VERWERKINGSRICHTLIJNEN Niet-geventileerd Cemtile als dragerplaat voor sierpleisters 1. Algemeen Deze verwerkingsrichtlijnen zijn specifiek bedoeld voor de bevestiging van Cemtile-platen als dragerplaat voor sierpleister op een niet-geventileerde, dragende achter-constructie voor een gevel. Er worden een aantal basisprincipes weergegeven, welke moeten worden opgevolgd. Voor afwijkingen of bijkomend advies, kan men terecht bij Cemplaat B.V. 2. Bekledingsmateriaal Het volgende product van Cemplaat B.V. wordt in deze verwerkingsrichtlijnen behandeld: CEMTILE 12mm Productgegevens zijn terug te vinden in de productinformatiebladen, verkrijgbaar bij Cemplaat B.V. 3. Ongeventileerd toepassingsgebied Naast de klassieke geventileerde, met pleister afgewerkte, regenafstotende gevel, kan Cemtile ook worden gebruikt als achterplaat op niet-geventileerde buitenmuren met houten- of metalen regelwerk. Vanwege de grote verscheidenheid in houten- en metalen regelwerk, kunnen niet alle verschillende wandsystemen in deze verwerkingsrichtlijnen worden behandeld. Neem voor de bouwkundige en fysische grensvoorwaarden van het gebouw, waaraan in een niet- geventileerde toepassing moet worden voldaan, contact op met de afdeling Produktontwikkeling en Techniek van Cemplaat B.V. OPGELET! Tussen montage en afwerking staan de platen bloot gesteld aan de weersomstandigheden en kunnen via de plaatranden en plaatoppervlak vocht opnemen. Dit kan leiden tot kleurverschillen door vocht en bouwfysische problemen in de constructie. Het is daarom vereist de platen binnen de 4 weken na montage af te werken, zoals beschreven in deze verwerkingsrichtlijnen. Cemtile kan alleen worden bepleisterd, als het vochtgehalte in de plaat stabiel is en lager dan 18%. Het vochtgehalte kan worden gemeten met een hygrometer. Om te voorkomen dat de platen nat worden en naderhand moeten drogen, kan na de montage een regenbescherming worden aangebracht. Wanneer Cemtile-dragerplaten worden blootgesteld aan het weer (regen, zon), kunnen ze alleen worden gemonteerd op een verticale of overhellende draagconstructie. Ongeventileerde plafondtoepassingen komen in deze richtlijnen niet aan de orde. 1/13
4.Toepassingsgebied 1 Deze richtlijnen zijn geldig voor gebouwen tot een bepaalde hoogte en onderworpen aan een maximale reële windbelasting in een bepaalde windzone, welke zich kenmerkt door een standaard windsnelheid. De standaard windsnelheden worden normaliter op onderstaande manier in kaart gebracht. De standaard windsnelheden dienen berekend te worden conform de Eurocode EN 1991-1-4 met in achtneming van de nationale bijlagen. De exacte rekenwaarden kan men terugvinden in de normen NEN 6702:2001. 1 Deze verwerkingsrichtlijnen zijn enkel geldig voor toepassingen binnen de Europese Unie, voor toepassingen buiten dit grondgebied moet de afdeling Produktontwikkeling en Techniek van Cemplaat B.V. geraadpleegd worden. De Eurocode beschrijft 5 verschillende terrein types, de nationale bijlagen vermelden welke categorie toegepast dient te worden. Terreincategorie volgens Eurocode Terreincategorie 0 Terreincategorie I Terreincategorie II Terreincategorie III Terreincategorie IV De maximale hartafstand van de achter-constructie wordt bepaald door de extreme optredende windbelasting, rekening houdend met een aantal veiligheidsfactoren, zoals onder andere gebouwfactor, de terrein categorie, de topografie en liggingsfactoren. De randzone is minimaal 1 m van de hoek van het gebouw en dient verder te voldoen aan de geldende nationale normen en condities. Het ontwerp dient te worden gecontroleerd en te worden gevalideerd door de constructeurs van het bouwwerk. De maximale hartafstand van de houten achter-constructie is bepaald in relatie met de optredende windbelasting en veiligheidsfactoren. Terreincategorie Bouwhoogte (m) Max. h.o.h-afstand dragende constructie (mm) Gevel middenzone Gevel randzone (h/d<1) Gevel randzone (h/d>1) I tot IV (land) 0-10 625 625 625 I tot IV (land) 10-20 625 625 416 0 (kust) 0-10 625 416 416 0 (kust) 10-20 416 416 416 2/13
