Exameneisen Camouflage



Vergelijkbare documenten
CAMOUFLAGE. Stichting Kwaliteitscentrum Schoonheidsverzorging Utrecht

Exameneisen. Camouflage

Exameneisen Permanente Make-up

Exameneisen. Mesotherapie. Datum : 18 juli Mesotherapie Pagina 1 van 10

Exameneisen. Permanente Make-up

Richtsnoer camouflage. best practice voor Toepassing op gezicht en lichaam

PINCEMENTS-MASSAGE. Stichting Kwaliteitscentrum Schoonheidsverzorging Utrecht

PERMANENTE MAKE-UP. Stichting Kwaliteitscentrum Schoonheidsverzorging Utrecht

PRAKTIJKEXAMEN CAMOUFLAGE

Internationaal Opleidingsinstituut Thomas. Specialisaties Schoonheidsverzorging en CIDESCO Internationaal Schooljaar 2016/2017

ACNE. Stichting Kwaliteitscentrum Schoonheidsverzorging Utrecht

Internationaal Opleidingsinstituut Thomas. Specialisaties Schoonheidsverzorging en CIDESCO Internationaal Schooljaar

Instructies examendeelnemer. Proeve van bekwaamheid Acne Instructies examenkandidaat, augustus 2015

ALGEMENE THEORIE. Stichting Kwaliteitscentrum Schoonheidsverzorging Utrecht

Het examenmodel Visagie: Exameneisen praktijk en theorie schooljaar

Exameneisen Oosterse massage volgens de Shiatsu-methode

Vitiligo Wat is vitiligo? Hoe ontstaat vitiligo? - De auto-immuuntheorie

PROEVE VAN BEKWAAMHEID

Doel van huiddiagnose. Huidanalyse. Inspectie. Anamnese. Huiddikte. Huidreliëf

MICRO-NEEDLING.

Checklist: Reinigen en desinfecteren van instrumenten, apparaten en oppervlakken

Dermatologie. Patiënteninformatie. Vitiligo. Slingeland Ziekenhuis

Afdeling dermatologie. Lasertherapie

Visagie. Hetty van Mierlo. Basis

Voorblad: Naam: Aurelie Portier Datum: Studentnummer:

Leeftijd en de huid. K.C. Timm, Verpleegkundig specialist intensieve zorg, Allerzorg m.m.v. Dhr. dr. V. Sigurdsson

PROEVE VAN BEKWAAMHEID

Voorlichtingsplan. Folder Microdermabrasie. Mindor Walrave & Marthe Verwater Hdt 3 C Mevrouw Vissers

Informatie en Prijzen. Schoonheidsspecialiste. Opleidingen

28/03/2018. Wat doet een transplantatie met je huid? Huid. Struktuur van de huid. Epidermis-opperhuid. de huid bestaat uit: Structuur van de huid

Dermatologie. Vitiligo. Het Antonius Ziekenhuis vormt samen met Thuiszorg Zuidwest Friesland de Antonius Zorggroep

Voeten en huid. Dermatologie voor pedicures, podotherapeuten en andere voetspecialisten. J. Toonstra en A.C. de Groot

PRAKTIJKEXAMEN ACNEBEHANDELING UITVOEREN

ACNE. Stichting Kwaliteitscentrum Schoonheidsverzorging Utrecht

MANUELE LYMFDRAINAGE GELAAT

De Histofreezer Draagbaar Cryochirurgisch Syteem set bestaat uit

Dermatologie. Moedervlekken. Afdeling: Onderwerp:

Gelaatsbehandeling deel 1 (3.16.1) Opleiding: Schoonheidsspecialist niveau 3

WHY CHOOSE MELINE? BECAUSE WE UNDERSTAND THAT EVERY SKIN S PIGMENTATION IS UNIQUE...

Kwaadaardige Huidafwijking

De huid rondom de wond. Karin Timm Verpleegkundig specialist intensieve zorg Allerzorg

Exameneisen Acne Vastgesteld door : Bestuur ANBOS Datum : 18 juli 2011

HUIDANALYSE/ CLIËNTENKAART HUID DOEL VAN HUIDDIAGNOSE. Dia 1. Dia 2. Dia 3

Producten gezichtsverzorging

Schrijf achter elk meetpunt per kandidaat O of V als uitkomst van alle genoemde criteria.

