Collegevoorstel. gewijzigde Peuteropvangrege ing Oude IJsselstreek

Transcriptie

1 Gemeente Oude IJsselstreek 17int00509 gemeente Oude IJsselstreek Collegevoorstel Kenmerk 17int00509 Team Welzijn en Onderwijs Datum 18 september 2017 Behandeld door S. Kavak College verg. 26 september 2017 Mede adviseur T. Beskers Portefeuillehouder P. v.d. Wardt Programmamanager B. Konings Onderwerp gewijzigde Peuteropvangrege ing Oude IJsselstreek Voorgestelde beslissing 1. Vaststellen gewijzigde Peuteropvangregeling Oude IJsselstreek Samenvatting van de beslissing(en): Vaststellen van de gewijzigde peuteropvangregeling die het mogelijk maakt om in lijn van de belastingdienst voorschoolse educatie te financieren. Raad Openbaar: Ja OR/GO Consequenties voor Medewerker Medewerker Financiën Ja C. Nijhuis l&a Nee P&O Nee Communicatie Nee Inkoop Nee Belangenvereniging/wijkraad : Nee Akkoord Bespreken Secretaris W Burgemeester Wethouder Kuster, Wet Sluiter Wethouder van deaa/ardt Wethouder Hengeveld O Paraafstuk ^Akkoord O Zie genomen beslissing Besluit B&W-vergadering d.d QI ļ

2 Collegevoorstel Onderwerp : gewijzigde Peuteropvangregeling Oude IJsselstreek Voorgestelde beslissing: 1. Vaststellen gewijzigde Peuteropvangregeling Oude IJsselstreek Aanleiding De gemeente heeft in 2015 een Peuteropvangregeling opgemaakt die alle peuters in gemeente Oude IJsselstreek de kans biedt om een goede start aan de basisschool mogelijk te maken. In de regeling is opgenomen dat de gemeente de toeslag voor de peuterplekken financiert voor peuters waarvan de ouders geen recht hebben op kinderopvangtoeslag. De gemeente neemt voor deze ouders de plek in van de belastingdienst. Daarnaast vergoedt de gemeente extra dagdelen voorschoolse educatie aan peuters die een (taal)ontwikkelachterstand hebben of deze dreigen op te lopen. De minister van onderwijs heeft in 2017 een aantal besluiten genomen die in werking treden in 2018 en die van invloed zijn op onze huidige peuteropvangregeling. De wijzigingen betreffen kwaliteitsverbeteringen binnen de kinderopvang op het gebied van opleidingseisen, kind-volg-systemen, monitoring en inzet WE. Deze kwaliteitsverbeteringen leiden tot een hogere kostprijs per uur. Wij hebben, rekening houdend met de eisen die de minister stelt en de input die wij hebben ontvangen van de opvanginstellingen en JGZ, de huidige peuteropvangregeling gewijzigd op de onderdelen:» Kostprijs * Ouderbijdrage» Indicatie extra dagdelen voorschoolse educatie. De gewijzigde peuteropvangregeling is als bijlage toegevoegd aan dit collegevoorstel. Wat wordt met beslissing bereikt» Alle peuters kunnen deelnemen aan kwalitatief hoogwaardige en financieel toegankelijke peuteropvang.» Opvangorganisaties krijgen in lijn met de landelijke normen financiële ondersteuning voor de extra kosten die zij moeten maken om aan de gestelde kwaliteitseisen te voldoen Argumenten om in te stemmen met voorgestelde beslissing(en) 1.1 Met de gewijzigde Peuteropvangregeling speelt de gemeente in op de door de minister gewijzigde uitgangspunten «De ontwikkeling van het kind wordt gevolgd en gestimuleerd. Elk kind krijgt een mentor die periodiek de ontwikkeling van het kind bijhoudt en deze met de ouder bespreekt. «De gezondheidsinventarisatie wordt vervangen door het gezondheid- en veiligheidsbeleid. In het beleid zijn risico s in beeld gebracht en is beschreven hoe deze voorkomen en opgelost kunnen worden.» Het beroepskracht- kindratio is gewijzigd. De wijziging heeft gevolgen voor de groepssamenstellingen en vaste- gezichtencriterium» Pedagogische leidsters zijn goed opgeleid en beschikken over het juiste opleidingsniveau. De houder heeft een opleidingsplan met betrekking tot de opleiding en ontwikkeling van de leidsters. 1.2 Als gevolg van de evaluatie van de oude regeling hebben we een aantal punten gewijzigd «De ouderbijdrage is verlaagd naar C10,- per kind, per maand om deelname te bevorderen.» De indicatie voor extra dagdelen is verlengd waardoor kinderen aansluitend aan de voorschool, zonder terugval, kunnen starten aan de basisschool. Kosten, baten, dekking a. voor de uitvoering van het besluit zijn voldoende middelen opgenomen op de begroting; ë subsidiering peuteropvang i Onderwijs Achterstanden beleid

