland zijn: 1 het perceel ligt in het beheergebied voor het beheerpakket fosfaatuitmijning akkerland, vermeld in artikel 114; 2 het perceel wordt uitgebaat als akkerland en als akkerland geregistreerd in de verzamelaanvraag; 3 het beheervoorwerp wordt jaarlijks als een perceel geregistreerd in de verzamelaanvraag. [4 het perceel is geschikt om het beheerpakket op toe te passen volgens de beoordeling van de maatschappij.] De beheervoorwaarden van het beheerpakket fosfaatuitmijning akkerland zijn: 1 het beheerpakket wordt toegepast voor de afmetingen vermeld in de beheerovereenkomst; 2 de beheerder heeft het beheervoorwerp gedurende de volledige looptijd van de beheerovereenkomst in gebruik volgens de gegevens opgenomen in het GBCS, tenzij het beheervoorwerp wordt overgenomen conform artikel 25 van het besluit van de Vlaamse Regering van 19 september 2014; 3 het perceel wordt op de volgende wijze beheerd, waarbij de wijze van beheer wordt bepaald in de beheerovereenkomst: a) ofwel wordt het perceel voor 31 mei van het eerste jaar van de beheerovereenkomst ingezaaid met een mengsel van grassen, witte klaver en rode klaver en wordt dit gewas behouden voor de volledige looptijd van de beheerovereenkomst; b) ofwel wordt het perceel voor 31 mei van het eerste jaar van de beheerovereenkomst ingezaaid met een graangewas, vlas of boekweit en wordt na de oogst een mengsel van grassen, witte klaver en rode klaver ingezaaid; deze nateelt wordt behouden gedurende de volledige looptijd van de beheerovereenkomst maar in het laatste jaar van de beheerovereenkomst mag opnieuw een graangewas, vlas of boekweit worden geteeld; 4 het gewas wordt jaarlijks geoogst en afgevoerd; 5 op het perceel wordt in het eerste en het laatste jaar van de beheerovereenkomst [de fosforvoorraad, uitgedrukt in totaal fosfor en plantbeschikbaar fosfor], in de bodem opgemeten door een erkend laboratorium in de discipline bodem, deeldomein bemesting als vermeld in artikel 6, 5, d) van het besluit van de Vlaamse Regering van 19 november 2010 tot vaststelling van het Vlaams reglement inzake erkenningen met betrekking tot het leefmilieu (VLAREL); 6 op het perceel wordt in het eerste en het derde jaar van de beheerovereenkomst: a) de stikstof- en kaliumvoorraad en de zuurtegraad van de bodem opgemeten door een erkend laboratorium in de discipline bodem, deeldomein bodembescherming of deeldomein bemesting als vermeld in artikel 6, 5, c) of d) van het besluit van de Vlaamse Regering van 19 november 2010 tot vaststelling van het Vlaams reglement inzake erkenningen met betrekking tot het leefmilieu (VLAREL); b) een bemestingsadvies opgesteld door een erkend laboratorium; 7 het perceel wordt bemest en in voorkomend geval bekalkt volgens het bemestingsadvies maar er mogen geen fosfaathoudende meststoffen gebruikt worden; 8 de factuur of het aankoopbewijs en het zaaizaadetiket van het mengsel van grassen, witte klaver en rode klaver, vermeld in 3, worden bijgehouden tot drie jaar na afloop van de beheerovereenkomst.

51 [9 geen enkel perceel van de beheerder binnen het beheergebied, vermeld in artikel 114 van dit besluit, wordt met toepassing van artikel 17, 4 van het Mestdecreet van 22 december 2006 beschouwd als niet-fosfaatverzadigd.] De basisnormen van het beheerpakket fosfaatuitmijning akkerland zijn: 1 op het perceel worden de bemestingsnormen, vermeld in het Mestdecreet, nageleefd; 2 voor het perceel houdt de beheerder een bemestingsregister op perceelniveau bij volgens de bepalingen vastgesteld ter uitvoering van artikel 24, 5 van het Mestdecreet; het voormeld register wordt bijgehouden voor het betrokken perceel en niet voor de betrokken perceelsgroep. Historiek Eerste lid, punt 4 toegevoegd, tweede lid, 5 gewijzigd, tweede lid, punt 9 toegevoegd bij art. 34 MB 8 december 2016 (B.S., 9 januari 2017, I: 19 januari 2017) Art De jaarlijkse beheervergoeding voor het beheerpakket fosfaatuitmijning akkerland bedraagt 704 per hectare. Afdeling 7. - Het beheerpakket dat ingezet kan worden voor de beheerdoelstelling verbetering van de waterkwaliteit Onderafdeling 1. - Definities Art In deze afdeling wordt verstaan onder: 1 laag-risico teelt: de teelten die behoren tot de groep van graangewassen, oliehoudende zaden, eiwithoudende gewassen, vlas, bieten, grasland, korrelmaïs, klaver, luzerne, spruitkool, [cichorei, witloof] mengsels van vlinderbloemigen en overige groenbedekkers, vermeld in de meest recente toelichting bij de verzamelaanvraag; 2 [ ] 3 [areaal bouwland van het bedrijf: het areaal bouwland van het bedrijf zoals bepaald op basis van de percelen die het bedrijf in gebruik heeft op de uiterste indieningsdatum van de laatste verzamelaanvraag.] Historiek Eerste lid, punt 1 gewijzigd, punt 2 opgeheven, punt 3 vervangen bij art. 35 MB 8 december 2016 (B.S., 9 januari 2017, I: 19 januari 2017) Onderafdeling 2. - Het beheergebied voor het beheerpakket waterkwaliteit Art Het beheergebied waarbinnen beheerovereenkomsten gesloten kunnen worden voor het beheerpakket waterkwaliteit, is afgebakend op de kaart, opgenomen in bijlage 9 die bij dit besluit is gevoegd. Deze kaart ligt ter inzage bij de maatschappij en wordt tevens gepubliceerd op haar website. Onderafdeling 3. - Het beheerpakket waterkwaliteit Art Het beheerpakket waterkwaliteit draagt bij aan de verbetering van de waterkwaliteit door opname van een hoog aandeel teelten met een laag risicoprofiel in het teeltplan van het bedrijf. Het risicoprofiel van een teelt wordt bepaald door de gevoeligheid van de teelt voor nitraatuitspoeling, de erosiegevoeligheid van de teelt en de mate waarin de teelt organische koolstof aanvoert. Art De instapvoorwaarden van het beheerpakket waterkwaliteit zijn:

52 1 het jaar voorafgaand aan de start van de beheerovereenkomst heeft de beheerder volgens de gegevens opgenomen in het GBCS minstens twee hectare bouwland in gebruik dat ligt binnen het beheergebied voor het beheerpakket waterkwaliteit, vermeld in artikel 125; 2 de minimale oppervlakte waarop het beheerpakket wordt toegepast, wordt vermeld in de beheerovereenkomst en bedraagt minstens 2 hectare; 3 jaarlijks melden via de verzamelaanvraag op welke percelen het beheerpakket wordt toegepast. De beheervoorwaarden van het beheerpakket waterkwaliteit zijn: 1 de oppervlakte van de correct gemelde percelen is minstens de minimale oppervlakte, vermeld in de beheerovereenkomst; 2 elk perceel waarop via de verzamelaanvraag wordt gemeld waar het beheerpakket wordt toegepast, is groter dan 0,3 hectare; 3 de beheerder heeft de gemelde percelen gedurende het volledige jaar in gebruik volgens de gegevens opgenomen in het GBCS, tenzij het beheervoorwerp wordt overgenomen conform artikel 25 van het besluit van de Vlaamse Regering van 19 september 2014; 4 op de gemelde percelen wordt als hoofdteelt een laag-risicoteelt verbouwd en na de oogst wordt op deze percelen een nateelt ingezaaid; de nateelt is een laag-risicoteelt en moet minstens aanwezig zijn vanaf 15 oktober tot en met 15 november; in de volgende gevallen hoeft geen nateelt ingezaaid te worden: a) als de hoofdteelt bestaat uit korrelmaïs en het strooisel op het perceel blijft; b) als de hoofdteelt bestaat uit grasland dat een volledig jaar behouden wordt; c) als de hoofdteelt een zaadleverend gewas of gewasmengsel is als vermeld in bijlage 8 dat is ingezaaid in uitvoering van een beheerovereenkomst voor het beheerpakket faunabeheer akkerland voedselgewas; [d) als de hoofdteelt bestaat uit suikerbieten of spruitkool; ] 5 op minstens 90 procent van het areaal bouwland van het bedrijf worden als hoofdteelt laag-risicoteelten verbouwd; 6 op het areaal bouwland van het bedrijf worden als hoofdteelt minstens vier verschillende gewassen verbouwd, waarvan minstens drie laag-risicoteelten; elk van deze drie laagrisicoteelten wordt verbouwd op minstens vijf procent van het areaal bouwland van het bedrijf; hoofdteelten die tot één teeltgroep behoren in het kader van de vergroeningspraktijk gewasdiversificatie, worden als eenzelfde gewas beschouwd; 7 in het eerste jaar van de beheerovereenkomst worden op alle percelen landbouwgrond van het bedrijf die groter zijn dan 0,3 hectare een bodemanalyse uitgevoerd, waarbij minstens het koolstofgehalte en de zuurtegraad worden bepaald; de bodemanalyse gebeurt met inachtneming van de volgende voorwaarden: a) de analyse gebeurt in de periode vanaf 1 oktober tot en met 15 november door een erkend laboratorium in de discipline bodem, deeldomein bodembescherming als vermeld in artikel 6, 5, c) van het besluit van de Vlaamse Regering van 19 november 2010 tot vaststelling van het Vlaams reglement inzake erkenningen met betrekking tot het leefmilieu (VLAREL); b) per oppervlakte van 2 hectare en per perceel wordt de analyse uitgevoerd; de maatschappij bepaalt welke perceelsgegevens gebruikt worden voor het bepalen van het aantal staalnamen voor koolstof en zuurtegraad; c) als een laboratorium vaststelt dat het koolstofgehalte en de zuurtegraad lager is dan de rapportagegrens die het laboratorium kan vaststellen dan wordt het koolstofgehalte en de zuurtegraad herleid tot die rapportagegrens; 8 tijdens de looptijd van de beheerovereenkomst wordt minstens een keer een beroep gedaan op begeleiding door een bedrijfsadviseur van de maatschappij; 9 de beheerder laat jaarlijks op alle percelen landbouwgrond van het bedrijf die groter zijn dan 0,3 hectare een nitraatresidubepaling uitvoeren met inachtneming van de volgende voorwaarden:

