ZONNEBOILER LITER TECHNISCHE HANDLEIDING

Transcriptie

1 ZONNEBOILER LITER TECHNISCHE HANDLEIDING ETH11000

2 Instructies voor de klanten Geachte klant, We danken u voor uw vertrouwen bij de keuze voor een product van ons bedrijf. U zal er lang kunnen van genieten. Gelieve deze instructies nauwgezet te lezen om optimaal te kunnen genieten van het toestel dat u gekozen hebt. Instructies voor de installateurs Geachte installateur, We danken u dat u een artikel uit ons productgamma hebt gekozen en geplaatst. We willen graag uw bijzondere aandacht vestigen op deze instructies die nodig zijn voor een correcte indienststelling, ook al kent u ze al en past u ze reeds toe. Mocht u op een probleem stuiten waarvoor u de oplossing niet in deze handleiding vindt, gelieve dan contact te nemen met:

3 Inhoudsopgave 1. Kenmerken van de geëmailleerde zonneboilers met vaste spiraalvormige warmtewisselaars 1.1. Beschrijving Aansluitingsschema Afmetingen Installatie 4.1. Opstelling Installatienormen Installatietips Installatie van de elektrische weerstand Aansluiting van het tapwatercircuit Installatie van de collectoren Montage van de leidingen Onderhoud 5.1. Opstart Onderhoud Onderhoudswerken Tabellen & technische gegevens 6.1. Keuze van het expansievat Berekening van de minimumdiameter van de veiligheidsklep Zonne-expantievat Installatieschema s 8.1. Schema Schema Voorschrift voor inwerkingstelling Controle van de installatie Onderhoudsvoorschrift Garantieinformatie Opmerkingen

4 1 Kenmerken van de geëmailleerde zonneboilers met vaste spiraalvormige warmtewisselaars van de IDS-reeks Deze toestellen voor de productie van warmwater met accumulatie van de IDS-reeks zijn vervaardigd met een roestvrij stalen behuizing en warmtewisselaars volgens kwaliteitsnorm 5235JR (EN 10025). De binnenkant is behandeld met een anorganisch leringsprocédé waarbij het op 850 C in de oven gebakken wordt volgens norm DIN , waardoor de accumulator geschikt is voor de opslag van drinkbaar water volgens richtlijn EEG/76/1973 en het [Italiaans] Presidentieel Decreet nr. 777 van 23 augustus Deze toestellen voor de productie van sanitair warmwater met accumulatie met onrechtstreekse verwarming bieden (door de bijzondere plaatsing en geometrie van de onderste spiraal, die de warmtewisselaar van het zonnecircuit vormt) een hoog warmtewisselingsvermogen en dus grote hoeveelheden warmwater, zowel voor huishoudelijk als voor industrieel gebruik. Naast deze spiraal wordt ook gebruik gemaakt van de bovenste spiraal om een bijkomende bron te integreren. Alle modellen van deze reeks zijn voorzien van beugels om het expansievat (accessoire) te bevestigen en om de pompgroep voor zonne-installaties (accessoire) te bevestigen, die rechtstreeks aan de verbindingen van de onderste serpentine wordt vastgemaakt. Alle modellen zijn thermisch geïsoleerd met stijf polyurethaan (PU) dat bij het gieten van de cilinder rechtstreeks op de wand van de tank is gespoten. Isolerende kenmerken: de isolatie bestaat uit stijf polyurethaan (PU) met meer dan 93% gesloten cellen, dat bij het gieten van de cilinder rechtstreeks op de wand van de tank is gespoten; het PU is zelfdovend volgens ISO 3582 (klasse B2, DIN 4102), het heeft een densiteit van 40 tot 42 kg/m³, een gemiddelde geleidbaarheid van 0,019 W/mK bij een temperatuur van 45 C en het PU bevat geen CFK's of HCFK's. Het gamma heeft accumulatoren van 200, 300, 400 en 600 liter. Beschrijving van het bestek Productie-eenheid van sanitair warmwater met accumulatie, vervaardigd met een stalen behuizing volgens kwaliteitsnorm 5235JR (EN 10025). De binnenkant is behandeld met een anorganisch leringsprocédé ( verglazing ) volgens de Bayer-methode en de norm DIN De accumulator is geschikt voor de opslag van sanitair warmwater volgens richtlijn EEG/76/1973 en het [Italiaanse] Presidentieel Decreet nr. 777 van 23 augustus Onderste serpentine met verticale afwikkeling met een groot warmtewisselingsoppervlak, vervaardigd uit een elliptische stalen buis in kwaliteit S235JR (EN 10025), met als uitgang symmetrische aansluitpunten vooraan om het snel te kunnen aankoppelen aan de pompgroep voor zonne-installaties (optioneel). Bovenste serpentine met verticale afwikkeling, vervaardigd uit een elliptische stalen buis in kwaliteit S235JR (EN 10025), voor gebruik van een bron die geïntegreerd wordt in het zonnecircuit. Thermisch geïsoleerd in stijf polyurethaan (PU) met meer dan 93% gesloten cellen, dat bij het gieten van de cilinder rechtstreeks op de wand van de tank is gespoten; het PU is zelfdovend volgens ISO 3582 (klasse B2, DIN 4102), het heeft een densiteit van 40 tot 42 kg/m³, een gemiddelde geleidbaarheid van 0,019 W/mK bij een temperatuur van 45 C, en het PU bevat geen CFK's of HCFK's. Dikte 50mm. Buitenafwerking in skai. Sluitringen voor moffen, flensafdekkingen en deksel in zwart plastic (PST) dat de bovenzijde afsluit. 4

