RICHTLIJN VAN DE RAAD



Vergelijkbare documenten
BIJLAGEN. Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD. aangaande bepaalde aspecten van vennootschapsrecht (codificatie)

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT

PUBLIC. Brussel, 29 april 2005 (10.05) (OR. en) RAAD VA DE EUROPESE U IE. 8579/05 Interinstitutioneel dossier: 2003/0331 (C S) LIMITE FISC 46

RICHTLIJN 2009/101/EG VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

BIJLAGE. bij het. Voorstel voor een besluit van de Raad

Hierbij gaat voor de delegaties een compromistekst van het voorzitterschap betreffende bovengenoemd Commissievoorstel.

BIJLAGE PROTOCOL. bij het. voorstel voor een besluit van de Raad

Geconsolideerde TEKST

TRACTATENBLAD VAN HET

Moeder-dochterrichtlijn. Moeder-dochterrichtlijn

Q 1101: EAEC Raad: De Statuten van het Voorzieningsagentschap van Euratom (PB 27 van , blz. 534), gewijzigd bij:

BIJLAGE. bij. Voorstel voor een Besluit van de Raad

HET KONINKRIJK BELGIË, DE REPUBLIEK BULGARIJE, DE TSJECHISCHE REPUBLIEK, HET KONINKRIJK DENEMARKEN, DE BONDSREPUBLIEK DUITSLAND, DE REPUBLIEK ESTLAND,

CONCLUSIE VAN ADVOCAAT-GENERAAL N. FENNELLY van 21 september

UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE. van

TRACTATENBLAD VAN HET

15410/17 JVS/sht DGC 1A. Raad van de Europese Unie. Brussel, 14 mei 2018 (OR. en) 15410/17. Interinstitutioneel dossier: 2017/0319 (NLE)

TRACTATENBLAD VAN HET

13082/14 CV/mg DGC 1B. Raad van de Europese Unie. Brussel, 29 september 2014 (OR. en) 13082/14. Interinstitutioneel dossier: 2014/0223 (NLE)

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Aanbeveling voor een BESLUIT VAN DE RAAD

ONDERHANDELINGEN OVER DE TOETREDING VAN BULGARIJE EN ROEMENIË TOT DE EUROPESE UNIE

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 27 juni 2014 (OR. en) 10996/14 Interinstitutioneel dossier: 2013/0400 (CNS) FISC 99 ECOFIN 679

9079/17 JVS/bb 1 DGC 2A

UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE. van

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 2004 Nr. 180

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

(Besluiten waarvan de publikatie niet voorwaarde is voor de toepassing) RAAD. RICHTLIJN VAN DE RAAD van 23 juli 1990

ONDERHANDELINGEN OVER DE TOETREDING VAN BULGARIJE EN ROEMENIË TOT DE EUROPESE UNIE

DE EUROPESE GEMEENSCHAP, HET KONINKRIJK BELGIË, HET KONINKRIJK DENEMARKEN, DE BONDSREPUBLIEK DUITSLAND, DE HELLEENSE REPUBLIEK, HET KONINKRIJK SPANJE,

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 13 november 2006 (OR. en) 14059/06 ELARG 156 ACCTR 46

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

Fusierichtlijn. Fusierichtlijn

BIJLAGEN. bij het. Voorstel voor een richtlijn van de Raad. betreffende een gemeenschappelijke heffingsgrondslag voor de vennootschapsbelasting (CCTB)

995 der Beilagen XXIV. GP - Staatsvertrag - 15 Änderungsprotokoll in niederländischer Sprache-NL (Normativer Teil) 1 von 8

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 17 december 2003 (OR. en) 15621/03 Interinstitutioneel dossier: 2003/0179 (CNS) FISC 204 OC 811

TRACTATENBLAD VAN HET

TRACTATENBLAD VAN HET. Verdrag betreffende de Europese Unie; (met Protocollen) Maastricht, 7 februari 1992

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 26 juli 2006 (27.07) (OR. en) 12036/06 Interinstitutioneel dossier: 2006/0121 (AVC)

Geconsolideerde TEKST

VERDRAG INZAKE DE TOETREDING VAN DE TSJECHISCHE REPUBLIEK, DE REPUBLIEK ESTLAND, DE REPUBLIEK CYPRUS, DE REPUBLIEK LETLAND, DE REPUBLIEK LITOUWEN, DE