Specialismespecifieke Toelichting op de Registratieregels Dermatologie

Ontharen met IPL (Intense Pulsed Light)

Patiënteninformatie. Actinische keratose. Informatie over deze huidafwijking en de mogelijkheden er iets aan te doen terTER_

PRAKTIJKEXAMEN PINCEMENTSMASSAGE

Maskers en pakkingen. Maskers: gebruik. Maskers: gebruik. Maskers: gebruik. Crème masker. Maskers: voorbehandeling

Huidkanker Het basalioom of het basaalcelcarcinoom

BEHANDELPLAN GEZICHT HAND

Laserbehandeling. Behandeling door de plastisch chirurg

Huidletsels door immuunsuppressieve behandeling en zonblootstelling

Kleur-tegen-kleur contrast

Kwaadaardige huidafwijkingen

dermatovenereologie voor de eerste lijn

Kerntaak B1-K1: Een basis schoonheidsbehandeling uitvoeren

PROEVE VAN BEKWAAMHEID

HydroTac het hydroactieve wondverband. Houdt droge wonden vochtig en exsuderende wonden voldoende droog.

Verwijder uw ongewenste haren snel, veilig en vrijwel pijnloos met Ellipse

PRAKTIJKEXAMEN BINDWEEFSELMASSAGE

Open been. Ulcus cruris venosum

Examenplan EXAMEN EXAMENEENHEID VERSIE

BINDWEEFSELMASSAGE. Stichting Kwaliteitscentrum Schoonheidsverzorging Utrecht

PRAKTIJKEXAMEN ACNEBEHANDELING UITVOEREN

UVB THERAPIE. Een beknopte uitleg over het gebruik van ultraviolet B lichttherapie bij huidziekten. - Patiëntinformatie -

Kwalificatie Voetverzorger Operationalisaties praktijktoets hygiëne, arbo en milieu

Afwijkingen en plekjes bij de (ouder wordende) huid

Eisen make-up MAKE-UP. Regels. Voorbehandeling. Camouflage. Foundation

Roll-me-over. (and do it again) MEDEX. Huidverjongende en -verstevigende behandeling met behulp van de Medex-dermarollers

>Werkmodel: Verbanden

PRAKTIJKEXAMEN PERMANENTE MAKE-UP

1. Algemene informatie over de kwalificatie. A. Functienaam Wellnessmasseur (NGS) 1

NIVEAU 4 PARAVETERINAIR. Startjaar: Versie: Dierenartsassistent paraveterinair Crebo-code: 97590

Verstandig zonnen. J.L.M. van Houtum, dermatoloog. 8 mei 2012

Design en decoratie. Kleur is overal om je heen

CONTACTECZEEM. Wat is contacteczeem?

Praktijktest CASOL Anti-schimmel systeem

Verzorgende-IG basisdeel kerntaak 1 werkproces 5 oefenopdracht C

gericht bouwen aan kennis

Integrale lichaamsmassage

Reiniging en desinfectie

Wat is een melanoom. Wat zijn pigmentcellen. Wie krijgt een melanoom

Actinische keratosen. Dermatologie. Beter voor elkaar

PROEVE VAN BEKWAAMHEID

PRAKTIJKEXAMEN MANUELE LYMFEDRAINAGE LICHAAM

Capabel Examens 2011 Pagina 1

1. 1 Wat is een trilling?

INSTALLATIESTAPPEN NB: ClayStone is niet geschikt voor een douche en andere vochtige zone. (Voor deze toepassing, zie Creatina).

4.5 Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie Hierover zijn geen gegevens bekend.

Plaveiselcel carcinoom Plastisch chirurgie

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

MEDISCHE PIGMENTATIE EEN ZORG MINDER..