53 a) de nitraatresidubepaling gebeurt jaarlijks in de periode vanaf 1 oktober tot en met 15 november door een erkend laboratorium in de discipline bodem, deeldomein bemesting als vermeld in artikel 6, 5, d) van het besluit van de Vlaamse Regering van 19 november 2010 tot vaststelling van het Vlaams reglement inzake erkenningen met betrekking tot het leefmilieu (VLAREL); b) het nitraatresidu wordt gemeten tot op een diepte van 0,90 meter; c) per oppervlakte van 2 hectare en per perceel wordt het nitraatresidu bepaald; de maatschappij bepaalt welke perceelsgegevens gebruikt worden voor het bepalen van het aantal nitraatresidubepalingen; d) als een laboratorium vaststelt dat het nitraatresidu lager is dan de rapportagegrens die het laboratorium kan vaststellen dan wordt het nitraatresidu herleid tot die rapportagegrens; 10 de maatschappij bepaalt de uiterste datum en de wijze waarop de resultaten van de nitraatresidubepaling en de bepaling van het koolstofgehalte en de zuurtegraad bezorgd moeten worden aan de maatschappij; 11 [het gemiddelde nitraatresidu per perceel is meer dan 4 eenheden (kg N/ha) lager dan de overeenkomstige eerste nitraatresidudrempelwaarde, vermeld in artikel 14, 1, tweede lid van het Mestdecreet van 22 december 2006; hierbij wordt rekening gehouden met de kwalificatie van het betreffende bedrijf als focusbedrijf of als niet-focusbedrijf conform artikel 14, 3, van het voormelde decreet.] De basisnormen van het beheerpakket waterkwaliteit zijn: 1 de randvoorwaarden betreffende de zuurtegraad en het koolstofgehalte, vermeld in artikel 60 van het besluit van de Vlaamse Regering van 24 oktober 2014, worden nageleefd; 2 er werd geen administratieve geldboete opgelegd aan de beheerder wegens het overschrijden van de mestbalans voor het nutriënt N als vermeld in artikel 63, 1 [ ], van het Mestdecreet. [ ] [ ] Historiek Tweede lid, 4, punt d) toegevoegd, tweede lid, punt 11 vervangen, derde lid, punt 2 gewijzigd, vierde en vijfde lid opgeheven bij art. 36 MB 8 december 2016 (B.S., 9 januari 2017, I: 19 januari 2017) Art [De jaarlijkse beheervergoeding voor het beheerpakket waterkwaliteit bedraagt 245 per hectare. De vergoeding zal verlaagd worden met 68 per hectare als de resultaten van de nitraatresidubepaling, uitgevoerd om te voldoen aan de beheervoorwaarden, vermeld in artikel 127, tweede lid, van dit besluit, aangewend worden om te voldoen aan de verplichte nitraatresidubepalingen, vermeld in artikel 13, 14 en 15 van het Mestdecreet van 22 december De vergoeding wordt verlaagd naar rato van het aantal nitraatresidubepalingen die uitgevoerd worden om te voldoen aan zowel de voormelde beheervoorwaarden als aan de voormelde verplichte nitraatresidubepalingen, ten opzichte van het totaal aantal te nemen nitraatresidubepalingen om te voldoen aan de beheervoorwaarde, vermeld in artikel 127, tweede lid, 9, van dit besluit.] Historiek Artikel vervangen bij art. 37 MB 8 december 2016 (B.S., 9 januari 2017, I: 19 januari 2017) Afdeling 8. - Algemene beheervoorwaarde die voor alle beheerpakketten geldt

54 Art De volgende beheervoorwaarde geldt voor alle beheerpakketten als vermeld in afdeling 1 tot en met 7: de beheerder dient jaarlijks tijdig zijn verzamelaanvraag in. [Hoofdstuk 5. De combinatie van beheerpakketten met vergroeningspraktijken en erosiebestrijdingsmaatregelen] Historiek Opschrift Hoofdstuk V vervangen bij art. 38 MB 8 december 2016 (B.S., 9 januari 2017, I: 19 januari 2017) Art Voor beheerpakketten die gecombineerd kunnen worden met de vergroeningspraktijken waardoor een dubbelfinanciering ontstaat, wordt in de tabel, opgenomen in bijlage 10 die bij dit besluit is gevoegd, aangegeven hoeveel de verlaagde beheervergoeding bedraagt. [Art 130/1. Voor beheerpakketten die gecombineerd kunnen worden met de erosiebestrijdingsmaatregelen, vermeld in artikel 59 van het besluit van de Vlaamse Regering van 24 oktober 2014, waardoor een dubbelfinanciering ontstaat, wordt in de tabel, opgenomen in bijlage 10 die bij dit besluit is gevoegd, aangegeven hoeveel de verlaagde beheervergoeding bedraagt.] Historiek Artikel ingevoegd bij art. 39 MB 8 december 2016 (B.S., 9 januari 2017, I: 19januari 2016) HOOFDSTUK 6. - Slotbepalingen Art Het ministerieel besluit van 11 juni 2008 betreffende het sluiten van beheersovereenkomsten en het toekennen van vergoedingen ter uitvoering van Verordening (EG) nr. 1698/2005 van de Raad van 20 september 2005 inzake steun voor plattelandsontwikkeling, gewijzigd bij de ministeriële besluiten van 17 juni 2009, 1 oktober 2010 en 9 juli 2012, wordt opgeheven. Art [Het ministerieel besluit van 11 juni 2008 betreffende het sluiten van beheersovereenkomsten en het toekennen van vergoedingen ter uitvoering van Verordening (EG) nr. 1698/2005 van de Raad van 20 september 2005 inzake steun voor plattelandsontwikkeling, zoals van kracht voor de inwerkingtreding van dit besluit, met uitzondering van artikel 51 van het voormelde besluit, blijft van toepassing op de beheerovereenkomsten, gesloten op grond van het voormelde besluit. Voor het jaar waarin op een heel hoog of hoog erosiegevoelig perceel een beheerspakket niet-kerende bodembewerking of directe inzaai wordt toegepast en dit eveneens als maatregel wordt gebruikt binnen de erosiebestrijdingsmaatregelen, vermeld in artikel 59 van het besluit van de Vlaamse Regering van 24 oktober 2014, wordt vanaf 1 januari 2016 voor de beheerspakketten niet-kerende bodembewerking of directe inzaai geen beheersvergoeding toegekend voor het betreffende perceel. De erosiegevoeligheid van een perceel wordt bepaald conform artikel 59 van het besluit van de Vlaamse Regering van 24 oktober 2014.] Historiek Artikel vervangen bij art. 40 MB 8 december 2016 (B.S., 9 januari 2017, I: 19 januari 2017) Art In dit artikel wordt verstaan onder: 1 de bestaande beheersovereenkomst: een beheersovereenkomst die is gesloten met toepassing van het besluit van de Vlaamse Regering van 6 juni 2008 betreffende het sluiten van beheersovereenkomsten en het toekennen van vergoedingen ter uitvoering van

55 Verordening (EG) nr. 1698/2005 van de Raad van 20 september 2005 inzake steun voor plattelandsontwikkeling; 2 de nieuwe beheerovereenkomst: een beheerovereenkomst die is gesloten met toepassing van het besluit van de Vlaamse Regering van 19 september 2014; 3 een bestaand beheerpakket: een beheerpakket als vermeld in titel 2 van het ministerieel besluit van 11 juni 2008 betreffende het sluiten van beheersovereenkomsten en het toekennen van vergoedingen ter uitvoering van Verordening (EG) nr. 1698/2005 van de Raad van 20 september 2005 inzake steun voor plattelandsontwikkeling; 4 een nieuw beheerpakket: een beheerpakket als vermeld in hoofdstuk 4 van dit besluit. 2. Het verzoek tot omzetting, vermeld in artikel 42, 2, van het besluit van de Vlaamse Regering van 19 september 2014, bevat minstens het volgende: 1 de gegevens van de aanvrager, vermeld in artikel 2, 1 ; 2 gegevens over de bestaande beheerovereenkomst: a) het nummer van de bestaande beheerovereenkomst die de beheerder geheel of gedeeltelijk wil omzetten; b) het bestaande beheerpakket dat de beheerder wil omzetten in een nieuw beheerpakket; 3 het kalenderjaar waarin de beheerder de nieuwe beheerovereenkomst wil beginnen; 4 de verklaringen, vermeld in artikel 2, Een omzetting van een bestaande beheersovereenkomst naar een nieuwe beheerovereenkomst conform artikel 42 van het besluit van de Vlaamse Regering van 19 september 2014 is mogelijk als alle onderstaande voorwaarden zijn vervuld: 1 de bestaande beheersovereenkomst eindigt op 31 december 2015 of 31 december 2016 en de nieuwe beheerovereenkomst start respectievelijk op 1 januari 2016 of 1 januari 2017; 2 alle beheervoorwerpen binnen hetzelfde bestaand beheerpakket worden opgenomen in het nieuwe beheerpakket. In de tabel, opgenomen in bijlage 11 die bij dit besluit is gevoegd, zijn de bestaande beheerpakketten opgenomen waarvoor een omzetting in een nieuw beheerpakket mogelijk is en wordt bepaald in welk nieuw beheerpakket zij omgezet kunnen worden. Art Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2015.