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 2015 Nr. 70

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT PE-CONS 3659/1/01 REV 1

TRACTATENBLAD VAN HET

RICHTLIJN 2011/96/EU VAN DE RAAD

Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 17 maart 2005 (OR. en) 6240/05 JUSTCIV 23

SLOTAKTE. AF/EEE/XPA/nl 1

Richtlijn interest en royalty s. Richtlijn interest en royalty s

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 13 september 2007 (17.09) (OR. en) 12907/07 Interinstitutioneel dossier: 2007/0181 (CNS)

Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen

pijnolie : A. Terpentijnolie A. Vioolhars, harspek daaronder begrepen Artikel 2 EERSTE RICHTLIJN VAN DE RAAD van 9 maart 1968

404 der Beilagen XXII. GP - Staatsvertrag - Vertragstext Niederländisch (Normativer Teil) 1 von 23

1162 der Beilagen XXII. GP - Staatsvertrag - niederländischer Übereinkommenstext (Normativer Teil) 1 von 10

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 7 november 2011 (OR. en) 10690/11 Interinstitutioneel dossier: 2010/0387 (C S) FISC 70

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 5 juni 2007 (OR. en) 9201/07 Interinstitutioneel dossier: 2007/0806 (CNS) SCH-EVAL 91 SIRIS 84 COMIX 447

NL Publicatieblad van de Europese Unie L 157/ 106. RICHTLIJN 2004/76/EG VAN DE RAAD van

TRACTATENBLAD VAN HET

Lijst bedoeld in artikel 3 van de Overeenkomst DEEL I

Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD

HET KONINKRIJK BELGIË, DE REPUBLIEK BULGARIJE, DE TSJECHISCHE REPUBLIEK, HET KONINKRIJK DENEMARKEN, DE BONDSREPUBLIEK DUITSLAND, DE REPUBLIEK ESTLAND,

Raad van de Europese Unie Brussel, 6 oktober 2015 (OR. en)

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 21 maart 2005 (24.03) 6238/05 JUSTCIV 22

404 der Beilagen XXII. GP - Staatsvertrag - Schlussakte Niederländisch (Normativer Teil) 1 von 9 SLOTAKTE. AF/EEE/XPA/nl 1

Samenstelling van het Europees Parlement met het oog op de verkiezingen van 2014

RICHTLIJN 2009/133/EG VAN DE RAAD

Protocol over de bezwaren van het Ierse volk ten aanzien van het Verdrag van Lissabon

TRACTATENBLAD VAN HET

PUBLIC. Brussel, 29 oktober 2003 (05.11) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE 13967/03 LIMITE JUSTCIV 208 TRANS 275

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD

OVEREENKOMST BETREFFENDE DE DEELNAME VAN DE REPUBLIEK BULGARIJE EN ROEMENIË AAN DE EUROPESE ECONOMISCHE RUIMTE

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 2015 Nr. 181

Lijst bedoeld in artikel 3 van de Overeenkomst DEEL I

196 der Beilagen XXIV. GP - Staatsvertrag - 44 Schlussakte samt Erklärungen - Niederländisch (Normativer Teil) 1 von 10 SLOTAKTE.

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 21 juni 2004 (OR. en) 10470/04 Interinstitutioneel dossier: 2004/0110 (COD) ENER 169

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

ONDERHANDELINGEN OVER DE TOETREDING VAN BULGARIJE EN ROEMENIË TOT DE EUROPESE UNIE

bron of door aanslag wordt geïnd, geleidelijk kunnen verlagen, totdat zij het bepaalde in artikel 1 kunnen toepassen.

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT 2004/0045 (COD) PE-CONS 3601/05 ENV 16 CODEC 22 OC 5

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 15 juli 2011 (18.07) (OR. en) 12987/11 TRANS 216

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD. ter bepaling van de samenstelling van het Economisch en Sociaal Comité

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 3 november 2004 (05.11) (OR. en) 14028/04 EUROPOL 50 JAI 409

GEMEENSCHAPPELIJKE VERKLARINGEN VAN DE HUIDIGE OVEREENKOMSTSLUITENDE PARTIJEN EN DE NIEUWE OVEREENKOMSTSLUITENDE PARTIJEN BIJ DE OVEREENKOMST

Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen

TRACTATENBLAD VAN HET. Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie; (met Bijlagen) Rome, 25 maart 1957

Bij die gelegenheid hebben zij akte genomen van de volgende eenzijdige verklaringen:

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 2008 Nr. 166

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD

RANG RANG

Publicatieblad van de Europese Unie L 165 I. Wetgeving. Niet-wetgevingshandelingen. 61e jaargang. Uitgave in de Nederlandse taal. 2 juli 2018.