5.Grensvoorwaarden Structurele stijfheid van de achter-constructie: Cemtile kan alleen worden gebruikt als niet-geventileerde dragerplaat in die gevallen van hout- of metaalskeletbouw, waarbij aan de binnenkant een afbouwplaat is voorzien. Deze afbouwplaat kan bijvoorbeeld: Hydropanel of Cempanel of LaDura Premium, enz., zijn. Binnendringen van vocht van buiten naar binnen: Uitsluitend pleistersystemen met een hoge ondoorlaatbaarheid zijn toegestaan. Tweede laag om de isolatie te beschermen: Achter de Cemtile is een regenbestendige folie verplicht (bv. Dörken Vitaxx, Eternit Eterroof, ). Binnendringen van vocht van binnen naar buiten: Een dampscherm aan de binnenkant is in de meeste gevallen noodzakelijk. De constructie moet in zijn totaliteit worden geanalyseerd, in die zin, dat er geen gevaar bestaat voor inwendige condensatie. Het verschil in µd tussen binnen en buiten moet minimaal een factor 10 bedragen (gemiddelde van 6 tot 15). Kwaliteit van pleistersysteem: Door zijn grote flexibiliteit kan het pleistersysteem bewegingen van de achter-constructie opnemen. Om scheuren in het pleisterwerk te voorkomen, is een wapeningsnet vereist. Het pleistersysteem dient onder alle klimatologische omstandigheden een hoog hechtvermogen te hebben. 3/13
4. Bevestigingswijze 6.1 Montage Cemtile dragerplaten De dragerplaten worden rechtstreeks op de achter-constructie bevestigd. De dragerplaten worden met de ruwe en gemarkeerde zijde naar buiten gemonteerd. De dragerplaten worden met een tussenruimte van 2 a 3 mm tegen elkaar geplaatst. De platen worden in halfsteens verband geplaatst, zodanig dat er geen kruisvoegen ontstaan. Doorlopende verticale voegen moeten vermeden worden, horizontale doorlopende voegen zijn wel toegestaan. Een voegafdichtingsband is niet noodzakelijk. Platen worden gemonteerd met een tussenruimte van 2-3mm 6.2 Maximale afstanden van de achter-constructie De maximale h.o.h-afstand bedraagt 625 mm (3 regels per verticaal geplaatste plaat). Afhankelijk van de bouwhoogte en de windbelasting moet de h.o.h-afstand worden verkleind tot maximaal 416 mm (4 regels per verticaal geplaatste plaat). Cemtile Pleistersysteem Isolatie Achterconstructie Dampopen, regenwerende folie Inwendige afwerking (bv. Cempanel) Cempanel Dampscherm 4/13
6.3 Maximale afstanden tussen het bevestigingsmateriaal Aanbevolen afstanden tussen bevestigingen op dezelfde regel: Type dragende constructie Type bevestiging Afstand tussen bevestigingen e (mm) Schroef 50-200 Houten regels Niet 50-122 Metalen regels Bimetalen schroef 50-200 De exacte afstand tussen de bevestigingspunten is onderwerp van een statische berekening. 5/13
6.4 Bevestigingsmaterialen en afstanden vanaf de rand a. Op houten regelwerk De dragende houten regels moeten gemaakt zijn van massief hout. Houd de volgende afstanden vanaf de rand aan: Bevestigingsmiddel afstand vanaf de rand in de plaat afstand vanaf de rand in dragende constructie minimumbreedte van achterlat b (mm) e p (mm) e r (mm) Schroef (niet voorgeboord in hout) 15 20 75 Schroef (voorgeboord in hout) 15 12 60 Niet 12 12 60 Montage met schroeven: De Cemtile-platen kunnen worden gemonteerd met roestvrijstalen schroeven met een verzonken kop met freesribben. 6/13
Houd de volgende minimum- en maximumafstanden vanaf de randen van de plaat aan: D 1 D 2 15 mm 50 mm De schroef wordt op de volgende manier vastgemaakt in de houten regel. De schroeven worden gemonteerd met een elektrische boor met een hoogkwalitatieve bit, dat geschikt is voor het type schroefkop. De kop van de schroef mag niet te diep in de plaat worden gedreven en mag ook niet uitsteken. 7/13
Montage met nieten: De Cemtile-platen kunnen worden vastgezet in corrosiebestendig (bv. gegalvaniseerd) staal (bv. Senco, type Q). Afmetingen nieten Afstand vanaf de rand en doordringingsdiepte in hout d n: nominale dikte van de niet De achterkant van de niet mag niet te diep in de plaat worden gedreven. Houd de volgende afstanden vanaf de rand aan. Nieten moeten in een hoek van 30 tot 45 t.o.v. de rand worden geplaatst. D 1 D 2 Afstand vanaf de rand 15 mm 50 mm 8/13
b. Op metalen regelwerk Afhankelijk van de overspanningen (aan te geven door de leverancier van de gegalvaniseerde draagconstructie) moeten de gegalvaniseerde regels dik genoeg zijn om bestand te zijn tegen eventuele lasten (als gevolg van windbelasting en zwaartekracht). De gegalvaniseerde regel moet ook dik genoeg zijn om de bevestigingsmiddelen stevig genoeg te kunnen vastzetten. Houd de volgende afstanden vanaf de rand aan: Bevestigingsaccessoire afstand vanaf de rand in de plaat e p (mm) afstand vanaf de rand in steunlat e r (mm) minimumbreedte van steunlat b (mm) Schroef (niet voorgeboord) 15 12 60 Montage met schroeven op zware metalen regels: dikte gegalvaniseerde regel: min. 1,5 mm max. 2,0 mm CEMTILE kan worden vastgezet met roestvrijstalen (A2), bimetalen schroeven met verzonken koppen met de onderstaande afmetingen. De schroefkop is voorzien van freesribben en de schroef heeft een speciale snijpunt van koolstaal. Deze schroef is alleen geschikt voor de bovengenoemde diktes van metaalprofielen. 9/13