56 Bijlage 1 bij het ministerieel besluit van 8 december 2016 tot wijziging van diverse bepalingen van het ministerieel besluit van 3 april 2015 tot het verlenen van subsidies voor beheerovereenkomsten met toepassing van Verordening (EU) nr. 1305/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling Bijlage 1 bij het ministerieel besluit van 3 april 2015 tot het verlenen van subsidies voor beheerovereenkomsten met toepassing van Verordening (EU) nr. 1305/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling Bijlage 1. Tabel met vermelding van bestaande beheerpakketten (PDPO III) die omgezet kunnen worden in een nieuw beheerpakket (PDPO III) als vermeld in artikel 7 Bestaand beheerpakket (PDPO III) dat omgezet kan worden in een nieuw beheerpakket Nieuw beheerpakket (PDPO III) waarin een bestaand beheerpakket omgezet kan worden beheerdoelstelling beheerpakket beheerdoelstelling Beheerpakket de erosiebestrijding aanleg en onderhoud grasstrook 15 juni de erosiebestrijding aanleg en onderhoud gemengde grasstrook aanleg en onderhoud gemengde de erosiebestrijding de erosiebestrijding onderhoud grasstrook grasstrook aanleg en onderhoud de erosiebestrijding gemengde grasstrook plus de erosiebestrijding onderhoud gemengde grasstrook plus de erosiebestrijding aanleg en onderhoud gemengde grasstrook de erosiebestrijding de erosiebestrijding de erosiebestrijding het perceelsrandenbeheer aanleg en onderhoud grasstrook 15 juni aanleg en onderhoud gemengde grasstrook onderhoud gemengde grasstrook aanleg en onderhoud grasstrook 15 juni de erosiebestrijding de erosiebestrijding de erosiebestrijding de erosiebestrijding de erosiebestrijding het perceelsrandenbeheer het perceelsrandenbeheer onderhoud gemengde grasstrook aanleg en onderhoud gemengde grasstrook plus onderhoud gemengde grasstrook plus onderhoud gemengde grasstrook plus onderhoud gemengde grasstrook plus aanleg en onderhoud gemengde grasstrook onderhoud gemengde grasstrook

57 het perceelsrandenbeheer de soortenbescherming de soortenbescherming de soortenbescherming de soortenbescherming de soortenbescherming aanleg en onderhoud gemengde grasstrook onderhoud gemengde grasstrook faunabeheer grasland standweide 15 juni aanleg en onderhoud gemengde grasstrook onderhoud gemengde grasstrook aanleg en onderhoud vluchtstrook aanleg en onderhoud gemengde grasstrook plus het perceelsrandenbeheer het perceelsrandenbeheer het perceelsrandenbeheer het perceelsrandenbeheer de soortenbescherming de soortenbescherming de soortenbescherming de soortenbescherming de soortenbescherming de soortenbescherming de soortenbescherming de soortenbescherming de soortenbescherming de soortenbescherming de soortenbescherming de soortenbescherming de soortenbescherming de soortenbescherming de soortenbescherming de soortenbescherming aanleg en onderhoud gemengde grasstrook plus onderhoud gemengde grasstrook plus onderhoud gemengde grasstrook plus onderhoud gemengde grasstrook plus faunabeheer grasland kuikenweide onderhoud gemengde grasstrook plus aanleg en onderhoud gemengde grasstrook vogelakker aanleg en onderhoud luzernestrook vogelakker aanleg en onderhoud luzernestrook hamster onderhoud gemengde grasstrook plus aanleg en onderhoud gemengde grasstrook vogelakker aanleg en onderhoud luzernestrook vogelakker aanleg en onderhoud luzernestrook hamster aanleg en onderhoud gemengde grasstrook onderhoud gemengde grasstrook aanleg en onderhoud gemengde grasstrook plus onderhoud gemengde grasstrook plus aanleg en onderhoud gemengde grasstrook vogelakker aanleg en onderhoud luzernestrook vogelakker aanleg en onderhoud luzernestrook hamster

58 de soortenbescherming de soortenbescherming onderhoud gemengde grasstrook plus faunabeheer akkerland voedselgewas de soortenbescherming de soortenbescherming de soortenbescherming de soortenbescherming de soortenbescherming de soortenbescherming aanleg en onderhoud gemengde grasstrook vogelakker aanleg en onderhoud luzernestrook vogelakker aanleg en onderhoud luzernestrook hamster aanleg en onderhoud gemengde grasstrook vogelakker aanleg en onderhoud luzernestrook vogelakker aanleg en onderhoud luzernestrook hamster Gezien om gevoegd te worden bij het ministerieel besluit van 8 december 2016 tot wijziging van diverse bepalingen van het ministerieel besluit van 3 april 2015 tot het verlenen van subsidies voor beheerovereenkomsten met toepassing van Verordening (EU) nr. 1305/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling. Brussel, 8 december 2016 De Vlaamse minister van Omgeving, Natuur en Landbouw, Joke SCHAUVLIEGE Historiek bijlage 1 Bijlage 1 vervangen bij art. 41 MB 8 december 2016 (B.S., 9 januari 2017, I : 19 januari 2017)

59

60

61

62

63

64

65 Bijlage 2 bij het ministerieel besluit van 8 december 2016 tot wijziging van diverse bepalingen van het ministerieel besluit van 3 april 2015 tot het verlenen van subsidies voor beheerovereenkomsten met toepassing van Verordening (EU) nr. 1305/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling Bijlage 5 bij het ministerieel besluit van 3 april 2015 tot het verlenen van subsidies voor beheerovereenkomsten met toepassing van Verordening (EU) nr. 1305/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling Bijlage 5. Graskruidenmengsel voor de diverse beheerpakketten aanleg en onderhoud gemengde grasstrook (artikel 24, 66 en 98) en de diverse beheerpakketten aanleg en onderhoud gemengde grasstrook plus (artikel 30, 72 en 104) en bloemenmengsel en klavermengsel voor het beheerpakket aanleg en onderhoud bloemenstrook (artikel 79) en graskruidenmengsel voor het beheerpakket aanleg en onderhoud gemengde grasstrook vogelakker (artikel 112/5) en mengsel voor het beheerpakket hamstervriendelijke nateelt (artikel 112/11). 1. Als in het kader van de diverse beheerpakketten aanleg en onderhoud gemengde grasstrook of de diverse beheerpakketten aanleg en onderhoud gemengde grasstrook plus een graskruidenmengsel ingezaaid moet worden, moet voldaan worden aan de volgende voorwaarden: 1 het graskruidenmengsel bestaat uitsluitend uit de soorten, vermeld in de onderstaande tabel a); 2 het graskruidenmengsel bestaat uit soorten uit de volgende groepen, vermeld in de onderstaande tabel a): a) minstens drie grassoorten waarvan minstens twee grassoorten aangeduid die aangeduid zijn met een asterisk; b) minstens één vlinderbloemige; c) minstens twee een- of tweejarige kruiden; d) minstens twee meerjarige kruiden; 3 het graskruidenmengsel bestaat uit maximaal 85% grassen, 5% vlinderbloemigen, 10% een- of tweejarige kruiden en 10% meerjarige kruiden; 4 het maximale percentage van een soort die opgenomen mag worden in het graskruidenmengsel is vermeld in de onderstaande tabel a); 5 er wordt 15 kg zaaigoed per hectare ingezaaid.

66 Tabel a) Nederlandse benaming Wetenschappelijke naam Max.% Groep: grassen (minstens drie grassoorten waarvan twee aangeduid met *) 85% - beemdlangbloem Festuca pratensis 5% - qestreepte witbol Holcus lanatus 5% - gewoon struisgras* Agrostis tenuis 25% - glanshaver Arrhenatherum elatius 5% - haver Avena sativa 10% - italiaans raaigras Lolium multiflorum 15% - kropaar Dactylis glomerata 5% - reukgras* Anthoxanthum odoratum 25% - rietzwenkgras Festuca arudinacea 5% - rood zwenkgras* Festuca rubra 50% - ruw beemdgras* Poa trivialis 25% - timoteegras Phleum pratense subsp. 5% Pratense - veldbeemdgras* Poa pratensis 50% Groep: vlinderbloemigen (minstens één) 5% - gewone rolklaver Lotus corniculatus 2% - luzerne Medicago sativa 2% - rode klaver Trifolium pratense 2% - veldlathyrus Lathyrus pratense 2% - vogelwikke Vicia cracca 2% - hopklaver Medicago lupulina 2% Groep: een- of tweejarige kruiden (minstens twee ) 10% - grote klaproos Papaver rhoeas 5% - bleke klaproos Papaver dubium 5% - korenbloem Centaurea cyanus 5% - wilde cichorei Cichorium intybus 5% - wilde peen Daucus carota 5%

67 Groep: meerjarige kruiden (minstens twee) 10% - avondkoekoeksbloem Silene latifolia subsp. Alba 5% - duizendblad Achillea millefolium 5% - gewone margriet Leucanthemum vulgare 5% - gewone brunel Prunella vulgaris 5% - gewoon biggenkruid Hypochaeris radicata 5% - groot Kaasjeskruid Malva sylvestris 5% - groot streepzaad Crepis biennis 5% - kleine pimpernel Sanguisorba minor 5% - knoopkruid Centaurea jacea/thuiiiieri 5% - muskuskaasjeskruid Malva moschata 5% - smalle weegbree Plantago lanceolata 5% - wilde marjolein Origanum vulgare 5% 2. Als in het kader van het beheerpakket aanleg en onderhoud bloemenstrook een bloemenmengsel of klavermengsel ingezaaid moet worden, moet voldaan worden aan de volgende voorwaarden: 1 de bloemenstrook wordt uitsluitend ingezaaid met een bloemenmengsel of klavermengsel als vermeld in de onderstaande tabel b); 2 het bloemenmengsel of klavermengsel wordt ingezaaid volgens de zaaihoeveelheid, vermeld in de tabel b); 3 het Tubinger en Brandenburger bloemenmengsel zijn eenjarige bloemenmengsels; 4 het klavermengsel bestaat uit de soorten, vermeld in onderstaande tabel b). Het maximale percentage van een soort die opgenomen mag worden in het klavermengsel is vermeld in de onderstaande tabel b); 5 het meerjarige bloemenmengsel bestaat uit soorten uit de volgende groepen, vermeld in tabel a): a) 85% grassen waarvan minstens drie grassoorten die aangeduid zijn met een asterisk waarbij het maximale percentage van een soort die opgenomen mag worden, is vermeld in de bovenstaande tabel a); b) 15% niet-grassen als vermeld in tabel a) waarvan minstens één vlinderbloemige, minstens twee een- of tweejarige kruiden en minstens vier meerjarige kruiden waarbij het maximale percentage van een soort die opgenomen mag worden, is vermeld in de bovenstaande tabel a).