Publicatieblad van de Europese Unie L 331/13

BIJLAGE. bij het. Voorstel voor een besluit van de Raad

PGI 2. Europese Raad Brussel, 19 juni 2018 (OR. en) EUCO 7/1/18 REV 1

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD. ter bepaling van de samenstelling van het Comité van de Regio's

Geconsolideerde TEKST

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESCHIKKING VAN DE RAAD

(de bank/borgmaatschappijen hebben de keuze of zij enkel het totaalbedrag opnemen of dat zij dit uitsplitsen per douaneregeling/vergunning)

ANNEX BIJLAGE. bij. Voorstel voor een besluit van de Raad

Transcriptie:

1969L0335 NL 01.01.2007 004.001 1 Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen B RICHTLIJN VAN DE RAAD van 17 juli 1969 hetreffende de indirecte belastingen op het bijeenbrengen van kapitaal (69/335/EEG) (PB L 249 van 3.10.1969, blz. 25) Gewijzigd bij: Publicatieblad nr. blz. datum M1 Richtlijn 73/79/EEG van de Raad van 9 april 1973 L 103 13 18.4.1973 M2 Richtlijn 74/553/EEG van de Raad van 7 november 1974 L 303 9 13.11.1974 M3 Richtlijn 85/303/EEG van de Raad van 10 juni 1985 L 156 23 15.6.1985 M4 Richtlijn 2006/98/EG van de Raad van 20 november 2006 L 363 129 20.12.2006 Gewijzigd bij: A1 Toetredingsakte van Denemarken, Ierland, het Verenigd Koninkrijk van L 73 14 27.3.1972 Groot-Brittannië en Noord-Ierland (aangepast door Besluit van de Raad van 1 januari 1973) L 2 1 1.1.1973 A2 Toetredingsakte van Griekenland L 291 17 19.11.1979 A3 Toetredingsakte van Spanje en Portugal L 302 23 15.11.1985 A4 Toetredingsakte van Oostenrijk, Finland en Zweden C 241 21 29.8.1994 (aangepast door Besluit 95/1/EG, Euratom, EGKS van de Raad) L 1 1 1.1.1995 A5 Akte betreffende de toetredingsvoorwaarden voor de Tsjechische Republiek, de Republiek Estland, de Republiek Cyprus, de Republiek Letland, de Republiek Litouwen, de Republiek Hongarije, de Republiek Malta, de Republiek Polen, de Republiek Slovenië en de Slowaakse Republiek en de aanpassing van de Verdragen waarop de Europese Unie is gegrond L 236 33 23.9.2003

1969L0335 NL 01.01.2007 004.001 2 RICHTLIJN VAN DE RAAD van 17 juli 1969 betreffende de indirecte belastingen op het bijeenbrengen van kapitaal (69/335/EEG) DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN, Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap, inzonderheid op de artikelen 99 en 100, Gezien het voorstel van de Commissie, Gezien het advies van het Europese Parlement ( 1 ), Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité ( 2 ), Overwegende dat het Verdrag de totstandkoming beoogt van een economische unie waarvan de kenmerken overeenkomen met die van een binnenlandse markt, en dat voor het bereiken daarvan de bevordering van het vrije kapitaalverkeer een van de essentiële voorwaarden is; Overwegende dat de thans in de Lid-Staten van kracht zijnde indirecte belastingen op het bijeenbrengen van kapitaal, te weten het recht op de inbreng in vennootschappen en het zegelrecht op effecten, leiden tot discriminaties, dubbele belastingheffing en ongelijkheden, die het vrije kapitaalverkeer hinderen en derhalve door een harmonisatie dienen te worden weggenomen; Overwegende dat de harmonisatie van deze belastingen op het bijeenbrengen van kapitaal van een zodanige opzet dient te zijn dat de budgettaire gevolgen voor de Lid-Staten tot een minimum worden beperkt; Overwegende dat de heffing door een Lid-Staat van een zegelrecht op effecten uit de andere Lid-Staten, die op zijn grondgebied zijn ingevoerd of uitgegeven, indruist tegen de idee van een gemeenschappelijke markt die de kenmerken heeft van een binnenlandse markt; dat daarenboven is gebleken dat de handhaving van het zegelrecht op de uitgifte van binnenlandse effecten die leenkapitaal vertegenwoordigen, alsmede op de invoering of de uitgifte op de markt van een Lid-Staat van buitenlandse effecten, uit economisch oogpunt niet wenselijk is en dat hiermee tevens wordt afgeweken van de richting waarin het fiscale recht van de Lid- Staten zich op dit gebied heeft ontwikkeld; Overwegende dat derhalve het zegelrecht op effecten dient te worden afgeschaft, zowel met betrekking tot effecten die eigen kapitaal van vennootschappen als die welke leenkapitaal vertegenwoordigen, en ongeacht hun herkomst; Overwegende dat de idee van een gemeenschappelijke markt met de kenmerken van een binnenlandse markt uitgaat van de veronderstelling dat op het in het kader van een vennootschap bijeengebrachte kapitaal, binnen de gemeenschappelijke markt slechts eenmaal het recht op het bijeenbrengen van kapitaal kan worden toegepast, en dat de hoogte van deze belasting, wil het kapitaalverkeer er niet door worden verstoord, in alle Lid-Staten gelijk dient te zijn; Overwegende derhalve dat dit recht dient te worden geharmoniseerd, zowel wat zijn structuur als wat zijn percentages betreft; ( 1 ) PB nr. 119 van 3. 7. 1965, blz. 2057/65. ( 2 ) PB nr. 134 van 23. 7. 1965, blz. 2227/65.

