Liturgie zondag 31 december 2017 Morgendienst Andreaskerk Voorganger: ds. Reinoud Koning Organist Ans Kuus Lector Gert Broekhuis Koster Evert van den Heuvel Beamer Dimri Bruggeman ORDE VAN DIENST Welkom door de ouderling Stil gebed Intochtslied psalm 98 1) Zingt een nieuw lied voor God den HERE, want Hij bracht wonderen tot stand. Wij zien Hem heerlijk triomferen met opgeheven rechterhand. Zingt voor den HEER, Hij openbaarde bevrijdend heil en bindend recht voor alle volkeren op aarde. Hij doet zoals Hij heeft gezegd.
3) Laat heel de aard' een loflied wezen, de psalmen gaan van mond tot mond. De naam des HEREN wordt geprezen, lofzangen gaan de wereld rond. Hosanna voor de grote Koning, verhef, bazuin, uw stem van goud, de HEER heeft onder ons zijn woning, de HEER die bij ons intocht houdt. Bemoediging en groet Zingen gezang 146 1) Dit is de dag, die God ons schenkt, waaraan thans ieder christen denkt; hem viere, wat in 't groot heelal door Jezus is en wezen zal. 2) Men had Hem eeuwen lang verwacht; en toen Gods tijdperk was volbracht, toen zond Hij van zijn hoge troon het heil der wereld ons, zijn Zoon. 3) O God ons heil, ons hoogste goed, Gij werd een mens van vlees en bloed, werd onze broeder, en door U zijn wij Gods eigen kindren nu. 4) Als ik dit wonder vatten wil, dan wordt mijn geest van eerbied stil, aanbidt het, maar doorgrondt het niet, dat zo de liefde Gods geschiedt. Gebed Zingen gezang 146 5) U, die voor ons geboren zijt, U zij ons hart, ons lied gewijd. Wij voegen juichend onze stem bij 't englenheir van Bethlehem. 7) Roem, hemel, die geboortedag, de schoonste, die de wereld zag; juich, aarde, nu ge uw koning ziet, zing Hem een nooit gezongen lied.
8) Dit is de dag, die God ons schenkt, waaraan eens heel de wereld denkt; hem viere, wat in 't groot heelal door Jezus is en wezen zal. Lezen 1 Johannes 1:1 4 (NBV) 1 Wat er was vanaf het begin, wat wij gehoord hebben, wat wij met eigen ogen gezien en aanschouwd hebben, wat onze handen hebben aangeraakt, dat verkondigen wij: het Woord dat leven is. 2 Het leven is verschenen, wij hebben het gezien en getuigen ervan, we verkondigen u het eeuwige leven dat bij de Vader was en aan ons verschenen is. 3 Wat wij gezien en gehoord hebben, verkondigen we ook aan u, opdat ook u met ons verbonden bent. En verbonden zijn met ons is verbonden zijn met de Vader en met zijn Zoon Jezus Christus. 4 We schrijven u deze brief om onze vreugde volkomen te maken. Zingen als groot gloria 'Looft de Here, alle gij volken' (psalm 117 / EL30 canon) Loof de Here, alle gij volken prijst Hem, alle gij natiën want Zijn goedertierenheid, is machtig over ons, en des Heren trouw, is tot in eeuwigheid Halleluja (8x) Gebed om de Heilige Geest Lezing N.T. Lucas 3:23 38 (NBV) 23 Jezus begon zijn verkondiging toen hij ongeveer dertig jaar was. Hij was, zoals algemeen werd aangenomen, de zoon van Jozef, die de zoon was van Eli, 24 de zoon van Mattat, de zoon van Levi, de zoon van Melchi, [ ] de zoon van Juda, 34 de zoon van Jakob, de zoon van Isaak, de zoon van Abraham, de zoon van Terach, de zoon van Nachor, 35 de zoon van Serug, de zoon van Reü, de zoon van Peleg, de zoon van Eber, de zoon van Selach, 36 de zoon van Kenan, de zoon van Arpachsad, de zoon van Sem, de zoon
van Noach, de zoon van Lamech, 37 de zoon van Metuselach, de zoon van Henoch, de zoon van Jered, de zoon van Mahalalel, de zoon van Kenan, 38 de zoon van Enos, de zoon van Set, de zoon van Adam, de zoon van God. Zingen psalm 90 1) Gij zijt geweest, o Heer, en Gij zult wezen de zekerheid van allen die U vrezen. Geslachten gaan, geslachten zullen komen: wij zijn in uw ontferming opgenomen. Wij mogen bouwen op de vaste grond van uw beloften en van uw verbond. 6) Zeventig, tachtig jaren mensenleven, is dat, o Heer, om hoog van op te geven? 't Is moeite en verdriet. Och mocht het wezen dat wij U kenden naar Gij zijt te vrezen. Leer Gij ons zo te leven, dag voor dag, dat in ons hart de wijsheid wonen mag. Lezing O.T. Genesis 18:1 15 (NBV) 1 De HEER verscheen opnieuw aan Abraham, bij de eiken van Mamre. Op het heetst van de dag zat Abraham in de ingang van zijn tent. 2 Toen hij opkeek, zag hij even verderop plotseling drie mannen staan. Onmiddellijk snelde hij de tent uit, naar hen toe. Hij boog diep 3 en zei: Heer, wees toch zo goed uw dienaar niet voorbij te gaan. 4 Ik zal wat water voor u laten halen zodat u uw voeten kunt wassen, maak het u hier onder de boom intussen gemakkelijk. 