68 Tabel b) Nederlandse benaming Bloemenmengsels en klavermengsel Wetenschappelijke naam Zaaihoeveelheid min. gewicht/ha Max. % van het ingezaaide gewicht 1) Tubinger 10 kg/ha 2) Brandenburger 10 kg/ha 3) Klavermengsel 20 kg/ha - witte klaver Trifolium repens 20% - rode klaver Trifolium pratense 5% - luzerne Medicago sativa 50% - incarnaat Trifolium incarnatum 15% - esparcette Onobrychis viccifolia 10% - gewone rolklaver Lotus corniculatus 15% 4) Meerjarig bloemenmengsel 20 kg/ha 3. Als in het kader van het beheerpakket aanleg en onderhoud gemengde grasstrook vogelakker een graskruidenmengsel ingezaaid moet worden, moet voldaan worden aan de volgende voorwaarden: 1 het graskruidenmengsel bestaat uit de soorten, vermeld in de onderstaande tabel c); 2 de minimale en maximale zaaihoeveelheid van elke soort die opgenomen is in het graskruidenmengsel is vermeld in de onderstaande tabel c); 3 er wordt minstens 15 kg zaaigoed per hectare ingezaaid. De maximale zaaihoeveelheid staat vermeld in de onderstaande tabel c). Tabel c) Nederlandse benaming Groep: grassen Wetenschappelijke naam Minimale en maximale zaaihoeveelhei d 0,8-1,2 kg/ha - beemdlangbloem Festuca pratensis 0,1-0,2 kg/ha - italiaans raaigras Lolium multiflorum 0,1-0,2 kg/ha - gewoon struisgras Agrostis tenuis 0,1-0,2 kg/ha - rood zwenkgras Festuca rubra 0,2-0,4 kg/ha

69 - timoteegras Phleum pratense subsp, Pratense 0,1-0,2 kg/ha Groep: granen - zomertarwe 8-9 kg - zomerhaver of Japanse haver 1-2 kg Groep: kruiden 4-5 kg/ha - wilde peen Daucus carota 0,01-0,015 - gewone rolklaver Lotus corniculatus 0,1-0,2 - boekweit Polygonum fagopyrum 0,2-0,3 - erwt Pisum sativum 0,75 1,5 - veldboon Vicia faba 2, Als in het kader van het beheerpakket hamstervriendelijke nateelt een nateelt ingezaaid moet worden, is de nateelt op een van volgende wijzen samengesteld: - een mengsel van 50 kg/ha Japanse haver en 10 kg/ha witte klaver; - een mengsel van 50 kg/ha Japanse haver en 40 kg/ha voederwikke; - een mengsel van 50 kg/ha Japanse haver en 10 kg/ha zonnebloem. Gezien om gevoegd te worden bij het ministerieel besluit van 8 december 2016 tot wijziging van diverse bepalingen van het ministerieel besluit van 3 april 2015 tot het verlenen van subsidies voor beheerovereenkomsten met toepassing van Verordening (EU) nr. 1305/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Land bouwfonds voor plattelandsontwikkeling, Brussel, 8 december 2016 De Vlaamse minister van Omgeving, Natuur en Landbouw, Historiek bijlage 5 Joke SCHAUVLIEGE Bijlage 5 vervangen bij art. 42 MB 8 december 2016 (B.S., 9 januari 2017, I : 19 januari 2017)

70

71

72

73 Bijlage 7. Beheergebieden voor de beheerdoelstelling soortenbescherming als vermeld in art. 81 Bijlage 7 opgeheven bij art. 43 MB 8 december 2016 (B.S., 9 januari 2017, I : 19 januari 2017)

74

75 PDPOIII EAG braakliggend land / spontane bedekking EAG bufferstroken EAG bosranden zonder productie EAG landschapselementen akkerrand EAG landschapselementen houtkant EAG stikstofbindende gewassen EAG landschapselementen poel Bufferstrook in het kader van erosiebestrijdingsmaatregelen Directe inzaai of niet-kerende bodembewerking in het kader van erosiebestrijdingsmaatregelen Lw 6 juli 2017 (B.S., 11 augustus 2017) Bijlage 3 bij het ministerieel besluit van 8 december 2016 tot wijziging van diverse bepalingen van het ministerieel besluit van 3 april 2015 tot het verlenen van subsidies voor beheerovereenkomsten met toepassing van Verordening (EU) nr. 1305/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling Bijlage 10 bij het ministerieel besluit van 3 april 2015 tot het verlenen van subsidies voor beheerovereenkomsten met toepassing van Verordening (EU) nr. 1305/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling Bijlage 10. Beheervergoeding bij een combinatie van een bepaald beheerpakket gesloten onder PDPO II, met aanvangsdatum 1 januari 2012 of 1 januari 2013, of onder PDPO III met een bepaalde vergroeningspraktijk of met erosiebestrijdingsmaatregelen (artikel /1) Beheerpakket faunabeheer akkerland voedselgewas (1931 /ha) Aanleg en onderhoud grasstrook (1047 /ha) Aanleg en onderhoud gras-strook 15 juni (1317 /ha) Aanleg en onderhoud vluchtstrook (1616 /ha) Aanleg en onderhoud gemengde grasstrook (1812 /ha) Onderhoud gemengde grasstrook (1700 /ha) Aanleg en onderhoud gemengde grasstrook plus (2108 /ha) Onderhoud gemengde grasstrook plus (1996 /ha) Aanleg en onderhoud luzernestrook vogelakker (1764 /ha) Aanleg en onderhoud gemengde grasstrook vogelakker (2247/ha) Aanleg en onderhoud luzernestrook hamster (1871 /ha) Aanleg en onderhoud bloemenstrook (1972 /ha) Verminderde bemesting akkerland (1391 /ha)

76 Verminderde bemesting grasland (1036 /ha) AKV gemengde grasstrook durorand (1570 /ha) AKV gemengde grasstrook triorand (1570 /ha) AKV vogelvoedselgewas ( /ha) BB akkerland (816 /ha) BB grasland beweiden 1 juni ( /ha) BB grasland maaien 1 juni ( /ha) BB grasland maaien 16 juni ( /ha) BW water (422 /ha) 0 BW water (406 /ha) 0 BW water (494 /ha) 0 ER aanleg en onderhoud grasbufferstrook (1300 /ha) ER aanleg en onderhoud grasgang (1600 /ha) ER aanleg en onderhoud grasgang = rand (1300 /ha) ER grasbufferstrook met teeltbeperking (1300 /ha) ER grasbufferstrook zonder 0 0 teeltbeperking (455 /ha) HAM hamsterbescherming ( /ha) KLE (her)aanleg kleine poel (opp m²) (95,45 /poel) KLE (her)aanleg kleine poel (opp m²) (120,13 /poel) KLE (her)aanleg grote poel (opp m²) (144,57 /poel) KLE aanplant houtkant autochtoon (4968 /ha) KLE aanplant houtkant streekeigen (3720 /ha) PRB milieu (845 /ha) PRB natuur 15 juli (1581 /ha) PRB natuur 15 juni (1581 /ha) PRB natuur duorand ( /ha) ER directe inzaai (200 /ha) ER niet-kerende bodembewerking (80 /ha) In deze bijlage wordt verstaan onder: 1 EAG braakliggend land / spontane bedekking: ecologisch aandachtsgebied braakliggend land bepaald conform artikel 38, 2 van het besluit van de Vlaamse Regering van 24 oktober 2014, en zoals opgenomen in de toelichting bij de verzamelaanvraag;

77 2 EAG bufferstroken: ecologisch aandachtsgebied bufferstroken bepaald conform artikel 38, 2 van het besluit van de Vlaamse Regering van 24 oktober 2014, en zoals opgenomen in de toelichting bij de verzamelaanvraag; 3 EAG bosranden zonder productie: ecologisch aandachtsgebied subsidiabele stroken langs bosranden zonder productie bepaald conform artikel 38, 2 van het besluit van de Vlaamse Regering van 24 oktober 2014, en zoals opgenomen in de toelichting bij de verzamelaanvraag; 4 EAG landschapselementen akkerrand: ecologisch aandachtsgebied landschapselementen akkerranden bepaald conform artikel 38, 2 van het besluit van de Vlaamse Regering van 24 oktober 2014, en zoals opgenomen in de toelichting bij de verzamelaanvraag; 5 EAG landschapselementen houtkant: ecologisch aandachtsgebied landschapselement houtkant bepaald conform artikel 38, 2 van het besluit van de Vlaamse Regering van 24 oktober 2014, en zoals opgenomen in de toelichting bij de verzamelaanvraag; 6 EAG stikstofbindende gewassen: ecologisch aandachtsgebied stikstofbindende gewassen bepaald conform artikel 38, 2 van het besluit van de Vlaamse Regering van 24 oktober 2014, en zoals opgenomen in de toelichting bij de verzamelaanvraag; 7 EAG landschapselementen poel: ecologisch aandachtsgebied landschapselement poel bepaald conform artikel 38, 2 van het besluit van de Vlaamse Regering van 24 oktober 2014, zoals en opgenomen in de toelichting bij de verzamelaanvraag; 8 bufferstrook in het kader van erosiebestrijdingsmaatregelen: de aanleg van een bufferstrook in het kader van de erosiebestrijdingsmaatregelen, vermeld in artikel 59 van het besluit van de Vlaamse Regering van 24 oktober 2014; 9 directe inzaai of niet-kerende bodembewerking in het kader van erosiebestrijdingsmaatregelen: het toepassen van directe inzaai of niet-kerende bodembewerking in het kader van de erosiebestrijdingsmaatregelen, vermeld in artikel 59 van het besluit van de Vlaamse Regering van 24 oktober Gezien om gevoegd te worden bij het ministerieel besluit van 8 december 2016 tot wijziging van diverse bepalingen van het ministerieel besluit van 3 april 2015 tot het verlenen van subsidies voor beheerovereenkomsten met toepassing van Verordening (EU) nr. 1305/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling. Brussel, 8 december 2016 De Vlaamse minister van Omgeving, Natuur en Landbouw, Historiek bijlage 10 Joke SCHAUVLIEGE Bijlage 10 vervangen bij art. 44 MB 8 december 2016 (B.S., 9 januari 2017, I : 19 januari 2017)

