Ebbenhorst (1) I. Henrick van Ebbenhorst, geb. ca. 1415, tr. NN Uit dit huw.: 1. Gerrit van Ebbenhorst, volgt II

Transcriptie

1 Ebbenhorst (1) De stamreeks Ebbenhorst verscheen eerder in Veluwse Geslachten. Sindsdien zijn er een aantal verbeteringen en aanvullingen. Die zijn in onderstaande genealogie verwerkt. Willem Cornelissen Ebbenhorst dient apart vermeld te worden. Hij is een zoon van Cornelis Jans Ebbenhorst. Het probleem is dat hij een halfbroer heeft die ook Willem Cornelissen Ebbenhorst heet. Daarbij komt dat beiden vaak verward worden met een derde Willem Cornelissen, namelijk Willem Cornelissen van Spickhorst. Op Internet wordt deze fout keer op keer van elkaar overgenomen. Hieronder zal duidelijk worden dat het om verschillende personen gaat. Daarvoor is de stamreeks Spickhorst gemaakt. Willem Cornelissen van Spickhorst wordt gezien als de stamvader van de Renswoudse families Van Ravenhorst en De Koning. Ook dit klopt niet. Ik hoop een duidelijk beeld te geven van de belangrijke Scherpenzeelse familie Ebbenhorst en een aantal raadsels rond de familie Spickhorst te hebben opgelost. I. Henrick van Ebbenhorst, geb. ca. 1415, tr. NN 1. Gerrit van Ebbenhorst, volgt II II. Gerrit van Ebbenhorst, geb. ca. 1440, tr. NN Van wordt Gerit/Gart van Ebbenhorst genoemd als leenman van Huis Scherpenzeel (Leenboek Huis Scherpenzeel 107, fol. 23; , fol. 16; , fol. 8vo; , fol. 4,5,5vo; , fol. 11; , fol. 19; , fol. 24; 1485, fol. 27; , fol. 27vo; , fol. 27vo; , fol. 28vo; , fol. 29; , fol. 7,29; , fol. 29; , fol. 1; , fol. 29vo; , fol. 27vo; , fol. 30; , fol. 31; , fol. 32vo; , fol. 34vo; 1521, fol. 34; ). In 1500 moet Gerit Henricksz van Ebbenhorst zijn zoon Henrick van Ebbenhorst een jaarlijkse rente van 8 ½ Rijnse guldens betalen uit een lening aan zijn zoon van 150 posthulaats guldens vanwege de erfenis van zijn moeder, volgens huwelijkse voorwaarden. Gerrit mag dit bedrag binnen tien jaar aflossen. Onderpand: Ebbenhorst (Leenboek Huis Scherpenzeel 107, fol. 14,32vo; ). 1. Henrick van Ebbenhorst, volgt III 2.? Geryt van Ebbenhorst In 1536 wordt Geryt van Ebbenhorst onthoofd en gevierendeeld te Amersfoort wegens zijn betrokkenheid bij de aanslag op Amersfoort (Scarpenzele jg. 2 (1994) nr. 3, blz. 80 ev.) Zijn bekentenis op 14 sept is gepubliceerd in: Utrecht voorheen en thans; tijdschrift voor de geschiedenis, oudheden en statistiek van Utrecht, 2 e serie, 3 e jaargang, 1846, blz ? Lubbert van Ebbenhorst, geb. ca In 1540 en 1541 is Lubbert van Ebbenhorst leenman van Huis Scherpenzeel (HUA; St. Paulus 34, fol. 157; ). In 1558 verklaart Lubbert van Ebbenhorst (ca. 67 jr.) dat de Heer van Scherpenzeel de schout van Scherpenzeel benoemt en dat Willem van Scherpenzeel gelastte om de bomen rond de molen te kappen (Recht. Arch. Scherpenzeel 12; 1558) III.

2 Henrick van Ebbenhorst, geb. ca. 1475, tr. NN In 1500 verklaart Henrick van Ebbenhorst Geritsz dat als zijn vader Gerit Henricksz van Ebbenhorst eerder sterft dan hij, dan zal hij van de erfgenamen 100 posthulaats guldens krijgen. Mocht Henrick eerder sterven dan zijn vader dan zal Gerit 50 posthulaats guldens aan zijn erfgenamen moeten uitkeren (Leenboek Huis Scherpenzeel 107, fol. 14,32vo; ). In 1500 verklaart Henrick van Ebbenhorst dat zijn vader hem al 20 postulaats guldens heeft betaald van de honderd die hij na de dood van zijn vader zal erven. (Leenboek Huis Scherpenzeel 107, fol. 32vo; ). 1. Willem Hendricksz (van Ebbenhorst), volgt IV 2. Johan Henricxsz In 1592 wordt Johan Henricxsz namens zijn onmondige neef Jan Cornelisz beleend met Ebbenhorst na dode van zijn vader Cornelis Willemsz "zoe dat tho same mit eggen, mit eijnden, hooge ende lege, heijde, water ende weijde, turff ende twijge ende voorts mit alle zijnen toebehooren". Belast met een jaarlijkse tijns aan Huis Scherpenzeel op St. Martinus in de winter (Leenboek Huis Scherpenzeel 141, fol. 57vo; ). 3.? Gijsbert van Ebbenhorst Van vicaris van de vicarie van St. Barbara in de Grote Kerk van Scherpenzeel (Gesch. Grote Kerk Scherpenzeel, blz. 19,22,23). In 1575 woont heer Gijsbert in een huis naast de Barbarakampen, eigendom van Willem Jansz, smid (Westerholt 276, fol. 27; ). IV. Willem Hendricksz (van Ebbenhorst), geb. ca. 1510, tr. NN In 1578 betaalt Willem Hendricksz, eigenaar en bruiker van Ebbenhorst, 1 out claucken of 1 1/2 stuiver tins aan Huis Scherpenzeel (RGA; Archief Westerholt 276 nr. 3, fol. 39; 1578). 1. Cornelis Willemsz (van Ebbenhorst), volgt V 2. Hendrick Willemsz (van Ebbenhorst), ov. voor 1591 V. Cornelis Willemsz (van Ebbenhorst), geb. ca. 1545, ov. ca 1592, tr. NN In 1589 pacht Cornelis Willemsz Ebbehorst de tiend van Klein Moorst van het St. Pieter te Utrecht (Wageningen; Deel I, blz. 85) 1. Jan Cornelisz (van Ebbenhorst), volgt VI VI Jan Cornelisz (van Ebbenhorst), geb. ca (1602 mondig), ov. ca. 1654, tr. voor 1609 Neeltgen Egbert Jordensdr, dr. van Egbert Jordensz (landbouwer op Lockhorst onder Leusden) en Weijmtgen Hendricks In 1592 wordt Johan Henricxsz namens zijn onmondige neef Jan Cornelisz beleend met Ebbenhorst na dode van zijn vader Cornelis Willemsz "zoe dat tho same mit eggen, mit eijnden, hooge ende lege, heijde, water ende weijde, turff ende twijge ende voorts mit alle zijnen toebehooren". Belast met een jaarlijkse tijns aan Huis Scherpenzeel op St. Martinus in de winter (Leenboek Huis Scherpenzeel 141, fol. 57vo; ). In 1602 wordt Johan Cornelisz, mondig geworden, beleend met Ebbenhorst (Leenboek Huis Scherpenzeel 141, fol. 58vo; ). In 1609 wordt Neeltgen Elbert Jordensdr x Jan Cornelisz gelijftocht met f 40,= per jaar uit Ebbenhorst, door Jan in het huwelijk gebracht. Jan Cornelisz wordt door zijn vrouw Neeltgen Elbert Jordensdr, geassisteerd door haar vader Elbert Jordensz, gelijftocht met f 40,= per jaar uit een bedrag van f 1200,=, door Neeltgen in het huwelijk gebracht, volgens huwelijkse voorwaarden (Leenboek Huis Scherpenzeel 141, fol. 103vo; ). In 1612 pacht Jan Cornelisz Ebbehorst de tiend van Klein Moorst van het St. Pieter te Utrecht (Wageningen; Deel I, blz. 85) In 1616 genoemd als schepenen van Scherpenzeel: Anthonis Albertsz, op Glashorst en Jan Corneliszoon, op