5 2 Aansluitingsschema Legende: U: Uitgang sanitair warmwater Ø ¾ F E: Invoer koudwater Ø ¾ F A: Magnesiumanode Ø 1 ½ F S1: Invoer zonnecircuit Ø ¾ M S2: Uitgang zonnecircuit Ø ¾ M S4: Invoer verwarmingscircuit (optie) Ø 1 F S3: Uitgang verwarmingscircuit (optie) Ø 1 F So: Temperatuursonde Ø ¾ F So2: Temperatuursonde Ø ½ F FL: Inspectie- en reinigingsflens Ø 120 x Ø 80mm RE: Elektrische weerstand Ø 1 ¼ F 5

6 3 Afmetingen model effectieve accumulatiecapaciteit liter d diameter zonder isolatie mm D diameter met isolatie mm HT totale hoogte mm FL diameter inspectieflens mm 120x x x x180 SS1 Warmtewisselingsoppervlak onderste spiraal m² 1,25 1,50 1,75 2,20 SS2 warmtewisselingsoppervlak bovenste spiraal m² 0,50 0,75 1,00 1,25 K max. kantelhoogte mm leeggewicht kg aansluitingen E invoer koud water gas ¾ ¾ ¾ ¾ U uitvoer sanitair warmwater gas ¾ ¾ ¾ ¾ A aansluiting magnesiumanode gas 1 ¼ 1 ¼ 1 ¼ 1 ¼ RE aansluiting elektrische weerstand gas 1 ½ 1 ½ 1 ½ 1 ½ So aansluiting sonde gas ¾ ¾ ¾ ¾ So2 aansluiting sonde gas ½ ½ ½ ½ S1-S2 aansluitingen onderste spiraal gas ¾ ¾ ¾ ¾ S3-S4 aansluitingen bovenste spiraal gas technische gegevens PE max. werkdruk bar PC testdruk bar TE max. werktemperatuur c PS max. werkdruk warmtewisselaars bar PCS testdruk warmtewisselaars bar

