Fonds voor Vakopleiding in de Bouwnijverheid. boormeester. fvb ffc Constructiv Koningsstraat 132/5 1000 Brussel Tel.



Vergelijkbare documenten
boormeester horizontale boringen

BEROEPSKWALIFICATIE (BK 0055)

BEROEPSKWALIFICATIE (0055) Boorder - verticale boringen

BEROEPSKWALIFICATIE (BK 0054)

Fonds voor Vakopleiding in de Bouwnijverheid HEFTRUCKBESTUURDER. fvb ffc Constructiv Koningsstraat 132/ Brussel Tel.

GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE ET DE REGION GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN GEMEINSCHAFTS- UND REGIONALREGIERUNGEN

monteur metalen gevel- en dakelementen

BEROEPSKWALIFICATIEDOSSIER Boorder - verticale boringen

BESTUURDER MOBIELE KRAAN

BEROEPSKWALIFICATIEDOSSIER Boorder - horizontale boringen

Fonds voor Vakopleiding in de Bouwnijverheid MAGAZIJNIER. fvb ffc Constructiv Koningsstraat 132/ Brussel Tel.

industrieel isolatiewerker

Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming 1 september STUDIEGEBIED Bouw. Secundair volwassenenonderwijs Modulaire opleiding Behanger BO BW 009

SECTORAAL BEROEPSPROFIEL

VR DOC.0370/39BIS

SECTORAAL BEROEPSPROFIEL

Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming 1 september 2008 STUDIEGEBIED BOUW. Secundair volwassenenonderwijs Modulaire opleiding Stukadoor BO BW 007

Fonds voor Vakopleiding in de Bouwnijverheid. Bouwplaatsmachinist. fvb ffc Constructiv Koningsstraat 132/ Brussel Tel.

Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming 1 september STUDIEGEBIED Bouw

Paritair leercomité 330 OPLEIDINGSPROGRAMMA ONDERHOUDSWERKER GEBOUWEN 24 maanden

SECTORAAL BEROEPSPROFIEL

ASBESTVERWIJDERAAR BEROEPSCOMPETENTIEPROFIEL. Fonds voor Vakopleiding in de Bouwnijverheid

Polyvalent touwtechnieker

Secundair volwassenenonderwijs STUDIEGEBIED AUTO

Het kader van het Welzijn op het Werk Toelichting bij de wet van 4 augustus 1996

Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming 1 september STUDIEGEBIED Bouw

OPLEIDINGENSTRUCTUUR MATROOS BINNENVAART

OPLEIDINGENSTRUCTUUR PLAATSER EN HERSTELLER VAN ELEKTRISCHE EN ELEKTRONISCHE APPARATUUR

Paritair leercomité 330 OPLEIDINGSPROGRAMMA LOGISTIEK HELPER IN DE ZORGINSTELLINGEN 12 maanden

OPLEIDINGSPROGRAMMA ILW. DUUR: 12 maanden

Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming 1 september STUDIEGEBIED Bouw

BEROEPSKWALIFICATIE (BK 0167) Behandelaar luchtvracht en bagage (Ramphandler) (m/v)

OPLEIDINGENSTRUCTUUR BASISOPERATOR PROCESCHEMIE

Paritair leercomité 330 OPLEIDINGSPROGRAMMA LOGISTIEK ASSISTENT IN DE ZIEKENHUIZEN 12 maanden

Fonds voor Vakopleiding in de Bouwnijverheid. Ijzervlechter. fvb ffc Constructiv Koningsstraat 132/ Brussel Tel.

STUDIEGEBIED Koeling en warmte

OPLEIDIN GENSTRUCTUUR BESTUURDER MOBIELE KRAAN

OPLEIDINGENSTRUCTUUR KOELMONTEUR. KOELMONTEUR Beroepscompetentieprofiel (SERV/De bouw-, elektrotechnische en metaalsector, maart 2009)

BEROEPSKWALIFICATIE (0193) Productiemedewerker

OPLEIDINGENSTRUCTUUR BANDENMONTEUR

OPLEIDINGENSTRUCTUUR PIJPFITTER

SECTORAAL BEROEPSPROFIEL

Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming 1 september STUDIEGEBIED Bouw

BEROEPSKWALIFICATIE (0173) Uitvaartmedewerker

BEROEPSKWALIFICATIE (BK 0092)

OPLEIDINGENSTRUCTUUR ONDERHOUDSTECHNICUS INDUSTRIËLE INSTALLATIES

OPLEIDINGENSTRUCTUUR MONTEUR CENTRALE VERWARMING

OPLEIDINGENSTRUCTUUR ASSISTENT PODIUMTECHNICUS ASSISTENT PODIUMTECHNICUS

ABESCO ACTIVITEITEN SITUATIES PREVENTIEMAATREGELEN INSTRUCTIES RISICO'S ALGEMENE RISICO S

Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming 1 september STUDIEGEBIED Bouw

De industrieel elektrotechnisch installateur

Beroepsprofiel Vakman gww

OPLEIDINGENSTRUCTUUR VERHUIZER-DRAGER

Competentiewoordenboek niet-kaderleden

OPLEIDINGENSTRUCTUUR SANITAIR INSTALLATEUR

2. MODULES. Module Inbedrijfstelling residentiële installatie

Functiekaart. Functie. Doel van de entiteit. Plaats in de organisatie. Dienst: Publieke ruimte. Functienaam: hulptechnicus openbare netheid

1. Identificatiegegevens: 2. Doel van de functie: competentiegerichte functiebeschrijving mecanicien. Niveau/weddeschaal: Categorie (duid aan)

Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming 1 september 2008 STUDIEGEBIED BOUW. Secundair volwassenenonderwijs Modulaire opleiding Schilder BO BW 010

Secundair volwassenenonderwijs. STUDIEGEBIED Decoratieve technieken

Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming 1 september STUDIEGEBIED Hout

Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming 1 september STUDIEGEBIED Bouw. Secundair volwassenenonderwijs Modulaire opleiding Bekister BO BW 001

Secundair volwassenenonderwijs. STUDIEGEBIED Decoratieve technieken

OPLEIDINGENSTRUCTUUR FIETSMECANICIEN

BEROEPSKWALIFICATIE (0215) Schoonmaker

STUDIEGEBIED Bijzondere educatieve noden

REINIGEN EN ONDERHOUD VAN WERKKLEDIJ DOOR ARBEIDERS IN DE BOUW: STANDPUNT PROVIKMO

Modulefiche. Schoonheidsspecialist-salonbeheer. Code module M LVG 224

OPLEIDINGENSTRUCTUUR ONDERHOUDSMECANICIEN ZWARE BEDRIJFSVOERTUIGEN

OPLEIDINGENSTRUCTUUR TECHNICUS ELEKTRISCHE ZWEMBADUITRUSTINGEN

De residentieel elektrotechnisch installateur

OPLEIDINGENSTRUCTUUR CONTAINERHERSTELLER

Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming 1 september STUDIEGEBIED Bouw. Secundair volwassenenonderwijs Zwevende Modules