78

79

80 Bijlage 12. Beheergebied voor weidevogelsoorten als vermeld in artikel 81, eerste lid, 1

81 Gezien om gevoegd te worden bij het ministerieel besluit van 6 juli 2017 tot wijziging van het ministerieel besluit van 3 april 2015 tot het verlenen van subsidies voor beheerovereenkomsten met toepassing van Verordening (EU) nr. 1305/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 20L3 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling, wat betreft de beheergebieden voor akkervogelsoorten en weidevogelsoorten. Brussel, 6 juli 2017 De Vlaamse minister van Omgeving, Natuur en Landbouw, J. SCHAUVLIEGE Historiek bijlage 12 - Bijlage 12 toegevoegd bij art. 45 MB 8 december 2016 (B.S., 9 januari 2017, I: 19 januari 2017) - Bijlage 12 vervangen bij art. 1 MB 6 juli 2017 (B.S., 11 augustus 2017, I : 21 augustus 2017)

82 Bijlage 13. Beheergebied voor akkervogelsoorten als vermeld in artikel 81, eerste lid, 2

83 Gezien om gevoegd te worden bij het ministerieel besluit van 6 juli 2017 tot wijziging van het ministerieel besluit van 3 april 2015 tot het verlenen van subsidies voor beheerovereenkomsten met toepassing van Verordening (EU) nr. 1305/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling, wat betreft de beheergebieden voor akkervogelsoorten en weidevogelsoorten. Brussel, 6 juli 2017 De Vlaamse minister van Omgeving, Natuur en Landbouw, J. SCHAUVLIEGE Historiek bijlage 13 - Bijlage 13 toegevoegd bij art. 45 MB 8 december 2016 (B.S., 9 januari 2017, I : 19 januari 2017) - Bijlage 13 vervangen bij art. 2 MB 6 juli 2017 (B.S., 11 augustus 2017, I : 21 augustus 2017)

84 Bijlage 6 bij het ministerieel besluit van 8 december 2016 tot wijziging van diverse bepalingen van het ministerieel besluit van 3 april 2015 tot het verlenen van subsidies voor beheerovereenkomsten met toepassing van Verordening (EU) nr.1305/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling Bijlage 14 bij het ministerieel besluit van 3 april 2015 tot het verlenen van subsidies voor beheerovereenkomsten met toepassing van Verordening (EU) nr.1305/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling Bijlage 14. Beheergebied voor de Natura 2000 soort grauwe kiekendief als vermeld in artikel 81, eerste lid, 3

85

86 Gezien om gevoegd te worden bij het ministerieel besluit van 8 december 2016 tot wijziging van diverse bepalingen van het ministerieel besluit van 3 april 2015 tot het verlenen van subsidies voor beheerovereenkomsten met toepassing van Verordening (EU) nr. 1305/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling. Brussel, 8 december 2016 De Vlaamse minister van Omgeving, Natuur en Landbouw, Joke SCHAUVLIEGE Historiek bijlage 14 Bijlage 14 toegevoegd bij art. 45 MB 8 december 2016 (B.S., 9 januari 2017, I : 19 januari 2017)

87 Bijlage 7 bij het ministerieel besluit van 8 december 2016 tot wijziging van diverse bepalingen van het ministerieel besluit van 3 april 2015 tot het verlenen van subsidies voor beheerovereenkomsten met toepassing van Verordening (EU) nr. 1305/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling Bijlage 15 bij het ministerieel besluit van 3 april 2015 tot het verlenen van subsidies voor beheerovereenkomsten met toepassing van Verordening (EU) nr. 1305/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling Bijlage 15. Beheergebied voor de Natura 2000 soort hamster als vermeld in artikel 81, eerste lid, 4

88

Gelet op de Verordening (EU) nr. 1307/2013 van het Europees Parlement en de Raad van

Gelet op de Verordening (EU) nr. 1307/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 1 Besluit van de Vlaamse Regering van 19 september 2014 tot het verlenen van subsidies voor beheerovereenkomsten met toepassing van Verordening (EU) nr. 1305/2013 van het Europees Parlement en de Raad

Nadere informatie

BELGISCH STAATSBLAD Ed. 2 MONITEUR BELGE

BELGISCH STAATSBLAD Ed. 2 MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD 01.10.2014 Ed. 2 MONITEUR BELGE 77667 VLAAMSE OVERHEID [C 2014/36668] 19 SEPTEMBER 2014. Besluit van de Vlaamse Regering tot het verlenen van subsidies voor beheerovereenkomsten met

Nadere informatie

Beheerovereenkomsten PDPOIII: Onder voorbehoud van goedkeuring PDPOIII door EU

Beheerovereenkomsten PDPOIII: Onder voorbehoud van goedkeuring PDPOIII door EU Beheerovereenkomsten PDPOIII: 2014-2020 Onder voorbehoud van goedkeuring PDPOIII door EU Algemeen Wat is een beheerovereenkomst? Vrijwillige overeenkomst tussen landbouwer en VLM Doel: behouden en verbeteren

Nadere informatie

Gelet op het decreet van 8 december 2000 houdende diverse bepalingen, artikel 4;

Gelet op het decreet van 8 december 2000 houdende diverse bepalingen, artikel 4; 1 Besluit van de Vlaamse Regering van 27 maart 2015 betreffende het combineren van agromilieumaatregelen, beheerovereenkomsten, biohectaresteun en ecologisch aandachtsgebied met toepassing van het Vlaams

Nadere informatie

Beheerovereenkomsten PDPOIII: Onder voorbehoud van goedkeuring PDPOIII door EU

Beheerovereenkomsten PDPOIII: Onder voorbehoud van goedkeuring PDPOIII door EU Beheerovereenkomsten PDPOIII: 2014-2020 Onder voorbehoud van goedkeuring PDPOIII door EU Algemeen Wat is een beheerovereenkomst? Vrijwillige overeenkomst tussen landbouwer en VLM Doel: behouden en verbeteren

Nadere informatie

Art Het ministerieel besluit van 11 juni 2008 betreffende het sluiten van

Art Het ministerieel besluit van 11 juni 2008 betreffende het sluiten van 1 Ministerieel besluit van 11 juni 2008 betreffende het sluiten van beheersovereenkomsten en het toekennen van vergoedingen ter uitvoering van Verordening (EG) nr. 1698/2005 van de Raad van 20 september

Nadere informatie

Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de premiesubsidie voor een brede weersverzekering in de landbouwsector

Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de premiesubsidie voor een brede weersverzekering in de landbouwsector Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de premiesubsidie voor een brede weersverzekering in de landbouwsector DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 28 juni 2013 betreffende het landbouw- en

Nadere informatie

BEHEEROVEREENKOMSTEN. Sebastiaan Hanoulle Bedrijfsplanner Heuvelland-Poperinge-Vleteren

BEHEEROVEREENKOMSTEN. Sebastiaan Hanoulle Bedrijfsplanner Heuvelland-Poperinge-Vleteren BEHEEROVEREENKOMSTEN Sebastiaan Hanoulle Bedrijfsplanner Heuvelland-Poperinge-Vleteren LANDBOUW + NATUUR i.p.v. landbouw vs. natuur 13/03/2017 2 Beheerovereenkomsten Wat? Vrijwillig Overeenkomst VLM -

Nadere informatie

Catalogus AGROMILIEU-EN KLIMAATSTEUN

Catalogus AGROMILIEU-EN KLIMAATSTEUN Vlaanderen is open ruimte Catalogus AGROMILIEU-EN KLIMAATSTEUN VLAAMSE LAND MAATSCHAPPIJ VLM.be VLAANDEREN.be\PDPO V.U. Vlaamse Landmaatschappij Toon Denys Koning Albert II-laan 15 1210 Brussel Redactie:

Nadere informatie

BEHEEROVEREENKOMSTEN. Katrien Neudt Bedrijfsplanner

BEHEEROVEREENKOMSTEN. Katrien Neudt Bedrijfsplanner BEHEEROVEREENKOMSTEN Katrien Neudt Bedrijfsplanner Uitdaging LANDBOUW + NATUUR i.p.v. landbouw vs. natuur 31/08/2018 3 Beheerovereenkomsten Wat? Vrijwillig Overeenkomst VLM - landbouwer 5 jaar Start 1

Nadere informatie

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 30 maart 2011;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 30 maart 2011; Besluit van de Vlaamse Regering betreffende het verlenen van subsidies voor boslandbouwsystemen met toepassing van het Vlaams Programma voor Plattelandsontwikkeling voor de programmeringsperiode 2007-2013

Nadere informatie

Investeren in het platteland met beheerovereenkomsten. VLM.be VLAANDEREN.be/pdpo VLAAMSE LAND MAATSCHAPPIJ

Investeren in het platteland met beheerovereenkomsten. VLM.be VLAANDEREN.be/pdpo VLAAMSE LAND MAATSCHAPPIJ VLM Dien je aanvraag ten laatste in op 1 oktober. VLAAMSE LAND MAATSCHAPPIJ Investeren in het platteland met beheerovereenkomsten Als actieve landbouwer kan je beheerovereenkomsten sluiten met de Vlaamse

Nadere informatie

Wat? Vrijwillig Overeenkomst VLM - landbouwer 5 jaar Start 1 januari Vooraf bepaalde vergoeding (min. 750 /5 jaar)

Wat? Vrijwillig Overeenkomst VLM - landbouwer 5 jaar Start 1 januari Vooraf bepaalde vergoeding (min. 750 /5 jaar) Wat? Vrijwillig Overeenkomst VLM - landbouwer 5 jaar Start 1 januari Vooraf bepaalde vergoeding (min. 750 /5 jaar) Wie? Actieve landbouwers Niet voor: Vastgoedmakelaars Uitbaters van sport- of recreatiegronden

Nadere informatie

Investeren in het platteland met beheerovereenkomsten. VLM.be VLAANDEREN.be/pdpo

Investeren in het platteland met beheerovereenkomsten. VLM.be VLAANDEREN.be/pdpo VLM Dien je aanvraag ten laatste in op 1 oktober. Investeren in het platteland met beheerovereenkomsten Als actieve landbouwer kan je beheerovereenkomsten sluiten met de Vlaamse Landmaatschappij (VLM).

Nadere informatie

Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister bevoegd voor de Begroting, gegeven op 16 juni 2011;

Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister bevoegd voor de Begroting, gegeven op 16 juni 2011; Besluit van de Vlaamse Regering van 8 juli 2011 tot uitvoering van diverse bepalingen van het Mestdecreet van 22 december 2006 (B.S., 25 augustus 2011, 10 d. na bekendmaking) De Vlaamse Regering, Gelet

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit maakt bekend:

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit maakt bekend: STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 70768 12 december 2017 Kennisgeving van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 9 december 2017, nr.