Patiënteninformatie. Melanoom. Huidkanker, kwaadaardige moedervlek terTER_

Patiënteninformatie. Actinische keratose. Informatie over deze huidafwijking en de mogelijkheden er iets aan te doen

PROEVE VAN BEKWAAMHEID

Examenprogramma biologie havo

GENEESMIDDELENGROEP Ontstekingsremmende geneesmiddelen (corticosteroïden). Raadpleeg ook de rubriek Werking van het geneesmiddel

Transcriptie:

Exameneisen Camouflage Vastgesteld door : Bestuur ANBOS Datum : 24 april 2014

Inleiding Voor u liggen de exameneisen voor de specialisatie Camouflage. Deze eisen zijn opgesteld door ISEO Consult, op basis van het commentaar van drie deskundigen uit het vak, te weten de dames I. Biesbroek, M. Kila en J. Stam. In maart-september 2013 zijn de theoretische exameneisen herzien door MAB Onderwijskundige expertise in samenwerking met het KWC, op basis van het commentaar van de dames M. Kila en M. Geerdink. De exameneisen zijn ter vaststelling voorgelegd aan het bestuur van ANBOS. De vaststellingsdatum vindt u op het voorblad van dit document. Opbouw Het document is opgebouwd uit drie delen: I. theoretische kennis; II. praktische vaardigheden; III. attitude / beroepshouding. Toelating tot het examen Om het examen te mogen afleggen, dient de deelnemer te beschikken over één van de volgende diploma: het MBO-diploma Schoonheidsspecialist (niveau 3); het Branchediploma Schoonheidsspecialist; een hieraan gelijkgesteld diploma, naar oordeel van de exameninstelling. Algemene toelichting In onderstaande theoretische exameneisen wordt de theoretische kennis beschreven die de basis vormt voor het geven van theorielessen en het maken van kennisvragen. Overal geldt: Ook de weergegeven indeling van onderwerpen en de definities van de verschillende onderwerpen zijn relevant en moeten worden toegelicht/kunnen worden bevraagd. Relevante voorkennis Algemeen: branche(vak)niveau 3 is vereist. Exameneisen Camouflage versie24042014 pagina 2 van de 16

De kandidaat kan: DEEL I: Theoretische kennis DEEL I: Theoretische kennis 1. Anatomie en fysiologie van de huid 1. Anatomie en fysiologie van de huid 1.1 Opperhuid/epidermis hoornlaag/stratum corneum heldere laag/stratum lucidum korrellaag/stratum granulosum stekelcellenlaag/stratum spinosum basaalcellenlaag/stratum cylindricum/stratum basocellulare/stratum basale proces van pigmentvorming melanocyten pigmentkorrels/melanosomen melanine (vorming onder invloed van tyrosinase) feomelanine eumelanine keratinocyten proces van verhoorning keratinocyten keratine 1.2 Lederhuid/dermis corium papillenlaag/stratum papillaire netvormige laag/stratum reticulaire bindweefselvezels collagene vezels elastische vezels reticulaire vezels 1.1 Opperhuid/epidermis A. de lagen van de opperhuid/epidermis in de juiste volgorde plaatsen en de bijbehorende functies en kenmerken noemen: hoornlaag/stratum corneum, heldere laag/stratum lucidum, korrellaag/stratum granulosum, stekelcellenlaag/stratum spinosum, basaalcellenlaag/stratum cylindricum/stratum basocellulare/stratum basale B. het proces van pigmentvorming in de basaalcellenlaag/het stratum cylindricum/het stratum basocellulare/het stratum basale beschrijven in termen van melanocyten, pigmentkorrels/melanosomen, melanine (feomelanine en eumelanine), tyrosinase en keratinocyten C. de pigmenten noemen waaruit melanine kan bestaan D. de functies van (feo- en eu) melanine noemen E. de factoren noemen die van invloed zijn op de toename van melanine F. het proces van verhoorning beschrijven in termen van keratinocyten en keratine 1.2 Lederhuid/dermis corium A. van de lagen van de lederhuid/dermis corium de bijbehorende functies en kenmerken noemen: papillenlaag/stratum papillaire, netvormige laag/stratum reticulaire B. van de volgende soorten bindweefselvezels in de lederhuid/dermis corium de functies noemen: collagene vezels, elastische vezels, reticulaire vezels C. de functie en opbouw van de volgende cellen in de lederhuid/dermis corium Exameneisen Camouflage versie24042014 pagina 3 van de 16