3 Uitvoering Planning * na besluit college, collegevoorstel publiceren en de gewijzigde Peuteropvangregeling verspreiden onder de opvangaanbieders in onze gemeente. Communicatie/participatie: aanpassen folder Peuteropvangregeling Gemeente Oude IJsselstreek Bijlage: Peuteropvangregeling Oude IJsselstreek

4 Peuteropvangregeling Oude IJsselstreek 1

5 Uitvoeringsregels Peuteropvang en Voor- en Vroegschoolse Educatie 1. Algemeen 1.1 Citeertitel De Algemene Subsidieregeling 2008 Oude IJsselstreek vormt de basis voor de uitvoeringsregels Peuteropvang en Voor- en Vroegschoolse Educatie. De Algemene wet bestuursrecht stelt (procedure) regels voor subsidieverstrekking. De Algemene Subsidieregeling 2008 werkt deze wettelijk voorgeschreven (procedure) regels nader uit voor de gemeente Oude IJsselstreek. De Uitvoeringsregels Peuteropvang en Voor- en Vroegschoolse Educatie geven nadere uitvoeringsregels die bij subsidiering in concrete gevallen worden gehanteerd. Deze uitvoeringsregels, als bedoeld in artikel 1.3 lid 2 van de algemene Subsidieregeling 2008 Oude IJsselstreek worden aangehaald als: Uitvoeringsregels Peuteropvang en Voor- en Vroegschoolse Educatie gemeente Oude IJsselstreek. Overwegende dat de gemeente Oude IJsselstreek: De ontwikkeling van kinderen op een jonge leeftijd wil bevorderen en Kinderen gelijke ontwikkeimogelijkheden wil bieden. Peuteropvang en Voor- en Vroegschoolse Educatie - aanbod (VVE-aanbod) voor (doelgroep)peuters uit de gemeente Oude IJsselstreek tussen de 2 en 4 jaar financieel toegankelijk wil maken. Peuters met een mogelijke (taal)ontwikkelachterstand vanaf 2,5 jaar kosteloos extra dagdelen wil aanbieden Subsidie verstrekt voor het realiseren van peuteropvang voor ouders die geen recht hebben op kinderopvangtoeslag en/of ouders die gebruik willen maken van WE- aanbod. 2. Criteria voor het aanvragen van subsidie Alle organisaties die voor subsidie in het kader van aanbod peuteropvang en/of voorschoolse educatie in aanmerking willen komen, voldoen tenminste aan de volgende criteria: De aanvrager is ingeschreven in het Landelijk Register Kinderopvang en Peuterspeelzalen (LRKP) en voldoet aan de vereisten zoals opgenomen in de Wet Oke en daaruit voortvloeiende regelgeving De opvanglocatie moet gevestigd zijn in de gemeente Oude IJsselstreek. De peuter die gebruik maakt van de peuteropvang en/of aanbod Voor- en Vroegschoolse Educatie is woonachtig in de gemeente Oude IJsselstreek. Het aanbod voor aanvullende dagdelen WE voor doelgroep-peuters, zoals beschreven in het WE-beleid, vindt alleen plaats op basis van een indicatie van Yunio. JGZ, Yunio, is verantwoordelijk voor het afgeven van een indicatie. Deze wordt in eerste instantie voor 6 maanden afgegeven voor extra aanbod Voor- en Vroegschoolse Educatie. De indicatie kan daarna maximaal 2 keer verlengd worden tot het kind 4 jaar is of start aan de basisschool. Verlenging vindt plaats in overleg met de betreffende opvangorganisatie. De aanvrager van een subsidie voor aanbod peuteropvang factureert en int de ouderbijdrage zoals vastgesteld door het college. De aanvrager is verantwoordelijk voor het daadwerkelijk ontvangen van deze bijdrage. De aanvrager van een subsidie voor aanbod peuteropvang of extra aanbod voor doelgroeppeuters is verantwoordelijk om tussentijdse wijzigingen in het inkomen van ouders mee te 2