7 4 Installatie LET OP dat de vloer stevig genoeg is om het gewicht van het toestel dat in bedrijf en volledig geladen is, te dragen; dat alle hydraulische aansluitingen en de toegang tot flenzen en warmtewisselaars vlot bereikbaar zijn en zo nodig gemakkelijk kunnen afgekoppeld worden. dat de boiler in een vorstvrije ruimte staat opgesteld. VOORZIE DE INSTALLATIE VOOR DE BEREIDING VAN SANITAIR WARMWATER van een expansievat met de gepaste afmetingen; let erop dat het volume en de voorlaaddruk geschikt zijn voor de installatie; van een veiligheidsklep (met een voldoende diameter) op de koudwateraanvoer, die bij de maximum werkdruk van het toestel opengaat; van een goede aarding om corrosie door zwerfstroom te voorkomen. KIJK NA of de circulatiepomp voldoende debiet & vloeistofdruk heeft om de vraag van het toestel aan te kunnen; of de thermostatische controle van de temperatuur correct werkt (let erop dat de temperatuurmeting op de correcte plaats staat). NB: We raden aan om vóór de installatie als het aanvoerwater erg hard is, een ontharder te plaatsen; als er onzuiverheden in het water zitten, een aangepaste filter te plaatsen (om ongewenste afzettingen te vermijden). 4.1 Opstelling De zonneboiler voor de productie van sanitair warmwater van de IDS-reeks met dubbele vaste spiraalvormige warmtewisselaar, wordt verticaal geplaatst op een basis. De enige waarschuwing waar u bij de installatie moet op letten, is dat u het schema van de hydraulische aansluitingen (zie blz. 5, Hoofdstuk 2) nauwgezet volgt. 4.2 Installatienormen Plaats op de koudwateraanvoer een veiligheidsklep die geijkt is op een druk die lager is dan de maximum werkdruk die in de tabel op de voorgaande pagina is vermeld. Plaats voor het sanitair circuit een expansievat met het correcte volume en controleer of het efficiënt werkt. Controleer de aarding om corrosie door zwerfstroom te voorkomen. Nadat u het toestel aan de waterleiding hebt aangesloten, vult u de accumulator terwijl u de warmwaterkranen laat openstaan, zodat alle lucht uit de tank kan ontsnappen. 4.3 Installatietips Controleer de druk van de installatie, en als die groter is dan de voorziene maximumdruk, dient u voor het toestel een drukreductor ter plaatse. Als het water te hard is, is het opportuun om een ontharder te plaatsen, en alleszins een filter die de onzuiverheden verwijdert die altijd in het water zitten. 4.4 Installatie van de elektrische weerstand Principe schema 1: Controller 2: Thermische beveiliging 3: Relais 4: Programmeerbare klok Aansluiting in doos 1,2,3 voeding 230V + PE 4,5 sturing van solar controller (out 3) 6,7 uitgang weerstand 7

8 4.5 Aansluiting van het tapwatercircuit Voor de aansluiting is het absoluut noodzakelijk de normen en de lokale voorschriften in acht te nemen De kuipen van de sanitair-warmwatertoestellen kunnen werken onder een maximale bedrijfsdruk van 7 bar, in de installatie dient altijd een overdrukventiel en een drukregellaar aanwezig te zijn. Voordat de aansluiting tot stand wordt gebracht, moeten de aanvoerleidingen van het sanitaire water beslist worden doorgespoeld om te voorkomen dat metalen of andere deeltjes in de boiler terechtkomen. Overeenkomstig het besluit van 30 november 2005, teneinde het risico van brandwonden te voorkomen, is de plaatsing van een thermostaatkraan op de vertrekleiding van het sanitair warm water verplicht. Blauw: aanvoer koud water Rood: aanvoer warm water van de boiler Mix: uitgang naar de verdelers 8