cellen fibroblasten fibrocyten macrofagen mestcellen bloed- en lymfevaten in de lederhuid noemen: fibroblasten, fibrocyten, macrofagen en mestcellen D. de bloed- en lymfevaten in de lederhuid/dermis corium beschrijven 1.3 Onderhuid/subcutis bloed- en lymfevaten vet/lipocyten bindweefselvezels 1.4 Huidkleur pigmentvorming/melanocyten pigment/melanine hemoglobine geoxideerde/geoxigeneerde hemoglobine, zuurstofrijk bloed gereduceerde hemoglobine, zuurstofarm bloed doorbloeding vasoconstrictie verhoorning 1.3 Onderhuid/subcutis A. de functies en kenmerken van de onderhuid/subcutis noemen B. de onderdelen van de onderhuid/subcutis beschrijven: bloed- en lymfevaten, vet/lipocyten, bindweefselvezels 1.4 Huidkleur A. de invloed van de volgende factoren op de huidkleur beschrijven: pigmentvorming/melanocyten, pigment/melanine, hemoglobine (geoxideerde/geoxigeneerde hemoglobine, zuurstofrijk bloed en gereduceerde hemoglobine/zuurstofarm bloed), doorbloeding (waaronder vasoconstrictie), verhoorning 2. Natuurkunde/fysica 2. Natuurkunde/fysica 2.1 Licht verschijnsel licht invloed op kleuren en camouflage onderdelen van licht elektromagnetische golven ultraviolet licht 2.1 Licht A. het verschijnsel licht beschrijven B. de invloeden van licht op kleuren en camouflage beschrijven C. onderdelen van licht noemen D. het principe van lichtvoortplanting beschrijven E. voorbeelden noemen van directe lichtbronnen Exameneisen Camouflage versie24042014 pagina 4 van de 16

infrarood licht zichtbare kleuren voortplanting van licht directe lichtbronnen gloeilamp kaars TL-lamp zon/ster zichtbaarheid van licht daglicht ultraviolet licht infrarood licht lichtweergave reflectie absorptie schaduwvorming kernschaduw bijschaduw F. daglicht, ultraviolet licht en infrarood licht beschrijven in termen van zichtbaarheid G. het belang van daglicht voor de camouflage beschrijven H. het principe van reflectie beschrijven I. het principe van absorptie beschrijven J. het ontstaan en de kenmerken van kernschaduw beschrijven K. het ontstaan en de kenmerken van bijschaduw beschrijven 2.2 Kleur ontstaan van kleur zichtbare kleuren spectrale kleuren primaire kleuren secundaire kleuren tertiaire kleuren kleurcontrasten licht donker kleur tegen kleur koud- warm 2.2 Kleur A. het ontstaan van kleur beschrijven B. beschrijven wanneer kleuren zichtbaar zijn binnen het spectrum C. de spectrale kleuren noemen D. het ontstaan van spectrale kleuren beschrijven E. de primaire kleuren noemen F. beschrijven hoe secundaire kleuren ontstaan G. beschrijven hoe tertiaire kleuren ontstaan H. beschrijven wat de volgende kleurcontrasten inhouden en welke factoren daarbij bepalend zijn: licht-donker, kleur tegen kleur, koud- warm, complementair, simultaan, kwaliteit, kwantiteit Exameneisen Camouflage versie24042014 pagina 5 van de 16

complementair simultaan kwaliteit kwantiteit I. de complementaire kleuren noemen 3. Indicaties 3. Indicaties 3.1 Pigmentstoornissen hypopigmentaties leucoderma naevus depigmentosus vitiligo hyperpigmentaties efeliden fytofotodermatitis berlock dermatitis lentigines/lentigosenilis melasma gravidarum postinflammatoire hyperpigmentatie naevus pigmentosus/naevus naevocellularis blauwe naevus/blue naevus naevus spilus 3.1 Pigmentstoornissen A. van de volgende hypopigmentaties de oorzaken, kenmerken, lokalisatie en beïnvloedende factoren noemen: leucoderma, naevus depigmentosus, vitiligo B. van de volgende hyperpigmentaties de oorzaken, kenmerken, lokalisatie en beïnvloedende factoren noemen: efeliden, fytofotodermatitis (waaronder berlock dermatitis), lentigines/lentigosenilis, melasma gravidarum, postinflammatoire hyperpigmentatie, naevus pigmentosus/naevus naevocellularis (waaronder blauwe naevus/blue naevus), naevus spilus 3.2 Tatoeages 3.2 Tatoeages A. noemen waar het pigment van een tatoeage zich bevindt B. het kleurgebruik bij het camoufleren van tatoeages beschrijven 3.3 Bloedvatafwijkingen berkenrijs/bezemrijs haemangiomata 3.3 Bloedvatafwijkingen A. van de volgende bloedvatafwijkingen de oorzaken, kenmerken, lokalisatie en beïnvloedende factoren noemen: berkenrijs/bezemrijs, haemangiomata Exameneisen Camouflage versie24042014 pagina 6 van de 16