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 10564 13 april 2015 Kennisgeving van de Staatssecretaris van Economische Zaken van 10 april 2015 nr. ELVV/15047696 ingevolge

Nadere informatie

Beheerovereenkomsten binnen PDPOII: mogelijkheden voor paardenhouderij

Beheerovereenkomsten binnen PDPOII: mogelijkheden voor paardenhouderij Beheerovereenkomsten binnen PDPOII: mogelijkheden voor paardenhouderij De Vlaamse overheid: 13 beleidsdomeinen Economie, Wetenschap en Innovatie Onderwijs en Vorming Landbouw en Visserij Leefmilieu, Natuur

Nadere informatie

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving advies 65.935/1 van 7 mei 2019 over een ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 6 juni 2014 betreffende de

Nadere informatie

Besluit van de Vlaamse Regering van 6 juni 2008 betreffende het sluiten van

Besluit van de Vlaamse Regering van 6 juni 2008 betreffende het sluiten van 1 Besluit van de Vlaamse Regering van 6 juni 2008 betreffende het sluiten van beheersovereenkomsten en het toekennen van vergoedingen ter uitvoering van Verordening (EG) nr. 1698/2005 van de Raad van 20

Nadere informatie

Historiek besluit - (B.S., 16 augustus 2011) - Gewijzigd bij BVR 25 januari 2013 (B.S., 19 februari 2013, I : 1 januari 2013)

Historiek besluit - (B.S., 16 augustus 2011) - Gewijzigd bij BVR 25 januari 2013 (B.S., 19 februari 2013, I : 1 januari 2013) Besluit van de Vlaamse Regering van 22 juli 2011 betreffende de maatregelen bij een overschrijding van de nitraatresidudrempelwaarde, als vermeld in artikel 14 van het Mestdecreet van 22 december 2006

Nadere informatie

1-meter teeltvrije zone. Robin Bedert Coördinerend toezichthouder VLM-Mestbank

1-meter teeltvrije zone. Robin Bedert Coördinerend toezichthouder VLM-Mestbank Robin Bedert Coördinerend toezichthouder VLM-Mestbank Intro Wat is de Waar van toepassing Doel Ondersteunende maatregelen Beheerovereenkomsten Gevolgen Controleactie Handhaving 2018-2019 Aanpak Resultaten

Nadere informatie

GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN VLAAMSE GEMEENSCHAP VLAAMSE OVERHEID

GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN VLAAMSE GEMEENSCHAP VLAAMSE OVERHEID GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN VLAAMSE GEMEENSCHAP N. 2009 3709 VLAAMSE OVERHEID [C 2009/36014] 4 SEPTEMBER 2009. Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering

Nadere informatie

Beheerovereenkomsten PDPOIII: Onder voorbehoud van goedkeuring PDPOIII door EU

Beheerovereenkomsten PDPOIII: Onder voorbehoud van goedkeuring PDPOIII door EU Beheerovereenkomsten PDPOIII: 2014-2020 Onder voorbehoud van goedkeuring PDPOIII door EU Inhoud! Europees en Vlaams beleidskader! Beheerovereenkomsten in een notendop! Beheerpakketten! Voorbeeldbedrijven

Nadere informatie

VASTE BEHEEROVEREENKOMSTEN VLM

VASTE BEHEEROVEREENKOMSTEN VLM DEPARTEMENT LANDBOUW & VISSERIJ VASTE BEHEEROVEREENKOMSTEN VLM Campagne 2019 //////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////

Nadere informatie

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 28 juni 2013 betreffende het landbouw- en visserijbeleid, artikel 4, 1, en 2, a), en artikel 29, 1, 1 ;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 28 juni 2013 betreffende het landbouw- en visserijbeleid, artikel 4, 1, en 2, a), en artikel 29, 1, 1 ; Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van diverse bepalingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 8 mei 2009 betreffende de gemeenschappelijke ordening der markten in de sector groenten

Nadere informatie

BEHEEROVEREENKOMSTEN

BEHEEROVEREENKOMSTEN BEHEEROVEREENKOMSTEN Algemeen Europees Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) Pijler 1: Rechtstreekse betalingen Pijler 2: Plattelandsontwikkeling Basisbetaling 30% vergroening PDPO III = Vlaams Programmadocument

Nadere informatie

Gedeputeerde Staten van Flevoland;

Gedeputeerde Staten van Flevoland; 2016-51 Nummer 1956346 Derde wijziging Subsidieverordening Natuur- en Landschapsbeheer Flevoland 2016 Gedeputeerde Staten van Flevoland maken gelet op het bepaalde In artikel 136 van de Provinciewet bekend

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 7659 17 februari 2016 Besluit van de Staatssecretaris van Economische Zaken van 9 februari 2016, nr. WJZ/15186005, houdende

Nadere informatie

Subsidie voor het Texelse weidevogelgebied.

Subsidie voor het Texelse weidevogelgebied. Subsidie voor het Texelse weidevogelgebied. Algemene informatie Vanuit de SNL regeling is weidevogelbeheer op gemengde agrarische gebied mogelijk mits het voldoet aan de leefgebieden criteria voor weidevogels

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 8489 30 maart 2015 Regeling van de Staatssecretaris van Economische Zaken van 26 maart 2015, nr. WJZ/15015517, tot wijziging

Nadere informatie

Beheerovereenkomsten PDPOIII: Caroline Beele, bedrijfsplanner Denderstreek Zuid

Beheerovereenkomsten PDPOIII: Caroline Beele, bedrijfsplanner Denderstreek Zuid Beheerovereenkomsten PDPOIII: 2014-2020 Caroline Beele, bedrijfsplanner Denderstreek Zuid Algemeen Doel? Behouden en verbeteren van de kwaliteit in het landbouwgebied: Natuurlijk Landschappelijk Milieu

Nadere informatie

TOELICHTING BIJ DE PREMIESIMULATIE VAN VERGOEDINGEN VOOR BEHEEROVEREENKOMSTEN - VLAAMSE LANDMAATSCHAPPIJ (VLM) - JAAR

TOELICHTING BIJ DE PREMIESIMULATIE VAN VERGOEDINGEN VOOR BEHEEROVEREENKOMSTEN - VLAAMSE LANDMAATSCHAPPIJ (VLM) - JAAR TOELICHTING BIJ DE PREMIESIMULATIE VAN VERGOEDINGEN VOOR BEHEEROVEREENKOMSTEN - VLAAMSE LANDMAATSCHAPPIJ (VLM) - JAAR 2014 - Deze toelichting heeft geen rechtswaarde en kan niet als dusdanig ingeroepen

Nadere informatie

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 14 oktober 2016 houdende wijziging van diverse decreten met betrekking tot wonen, artikel 49;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 14 oktober 2016 houdende wijziging van diverse decreten met betrekking tot wonen, artikel 49; Besluit van de Vlaamse Regering houdende de wijziging en de opheffing van diverse besluiten over wonen, wat betreft leegstand, verwaarlozing, ongeschikt- en onbewoonbaarverklaring en de technische normen

Nadere informatie

Aanpassingen Toelichting bij de verzamelaanvraag 2015

Aanpassingen Toelichting bij de verzamelaanvraag 2015 Aanpassingen Toelichting bij de verzamelaanvraag 2015 Inhoudstafel: - Mestdecreet Algemeen moet onder titel Mestbankaspecten komen - Paginanummer van Mestbankaspecten is 79 i.p.v. 80 Fiche Verzamelaanvraag

Nadere informatie

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne; Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van diverse bepalingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne, wat betreft

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. De Regeling GLB-inkomenssteun 2006 wordt als volgt gewijzigd:

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. De Regeling GLB-inkomenssteun 2006 wordt als volgt gewijzigd: STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 7566 12 maart 2014 Regeling van de Staatssecretaris van Economische Zaken van 10 maart 2014, nr. WJZ/14033092, houdende

Nadere informatie

Beheerpakketten akkerfaunabeheer Collectief Midden Groningen 2017

Beheerpakketten akkerfaunabeheer Collectief Midden Groningen 2017 Beheerpakketten akkerfaunabeheer Collectief Midden Groningen 2017 11 Rietzoom en klein rietperceel Met een rietzoom kunnen verbindingen worden gelegd tussen (beheerde) elementen of percelen. Tevens kan

Nadere informatie

BEHEEROVEREENKOMSTEN 2018 IN CIJFERS

BEHEEROVEREENKOMSTEN 2018 IN CIJFERS BEHEEROVEREENKOMSTEN 2018 IN CIJFERS Figuur 1. Verdeling van de lopende beheerovereenkomsten volgens oppervlakte per beheerdoelstelling.... 2 Figuur 2. Verdeling van het aantal dossiers in 2018, weergegeven

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 17273 6 april 2016 Kennisgeving van de Staatssecretaris van Economische Zaken van 24 maart 2016 nr. ELVV/16043244 ingevolge

Nadere informatie

VERGROENING ECOLOGISCH AANDACHTSGEBIED

VERGROENING ECOLOGISCH AANDACHTSGEBIED DEPARTEMENT LANDBOUW & VISSERIJ VERGROENING ECOLOGISCH AANDACHTSGEBIED Campagne 2019 //////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////

Nadere informatie

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 7 november 2012;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 7 november 2012; 1 Besluit van de Vlaamse Regering van 25 januari 2013 betreffende de bemestingsadvisering voor groenteteelten en tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 oktober 2008 betreffende nadere

Nadere informatie

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 7 februari 2019;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 7 februari 2019; Besluit van de Vlaamse Regering over de transitie van de personen met een handicap die zorg en ondersteuning krijgen in het buitenland en tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 24 juni

Nadere informatie

Wijzigingen randvoorwaarden 2015

Wijzigingen randvoorwaarden 2015 Wijzigingen randvoorwaarden 2015 Wijzigingen 2015 Wijzigingen 2015: Vereenvoudiging Vereenvoudiging randvoorwaarden 2015 (nieuwe GLB) Van 18 naar 13 richtlijnen waarbij volgende geschrapt worden: Slibrichtlijn

Nadere informatie

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van EUROPESE COMMISSIE Brussel, 30.10.2018 C(2018) 7044 final GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE van 30.10.2018 houdende wijziging van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 807/2014 van de Commissie