9 4.6 Installatie van de collectoren Monteren van de dakhaken Bepaal de plaats van de dakhaken aan de hand van de plaatsing van de panelen. Tussen afstand van de haken is maximaal 1,4m. Teken de plaats af waar de dakhaken dienen te komen. Doe dit op de pan onder de dakhaak. Deze pan blijft liggen bij de montage van de dakhaak. De pannenrij boven de dakhaken schuift u omhoog, eventueel onder de andere pannen die er nog boven liggen. Indien het pannenmodel dit niet toe laat, moeten de desbetreffende pannen tijdelijk worden verwijderd. De dakhaken mogen maximaal cm uit elkaar geplaatst worden. Zo wordt voorkomen dat de draagprofielen gaan doorbuigen bij sneeuw en windlast. Om de dakhaken stevig te kunnen bevestigen moeten watervast verlijmde multiplex platen (bijv. 20 x 120 x 0,9 cm) of meranti latten op het dak worden bevestigd, over de volledige lengte van de rail. Op deze plaat worden dan dakhaken bevestigd, waarna het geheel in één keer tegen het dakbeschot wordt geschroefd. De dakhaak is dan aan de achterkant van de multiplex plaat bevestigd. De plaat moet altijd een stuk dunner zijn (ongeveer een centimeter), dan de oegepaste panlat. Door toepassing van een plaat ontstaat een groot schroefvlak, waar de dakhaken stevig op bevestigd kunnen worden. Zorg altijd voor schroeven die lang genoeg zijn, waardoor een stevige verbinding gegarandeerd is. Schroef de plank vast of de spanten (ofwel tengels) van het dak, zoals op bovenstaande afbeelding te zien is. Gebruik hierbij twee schroeven per spant. De toe te passen schroeven moeten bovendien van RVS zijn, zodat ze op den duur niet gaan roesten. Voor de precieze positionering van de dakhaak is van belang: De haak moet niet verder dan 20 à 30 cm van het uiteinde van het draagprofiel komen te zitten. Anders wordt het draagprofiel voor een te groot gedeelte niet ondersteund. Zorg dat elke haak in de holling (welving) van de pan komt te liggen. Indien de pannen een sluitend profiel hebben, kan de pan plaatselijk met een slijpschijf worden bijgeslepen, waardoor ruimte ontstaat voor de dakhaak. De afstand tussen de dakhaken mag maximaal cm bedragen. De draagprofielen mogen uiteindelijk maximaal 1/5 van de uiteinden van het thermisch paneel komen te zitten. 9

10 4.6.2 Montage van de draagprofielen Nadat de dakhaken op rijen gezet zijn, kunt u de profielen op de dakhaken vast zetten. De dakhaken zijn in hoogte en diepte instelbaar. Zo kunnen de haken rusten op de pan er onder en kan de neus (met de gleuf) in de hoogte versteld worden om eventuele oneffenheden van het dak te ondervangen. De profielen kunnen niet altijd op maat worden geleverd en moeten dan op maat worden gezaagd, waarna ze worden voorzien van einddoppen Montage van de panelen Zorg ervoor dat de haken voor de panelen op 1 lijn staan, dat ze langs onder op het draagprofiel zijn bevestigd. Als dit in orde is, plaats het eerste paneel, dit rust op de draagprofielen en klemt vast in de haken zodat het niet kan glijden van het dak. Het eerste paneel maakt u reeds vast met de eindklemmen (2 boven en 2 beneden). Plaats nu het volgende paneel op de draagprofielen en laat rusten in de haken. Breng de verbindingsstukken aan voor de koper leidingen te verbinden. Schuif de panelen voorzichtig tegen elkaar zodat de koper leidingen met elkaar kunnen worden verbonden. Indien de koppelstukken (bicoon) goed over de koper leidingen zitten, draai deze dan aan met 2 platte sleutels om de verbinding dicht te knellen. Let op dat het koper niet torst, dit kan leiden tot lekken. Voer dit uit totdat alle panelen geplaatst zijn (maximaal 6 vlakke platen in 1 kring). Voor het aansluiten van de leidingen op de warme zijde (bovenaan de collector) gebruik het kruisstuk met sondehuls en ontluchter, voor de koude zijde (gekruist onderaan) wordt een overgangsstuk gebruikt met bicoon en een DN16. Op deze koppelingen kan dan de solar leiding worden aangesloten. Op de andere aansluitingen dit vrij zijn dient de stop te worden geïnstalleerd. 10

11 4.7 Montage van de leidingen De solar leiding is een eenvoudig te installeren voorgeïsoleerde leidingsysteem voor het verminderen van het energieverlies. Het is speciaal ontworpen voor zonneboilers en is ontwikkeld om installatie tijd te besparen. De solar leiding bestaat uit twee volledig geïsoleerde gegolfde roestvrij stalen buizen en is voorzien van een sensor kabel, dit voor de eenvoudige aansluiting van de temperatuursensor tussen collector-en stuureenheid. Bij installatie mag de isolatie en mantel niet beschadigd worden, dit om geen verlies van warmte te krijgen. Let op met het maken van bochten, deze mogen geen scherpe bochten zijn, dit om de weerstand in de leiding niet te verhogen. De lengte van de leiding mag niet langer dan 30m bedragen tussen de pompgroep en de collector. Snij de leiding altijd met een buizen snijder, dit om een goede dichting te garanderen. 1. plaats de moer over de leiding 2. Breng de 2 halve maantjes op de leiding aan (laatste ring) 3. Glij de moer over de halve maantjes 4. Draai de moer op de koppeling en span deze aan tot deze vast zit 11