De tertiair elektrotechnisch installateur

7.2. MODEL FUNCTIONERINGSFORMULIER

BEROEPSKWALIFICATIE (BK 0150) Verwerker afgedankte elektrische en elektronische apparatuur (AEEA) (m/v)

SECTORAAL BEROEPSPROFIEL

Plaatsing wandbekleding

OPLEIDINGENSTRUCTUUR VERHUIZER-DRAGER

OPLEIDINGSPROGRAMMA ILW. DUUR: 36 maanden 24 maanden indien de competenties Logistieke hulp in de verzorgingssector reeds zijn verworven

Fonds voor Vakopleiding in de Bouwnijverheid. betonmixerchauffeur. fvb ffc Constructiv Koningsstraat 132/ Brussel Tel.

competentiegerichte functiebeschrijving wegenwerker Technisch assistent bouw en wegen

Opleiding: VOEGER. Voegwerk in cement. Elastisch voegwerk

OPLEIDINGENSTRUCTUUR VOORBEWERKER CARROSSERIE

SECTORAAL BEROEPSPROFIEL

Kerntaak 1: Waterbouwkundig werk uitvoeren

Secundair volwassenenonderwijs STUDIEGEBIED DIAMANTBEWERKING

Info veiligheidsopleidingen

EINDTERMEN DEELKWALIFICATIE BEDRIJFSBEHEER CARROSSERIEBRANCHE. 1. De kandidaat kan de doelstellingen en de fasen van een marktonderzoek noemen.

OPLEIDINGENSTRUCTUUR TERTIAIR ELEKTROTECHNISCH INSTALLATEUR

OPLEIDINGENSTRUCTUUR HULPKOK. HORECASECTOR Beroepenstructuur (SERV/Centrum voor Vorming en Vervolmaking in de Horecasector, april 2000)

OPLEIDINGENSTRUCTUUR VERHUIZER-INPAKKER

Relatie eindtermen en toetstermen deelkwalificatie Bedrijfsbeheer Carrosseriebranche Niveau 4 CREBO-nummer: 55011

Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming 1 september STUDIEGEBIED Hout

OPLEIDING BEHANDELAAR LUCHTVRACHT EN BAGAGE

FUNCTIE- EN COMPETENTIEPROFIEL Schoonmaker

Opleiding: BESTUURDER HEFTRUCK

plaatser nutsleidingen

-2- Noem voorbeelden van orde en netheid (good housekeeping). -2- Bij welke werkzaamheden kan een aanvullende werkvergunning nodig zijn?

OPLEIDINGENSTRUCTUUR BESTUURDER HEFTRUCK

Transcriptie:

Fonds voor Vakopleiding in de Bouwnijverheid BEROEPScompetentiePROFIEL boormeester VERTICALE boringen fvb ffc Constructiv Koningsstraat 132/5 1000 Brussel Tel.: +32 2 210 03 33

De beroepscompetentieprofielen zijn tot stand gekomen dankzij de bijdrage van de volgende organisaties : WTCB fvb ffc Constructiv, Brussel, 2012 Alle rechten van reproductie, vertaling en aanpassing onder eender welke vorm, voorbehouden voor alle landen. 2

BEROEPScompetentiePROFIEL boormeester VERTICALE boringen Voorwoord Aangepaste beroepscompetentieprofielen uitwerken neemt een belangrijke plaats in binnen de problematiek van het aanpassen van de opleidingen aan de behoeften van de arbeidsmarkt. Beroepsprofielen zijn immers de belangrijkste inspiratiebron bij het uitwerken van opleidingsprofielen, zeker bij de start. In een latere fase komen daar de opleidingsprogramma s bij. Met deze gegevens in gedachten heeft het Fonds voor Vakopleiding in de Bouwnijverheid (fvb-ffc Constructiv) in samenwerking met het Wetenschappelijk en Technisch Centrum voor het Bouwbedrijf (WTCB) en het Nationaal Actiecomité voor Veiligheid en hygiëne in het Bouwbedrijf (navb-cnac Constructiv) de bestaande beroepsprofielen aangepast. Daarbij werd vooral rekening gehouden met de talrijke ontwikkelingen als gevolg van de eisen inzake duurzaam bouwen. De aangepaste beroepsprofielen hebben betrekking op een groot aantal materies, zowel uit de ruwbouw- als de afwerkingssector, en werden goedgekeurd door deskundigen uit de sector. Zo dragen ze bij aan het concretiseren van één van de belangrijkste aspecten van de opdracht van het fvb: ze vormen namelijk de link tussen de vraag naar en het aanbod van arbeidskrachten en opleiding in de bouwsector. Robert Vertenueil Voorzitter fvb-ffc Constructiv 3

BEROEPScompetentiePROFIEL boormeester VERTICALE boringen 4 Contact Voor opmerkingen, vragen en suggesties kunt u terecht bij: fvb ffc Constructiv Koningsstraat 132/5 1000 Brussel Tel.: +32 2 210 03 33 Fax: +32 2 210 03 99 website : fvb.constructiv.be