Montage met schroeven op licht metalen profielen. dikte gegalvaniseerde regel: min. 0,6mm max. 1,0mm Er moeten speciale roestvrijstalen schroeven 2 geschikt voor gebruik op een lichtgewicht metalen regels worden gebruikt. De schroefkop is voorzien van freesribben. Houd de volgende minimum- en maximumafstanden vanaf de randen van de plaat aan: D 1 D 2 15 mm 50 mm Houd bij de bevestiging van de schroef in het metalen draagprofiel de onderstaande afstanden vanaf de rand aan. De schroeven worden gebruikt als een elektrische boor met een hoogkwalitatief bit dat geschikt is voor het type schroefkop. De kop van de schroef mag niet te diep in de plaat worden gedreven en mag ook niet uitsteken. 2 Niet verkrijgbaar bij Cemplaat. 10/13
5. Voegafwerking 7.1 Gewone voeg tussen platen De dragerplaten worden met een tussenruimte van 3 mm geplaatst. 1 waterkerende dampopen folie 2 CEMTILE 3 grondmortel 4 wapeningsnet 5 hechtprimer 6 toplaag sierpleister 7.2 Oppervlakte expansievoeg Oppervlakte expansievoegen worden voorzien volgens de voorschriften van de leverancier van het afwerksysteem (doorvoeren, randenafwerking, maximaal toegelaten aaneengesloten oppervlak, etc.) voegbreedte oppervlakte expansievoeg = 5mm 1waterkerende dampopen folie 2 gevelsteunplaat 3 grondmortel 4 glasweefsel 5 hechtprimer 6 toplaag sierpleister 7 flexibele kit 11/13
7.3 Bouwkundige dilatatie Structurele expansievoegen worden voorzien volgens de voorschriften van de leverancier van het afwerksysteem, onder andere op volgende plaatsen: maximaal 33m voegloze lengte expansievoegen in de achter-constructie worden overgenomen om plaatsen waar beweging in de ondergrond kan optreden (bv. overgang tussen verschillende materialen) voegbreedte structurele expansievoeg = 5mm 1 waterkerende dampopen folie 2 gevelsteunplaat 3 grondmortel 4 glasweefsel 5 hechtprimer 6 toplaag sierpleister 7 flexibele kit 6. Afwerksysteem Het afwerken van de Cemtile dragerplaat dient te gebeuren volgens de richtlijnen en onder de garantievoorwaarden van de leverancier van de sierpleister. De afwerklaag bestaat uit een grondmortel, een ingebed glasweefsel, een voorstrijk-laag en een eindafwerking. Niet alle pleistersystemen zijn geschikt voor de afwerking van CEMTILE dragerplaten! Het pleisterksysteem dient voldoende flexibel te zijn om thermische en hygrische bewegingen van de plaat op te vangen. 7. Toebehoren 3 Volgende toebehoren kunnen worden verkregen bij Cemplaat. Schroef met verzonken SQD kop Rvs 4,2 x 45mm 3 Gebruik Cemplaat toebehoren; het niet gebruiken van standaard Cemplaat toebehoren kan leiden tot het vervallen van de Cemplaat garantie. 12/13
13/13 TOEPASSINGSRICHTLIJN Niet-geventileerd - Cemtile steunplaat voor sierpleisters 8. Andere constructiedetails Bewegingen in de metalen profielen (hoekprofiel, bodemprofiel, etc.) moeten steeds ontkoppeld worden van de platen. Indien nodig moeten de aluminium profielen worden voorgeboord en worden bevestigd volgens het principe van vaste en vrije bevestigingspunten. Voegen tussen de metalen profielen moeten samenvallen met voegen tussen de platen. Afwerkprofielen in metalen die kunnen uitlogen (zoals zink, koper, lood,..) worden afgeraden vanwege mogelijke vervuilingen. GEBOGEN UITVOERING: CEMTILE kan in een gebogen opstelling wordt bevestigd met schroeven. De schroeven worden niet te hard aangedraaid zodanig dat de plaat een gelijkmatige buiging ondergaat. De minimale kromtestraal bedraagt 12 meter. De maximale tussenafstand tussen de verticale draaglatten bedraagt 400mm. DILATATIE: bouwkundige dilataties dienen te allen tijde te worden overgenomen. Dit informatieblad vervangt alle voorgaande uitgaven. Cemplaat B.V. houdt zich het recht voor dit informatieblad te wijzigen zonder voorafgaande kennisgeving. De lezer dient er zich van te vergewissen steeds de meest recente versie van deze documentatie te raadplegen. Niets uit deze tekst mag zonder toestemming worden veranderd