3 Ebbenhorst (HGA; Leenhof Gelre 27, fol. 22; ). In 1625 lijftochten Jan Cornelisz Ebbenhorst x Neeltgen Egbers, momber: Goessen van Ommeren, schout van Ede, elkaar met Ebbenhorst. Na hun dood krijgen de kinderen een gelijk deel met dien verstande dat de oudste zoon f 500,= extra krijgt (Leenboek Huis Scherpenzeel 141, fol. 156; ). In 1627 is Jan Cornelisz Ebbenhorst borg van de pachter van de tiend van Ronselaer van het St. Pieter te Utrecht (Wageningen; Deel II, blz. 85). In 1628 eist Jan Cornelisz Ebbenhorst betaling van een paard van Wouter Petersen (Recht. Arch. Scherpenzeel 1, fol. 27vo; ). In 1628 eist de oude schoutinne betaling van f 6,= van Jan Cornelisz Ebbenhorst. Mocht Jan niet willen betalen dan zal Rick Aelbersen hem daarover aanklagen. (Recht. Arch. Scherpenzeel 1, fol. 28vo; ). In 1630 eist Jan Cornelisz Ebbenhorst betaling van f 3,= van Rickt Aelbertsz (Recht. Arch. Scherpenzeel 1, fol. 31vo; ) Verkopers: - Weymtgen, weduwe van Egbert Jordensz. en haar kinderen (zij tekent: Wiemgien Henryck). Bieders en koper: - Rijck Aelberts; - Evert Petersz. (tekent met [huis]merk). Borgen: - Maes Gerritsz. (tekent met merk); - en Wouter Jansz. (tekent met merk). Meetekenen: - Jan Cornelisz. Ubbenhoerst; - Deirck Egberts.; - Wilem Evers?; - Jorden Hendrics. - Aertgen Willems., huysvrouw van Wulfher Ghijsbertsz. vanwege haar kinderen (tekent met merk); - Aeltgen Egberts, weduwe van Jan Jacobsz. vanwege haar kinderen (tekent met merk). Publieke verkoop van: - drie vierde parten van het Erve en goed Santbrinck; - drie delen van de huysinge, hof, hofstede, schuur en bakhuis gelegen in Snorrenhoef. Dit is leengoed van Jr. Johan Hackfoort (raad ordinaris van Gelderland). Met zijn weiden, heide, drift en verdere toebehoren en gerechtigdheden, uitgezonderd de bergen (d.w.z. hooibergen) die de huurder toebehoren. Huidige gebruiker: Harman Harmansz. Het resterende vierde deel is in bezit van de erfgenamen van Gerrit van der Speulde cum socijs. Belend: zuidwaarts: Moerst; noordwaarts: 't Erff due Rijt; westwaarts: Steenbeeck; oostwaarts: 't Erff Groot Santbrijnck. Koopcondities van drie vierde parten van het Erve en goed Santbrinck. - Te aanvaarden Pinksteren a.s. - Op dit goed rust een jaarlijkse tins van 5 stuivers 2 penningen ten behoeve van de voornoemde Hackfoort. - De koper zal in minderinge van de koopsom een hypotheek overnemen van 1500 gulden, nu op naam van de weduwe tegen een jaarlijkse rente van 5%. - Verder zal de resterende koopsom in 2 termijnen worden betaald, waarna transport zal plaatsvinden. - De koper zal tot rantsoen betalen 1 stuiver van iedere gulden. - De koper zal betalen de ongelden, de 40e penning en aan de notaris 4 gulden. - De koper zal 2 borgen stellen, die gegoed zijn in het Gerechte van Utrecht. - Bij het ontbreken van borgen zal de opslag hervatten etc. - Indien er geen koop plaatsvindt, zal er ook geen wijnkoop wezen. Ingezet door Rijck Aelberts. voor 4200 gulden. Verhoogd door Evert Petersz. die dit koopt voor 4350 gulden, en borgen stelt. Mede-ondertekenaars: zie boven. Er zijn diverse betalingen met kwitantie. In een aparte akte verklaart de koper Evert Peterszoon van Weijmtgen Egbert Jordensz. weduwe gekocht te hebben haar drie delen van de Erve Cleijn Santbrinck en dat hij voor dat deel zich houden zal aan de termijn van de huur die Dirck Egbertsz. overeengekomen was met de weduwe. (EA, Not. arch., inv.nr. AT006a001; ). In 1635 eist Jan Cornelissen Ebbenhorst betaling van f van Evert van Deventer, borg: Willem Cornelissen Wildeman (zijn zwager) voor een koe (Recht. Arch. Scherpenzeel 2, fol. 19,22; fol. 24vo,25; ). In 1635 hoeven Jan Cornelisz Ebbenhorst, Peter Rijcksen, op de Haer, Rijck Aelbers en Arrijs Jansz geen extra dorpsbelasting te betalen wegens een obligatie aan de gemeente (Recht. Arch. Scherpenzeel 1, fol. 134; ). In 1637 eist Geurt Jansz betaling van f van Jan Jacobs, borg: Geurt Jansz, brouwer of Jan Cornelisz Ebbenhorst, vanwege schapen die Jan uit de boedel van zal. zoon Harmen Geurtsz x Joachumken had genomen. (Recht. Arch. Scherpenzeel 2, fol. 67vo-68vo; , fol. 69vo,70; ). In 1639 eist Jan Cornelisz Ebbenhorst een restbetaling van f van Jan Willemsz, tollenaar in Amerongen, borg: Henrick den Orbaer, voor een paard. (Recht. Arch. Scherpenzeel 1, fol. 84, nr. 2, fol. 94,94vo; ). Grafsteen nr. 7 in de Grote Kerk van Scherpenzeel: JAN CORNELISZ VAN EBBENHORST Ao Cornelis Jansen Ebbenhorst, volgt VIIa 2. Egbert Jansen van Ebbenhorst, volgt VIIb 3. Jorden Jans Ebbenhorst, volgt VIIc 4. Lijsbeth Jans (van Ebbenhorst), tr. ca Willem Dircksz, zn. van Dirck Willemsz In 1638 worden huw. voorw. gemaakt tussen Willem Dircksz, geass. door Dirck Willemsz, vader; Rijck

4 Jacobs, schepen van Hoevelaken en Lijsbeth Jans, geass. door Jan Cornelisz, vader x Neeltje Ebberts; en Evert Jansz, won. Scherpenzeel. Willem: inboedel en vee van een erf te Hoevelaken. Lijsbeth: f 700,=. (AE; Notarieel Amersfoort 002b011 fol. 79; ). 1.? Weimtje Willemsen, geb. Scherpenzeel, tr. Hoevelaken (otr. Scherpenzeel) Hendrick Jansen, wed. Aeltje Jacobs, van Amersfoort Getuige bij dit huw. is oom(?) Ebbert Jansen van Ebbenhorst. 5. Emmeken Jans (van Ebbenhorst), tr. ca Gerrit Evertsz In 1645 worden huw. voorw. tussen Gerrit Evertsz, molenaar te Hoevelaken, geass. door zijn schoonvader(?) Reier Gerritsz, molenaar aan de Ham x Aeltgen Egberts en Emmeken Jans, geass. door Jan Cornelisz Ebbenhorst x Neeltgen Ebberts, won. Scherpenzeel. Gerrit 1/4? deel van 7 morgen met huis aan de Ackersteeg te Hoevelaken, door hem en zijn broers van hun vader geërfd, belast met f 500,= koopsom. Emmeken: f 500,=. (Notarieel Amersfoort 002b011, fol. 298; ). 