BEROEPScompetentiePROFIEL boormeester VERTICALE boringen Een woordje uitleg Een beroepscompetentieprofiel beschrijft de competenties van een ervaren bouwvakarbeider. De meeste boorploegen bestaan uit een boormeester en een helper. Dit beroepscompetentieprofiel bevat de competenties van een boormeester verticale boringen, met een uitgebreide ervaring. De competenties van een helper zijn ook opgenomen, omdat deze de basis vormen van de competenties die van een boormeester gevraagd worden. Elke boormeester verticale boringen is ooit als helper begonnen. De benaming boormeester is in de meeste bedrijven gangbaar. Afhankelijk van de arbeidsorganisatie binnen een specifiek bedrijf kunnen ook andere benamingen worden gebruikt: ploegbaas, 1ste man, piloot,. Daarnaast spreekt men soms van een boorder, al gaat het dan meestal niet om een volwaardig boormeester. Die term kan ook duiden op een helper of op een arbeider die een boring uitvoert, zonder er verantwoordelijkheid voor te dragen: hij staat dan onder toezicht van een boormeester, die de boorder stuurt en overneemt bij moeilijkheden. In de meeste bedrijven noemt men de 2de (en 3de) persoon in een boorploeg helper(s). Soms krijgt hij ook de naam assistent. Het herwerkte profiel bestaat eerst uit een definitie van het beroep (een beschrijving van de activiteiten en een situering binnen de sector), en een oplijsting van de competenties. Een competentie is een set van kennis, vaardigheden en attitudes die zich uiten in observeerbaar gedrag. In dit document wordt deze indeling steeds gehanteerd. Onder kennis verstaan we alles wat een boormeester verticale boringen moet kennen om zijn beroep te kunnen uitoefenen. Bijvoorbeeld: de omstandigheden waarin met een verbuizing moet worden gewerkt. Onder vaardigheden verstaan we alles wat een boormeester verticale boringen moet kunnen om zijn beroep te kunnen uitoefenen. Bijvoorbeeld: de verbuizing aan de boormachine bevestigen Attitude verwijst naar de houding, de denkwijze, het gedrag dat een boormeester verticale boringen moet hebben om zijn beroep te kunnen uitvoeren. Bijvoorbeeld: kritisch zijn over eigen houding en handelen. De activiteiten binnen het beroepscompetentieprofiel worden in vier blokken opgedeeld. 1. gemeenschappelijke activiteiten eigen aan alle bouwvakarbeiders, zoals bijvoorbeeld de werfinrichting. 2. Basisactiviteiten eigen aan het beroep, zoals bijvoorbeeld het vaststellen en melden aan de technische dienst van het bedrijf van mankementen of onregelmatigheden aan het boormaterieel. In dit beroepscompetentieprofiel behoren deze activiteiten toe aan zowel de helper als de boormeester. 3. specifieke activiteiten van de boormeester, zoals bijvoorbeeld het bepalen van de boorlocatie op basis van de gekregen opdracht. 4. transversale groene activiteiten, zoals bijvoorbeeld het plaatsen van isolatiemateriaal, kunnnen integraal in meerdere beroepsprofielen voorkomen. Deze activiteiten zijn van groot belang voor een duurzaam bouwproces. Het beroepsprofiel boormeester verticale boringen bevat geen dergelijke transversale groene activiteitenblokken. De ecologisch duurzame activiteiten zijn verspreid in het profiel opgenomen. Als enkel de gemeenschappelijke competenties en de basiscompetenties (blok 0 en blok 1) uit dit profiel worden beschouwd, beschikt men over het beroepscompetentieprofiel van een helper/boorder. Voor sommige activiteiten werken we met een kleurencode. Groen staat voor ecologische en duurzame activiteiten, oranje staat voor activiteiten die handelen over veiligheid. De activiteitenblokken worden ook nog eens opgedeeld in sleutelactiviteiten. Per sleutelactiviteit worden de kennis, vaardigheden en attitudes benoemd. 5

BEROEPScompetentiePROFIEL boormeester VERTICALE boringen DEFINITIE VAN HET BEROEP De boormeester verticale boringen voert machinale grondboringen uit. Deze boringen hebben verschillende toepassingen: uitvoeren van grondonderzoek; plaatsen van waterputten; enz. Grosso modo kunnen verticale grondboringen als volgt onderverdeeld worden: 1. milieuboringen en het plaatsen van peilbuizen 2. putboringen voor watercaptatie, grondwaterzuivering of warmtewinning 3. bronbemaling (droogzuiging): verlagen van de grondwaterstand 4. boren van funderingselementen: funderingspalen, grondankers, Diepfunderingswerken uitgevoerd met boor- of heimethodes behoren echter niet tot de scope van dit beroepsprofiel. Milieuboringen Bij milieuboringen wordt relatief veel gebruikt gemaakt van handboringen, omdat men ze ook op moeilijk bereikbare plaatsen kan uitvoeren én omdat ze een nauwkeurige boorstaat mogelijk maken. Het nadeel van een handboring is dat het fysiek meer belastend, arbeidsintensiever en trager is. Bovendien kunnen er moeilijk grote dieptes mee worden bereikt. Handboringen gebeuren meestal door middel van een edelmanboor: een lange verticale staaf met schroefbladen onderaan en een horizontale baar bovenaan, waarmee men de schroef in de grond kan draaien. Per slag van het schroefblad (ca. 10 cm) moet de boor uit het boorgat gehaald en de inhoud ervan in een recipient gedaan worden. Machinale milieuboringen gebeuren volgens drie principes: Volle avegaar: een avegaar is een boormachine met een ronddraaiende boortafel, waarop boorbuizen gemonteerd worden. De boorbuis van een avegaar is 1 of 2 meter lang en aan de buitenkant voorzien van een spiraalvormig schroefblad. De boorbuis wordt verticaal degrond in gedraaid, terug opgehaald en proper gemaakt. Een deel van de grond die op de spiraal blijft liggen, wordt in een recipiënt gedaan voor het labo. Vervolgens wordt er een extra boorbuis gemonteerd, zodat men dieper kan boren Gladde verbuizing: hetzelfde principe als een volle avegaar, maar hierbij wordt er met de boormachine eerst een stalen cilinder (de verbuizing of casing ) in de grond aangebracht om het boorgat open te houden. Op die manier kan men grotere dieptes bereiken. Een verbuizing kan ook gecombineerd worden met pulsboren of steekbussen. Holle avegaar: de boorbuizen lijken op die van een volle avegaar, maar ze zijn hol vanbinnen. Het voordeel van dit principe is dat men kan blijven boren, zonder de boor telkens op te halen: zo kan men snel diepe boringen uitvoeren (tot 15 meter op 2 uur). Nadeel: het opgeboorde materiaal komt langs de zijkant van de boor naar boven, zodat dit weinig bruikbaar is voor bodembemonstering. Dit kan echter worden opgevangen door in de holte binnen de boorbuis een kunststof cilinder van 1 meter lengte aan te brengen. Met deze cilinders kunnen zeer gedetailleerde bodemmonsters worden genomen. 6

BEROEPScompetentiePROFIEL boormeester VERTICALE boringen Putboringen en bronbemaling Putboringen worden meestal uitgevoerd door middel van spoel- of zuigboren. Bij spoelboren wordt een holle boor met een boorpunt van op een boorwagen door rotatie en drukkracht de grond in gedreven. Doorheen de holle buis wordt onder grote druk boorvloeistof gespoten. Deze boorvloeistof bestaat uit water vermengd met bentoniet, dat de wanden van het boorgat meer stevigheid geeft. De boorvloeistof stroomt samen met de weggeboorde grond langs de buitenkant van de boorstang naar boven en wordt opgevangen in een boorbak. De boorbak is gevuld met water, zodat het boorgat steeds onder water staat: dat is nodig om inzakken van het boorgat te vermijden. De boorspecie die in de boorbak terecht komt, wordt naar een tankwagen verpompt, waar de vaste stof bezinkt en het water terug in het systeem wordt gebracht. Bij kiezelgronden wordt met een boormachine eerst een stalen casing in de grond aangebracht, om het wegschuiven van de kiezel te beletten. Zuigboren berust grotendeels op hetzelfde principe, maar de boorvloeistof wordt dan aan de buitenkant van de boorbuis ingebracht en door de holle buis weer opgezogen. Via deze boortechnieken kan men veel diepere boorgaten maken dan met de droge boormethodes (tot 200 meter). Ook bronbemaling (het verlagen van de grondwaterstand door het maken van putten van waaruit men grondwater oppompt) gebeurt meestal met een spoel- of zuigboring. Hierbij gaat het wel om technieken die maximale dieptes van ongeveer 10 meter dienen te bereiken. 7