12 5 Onderhoud 5.1 Opstart 1 Verwijder de verpakking van het toestel; let erop dat u de buitenafwerking in PVC, de deksels en de eventueel al gemonteerde accessoires niet beschadigt. 2 Installeer het toestel op de vooraf bepaalde locatie; bepaal de afmetingen van het vlak waarop het zal geplaatst worden (houd rekening met het gewicht van het toestel in bedrijf met volledige lading). 3 Plaats op de koudwateraanvoer een veiligheidsklep die geijkt is op een druk die lager is dan de maximum werkdruk die in de tabel op de voorgaande bladzijde is vermeld. 4 Plaats een expansievat voor het sanitair circuit, met het correcte volume en controleer of het efficiënt werkt. 5 Controleer de aarding om corrosie door zwerfstroom te voorkomen. 6 Sluit het toestel op de waterleiding aan. 7 Vul de accumulator terwijl u de warmwaterkranen laat openstaan, zodat alle lucht uit het systeem kan ontsnappen. 5.2 Onderhoud Ten minste één keer per ar moet u een preventief onderhoud plannen; dit is essentieel voor het onderhoud, de levensduur en de optimale efficiëntie van het toestel. 5.3 Onderhoudswerken De onderhoudstaken moeten door een gespecialiseerd technicus worden uitgevoerd. Dit omvat het volgende: Zet de elektrische spanning van het apparaat zelf en van de hele installatie af; Onderbreek de wateraanvoer en laat het toestel leeglopen; Reinig de binnenoppervlakken en zorg voor de afvoer van kalkaanslag of modder; Let op het voorladen van het expansievat van het sanitair circuit; Kijk de druk van de sanitaire installatie na; Kijk de werking van de thermometer en van de thermostaat; Kijk de werking van de veiligheidsklep na; Controleer de eventuele antikalk-installaties en de bijhorende filters; Reinig de buitenkant met zachte producten; Indien geïnstalleerd: controleer de reiniging van de elektrische weerstand en ontkalk deze eventueel (wees aandachtig dat u de buitenste kap niet beschadigt); Indien geïnstalleerd: controleer de efficiëntie van het permanent elektronische systeem (elektronische anode). OPGELET: KOPPEL HET TOESTEL STEEDS VAN HET ELEKTRICITEITSNET AF VOOR U ONDERHOUD AAN HET TOESTEL UITVOERT. 12

13 6 Tabellen & technische gegevens 6.1 Keuze van het expansievat Capaciteit (liter) Gebruikstemperatuur 40 C 4,3 6,4 8,6 12,8 Gebruikstemperatuur 50 C 6,4 9,6 12,8 19,3 Gebruikstemperatuur 60 C 9,1 13,7 18,2 27,3 Gebruikstemperatuur 70 C 11,8 17,7 23,6 35,4 Gebruikstemperatuur 80 C 15,5 23,3 31,1 46,6 Gebruikstemperatuur 90 C 19,3 28,9 38,6 57,8 Gebruikstemperatuur 99 C 23,0 34,5 46,1 69,1 NB: als er circulatiepompen worden gebruikt in het sanitair circuit, moet u ook rekening houden met het volume water dat in die leidingen zit. Voorbeeld: in een installatie met een ketel van 600 liter op een temperatuur van 60 C moet een expansievat met een capaciteit van ten minste 27,3 liter gebruikt worden. 6.2 Berekening van de minimumdiameter van de veiligheidsklep Om de afmetingen van de veiligheidsklep (die u op de koudwateraanvoer van de aangekochte ketel wil plaatsen) correct te berekenen, hanteert u de volgende formule: d 5 waarbij d de diameter van de veiligheidsklep (in mm) is en V het volume van de ketel (in liter). De diameter van de veiligheidsklep mat echter nooit kleiner zijn dan 15mm. Hieronder staat een tabel om snel de diameter te bepalen die u bij elk type capaciteit nodig hebt: Capaciteit accumulator (liter) Diameter klep (mm) 200 ½ ¾ 13