6. Willem Jansen van Ebbenhorst, smid, tr. Rhenen Hester Metman, dr. van Bastiaan Metman en Agnietje NN In 1684 staan Willem Janssen Ebbenhorst x Hester Metman, geass. door zoon Bastiaen Ebbenhorst, allen won. Veenendaal, garant voor de proceskosten van Helena van Stavenissen, wed. Juriaen Vosch tegen Jacob van Holten, brouwer te Veenendaal (HUA; U111a001, nr. 71; ). Willem Jansz Ebbenhorst, weduwnaar van Hester Metman, wonende in Stichts Veenendaal, machtigt zijn zoon Bastiaen Ebbenhorst om in naam van hem en voor zijn broers en zusters, Neeltje, Agnietje, Lijsbeth, Jan, Catharina, Saartge, Dirck en Abraham Ebbenhorst, als erfgenaam van hun moeder voor het gerecht van Rhenen te bekennen 400 gulden mede schuldig te zijn aan Beernt Struijvingh en zijn vrouw Grietje Willems van Hengelaer. Als onderpand dient een huis gelegen in Stichts Veenendaal, erfpachtplichtig aan vrouwe Vosch van Sevenhoven, en een boomgaardje groot een halve morgen dat erfpachtplichtig is aan de Agnietten Convent in Rhenen. Gelegen ten oosten Willem Jansen Ebbenhorst met zijn andere huis en Jacob van Holten, ten westen de weduwe van Jacob Boumeister, ten zuiden de Grift en ten noorden de grens met Gelderland. (Notarieel Veenendaal; ). In 1712 machtigen Dirk van Ebbenhorst, wonende te Amersfoort, en Aris van Romen, wonende te Hoevelaken, voogden over Hestertje Ebbenhorst, dochtertje van Jan van Ebbenhorst en Elisabeth van Halma iemand om gelden uit de nalatenschap van Willem van Ebbenhorst x Hester Metman en berustende onder Dirk Ebbenhorst, wonende in 't Reenseveen, te innen (AE; not. E. van Goudoever, AT028a001, fol.9, 4e prot.; ). 1. Bastiaen Ebbenhorst, tr. (1) Anneken Bronkhorst, tr. (2) (3 e gebod Veenendaal ) Catharina Castelein, wed. Peter van Dort 2. Neeltje Ebbenhorst 3. Agnietje Ebbenhorst 4. Lijsbeth Ebbenhorst 5. Jan Ebbenhorst 6. Catharina Ebbenhorst 7. Saartje Ebbenhorst 8. Dirk Ebbenhorst, tr. Sloterdijk (3 e gebod Veenendaal ) Geertruida Schaats, van Wageningen 9. Abraham Ebbenhorst VIIa Cornelis Jansen Ebbenhorst, geb. ca. 1610, tr. Trueytge Goosens van Spickhorst, ov. ca. 1654, dr. van Goosen Jacobsz, tr.? (2) ca NN In 1635 eist Cornelis Jansz Ebbenhorst betaling van f 5,= van Gijsbert Gerritsz (Recht. Arch. Scherpenzeel 2, fol. 27,29; ). In 1638 wordt Cornelis Jans van Ebbenhorst als man en voogd van Trijntje van Spikhorst beleend met een deel van Spikhorst (Laansma, blz. 69). In 1640 worden Henrick den Orbaer en Cornelis Ebbenhorst aangesteld als controleurs van de kramers, brouwers, bakkers en tappers van de maten en gewichten (Recht. Arch. Scherpenzeel 1, fol. 89; na ). In 1646 wordt Jacob Gerretsz door Cornelis Jansz Ebbenhorst voor het gerecht gedaagd (Recht. Arch.

5 Scherpenzeel 2, fol.:224,224vo; ). In 1646 eist Henrick Thonisz Colffschoten inning van het zout- en botergeld van de koeien van Roeloff Sarren/Sanders, op 't Willer, Sander Arresz, op 't Willer, Anthoni, op Renes, Cornelis Jans van Ebbenhorst en Brandt Gijsbers, f 0-5 per koe (Recht. Arch. Scherpenzeel 2, fol. 239vo; fol. 242vo,244,244vo; Nr. 1, fol Nr. 2, fol. 245vo-246vo; ). In 1651 is Cornelis Jansz Ebbenhorst schepen van Scherpenzeel (HGA; Archief Westerholt 275-5; ). In 1654 wordt Cornelis Jansen Ebbenhorst beleend met Ebbenhorst na dode van zijn vader Jan Cornelissen (Leenboek Huis Scherpenzeel 142:4vo; ). Cornelis Jansen Ebbenhorst x Trueytge Goosens, momber: Milchior van Wolfswinckell, schout. Lijftocht op de langstlevende. Na hun dood moet de oudste zoon, of bij gebrek daaraan de oudste dochter, f 5000,= betalen aan de andere kinderen, met aftrek van zijn/haar kindsdeel. Bij verkoop hebben de andere kinderen recht van voorkoop (Leenboek Huis Scherpenzeel 142:5vo; ). Testament Cornelis Jansen Ebbenhorst. Na zijn dood moet de oudste zoon, of bij gebrek daaraan de oudste dochter, f 5000,= betalen aan de andere kinderen, met aftrek van zijn/haar kindsdeel. Bij verkoop hebben de andere kinderen recht van voorkoop. Mogelijk is Truijtje Goossens hier overleden, anders was zij in dit testament genoemd (Leenboek Huis Scherpenzeel 142, fol. 6vo; ). In 1663 eist de schout betaling van f uitzettingsgeld van de setteren Cornelis Huijbertsz van Wolfswinckel, Jacob Gerritsz, Cornelis Ebbenhorst en Sander Aerrisz, wegens het beroepen van de predikant (Recht. Arch. Scherpenzeel 3; ). In 1668 leent Cornelis Jansen van Ebbenhorst f 3300,= van zijn broer Egbert Jansen van Ebbenhorst, kerkmeester (Leenboek Huis Scherpenzeel 142, fol. 39vo; ). In 1670 leent Cornelis Jansen Ebbenhorst f 1700,= van zijn broer Egbert Jansen van Ebbenhorst. Onderpand: Ebbenhorst (Leenboek Huis Scherpenzeel 142, fol. 43; ). In 1670 verzoekt Rijcktgen Wijllems, weduwe van Gerrit Cornelijssen van Langelaer, geassisteerd door haar zoon Hendrijck Gerritsen van Langelaer om te mogen procederen tegen Cornelijs Jansen van Ebbenhoerst. Cornelis heeft beslag gelegd op haar goederen wegens achterstallige betaling van rente uit een lening van f 200,= (Leenboek Huis Scherpenzeel 142, fol. 45vo; ). In 1670 verzoekt Annijtgen Jans, weduwe van Jan Jansen Bos, geassisteerd door Gerrit Cornelijssen de Jong om te mogen procederen tegen Cornelijs Jansen van Ebbenhoerst. Cornelis heeft beslag gelegd op haar goederen wegens achterstallige betaling van rente uit een lening van f 150,= (Leenboek Huis Scherpenzeel 142, fol. 46; ). In 1670 leent Cornelijs Jansen Ebbenhoerst f 75,= van Jan Evertsen uit Scherpenzeel. Geroyeerd (Leenboek Huis Scherpenzeel 142, fol. 50; ). In 1671 wordt Wulfert Francken uit Hoevelaken beleend door opdracht van Cornelis Jansen van Ebbenhorst met Ebbenhorst. Het goed blijft belast met f 3300,= en f 1700,= die geleend waren van Egbert Jansen van Ebbenhorst (Leenboek Huis Scherpenzeel 142, fol. 51; ). 1. Gosen Cornelissen van Ebbenhorst, ged. Renswoude , ov. Scherpenzeel , tr. Scherpenzeel Cornelissien Willemsen van Heintjeskamp, ov. Scherpenzeel , dr. van Willem Jansen van Heintjeskamp Lidm. Scherpenzeel : Gosen van Ebbenhorst. Lidm. reg. Scherpenzeel 1673: Goosen Cornelissen van Ebbenhorst en Cornelisje Willems, won. op Heintjeskamp. 