Nadere informatie

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor begroting, gegeven op 10 juni 2016;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor begroting, gegeven op 10 juni 2016; Besluit van de Vlaamse Regering houdende wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 16 februari 2001 tot vaststelling van nadere regels inzake compensatie van ontbossing en ontheffing van het

Nadere informatie

INTERREGIONALE LANDBOUWERS

INTERREGIONALE LANDBOUWERS DEPARTEMENT LANDBOUW & VISSERIJ INTERREGIONALE LANDBOUWERS Campagne 2019 //////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////

Nadere informatie

Beheerpakketten Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer. Open grasland

Beheerpakketten Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer. Open grasland Beheerpakketten Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer Open grasland 2019 1 Grasland met rustperiode Er wordt een rustperiode in acht genomen van datum x tot datum y (zie beschreven onder pakketten) [1]

Nadere informatie

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 15 januari 2018;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 15 januari 2018; Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van de regelgeving betreffende de specifieke brandveiligheidsnormen voor ouderenvoorzieningen en centra voor herstelverblijf en betreffende de technische commissie

Nadere informatie

VR 2015 2509 DOC.0987/2BIS

VR 2015 2509 DOC.0987/2BIS VR 2015 2509 DOC.0987/2BIS Besluit van de Vlaamse Regering betreffende steun aan projecten in het kader van het Europees Fonds voor de Regionale Ontwikkeling en het Europees Sociaal Fonds DE VLAAMSE REGERING,

Nadere informatie

IV.4 PA/E/S IBO MB Dit is een gecoördineerde versie. De datum van de laatste versie is steeds de datum van het laatste wijzigingsbesluit

IV.4 PA/E/S IBO MB Dit is een gecoördineerde versie. De datum van de laatste versie is steeds de datum van het laatste wijzigingsbesluit Ministerieel besluit van 12 juni 2001 houdende vaststelling van de procedure tot het verlenen, het verlengen, het weigeren of het intrekken van een principieel akkoord, een erkenning en subsidiëring van

Nadere informatie

Belgisch Staatsblad dd BELGISCH STAATSBLAD Ed. 3 MONITEUR BELGE

Belgisch Staatsblad dd BELGISCH STAATSBLAD Ed. 3 MONITEUR BELGE 100228 BELGISCH STAATSBLAD 08.12.2014 Ed. 3 MONITEUR BELGE VLAAMSE OVERHEID [C 2014/36845] 24 OKTOBER 2014. Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van de voorschriften voor de rechtstreekse betalingen

Nadere informatie

Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van diverse bepalingen van het Procedurebesluit van 9 mei 2014

Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van diverse bepalingen van het Procedurebesluit van 9 mei 2014 Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van diverse bepalingen van het Procedurebesluit van 9 mei 2014 DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 30 april 2004 tot oprichting van het intern verzelfstandigd

Nadere informatie

Beheerpakketten Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer. Water

Beheerpakketten Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer. Water Beheerpakketten Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer Water 2019 13 Botanisch waardevol grasland Categorie Water Tot in de vijftiger jaren waren veel graslanden rijk aan (bloeiende) kruiden en grassen.

Nadere informatie

VERGROENING - BLIJVEND GRASLAND EN ECOLOGISCH KWETSBAAR BLIJVEND GRASLAND Campagne 2019

VERGROENING - BLIJVEND GRASLAND EN ECOLOGISCH KWETSBAAR BLIJVEND GRASLAND Campagne 2019 DEPARTEMENT LANDBOUW & VISSERIJ VERGROENING - BLIJVEND GRASLAND EN ECOLOGISCH KWETSBAAR BLIJVEND GRASLAND Campagne 2019 //////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////

Nadere informatie

HOOGSTAMFRUITBOMEN

HOOGSTAMFRUITBOMEN Bijlage verbintenisaanvraag Dossiernummer: VERBINTENISAANVRAAG INSTANDHOUDING GENETISCHE DIVERSITEIT HOOGSTAMFRUITBOMEN 2013 2017 Besluit van de Vlaamse regering van 21 december 2007 tot het verlenen van

Nadere informatie

Blijvend grasland datum /

Blijvend grasland datum / ////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////// VEELGESTELDE VRAGEN Blijvend grasland

Nadere informatie

VR DOC.0752/2BIS

VR DOC.0752/2BIS VR 2018 0607 DOC.0752/2BIS Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 20 december 2013 tot toekenning van subsidies aan land- of tuinbouwers voor de diversificatie

Nadere informatie

VR DOC.0388/2BIS

VR DOC.0388/2BIS VR 2019 2903 DOC.0388/2BIS Besluit van de Vlaamse Regering houdende een verbod op het houden van pelsdieren en op het houden van dieren voor de productie van foie gras door middel van dwangvoedering DE

Nadere informatie

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het advies van de inspectie van Financiën, gegeven op 21 augustus 2017;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het advies van de inspectie van Financiën, gegeven op 21 augustus 2017; Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van de procedure tot toekenning of weigering van de vergunning als private uitbetalingsactor voor de uitbetaling van toelagen in het kader van het gezinsbeleid

Nadere informatie

Directe steun LV. Versie: 09/01/2015. Vergroening Blijvend grasland

Directe steun LV. Versie: 09/01/2015. Vergroening Blijvend grasland Directe steun LV Vergroening Blijvend grasland Versie: 09/01/2015 Via de vergroening van directe steun wil Europa landbouwers betalen voor drie praktijken die van groot maatschappelijk nut zijn, maar niet

Nadere informatie

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) Nr. /.. VAN DE COMMISSIE. van 13.5.2014

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) Nr. /.. VAN DE COMMISSIE. van 13.5.2014 EUROPESE COMMISSIE Brussel, 13.5.2014 C(2014) 3006 final GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) Nr. /.. VAN DE COMMISSIE van 13.5.2014 tot wijziging van de bijlagen VIII en VIII quater bij Verordening (EG) nr.

Nadere informatie

Besluit van de Vlaamse Regering houdende diverse bepalingen over de handhaving van het integraal handelsvestigingsbeleid

Besluit van de Vlaamse Regering houdende diverse bepalingen over de handhaving van het integraal handelsvestigingsbeleid Besluit van de Vlaamse Regering houdende diverse bepalingen over de handhaving van het integraal handelsvestigingsbeleid DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 15 juli 2016 betreffende het integraal

Nadere informatie

tot wijziging van verschillende decreten in het kader van de herstructurering van het agentschap Toerisme Vlaanderen

tot wijziging van verschillende decreten in het kader van de herstructurering van het agentschap Toerisme Vlaanderen stuk ingediend op 1093 (2010-2011) Nr. 4 30 juni 2011 (2010-2011) Ontwerp van decreet tot wijziging van verschillende decreten in het kader van de herstructurering van het agentschap Toerisme Vlaanderen

Nadere informatie

EROSIEBESTRIJDING VLAAMSE LANDMAATSCHAPPIJ DE ZORG VOOR DE OPEN RUIMTE IN VLAANDEREN

EROSIEBESTRIJDING VLAAMSE LANDMAATSCHAPPIJ DE ZORG VOOR DE OPEN RUIMTE IN VLAANDEREN EROSIEBESTRIJDING In vele streken in Vlaanderen is bodemerosie op akkers een groot probleem. Op ongeveer 13% van de akkerbouwpercelen zou jaarlijks 5 tot 10 ton vruchtbare landbouwgrond per ha verloren

Nadere informatie

Onderdeel B. Bijlage 3: Agrarisch natuurbeheer. Onderdeel A: Agrarisch natuurtype en bijbehorend agrarische beheertypen:

Onderdeel B. Bijlage 3: Agrarisch natuurbeheer. Onderdeel A: Agrarisch natuurtype en bijbehorend agrarische beheertypen: Bijlage 3: Agrarisch natuurbeheer Onderdeel A: Agrarisch natuurtype en bijbehorend agrarische beheertypen: Agrarisch natuurtype Agrarisch beheertype A01 Agrarische Faunagebieden A01.03 Ganzenfourageergebied

Nadere informatie

FEDERALE OVERHEIDSDIENST ECONOMIE, K.M.O., MIDDENSTAND EN ENERGIE

FEDERALE OVERHEIDSDIENST ECONOMIE, K.M.O., MIDDENSTAND EN ENERGIE FEDERALE OVERHEIDSDIENST ECONOMIE, K.M.O., MIDDENSTAND EN ENERGIE [C 2017/10293] 1 DECEMBER 2016. Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 11 maart 1966 tot verklaring van openbaar

Nadere informatie

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 18 juli 2018;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 18 juli 2018; Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 13 juli 2001 tot vaststelling van de criteria, voorwaarden en refertebedragen van de tussenkomsten in de individuele

Nadere informatie

UITVOERINGSVERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

UITVOERINGSVERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van EUROPESE COMMISSIE Brussel, 7.6.2018 C(2018) 3316 final UITVOERINGSVERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE van 7.6.2018 houdende wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) 2017/892 tot vaststelling van voorschriften

Nadere informatie

PROVINCIAAL BLAD. Gelet op artikel 4.1 van de Subsidieverordening natuur- en landschapsbeheer provincie Utrecht 2016;

PROVINCIAAL BLAD. Gelet op artikel 4.1 van de Subsidieverordening natuur- en landschapsbeheer provincie Utrecht 2016; PROVINCIAAL BLAD Officiële uitgave van provincie Utrecht. Nr. 6601 6 oktober 2015 Besluit van gedeputeerde staten van Utrecht van 22 september 2015, nr. 81617751, tot wijziging van de Subsidieverordening

Nadere informatie

Overzicht Beheerpakketten Agrarisch Natuur- & Landschapsbeheer 2016. SCAN versie 1.5d. FAC versie 1.2

Overzicht Beheerpakketten Agrarisch Natuur- & Landschapsbeheer 2016. SCAN versie 1.5d. FAC versie 1.2 Bijlage 2. Overzicht Beheerpakketten Agrarisch Natuur- & Landschapsbeheer 2016 SCAN versie 1.5d 1 december 2015 FAC versie 1.2 14 december 2015 ANLb Opbouw van de beheerpakketten De pakketten zijn opgebouwd

Nadere informatie

UITVOERINGSVERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

UITVOERINGSVERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van EUROPESE COMMISSIE Brussel, 27.6.2018 C(2018) 3973 final UITVOERINGSVERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE van 27.6.2018 tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 181/2014 wat betreft een aantal