14 7 Zonne-expansievat Het expansievat dient om volumevariaties van de vloeistof op te vangen die optreden door temperatuurveranderingen. Bovendien moet de volledige hoeveelheid vloeistof opgenomen kunnen worden indien de veiligheid van de installatie in het geding komt (stroomonderbreking bij volle zon) en wanneer de installatie de uitschakeltemperatuur bereikt. In een dergelijke situatie zal een deel van de vloeistof verdampen bij een temperatuur van ongeveer 145 C en verplaatst de vloeistof zich naar het expansievat. Het paneel bevat dan geen vloeistof meer en de installatie loopt geen enkel risico meer. Indien bijvoorbeeld aan het einde van de namiddag de temperatuur weer beneden de 135 C zakt, ondergaat het gas een condensatieproces en wordt weer omgezet in vloeistof. De druk in het expansievat stuwt de vloeistof naar de panelen. Bij de volgende start van de installatie zal een 3 minuten durend ontluchtingsproces gestart worden: de eventueel aanwezige luchtbellen worden naar het lager gelegen Airstop systeem geleid en afgelaten. De installatie is opnieuw volledig operationeel. De gebruikte expansievaten dienen bestand te zijn tegen de vloeistof en in overeenstemming te zijn met de werkdruk van de installatie. Het volume van het expansievat hangt vooral af van het volume dat mogelijk verdampt wanneer de installatie wordt stilgelegd. Om deze reden dient het expansievat gekozen te worden afhankelijk van het aantal zonnepanelen. Wanneer het aantal zonnepanelen groot is, kunnen er expansievaten parallel gemonteerd worden. Capaciteit van het zonne-expansievat Inhoud van de installatie (Vtotal) Vuldruk (Prempl) Werkingsdruk installatie Voordruk expansievat Rekenformule Vcapt + Vtuy + Vss + Vech Vcapt: Volume van de zonnepanelen Vtuy: Volume leidingen Vss: Volume zonnestation Vech: Volume zonnewisselaar (Hstat / 10) bar Hstat: Statische hoogte van de zonneinstallatie (verschil tussen bovenaan collector en onderaan tank) (Hstat / 10) + 0.3bar Hstat: Statische hoogte van de zonneinstallatie (verschil tussen bovenaan collector en onderaan tank) Voorbeeld: 3 vlakke + 300l 3.69 (3x1.23) = l Hstat: 15m (15/10) = 2 bar Hstat: 15m (15/10) = 1.8 bar Bedrijfsdruk (Pserv) IJking van de veiligheidsklep bar = 5.5 bar Totale uitzettingsvolume (Vexp) Minimale inhoud expantievat ε x Vtotal ( ) ( ) ε = (Voorbeeld met 40/60 Antivries) Vexp + Vcapt + Vv Vv: Oorspronkelijk volume in het expansievat (. ) x (. ) = 1.64 l = 7.33 liter 14

15 8 Installatieschema s Schema 1: 15

16 Schema 1: 16

17 9 Voorschrift voor inwerkstelling Plaats van de installatie... Eigenaar... Straat... Postcode/plaats... Tel./GSM Bedrijfsnaam. Installateur... Straat... Postcode/plaats... Tel/GSM Beschrijving van de installatie Zonne-installatie voor: Bereiding van warm water Hulpverwarming Verwarming van zwembad Zonnepanelen: Type: vlakke u-pipe Aantal:... Serie nummers panelen * * * Installatietype: Op het dak Op plat dak Leidingen: Duo-Tube DN16 Duo-tube DN20 Lengte...m Boiler: Type:... Zonnestation: op de tank gemonteerd Andere:... Zonnepaneelvloeistof: water +..% glycol Volume in liters:... Werkdruk van de installatie: Voordruk zonne-expantievat:...bar...bar Controle van de leidingen Juiste aansluiting van de leidingen: - De terugvoer (koude zijde op de collectoren naar de pomp op het pompstation) OK - Het vertrek (warme zijde op de collectoren naar de warmtewisselaar op het pompstation (kant filter)) OK - Plaats de voeler aan de warme uitgang van het paneel (vertrek) OK Controle van de regelaar Spoelcyclus 5 min. OK Flow in de leiding OK Setting van de regelaar: Alarm T van de panelen TS1 =... C Regel parameter T1-2 =... K Alarm T van de boiler onder TS2 =... C Regelparameter TM2 =... C Alarm T van de boiler boven TS3 =... C R egelparameter TM3 =... C Regelparameter TAH =... C Regelparameter FLOW =... l/min 17