5 Ik zal u ook iets te eten brengen, zodat u weer op krachten kunt komen voordat u verdergaat. Daarvoor bent u immers bij uw dienaar langsgekomen? Zij antwoordden: Wij nemen uw uitnodiging graag aan. 6 Abraham haastte zich naar de tent, naar Sara. Vlug, zei hij, drie schepel fijn meel! Maak deeg en bak brood. 7 Daarna snelde hij naar de kudde, zocht een mooi kalf uit dat er mals uitzag, en gaf dat aan een knecht, die het onmiddellijk klaarmaakte. 8 Hij haalde boter en melk, nam het gebraden kalf en zette alles aan zijn gasten voor. Terwijl zij aten, bleef hij bij hen staan onder de boom. 9 Waar is Sara, uw vrouw? vroegen zij hem. Daar, in de tent, antwoordde hij. 10 Toen zei een van hen: Ik kom over precies een jaar bij u terug en dan zal uw vrouw Sara een zoon hebben. Sara, die in de ingang van de tent stond, achter de man, hoorde dat. 11 Nu waren Abraham en zij op hoge leeftijd gekomen en de jaren dat een vrouw vruchtbaar is, lagen al ver achter haar. 12 Daarom lachte ze in zichzelf. Zou de liefde voor mij dan nog weggelegd zijn? dacht ze. Ik ben immers verwelkt, en ook mijn man is al oud. 13 Toen vroeg de HEER aan Abraham: Waarom lacht Sara, waarom vraagt ze zich af of ze op haar leeftijd nog wel een kind ter wereld kan brengen? 14 Is ook maar iets voor de HEER onmogelijk? Op de vastgestelde tijd, over precies een jaar, kom ik bij je terug en dan heeft Sara een zoon. 15 Geschrokken ontkende Sara: Ik heb niet gelachen. Maar hij zei: Ja, je hebt wel gelachen.
Zingen 'Het Woord van God' (Hemelhoog 278) 1) Het Woord van God brengt goede vruchten voort, in ieder mens die luistert naar uw woord; rijpt in het hart, draagt honderdvoudig vrucht: het keert niet onvervuld terug. 2) Beproef mijn hart dat voor u openligt; niets is verborgen voor uw aangezicht. Dat elke stem die U nog tegenstreeft, moet zwijgen als U tot mij spreekt. 3) De stem van liefde die in stilte spreekt; een woord van wijsheid dat mij richting geeft. De Geest die troost en mij in waarheid leidt; diep in mijn hart uw woorden schrijft. 4) O levend brood dat al mijn honger stilt, waar ik naar hunker, wat ik proeven wil. Dit hemels brood, het mens geworden Woord, is Christus die ik toebehoor. Verkondiging Zingen 'Ik zal er zijn' (Opw. 770) Hoe wonderlijk mooi is uw eeuwige Naam.
Verborgen aanwezig deelt U mijn bestaan. Waar ik ben, bent U: wat een kostbaar geheim. Uw naam is Ik ben en Ik zal er zijn. Een boog in de wolken als teken van trouw, staat boven mijn leven, zegt: Ik ben bij jou! In tijden van vreugde, maar ook van verdriet, ben ik bij U veilig, U die mij ziet. De toekomst is zeker, ja eindeloos goed. Als ik eens moet sterven, als ik U ontmoet: dan droogt U mijn tranen, U noemt zelfs mijn naam. U blijft bij mij Jezus, laat mij niet gaan. Ik ben die Ik ben is uw eeuwige naam. Onnoembaar aanwezig deelt U mijn bestaan. Hoe adembenemend, ontroerend dichtbij: uw naam is Ik ben, en Ik zal er zijn. O Naam aller namen, aan U alle eer. Niets kan mij ooit scheiden van Jezus mijn Heer: Geen dood en geen leven, geen moeite of pijn. Ik zal eeuwig zingen, dicht bij U zijn. Dank- en voorbeden, stil gebed en Onze Vader Collecte Slotlied gezang 299 / lied 727 1) Voor alle heilgen in de heerlijkheid die U beleden in hun aardse strijd, zij uw naam lof, o Jezus, te allen tijd!
2) Gij waart hun rots, hun burg en al hun macht; Gij, Heer, hun loods en licht in storm en nacht; Gij hebt uw pelgrims veilig thuis gebracht. 7) Rood is de avond, als het zonlicht daalt; ook in de dood hebt Gij hun lot bepaald, God die de moede strijders binnenhaalt. 8) Maar een oneindig glorierijker dag staat nog te wachten, als op uw gezag heel 't heir der heilgen tot U naadren mag. 10) Van alle einders, van de verste kust zullen zij vinden vrede, feest en rust, U lovend, Vader, Zoon, Heilige Geest! Heenzending en Zegen De HEER zegene en behoede u De HEER spreide de glans van zijn gelaat over u en zij u genadig de HEER kere zijn gelaat naar u toe en schenke U vrede. De goede God zegene u Vader, Zoon en heilige Geest.