Nadere informatie

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 4 juli 2017;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 4 juli 2017; Besluit van de Vlaamse Regering houdende de bepaling van voorwaarden voor een bijzondere oproep om voor bepaalde woongelegenheden een erkenningskalender in te dienen en tot wijziging van het besluit van

Nadere informatie

Provinciaal blad van Noord-Brabant

Provinciaal blad van Noord-Brabant Provinciaal blad van Noord-Brabant ISSN: 0920-1408 Onderwerp Tweede wijzigingsregeling subsidiestelsel natuur- en landschapsbeheer Noord- Brabant 2013 Bijlage(n) Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Gelet

Nadere informatie

1 Wat houdt de vanggewasregeling in?... 2

1 Wat houdt de vanggewasregeling in?... 2 VANGGEWASSEN INHOUD 1 Wat houdt de vanggewasregeling in?... 2 1.1 Wat bedoelen we met vanggewassen? 2 1.2 Hoeveel vanggewassen moet u inzaaien? 1.3 Hoelang moet u het vanggewas laten staan? 3 4 1.4 Geef

Nadere informatie

VR DOC.1027/2

VR DOC.1027/2 VR 2015 0910 DOC.1027/2 Besluit van de Vlaamse Regering betreffende het subsidiëren van operationele groepen inzake het Europees Partnerschap voor Innovatie - netwerk voor de productiviteit en duurzaamheid

Nadere informatie

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2016/1393 VAN DE COMMISSIE

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2016/1393 VAN DE COMMISSIE 19.8.2016 L 225/41 VERORDENINGEN GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2016/1393 VAN DE COMMISSIE van 4 mei 2016 houdende wijziging van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 640/2014 tot aanvulling van Verordening

Nadere informatie

VR DOC.1298/2QUATER

VR DOC.1298/2QUATER VR 2018 3011 DOC.1298/2QUATER Besluit van de Vlaamse Regering tot instelling van een tegemoetkoming in de kosten voor de vervanging van oude en vervuilende individuele verwarmingssystemen op vaste brandstoffen

Nadere informatie

Infosessies nieuw GLB: Vergroening

Infosessies nieuw GLB: Vergroening Infosessies nieuw GLB: Vergroening 9 september 2014 Deze presentaties zijn door het Vlaams Gewest met de meeste zorg en nauwkeurigheid opgesteld op basis van de meest actuele beschikbare informatie. Er

Nadere informatie

AGRARISCH NATUUR- EN LANDSCHAPSCOLLECTIEF MIDDEN-GRONINGEN BEHEERPAKKETTEN AKKERVOGELBEHEER. Versie 24 maart 2015

AGRARISCH NATUUR- EN LANDSCHAPSCOLLECTIEF MIDDEN-GRONINGEN BEHEERPAKKETTEN AKKERVOGELBEHEER. Versie 24 maart 2015 AGRARISCH NATUUR- EN LANDSCHAPSCOLLECTIEF MIDDEN-GRONINGEN BEHEERPAKKETTEN AKKERVOGELBEHEER Aangepast landelijk pakket 2 Kuikenvelden Veldleeuwerik Naam beheerpakket Kuikenvelden Veldleeuwerik op grasland

Nadere informatie

PROVINCIAAL BLAD. Provincie Zeeland Wijziging Subsidieverordening Natuur- en Landschapsbeheer Zeeland 2016

PROVINCIAAL BLAD. Provincie Zeeland Wijziging Subsidieverordening Natuur- en Landschapsbeheer Zeeland 2016 PROVINCIAAL BLAD Officiële uitgave van provincie Zeeland. Nr. 6646 7 oktober 2015 Provincie Zeeland Wijziging Subsidieverordening Natuur- en Landschapsbeheer Zeeland 2016 Besluit van gedeputeerde staten

Nadere informatie

MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD

MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD 19367 [C 2001/35589] 18 MEI 2001. Ministerieel besluit betreffende de toekenning van subsidies voor de vermindering van gewasbeschermingsmiddelen en meststoffen in de sierteelt met toepassing van het Vlaams

Nadere informatie

Bijlage IV: Register van percelen waarop de regeling van planschade, planbaten, kapitaalschade of gebruikersschade van toepassing kan zijn

Bijlage IV: Register van percelen waarop de regeling van planschade, planbaten, kapitaalschade of gebruikersschade van toepassing kan zijn gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan afbakening zeehavengebied Antwerpen : Register van percelen waarop de regeling van planschade, planbaten, kapitaalschade of gebruikersschade van toepassing kan zijn

Nadere informatie

VR DOC.0360/2

VR DOC.0360/2 VR 2017 2104 DOC.0360/2 Besluit van de Vlaamse Regering houdende de wijziging van diverse bepalingen van het koninklijk besluit van 24 september 2006 betreffende de uitoefening en de organisatie van ambulante

Nadere informatie

lil PROVINCIE FLEVOLAND Provinciaal Blad Eerste wijziging Subsidieverordening Natuur- en Landschapsbeheer Flevoland 2016

lil PROVINCIE FLEVOLAND Provinciaal Blad Eerste wijziging Subsidieverordening Natuur- en Landschapsbeheer Flevoland 2016 PROVINCIE FLEVOLAND Provinciaal Blad 2015/25 Nummer 1788278 Eerste wijziging Subsidieverordening Natuur- en Landschapsbeheer Flevoland 2016 lil Gedeputeerde Staten van Flevoland maken gelet op het bepaalde

Nadere informatie

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 12 maart 2019;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 12 maart 2019; Besluit van de Vlaamse Regering over de ondersteuning van meerderjarige personen met een dubbeldiagnose en tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 12 mei 2017 houdende de methodiek voor

Nadere informatie

Weidevogelbeheer 2016

Weidevogelbeheer 2016 Beheerpakketten Agrarisch Natuur- & Landschapsbeheer 2016 Versie 1.5, 1 Oktober 2015 (Wijzigingen voorbehouden) 1 Grasland met rustperiode - De beheereenheid is ten minste 0,5 hectare groot. - Cumulatie

Nadere informatie

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, artikel 20;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, artikel 20; Ontwerpbesluit van de Vlaamse Regering houdende voorlopige vaststelling van de ontwerpkaart met meest kwetsbare waardevolle bossen als vermeld in artikel 90ter van het Bosdecreet van 13 juni 1990, tot

Nadere informatie

Beheerpakketten Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer. Natte dooradering

Beheerpakketten Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer. Natte dooradering Beheerpakketten Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer Natte dooradering 9 Poel en klein historisch water Poelen zijn natuurlijke of gegraven laagtes, gemaakt om over water voor vee te kunnen beschikken.

Nadere informatie

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op artikel 20 van de bijzondere wet tot hervorming der instellingen van 8 augustus 1980;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op artikel 20 van de bijzondere wet tot hervorming der instellingen van 8 augustus 1980; Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2010 tot uitvoering van het decreet betreffende de private arbeidsbemiddeling, wat betreft de invoering

Nadere informatie

afbakening van de gebieden van de natuurlijke en agrarische structuur

afbakening van de gebieden van de natuurlijke en agrarische structuur gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan afbakening van de gebieden van de natuurlijke en agrarische structuur regio Kust-Polders-Westhoek Zwin en Zwinbosjes bijlage IV: register van percelen waarop de regeling

Nadere informatie

1 er wordt een punt 2 /1 ingevoegd, dat luidt als volgt: 2 /1 budget voor niet-rechtstreeks toegankelijke zorg en ondersteuning: een budget voor niet-

1 er wordt een punt 2 /1 ingevoegd, dat luidt als volgt: 2 /1 budget voor niet-rechtstreeks toegankelijke zorg en ondersteuning: een budget voor niet- Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 februari 2010 houdende de uitvoering van het decreet van 30 maart 1999 houdende de organisatie van de zorgverzekering,

Nadere informatie

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 9 december 2016;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 9 december 2016; Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 15 juli 2016 houdende toekenning van een hinderpremie aan kleine ondernemingen die ernstige hinder ondervinden van openbare werken in

Nadere informatie

BESLUIT VAN DE VLAAMSE REGERING VAN 17 MAART 1998

BESLUIT VAN DE VLAAMSE REGERING VAN 17 MAART 1998 BESLUIT VAN DE VLAAMSE REGERING VAN 17 MAART 1998 tot vaststelling van de regels voor het verlenen van de voorafgaande vergunning, bedoeld in artikel 10 van de decreten inzake voorzieningen voor bejaarden,

Nadere informatie

UITVOERINGSVERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

UITVOERINGSVERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van EUROPESE COMMISSIE Brussel, 18.5.2018 C(2018) 2976 final UITVOERINGSVERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE van 18.5.2018 tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 809/2014 wat betreft de wijziging

Nadere informatie

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 13 februari 2018;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 13 februari 2018; Besluit van de Vlaamse Regering houdende nadere regels betreffende de aanwijzing van de begunstigden van de gezinsbijslagen en de uitbetaling van de toelagen in het kader van het gezinsbeleid DE VLAAMSE

Nadere informatie

Belgisch Staatsblad dd

Belgisch Staatsblad dd N. 2001 1162 [C 2001/35430] 20 APRIL 2001. Besluit van de Vlaamse regering tot regeling van de vrijwillige, volledige en definitieve stopzetting van de productie van alle dierlijke mest, afkomstig van

Nadere informatie

Beheerpakketten Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer. Open akkerland

Beheerpakketten Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer. Open akkerland Beheerpakketten Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer Open akkerland 15 Wintervoedselakker Beschrijving Wintervoedselakkers zijn belangrijk voor in Nederland overwinterende vogels. Niet geoogste zaden

Nadere informatie

VR DOC.1146/5

VR DOC.1146/5 VR 2016 2110 DOC.1146/5 Besluit van de Vlaamse Regering houdende de wijziging van diverse bepalingen van het koninklijk besluit van 24 september 2006 betreffende de uitoefening en de organisatie van ambulante

Nadere informatie

ADVIES over de overgangsregeling voor agromilieumaatregelen van het PDPO

ADVIES over de overgangsregeling voor agromilieumaatregelen van het PDPO ADVIES over de overgangsregeling voor agromilieumaatregelen van het PDPO SALV, 18/10/2013 (nr. 2013-20) Minaraad, 17/10/2013 (nr. 13-051) Contactpersoon SALV: Kris Van Nieuwenhove Contactpersoon Minaraad:

Nadere informatie