18 10 Controle van de installatie Installatie adres: Straat:... Postcode/plaats:... Tel./GSM:... Installateur:... Voorstel opstart datum:... Onderdelen op het dak: Alle bevestigingsbouten vastgezet Alle eindklemmen zijn geplaatst Alle verbindingen gecontroleerd en afgedicht Aanvoer op collectoren aan koude zijde (bij vlakke onderaan) Vertrek op collectoren aan warme zijde (bij vlakke gekruist bovenaan) Sonde aanwezig op warme zijde Zonnestation: Aansluitingen aanvoer en retour correct uitgevoerd Thermometers aanvoer en retour aanwezig en gecontroleerd Zonne expansievat correct aangesloten Isolatie van de solar leiding gecontroleerd (geen zichtbare schade) Luchtdruk test uitgevoerd voor controle op lekken test ok? Sondes boiler aangesloten op zonneregelaar (S2 = onderaan boiler, S3 = bovenaan) Sonde collectoren aangesloten (S1 = collector) Voeding voorzien voor zonneregelaar (N, L en PE) Voeding voor circulatiepomp voorzien naar zonneregelaar (OUT 1) Weerstand aangesloten via relais (OUT 3) Weerstand aangesloten via extra timer module (OUT 3) Boiler: Veiligheidsset koud water geïnstalleerd Drukbegrenzer installatie afgesteld op... bar Thermostatische menger aangesloten ter beveiliging van de installatie Thermostatische menger ingesteld op. C Alle aansluitingen geïnstalleerd Sanitair expansievat voorzien op installatie Controle uitgevoerd van lekdichtheid van de installatie Expansievat: Voordruk sanitair expansievat getest. bar Voordruk solar expansievat getest. bar Aanpassingen en opmerkingen Plaats:... Datum:... Handtekening van de eigenaar Handtekening van de installateur 18

19 11 Onderhoudsvoorschrift Nr. onderhoud:... Eigenaar... Straat... Postcode/plaats... Tel.... Fax... GSM Bedrijfsnaam... Straat... Postcode/plaats... Tel... Fax... GSM Installateur... Beschrijving van de installatie Zonne-installatie voor: Bereiding van warm water Hulpverwarming Verwarming van zwembad Zonnevoelers:... Oppervlak...m2 Bereider warm sanitair water::... Zonnestation:... Controle Werkdruk van de installatie gecontroleerd... bar ph-waarde... Voordruk zonne-expantievat... bar Antivriesbescherming gecontroleerd... C Afdichting: Visuele controle: Paneel OK OK Leidingen OK OK Zonnestation OK OK Bereider warm sanitair water: OK OK Regelknop Werkingscontrole OK Temperatuur van de panelen TS1:... C Temperatuur van de boiler TS2:... C Temperatuur TS3:... C Hoeveelheid warmte... kw Geëmailleerde boilers: Reductieanode gecontroleerd Aanvaardbare toestand Te vervangen Thermostatische menger Instelling op... C Werkingscontrole OK Te vervangen 19

20 Installatie in haar geheel gecontroleerd Installatie in perfecte staat Mankementen van de installatie Plaats:... Datum:... Handtekening van de eigenaar Handtekening van de installateur 20

21 12 Garantieinformatie Koopdatum:... Naam en adres van de koper: Tel.:... Informatie betreffende de apparaat (bevinden zich op het kenplaatje): Model van de tank:.. Inhoud van de tank:.. Serienummer paneel 1: Serienummer paneel 2: Serienummer paneel 3: Serienummer paneel 4: Serienummer paneel 5: Serienummer paneel 6: 21

22 13 Opmerkingen 22

23 23

24 Kasteelbrakelsesteenweg Lembeek (Halle) Tel.: 0032 (0)