naevus cavernosum/caverneuze haemangioma naevus fructuosum/tubereuze haemangioma naevus araneus/spider naevus wijnvlek/naevus flammeus/naevus vinosus rosacea teleangiëctasieën (waaronder naevus cavernosum/caverneuze haemangioma, naevus fructuosum/tubereuze haemangioma), naevus araneus/spider naevus, wijnvlek/naevus flammeus/naevus vinosus, rosacea, teleangiëctasieën 3.4 Bindweefselafwijkingen/littekens hypertrofische littekens hypotrofische/atrofische littekens keloïd acnelittekens striae 3.4 Bindweefselafwijkingen/littekens A. van de volgende bindweefselafwijkingen/littekens de oorzaken, kenmerken, lokalisatie en beïnvloedende factoren noemen: hypertrofische littekens, hypotrofische/atrofische littekens, keloïd, acnelittekens, striae 3.5 Auto-immuunziekte lupus erythematodes 3.5 Auto-immuunziekte lupus erythematodes A. van de auto-immuunziekte lupus erythematodes de oorzaken, kenmerken en beïnvloedende factoren noemen 3.6 Transplantaten vrije transplantaten gesteelde transplantaten vrije flappen 3.6 Transplantaten A. van de volgende transplantaten de kenmerken en beïnvloedende factoren beschrijven in termen van kleurverandering van de huid en het herstel van de wond: vrije transplantaten, gesteelde transplantaten, vrije flappen B. het begrip heterotransplantatie beschrijven 4. Absolute contra-indicaties 4. Absolute contra-indicaties 4.1 Huidontstekingen eczeem ulcus cruris 4.1 Huidontstekingen A. van de volgende huidontstekingen de oorzaken, kenmerken, lokalisatie en beïnvloedende factoren noemen en beschrijven welk risico ontstaat als camouflage toch wordt toegepast: eczeem, ulcus cruris Exameneisen Camouflage versie24042014 pagina 7 van de 16

4.2 Huidinfecties bacteriële huidinfecties parasitaire huidinfecties infecties door huismijt/demodex folliculorum schimmelinfecties virale huidinfecties herpes simplex 4.3 Kwaadaardige/maligne aandoeningen carcinoom basaalcelcarcinoom/basalioom plaveiselcelcarcinoom sarcoom Kaposisarcoom melanoom 4.4 Premaligne aandoeningen congenitale naevi/tierfellnaevus keratosis actinica lentigo maligna/melanosis precancerosa van Dubreuilh 4.2 Huidinfecties A. van de volgende huidinfecties de oorzaken, kenmerken, lokalisatie en beïnvloedende factoren noemen en beschrijven welk risico ontstaat als camouflage toch wordt toegepast: bacteriële huidinfecties, parasitaire huidinfecties (waaronder infecties door huismijt/demodex folliculorum), schimmelinfecties, virale huidinfecties (waaronder herpes simplex) 4.3 Kwaadaardige/maligne aandoeningen A. van de volgende kwaadaardige/maligne aandoeningen de oorzaken, kenmerken, lokalisatie en beïnvloedende factoren noemen en beschrijven welk risico ontstaat als camouflage toch wordt toegepast: carcinoom (waaronder basaalcelcarcinoom/basalioom, plaveiselcelcarcinoom), sarcoom (waaronder Kaposisarcoom), melanoom 4.4 Premaligne aandoeningen A. van de volgende premaligne aandoeningen de oorzaken, kenmerken, lokalisatie en beïnvloedende factoren noemen en beschrijven welk risico ontstaat als camouflage toch wordt toegepast: congenitale naevi/tierfellnaevus, keratosis actinica, lentigo maligna/melanosis precancerosa van Dubreuilh 5. Relatieve contra-indicaties 5. Relatieve contra-indicaties 5.1 Spataderen/varices 5.1 Spataderen/varices A. van spataderen/varices de oorzaken, kenmerken, lokalisatie en beïnvloedende factoren noemen en beschrijven onder welke voorwaarden camouflage mag worden toegepast en welk risico daarbij bestaat Exameneisen Camouflage versie24042014 pagina 8 van de 16