1. Cornelis Goossens van Ebbenhorst, ged. Scherpenzeel , op Ebbenhorst 2. Jan Goossens van Ebbenhorst, ged. Scherpenzeel Willemijn Goossens van Ebbenhorst, ged. Scherpenzeel Willem Cornelisz, won op Ebbenhorst, tr. Scherpenzeel Jacobje Arissen, won op t Voort, dr. van Erris Jacobsz In 1683 eist Antonis Petersen Verhoef x Jantjen Cornelissen betaling van f 112,= van Willem Cornelissen, op Ebbenhorst, volgens akkoord tussen Antonis en Lijsjen Aris (zuster van Jacobje Arissen), wed. Jan Willemsen (Heintjeskamp) (Recht. Arch. Scherpenzeel 3; ). Rijck Jacobsz, won. Lunteren, voor hemzelf en namens zijn broer Cornelis Jacobsz; Ghijsbert Jacobsz, won. Lunteren, voor hemzelf en namens de kinderen van Jacob Jacobsz; Willem Cornelisz en zijn vrouw Jacobje Erris, won. Ebbenhorst, voor hemzelf en namens de broer en zusters van zijn vrouw, kinderen van Erris Jacobsz; Willem Cornelisz, won. Amerongen, voor hemzelf en namens zijn zusters, kinderen van Cornelis Jacobsz; Cornelis Aertsz, won. Maarn, voor hemzelf en namens de broers en zusters, kinderen van Aert

6 Jacobsz; Reijer Thonisz, won. Barneveld, zoon van Thonis Jacobsz; Cornelis Jansz, won. Ede, voor hemzelf en namens zijn broer, kinderen van Aeltgen Jacobsz; samen (klein)kinderen van Jacob Erris. Zij verkopen aan Mathijs van de Lageweij en zijn vrouw Gerritje Aerts, ook erfgenamen, een hofstede met land en recht op de meent, onder Maarn. Aan de ene zijde: majoor Godin, in de Birckt, jkvr. Aleijda Vlugh, wed. burgemeester Both, aan de andere zijde: Georgius Bosch. Het land op de meent: aan de ene zijde: de erfgenamen van jkhr. Vlugh, aan de andere zijde: de heer van Maarsbergen (Dorpsgerecht Leusden 1050, fol. 338vo-339vo; ). Oudschildgeld Woudenberg nr. 115a, hofstede aan de Holevoet; : Willem Cornelisz Ebbenhorst. In 1691 wordt Willem Cornelisz beleend door opdracht van Hendrik Gosensz (Verhoef) namens de erfgenamen van Goosen Hendriksz met de helft van een huis en hofstede aan de Holevoet, koop (Huis Amerongen 1184; Beleningen Holevoet nr. 27). Willem Cornelissen Ebbenhorst wordt vaak verward met Willem Cornelissen van Spickhorst en gezien als de stamvader van de familie De Koning en Van Ravenhorst in Renswoude. Beiden zijn dat niet. In het lidmatenboek van Renswoude staat: Aangenomen als lidmaat : Grietie Jans, huijsvrouw van Willem Corneliss op Wagensfelt Willem Cornelissen op t verste Wagensfelt en Otie (Jans) sijn huijsvrouw, gekoomen in de gemeente met attestatie van Scherpenzeel den 11 aprill In het lidmatenregister van 1669 staat: Willem Cornelis, obijt 1670, en Grietjen Jans, obijt. Dit zijn de stamouders van de Van Wagensvelden. Het is overigens zeer de vraag of Willem Willemsen van Ubbelschoten/de Koning een zoon is uit dit gezin. Bewijs hiervoor is er niet. Integendeel, geen van zijn dochters heet Grietje, naar zijn moeder. 1. Truijtje Willems, ged. Scherpenzeel , op Ebbenhorst, jong ov. 2. Teunis Willemsz, ged. Scherpenzeel , op Ebbenhorst, jong ov. 3. Jantje Willems Ebbenhorst, ged. Scherpenzeel , op Ebbenhorst, tr. Woudenberg Aert Lauwen van Hardevelt, ged. Woudenberg , zn. van Lauw Willemsz en Marritje Willems. Aart, tr. (2) Scherpenzeel met Gijsbertje Jans van Lambalgen, ged. Scherpenzeel , dr. van Jan Aertsen van Lambalgen en Hendrickje Willemsen van Romseler In 1700 wordt Cornelis Willemsz Ebbenhorst mede namens zijn zusters Jantje, Johanna en Arisjen beleend na erfdeling met hun vader Willem Cornelisz Ebbenhorst met de helft van een huis en hofstede aan de Holevoet (Huis Amerongen 1185, fol. 31vo,33; Beleningen Holevoet nr. 27). Lidm. Scherpenzeel : Jantje Willemsen van Ebbenhorst, jd. Oudschildgeld Woudenberg nr. 115a, hofstede aan de Holevoet; 1745: Aart Louwen aan de Holevoet. Lidm. reg. Scherpenzeel 1715: Jantje Willemsen van Ebbenhorst. Lidm. Scherpenzeel 01/ : Aard Louwen van Hardevelt, man van Jantje Willems van Ebbenhorst. Jakobje van Hardeveld, ged. Scherpenzeel , aan den Holevoet 4. Johanna Willems Ebbenhorst, ged. Scherpenzeel , op Ebbenhorst Lidm. Scherpenzeel : Johanna Willemsen van Ebbenhorst, jd. Lidm. reg. Scherpenzeel 1715: Johanna Willemsen van Ebbenhorst, de meid van Gerrit Teunissen van Overeem en Hendrikje Gerrits, met attestatie naar Amersfoort.. 5. Cornelis Willemsz Ebbenhorst, ged. Scherpenzeel , op Ebbenhorst, tr.? Rhenen als Cornelis Willemsen van Ebbenhorst, jm. won. Remmerden, van Scherpenzeel en Deliana Jacobs van de Klinckhamer, jd. won. Elst onder Rhenen 1. Willem Cornelisz Ebbenhorst, ged. Rhenen Arisje Willems, ged. Scherpenzeel , op Ebbenhorst 3. Clara Cornelissen van Ebbenhorst, ged. Scherpenzeel , op Ebbenhorst, tr. (1) Hoevelaken (att. van Scherpenzeel) Teunis Petersen Verhoef, won. onder Scherpenzeel, tr. (2) Scherpenzeel Jan Ariens, jm. van Meerkerk een wijle gewoond hebbende alhier tot Scherpenzeel Testament Claertgen Cornelis van Ebbenhorst, jd. Erfgenaam: Jannitgen Cornelis Ebbenhorst, momber:

7 Evert de Jongh, secretaris (Recht. Arch. Scherpenzeel 1, fol. 121,121vo; ). Getuige bij haar huw. in 1684: haar broer Goossen Cornelissen van Ebbenhorst. Op wordt Klaartje Cornelis, wed. Tonis Verhoef Pietersz, bij dode van Pieter Verhoef, zijn vader en haar man, beleend met de helft in de tiende van Zorchstam in het kerspel Barneveld, waarna overdracht aan Hendrik Gerritsz (Kort, blz. 51). Lidm. Scherpenzeel : Jan Ariens en Claertje Cornelissen van Ebbenhorst. Getuige bij haar huw. in 1691: haar broer Willem Cornelissen van Ebbenhorst. In 1691 eist Jan Arissen van Meerkerck en Claertjen Cornelissen van Ebbenhorst betaling van 4 gl. 5 st. van Jacobus Hendricksen, voor leerlooien en een paar schoenen (Recht. Arch. Scherpenzeel 4; ). 