6 nemen in de subsidieverantwoording. Deze verantwoordelijkheid kan de aanvrager delegeren naar de ouders. De aanvrager communiceert het aanbod van de gemeente richting alle ouders die gebruik maken van haar voorziening onder andere op haar website. 3. Gemeentelijke aanbod Het gemeentelijk aanbod ziet er als volgt uit: De grondslag voor de subsidie is het aantal peuters en het aantal uren peuteropvang en/of het aantal uren voorschoolse educatie dat zij hebben afgenomen minus de eigen bijdrage van ouders. De eigen bijdrage van ouders die tot en met 11007o van het minimuminkomen verdienen is vastgesteld op minimaal C 10,- per kind/per maand. De gemeente onderscheidt drie soorten aanbod, namelijk: a. regulier aanbod peuteropvang voor de ouder(s)azerzorger(s) die niet in aanmerking komen voor kinderopvangtoeslag, te weten: gedurende 2 dagdelen van 3,5 uur per dagdeel op twee verschillende dagen per week gedurende 40 weken per jaar. b. aanbod WE aanvullende op het reguliere aanbod peuteropvang binnen de peuteropvang, te weten: 2 dagdelen van 3,5 uren per dagdeel op twee verschillende dagen per week gedurende 40 weken per jaar aanvullend op het aanbod peuteropvang; c. aanbod WE aanvullend op het reeds geboden aanbod kinderopvang, waarbij de ouder(s)zverzorger(s) in aanmerking komen voor kinderopvangtoeslag, te weten: voor één dagdeel van maximaal 5,5 uren per week gedurende 40 weken per jaar. Het college van burgemeester en wethouders stelt de maximale uurprijs vast waarover subsidie wordt verleend voor het aanbod peuteropvang en het aanbod voorschoolse educatie a. De uurprijs voor peuteropvang voor 2018 is vastgesteld op 6 7,45. Vanaf 2018 wordt de uurprijs van de belastingdienst gehanteerd (deze uurprijs wordt jaarlijks door de belastingdienst vastgesteld) c.. Voor het aanvullende aanbod voor doelgroep peuters is een bedrag van maximaal C 8,73 per uur per peuter vastgesteld. De extra bijdrage is bedoeld voor de extra inzet rond WEaanbod Hieruit worden de kosten betaald voor: o Gesprekken met ouders o Contact met externe partijen waaronder het consultatiebureau, scholen o Handelingsplannen o Zorg en adviesgesprekken o Invullen kind-volg-systeem De subsidie per uur voor reguliere peuteropvang is nooit hoger dan de door de instellingen bij de aanvraag opgegeven (en voor overige klanten gehanteerde) uurprijs. De inkomensafhankelijke procentuele ouderbijdrage is gebaseerd op de landelijke tabel van de kinderopvangtoeslag. Ouders van doelgroepkinderen WE in de kinderdagopvang die aantoonbaar niet meer dan 2 dagdelen gebruik maken van de kinderdagopvang kunnen in aanmerking komen voor een door de gemeente gesubsidieerd 3e dagdeel van maximaal 5,5 uur per dagdeel indien zij tenminste 12 maanden voor aanvang van de voorschoolse educatie de contractuele opvangduur niet hebben verminderd. 3