1969L0335 NL 01.01.2007 004.001 3 Overwegende dat de handhaving van andere indirecte belastingen die dezelfde kenmerken vertonen als het kapitaalrecht of het zegelrecht op effecten, het doel dat met de in deze richtlijn bedoelde maatregelen wordt nagestreefd in gevaar zou kunnen brengen, en dat deze belastingen darhalve dienen te worden afgeschaft, HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD: Artikel 1 De Lid-Staten heffen een overeenkomstig het bepaalde in de artikelen 2 tot en met 9 geharmoniseerd recht op de inbreng in kapitaalvennootschappen, hierna kapitaalrecht genoemd. Artikel 2 1. De aan het kapitaal recht onderworpen verrichtingen zijn uitsluitend belastbaar in de Lid-Staat op welks grondgebied zich de zetel van de werkelijke leiding van de kapitaalvennootschap bevindt op het ogenblik waarop deze verrichtingen plaatsvinden. 2. Wanneer de zetel van de werkelijke leiding van een kapitaalvennootschap zich bevindt in een derde land en de statutaire zetel in een Lid-Staat, dan worden de aan het kapitaalrecht onderworpen verrichtingen belast in de Lid-Staat waar zich de statutaire zetel bevindt. 3. Wanneer de statutaire zetel en de zetel van de werkelijke leiding van een kapitaalvennootschap zich in een derde land bevinden, kan de terbeschikkingstelling van geïnvesteerd kapitaal of van ondernemingskapitaal aan een filiaal dat gevestigd is in een Lid-Staat, belast worden in de Lid-Staat op welks grondgebied het filiaal is gevestigd. Artikel 3 A1 1. Onder kapitaalvennootschappen in de zin van deze richtlijn worden verstaan: a) de vennootschappen naar Belgisch, Deens, Duits, A3 Spaans, Frans, A2 Grieks, Iers, Italiaans, Luxemburgs, Nederlands A3, Portugees recht, alsmede naar het recht van het Verenigd Koninkrijk, respectievelijk genoemd: société anonyme/naamloze vennootschap, aktieselskab, Aktiengesellschaft, A3 sociedad anónima, société anonyme, A2 Ανώνυμος Εταιρία, companies incorporated with limited liability, società per azioni, société anonyme, naamloze vennootschap, A3 sociedade anónima, companies incorporated with limited liability; société en commandite par actions/commanditaire vennootschap op aandelen, kommandit-aktieselskab, Kommanditgesellschaft auf Aktien, A3 sociedad comanditaria por acciones, société en commandite par actions, A2 Ετερόρρυθμος κατά μετοχάς Εταιρία, società in accomandita per azioni, société en commandite par actions, commanditaire vennootschap op aandelen A3, sociedade em comandita por acções ; société de personnes à responsabilité limitée/ personenvennootschap met beperkte aansprakelijkheid, Gesellschaft mit beschränkter Haftung, A3 sociedad de responsabilidad limitada, société à responsabilité limitée, A2 Εταιρία Περιωρισμένης Ευθύνης, società a responsabilità limitata, société à responsabilité limitée A3, sociedade por quotas ;