0 VOORAFGAAND: GEMEENSCHAPPELIJKE BASISBEGRIPPEN BOUW WAARMEE REKENING DIENT TE WORDEN GEHOUDEN WERKEN IN EEN ONDERNEMING Zelfstandig werken Samenwerken Communiceren Administratie Weten wat onder geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk wordt verstaan. Zelf situaties en kansen zoeken om de eigen kennis te verhogen. Een taak individueel uitvoeren, zonder hulp of toezicht. Ondanks opduikende moeilijkheden een doel willen bereiken. Problemen en werk zelf aanpakken, zonder hulp of raad van buitenaf. Een taak in de voorgeschreven tijd uitvoeren. Op tijd komen. Anticiperen. De mogelijke gevolgen van een situatie overzien. Rekening houden met nog uit te voeren taken. Eventuele problemen opmerken die geen direct verband houden met de eigen taak. Met anderen samenwerken en hen helpen met hun werk. Zich aanpassen aan veranderingen (andere gereedschappen, andere personen, andere procedures en taken). Contacten aanknopen. Zich onthouden van geweld, pesterijen of ongewenst seksueel gedrag op het werk. Op een constructieve en gebruiksvriendelijke wijze informatie uitwisselen met collega's. Op een constructieve en gebruiksvriendelijke wijze informatie uitwisselen met klanten. Een werkplanning bijhouden. Invullen van de eventuele fiches/documenten die de ploegbaas overgemaakt heeft. Leergierig zijn. Autonoom zijn. Doorzettingsvermogen hebben. Zin voor initiatief. Resultaatgerichtheid - het beoogde resultaat willen bereiken, ondanks tijd- en budgetbeperkingen; en zonder daarom de kwaliteitsnormen uit het oog te verliezen. Stiptheid. Vooruitziend zijn. Teamgericht werken. Flexibiliteit. Sociaal vaardig. Respectvolle houding tegenover collega's. Communicatief vaardig zijn. KWALITEITSZORG 8 Het imago en de kwaliteitsrichtlijnen van het bedrijf en de opdrachtgever. Traceerbaarheid van producten, bewijsstukken van wat uitgevoerd werd. Detailwerk zorgvuldig uitvoeren. Wanneer mogelijk esthetische overwegingen laten meespelen bij de uitvoering van het werk. Het melden als anderen slechte kwaliteit afleveren. Het eigen werk kwalitatief evalueren en indien nodig bijsturen. Het eigen werk kwantitatief evalueren en indien nodig bijsturen. Werkzaamheden binnen vooropgestelde parameters uitvoeren. Zuinig omgaan met materialen, gereedschappen en tijd. Verspilling vermijden. De etiketten en markering van de gebruikte materialen bijhouden. Oog hebben voor de tevredenheid van de klant. Zin voor precisie. Oog voor detail bezitten en het geduld om detailwerk zorgvuldig uit te voeren. Zin voor esthetiek. Professionele houding. Zin voor zelfcontrole. Oog hebben voor rendement. Spaarzame ingesteldheid.

VOORAFGAAND: GEMEENSCHAPPELIJKE BASISBEGRIPPEN BOUW WAARMEE REKENING DIENT TE WORDEN GEHOUDEN 0 VEILIGHEID EN GEZONDHEID Beheer van veiligheid en gezondheid - preventie van ongevallen Melden van ongevallen, incidenten en gevaarlijke situaties Collectieve beschermingsmiddelen Persoonlijke Beschermingsmiddelen Verantwoordelijkheden van werknemer, werkgever en de hiërarchische lijn. Hiërarchie van preventiemaatregelen (uitschakelen van risico's, collectieve en persoonlijkebeschermingsmiddelen). Opleidingsverplichtingen. De mogelijke bronnen van gevaar op het werk. De regels die van toepassing zijn bij het recht op werkonderbreking (o.a. ernstig en onmiddellijk gevaar, direct melden aan de werkgever). Interne procedures van de onderneming of organisatie inzake het melden van: ongevallen en incidenten (ook incidenten m.b.t. agressie en geweld) elke werksituatie die een ernstig of onmiddellijk gevaar met zich meebrengt elk geconstateerd mankement in de beschermingssystemen Noodnummers (politie, brandweer, ). Kennis van de verschillende collectieve beschermingsmiddelen (bv. vangnetten, valbeveiliging). De PBM's (veiligheidsuitrusting en de kledingvereisten) die nodig zijn voor de uitoefening van het beroep (gezichts-, gehoors-, hoofd-, hand-, voet- en adembescherming). De situaties waarin persoonlijke beschermingsmiddelen moeten worden gedragen. De veiligheidssignalisatie mbt. Het dragen van PBM s (blauwe gebodsborden). Het juiste gebruik, onderhoud en opslag van PBM s. Herkennen van potentieel gevaarlijke situaties. Inzicht hebben in het belang van de meldplicht in functie van preventie. Inzicht hebben in het belang van een goede communicatie inzake veiligheid en gezondheid. Collectieve beschermingsmiddelen aanbrengen. Instructies opvolgen. PBM s dragen wanneer het moet. De specifieke voorschriften voor de PBM's toepassen (handschoenen, bril,...). De aanwezigheid van PBM's op de werf controleren. PBM's met de nodige zorg behandelen. PBM s regelmatig onderhouden en controleren. PBM s na gebruik correct opbergen. Veiligheidsbewust werken - de moed hebben om de opmerkingen van collega s om veilig te werken te aanvaarden en zelf gevaarlijke situaties te signaleren. Oplettend zijn. Communicatief vaardig zijn. Aandachtig zijn voor alle situaties waarin het dragen van PBM s noodzakelijk is. Waken over het correcte gebruik van de PBM s. Zich bewust zijn van de eigen verantwoordelijkheden bij gebruik en onderhoud van persoonlijke beschermingsmiddelen. 9