7 4. Aanvragen van subsidie 4.1. De procedure De procedure voor het aanvragen verloopt als volgt: De aanvrager kan jaarlijks tot uiterlijk 1 oktober voorafgaand aan het boekjaar subsidie aanvragen voor het aanbod peuteropvang en/of voorschoolse educatie. Aanvragers die jaarlijks niet meer dan 5 peuters een aanbod van voorschoolse educatie aanbieden aanvullende op de kinderopvang kunnen gedurende het gehele jaar hun aanvraag indienen. Subsidieaanvragen kunnen na 1 oktober worden ingediend, wanneer er sprake is van een nieuwe inschrijving in het LRKP of een wijziging hiervan. Tot de datum van inschrijving blijft een vorige houder verantwoordelijk voor de opvang. 4.2 De voorwaarden De aanvraag van de subsidie moet aan een aantal specifieke voorwaarden voldoen, namelijk: De aanvraag bevat de naam en het adres van de houder, de locatie waar de opvang plaatsvindt, de wijze waarop de opvang is vermeld in het LRKP met het bijbehorende registratienummer en daarnaast het bankrekeningnummer van de organisatie. Bij de subsidieaanvraag wordt een begroting gevoegd waaruit blijkt: a. de periode waarvoor subsidie wordt aangevraagd; b. het bedrag van de aanvraag, totaal en verdeeld over het aantal kinderen en het aantal uren dat zij van welk soort opvang (peuteropvang- en/of aanbod voorschoolse educatie) gebruik maken, met in de toelichting de opbouw en motivering van de aantallen en bedragen; c. het aantal ouders dat in ieder geval de minimale eigen bijdrage van ē 10,- betaalt. De aanvrager beschikt over onderliggende gegevens en kan deze bij de verantwoording van de subsidie beschikbaar stellen aan de gemeente. Het gaat daarbij onder meer om: a. een door de ouder(s) ondertekende aanvraag met daarin de naam en adres en bsnnummer van de ouder(s); b. indien van toepassing: de naam en het bsn-nummer van de partner en, indien dit een ander adres is dan het adres van de ouder, het adres van de partner. De aanvraag is dan ook mede ondertekend door de partner; c. naam en bsn-nummer en geboortedatum van het kind of de kinderen waarop de aanvraag betrekking heeft; d. de wijze waarop de ouderbijdragentabel is toegepast; e. een plaatsingsovereenkomst van de opvangorganisatie die de opvang gaat verzorgen waarin in ieder geval wordt aangegeven: de naam en adres van de opvangorganisatie waar de opvang plaatsvindt, de soort opvang, het aantal uren opvang per kind, de kostprijs per uur, de aanvangsdatum en (verwachte) einddatum van de opvang; f. indien het gaat om VVE-aanbod, een bewijs van indicatiestelling voor WE van het Consultatiebureau JGZ van Yunio met daarin een opgave van de geldigheidsduur.

8 5. Verlenen van de subsidie 5.1 De procedure De procedure voor het verlenen van de subsidie verloopt als volgt: De gemeente Oude IJsselstreek beslist vóór 1 januari voorafgaande aan het boekjaar waarop de aanvraag betrekking heeft over de subsidieaanvraag. Onder bijzondere omstandigheden kan de gemeente besluiten om de beslistermijn op te schorten. Een bijzondere omstandigheid kan zijn het onvolledig indienen van de subsidieaanvraag. De subsidieverleningsbeschikking bevat in ieder geval: o de soort opvang waarvoor subsidie wordt verleend; o de periode en het aantal peuters waaraan een aanbod peuteropvang en aanbod voorschoolse educatie wordt verleend. o de subsidie en het normtarief per type aanbod (peuteropvang- en/of voorschoolse educatie) o de voorwaarden en verplichtingen waaraan de aanvrager moet voldoen, waaronder de verplichtingen voor de verantwoording van de subsidie; o de wijze waarop het voorschot op de subsidie wordt betaald; o de voorwaarde waarop de subsidie wordt vastgesteld. 5.2 De berekening van de te verlenen subsidie De subsidieverlening wordt berekend op basis van: Het aantal kinderen en het aantal uren dat zij naar verwachting gebruik gaan maken van de peuteropvang verdeeld naar specifiek aanbod. De uurprijs per aanbod vorm. Op de te verlenen subsidie per peuterplaats peuteropvang wordt een bedrag voor ouderbijdragen in mindering gebracht. a. bij de verlening van de subsidie wordt uitgegaan van een minimale eigen bijdrage van C 10,- per maand. b. bij de vaststelling van de subsidie wordt uitgegaan van het bij aanvang opgegeven inkomen, tenzij er tussentijds wijzigingen in het inkomen hebben plaatsgevonden van de ouders in het betreffende jaar. Het bovenstaande betekent dat: De te verlenen subsidie peuteropvang als volgt wordt berekend: de hoogte van het uurtarief ^ nooit hoger dan door het gemeente vastgestelde uurtarief) x aantal uren dat peuters gebruik maken van het aanbod - de ouderbijdrage1. De te verlenen subsidie aanbod vroegschoolse educatie in de peuteropvang als volgt wordt berekend: de hoogte van het uurtarief ^ nooit hoger dan het door gemeente vastgestelde uurtarief) x aantal uren dat peuters gebruik maken van het aanbod. De te verlenen subsidie voor een extra dagdeel kinderdagopvang voor doelgroepkinderen VE wordt als volgt berekend: 1 De ouderbijdrage wordt berekend op basis van de ouderbijdragentabel van de belastingdienst 5