1969L0335 NL 01.01.2007 004.001 4 A4 A5 M4 De vennootschappen naar Oostenrijks recht, geheten: Aktiengesellschaft Gesellschaft mit beschränkter Haftung De vennootschappen naar Fins recht, geheten: osakeyhtiöaktiebolag, osuuskuntaandelslag, säästöpankkisparbank en vakuutusyhtiöförsäkringsbolag ; De vennootschappen naar Zweeds recht, geheten: aktiebolag bankaktiebolag försäkringsaktiebolag ; De vennootschappen naar Tsjechisch recht, geheten: akciová společnost komanditní společnost společnost s ručením omezeným ; De vennootschappen naar Cyprisch recht, geheten: εταιρείες περιορισμένης ευθύνης ; De vennootschappen naar Lets recht, geheten: kapitālsabiedrība ; De vennootschappen naar Hongaars recht, geheten: Részvénytársaság Korlátolt felelősségű társaság ; De vennootschappen naar Maltees recht, geheten: Kumpaniji ta' Responsabilità Limitata Soċjetajiet en commandite li l-kapital tagħhom maqsum f'azzjonijiet ; De vennootschappen naar Pools recht, geheten: spółka akcyjna spółka z ograniczoną odpowiedzialnością ; De vennootschappen naar Sloveens recht, geheten: delniška družba komanditna delniška družba družba z omejeno odgovornostjo ; De vennootschappen naar Slowaaks recht, geheten: akciová spoločnosť spoločnosť sručením obmedzeným komanditná spoločnosť ; De vennootschappen naar Bulgaars recht, geheten: Акционерно дружество Командитно дружество с акции Дружество с ограничена отговорност ; De vennootschappen naar Roemeens recht, geheten: societăți în nume colectiv

1969L0335 NL 01.01.2007 004.001 5 M4 societăți în comandită simplă societăți peacțiuni societăți în comandită pe acțiuni societăți curăspundere limitată. b) iedere vennootschap, vereniging of rechtspersoon waarvan de aandelen in het kapitaal of in het vermogen ter beurze kunnen worden verhandeld; c) iedere op het maken van winst gerichte vennootschap, vereniging of rechtspersoon waarvan de leden het recht hebben hun aandelen zonder voorafgaande goedkeuring over te dragen aan derden en voor de schulden van de vennootschap, vereniging of rechtspersoon slechts aansprakelijk zijn tot het bedrag van hun deelneming. 2. Voor de toepassing van deze richtlijn worden aan kapitaalvennootschappen gelijkgesteld: alle andere op het maken van winst gerichte vennootschappen, verenigingen of rechtspersonen. Het staat een Lid- Staat echter vrij deze voor de heffing van het kapitaalrecht niet als kapitaalvennootschap aan te merken. Artikel 4 1. Aan het kapitaalrecht zijn de volgende verrichtingen onderworpen: a) de oprichting van een kapitaalvennootschap; b) de omzetting van een vennootschap, vereniging of rechtspersoon, niet zijnde een kapitaalvennootschap, in een kapitaalvennootschap; c) de vermeerdering van het vennootschappelijk kapitaal van een kapitaalvennootschap door inbreng van zaken van welke aard ook; d) de vermeerdering van het vennootschappelijk vermogen van een kapitaalvennootschap door inbreng van zaken van welke aard ook, waarvoor geen rechten worden toegekend die een aandeel in het vennootschappelijk kapitaal of in het vennootschappelijk vermogen vertegenwoordigen, doch rechten van dezelfde aard als die van vennoten, zoals stemrecht, recht op een aandeel in de winst of in het liquidatie-overschot; e) de overbrenging, van een derde land naar een Lid-Staat, van de zetel van de werkelijke leiding van een vennootschap, vereniging of rechtspersoon waarvan de statutaire zetel zich in een derde land bevindt en die voor de heffing van het kapitaalrecht in deze Lid- Staat als kapitaalvennootschap geldt; f) de overbrenging, van een derde land naar een Lid-Staat, van de statutaire zetel van een vennootschap, vereniging of rechtspersoon waarvan de zetel van de werkelijke leiding zich in een derde land bevindt en die voor de heffing van het kapitaalrecht in deze Lid- Staat als kapitaalvennootschap geldt; g) de overbrenging, van een Lid-Staat naar een andere Lid-Staat, van de zetel van de werkeliike leiding van een vennootschap, vereniging of rechtspersoon die voor de heffing van het kapitaalrecht in de laatstbedoelde Lid-Staat wel, doch in de eerste Lid-Staat niet als kapitaalvennootschap geldt; h) de overbrenging, van een Lid-Staat naar een andere Lid-Staat, van de statutaire zetel van een vennootschap, vereniging of rechtspersoon waarvan de zetel van de werkelijke leiding zich in een derde land bevindt en die voor de heffing van het kapitaalrecht in de laatstbedoelde Lid-Staat wel, doch in de eerste Lid-Staat niet als kapitaalvennootschap geldt.