0 VOORAFGAAND: GEMEENSCHAPPELIJKE BASISBEGRIPPEN BOUW WAARMEE REKENING DIENT TE WORDEN GEHOUDEN Omgaan met specifieke risico s Omgaan met gevaarlijke producten Omgaan met asbest Stofemissie tegengaan Werken met elektriciteit Ergonomisch werken Beperken van lawaai De producten met gevaarlijke eigenschappen waarmee men op de werkvloer in contact komt. De manieren waarop gevaarlijke stoffen het lichaam kunnen binnendringen. De risico s en beheersmaatregelen voor het gebruik van producten met gevaarlijke eigenschappen. De regels in verband met de opslag van producten met gevaarlijke eigenschappen. De veiligheidssignalisatie, transportetikettering en productetikettering. Maatregelen bij ongelukken met gevaarlijke producten. De verschillende asbesthoudende producten. Gezondheidsrisico's bij werken met asbesthoudende producten. De middelen en technieken die gebruikt worden voor het verwijderen van asbesthoudende materialen. De risico s van blootstelling aan hout- en kwartsstof en de maatregelen om de stofemissie en de blootstelling aan stof te verminderen. Basiskennis elektriciteit. Risico's verbonden aan werken met elektriciteit en elektrische apparaten. De risico s van overbelasting of verkeerde belasting van het lichaam. Tiltechnieken en tilhulpmiddelen: basisprincipes voor het hanteren van lasten zonder risico s. Oorzaken (bronnen) van lawaai voor omgeving. Risico's van hoog geluidsniveau en preventieen beschermingsmaatregelen tegen lawaai en gehoorschade. Brand- en explosierisico's en de bijhorende preventiemaatregelen. De soorten branden. Veilig gebruiken van gevaarlijke producten. Veilig opslaan van gevaarlijke producten. De veiligheidsinformatiebladen lezen en begrijpen. Lezen en interpreteren van gevaarsaanduidingen en gevaarssymbolen op het etiket van gevaarlijke producten. Gepaste maatregelen nemen bij ongelukken met gevaarlijke producten. Asbesthoudende producten tijdens verschillende handelingen herkennen. De juiste reacties als er asbest aanwezig is (bescherming, verwittigen chef), etc. Gebruiken van machines die stofemissie beperken. Afzuigapparatuur aansluiten en correct gebruiken. Correct gebruik van ademhalingsbescherming. Werken met onbeschadigd en veilig elektrisch materieel. Voor installeren, herstellingen, wijzigingen en onderhoud beroep doen op een bevoegd elektricien. Juiste hef- en tilbewegingen toepassen. Correct hanteren van voorziene hulpmiddelen bij heffen en tillen. Hulp bieden aan collega s om ergonomisch werken mogelijk te maken. Preventiemaatregelen voor omgeving kunnen implementeren. Persoonlijke beschermingsmiddelen gebruiken. Preventiemaatregelen naleven. Oplettend zijn. Respectvolle houding tegenover omgeving en collega s. Respectvolle houding tegenover omgeving en collega's. Brand en explosie De vuurdriehoek. Procedures in geval van brand. Blusinstructies. Prioriteiten naleven: alarmeren & evacueren, energievoorzieningen afsluiten, toegangswegen vrijmaken voor redders, brandhaard afsluiten, brandhaard bestrijden. Koelbloedig en snel reageren. EHBO. 10

VOORAFGAAND: GEMEENSCHAPPELIJKE BASISBEGRIPPEN BOUW WAARMEE REKENING DIENT TE WORDEN GEHOUDEN 0 MACHINES EN GEREEDSCHAPPEN Correct dagelijks gebruik Controle Onderhoud Reiniging De werking van de machines en/of gereedschappen. De risico s en veiligheidsmaatregelen bij het gebruik van machines en gereedschappen. De normale werkingstoestand van de machines en de gereedschappen. De verschillende onderdelen en de werking van de machines en gereedschappen. Basiskennis van hydraulica, mechanica, materialenleer en elektriciteit. Onderhoudstechnieken en de producten (oliën, ) en materieel (sleutels, vetpomp, ) gebruikt bij klein onderhoud. De technieken voor het reinigen van het materieel. De benodigde producten (reinigings-, ontsmettingsproducten) en materieel (spriet, hogedrukreiniger,...). Machines en gereedschappen enkel gebruiken voor het werk waarvoor het gemaakt is. Het correcte machines en gereedschap selecteren. Veiligheidsinstructiekaarten kunnen lezen en begrijpen. Nauwkeurig de veiligheidsvoorschriften kunnen toepassen. De gepaste PBM's dragen. Nooit machinebeveiliging willekeurig wegnemen of uitschakelen. Controleren van machines en gereedschappen op hun goede werking. Relevante werkingsparameters (peil, druk, temperatuur, ) aflezen. Olie bijvullen. Draaiende onderdelen smeren. Kleine vervangingen (bvb lampjes of zekeringen) doorvoeren. Toepassen van de technieken voor het reinigen van het materieel. Gebruiken van de benodigde producten (reinigings-, ontsmettingsproducten) en materieel (spriet, hogedrukreiniger,...). Oplettend zijn. Zin voor analyse hebben. Een kritische blik hebben. Handig zijn. Ordelijk en net kunnen werken. DE WERKPLEK INRICHTEN Signalisatie Elektriciteitsvoorziening Opslaan van materialen en gereedschappen Orde en netheid bewaren De verschillende middelen om een werf af te sluiten. De verschillende veiligheidsborden, markeringen en pictogrammen. Basiskennis van elektriciteit. Voor elk soort materiaal en gereedschap de plaats en opslagwijze. De geschikte beschermingsmiddelen tegen vallen van opgeslagen materiaal en gereedschap. Het materieel en de producten gebruikt bij het reinigen van de werf. Signalisatie respecteren. Veilig aansluiten van elektrisch materieel op het stroomnet. Opstarten van de werfgeneratoren indien er geen stroomnet aanwezig is. Materialen en gereedschappen in goede en veilige omstandigheden bewaren, tijdens en na de werken. Geschikte beschermingsmiddelen tegen de val van gereedschappen en materiaal plaatsen. Materialen ook op hoogte met de nodige omzichtigheid behandelen en stapelen. Vrijhouden van doorgangen. Afval en bestemmingsloze onderdelen verwijderen. De werkplek opkuisen na de werkzaamheden. Zin voor orde. Verantwoordelijkheidszin, niet werken als de bescherming afwezig is. Zin voor orde en netheid. 11