6. Theorie van de camouflagebehandeling 6. Theorie van de camouflagebehandeling 6.1 Producten organisch/van biologische oorsprong bijvoorbeeld uit planten anorganisch/uit de levenloze natuur, bijvoorbeeld: mineralen chemisch 6.2 Kleurbereiding producten pigmenten eigenschappen titaandioxide eigenschappen ijzeroxide hulpmiddelen mengen/maximum aantal kleuren consistentie intensiteit kleurkeuze op basis van kenmerken van de cliënt testen 6.1 Producten A. van camouflageproducten aangeven of deze organisch/van biologische oorsprong (op basis van planten) of anorganisch/uit de levenloze natuur (op basis van mineralen of chemisch) zijn en de samenstelling van deze producten beschrijven B. de eisen noemen waaraan camouflageproducten minimaal moeten voldoen 6.2 Kleurbereiding A. de kwaliteitseisen noemen die gesteld worden aan producten voor kleurbereiding B. het hoofdbestanddeel van de pigmenten van een camouflagecrème noemen C. het doel en de eigenschappen van titaandioxide en ijzeroxide in camouflagecrème noemen D. het gebruik van gewenste en ongewenste hulpmiddelen beschrijven en de eisen die aan deze hulpmiddelen moeten worden gesteld E. de techniek van het mengen beschrijven F. het maximumaantal kleuren in een camouflagecrème noemen G. de aandachtspunten t.a.v. de consistentie en intensiteit van het mengsel noemen H. de kleur crème noemen die moet worden toegevoegd aan camouflagecrème om een bepaalde indicatie of een tatoeage te camoufleren I. de kleur crème noemen die moet worden toegevoegd aan camouflagecrème om een negroïde huid te camoufleren J. noemen welk deel van de huid essentieel is bij het bepalen van de juiste camouflagekleur K. belangrijke aspecten bij het bepalen van de camouflagekleur noemen L. de plek noemen waar de camouflagekleur het best kan worden getest M. beschrijven wat er gebeurt wanneer een verkeerde kleur camouflage wordt Exameneisen Camouflage versie24042014 pagina 9 van de 16

gekozen 6.3 Voorbehandeling reiniging techniek omvang voorbehandeling per huidtype 6.4 Toepassing van camouflage opbrengen bewegingen technieken kloptechniek punt-kommatechniek duimmuistechniek uitwerking omvang dikte kleur kleurstructuur hoeveelheid afwerking fixeren soorten producten, samenstelling en eisen fixeerpoeder fixeerspray 6.5 Nabehandeling tamponneren/bekloppen 6.3 Voorbehandeling A. de techniek en omvang van de reiniging noemen B. de voorbehandeling voor de camouflage van een vette, vochtarme en normale huid beschrijven C. het risico beschrijven van het aanbrengen van camouflage op een vochtarme huid 6.4 Toepassing van camouflage A. beschrijven met welke bewegingen de camouflage moet worden aangebracht B. de volgende technieken voor het aanbrengen van camouflage beschrijven: kloptechniek, punt-kommatechniek, duimmuistechniek C. beschrijven wat er gebeurt als de camouflage onvoldoende wordt uitgewerkt D. de omvang, dikte, kleur en kleurstructuur van de aan te brengen camouflage voor de verschillende indicaties noemen E. het belang noemen van het aanbrengen van voldoende camouflagecrème F. de techniek van het fixeren beschrijven G. de toepassing en de doelen van fixeerpoeder en fixeerspray beschrijven 6.5 Nabehandeling A. de doelen van de nabehandeling noemen Exameneisen Camouflage versie24042014 pagina 10 van de 16

