Inspectierapport Kindcentrum Balkbrug (BSO) De Omloop 2 7707DZ BALKBRUG Registratienummer 204664718 Toezichthouder: GGD IJsselland In opdracht van gemeente: Hardenberg Datum inspectie: 12-10-2015 Type onderzoek: Jaarlijks onderzoek Status: Definitief Datum vaststelling inspectierapport: 26-10-2015
Inhoudsopgave Het onderzoek... 3 Observaties en bevindingen... 4 Pedagogisch klimaat... 4 Personeel en groepen... 6 Inspectie-items... 7 Gegevens voorziening... 9 Gegevens toezicht... 9 Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum...10 2 van 10
Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd jaarlijks onderzoek. In dit onderzoek is op grond van de bevindingen bij voorgaande inspecties, een beperkt aantal kwaliteitseisen onderzocht. Dat zijn de volgende: de eisen aan het personeel; de beroepskracht-kind-ratio; de pedagogische kwaliteit. Beschouwing Deze beschouwing beschrijft de resultaten bij de uitgevoerde inspectie. Na de feiten over buitenschoolse opvang CNS Balkbrug, en de inspectie geschiedenis, volgen de bevindingen op hoofdlijnen. Deze worden elders in het rapport per domein uitgewerkt. Feiten over buitenschoolse opvang CNS Balkbrug Buitenschoolse opvang CNS Balkbrug is onderdeel van Kindcentrum Balkbrug. Kindcentrum Balkbrug is onderdeel van Stichting Welluswijs. Het kindcentrum Balkbrug beschikt over twee locaties, namelijk locatie CNS Balkbrug en locatie het Wennest. De buitenschoolse opvang kan aan twee basisgroepen van maximaal 20 kinderen opvang bieden. Op dit moment is er meestal één basisgroep in gebruik. Inspectiegeschiedenis 26 augustus 2013 regulier onderzoek: de getoetste voorwaarden zijn conform de Wet Kinderopvang. 11 november 2014 regulier onderzoek: de getoetste voorwaarden zijn conform de Wet Kinderopvang. Belangrijkste bevindingen op hoofdlijnen Tijdens het inspectiebezoek werd een activiteit aangeboden. De kinderen hielpen met het voorbereiden van een maaltijd voor ouders en kinderen. Kinderen waren heel enthousiast. De kinderen lieten veel eigen initiatief zien. Tijdens het inspectiebezoek zijn op de onderzochte items geen overtredingen geconstateerd. Advies aan College van B&W Geen handhaving. 3 van 10
Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Pedagogische praktijk De pedagogische praktijk is getoetst in theorie (uitvoering pedagogisch beleidsplan) en in praktijk (observatie op de groep). Er is gekeken naar de verschillende aspecten van de pedagogische praktijk. Bij de observatie van de pedagogische praktijk is gebruik gemaakt van het Veldinstrument observatie kindercentrum (januari 2015). Daarin staan specifieke aspecten waarop wordt geobserveerd. In dit rapport zijn een aantal observaties uitgewerkt. De uitvoering van het pedagogisch beleidsplan Een aanwezige beroepskracht is op de hoogte van het pedagogisch beleidsplan. De bso heeft geregeld een eigen teamoverleg, maar er is ook een gezamenlijk overleg met de andere locatie van kindcentrum Balkbrug. Het pedagogisch werkplan is op de locatie aanwezig. Veranderingen / aanpassingen in het pedagogisch werkplan worden doorgegeven met het verzoek aan alle beroepskrachten om dit door te nemen. Emotionele veiligheid Indicator: De beroepskrachten communiceren met de kinderen.' Observatie: Wanneer de kinderen opgehaald zijn uit school, is er een moment aan tafel om te eten en drinken. Een beroepskracht vraagt aan de kinderen; 'hebben jullie het weekend nog wat leuks gedaan?' Verschillende kinderen reageren hierop. Er ontstaat een gesprekje tussen de beroepskracht en de kinderen. Persoonlijke competentie Indicator: De beroepskrachten ondersteunen en stimuleren de ontwikkeling van (individuele) kinderen.' Observatie: Tijdens het inspectiebezoek staat een grote activiteit op het programma. De kinderen bereiden met elkaar een maaltijd voor. Aan het eind van de middag komen ouders en kinderen eten. Tijdens het moment aan tafel wordt aan de kinderen gevraagd, wat zij willen doen in de voorbereiding. Op dat moment wordt er een indeling gemaakt (tafel dekken, meloen met ham klaar maken, toetjes maken). Beroepskrachten geven uitleg over de activiteit. Wanneer de kinderen opgedeeld zijn in groepjes, is per groepje een beroepskracht aanwezig. Er wordt veel initiatief overgelaten aan de kinderen. Wanneer een kind het moeilijk vind, wordt hulp gegeven. Bijvoorbeeld: een meisje heeft zichtbaar sturing nodig bij het bereiden van een toetje. De beroepskracht zet geregeld een lege beker voor haar neer en geeft een koekje om te verkruimelen. Kinderen krijgen geregeld een compliment. Bijvoorbeeld; 'dat heb je goed gedaan of wat fijn dat jij haar even helpt.' Overdracht van normen en waarden Inidicator: 'Afspraken, regels en omgangsvormen zijn herkenbaar aanwezig en worden toegepast.' Observatie Er gelden verschillende afspraken bij de buitenschoolse opvang. Tijdens het inspectiebezoek werd bijvoorbeeld gezien: handen wassen wanneer je uit school komt, zitten op je kruk, wachten op je beurt. De kinderen lijken op de hoogte te zijn van de geldende afspraken en regels. Conclusie 4 van 10