4. Aelbert Cornelissen van Ebbenhorst, ged. Scherpenzeel , op Ebbenhorst, tr. Barneveld (att. van Scherpenzeel) Claertje Hendriks, ged. Barneveld , van Wessel onder Barneveld, dr. van Hendrick Hermansz In 1675 eist Aelbert Rijcktsz, op Schaijck betaling van f 500,= smartegeld van Hendrick Willemsz en Thonis Willemsz, broers op Vheenschoten, Hendrick Claessen, Aelbert Cornelisz, op Ebbenhorst en Wulff Arissen, op Cleijn Oordel, wegens schieten op hem en zijn langdurig herstel (Recht. Arch. Scherpenzeel 3; ). Uit het 2 e huw.?: 5. Jantje Cornelissen van Ebbenhorst, ov. voor 1685, tr. Scherpenzeel Teunis Anthonissen van Renes. Teunis tr. (2) Scherpenzeel Aeltje Teunissen, van Achterberg, op Dashorst In 1675 eist de schout betaling van 4 herenponden boete van Anthonis, op Renes, wegens vechten met Engel (Recht. Arch. Scherpenzeel 3; ). In 1675 eist de schout betaling van boete van mr. Willem, barbier en Anthonis, op Renes wegens vechten op de Amersfoorder weg, eerst op Sniddelaer, daarna op Donckelaer en toen op de dam van t Willaer (Recht. Arch. Scherpenzeel 3; ). In 1675 eist de schout betaling van 2 herenponden boete van Anthonis, op Renes en Cornelis Jansz wegens vechten (Recht. Arch. Scherpenzeel 3; ). In 1676 eist de schout betaling van 6 herenponden boete van Cornelis Jansz Ouwens en Anthonis Thonisz, op Renes wegens vechten ten huize van Anthonij van de Vliert, op den Holevoet en later op 's Heerenstraet oproer gemaakt (Recht. Arch. Scherpenzeel 3; en ). Testament Claertgen Cornelis van Ebbenhorst, jd. Erfgenaam: Jannitgen Cornelis Ebbenhorst, momber: Evert de Jongh, secretaris (Recht. Arch. Scherpenzeel 1, fol. 121,121vo; ). In 1679 eist Willem Jansz, smid betaling van f schulden en f 2-9 smeeloon van Thonis Thonisz, op Renes (Recht. Arch. Scherpenzeel 3; ). Uit het 1 e huw.: 1. Jantje Teunissen Renes, ged. Scherpenzeel , op Renes 2. Truijtje Teunissen Renes, ged. Scherpenzeel , op Renes 3. Gerritje Teunissen Renes, ged. Scherpenzeel , op Renes Uit het 2 e huw.: 4. Johanna Teunissen Renes, ged. Scherpenzeel , op Renes 5. Antonij Teunissen Renes, ged. Scherpenzeel , op Renes 6. Jan Cornelissen van Ebbenhorst, ged. Scherpenzeel , op Ebbenhorst Procesverbaal van visitatie van de gewichten bij de bakkers en kramers te Scherpenzeel. Dat was o.a.: Jan van Ebbenhorst (Westerholt 267, nr. 37; ). 7. Rijck Cornelissen van Ebbenhorst, ged. Scherpenzeel , op Ebbenhorst, tr. Goudriaan (att. van Scherpenzeel) Grietje Ariaense Rijcken, jd. van Goudriaan In 1675 krijgt Jan, op Wolfswinckel, 1 herenpond boete wegens vechten met Rijck Cornelisz. (Recht. Arch. Scherpenzeel 3; ). In 1684 eist Rijck Cornelissen van Ebbenhorst betaling van f 45,= van Gerrit Willemsen Knoppert, borg: Jan Ebbertsen Ebbenhorst, voor een paar schoenen en linnen, voor een broek en voor verdiend loon (Recht. Arch. Scherpenzeel 3; ). 8. Willem Cornelissen van Ebbenhorst, ged. Scherpenzeel , tr.? als jm. van Leusden (1) Maarsbergen Marrigje Gerrits, tr. (2) Woudenberg Lijsbeth Wulpherts, van de Dwarsweg, won. Emmikhuijsen Argumenten dat het hier om een andere Willem Cornelissen van Ebbenhorst gaat: 1. Bij zijn 1 e huw. staat dat hij van Leusden komt

8 2. Hij een zuster Niesje heeft gehad. Zij is diverse keren doopgetuige. Van haar is niets bekend. Nakomelingen van dit echtpaar zie Genealogie Ebbenhorst tak te Soest, Baarn en Hoogland, door G.J.M. Derks, Arnhem. In 1696 en 1716 wordt Willem Cornelissen genoemd als bruiker van een erf in Maarn. Eigenaar in 1696: de weduwe van jonker Carel Godin en in 1716 David Godin (Oudschildgeld Maarn, fol. 51, nr. 13). In 1700 huurt Willem Cornelisz, reeds huurder, de boerderij Eijkelenburg onder Maarn van David Godin, domheer van St. Marie te Utrecht (HUA; U122a002, nr. 174; ). In 1705 huurt Willem Cornelisse, reeds huurder, de boerderij Eijkelenburg onder Maarn van David Godin, domheer van St. Marie te Utrecht, en Johanna Louisa Godyn en Margaretha Elisabeth Godyn (HUA; U95a004, nr. 7; ). In 1724 huurt Willem Cornelisse van Ebbenhorst, reeds huurder, de boerderij Eijkelenburg onder Maarn van David Godin, Johanna Louisa Godyn en Margaretha Elisabeth Godyn te Utrecht, van , voor f 150,= per jaar (HUA; U159a003, nr. 30; ). Uit het 1 e huw.: 1. Cornelis Willems van Ebbenhorst, tr. Amersfoort Hendrikje Hendriks, won. Amersfoort, tr. won. Nimmerdor (2) Amersfoort (gerecht en RK t Zand) Maria Gerrits van Dorresteijn, wed. Evert Cornelissen Damen, won. Soest 2. Anna Willemsen, ged. RK Hamersveld , op Eijckelenborgh, get. Niesje, tante vaderszijde 3. Antonia Willemsen, ged. RK Hamersveld , op Eijckelenborgh, get. tante Uit het 2 e huw.: 4. Marij Willems van Ebbenhorst, ged. Woudenberg Wulfrannus Willemsz van Ebbenhorst, ged. RK Hamersveld , op Eijckelenburgh, get. Niesje Cornelis Vader heet Wilhelmi Joannis. 6. Joannes/Jan Willemsz van Ebbenhorst, ged. RK Hamersveld , op Eijckelenburgh, get. Niesje Cornelis, tante vaderszijde, tr. Leusden (gerecht) Ariaantje Peters van Ruijtenbeek, geb. op het Heetveld, ged. Hamersveld (RK) , dr. van Peter Hendriks van Ruitenbeek en Stijntje Geurts Verschuur 7. Richardus/Rijk Willemsz van Ebbenhorst, ged. RK Hamersveld , op Eijckelenburgh, get. Niesje Cornelis, buurvrouw 8.? Goossen Willemse Ebbenhorst, dood gevonden op het land in Soest Truijtgen Cornelissen van Ebbenhorst, ged. Scherpenzeel Gerrit Cornelissen van Ebbenhorst, tr. Woudenberg (att. van Scherpenzeel) Reijertje Wulpherts, van Woudenberg, dr. van Wulphert Reijersz en Cornelisje Thonis In 1684 wordt Reijertgen Wulpherts, gehuwd met Gerrit Cornelis Ebbenhorst bij testament van haar vader Wulpher Reijers, wed. Cornelisje Thonis, wonend tot Woudenberg beleend met de helft van een huis te Woudenberg tussen Henrick Geytenbeeck en Jorden Ghijsberts. Octroij (Hove van Utrecht): (AE; (AT015a004, fol. 5vo; ). Gerrit van Ebbenhorst eigenaar en bruiker van nr. 49 (Haardstedegeld Woudenberg, 1693). Gerrit Ebbenhorst en Reijertje Wulpherts verkopen aan Johannis Bosch, getrouwd, een huis ten noorden van de Voorstraat. Oost: Hendrik van Geijtenbeeck, west: de ergenamen van de weduwe van Jorden Gijsbertsz, zuid: de gemeene Voorstraat, noord: Hannis Bosch, koper. Recht op drie schaar weidens op de meent. (Recht. Arch. Woudenberg 2346, fol. 10vo; ). VIIb Egbert Jansen van Ebbenhorst, smid, ov. Scherpenzeel , tr. (1) Hendrikje Jansen, tr (2) Scherpenzeel Maeijtien Aelberts van t Willaer, ov. Scherpenzeel In 1645 wordt Wulfert Cornelisz, smid beboet wegens vechten met Egbert Jansz, smid (Recht. Arch. Scherpenzeel 2, fol. 216vo; ). In 1646 krijgen Thonis Jansz van Donkelaer en Gijsbert Jacobsz, borg: Jacob Gerretsz, ieder 4 herenponden boete wegens vechten ten huize van Egbert Jansz, smid (Recht. Arch. Scherpenzeel 2, fol. 239,240vo; , nr. 1, fol. 107vo en nr. 2, fol. 242,244; , nr. 1, fol. 107vo, nr. 2, fol. 244; ). Van is Egbert Jansz Ebbenhorst, smid, eigenaar van een huis in Scherpenzeel aan het westeind,