waterspray B. de techniek van het tamponneren/bekloppen beschrijven 7. Voorlichting aan cliënt 7. Voorlichting aan cliënt C. het gebruik van waterspray bij de nabehandeling beschrijven 7.1 Behandelplan behandelplan opstellen en bespreken te verwachten resultaat kosten voor de behandeling informatie m.b.t. verzekering/vergoeding 7.2 Aanleren van de behandeling reinigen/verwijderen van de camouflageproducten houdbaarheid 7.3 Advies over aandachtverleggende mogelijkheden bij huidanomalieën bril kapsel kleding make-up 8. Hygiëne, Arbo en milieu volgens de actuele code van de schoonheidsspecialist 8.1 Bedrijfshygiëne kruisbesmetting 7.1 Behandelplan A. beschrijven hoe een behandelplan moet worden opgesteld en besproken B. de plek van het te verwachten resultaat en de kosten voor de behandeling binnen het behandelplan beschrijven C. de voorwaarden voor verzekering/vergoeding noemen 7.2 Aanleren van de behandeling A. het verwijderen van de camouflage door de cliënt beschrijven B. belangrijke handelingen voor optimale houdbaarheid van de door de cliënt aangebrachte camouflage noemen C. de houdbaarheid van aangebrachte camouflage noemen 7.3 Advies over aandachtverleggende mogelijkheden bij huidanomalieën A. methoden noemen om huidafwijkingen minder te laten opvallen door bril, kapsel, kleding en make-up 8. Hygiëne, Arbo en milieu volgens de actuele code van de schoonheidsspecialist 8.1 Bedrijfshygiëne A. het doel van bedrijfshygiëne noemen B. maatregelen ter voorkoming van kruisbesmetting noemen C. maatregelen behorende tot de bedrijfshygiëne noemen Exameneisen Camouflage versie24042014 pagina 11 van de 16

8.2 Persoonlijke hygiëne 8.2 Persoonlijke hygiëne A. maatregelen behorende tot de persoonlijke hygiëne noemen 8.3 Reiniging en desinfectie reiniging huishoudelijke reiniging reiniging van de huid (behandelaar en cliënt) reiniging van instrumenten desinfectie (middelen, RVG-nummer, N-nummer en betrouwbaarheid) desinfectie van de huid desinfectie van instrumenten 8.4 Sterilisatie autoclaaf vochtige hitte 8.5 Methoden van reiniging en desinfectie heteluchtoven snelkookpan instrumentenwasmachine UV-sterilisator ultrasoonreiniger desinfectiebak 8.6 Hulpmiddelen spatel tissue 8.3 Reiniging en desinfectie A. noemen welke materialen huishoudelijk mogen worden gereinigd, hoe deze huishoudelijke reiniging moet plaatsvinden en met welke frequentie B. noemen welke materialen moeten worden gereinigd en gedesinfecteerd, hoe deze reiniging en desinfectie moet plaatsvinden en met welke frequentie C. de handelingen voor het reinigen en desinfecteren van de huid van de behandelaar en van de cliënt in de juiste volgorde plaatsen D. noemen met welk middelen de huid van de behandelaar en van de cliënt en de materialen moeten worden gereinigd en gedesinfecteerd E. de maatregelen noemen die de branchenorm aanbeveelt voor het reinigen en desinfecteren van instrumenten 8.4 Sterilisatie A. het enige betrouwbare sterilisatieapparaat noemen B. een effectieve sterilisatiemethode noemen 8.5 Methoden van reiniging en desinfectie A. beschrijven waarvoor de volgende methoden geschikt zijn en wat de werking ervan is: heteluchtoven, snelkookpan, instrumentenwasmachine, UVsterilisator, ultrasoonreiniger, desinfectiebak 8.6 Hulpmiddelen A. de eisen noemen waaraan de volgende hulpmiddelen moeten voldoen: spatel, tissue, poeder, palet, borstel, kwast Exameneisen Camouflage versie24042014 pagina 12 van de 16

poeder palet borstel kwast Exameneisen Camouflage versie24042014 pagina 13 van de 16