9 de hoogte van het door de instelling bij aanvraag opgegeven uurtarief x het aantal uren dat wordt afgenomen met een maximum van 5,5 uur. 6. Verantwoorden van de subsidie 6.1 De procedure De procedure voor het verantwoorden en het vaststellen van de subsidie verloopt als volgt: De vaststelling van de subsidie voor het aanbod peuteropvang en/of Voor- en Vroegschoolse educatie vindt plaats op grond van het werkelijk gerealiseerde aantal uren aanbod per kind en het gemiddelde gezinsinkomen van de ouder(s) wiens/wier kind van het aanbod gebruik heeft gemaakt op basis van het IB60 formulier dat gebruikt is bij de aanvraag van peuteropvang en/of voorschoolse educatie. Wijzigingen in het inkomen van de ouders worden in de afrekening meegenomen. De aanvrager dient de verantwoording uiterlijk vóór 1 maart na afloop van het kalenderjaar waarvoor subsidie is verleend een aanvraag tot vaststelling in bij het college. Wanneer het voor de aanvrager niet mogelijk is om vóór 1 maart de verantwoording van de subsidie in te dienen, geeft zij dat vroegtijdig en uiterlijk vóór 1 februari aan. 6.2 De voorwaarden Bij de verantwoording wordt een overzicht verstrekt o van het feítelijke aantal uren aanbod peuteropvang en/of aanbod voorschoolse educatie per peuter over het voorbije kalenderjaar, o de wijze waarop de ouderbijdragentabel voor het aanbod peuteropvang is toegepast o inkomensgegevens van de ouder(s) en, indien van toepassing, van de partner waarmee de ouderbijdrage wordt bepaald. Hiervoor wordt een IB60-verklaring afgegeven of een kopie van de definitieve aangifte van de inkomstenbelasting van het voorgaande jaar. o een accountantsverklaring wanneer een subsidie wordt verleend voor een bedrag van ē ,- of meer aan de subsidieaanvrager. Hiervoor geldt artikel 5.5 van de Algemene Subsidieregeling 2008 Gemeente Oude IJsselstreek. o kopieën van de indicatie voor WE dagdelen 7. Vaststellen van de subsidie De procedure voor het vaststellen van de subsidie verloopt als volgt: Het college stelt de subsidie vast vóór 31 december na afloop van het betreffende boekjaar. De subsidievaststelling beschikking vermeldt het subsidiebedrag en de wijze waarop verrekening van betaalde voorschotten plaatsvindt. Wanneer het college niet binnen de gestelde termijn tot een besluit komt, informeert zij de aanvrager tijdig, te weten voor 1 december van het betreffende jaar. 8. Hardheidsclausule In bijzondere gevallen, met name in gevallen dat toepassing van de uitvoeringsregels voor een of meer belanghebbenden onevenredig zou zijn in verhouding tot de met de uitvoeringsregels te dienen doelen, kan worden afgeweken van de uitvoeringsregels subsidie Peuteropvang en Voor- en Vroegschoolse Educatie gemeente Oude IJsselstreek. In gevallen waar deze regeling niet voorziet, beslist het college. 9. Inwerkingtreding De uitvoeringsregels Peuteropvang en Voorschoolse Educatie gemeente Oude IJsselstreek treden in werking per 1 januari Met ingang van 1 januari 2018 vervallen de Uitvoeringsregels Peuteropvang Voor- en Vroegschoolse Educatie

10 Gendringen, september 2018 Aldus vastgesteld door: Burgemeester en wethouders M.J. F. Verstappen O.E.T. van Dijk Secretaris burgemeester 7