0 VOORAFGAAND: GEMEENSCHAPPELIJKE BASISBEGRIPPEN BOUW WAARMEE REKENING DIENT TE WORDEN GEHOUDEN MILIEUBEWUSTZIJN Afvalbeheer Waterverbruik Energieverbruik Onderscheid tussen gevaarlijke en niet gevaarlijke producten en afvalstoffen. De sorteercategorieën (recycleerbare producten, te storten producten - categorieën van storten en/of specifieke evacuatierichtingen, speciaal geval van asbest). Belang van de rol van de onderneming bij het sorteren en recycleren van sommige afvalstoffen, en de voordelen daarvan voor het bedrijf zelf en het milieu. De risico s van behandeling en de reglementaire bepalingen inzake de verwijdering van asbesthoudend en ander gevaarlijk afval. De regels omtrent lozen van water. Eindigheid van drinkwater. Milieubewustzijn - eindigheid van fossiele energiebronnen. Energieverbruikers op de werf (generatoren, transport, machines, werfkeet). Het milieu beschermen tegen de schadelijkheid van bepaalde materialen en substanties. Zichzelf en collega's beschermen tegen de schadelijkheid van bepaalde materialen en substanties. Het sorteren organiseren (in bakken, containers, ) en het afval sorteren. Asbesthoudende en andere gevaarlijke afvalproducten identificeren, apart houden van de andere afvalstromen, op een veilige manier verpakken en verwijderen. Efficiënt gebruiken van water voor taken & schoonmaak. Efficiënt gebruik machines en gereedschappen. Zich bewust zijn van het ecologische belang en van de mogelijkheden tot dwangsommen als gevolg van een slecht afvalbeheer. Systematisch verzamelen van afval. Motivatie om afvalstoffen te sorteren. Zich informeren in geval van twijfel over de bestemming van afvalstoffen. Zorgvuldig werken. Actie ondernemen wanneer container vol is. Economisch en ecologisch bewustzijn. Streven naar zuinigheid bij gebruik van water. Reflex & verantwoordelijkheidszin (uitschakelen energieverbruikers wanneer niet nodig: verlichting, verwarming, koeling, ; passief ipv actief koelen; ). 12

Basisactiviteiten van een boorder - helper (verticale boringen) 1 Het eigen werk plannen en organiseren De opdracht ontvangen en begrijpen Zich aanpassen aan wijzigende omstandigheden, zoals ook een wijzigende planning. Aanvaarden dat een begonnen boring altijd moet afgewerkt worden, ongeacht het tijdstip. Flexibel zijn. De werkplek inrichten en organiseren Algemene werforganisatie Een vrachtwagen laden en lossen Het boormaterieel opstellen, in functie van de uit te voeren boring (o.a. stabiliteit, aard van de ondergrond) Elektriciteit voorzien De hiërarchie, verantwoordelijkheden, bevoegdheden en taakverdeling van de verschillende werknemers op de werf (hoofdaannemers, ploegbazen, inspecteurs, veiligheidspersoneel van maastchappijen voor nutsvoorzieningen, ). Basiskennis van de werkzaamheden uitgevoerd door collega's of door werknemers van andere firma's. Richtlijnen voor het ordenen, verdelen, verankeren en afdekken van de lading voor het transport. Regels voor aanslaan van lasten. Grondstoffen en producten nodig voor de boring. De verschillende types machines, hun doel en hun mogelijkheden. Onderdelen en de werking van het boormaterieel. De beweging en stabiliteit van het boormaterieel. Voorwaarden voor een correcte opstelling van het materieel. De werking van verschillende meettoestellen. Veiligheidsvoorschriften bij gebruik van kleine werfmachines. Basiskennis van elektriciteit. Correct ordenen, verdelen, verankeren en afdekken van de lading voor het transport. Aanslaan van lasten. Oordelen over de stabiliteit van een lading. Orde en netheid bewaren in de vrachtwagen. Toepassen van de voorwaarden voor een correcte opstelling van het materieel. Meettoestellen gebruiken. Kleine werfmachines bedienen. Aansluiten van elektrisch materieel op het stroomnet. Opstarten van de werfgeneratoren indien er geen stroomnet aanwezig is. Zin voor orde en netheid. 13

1 Basisactiviteiten van een boorder - helper (verticale boringen) De boring uitvoeren Uitvoeren van boringen Aanmaken van boorspoelingen Handboringen uitvoeren Grondmonsters nemen Een verbuizing plaatsen Het boorgat schoonspoelen Het normale verloop van een boring, de verschillende fases en de juiste volgorde bij het uivoeren van een boring. Consequenties van het geologisch profiel op de boorspoeling. Grondstoffen en producten nodig voor de boorvloeistof. Belangrijste eigenschappen en het concrete gebruik van bentoniet in functie van de ondergrond. Kennis van de verschillende types handboren (vnl. edelmanboor) naar gelang de grondsoort. Ergonomische werkmethodes. Kennis van bodemopbouw. De omstandigheden waarin met een verbuizing moet worden gewerkt. Werking en toepassingsmogelijkheden van de verbuizing. Lezen van een geologisch profiel. Aanmaken van de boorvloeistof, rekening houdend met het geologische profiel. Hanteren van handboren (vnl. edelmanboor). Toepassen van ergonomische werkmethodes. Voor geregelde boordieptes (per boorbuis) een deel van de bovengekomen grond opzij leggen. De grondmonsters in containers opslaan en labellen. Op zicht grondsoort en korrelgrootte bepalen. De verbuizing aan de boormachine bevestigen. De hendels bedienen zodat de verbuizing op de aangeduide plaats in de grond wordt gedreven. Pompen bedienen. Gezondheidsbewust werken. Ordelijk en net werken. Nauwkeurig werken. Oplettend zijn. Beheerst werken. Ordelijk en net werken. Oplettend zijn. Elementen in het boorgat plaatsen 14 Elementen inbrengen in het boorgat De technieken en procedures voor het inbrengen van elementen in het boorgat. De invloed van de bodemopbouw op de in te brengen elementen. Ergonomische werkmethodes. Bedienen van het materieel om de elementen in het boorgat te brengen (voornamelijk hijsmaterieel). Peilbuizen plaatsen. Waterputten en onderwaterpompen installeren. Warmtewisselaars inhangen. Mantelbuizen, kabels en leidingen doortrekken. Beton storten. Wapening inbrengen. Profielen inhangen. Boorbuizen inbrengen en aankoppelen. Toepassen van ergonomische werkmethodes. Ruimtelijk voorstellingsvermogen hebben: gemakkelijk overschakelen van een driedimensionaal beeld naar een tweedimensionale tekening en omgekeerd. Gezondheidsbewust werken. Oplettend zijn. Teamgericht werken. Communicatief vaardig zijn. Ordelijk en net werken.