1969L0335 NL 01.01.2007 004.001 6 M3 2. Voor zover zij op 1 juli 1984 tegen het tanef van 1 % werden belast, mogen de volgende verrichtingen aan het kapitaalrecht onderworpen blijven: a) de vermeerdering van het vennootschappelijk kapitaal van een kapitaalvennootschap door omzetting van winsten, reserves of voorzieningen; b) de vermeerdering van her vennootschappelijk vermogen van een kapitaalvennootschap door prestaties van een vennoot, die geen vermeerdering van het vennootschappelijk kapitaal met zich brengen, maar beloond worden met een wijziging van de aandeelhoudersrechten of de waarde van de aandelen kunnen verhogen; c) het afsluiten van een lening door een kapitaalvennootschap, indien de schuldeiser recht heeft op een aandeel in de winst van de vennootschap; d) het afsluiten van een lening door een kapitaalvennootschap bij een vennoot, bij de echtgenoot of een kind van een vennoot, alsmede het afsluiten van een lening bij een derde wanneer zij wordt gegarandeerd door een vennoot, mits deze leningen dezelfde functie hebben als een vermeerdering van het vennootschappelijk kapitaal. M3 De Helleense Republiek bepaalt echter welke van de bovengenoemde verrichtingen zij aan het kapitaalrecht onderwerpt. 3. Geen enkele wijziging in de akte van oprichting of de stauten van een kapitaalvennootschap kan worden aangemerkt als een oprichting in de zin van lid 1, sub a), en met name niet: a) de omzetting van een kapitaalvennootschap in een kapitaalvennootschap van andere aard; b) de overbrenging, van een Lid-Staat naar een andere Lid-Staat, van de zetel van de werkelijke leiding of van de statutaire zetel van een vennootschap, vereniging of rechtspersoon die voor de heffing van het kapitaalrecht in deze beide Lid-Staten als kapitaalvennootschap geldt; d) de verlenging van de duur van een kapitaalvenschap; c) de wijziging van het doel van een kapitaalvennootnootschap. 1. Het recht wordt geheven: Artikel 5 a) in geval van oprichting van een kapitaalvennootschap, van vermeerdering van haar vennootschappelijk kapitaal of van vermeerdering van haar vennootschappelijk vermogen, als bedoeld in artikel 4, lid 1, sub a), c) en d): over de werkelijke waarde van de zaken, van welke aard ook, die door de vennoten zijn ingebracht of tot inbreng waarvan zij gehouden zijn, na aftrek van de lasten en verbintenissen die in verband met elke inbreng voor rekening van de vennootschap komen; het staat de Lid-Staten vrij het kapitaalrecht alleen te heffen naargelang de liberalisaties daadwerkelijk plaatsvinden; b) in geval van omzetting in een kapitaalvennootschap of van overbrenging van de zetel van de werkelijke leiding of van de statutaire zetel van een kapitaalvennootschap, als bedoeld in artikel 4, lid 1, sub b), e), f), g) en h): over de werkelijke waarde van de op het tijdstip van de omzetting of overbrenging aan de vennootschap toebehorende zaken van welke aard ook, na aftrek van de op dat tijdstip op haar rustende lasten en verbintenissen;