9 sectie D 304,305. Dit huis gaat over op zijn schoonzoon Helmert Hendricksen. Lidm. reg. Scherpenzeel 1657: Elbert Jansen van Ebbenhorst (doorgehaald Hendrickien Jansen). Lidm. Scherpenzeel : Henrickien Jansen, huisvrouw van Elbert Jansen van Ebbenhorst. In 1665 staat Egbert Jansz Ebbenhorst borg voor Jacob Janszen uit Leusbroek die f 2-14 moet betalen wegens een reis naar Blokzeil (Recht. Arch. Scherpenzeel 3; ). Egbert Jansen van Ebbenhorst diaken Grote Kerk Scherpenzeel 1650, 1651, 1660, Egbert Jansen van Ebbenhorst kerkmeester Grote Kerk Scherpenzeel , Egbert van Ebbenhorst speelt als kerkmeester een grote rol bij de protesten tegen het beroepen van dominee Steen in Scherpenzeel, 1673 (Gesch. Grote Kerk Scherpenzeel, blz ). Cornelis Jansen Ebbenhorst leent f 1700,= van zijn broer Egbert Jansen van Ebbenhorst. Onderpand: Ebbenhorst (Leenboek Huis Scherpenzeel 142, fol. 43; ). Lidm. reg. Scherpenzeel 1673: Ebbert Jansen van Ebbenhorst en Maijken Aelberts van t Willer. In 1674 staat Ebbert van Ebbenhorst borg voor Willem Buijs, koster in Leusden, momber van Gijsbert en Weijntgen Woutersz, de twee voorkinderen van zal. Wouter Gijsbertsz, op Godswilligen (Recht. Arch. Scherpenzeel 3; ). Grafsteen nr. 56 in de Grote Kerk van Scherpenzeel dwars liggend, fragment tweederde rechterzijde: (EG)BERT IANS... EBBENHORST Uit het 1 e huw.: 1. Anneke Egbertsen van Ebbenhorst, ged. Scherpenzeel , ov. voor 1670, tr. Scherpenzeel Johannes Jansen van Steenhagen, wed. Aeltje Peters van Dorecamp, won. Amersfoort. Johannes Jansen van Steenhagen, tr. (3) Amersfoort Aeltje Thonissen van de Weerhorst Genoemd in lijst van contribuanten voor een kroonluchter aan de kerk te S. (Archief Grote Kerk Scherpenzeel nr. 1; ) Lidm. Scherpenzeel Pasen 1664: Annetien Ebbertsen van Ebbenhorst, met attestatie vertrokken naar Amersfoort. Lidm. Amersfoort : Anneken Egberts van Ebbenhorst, met attestatie van Scherpenzeel. Genoemd in Notarieel Amersfoort (GAA; AT012b002; , , , ). 2. Maes Egbertsen van Ebbenhorst, ged. Scherpenzeel Dirck Egbertsen van Ebbenhorst, tr. (1) Scherpenzeel (att. van Amersfoort) Aeltje Thonissen van de Weerhorst, wed. Johannes Steenhagen (zijn zwager), tr. (2) Baarn (att. van Amersfoort) Annetje Goudoever, van Amersfoort, tr. (3) Amersfoort Grietje van Lockhorst, van Amersfoort Dirck Egbertsz speelt een schelmenrol in de protesten tegen het beroepen van dominee Steen in Scherpenzeel, 1673 (Gesch. Grote Kerk Scherpenzeel, blz. 98). Huw. voorwaarden (GAA; AT012b003; ). In 1712 machtigen Dirk van Ebbenhorst, wonende te Amersfoort, en Aris van Romen, wonende te Hoevelaken, voogden over Hestertje Ebbenhorst, dochtertje van Jan van Ebbenhorst en Elisabeth van Halma iemand om gelden uit de nalatenschap van Willem van Ebbenhorst x Hester Metman en berustende onder Dirk Ebbenhorst, wonende in 't Reenseveen, te innen (AE; not. E. van Goudoever, AT 028a001 fol.9, 4e prot.; ). Uit het 1 e huw.: 1. Elbert van Ebbenhorst, ged. Amersfoort Nakomelingen in Amersfoort. Uit het 2 e huw.: 2. Erasmus van Ebbenhorst, ged. Amersfoort Erasmus van Ebbenhorst, ged. Amersfoort , otr. Scherpenzeel , otr. Amersfoort Maria van Koudijs Bij de ondertrouw staat Dewijl den Bruijdegom den 14 februari des savonds is overleden, soo is dit houwelick niet voltrocken. Amersfoort: leste gebodt , één van hen is gestorven Huw. voorw. (AE, AT028b003; ). Uit het 3 e huw.: 4. Elisabeth van Ebbenhorst, ged. Amersfoort Johannes van Ebbenhorst, ged. Amersfoort Pieter van Ebbenhorst, ged. Amersfoort

10 4. Jan Egbertsz van Ebbenhorst, tr. Scherpenzeel Evertje Aelten van Huijckenhorst, wed. Lubbert van de Vliert, schout van Scherpenzeel Lidm. Scherpenzeel : Evertje Aelten van Huikenhorst, hv. Willem Lubbertsen van de Vliert. Lidm. Scherpenzeel : Jan Ebbertsen van Ebbenhorst. Jan Egbertsz van Ebbenhorst diaken Grote Kerk Scherpenzeel 1687,1688,1694, Jan Egbertsz van Ebbenhorst ouderling Grote Kerk Scherpenzeel 1703,1704, In 1684 eist Rijck Cornelissen van Ebbenhorst betaling van f 45,= van Gerrit Willemsen Knoppert, borg: Jan Ebbertsen Ebbenhorst voor een paar schoenen en linnen voor een broek en voor verdiend loon (Recht. Arch. Scherpenzeel 3; ). Lidm. reg. Scherpenzeel 1715: Jan Egbertsen van Ebbenhorst en Evertje Aelten van Huikenhorst. 5. Peter Egbertsen van Ebbenhorst, ged. Scherpenzeel Grietje Egbertsen van Ebbenhorst, geb. Scherpenzeel 1661, tr. (1) Scherpenzeel (att. van Amersfoort) Herman Hendricksen Kraen, won. Amersfoort, tr. (2) Amersfoort Willem Breeker, won. Amersfoort Lidm. Scherpenzeel : Grietje Ebbertsen van Ebbenhorst, met attestatie vertrokken naar Amersfoort. In 1681 laten Herman Craen, bakker en Grietgen van Ebbenhorst hun testament maken. Zij lijftochten elkaar met het en vruchtgebruik van alle goederen, zowel in Utrecht als in Gelderland gelegen (AE; not. A. van Brinckesteyn AT015 a004 folio 5; ). In 1727 legt Grietje van Ebbenhorst, wed. Willem Breker, 76 jr., won. Amersfoort een verklaring af m.b.t. de kinderen van Peter Jansen Knoot en Hendrikje Corssen (AT035a001; ). Uit het 2 e huw.: 7. Maes Egbertsen van Ebbenhorst, ged. Scherpenzeel Johannes Egbertsz van Ebbenhorst, ged. Scherpenzeel , tr. Scherpenzeel (att. van Harderwijk) Geurtje Martensen van Daetselaer, ged. Scherpenzeel , een wijle gewoond hebbende tot Harderwijck, dr. van Marten Huijbertsen van Daetselaer en Gijsbertjen Aelberts Lidm. Scherpenzeel : Johannes Egbertsen van Ebbenhorst en Geurtje Martensen van Daetseler. Verklaring van o.a. Johannis van Ebbenhorst over een vechtpartij (Recht. Arch. Scherpenzeel 4; ). In 1701 eisen de kinderen