Basisactiviteiten van een boorder - helper (verticale boringen) 1 Het boorgat afwerken Het boorgat dichtstorten Het boorgat eventueel afsluiten met een straatpotje Kennis van de bodemopbouw. Ergonomische werkmethodes. Ergonomische werkmethodes. Bepalen op welke diepte welke hoeveelheid van welk materiaal gestort moet worden. Kleistoppen plaatsen. Filterzand storten. Grond storten. Toepassen van ergonomische werkmethodes. Een kleine put graven rond het boorgat. De ingebrachte buizen op lengte zagen. Een straatpot stabiel in de put plaatsen. De straatpot met beton omstorten. Toepassen van ergonomische werkmethodes. Gezondheidsbewust werken. Teamgericht werken. Oplettend zijn. Ordelijk en net werken. Milieubewust werken. Nauwkeurig werken. Gezondheidsbewust werken. Ordelijk en net werken. Materieel reinigen en onderhouden Het boormaterieel reinigen en onderhouden in functie van de bedrijfszekerheid en de omstandigheden Kleine onderhoudswerken uitvoeren aan het boormaterieel Mankementen of onregelmatigheden aan het boormaterieel vaststellen en melden aan de technische dienst van het bedrijf De technieken voor het reinigen van het materieel. De benodigde producten (reinigings-, ontsmettings- en onderhoudsproducten) en materieel (spriet en hogedrukreiniger). De verschillende onderdelen en de werking van het boormaterieel. Basiskennis van hydraulica, mechanica, materialenleer, elektriciteit en dieselmotoren. De onderhoudsprincipes van het materieel en de controles die in dit kader dienen uitgevoerd te worden. Onderhoudstechnieken en de producten (oliën, ) en materieel (sleutels, vetpomp, ) gebruikt bij klein onderhoud. Eenvoudige herstellingstechnieken (bvb; eenvoudige laswerken). De normale werkingstoestand van het boormaterieel. Toepassen van de technieken voor het reinigen van het materieel. Gebruiken van de benodigde producten (reinigings-, ontsmettings- en onderhoudsproducten) en materieel (spriet en hogedrukreiniger). Relevante werkingsparameters (peil, druk, temperatuur, ) aflezen. Olie bijvullen. Draaiende onderdelen smeren. Kleine vervangingen (bvb lampjes of zekeringen) doorvoeren. Op een doordachte en behendige manier praktische taken uitvoeren. Vastgestelde onregelmatigheden duidelijk omschrijven. Ordelijk en net kunnen werken. Verantwoordelijkheidszin hebben. Handig zijn. Oplettend zijn. 15

1 Basisactiviteiten van een boorder - helper (verticale boringen) Instaan voor orde en netheid op de werkplek De werkplek proper houden Het materieel voor het opvangen van gebruikte boorvloeistof en grondwater. Het materieel en de producten gebruikt bij het reinigen van de werf. Gebruiken van materieel voor het opvangen van gebruikte boorvloeistof en grondwater. Afval en bestemmingsloze onderdelen verwijderen. De werf opkuisen na de werkzaamheden. Ordelijk en net werken. Milieu Afval, grond en restproducten (bentoniet, olie, smeerplekken, ) correct verwijderen De gevolgen van de verstoring van het milieu door grondboringen. De verschillende soorten afval, grond en restproducten. Principes van gescheiden opslag en afvoer van afval, grond en restproducten. Het materieel ter voorkoming van vervuiling van het leefmilieu (bentoniettanks, grondcontainers, ). Smeerplekken van het maaiveld verwijderen. Afval opslaan en sorteren. Bentoniet opslaan in tanks. (vervuilde) grond afvoeren in containers. Milieubewust werken. Welzijn op het werk Signaleren van stresssituaties aan de verantwoordelijke Eigen deskundigheid inzake veiligheid en gezondheid opbouwen, door het volgen van opleidingen (op vraag van/ aangeboden door de werkgever) Het begrip stress op het werk. Het belang van opleiding in het kader van preventie. Opmerken en signaleren als er sprake is van stressituaties. Het geleerde in de praktijk brengen. Oplettend zijn. Kritisch zijn over eigen houding en handelen. 16

Specifieke activiteiten voor een boormeester verticale boringen 2 Het eigen werk plannen en organiseren De opdracht ontvangen en begrijpen Plannen van de ondergrond, werktekeningen, detailtekeningen. Schaalaanduidingen. Technische termen en symbolen. De bodemopbouw: het bepalen van grondsoort en korrelgrootte, eigenschappen van grondsoorten (inzake waterdoorlaatbaarheid en stabiliteit). Werkingsprincipes van proefsonderingen. Plannen lezen en interpreteren. Bestuderen van de ligging van nutsleidingen. Lokaliseren van nutsleidingen met proefsondering. Nauwkeurig zijn. De werkplek inrichten en organiseren De boorlocatie bepalen op basis van de gekregen opdracht Het boormaterieel opstellen Plannen van de ondergrond, werktekeningen, detailtekeningen. Schaalaanduidingen. Technische termen en symbolen. Plannen van de ondergrond, werktekeningen, detailtekeningen. Schaalaanduidingen. Technische termen en symbolen. Invloed van parameters als stabiliteit en aard van de ondergrond op de opstelling van het boormateriaal. Invloed van parameters als beschikbare ruimte en logistiek op de opstelling van het boormateriaal. Mogelijkheden van eventuele softwaretoepassingen voor het kalibreren. Plannen lezen en interpreteren. De eigen positie bepalen t.o.v. een gekregen plan. Plannen lezen en interpreteren. Het boormaterieel opstellen, in functie van de uit te voeren boring. Het boormaterieel opstellen, in functie van de werforganisatie, zodat de continuïteit van de werf gegarandeerd wordt. Inzicht in de werforganisatie en het werfinrichtingsplan. Gebruiken van softwaretoepassingen voor het kalibreren. Nauwkeurig zijn. 17

2 Specifieke activiteiten voor een boormeester verticale boringen De boring uitvoeren Het boormaterieel bedienen Materieel en boring controleren Ingrijpen bij problemen met materieel of boring Invloed van de bodemopbouw: reactiesnelheid van de boorkop, invallen van het boorgat, ). Werkingsprincipes, veiligheidsvoorschriften en bediening van het boormaterieel. Invloed van de bodemopbouw op de reacties van de boorkop. Seinen. De normale werkingstoestand van het boormaterieel. Het normale verloop van een boring en de mogelijke afwijkingen. De onderdelen en de werking van het boormaterieel. Parameters instellen in functie van de bodemopbouw. Ruimtelijke voorstelling kunnen maken van het boorprofiel. Drukknoppen en hendels bedienen zodat de boorkop exact het vooropgestelde traject volgt. Locatie van de boorkop bepalen. Boorkop bijsturen. Drukkracht en rotatiesnelheid regelen. Waterkracht en hoeveelheid bentoniet regelen. Indicaties door middel van seinen geven en begrijpen. Relevante werkingsparameters (peil, druk, temperatuur, koppel van de motor, ) aflezen en controleren. Gedurende een bepaalde tijd de aandacht concentreren op één punt en indien nodig snel reageren. De kop van het boorgat in het oog houden. Nagaan of de actieradius van het materieel vrij blijft. Ruimtelijke voorstelling maken van de boring. Kalm blijven in moeilijke arbeidsomstandigheden. Zien dat er een probleem is, waar het gesitueerd is, en er een oplossing voor aanreiken. De boorkop uit het boorgat verwijderen. De machine stilleggen. Toevoer van boorvloeistof afsluiten. Boorvloeistof oppompen. Zich aanpassen aan de wijzigende omstandigheden. Aanvaarden dat een begonnen boring altijd moet afgewerkt worden, ongeacht het tijdstip. Nauwkeurigheid bij bedienen van de hendels. Geconcentreerd zijn. Milieubewust werken. Verantwoordelijkheidszin hebben. Geconcentreerd zijn. Stressbestendigheid. Problemen kunnen oplossen. Flexibel zijn. 18