1969L0335 NL 01.01.2007 004.001 7 c) in geval van vermeerdering van het vennootschappelijk kapitaal door omzetting van winsten, reserves of voorzieningen, als bedoeld in artikel 4, lid 2, sub a): over het nominale bedrag van deze vermeerdering; d) in geval van vermeerdering van het vennootschappelijk vermogen, als bedoeld in artikel 4, lid 2, sub b): over de werkelijke waarde van de verrichte prestaties, na aftrek van de lasten en verbintenissen die in verband met deze prestaties voor rekening van de vennootschap komen; e) in geval van leningen als bedoeld in artikel 4, lid 2, sub c) en d): over het nominale bedrag van de afgesloten lening. M2 2. In de gevallen bedoeld in lid 1, sub a) en b), kunnen de Lid-Staten het bedrag waarover het recht moet worden geheven vaststellen op de grondslag van de werkelijke waarde van de aan elke vennoot toegekende of toebehorende aandelen dit geldt niet voor gevallen waarin uitsluitend gereed geld wordt ingebracht. Het bedrag waarover het recht wordt geheven mag in geen geval lager liggen dan het nominale bedrag van de aan elke vennoot toegekende of toebehorende aandelen. 3. In het bedrag waarvoor het recht bij verhoging van het vennootschappelijk kapitaal wordt geheven worden niet begrepen: het bedrag van de aan de kapitaalvennootschap toebehorende vermogensbestanddelen die worden aangewend voor de vermeerdering van het vennootschappelijk kapitaal en reeds met het kapitaalrecht werden belast; het bedrag van de door de kapitaalvennootschap afgesloten leningen die in aandelen worden omgezet en reeds met het kapitaalrecht werden belast. Artikel 6 1. Elke Lid-Staat kan het bedrag van de inbreng van een voor de verbintenissen van een kapitaalvennootschap onbeperkt aansprakelijke vennoot, alsmede het bedrag van het aandeel van een zodanige vennoot in het vennootschappelijk vermogen, uitsluiten van de overeenkomstig artikel 5 bepaalde belastinggrondslag. 2. Indien een Lid-Staat gebruik maakt van de in lid 1 bedoelde bevoegdheid worden met het kapitaalrecht belast: de overbrenging van de zetel van de werkelijke leiding van de kapitaalvennootschap naar een andere Lid-Staat die geen gebruik maakt van deze bevoegdheid; de overbrenging van de statutaire zetel van de kapitaalvennootschap, waarvan de zetel van de werkelijke leiding zich in een derde land bevindt, naar een andere Lid-Staat die geen gebruik maakt van deze bevoegdheid; elke verrichting waardoor de aansprakelijkheid van een vennoot wordt beperkt tot zijn deelneming in het vennootschappelijk kapitaal, in het bijzonder wanneer de beperking van de aansprakelijkheid voortvloeit uit een omzetting van de kapitaalvennootschap in een kapitaalvennootschap van een andere soort. Het kapitaalrecht wordt in al deze gevallen geheven over het bedrag van het aandeel van de voor de verbintenissen van de kapitaalvennootschap onbeperkt aansprakelijke vennoten in het vennootschappelijk vermogen.

1969L0335 NL 01.01.2007 004.001 8 M3 Artikel 7 1. De Lid-Staten stellen de verrichtingen die op l juli 1984 van het kapitaalrecht waren vrijgesteld of tegen een tarief van ten hoogste 0,50 % werden belast vrij met uitzondering van de in artikel 9 bedoelde verrichtingen. Voor de vrijstelling gelden dezelfde voorwaarden als die welke op die datum golden voor de toekenning van de vrijstelling of voor het verlenen van een tarief van ten hoogste 0,50 %. De Helleense Republiek bepaalt welke verrichtingen zij van het kapitaalrecht vrijstelt. 2. De Lid-Staten mogen ofwel alle andere dan de in lid 1 bedoelde verrichtingen van het kapitaalrecht vrijstellen, ofwel deze aan een uniform tarief van ten hoogste 1 % onderwerpen. 3. In geval van vermeerdering van het vennootschappelijk kapitaal overeenkomstig artikel 4, lid 1, onder c), die volgt op een vermindering van het vennootschappelijk kapitaal wegens geleden verliezen, kan het gedeelte van de vermeerdering dat overeenkomt met de vermindering van het kapitaal, worden vrijgesteld, op voorwaarde dat deze vermeerdering plaatsvindt binnen vier jaar na de vermindering van het kapitaal. Artikel 8 M3 Behoudens artikel 7, lid 1, kunnen door de Lid-Staten de in artikel 4, leden 1 en 2, bedoelde verrichtingen van het kapitaalrecht worden vrijgesteld, indien het betreft: kapitaalvennootschappen die diensten van openbaar nut verrichten, zoals ondernemingen voor openbaar vervoer, havenondernemingen, ondernemingen voor water-, gas- en elektriciteitsvoorziening, mits ten minste de helft van het vennootschappelijk kapitaal in het bezit is van de Staat of van andere territoriale publiekrechtelijke lichamen; kapitaalvennootschappen die volgens haar statuten en in feite uitsluitend en rechtstreeks doeleinden nastreven op het gebied van cultuur, weldadigheid, hulpverlening of volksontwikkeling. Artikel 9 Ten aanzien van bepaalde groepen verrichtingen of kapitaalvennootschappen kunnen vrijstellingen, alsmede verlagingen of verhogingen van het tarief worden toegepast om redenen van fiscale billijkheid, uit sociale overwegingen of om een Lid-staat in de gelegenheid te stellen aan bijzondere omstandigheden het hoofd te bieden. Een Lid-Staat die voornemens is een dergelijke maatregel te nemen, stelt de Commissie hiervan tijdig op de hoogte ter toepassing van artikel 102 van het Verdrag. Artikel 10 Behoudens het kapitaalrecht heffen de Lid-Staten met betrekking tot de op het maken van winst gerichte vennootschappen, verenigingen of rechtspersonen geen enkele andere belasting, in welke vorm ook, ter zake van: a) de in artikel 4 bedoelde verrichtingen;