Tijdens het inspectiebezoek is de pedagogische praktijk conform de Wet Kinderopvang. Gebruikte bronnen: Interview anderen (aanwezige beroepskrachten) Observaties (kinderen komen uit school, moment aan tafel, activiteit) Pedagogisch werkplan (januari 2015) 5 van 10
Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De verklaring omtrent het gedrag van de twee aanwezige beroepskrachten is beoordeeld. Beide beroepskrachten zijn in het bezit van een geldige verklaring omtrent het gedrag. Passende beroepskwalificatie De beroepskwalificatie van twee aanwezige beroepskrachten is beoordeeld. Zij beschikken beide over een passende beroepskwalificatie. Opvang in groepen Buitenschoolse opvang CNS Balkbrug heeft 40 kindplaatsen. Er is meestal één basisgroep geopend voor maximaal 20 kinderen. Wanneer er meer dan 20 kinderen aanwezig zijn, wordt de tweede basisgroep gevormd. De kinderen met een flexibel contract worden opgevangen in de tweede basisgroep, samen met een vaste beroepskracht. De tweede basisgroep wordt (indien nodig) opgevangen in de ruimte van de peuterspeelzaal. Uit een steekproef van de aanwezigheidslijsten blijkt dat het dit schooljaar twee keer is voorgekomen dat de tweede basisgroep werd gebruikt. Er waren op dat moment 21 kinderen aanwezig. Beroepskracht-kindratio De personeelsroosters en de aanwezigheidslijsten zijn steekproefsgewijs gecontroleerd door de toezichthouder (middels de agenda van de beroepskrachten). Uit deze steekproef blijkt dat er wordt voldaan het het beroepskracht-kindratio. Gebruikte bronnen: Interview anderen (aanwezige beroepskrachten) Observaties (kinderen komen uit school, moment aan tafel, activiteit) Verklaringen omtrent het gedrag (aanwezige beroepskrachten) Diploma's beroepskrachten (aanwezige beroepskrachten) Presentielijsten (september, oktober) Personeelsrooster Pedagogisch werkplan (januari 2015) 6 van 10
Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die is afgegeven na 1 maart 2013. (art 1.50 lid 3 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden. (art 1.50 lid 4 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en Opvang in groepen Ieder kind behoort bij een basisgroep. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en 7 van 10
De basisgroep bestaat uit maximaal twintig kinderen in de leeftijd van 4 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en OF De basisgroep bestaat uit maximaal dertig kinderen in de leeftijd van 8 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en Beroepskracht-kindratio De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 4 jaar. - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 3 en 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en OF De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 2 beroepskrachten en een extra volwassene per 30 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 4 en 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en 8 van 10
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening : Kindcentrum Balkbrug Website : http://www.welluswijs.nl Aantal kindplaatsen : 40 Gegevens houder Naam houder : Stichting Welluswijs Adres houder : Blanckvoortallee 6 Postcode en plaats : 7773AH HARDENBERG Website : www.welluswijs.nl KvK nummer : 55505651 Gegevens toezicht Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD : GGD IJsselland Adres : Postbus 1453 Postcode en plaats : 8001BL ZWOLLE Telefoonnummer : 038-4 281 686 Onderzoek uitgevoerd door : W. Potjes Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente : Hardenberg Adres : Postbus 500 Postcode en plaats : 7770BA HARDENBERG Planning Datum inspectie : 12-10-2015 Opstellen concept inspectierapport : 19-10-2015 Zienswijze houder : Niet van toepassing Vaststelling inspectierapport : 26-10-2015 Verzenden inspectierapport naar houder : 27-10-2015 Verzenden inspectierapport naar : 27-10-2015 gemeente Openbaar maken inspectierapport : 10-11-2015 9 van 10
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. De houder heeft geen gebruik gemaakt van de gelegenheid een zienswijze in te dienen. 10 van 10