Specifieke activiteiten voor een boormeester verticale boringen 2 Het boorgat afwerken De boorlocatie bepalen op basis van de gekregen opdracht Werking van een niveaumeter. Boorprofielen. Plannen van de ondergrond, werktekeningen, detailtekeningen. Schaalaanduidingen. Technische termen en symbolen. De plaats van de boring met een rolmeter opmeten ten opzichte van een vast referentiepunt. De diepte opmeten met een niveaumeter ten opzichte van een vast referentiepunt (waterpas zetten van een niveaumeter en aflezen van niveaus). Het profiel van de boring intekenen op de plannen: het profiel in een eenvoudige tekening weergeven. Ruimtelijk voorstellingsvermogen hebben: gemakkelijk overschakelen van een driedimensionaal beeld naar een tweedimensionale tekening en omgekeerd. Plannen lezen en interpreteren. Nauwkeurig zijn. Werkadministratie doen Bijhouden van relevante gegevens voor boorverslagen en/of eenvoudige boorstaten De relevantie van gegevens als: tijdstip en duur, plaats, materieel, doel van de boring, aard van de ondergrond en bodemopbouw, korrelgrootte, onregelmatigheden, De in te vullen documenten: boorverslagen en boorstaten. Beroepsspecifieke software. Het normale verloop van een boring. Inzicht hebben in het belang van een nauwkeurige administratie. Gebruiken van beroepsspecifieke software. Ruimtelijk voorstellingsvermogen hebben: gemakkelijk overschakelen van een driedimensionaal beeld naar een tweedimensionale tekening en omgekeerd. Nauwkeurig werken. Communiceren Overleggen over de voorbereiding, uitvoering en afwerking van de opdracht Opdrachten uitvoeren in ploegverband Duidelijke instructies geven en de medewerker(s) in de ploeg begeleiden Het vakjargon. Verschillen tussen interne en externe communicatie. Het vakjargon. Het vakjargon. Overleggen met project- en werfleiders van het eigen bedrijf en met personeel van de hoofdaannemer. Gebruiken van het vakjargon. Duidelijke boodschappen met collega's over de voortgang van het werk uit te wisselen. Gebruiken van het vakjargon. Feedback geven over het functioneren van medewerkers. Leiding geven: ondergeschikten sturen en begeleiden zodat ze hun taken doeltreffend uitvoeren. Motiveren, aanmoedigen en stimuleren. Communicatief vaardig zijn. Assertief zijn. Communicatief vaardig zijn. Teamgericht werken. Communicatief vaardig zijn. 19

2 Specifieke activiteiten voor een boormeester verticale boringen KwaliteitSzorg De kwaliteit van het teamwerk bewaken Het imago en de kwaliteitsrichtlijnen van het bedrijf en de opdrachtgever. Leiding geven. Teamgericht werken. Oplettend zijn. Kwaliteitsbewust werken. Veiligheid op de werkvloer observeren Risico's van werken met boormachines. Waarnemen van en communiceren over risico s. Veiligheid en gezondheid Veilig gedrag op de werkvloer stimuleren Waken over de naleving van instructies Toezien op het dragen van persoonlijke beschermingsmiddelen Methoden die veilig werken bevorderen. Het juiste gebruik van PBM s en gebruikstoepassingen. De situaties waarin PBM s moeten worden gedragen. Deze methodes toepassen. Duidelijke instructies geven, ook in geval van nood. Fout gedrag corrigeren. Instructies in herinnering brengen. Normen duidelijk stellen. Leiding geven. Inzicht hebben in de eigen rol bij het bevorderen van de veiligheid. Milieubewustzijn Naleven van de geldende milieuwetgeving De algemeen geldende milieuvoorschriften (bv VLAREBO). De codes van goede praktijk en standaardprocedures voor het uitvoeren van milieuboringen (OVAM). De gevolgen van de verstoring van het milieu door grondboringen. De maatregelen om verstoring van het milieu tegen te gaan. Toepassen van de algemeen geldende milieuvoorschriften. Toepassen van de maatregelen om vervuiling en verstoring van het milieu tegen te gaan. Verantwoordelijkheidszin hebben. 20

21

fvb ffc Constructiv Koningsstraat 132/5, 1000 Brussel t +32 2 210 03 33 f +32 2 210 03 99 fvb.constructiv.be fvb@constructiv.be fvb ffc Constructiv, Brussel, 2012. Alle rechten van reproductie, vertaling en aanpassing onder eender welke vorm, voorbehouden voor alle landen

BEROEPScompetentiePROFIELEN Ruwbouw Machinale beroepen Bagger Werktuigkundige voor baggervaart Baggerwerker Kraanbestuurder Torenkraanbestuurder Bestuurder mobiele kraan en verreiker Weg- en waterbouw Boormeester horizontale boringen Boormeester verticale boringen Chauffeur Bouwplaatsmachinist Andere machinale beroepen Steen Plaatser nutsleidingen Wegenwerker Stratenmaker Asfalteerder Rioollegger Steenhouwer / Marmerbewerker Ruwbouw Metselaar Bekister IJzervlechter Werfbediener Asbestverwijderaar Betonhersteller Prefab-monteerder Spoorwerker Afwerking Afwerking ruwbouw Dekvloerlegger Tegelzetter Stukadoor Dak Dakdekker Dakafdichter Daktimmerman Hout Houtskeletbouwer Buitenschrijnwerker Binnenschrijnwerker Interieurbouwer Glas Glaswerker Metaal Stellingbouwer Industrieel isolateur Chauffagist Sanitarist Plaatser van ventilatiesystemen Verf Schilder-decorateur Industrieel schilder Transversale beroepen Magazijnier Heftruckbestuurder volgens info op 01/08/2012 Fonds voor Vakopleiding in de Bouwnijverheid