1969L0335 NL 01.01.2007 004.001 9 b) de inbreng, de leningen of de prestaties, verricht binnen het kader van de in artikel 4 bedoelde verrichtingen; c) de inschrijving of elke andere formaliteit die een op het maken van winst gerichte vennootschap, vereniging of rechtspersoon vanwege haar rechtsvorm in acht moet nemen alvorens met haar werkzaamheden te kunnen beginnen. Artikel 11 De Lid-Staten onderwerpen aan geen enkele belasting, in welke vorm ook: a) het opmaken, de uitgifte, de toelating ter beurze, het in omloop brengen of het verhandelen van aandelen, deelbewijzen of andere soortgelijke effecten, alsmede van certificaten van deze stukken, onverschilling door wie zij worden uitgegeven; b) leningen, met inbegrip van renten, afgesloten tegen uitgifte van obligaties of andere verhandelbare effecten, onverschillig door wie deze worden uitgegeven, en alle daarmede verband houdende formaliteiten, alsmede het opmaken, de uitgifte, de toelating ter beurze, het in omloop brengen of het verhandelen van deze obligaties of andere verhandelbare effecten. Artikel 12 1. In afwijking van het in de artikelen 10 en 11 bepaalde kunnen door de Lid-Staten worden geheven: a) al dan niet forfaitaire rechten op de overdrachten van effecten; b) overdrachtsrechten, daaronder begrepen kadastrale rechten, wegens inbreng van op haar grondgebied gelegen onroerende goederen of handelseigendommen in een op het maken van winst gerichte vennootschap, vereniging of rechtspersoon; c) overdrachtsrechten wegens inbreng van zaken van welke aard ook in een op het maken van winst gerichte vennootschap, vereniging of rechtspersoon, voor zover de overdracht van deze zaken geschiedt tegen toekenning van andere waarden dan aandelen; d) rechten op de vestiging, inschrijving of doorhaling van voorrechten en hypotheken; e) rechten met het karakter van een vergoeding; f) de belasting over de toegevoegde waarde. 2. De in lid 1, sub b), c), d) en e), bedoelde rechten zijn dezelfde, onverschillig of de zetel van de werkelijke leiding dan wel de statutaire zetel van de op winst gerichte vennootschap, vereniging of rechtspersoon zich al dan niet op het grondgebied bevindt van de Lid-Staat die de heffing oplegt. Deze rechten mogen evenmin hoger zijn dan die welke wegens andere soortgelijke verrichtingen worden geheven in de Lid-Staat die de heffing oplegt. Artikel 13 De Lid-Staten stellen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen voor het volgen van deze richtlijn op 1 januari 1972 in werking; zij stellen de Commissie onverwijld daarvan in kennis.

1969L0335 NL 01.01.2007 004.001 10 Artikel 14 De Lid-Staten dragen zorg voor kennisgeving aan de Commissie van de tekst van de nationale bepalingen van wezenlijk belang, welke zij later op het door deze richtlijn bestreken gebied zullen vaststellen. Artikel 15 Deze richtlijn is gericht tot de Lid-Staten.