van zal. Willem Martensen van Wolfswinkel betaling van de helft van 504 gl. en 12 st. van Johannis van Ebbenhorst uit Amersfoort x Geurtje Martensen van Daetselaar als halve erfgename van haar ouders, wegens een borgstelling in 1670 (Recht. Arch. Scherpenzeel 4; , ). In 1725 is Jan van Ebbenhorst borg voor Evertje van t Willaer, onmondig (Recht. Arch. Scherpenzeel 4; ). In 1727 legt Johannes van Ebbenhorst, ca. 60 jr., won. Amersfoort een verklaring af m.b.t. de kinderen van Peter Jansen Knoot en Hendrikje Corssen (AT035a001; ). Grafsteen nr. 7 in de Grote Kerk van Scherpenzeel: JAN CORNELISZ VAN EBBENHORST Ao Eronder staat: JOHANNIS EGBERTSEN VAN EBBENHORST 1. Gijsbertje Jans van Ebbenhorst, ged. Scherpenzeel Ebbert Jansz van Ebbenhorst, ged. Scherpenzeel Jantje Jans van Ebbenhorst, ged. Scherpenzeel Hendrikje Jans van Ebbenhorst, ged. Amersfoort Maaijtje Jans van Ebbenhorst, ged. Amersfoort Martinus Jans van Ebbenhorst, ged. Amersfoort Anna Jans van Ebbenhorst, ged. Amersfoort Neeltje Jans van Ebbenhorst, ged. Amersfoort Willemijntje Jans van Ebbenhorst, ged. Amersfoort Martinus Jans van Ebbenhorst, ged. Amersfoort Lijsbeth Egbertsen van Ebbenhorst, ged. Scherpenzeel , tr. Scherpenzeel Helmert Hendricksen Coudijs, ged. Scherpenzeel , zn. van Hendrick Helmertsz Lidm. Scherpenzeel : Lijsbetje Ebbertsen van Ebbenhorst, jd. Van is Egbert Jansz Ebbenhorst, smid, eigenaar van een huis in Scherpenzeel aan het westeind,

11 sectie D 304,305. Dit huis gaat over op zijn schoonzoon Helmert Hendricksen. 10. Arris Egbertsen van Ebbenhorst, ged. Scherpenzeel , op Ebbenhorst De schout eist 4 herenponden boete van Aris van Ebbenhorst en Willem Jansen Druijf, wegens vechten (Recht. Arch. Scherpenzeel 4; ). 11. Jantje Egbertsen van Ebbenhorst, ged. Scherpenzeel Aelbert Egbertsen van Ebbenhorst, ged. Scherpenzeel Lidm. Scherpenzeel : Aelbert Ebbertsen van Ebbenhorst, jm. 13. Maes Egbertsen van Ebbenhorst, ged. Scherpenzeel Willem Egbertsen van Ebbenhorst, ged. Scherpenzeel VIIc Jorden Jans Ebbenhorst, ov. Renswoude , otr. Renswoude Jantje Cornelissen Spickhorst Soene/Wagensveld, van Renswoude, ov. Renswoude , dr. van Cornelis Willemse Spickhorst Soene en Ariaengen Albertsen (zie onder) Lidm.. Renswoude ca. 1654: Jorden Janssen en Jantie Cornelis, op Spickhorst. In 1655 koopt Jorden Jansz een deel van Spikhorst (Laansma, blz. 69) Lidm. reg. Renswoude 1657: Jorden Janszen en Jantjen Cornelis, op Spickhorst. Jorden Jansen van Ebbenhorst leenman van Huis Scherpenzeel (Huis Scherpenzeel, Leenboek 141,250vo; ). (vgl. Veluwse Geslachten 1989, nr. 2, blz. 97. Hier wordt hij Jorden Jansz Swart genoemd, maar dat is ws. een ander die op in Renswoude trouwt met Jantje Philips van Westeneng). In 1695 treedt Jorden Cornelissen Ebbenhorst op als grootvader en momber over Jacob Aelbertsz van Ebbenhorst. De schrijver maakt een fout en noemt hem geen Jorden Jansz Ebbenhorst, maar Jorden Cornelissen Ebbenhorst (Leenboek Huis Scherpenzeel 143, fol. 18; ). 1. Aelbert Jordensen van Ebbenhorst/Spickhorst, ged. Renswoude , ov. Renswoude , tr. Renswoude Truijtjen Jacobs, ged. Scherpenzeel , dr. van Jacob Claesz en Geertje Cornelissen Lidm. Renswoude 1663: Aelbert Jordenszen, jm. van Spickhorst. Lidm. reg. Renswoude 1669: Aelbert Jordensz, obijt den 25 maij Lidm. Renswoude sinds 1669: Truijtje Jacobs, huijsvrouw van Aelbert Jordensz. In 1675 wordt Aelbert Jordensz beleend door opdracht van Jan Cornelissen Spickhorst met de helft van Nijburg en twee morgen heetveld onder Renswoude (Leenboek Huis Scherpenzeel 141, fol. 250; ). In 1684 wordt Albert Jordensz beleend met Klein Spikhorst (Laansma, blz. 70). Truijtje Jacobs wed Aalbert Jordense, heeft bij krachte van octrooi dd op getesteerd voor notaris Elias Verschuijr. Zij verwerpt dat testament en wil dat haar goederen sullen gaan en devolveren bij successie ab intestato. Dorpsgerecht Renswoude 1803; ). Jacob Ebbenhorst Aalbertsz, oud-schepen, heeft op zijn verzoek een quitantie ontvangen van schout Jansonius over de ongelden van zijn goederen en landerijen genaamd Spikhorst en Nieuwburg, opdat hij bij het doen van de vestenisse eerstdaags door hem te passeren tbv dhr van Renswoude zou kunnen tonen dat hij zijn belasting betaald heeft. Compareerde mede Truijtje Jacobs wed Aalbert Ebbenhorst Jordensz, en Hendrik Bouwman Petersz, mede oud-schepen. Zij stellen zich borg voor Jacob. (Dorpsgerecht Renswoude 1804; ). 1. Geertje Aelberts Ebbenhorst, ged. Renswoude , tr. Renswoude Jan Aertsz 2. Jacob Aelbertsz Ebbenhorst/Spickhorst, ged. Renswoude , ov. voor 1751, tr. Renswoude Niesje Hendriks In 1695 treedt Jorden Cornelissen Ebbenhorst op als grootvader en momber over Jacob Aelbertsz van Ebbenhorst. De schrijver maakt een fout en noemt hem geen Jorden Jansz Ebbenhorst, maar Jorden Cornelissen Ebbenhorst (Leenboek Huis Scherpenzeel 143, fol. 18; ). In 1695 wordt Jacob Albertsz Ebbenhorst beleend met Klein Spikhorst. Hij verkoopt het in 1740 (Laansma, blz. 70). In 1702 wordt Jacob Aelbertsz, minderjarig, beleend na dode van zijn vader Aelbert Jordensz met een deel van Spikhorst (Laansma, blz. 69). In 1704 wordt Jacob Aelbertsz, mondig geworden, beleend met een deel van Spikhorst. In 1751