DEEL II: Praktische vaardigheden Algemene werkproces 1. Ontvangt de cliënt 2. Voert een anamnese en onderzoek uit 3. Stelt een behandelplan op (in overleg met de cliënt) en bereidt de behandeling voor 4. Voert de behandeling gestructureerd en cliëntgericht uit 5. Bewaakt de kwaliteit, veiligheid en hygiëne tijdens de behandeling (Code van de Schoonheidsspecialist) 6. Voorkomt complicaties / grijpt zo nodig adequaat in 7. Evalueert de behandeling en rondt deze af 8. Adviseert de cliënt over thuisgebruik 9. Verkoopt producten en diensten 10. Reageert correct op wensen, vragen en klachten 1. Camouflage - voorbereiding 1.1 Voert de camouflagebehandeling op basis van een behandelplan en wijkt indien nodig hiervan af. 1.2 Werkt hygiënisch en voert de behandeling uit volgens de Code van de Schoonheidsspecialist. 1.3 Reinigt en ontvet de huid van het te camoufleren gebied met een daartoe geschikte lotion over een oppervlakte tot minimaal 2 centimeter buiten het te camoufleren gebied. 2. Camouflage - kleurbereiding 2.1 Gebruikt de juiste camouflageproducten, specifiek voor camouflage ontwikkeld voor wat betreft houdbaarheid, slijtvastheid en vochtbestendigheid. 2.2 Gebruikt de juiste hulpmiddelen. 2.3 Mengt maximaal 5 verschillende kleurproducten op de juiste wijze. 3. Camoufleren 3.1 Brengt het camouflageproduct met de juiste druktechniek op. 3.2 Werkt indien nodig met aangepaste techniek. 3.3 Voert de camouflage aansluitend en gelijkmatig uit. 3.4 Brengt de camouflage aan op het te behandelen gebied, evenals ca. 2 cm uitwerkgebied. 3.5 Brengt de camouflage laag aan met de juiste dikte. 3.6 Brengt de juiste kleur aan zodat er geen kleurverschil met de omringende huid ontstaat. 3.7 Past de kleurstructuur aan zodat deze aansluit bij de omringende huid. 4. Afwerking 4.1 Fixeert de camouflage met een ruime hoeveelheid poeder, laat deze inwerken (circa 7 minuten voor het gelaat en circa 10 minuten voor het lichaam) en verwijdert met een geschikte kwast de overtollige poeder. 5. Nabehandeling 5.1 Tamponneert met een vochtige wat het camouflagegebied of werkt de camouflage af met een waterspray. 6. Resultaat 6.1 De huidafwijking is niet meer zichtbaar en aangepast is aan de omringende huid. Exameneisen Camouflage versie24042014 pagina 14 van de 16

DEEL III: Attitude / beroepshouding bewust hygiënisch werkend empathisch cliëntgericht risicomijdend nauwkeurig zorgvuldig geconcentreerd houdt relevante ontwikkelingen in het vakgebied bij Exameneisen Camouflage versie24042014 pagina 15 van de 16

Literatuurbronnen Kosmetische Camouflage en kosmetische littekens H.P.W Boer, A.L Wanrooy-Ogtterop, R.A. Betlem, A.V.Cc Dols-Bedaux Firma gebroeders de Boer, Aalten ISBN 9070502127 Anatomie, Fysiologie en Pathologie Drs. C.A. Bastiaanssen, Drs. A.A.F. Jochems, Drs. A.J.M. van Unnik Heron reeks HBO Bohn Stafleu Van Loghum, Houten ISBN 90 313 1614 8 Medische Fysiologie L.N. Bouman, J.A. Bernards Bohn Stafleu Van Loghum, Houten ISBN 90 313 309 14 Dermatologie en venereologie Dr. W.A. van Vloten, H.J. Degreef, E. Stolz, B.J. Vermeer, R. Willemze Elsevier Gezondheidszorg Maarssen ISBN 90 352 2268 7 Natuurkunde voor het MLO Trillingen en golven J.A. Tijmensen, B. Taken Bohn Stafleu Van Loghum, Houten ISBN 90 313 275 14 Kleurenleer van ltten Uitgeverij Cantecleer, Maarn Druk 6 ISBN 90 213 0058 3 Geneeskundig zakwoordenboek Bohn Stafleu van Loghum ISBN 97890313 8300 Exameneisen Camouflage versie24042014 pagina 16 van de 16