12 worden zijn drie dochters er mee beleend (Laansma, blz. 69). Lidm. Renswoude ca. 1703: Jacob Albertsz, jm. Lidm. Renswoude ca. 1705: Niesje Hendrickx, hv. Jacob Albertsz. Lidm. reg. Renswoude 1722: Jacob Aalbertze en Niesje Jacobzen, op Spikhorst. Jacob Ebbenhorst Aalbertsz, oud-schepen, heeft op zijn verzoek een quitantie ontvangen van schout Jansonius over de ongelden van zijn goederen en landerijen genaamd Spikhorst en Nieuwburg, opdat hij bij het doen van de vestenisse eerstdaags door hem te passeren tbv dhr van Renswoude zou kunnen tonen dat hij zijn belasting betaald heeft. Compareerde mede Truijtje Jacobs wed Aalbert Ebbenhorst Jordensz, en Hendrik Bouwman Petersz, mede oudschepen. Zij stellen zich borg voor Jacob. (Dorpsgerecht Renswoude 1804; ). Jacob Albersen van Ebbenhorst leent f 1200,= van Frederik Adriaan, baron van Reede, Heer van Renswoude en Emmickhuijsen, die daardoor mede beleend wordt met Nieuborgen met de twee morgen heetveld "rontom afgegraaven met een wal met een kooij en een kalve weijders". Beleend Onderpand: Speckhorst te Renswoude, leenroerig aan de Staten van Utrecht; oost: Heer van Renswoude, zuid en west: het andere deel van Nieborg, noord: het heetveld van Nieborg. (Leenboek Huis Scherpenzeel 144, fol. 1vo,24vo; ). In 1743 laten Jacob Albersen van Ebbenhorst x Niesije, registratie van hun testament maken. Bepaald wordt dat hun kinderen: Neeltijen, Alet, Geertije en Hendrickije hun erven Speckhorst, Nieborg met twee morgen heetveld zullen erven, ieder voor hetzelfde deel (Leenboek Huis Scherpenzeel 144, fol. 78; ). In 1751 wordt Bernt van Kel namens zijn vrouw Neeltije Jacobs van Ebbenhorst beleend na dode van haar vader Jacob Albersen van Ebbenhorst met Nieburg en twee morgen heetveld "rontom afgegraven met een wal met een koeij en een kalf weijdens" (Leenboek Huis Scherpenzeel 145, fol. 7; ). 1. Truijtje Jacobs van Ebbenhorst, ged. Renswoude Neeltje Jacobs van Ebbenhorst, ged. Renswoude , tr. Bernt van Kel In 1751 wordt Bernt van Kel namens zijn vrouw Neeltije Jacobs van Ebbenhorst beleend na dode van haar vader Jacob Albersen van Ebbenhorst met Nieburg en twee morgen heetveld "rontom afgegraven met een wal met een koeij en een kalf weijdens" (Leenboek Huis Scherpenzeel 145, fol. 7; ). 3. Geertje Jacobs van Ebbenhorst, ged. Renswoude Aeltje/Alet Jacobs van Ebbenhorst, ged. Renswoude Hendrikje Jacobs van Ebbenhorst, ged. Renswoude febr. 1713, tr. Renswoude Jan Fransen Velthuizen, geb. Renswoude nov. 1719, zn. van Frans Jansz Velthuizen en Rijkje Reijers. Jan Fransen Velthuizen, tr. (2) Renswoude Cornelia Jacobse van Meerveld, dr. van Jacob Teunissen van Meerveld en Grietje Faassen In 1766 wordt Jan Fransen Velthuijsen namens zijn vrouw Hendrickije Jacobsen van Ebbenhorst, volgens maaggescheid beleend met Nieborg en twee morgen heetveld met een wal met het recht om een koe en een kalf te weiden (Leenboek Huis Scherpenzeel 145 fol. 68; ). In 1766 wordt Jan Fransen Velthuijsen namens zijn vrouw Hendrickije Jacobsen van Ebbenhorst, volgens maaggescheid beleend met Nieborg en twee morgen heetveld met een wal met het recht om een koe en een kalf te weiden (Leenboek Huis Scherpenzeel 145 fol. 68; ). Frans Jansen Velthuizen beleend na dode van zijn moeder Hendrickje Jacobsen van Ebbenhorst met Nieborg en twee morgen heetveld "rontom afgegraven met een wal, met een koeij en een kalve weide". Vorige belening (Leenboek Huis Scherpenzeel 145, fol. 136; ). 3. Oth Aelbertsen van den Brul, van Spickhorst, tr. Renswoude (otr. Scherpenzeel) Marrijtje Erris Zie genealogie Van den Brul. 4. Jan Aelbertsen van den Brul, tr. Renswoude Aeltje Hendricks van den Veenbrinck Zie genealogie Van den Brul.

13 Ebbenhorst (2) I Willem Hermansz, zn. van Herman Jansz, van Barneveld, tr. Barneveld Marritje Huijberts, van Maurik, dr. van Huijbert Olijfsen 1. Herman Willemsz, volgt II II Herman Willemsz, ov. Scherpenzeel , tr. Barneveld Jacobje Aerts, dr. van Aert Evertsz. Jacobje Aerts, tr. (2) Scherpenzeel Willem Jansz, lange gedient hebbende onder Scherpenzeel Lidm. Scherpenzeel : Hermen Willemsen en Jacobje Aerts, op Ebbenhorst. Lidm. reg. Scherpenzeel 1715: Jacobje Aertsen, hv Willem Jansen dese geen Lidmaat, op Ebbenhorst. Lidm. reg. Scherpenzeel 1740: Jacobje Aerdts, op den Ebbenhorst. 1. Willem Hermansz, geb. op Ebbenhorst, ged. Scherpenzeel Judith Hermans, geb. op Ebbenhorst, ged. Scherpenzeel Evert Hermansz, geb. op Ebbenhorst, ged. Scherpenzeel Jan Hermansz, geb. op Ebbenhorst, ged. Scherpenzeel , volgt III 5. Hendrick Hermansz, geb. op Ebbenhorst, ged. Scherpenzeel , otr. Scherpenzeel en Barneveld (att. naar Barneveld ) Jantje Reijers, van Barneveld 6. Marijtje Hermans, geb. op Ebbenhorst, ged. Scherpenzeel III Jan Hermansz van Ebbenhorst, geb. op Ebbenhorst, ged. Scherpenzeel , won. Ebbenhorst, tr. Scherpenzeel Reijertje Jans, won. Scherpenzeel, get. zwager Hendrik Ernsten, won. Engelaar (tr. Amerongen Aartje Jans, van Amerongen) Lidm. Scherpenzeel : Jan Hermsen, van Ebbenhorst, jm. Lidm. reg. Scherpenzeel 1740: Jan Haermz, op den Ebbenhorst. Inwoners Scherpenzeel Jan Hermense, erff boer, getrouwd, 2 kinderen tot 10 jaar, 3 kinderen van jaar, 3 volwassen, waarvan 1 knecht. Jan Hermsen x Reijertje Jans, Hendrik Gerritsen Schuurman x Geertje Gijsbertsen, en Jacobje en Jannigje Gijsbertsen, transporteert Jan Hermsen aan Hendrik Eersten ¼ in de tweede comparanten Hendrik Gerritsen Schuurman, Jacobje en Jannigje Gijsbertsen verklaren aan Hendrik Eersten te transporteren ¼ van 1,5 vierendeel in een huijsinge en schuur twee schaapschoden en hofstede in de Ginkel strekkende van de Groep of de Ruwe Hofstede zw op tot aan de hofstede van dhr van Obdam genaamt Nieuw Amerongen (Dorpsgerecht Amerongen 145; ). Hendrik Eersten, won. op de hofstede Engelaar, gaf te kennen dat zijn huisvrouw Aartje Jans in 1735 is overleden zonder over de onmondige kinderen bij hem verwekt voogden te hebben aangesteld. Hij wil nu hertrouwen en maakt boedelscheiding met zijn kinderen. Daartoe stelt hij als voogden aan Jan Hermsen, zustersman van de overledene, en Wouter Jordense, zustersman van de onmondige kinderen Eerst Hendrikse en Jan Hendrikse (Dorpsgerecht Renswoude 1804; ). Boedelinventaris van Hendrik Eersten wed Aartje Jansz, overleden op de hofstede Engelaar in Teunis Aartsen en Evert Aelbertsen hebben de boedel gewaardeerd in tegenwoordigheid van de gezamenlijke erfgenamen en voogden over de onmondige kinderen. Huwelijkse voorwaarden op Er zijn 8 kinderen geprocreëerd: Cornelis, Hermijntje x Dirk Willemse, Weijmpje x Wouter Jordense, Jantje x Willem Willemse, Grietje x Willem de Koning, Hendrik, Ernst en Jan. De boedel bestaat uit een huis, berg en schuur etc te Amerongen, tegenwoordig gebruikt door Claas Cornelisse, en ten dele verhuurd aan Willem Bruijs. (Dorpsgerecht Renswoude 1804; ).